Rechtsvormen Eenmanszaak; Personenvennootschappen (vof, maatschap, CV); BV met één aandeelhouder in privé (dga); BV met holdingstructuur (moeder-BV en één of meer dochter BV’s); NV met meerdere aandeelhouders. Fiscale aspecten ondernemingsvormen Mr. J. Beers 1 1 2 2 Fiscale behandeling ondernemers Directeur / grootaandeelhouder en zijn BV (vpb, aanmerkelijk belang in box 2) IB-ondernemers (eenmanszaak, vof, maatschap), belast in box 1; IB-tarief in 2021 maximaal 49,50% 3 3 mr. J. Beers 4 BEGRIP AB (art. 4.6 lid 1 sub a) Voorbeelden a.b-regeling Belastingplichtige bezit al dan niet tezamen met echtgenoot of fiscale partner direct of indirect 5% van het geplaatste kapitaal BV/NV; Ø Zie voor het begrip fiscale partner art. 5a AWR en art. 1.2 Wet IB (globaal: gehuwd, samenlevingscontract, samen eigen woning of kind) A bezit 3% aandelen en B 2 % in bv X. A en B zijn ongehuwd en zijn geen fiscale partners. è GEEN AB, geen partners. Ieder afzonderlijk < 5% Stel, A en B zijn fiscale partners (gehuwd of samenlevingscontract, of situatie genoemd in art. 1.2 Wet IB) è WEL AB, want partners. A en B worden in box 2 belast. Onmiddellijk (direct) of middellijk (indirect) aandeelhouder 5 4 A bezit 3% in bv X en 2% in bv Y. è GEEN AB, geen a.b. in iedere bv afzonderlijk. 6 1 Inkomen uit aanmerkelijk belang Voorbeelden inkomen a.b. Art. 4.12: gezamenlijk bedrag van : – Reguliere voordelen voordelen getrokken uit AB-aandelen en winstbewijzen minus aftrekbare kosten – Vervreemdingsvoordelen (zie ook art. 4.19) aandelen winstbewijzen gedeelte van de in de aandelen of winstbewijzen besloten rechten – verminderd met persoonsgebonden aftrek A bezit 5% aandelen in bv X. Hij ontvangt € 10.000 dividend è het (bruto) dividend is belast in box 2 tegen 26,9% B bezit 2% aandelen in bv X. Hij ontvangt € 10.000 dividend è dividend niet belast. De waarde van de aandelen wordt belast in box 3 (dividend wordt niet belast) . C bezit 5% in bv Y (verkrijgingsprijs € 5.000). Hij verkoopt de aandelen voor € 15.000 è verkoopwinst ad € 10.000 wordt in box 2 belast tegen 26,9% 7 8 Verliesverrekening Rangorderegeling (art. 2.14) 1. Eerst genoemde inkomenspost gaat voor (dus winst uit onderneming gaat voor loon etc) 2. Een inkomenspost uit box 1 of box 2 wordt niet in box 3 belast Voorbeelden a. A bezit een eigen woning en alle aandelen in BV X. b. B heeft een eenmanszaak, daarnaast bezit hij 4% in BV Y c. C is in loondienst en werkt tevens als freelancer. 9 Box I: 3 jaar terug (carryback) en 9 volgende jaren (carry forward) à art. 3.150 Box II: 1 jaar terug (carryback) en 6 (was 9) volgende jaren (carry forward) à art. 4.49 Box III: nooit verlies 10 Berekening van de verschuldigde inkomstenbelasting TARIEVEN BOX I Tarieven tot AOW-leeftijd (tarieven 2021, bedragen in euro’s) IB+PVV 35.129 68.507 - 35.129 68.507 … 37,10% 37,10% 49,50% bedrag berekende belasting bedrag berekende belasting bedrag berekende belasting (9,45% IB + 27,65% PVV) totaal af: heffingskorting *) Premies volksverzekeringen (PVV) AOW 17,90 % Anw 0,10 % Wfz 9,65 % verschuldigde belasting mr. J. Beers 11 *) bij binnenlands belastingplichtigen 11 mr. J. Beers box 1 …….. box 2 …….. box 3 …….. -------…….. …….. -------…….. 