Uploaded by divergent bosch

Sheets Fiscale Aspecten ondernemingsvormen (2021) - Compatibiliteitsmodus

advertisement
Rechtsvormen
Eenmanszaak;
Personenvennootschappen (vof, maatschap,
CV);
BV met één aandeelhouder in privé (dga);
BV met holdingstructuur (moeder-BV en één of
meer dochter BV’s);
NV met meerdere aandeelhouders.
Fiscale aspecten ondernemingsvormen
Mr. J. Beers
1
1
2
2
Fiscale behandeling ondernemers
Directeur / grootaandeelhouder en zijn BV
(vpb, aanmerkelijk belang in box 2)
IB-ondernemers (eenmanszaak, vof,
maatschap), belast in box 1; IB-tarief in 2021
maximaal 49,50%
3
3
mr. J. Beers
4
BEGRIP AB (art. 4.6 lid 1 sub a)
Voorbeelden a.b-regeling
Belastingplichtige bezit al dan niet tezamen met
echtgenoot of fiscale partner direct of indirect 5%
van het geplaatste kapitaal BV/NV;
Ø Zie voor het begrip fiscale partner art. 5a AWR en art.
1.2 Wet IB (globaal: gehuwd, samenlevingscontract,
samen eigen woning of kind)
A bezit 3% aandelen en B 2 % in bv X. A en B zijn ongehuwd
en zijn geen fiscale partners.
è GEEN AB, geen partners. Ieder afzonderlijk < 5%
Stel, A en B zijn fiscale partners (gehuwd of
samenlevingscontract, of situatie genoemd in art. 1.2 Wet IB)
è WEL AB, want partners. A en B worden in box 2 belast.
Onmiddellijk (direct) of middellijk (indirect)
aandeelhouder
5
4
A bezit 3% in bv X en 2% in bv Y.
è GEEN AB, geen a.b. in iedere bv afzonderlijk.
6
1
Inkomen uit aanmerkelijk belang
Voorbeelden inkomen a.b.
Art. 4.12: gezamenlijk bedrag van :
– Reguliere voordelen
voordelen getrokken uit AB-aandelen en winstbewijzen
minus aftrekbare kosten
– Vervreemdingsvoordelen (zie ook art. 4.19)
aandelen
winstbewijzen
gedeelte van de in de aandelen of winstbewijzen
besloten rechten
– verminderd met persoonsgebonden aftrek
A bezit 5% aandelen in bv X. Hij ontvangt € 10.000 dividend
è het (bruto) dividend is belast in box 2 tegen 26,9%
B bezit 2% aandelen in bv X. Hij ontvangt € 10.000 dividend
è dividend niet belast. De waarde van de aandelen
wordt belast in box 3 (dividend wordt niet belast)
.
C bezit 5% in bv Y (verkrijgingsprijs € 5.000). Hij verkoopt de
aandelen voor € 15.000
è verkoopwinst ad € 10.000 wordt in box 2 belast tegen
26,9%
7
8
Verliesverrekening
Rangorderegeling (art. 2.14)
1. Eerst genoemde inkomenspost gaat voor (dus winst uit
onderneming gaat voor loon etc)
2. Een inkomenspost uit box 1 of box 2 wordt niet in box 3
belast
Voorbeelden
a. A bezit een eigen woning en alle aandelen in BV X.
b. B heeft een eenmanszaak, daarnaast bezit hij 4% in BV Y
c. C is in loondienst en werkt tevens als freelancer.
9
Box I:
3 jaar terug (carryback) en 9 volgende
jaren (carry forward) à art. 3.150
Box II:
1 jaar terug (carryback) en 6 (was 9) volgende
jaren (carry forward) à art. 4.49
Box III:
nooit verlies
10
Berekening van de
verschuldigde
inkomstenbelasting
TARIEVEN BOX I
Tarieven tot AOW-leeftijd (tarieven 2021, bedragen in euro’s)
IB+PVV
35.129 68.507 -
35.129
68.507
…
37,10%
37,10%
49,50%
bedrag berekende belasting
bedrag berekende belasting
bedrag berekende belasting
(9,45% IB + 27,65% PVV)
totaal
af: heffingskorting *)
Premies volksverzekeringen (PVV)
AOW 17,90 %
Anw 0,10 %
Wfz 9,65 %
verschuldigde belasting
mr. J. Beers
11
*) bij binnenlands belastingplichtigen
11
mr. J. Beers
box 1 ……..
box 2 ……..
box 3 ……..
