Samenvatting NL literatuur P20: In de 17e en 18e eeuw werd de Europese politiek gedomineerd door het absolutisme, behalve in Nederland. In Nederland ontstond er rond 1850 2 nieuwe politieke stromingen: - De patriotten, wie vooral naar democratie streefde. - De prinsgezinden, wie aanhangers waren van de stadhouders uit het huis van Oranje. De grootste culturele stroming van de 18e eeuw was de Verlichting, die vooral in Engeland en Frankrijk opbloeide. P21: In de 16e en 17e eeuw was de dominerende stroming de Renaissance geweest, maar in de 18e eeuw werd de Renaissance overmeesterd door de Verlichting. Deze term betekent eigenlijk dat men vond dat de wereld duidelijker werd. De mens had altijd in een geestelijke duisternis geleefd, maar nu kwam daar een einde aan door de inzichten van de Renaissance. De Franse en Amerikaanse revolutie kwamen voort uit verlichtings ideeën. Het proces van het onderzoeken naar hoe de wereld in elkaar zit, heet het empirisme De opvatting dat met rede en verstand alles opgelost kan worden, heet het rationalisme Het Deïsme is het geloof dat er wel een Oppermacht is, maar dat het aanbidden via religie van deze Oppermacht zinloos is Voltaire was een Franse geleerde die als het begrip tolerantie introduceerde, iedereen moet kunnen denken en geloven wat hij/zij wil. Dan gaat het nog over de Trias Politica, waar vooral Montesquieu en John Locke grote aanhangers van waren. Dit is het idee dat de uitvoerende, wetgevende en rechtsprekende macht gescheiden moeten zijn. Vervolgens was er Adam Smith, wie de stroming liberalisme introduceerde, wat eigenlijk inhield dat de overheid zich nergens mee moest bemoeien omtrent de economie. In de 18e eeuw ging men ook geloven dat de mens van nature goed is, maar dat verkeerd gedrag voortkomt uit gebrek aan kennis. Daarom was goed onderwijs ook zo belangrijk. P23: De meest vrije verhaalvorm was de proza, omdat deze stroming zich niet hield aan het neoclassicisme: een set van regels waar een toneel of poëzie aan moest voldoen. De verlichte prozaliteratuur is in essentie didactisch, hij probeert je rationele opvattingen en ideeën bij te brengen. Het taalgebruik bij prozaliteratuur is dan ook zeer zakelijk en duidelijk. Het allergrootste didactische werk uit de verlichting is de Encyclopédie, waar een hele boel geleerden meewerkten om alle kennis samen te vatten. De eerste Encyclopédie werd gemaakt door Denis Diderot. De Encyclopédie had als doel om informatie te geven en de lezer rationeel te laten denken. Er was dus vaak veel kritiek op wonderen en de R.K. kerk. Tijdschriften hielpen ook met de verspreiding van verlichtingsideeën. De tijdschriften waren didactischmoralistisch: leerzaam, maar ook opvoedend. Verlichte tijdschriften die de burger probeert op te voeden. De episch-didactische literatuur was hee belangrijk in de 18e eeuw. Het grootste genre was het imaginaire reisverhaal, en reisverhaal wat nooit heeft plaatsgevonden. Het imaginaire reisverhaal was ideaal voor didactische doeleinden, omdat de schrijver zelf een land kon bedenken met een verschillende politiek en cultuur. Waaruit hij kon laten zien of hij dit juist vond of niet. Satiren werden vaak geschreven in de vorm van een imaginair reisverhaal. De ideale wereld was een utopie, wanneer zo’n wereld word beschreven in een imaginair reisverhaal heet dit een utopische roman. Het laatste genre is de robinsonnade, een roman waarin een persoon door omstandigheden er alleen voor komt te staan, afgezonderd moet hij zich zien te redden. De robinsonade ondersteunt het rationalisme, omdat het laat zien dat men zich kan redden met zijn verstand. Een belangrijk contrast tussen de roman en bijvoorbeeld de satire of robinsonade is dat het bij de robinsonade/satire niet gaat om de personen, maar de ideeën die achter het verhaal schuil gaan, terwijl dit bij een roman andersom is. Daarnaast zijn de robinsonade en satire tijdloos, een roman heeft een duidelijke tijd en ruimte. P24: Justus van effen: Jurist Vertaalde Engelse literatuur naar Frans en Nederlands Frans Hij werd lid van The Royal Society, wetenschappelijke genootschap, omdat hij de Engelse literatuur verspreidde met zijn vertalingen Oprichter De Hollandse Spectator Eerst weekblad, toen 2x per week Er kwamen uiteindelijk 360 exemplaren met elk 8 bladzijde Ging over godsdienst, sociale problemen en taalkunde Vocht tegen chauvinisme en calvinisme, die toneel wilde wegwerpen Schreef de eerste korte verhalen, maar voornamelijk essays P26: Jean Jaques Rousseau: Verlichter die zei dat mens van nature goed is. Hiëronymus van Alphen: Jurist 3 kinderen, vrouw jong overleden Schreef het belangrijkste Nederlandse jeugdboek uit de tijd, proeve van kleine gedichten voor kinderen, eerst anoniem Kinderen worden erin aangespannen tot leergierigheid, gehoorzaamheid, godsdienstigheid en nationalisme Nog steeds populair P27: Elizabeth Bekker Betje Wolff: Streng gereformeerd, maar toch verlichte opvoeding Éen dag affaire met militair groot schandaal Trouwde met predikant Adriaan Wolff Toen die stierf, ontmoette Betje Agatha Deken(Aagje Deken) en samen wonen en schrijven Bekendste boek historie van mejuffrouw Sarah Burgerhart Gebaseerd op Betjes eigen leven Sarah Burgerhart trouwt bijna met slechte man, maar uiteindelijk toch met een goeie • Vanwege patriottische sympathieën moesten ze uitwijken naar Frankrijk • Ze raakten al hun kapitaal kwijt en leefden het eind van hun leven in armoede Briefroman, meerdere personages: Voordelen: - Van meerdere kanten, ideale vorm om karakters uit te beelden Nadelen: - Veel dubbele vertelling Realistische Roman, veel humor en spot, de historie van mejuffrouw Sarah Burgerhart werd een groot succes De wiskunstenaars: - Anzelmus is de voogd van Isabel en is boos over de liefde die hij niet kent, daarom sluit hij Isabel op - Isabel breekt uit en vlucht weg met haar knecht Katrijn - Isabel moest werd uitgehuwd aan Raasbollius, maar was verliefd op Edelhart - Edelhart heeft een knecht Filipijn - Per toeval is iedereen in dezelfde herberg in Loenen