12 12 2 Belastingdruk BV’s Belastingdruk IB-ondernemer IB-ondernemer valt in box 1 (IB-tarief loopt op tot 49,50%) IB-ondernemer heeft ondernemersfaciliteiten: 1. Zelfstandigen- en startersaftrek (art. 3.76)*; 2. Opbouw fiscale oudedagsreserve (art. 3.67)*; 3. Stakingsaftrek (art. 3.79) Let op: Hoe wordt X belast? X 100% 1 en 2 gelden alleen bij ‘ondernemer’ in de zin van art. 3.4, die voldoet aan ‘urencriterium’ (art. 3.6). Dit geldt niet voor 3. BV B MKB-vrijstelling (art. 3.79a) 13 13 14 Belastingdruk BV’s Tarief vpb (art. 22 Wet Vpb) 15% over de eerste € 245.000 (2021) (16,5% over eerste € 200.000 in 2020) 25 % over het meerdere BV X maakt een winst van € 300.000. Hoeveel vennootschapsbelasting is verschuldigd? 15% x 245.000 = 36.750 25% x 55.000 = 13.750 € 50.500 15 16 Holdingstructuur (gebruik deelnemingsvrijstelling vpb) Deelnemingsvrijstelling (art. 13 Vpb) • Een moedermaatschappij (BV/NV) bezit 5% of meer van de aandelen in de dochter BV (deelneming) • Alle voordelen uit hoofde van de deelneming zijn vrijgesteld è bijv. dividend en verkoopwinst (of verlies!) van de deelneming (dochter-bv) is belastingvrij 17 18 3 Belastingdruk DGA/BV in 2021 (1) Voorbeeld Winst Vpb (*) Nettowinst • Lab Holding bv bezit 5% in Fisc bv. De dochter Fisc bv keert € 100.000 dividend uit è vrijgesteld bij holding 100.000 15.000 85.000 (uitkeren als dividend) 22.865 62.135 (belastingdruk 37,865%) Ab-heffing • Lab Holding bv verkoopt aandelen met winst è winst is vrijgesteld voor vpb (deelnemingsvrijstelling). • Lab Holding bv verkoopt aandelen met verlies è verlies is niet aftrekbaar (deelnemingsvrijstelling) IB in box 2 (26,9%) Netto in handen *) -/- Vpb-tarief (2021): 25% boven een winst van € 245.000 . Het tarief bedraagt 15% tot € 245.000. Zie art. 22 Wet Vpb. 20 19 20 Winst uit onderneming – overige bronnen Belastingdruk DGA/BV (2) Winst Vpb (*) Nettowinst 400.000 75.500 324.500 Voordelen onderneming: faciliteiten (investeringsaftrek, willekeurige afschrijving, ondernemersaftrek, MKBvrijstelling, oudedagsreserve etc.) Kostenaftrek Verliescompensatie (uitkeren als dividend) Ab-heffing IB in box 2 (26,9%) Netto in handen *) -/- 87.290,50 237.209,50 (belastingdruk 40,69%) Vpb-tarief (2021): 25% boven een winst van € 245.000 . Het tarief bedraagt 15% tot € 245.000. Zie art. 22 Wet Vpb. Nadelen onderneming: Vermogenswinsten zijn belast 21 21 22 22 Afbakening bronnen van inkomen Bronvereisten Voorwaarden: Relevant is de afbakening tussen de volgende bronnen: - Winst uit onderneming - Loon Resultaat uit overige werkzaamheden (ROW) Inkomen uit sparen en beleggen (box 3) è Is er geen bron van inkomen? Dan is het voordeel in het geheel niet belast als winst uit onderneming, loon of ROW (mogelijk wel box 3) 23 23 Deelname aan het economisch verkeer Het oogmerk om voordeel te behalen (het subjectieve element) De belastingplichtige kan het voordeel ook redelijkerwijs verwachten (het objectieve element) 24 24 4 Belastbare winst uit onderneming Belastbare winst uit onderneming Artikel 3.2 Wet IB Is het gezamenlijke bedrag van de winst die de belastingplichtige als ondernemer geniet uit een of meer ondernemingen verminderd met de ondernemersaftrek Centraal