-------……..
……..
-------……..
12
12
2
Belastingdruk BV’s
Belastingdruk IB-ondernemer
IB-ondernemer valt in box 1 (IB-tarief loopt op tot
49,50%)
IB-ondernemer heeft ondernemersfaciliteiten:
1. Zelfstandigen- en startersaftrek (art. 3.76)*;
2. Opbouw fiscale oudedagsreserve (art. 3.67)*;
3. Stakingsaftrek (art. 3.79)
Let op:
Hoe wordt X belast?
X
100%
1 en 2 gelden alleen bij ‘ondernemer’ in de zin van art. 3.4, die
voldoet aan ‘urencriterium’ (art. 3.6). Dit geldt niet voor 3.
BV B
MKB-vrijstelling (art. 3.79a)
13
13
14
Belastingdruk BV’s
Tarief vpb (art. 22 Wet Vpb)
15% over de eerste € 245.000 (2021)
(16,5% over eerste € 200.000 in 2020)
25 % over het meerdere
BV X maakt een winst van € 300.000. Hoeveel
vennootschapsbelasting is verschuldigd?
15% x 245.000 = 36.750
25% x 55.000 = 13.750
€ 50.500
15
16
Holdingstructuur (gebruik
deelnemingsvrijstelling vpb)
Deelnemingsvrijstelling (art. 13 Vpb)
• Een moedermaatschappij (BV/NV) bezit 5% of meer van
de aandelen in de dochter BV (deelneming)
• Alle voordelen uit hoofde van de deelneming zijn
vrijgesteld è bijv. dividend en verkoopwinst (of verlies!)
van de deelneming (dochter-bv) is belastingvrij
17
18
3
Belastingdruk DGA/BV in 2021 (1)
Voorbeeld
Winst
Vpb (*)
Nettowinst
• Lab Holding bv bezit 5% in Fisc bv. De dochter Fisc bv keert
€ 100.000 dividend uit è vrijgesteld bij holding
100.000
15.000
85.000
(uitkeren als dividend)
22.865
62.135
(belastingdruk 37,865%)
Ab-heffing
• Lab Holding bv verkoopt aandelen met winst è winst is vrijgesteld
voor vpb (deelnemingsvrijstelling).
• Lab Holding bv verkoopt aandelen met verlies è verlies is niet
aftrekbaar (deelnemingsvrijstelling)
IB in box 2 (26,9%)
Netto in handen
*)
-/-
Vpb-tarief (2021): 25% boven een winst van € 245.000 . Het tarief
bedraagt 15% tot € 245.000. Zie art. 22 Wet Vpb.
20
19
20
Winst uit onderneming – overige bronnen
Belastingdruk DGA/BV (2)
Winst
Vpb (*)
Nettowinst
400.000
75.500
324.500
Voordelen onderneming:
faciliteiten (investeringsaftrek, willekeurige
afschrijving, ondernemersaftrek, MKBvrijstelling, oudedagsreserve etc.)
Kostenaftrek
Verliescompensatie
(uitkeren als dividend)
Ab-heffing
IB in box 2 (26,9%)
Netto in handen
*)
-/-
87.290,50
237.209,50
(belastingdruk 40,69%)
Vpb-tarief (2021): 25% boven een winst van € 245.000 . Het tarief
bedraagt 15% tot € 245.000. Zie art. 22 Wet Vpb.
Nadelen onderneming:
Vermogenswinsten zijn belast
21
21
22
22
Afbakening bronnen van inkomen
Bronvereisten
Voorwaarden:
Relevant is de afbakening tussen de volgende
bronnen:
-
Winst uit onderneming
-
Loon
Resultaat uit overige werkzaamheden (ROW)
Inkomen uit sparen en beleggen (box 3)
è Is er geen bron van inkomen? Dan is het voordeel in het
geheel niet belast als winst uit onderneming, loon of
ROW (mogelijk wel box 3)
23
23
Deelname aan het economisch verkeer
Het oogmerk om voordeel te behalen (het
subjectieve element)
De belastingplichtige kan het voordeel ook
redelijkerwijs verwachten (het objectieve
element)
24
24
4
Belastbare winst uit onderneming
Belastbare winst uit onderneming
Artikel 3.2 Wet IB
Is het gezamenlijke bedrag van de winst die de
belastingplichtige als ondernemer geniet uit een of meer
ondernemingen verminderd met de ondernemersaftrek
Centraal staat de ondernemer
èEchter: altijd eerst beoordelen of er
sprake is van een onderneming
èart. 3.3 bepaalt dat sommige andere winstgenieters ook
winst uit onderneming genieten (let op: hiervoor gelden
niet alle ondernemersfaciliteiten, wel wordt het voordeel
belast in box 1)
25
25
26
26
Begrip onderneming
Begrip onderneming
Beoordelen aan de hand van het feitencomplex
(objectieve beoordeling)
Wil van de ondernemer in principe niet van
belang voor vraag of er een onderneming is
Wel van belang bij aanvang onderneming (hoe
is onderneming georganiseerd, is redelijkerwijs
een voordeel te verwachten etc.)
