1. Continuümhypothese Fluïdummechanica gaat ervan uit dat fluïda als een continu medium worden behandeld, ook al bestaan ze uit moleculen. Dit betekent dat de eigenschappen (zoals dichtheid, snelheid, druk) op elk punt in het fluïdum continu kunnen worden beschreven, zonder rekening te houden met de discrete moleculaire structuur. 2. Bewegingsvergelijkingen De stroming van een fluïdum wordt beschreven door de volgende fundamentele bewegingsvergelijkingen: Wet van behoud van massa (Continuïteitsvergelijking): Deze wet stelt dat massa niet kan worden gecreëerd of vernietigd in een controlevolume. In een incompressibel fluïdum (zoals water) betekent dit dat de instroming gelijk moet zijn aan de uitstroming. Wiskundig: ∂ρ∂t+∇⋅(ρv⃗)=0\frac{\partial \rho}{\partial t} + \nabla \cdot (\rho \vec{v}) = 0∂t∂ρ+∇⋅(ρv)=0 Voor een incompressibel fluïdum (ρ=constant\rho = \text{constant}ρ=constant) wordt dit vaak vereenvoudigd tot: ∇⋅v⃗=0\nabla \cdot \vec{v} = 0∇⋅v=0 Wet van behoud van impuls (Navier-Stokes-vergelijkingen): Deze beschrijven hoe de snelheid van een fluïdum verandert onder invloed van krachten zoals drukgradiënten, zwaartekracht en viscositeit. De algemene vorm: ρ(∂v⃗∂t+(v⃗⋅∇)v⃗)=−∇p+μ∇2v⃗+F⃗\rho \left( \frac{\partial \vec{v}}{\partial t} + (\vec{v} \cdot \nabla) \vec{v} \right) = -\nabla p + \mu \nabla^2 \vec{v} + \vec{F}ρ(∂t∂v +(v⋅∇)v)=−∇p+μ∇2v+F Waarbij: ρ\rhoρ: dichtheid v⃗\vec{v}v: snelheid ppp: druk μ\muμ: dynamische viscositeit F⃗\vec{F}F: externe krachten Wet van behoud van energie: Deze beschrijft hoe energie wordt overgedragen binnen een fluïdum. Het kan de vorm hebben van thermische energie, kinetische energie of potentiële energie. ∂E∂t+∇⋅(v⃗(E+p))=Q+Φ\frac{\partial E}{\partial t} + \nabla \cdot (\vec{v} (E + p)) = Q + \Phi∂t∂E+∇⋅(v(E+p))=Q+Φ Waarbij QQQ de warmte toevoer en Φ\PhiΦ de viskeuze dissipatie beschrijft. 3. Bernoulli’s Vergelijking Dit is een vereenvoudiging van de Navier-Stokes-vergelijkingen voor een ideaal (nietviskeus), incompressibel fluïdum in stationaire stroming. De vergelijking stelt dat de totale energie langs een stroomlijn constant blijft: p+12ρv2+ρgh=constantp + \frac{1}{2} \rho v^2 + \rho g h = \text{constant}p+21 ρv2+ρgh=constant Waarbij: ppp: statische druk 12ρv2\frac{1}{2} \rho v^221ρv2: dynamische druk (snelheidsdruk) ρgh\rho g hρgh: hydrostatische druk (hoogte) Bernoulli’s vergelijking wordt veel gebruikt in toepassingen zoals het analyseren van vloeistofstromen in pijpen, stroming rond vleugels en in ventilatiesystemen. 4. Reynolds-getal (ReReRe) Het Reynolds-getal is een dimensieloze parameter die de verhouding tussen traagheidskrachten en viskeuze krachten in een fluïdumstroom beschrijft: Re=ρvLμRe = \frac{\rho v L}{\mu}Re=μρvL Re≪1Re \ll 1Re≪1: stroming wordt gedomineerd door viskeuze krachten (laminaire stroming). Re≫1Re \gg 1Re≫1: stroming wordt gedomineerd door traagheidskrachten (turbulente stroming). 5. Laminaire vs. Turbulente Stroming Laminaire stroming: Deeltjes bewegen in gladde lagen zonder menging (lage ReReRe). Turbulente stroming: Chaotische en onvoorspelbare stroming met wervelingen (hoge ReReRe). 6. Wet van Pascal De druk in een stilstaand fluïdum wordt overal gelijkmatig overgedragen. Dit principe is fundamenteel voor hydraulische systemen. p=ρghp = \rho g hp=ρgh Toepassingen Fluïdummechanica wordt toegepast in diverse gebieden zoals: Pijpleidingen en stromingssystemen Aërodynamica (stroming rond vliegtuigen) Hydrodynamica (stroming rond schepen) HVAC-systemen Biomedische stromingen (bloedcirculatie) Heb je interesse in een specifieke theorie of toepassing? Dan kan ik die verder toelichten!