staat de ondernemer èEchter: altijd eerst beoordelen of er sprake is van een onderneming èart. 3.3 bepaalt dat sommige andere winstgenieters ook winst uit onderneming genieten (let op: hiervoor gelden niet alle ondernemersfaciliteiten, wel wordt het voordeel belast in box 1) 25 25 26 26 Begrip onderneming Begrip onderneming Beoordelen aan de hand van het feitencomplex (objectieve beoordeling) Wil van de ondernemer in principe niet van belang voor vraag of er een onderneming is Wel van belang bij aanvang onderneming (hoe is onderneming georganiseerd, is redelijkerwijs een voordeel te verwachten etc.) Wat is een onderneming? Duurzame organisatie die erop is gericht met behulp van kapitaal en arbeid deel te nemen aan het maatschappelijk verkeer met het oogmerk om winst te behalen (en redelijke verwachting dat die ook behaald kan worden). 27 27 28 28 Begrip onderneming Begrip onderneming Duurzame organisatie van arbeid en kapitaal (vereiste 1) Deelname aan het maatschappelijk verkeer (vereiste 2) Productiemiddelen: gebouw, machines, auto etc. Er moet arbeid verricht worden Continuïteit, duurzaam: de intentie om er wat van te maken Niet beperkt tot een aantal vrienden en / of familieleden Er moet naar buiten toe worden getreden, je moet de markt opgaan èZelfstandig uitgeoefend beroep (art. 3.5 lid 1 Wet IB) is gelijkgesteld met onderneming. Accent ligt op persoonlijke bekwaamheid. Kapitaal is niet vereist. 29 29 30 30 5 Afbakening: winst uit onderneming versus ROW Begrip onderneming Afhankelijk van de volgende factoren is sprake van winst uit onderneming of ROW: Oogmerk om winst te behalen (vereiste 3) Duurzaamheid en omvang van de werkzaamheden Omvang van de investeringen Debiteurenrisico Ondernemingsrisico Beschikbare tijd Bekendheid naar buiten Aantal opdrachtgevers Winstverwachting Subjectief element Bedoeling om met activiteit voordeel te behalen Eis is niet heel belangrijk meer Winst ook redelijkerwijs te verwachten (vereiste 4) Objectief element Bronvereiste 31 31 32 32 Winst uit onderneming versus dienstbetrekking Voorbeelden Is sprake van winst uit onderneming of ROW? Loonbelasting en sociale verzekeringspremies moeten ingehouden worden door opdrachtgever als sprake is van een dienstbetrekking Billy verkoopt zomers een aantal dagen fruit uit zijn tuin Alex werkt in loondienst als timmerman (inkomsten € 40.000). ‘s avonds klust hij voor zichzelf bij (inkomsten € 20.000) c. Piet is docent. Tijdens de aangifteperiode vult hij 30 IBaangiften in voor particulieren d. Joke past regelmatig op de kinderen (peuters) van de mensen in haar straat. a. b. Belang afstemmen arbeidsrelatie (opdrachtgever kan hiermee proberen zekerheid krijgen). DBA (deregulering beoordeling arbeidsrelatie) 33 33 34 34 Winst uit onderneming, ROW of vermogensbeheer Begrip ‘onderneming’ Belang: winst bij vervreemding activa belast c.q. onbelast Winst uit onderneming of ROW als: – Kennelijk streven om eigen arbeidskracht c.q. capaciteiten of eigen relaties mede rendabel te maken – Zelf bouwen en/of zelf onderhoudswerk doen – Financiering met (in verhouding) veel vreemd vermogen – het hangt van de feiten af of sprake is van ROW of winst uit onderneming Een onderneming is: - een duurzame organisatie - van kapitaal en arbeid - die erop is gericht om deel te nemen aan het maatschappelijk productieproces (economische verkeer) - met het oogmerk winst te behalen Ø Afbakenen t.o.v. ROW (resultaat overige werkzaamheden), loon of box 3 Ø Soms is in het geheel geen sprake van een bron van inkomen! 