Wat is een onderneming?
Duurzame organisatie die erop is gericht met
behulp van kapitaal en arbeid deel te nemen
aan het maatschappelijk verkeer met het
oogmerk om winst te behalen (en redelijke
verwachting dat die ook behaald kan worden).
27
27
28
28
Begrip onderneming
Begrip onderneming
Duurzame organisatie van arbeid en kapitaal (vereiste 1)
Deelname aan het maatschappelijk verkeer
(vereiste 2)
Productiemiddelen: gebouw, machines, auto etc.
Er moet arbeid verricht worden
Continuïteit, duurzaam: de intentie om er wat van te
maken
Niet beperkt tot een aantal vrienden en / of
familieleden
Er moet naar buiten toe worden getreden, je
moet de markt opgaan
èZelfstandig uitgeoefend beroep (art. 3.5 lid 1 Wet IB) is
gelijkgesteld met onderneming. Accent ligt op
persoonlijke bekwaamheid. Kapitaal is niet vereist.
29
29
30
30
5
Afbakening: winst uit onderneming versus ROW
Begrip onderneming
Afhankelijk van de volgende factoren is sprake van winst
uit onderneming of ROW:
Oogmerk om winst te behalen (vereiste 3)
Duurzaamheid en omvang van de werkzaamheden
Omvang van de investeringen
Debiteurenrisico
Ondernemingsrisico
Beschikbare tijd
Bekendheid naar buiten
Aantal opdrachtgevers
Winstverwachting
Subjectief element
Bedoeling om met activiteit voordeel te behalen
Eis is niet heel belangrijk meer
Winst ook redelijkerwijs te verwachten (vereiste 4)
Objectief element
Bronvereiste
31
31
32
32
Winst uit onderneming versus
dienstbetrekking
Voorbeelden
Is sprake van winst uit onderneming of ROW?
Loonbelasting en sociale verzekeringspremies
moeten ingehouden worden door opdrachtgever als
sprake is van een dienstbetrekking
Billy verkoopt zomers een aantal dagen fruit uit zijn tuin
Alex werkt in loondienst als timmerman (inkomsten € 40.000).
‘s avonds klust hij voor zichzelf bij (inkomsten € 20.000)
c. Piet is docent. Tijdens de aangifteperiode vult hij 30 IBaangiften in voor particulieren
d. Joke past regelmatig op de kinderen (peuters) van de mensen
in haar straat.
a.
b.
Belang afstemmen arbeidsrelatie (opdrachtgever
kan hiermee proberen zekerheid krijgen).
DBA (deregulering beoordeling arbeidsrelatie)
33
33
34
34
Winst uit onderneming, ROW of
vermogensbeheer
Begrip ‘onderneming’
Belang: winst bij vervreemding activa belast c.q. onbelast
Winst uit onderneming of ROW als:
– Kennelijk streven om eigen arbeidskracht c.q.
capaciteiten of eigen relaties mede rendabel te
maken
– Zelf bouwen en/of zelf onderhoudswerk doen
– Financiering met (in verhouding) veel vreemd
vermogen
– het hangt van de feiten af of sprake is van ROW of
winst uit onderneming
Een onderneming is:
- een duurzame organisatie
- van kapitaal en arbeid
- die erop is gericht om deel te nemen aan het
maatschappelijk productieproces (economische verkeer)
- met het oogmerk winst te behalen
Ø Afbakenen t.o.v. ROW (resultaat overige werkzaamheden), loon
of box 3
Ø Soms is in het geheel geen sprake van een bron van inkomen!
