Wijsgerige Vorming I: Filosofie van Management & Organisatie
Opdracht college 3


Van Diest 2010. Hoofdstuk “Organisatieverbanden en vrijheidsverwerkelijking”, p. 230-269
(vanaf § ‘Het organisch organisatieconcept’ tot § ‘Leiderschap …’).
Opdrachten individueel en alleen via Blackboard/Turnitin indienen (dus de docent in geen
geval bestanden per e-mail toesturen). Let op de deadlines!
3.1)
Allereerst moeten –uitgaande van het organische organisatieconcept- arbeidskrachten
beheersbaar zijn. Echter, gekeken vanuit de vrijheidsrealisering moeten arbeidskrachten van
natura vrij zijn in het maken van keuzes en vrij zijn in het kiezen van zaken waar zij zich mee
bezighouden. Keuzes worden gemaakt door de interpretatie die daaraan vooraf gaat en deze
interpretatie is per individu verschillend. Dit is dus niet het geval als er gekeken wordt vanuit
een organisch concept van de organisatie. Als er een namelijk een nieuw doel opgesteld wordt,
dan moeten arbeidskrachten zich ook bewust gaan richten op dit doel. Ten tweede moet voor
een adequate beschrijving van de organisatie als organisme de vrije doelen vooraf kenbaar
gemaakt zijn. Zonder een concreet doel kan namelijk geen organisatie worden ingericht. Dit stelt
dus dat er niet gekeken wordt naar doelen die niet naar voren komen uit empirisch onderzoek.
Daarnaast moeten deze doelen ook volledig analyseerbaar en te omschrijven zijn. Niet alle vrije
doelen zijn dit echter. Tenslotte moeten deze vrije doelen als productiedoelen verschijnen. Veel
behoeften van mensen worden niet kenbaar gemaakt naar de buitenwereld en organisaties
kunnen op deze manier niet inspelen op deze behoeftes. De volledig vrije behoeftes van mensen
die niet een kenbaar zijn kunnen dus niet worden gerealiseerd door organisaties vanuit
organisch perspectief.
De relatie tussen het economisch belang en het streven naar controle ligt nu niet vast in vaste
structuren. Het is de cultuur die heerst binnen een organisatie die ervoor kan zorgen dat het
bedrijf economisch effectief is. Naast de vaste structuren kunnen onverklaarbare keuzes worden
verklaard aan de hand van de heersende cultuur. Als het managementteam bedrijfswaarden
inprent in alle leden van de organisatie zal dit het productieproces versnellen en zullen er
minder conflicten optreden. Een organisatie moet niet alleen worden gezien als een instrument
die kan worden ingezet om geld te verdienen en om later te kunnen verkopen. Het moet als het
ware worden gezien als nagebootste cultuur met normen en waarden. Binnen die cultuur wordt
door middel van vrijheidsrealisatie en creativiteit van personeelsleden een uiteindelijk
(financieel) resultaat geboekt. Het management kan de kernwaarden van personeel niet of
nauwelijks beïnvloeden. Het gevolg hiervan is dat elke werknemer werk levert aan de hand van
zijn of haar eigen kernwaarden. Het management moet in dit geval de kernwaarden ook niet
willen beïnvloeden maar moet er juist rekening mee houden om uiteindelijk tot effectieve
afwegingen en keuzes te komen die doorslaggevend zijn voor het economisch resultaat van de
organisatie.
Als er een op voorhand ontworpen resultaat wordt geschetst dan is er geen mogelijkheid om
creativiteit uit te oefenen in het proces naar dit resultaat toe. Een voorbeeld is de ontwerpfase
van een nieuwe smartphone. Als van te voren al wordt bedacht wat de uiteindelijke specificaties
en design zijn van deze smarphone worden vastgesteld dan is er tijdens de ontwerpfase geen
mogelijkheid meer om creativiteit in te brengen. Mochten er andere behoeften van klanten
ontstaan die nog niet technisch zijn vastgelegd dan zal hier geen rekening mee worden
gehouden. Ook als deelnemers van het ontwerpproces tijdens de ontwerpfase nieuwe inzichten
krijgen dan kan hier niks mee worden gedaan omdat het resultaat al vast ligt. Het gevolg is dat
op het moment wanneer het product wordt gelanceerd, het eigenlijk niet meer up to date is
met de maatschappij.