35 35 36 6 Wie geniet winst uit onderneming? Definitie ‘ondernemer’ (art. 3.4) 1. Degene, voor wiens rekening een onderneming (bedrijf of beroep) gedreven wordt en die verbonden wordt voor verbintenissen van de onderneming (ondernemer) èzie art. 3.2 en art. 3.4 “Als ondernemer wordt aangemerkt de belastingplichtige voor rekening van wie een onderneming wordt gedreven en die rechtstreeks wordt verbonden (‘aansprakelijk’) voor verbintenissen betreffende die onderneming” 2. Degene, die geen ondernemer is, maar medegerechtigd is tot het vermogen van de onderneming è zie art. 3.3 37 38 Wie is ondernemer? 1. 2. 3. 4. Arie heeft een eenmanszaak Billy is maat in maatschap Carlos is vennoot in een vof Dirk is commanditaire vennoot Gevolgen definitie voor winstgenieters • Commanditaire vennoten e.d. worden niet rechtstreeks verbonden voor de verbintenissen van een onderneming: deze zijn dus geen ‘echte’ ondernemer in de zin van art. 3.4 Wet IB 2001! Ø Ø Zij vallen onder aparte groep ‘medegerechtigden’ (art. 3.3 lid 1) Zij genieten wél winst uit onderneming, maar hebben geen recht op faciliteiten waarvoor je ondernemer moet zijn 39 40 Faciliteiten voor ‘echte’ ondernemers Faciliteiten voor alle winstgenieters v fiscale oudedagsreserve (art. 3.67)* v zelfstandigen- en startersaftrek (art. 3.76)* v startersaftrek bij arbeidsongeschiktheid (art. 3.78a)* v v v v v v v verliesverrekening (3.9, 3.10 en 3.148) v kleinschaligheidsinvesteringsaftrek (3.41) willekeurig afschrijven voor starters (art. 3.34 en art. 7 UR WA)* MKB-winstvrijstelling ad 14% (art. 3.79a) meewerkaftrek (art. 3.78)* aftrek speur- en ontwikkelingswerk (art. 3.77)* energie en milieu investeringsaftrek (art. 3.42/3.42a) stakingsaftrek (art. 3.79) v landbouwvrijstelling (3.12) v kwijtscheldingsvrijstelling (3.13 lid 1 onder a) v bosbouwvrijstelling (3.11) v willekeurig afschrijving op milieu-bedrijfsmiddelen (art. 3.31) v herinvesteringsreserve (3.54) en kostenegalisatiereserve (3.53) NB. In alle gevallen met een * moet tevens aan urencriterium worden voldaan. 41 * Deze faciliteiten gelden voor alle winstgenieters (bijv. commanditaire vennoot). Tevens hoeft niet aan het urencriterium te worden voldaan. 42 7 Ondernemingsaftrek (art. 3.74) 1. 2. 3. 4. 5. Urencriterium Bepaalde ondernemersfaciliteiten gelden alleen indien aan de volgende voorwaarden is voldaan: Zelfstandigenaftrek (art. 3.76); Aftrek speur- en ontwikkelingswerk (art. 3.77) Meewerkaftrek (art. 78) Startersaftrek bij arbeidsongeschiktheid (art.3.78a) Stakingsaftrek (art. 3.79) 1. de belastingplichtige moet kunnen worden aangemerkt als ondernemer (voldoet hij aan de definitie), en; 2. voldoet hij aan het urencriterium? 43 44 Urencriterium (art. 3.6 Wet IB 2001) Een ondernemer dient voor het urencriterium: ten minste 1225 uren per kalenderjaar aan zijn onderneming te besteden; Er gelden aanvullende eisen indien: - de ondernemer tevens overige inkomsten heeft, of; - er sprake is van een ‘ongebruikelijk’ samenwerkingsverband Fiscale Oudedagsreserve (FOR) 1. 