35
35
36
6
Wie geniet winst uit onderneming?
Definitie ‘ondernemer’ (art. 3.4)
1. Degene, voor wiens rekening een onderneming (bedrijf of
beroep) gedreven wordt en die verbonden wordt voor
verbintenissen van de onderneming (ondernemer)
èzie art. 3.2 en art. 3.4
“Als ondernemer wordt aangemerkt de belastingplichtige voor
rekening van wie een onderneming wordt gedreven en die
rechtstreeks wordt verbonden (‘aansprakelijk’) voor
verbintenissen betreffende die onderneming”
2. Degene, die geen ondernemer is, maar medegerechtigd is tot het
vermogen van de onderneming
è zie art. 3.3
37
38
Wie is ondernemer?
1.
2.
3.
4.
Arie heeft een eenmanszaak
Billy is maat in maatschap
Carlos is vennoot in een vof
Dirk is commanditaire vennoot
Gevolgen definitie voor winstgenieters
• Commanditaire vennoten e.d. worden niet rechtstreeks verbonden
voor de verbintenissen van een onderneming: deze zijn dus geen
‘echte’ ondernemer in de zin van art. 3.4 Wet IB 2001!
Ø
Ø
Zij vallen onder aparte groep ‘medegerechtigden’ (art. 3.3 lid 1)
Zij genieten wél winst uit onderneming, maar hebben geen recht
op faciliteiten waarvoor je ondernemer moet zijn
39
40
Faciliteiten voor ‘echte’ ondernemers
Faciliteiten voor alle winstgenieters
v fiscale oudedagsreserve (art. 3.67)*
v zelfstandigen- en startersaftrek (art. 3.76)*
v startersaftrek bij arbeidsongeschiktheid (art. 3.78a)*
v
v
v
v
v
v
v verliesverrekening (3.9, 3.10 en 3.148)
v kleinschaligheidsinvesteringsaftrek (3.41)
willekeurig afschrijven voor starters (art. 3.34 en art. 7 UR WA)*
MKB-winstvrijstelling ad 14% (art. 3.79a)
meewerkaftrek (art. 3.78)*
aftrek speur- en ontwikkelingswerk (art. 3.77)*
energie en milieu investeringsaftrek (art. 3.42/3.42a)
stakingsaftrek (art. 3.79)
v landbouwvrijstelling (3.12)
v kwijtscheldingsvrijstelling (3.13 lid 1 onder a)
v bosbouwvrijstelling (3.11)
v willekeurig afschrijving op milieu-bedrijfsmiddelen (art. 3.31)
v herinvesteringsreserve (3.54) en kostenegalisatiereserve (3.53)
NB. In alle gevallen met een * moet tevens aan urencriterium worden voldaan.
41
* Deze faciliteiten gelden voor alle winstgenieters (bijv. commanditaire
vennoot). Tevens hoeft niet aan het urencriterium te worden voldaan.
42
7
Ondernemingsaftrek (art. 3.74)
1.
2.
3.
4.
5.
Urencriterium
Bepaalde ondernemersfaciliteiten gelden alleen indien
aan de volgende voorwaarden is voldaan:
Zelfstandigenaftrek (art. 3.76);
Aftrek speur- en ontwikkelingswerk (art. 3.77)
Meewerkaftrek (art. 78)
Startersaftrek bij arbeidsongeschiktheid (art.3.78a)
Stakingsaftrek (art. 3.79)
1. de belastingplichtige moet kunnen worden aangemerkt
als ondernemer (voldoet hij aan de definitie), en;
2. voldoet hij aan het urencriterium?
43
44
Urencriterium (art. 3.6 Wet IB 2001)
Een ondernemer dient voor het urencriterium:
ten minste 1225 uren per kalenderjaar aan zijn
onderneming te besteden;
Er gelden aanvullende eisen indien:
- de ondernemer tevens overige inkomsten heeft, of;
- er sprake is van een ‘ongebruikelijk’ samenwerkingsverband
Fiscale Oudedagsreserve (FOR)
1.
2.
3.
4.
belastinguitstel door dotaties aan FOR;
dotatie in 2020: 9,44% (maximaal € 9.395)
ondernemingsvermogen mag door dotatie niet negatief worden;
bij staking moet afrekenen over FOR (afrekening kan worden
voorkomen door aankoop lijfrente)
NB.
FOR geldt alleen voor ondernemers die voldoen aan urencriterium !!
