Uploaded by magnificentedward98

woordenlijst-business-basics

advertisement
lOMoARcPSD|33266931
Woordenlijst business basics
Business Basics (Arteveldehogeschool)
Studocu wordt niet gesponsord of ondersteund door een hogeschool of universiteit
Gedownload door Maga Chaga (magachaga63@gmail.com)
lOMoARcPSD|33266931
Begrippenlijst Business Basics
Manager
Iemand die als leidinggevende met anderen en met behulp van
anderen werkt door hun werkzaamheden te coördineren, met als
oogmerk de doelstellingen van de organisatie te realiseren.
Management
Het proces van het leiding geven aan, en het coördineren van
werkzaamheden, zodat deze efficiënt en effectief met en door
anderen kunnen worden gerealiseerd.
Managementprocessen
Het geheel van beslissingen en werkzaamheden waarbij managers
betrokken zijn tijdens het plannen, organiseren, leiding geven en
controleren.
Conceptionele vaardigheden Het vermogen om over abstracte en ingewikkelde situaties na te
denken en ze te conceptualiseren. (abstract denken)
Sociale media
Vormen van elektronische communicatie waarmee gebruikers
online community’s creëren voor het delen van ideeën, informatie,
persoonlijke berichten en andere content.
Innovatie
Nieuwe producten ontwerpen en maken, dingen anders doen,
nieuw terrein verkennen en risico’s nemen.
Organisatie
Een geheel waarin mensen op een doelbewuste manier
samenwerken om specifieke doelstellingen te realiseren.
Organisatiecultuur
Het geheel van gemeenschappelijke opvattingen binnen een
organisatie dat in hoge mate bepalend is voor hoe werknemers
handelen. Hiermee onderscheidt de organisatie zich van andere
organisaties.
Aggresiviteit
De mate warin werknemers onderlinge concurrentie vertonen,
meer dan samenwerking.
Sterke cultuur
Organisatiecultuur waarin de kernwaarden intensief worden
naageleefd en breed worden gedragen.
Mondialisering
Het toenemend proces van ecomische, culturele en politieke
integratie op mondiaal niveau. Door de openstelling van grenzen
tussen landen kunnen goederen en diensten zich gemakkelijker
verplaatsen.
Turbulentie
Een verhoging van risico en onzekerheid veroorzaakt door het
‘gedrag’ van externe omgevingsfactoren.
Nationale cultuur
De waarden en normen die door de inwoners van een bepaald land
worden gedeeld en die hun gedrag en mening over wat belangrijk
is, hebben gevormd.
Maatschappelijk
Het is een continu verbeteringsproces, waarbij ondernemingen
verantwoord ondernemen
vrijwillig op systematische wijze economische, milieu en sociale
overwegingen op een geïntegreerde manier in de gehele
bedrijfsvoering opnemen, waarbij overleg met de stakeholders of
belanghebbenden van de onderneming deel uitmaakt van dit
proces.
Ethiek
Principes, waarden en overtuigingen die bepalen wat goed en fout
gedrag is.
Persoonlijke waarden
Een elementaire persoonlijke overtuiging van wat goed en fout is.
Ethische code
Een formele verklaring over de primaire waarden van een
Gedownload door Maga Chaga (magachaga63@gmail.com)
lOMoARcPSD|33266931
Besluit
Best practices
Good practice
Planning
Strategie
Missie/Mission statement
Visie
Organisatiestructuur
Organigram
Hiërarchie
Gezag
Verantwoordelijkheid
Eenheid van gezag
Span of control
Centralisatie
Formalisering
Mechanische organisatie
Organische organisatie
Behoefte
Economie
Consumptie
organisatie en de handelwijze die de organisatie van werknemers
verwacht.
Een bepaalde keuze maken uit twee of meerdere alternatieven.
Terugkerende besluitvorming die op basis van een routinematig
aanpak kan worden doorlopen (procedure, regel, beleid)
Een uniek en eenmalig besluitvormingsproces of
oplossingsmethode.
Formuleren van een doel en opstellen van een plan die beschrijft
hoe dat doel wordt bereikt, inclusief toekennen van middelen om
het plan uit te voeren. (middelen: geld, machines, mensen)
Het vaststellen van de organisatiedoelen en bepalen via welke
middelen deze doelen kunnen gerealiseerd worden op lange
termijn.
 een reeks beslissingen en acties die bepalend zijn voor de
prestaties van een organisatie op lange termijn.
Het algemene doel van de organisatie, geeft antwoord op de vraag:
war is de bestaansreden van de organisatie?
Het beeld dat de organisatie heeft over hoe de toekomst eruitziet.
De formele structuur op basis waarvan taken worden verdeeld,
gegroepeerd en gecoördineerd.
Schematische voorstelling van een organisatie.
De ondonderbroken lijn van gezag die van het hoogste
organisatieniveau naar de lagere niveaus loopt en die verduidelijkt
wie aan wie verantwoording moet afleggen.
Het recht van de manager om ondergeschikten te vertellen wat ze
moeten doen.
De acceptatie van de verplichting om toegewezen taken uit te
voeren.
Het managementprincipe dat iedere werknemer aan slechts één
manager verantwoording hoeft af te leggen.
Het aantal werknemers waaraan een magager efficiënt en effectief
les kan geven. (reikwijdte)
Het nemen van beslissingen is enkel op één punt in de organisatie
geconcentreerd.
 topmanagers nemen de beslissingen zonder input van lagere
niveaus
De mate waarin werkzaamheden in een organisatie zijn
gestandaadiseerd en de mate waarin personeelsgedrag door regels
en procedures wordt gestuurd.
Een rigide/strenge organisatie die strak wordt beheerd.
Een organisatiestructuur dat aanpasbaar en flexibel is.
Het aanvoelen van een tekort en het verlangen om dit tekort te
bevredigen.
De studie van het menselijk streven naar bevrediging van
behoeften, met behulp van schaarse middelen.
Aanwending van economische goederen voor niet-productieve
doeleinden, het gaat gepaard met besteding van het inkomen.
Gedownload door Maga Chaga (magachaga63@gmail.com)
lOMoARcPSD|33266931
Productie
Ceteris paribus
Micro-economie
Meso-economie
Macro-economie
Prijsvraagcurve
Algemeen prijspeil
Productiefactoren
Prijsaanbodcurve
Markt
Volkomen concurrentie
Onvolkomen concurrentie
Scheppen van economische goederen of toevoegen van waarde
aan economische goederen, het gaat gepaard met verwerven van
inkomen.
Wanneer het overige gelijk blijft.
Kleine situaties
Bv. Volvo
Groepen
Bv. Autosector
De gehele economie zonder te spreken over sectoren of bedrijven.
Geeft de betalingsbereidheid weer van consumenten tegen een
bepaalde prijs.
Gemiddelde van de prijzen van alle soorten goederen en diensten
die men op de Belgische markt verhandelt.
Natuur, arbeid, kapitaal
Geeft de verkoopbereidheid van de producent weer bij een
bepaalde prijs.
Plaats waar alle consumenten en producenten elkaar
ontmoeten/geheel van de vraag en het aanbod naar goederen.
Markt:
- Veel vragers en aanbieders
- Transparant
- Voor iedereen toegankelijk
- Homogeen product
3 types:
- Monopolie
- Oligopolie
- Monopolistische concurrentie
Gedownload door Maga Chaga (magachaga63@gmail.com)
Download