3.2)
Stel op een argumentatieve wijze één kritische vraag over de bestudeerde tekst. De vraag mag
niet al in de tekst zelf aan de orde geweest zijn, het moet immers een vraag van jou zijn. De
vraag kan gaan over iets dat je niet begrijpt (bijvoorbeeld omdat er sprake is van inconsistente
beweringen); leg in dat geval goed uit waarom je de betreffende kwestie niet begrijpt! De vraag
kan echter ook gaan over een kwestie waarmee je het niet eens bent (bijvoorbeeld opvattingen
van Van Diest); leg in dat geval goed uit waarom je het er niet mee eens bent!
Omvang: ca. 250 woorden (min. 200, max. 300)
3.3) MC-vraag
Maak een multiplechoice-vraag over de collegestof. Dien je MC-vraag in via Turnitin EN
Peerwise. De MC-vraag vormt een onderdeel van de opdracht die je via Turnitin indient. Uit die
opdracht kopieer je de MC-vraag naar Peerwise; dan kunnen alle studenten je MC-vraag zien
(zie de handleiding Peerwise aan het einde van deze opdracht). Neem de handleiding Hints for
developing MC-assignments (BB, course documents) ter harte.
3.4) Peer-Review
Maak via Turnitin een peer-review van vraag 3.1 t/m 3.3.
Vergeet niet je uitwerkingen mee te nemen naar het college!
Deadlines
 Indienen opdracht 3
12 november, 11.30
 Start peer-review 3
12 november oktober, 16.15 (Turnitin wijst peer-reviews toe;
alleen studenten die een opdracht hebben ingediend, kunnen peer-reviewen)
 Indienen peer-review 3
14 november, 23.59
Tips voor alle opdrachten
 Bespreek de opdracht samen met een andere student (zie de opmerking hierover in de
vakinfo en tijdens het eerste hoorcollege), maar verdeel niet de onderdelen van de opdracht


onder elkaar! Het beoogde leereffect ontstaat alleen door met elkaar over het antwoord op
de vragen te discussiëren. Dien de door jou gemaakte opdracht individueel in.
Dien een grammaticaal correcte tekst in zonder spelfouten (geen spreektaal of SMS-taal,
maar een wetenschappelijk betoog).
Een opsommingen, trefwoorden of zogenaamde ‘bullets’ etc. voldoen niet: je moet een
lopende tekst afleveren.
N.B. Een goede argumentatie is bij dit vak minstens zo belangrijk als het gebruik van de
juiste termen. Denk er dus aan dat je, in goed lopende zinnen die logisch op elkaar volgen,
beredeneert waarom iets zo is.
 Plagiaatwaarschuwing:
Elke vorm van plagiaat leidt tot uitsluiting van de cursus.
Plagiaat is het overnemen van tekst van anderen en die presenteren alsof het je eigen woorden
zijn.
Onder plagiaat wordt onder andere verstaan:
- Citeren zonder bronvermelding en zonder duidelijke markering, zoals bijvoorbeeld
aanhalingstekens.
- Het geheel of gedeeltelijk overnemen van werk (tekst, delen van teksten, zinnen of
delen van zinnen) uit andere bronnen, zowel gedrukte bronnen als bronnen
gepubliceerd op het Internet of in vertaling.
- Het geheel of gedeeltelijk overnemen van werk van medestudenten, danwel het
verstrekken van werk aan anderen, of anderszins werk inleveren dat niet door de
auteurs zelf geschreven is.
Handleiding Peerwise
In Peerwise you fill in under “Question”: Choose the best answer on the basis of the text.
Under “Answers” you fill in: Your statements incl. reasons A-D. Also “select” the correct answer
and give an explanation for it.
Cf. the “Hints for developing MC-questions”, which you’ll find on BB.
Hand-in information Peerwise:
 https://peerwise.cs.auckland.ac.nz/home/
 If you have not used Peerwise before, just click the "Registration" link and follow the
prompts. All you need to do is choose a user name and a password for your Peerwise
account. If you have used Peerwise before, simply log in and then select "Join course"
from the Home menu.
 Access our course "SBI: Filosofie van Management & Organisatie" via
https://peerwise.cs.auckland.ac.nz/course/main.php?course_id=9687. In case the link
does not work, select “Vrije Universiteit Amsterdam”. In any event you need to enter
two pieces of information:
o Course ID = 9687
o Identifier = Please enter your student username AS LISTED ON Blackboard
(example: abc123)
Note: By making MC-questions, you significantly improve your understanding of the literature
while you at the same time you practice for the examination. As the MC-questions will be
accessible via Peerwise for all students of the course, you can profit from each other. On top of
that, some MC-questions will be discussed during the lecture.