(In 2020: dotatie 9,44%, maximaal € 9.218)
45
46
Voorbeeld FOR
Bert is gestart als IB-ondernemer (eenmanszaak). Zijn winst bedraagt
€ 20.000.
è Hij kan 9,44% x € 20.000 = € 1.888 doteren aan de FOR
Let op: hij zelf kiezen of hij dit wil. Of het voordelig is, is afhankelijk
van het toepasselijk IB-tarief.
Zelfstandigenaftrek (3.76)
1. Er geldt een vast bedrag van € 6.670 (2021) (ongeacht hoogte
winst);
2. de zelfstandigenaftrek wordt verhoogd met € 2.123 bij startende
ondernemers (startersaftrek);
3. de verhoging (startersaftrek) kan gedurende de eerste vijf jaar na
de start van de onderneming worden geclaimd (maximaal 3 x).
NB1. De zelfstandigenaftrek geldt alleen voor ondernemers die voldoen aan
urencriterium !!
NB 2 De zelfstandigenaftrek bedroeg in 2020 nog € 7.030. De aftrek wordt de
komende jaren verder afgebouwd.
47
48
8
MKB-winstvrijstelling (art. 3.79a)
Voorbeeld zelfstandigenaftrek
-
Bert is gestart als IB-ondernemer (eenmanszaak). Zijn winst
bedraagt € 20.000.
Bedraagt 14% van winst (na ondernemingsaftrek art. 3.74 Wet IB)
Bert is gestart als ondernemer. Zijn winst bedraagt € 20.000.
èBert kan de zelfstandigen- en startersaftrek claimen, mits hij in
dat jaar voldoet aan het urencriterium (1.225 uur).
Aftrek bedraagt: € 6.670 + 2.123 = € 8.793.
Winst
FOR
Zelfstandigenaftrek
Verhoogde zelfstandigenaftrek (starter)
Winst voor MKB-winstvrijstelling
-/-/-/-
€
€
€
€
€
20.000
1.888
6.670
2.123
9.319
Winst na MKB-winstvrijstelling:
€ 9.319 -/- (14% x 9.319 = 1.305) = € 8.014
49
50
Stakingswinst
Winstbegrippen
1. Totale winst (gedurende loop onderneming)
2. Jaarwinst (verdeling winst over jaren)
3. Eindafrekeningswinst (stakingswinst)
1. liquidatie
(art. 3.61 IB)
2. overdracht
(verkoop)
3. fictieve winst
(bijv. overlijden
art. 3.58 IB)
STAKINGSFACILITEITEN
• stakingsaftrek (art. 3.79)
• stakingslijfrente (art. 3.129)
• geruisloze doorschuiven (art. 3.62. e.v.)
51
52
In welke gevallen geldt een
doorschuiffaciliteit?
Afrekenen of doorschuiven?
• bij overdracht van een onderneming moet in beginsel over de
stakingswinst worden afgerekend (behoudens stakingsfaciliteiten);
• soms geldt een doorschuiffaciliteit:
ède fiscale claim wordt in dat geval ‘doorgeschoven’ naar degene die
de onderneming voortzet
è deze ‘neemt’ de fiscale positie over van de overdrager (en moet
dus bijv. dezelfde fiscale boekwaarden aanhouden)
è hierdoor hoeft dus niet te worden afgerekend over de stakingswinst
53
•
•
•
•
Bij ‘geruisloos’ doorschuiven naar een mede-ondernemer (art. 3.63);
Bij ‘geruisloze’ inbreng eenmanszaak in een BV/NV (art. 3.65)
Bij ‘fictieve’ staking, zoals overlijden van de ondernemer (art. 3.62)
Bij ontbinding huwelijk IB-ondernemer die in gemeenschap van
goederen is gehuwd (doorschuifregeling o.g.v. art. 3.59 lid 2)
• Bij staking gevolgd door starten nieuwe onderneming (art. 3.64)
54
9
Doorschuiven mede-ondernemer (art. 3.63)
Alternatief: benutten lijfrenteaftrek
- voor de stakingswinst kan ook aftrek premie stakingslijfrente
-
overnemer moet tenminste 36 maanden een samenwerkingverband
hebben gevormd met de overdrager (of werknemer zijn);
fiscale boekwaarden voortzetten
regeling geldt slechts op verzoek
-
worden geclaimd (art. 3.129);
voor FOR kan ook een lijfrente worden aangekocht (let op:
imputatieregeling art. 3.129 lid 3!)
Lijfrente kan bij verzekeringsmij. of voortzettende ondernemer
(natuurlijk persoon of lichaam/bv worden bedongen; art. 3.126)
daarnaast stakingsaftrek (3.630 euro, art. 3.79)
NB: soms is stakingswinst hoger dan max. lijfrente, dan kan dus beter
worden ‘doorgeschoven’ (indien dit mogelijk is)!
55
56
Voorbeeld doorschuiven mede-ondernemer
Geruisloze inbreng in bv/nv (art. 3.65)
•
•
Bert is 36 maanden in dienst bij bakkerij “Bas Deeg”. Hij wil de
onderneming voortzetten:
- dit kan ‘geruisloos’ door toepassing van art. 3.63, of
- ‘ruisend’ (met afrekening) è Bas kan voor de stakingswinst en
vrijval FOR wel een lijfrente bedingen o.g.v. 3.128/3.129 (+3.79)
Stel Bert al 36 maanden (mede)vennoot in de bakkerij.
è ook in dit geval kan worden gekozen voor de geruisloze doorschuifregeling of afrekenen!
-
Inbreng eenmanszaak (of aandeel personenvennootschap) in bv/nv
tegen uitreiking van aandelen
De vennootschap moet fiscale boekwaarden voortzetten
Aandelen mogen niet binnen 3 jaar worden vervreemd
Regeling geldt slechts op verzoek
57
58
Firmaproblematiek
Voorkomen afrekening:
•
1. voorbehoud aanwezige goodwill en stille reserve
2. creëren buitenvennootschappelijk ondernemingsvermogen
3. ‘afrekenen buiten firmabalans’ om ‘ingroeiregeling’ nieuwe firmant
m.b.t. winst
4. soms kan ook art. 3.63 Wet IB bij aangaan samenwerkingsverband
worden toegepast (alleen indien ‘toetreder’ 36 mnd. of langer in
dienst is bij de eenmanszaak van de overdragende ondernemer)
5. Afrekening kan ook worden voorkomen door het bedingen van een
lijfrente ex art. 3.128/3.129 Wet IB voor de stakingswinst en vrijval
FOR
Het aangaan van vof/maatschap/cv leidt tot staking van het gedeelte
van de onderneming dat wordt overgedragen (bijv. 50%/50% vof)
q Hans heeft sinds 2010 een consultancybedrijf. In 2020 gaat hij een
maatschap aan met Piet. Piet wordt voor 50% gerechtigd tot de winst
(en stille reserves). Wat zijn de fiscale gevolgen?
Ø Uitwerking: Hans ‘staakt’ zijn onderneming voor 50%. Hij moet
hierdoor afrekening over de ‘meerwaarde’ (goodwill en stille
reserves) en de fiscale reserves van zijn onderneming.
V
59
60
10
Tariefmaatregel grondslagverminderende posten
Grondslagverminderende posten
Aftrekbare kosten eigen woning
Ondernemersaftrek (zelfstandigenaftrek, de aftrek
voor S&O, de meewerkaftrek, de startersaftrek bij
arbeidsongeschiktheid en de stakingsaftrek)
de MKB-winstvrijstelling
persoonsgebonden aftrek (giften, alimentatie,
zorgkosten, weekenduitgaven gehandicapten)
de terbeschikkingstellingsvrijstelling
Ontwikkeling beperken aftrektarief 2018 t/m 2023
Jaar
2018
2019
2020
2021
2022
2023
Tarief aftrekbare
kosten eigen
woning
49,5% 49,0%
46,0% 43,0%
40,0% 37,05%
Tarief andere
grondslag
verminderende
posten
51,9% 51,75% 46,0% 43,0%
40,0% 37,05%
mr. J. Beers
61
61
mr. J. Beers
62
62
Grondslagverminderende posten
(2)
Belastingplichtigen met een inkomen dat - vóór toepassing
van deze aftrekposten - meer dan € 68.507 (start 2e schijf)
bedraagt, ondervinden hierdoor minder voordeel van deze
aftrekposten.
Techniek in aangifte: het verschil in tarief wordt
‘bijgeplust’’voor zover de aftrekpost in de hoogste schijf
valt. Zie art. 2.10 lid 4 Wet IB 2001
mr. J. Beers
63
63
11
Download