2. 3. 4. belastinguitstel door dotaties aan FOR; dotatie in 2020: 9,44% (maximaal € 9.395) ondernemingsvermogen mag door dotatie niet negatief worden; bij staking moet afrekenen over FOR (afrekening kan worden voorkomen door aankoop lijfrente) NB. FOR geldt alleen voor ondernemers die voldoen aan urencriterium !! (In 2020: dotatie 9,44%, maximaal € 9.218) 45 46 Voorbeeld FOR Bert is gestart als IB-ondernemer (eenmanszaak). Zijn winst bedraagt € 20.000. è Hij kan 9,44% x € 20.000 = € 1.888 doteren aan de FOR Let op: hij zelf kiezen of hij dit wil. Of het voordelig is, is afhankelijk van het toepasselijk IB-tarief. Zelfstandigenaftrek (3.76) 1. Er geldt een vast bedrag van € 6.670 (2021) (ongeacht hoogte winst); 2. de zelfstandigenaftrek wordt verhoogd met € 2.123 bij startende ondernemers (startersaftrek); 3. de verhoging (startersaftrek) kan gedurende de eerste vijf jaar na de start van de onderneming worden geclaimd (maximaal 3 x). NB1. De zelfstandigenaftrek geldt alleen voor ondernemers die voldoen aan urencriterium !! NB 2 De zelfstandigenaftrek bedroeg in 2020 nog € 7.030. De aftrek wordt de komende jaren verder afgebouwd. 47 48 8 MKB-winstvrijstelling (art. 3.79a) Voorbeeld zelfstandigenaftrek - Bert is gestart als IB-ondernemer (eenmanszaak). Zijn winst bedraagt € 20.000. Bedraagt 14% van winst (na ondernemingsaftrek art. 3.74 Wet IB) Bert is gestart als ondernemer. Zijn winst bedraagt € 20.000. èBert kan de zelfstandigen- en startersaftrek claimen, mits hij in dat jaar voldoet aan het urencriterium (1.225 uur). Aftrek bedraagt: € 6.670 + 2.123 = € 8.793. Winst FOR Zelfstandigenaftrek Verhoogde zelfstandigenaftrek (starter) Winst voor MKB-winstvrijstelling -/-/-/- € € € € € 20.000 1.888 6.670 2.123 9.319 Winst na MKB-winstvrijstelling: € 9.319 -/- (14% x 9.319 = 1.305) = € 8.014 49 50 Stakingswinst Winstbegrippen 1. Totale winst (gedurende loop onderneming) 2. Jaarwinst (verdeling winst over jaren) 3. Eindafrekeningswinst (stakingswinst) 1. liquidatie (art. 3.61 IB) 2. overdracht (verkoop) 3. fictieve winst (bijv. overlijden art. 3.58 IB) STAKINGSFACILITEITEN • stakingsaftrek (art. 3.79) • stakingslijfrente (art. 3.129) • geruisloze doorschuiven (art. 3.62. e.v.) 51 52 In welke gevallen geldt een doorschuiffaciliteit? Afrekenen of doorschuiven? • bij overdracht van een onderneming moet in beginsel over de stakingswinst worden afgerekend (behoudens stakingsfaciliteiten); • soms geldt een doorschuiffaciliteit: ède fiscale claim wordt in dat geval ‘doorgeschoven’ naar degene die de onderneming voortzet è deze ‘neemt’ de fiscale positie over van de overdrager (en moet dus bijv. dezelfde fiscale boekwaarden aanhouden) è hierdoor hoeft dus niet te worden afgerekend over de stakingswinst 53 • • • • Bij ‘geruisloos’ doorschuiven naar een mede-ondernemer (art. 3.63); Bij ‘geruisloze’ inbreng eenmanszaak in een BV/NV (art. 3.65) Bij ‘fictieve’ staking, zoals overlijden van de ondernemer (art. 3.62) Bij ontbinding huwelijk IB-ondernemer die in gemeenschap van goederen is gehuwd (doorschuifregeling o.g.v. art. 3.59 lid 2) • Bij staking gevolgd door starten nieuwe onderneming (art. 3.64) 54 9 Doorschuiven mede-ondernemer (art. 3.63) Alternatief: benutten lijfrenteaftrek - voor de stakingswinst kan ook aftrek premie stakingslijfrente - overnemer moet tenminste 36 maanden een samenwerkingverband hebben gevormd met de overdrager (of werknemer zijn); fiscale boekwaarden voortzetten regeling geldt slechts op verzoek - worden geclaimd (art. 3.129); voor FOR kan ook een lijfrente worden aangekocht (let op: imputatieregeling art. 3.129 lid 3!) Lijfrente kan bij verzekeringsmij. of voortzettende ondernemer (natuurlijk persoon of lichaam/bv worden bedongen; art. 3.126) daarnaast stakingsaftrek (3.630 euro, art. 3.79) NB: soms is stakingswinst hoger dan max. lijfrente, dan kan dus beter worden ‘doorgeschoven’ (indien dit mogelijk is)! 55 56 Voorbeeld doorschuiven mede-ondernemer Geruisloze inbreng in bv/nv (art. 3.65) • • Bert is 36 maanden in dienst bij bakkerij “Bas Deeg”. Hij wil de onderneming voortzetten: - dit kan ‘geruisloos’ door toepassing van art. 3.63, of - ‘ruisend’ (met afrekening) è Bas kan voor de stakingswinst en vrijval FOR wel een lijfrente bedingen o.g.v. 3.128/3.129 (+3.79) Stel Bert al 36 maanden (mede)vennoot in de bakkerij. è ook in dit geval kan worden gekozen voor de geruisloze doorschuifregeling of afrekenen! - Inbreng eenmanszaak (of aandeel personenvennootschap) in bv/nv tegen uitreiking van aandelen De vennootschap moet fiscale boekwaarden voortzetten Aandelen mogen niet binnen 3 jaar worden vervreemd Regeling geldt slechts op verzoek 57 58 Firmaproblematiek Voorkomen afrekening: • 1. voorbehoud aanwezige goodwill en stille reserve 2. creëren buitenvennootschappelijk ondernemingsvermogen 3. ‘afrekenen buiten firmabalans’ om ‘ingroeiregeling’ nieuwe firmant m.b.t. winst 4. soms kan ook art. 3.63 Wet IB bij aangaan samenwerkingsverband worden toegepast (alleen indien ‘toetreder’ 36 mnd. of langer in dienst is bij de eenmanszaak van de overdragende ondernemer) 5. Afrekening kan ook worden voorkomen door het bedingen van een lijfrente ex art. 3.128/3.129 Wet IB voor de stakingswinst en vrijval FOR Het aangaan van vof/maatschap/cv leidt tot staking van het gedeelte van de onderneming dat wordt overgedragen (bijv. 50%/50% vof) q Hans heeft sinds 2010 een consultancybedrijf. In 2020 gaat hij een maatschap aan met Piet. Piet wordt voor 50% gerechtigd tot de winst (en stille reserves). Wat zijn de fiscale gevolgen? Ø Uitwerking: Hans ‘staakt’ zijn onderneming voor 50%. Hij moet hierdoor afrekening over de ‘meerwaarde’ (goodwill en stille reserves) en de fiscale reserves van zijn onderneming. V 59 60 10 Tariefmaatregel grondslagverminderende posten Grondslagverminderende posten Aftrekbare kosten eigen woning Ondernemersaftrek (zelfstandigenaftrek, de aftrek voor S&O, de meewerkaftrek, de startersaftrek bij arbeidsongeschiktheid en de stakingsaftrek) de MKB-winstvrijstelling persoonsgebonden aftrek (giften, alimentatie, zorgkosten, weekenduitgaven gehandicapten) de terbeschikkingstellingsvrijstelling Ontwikkeling beperken aftrektarief 2018 t/m 2023 Jaar 2018 2019 2020 2021 2022 2023 Tarief aftrekbare kosten eigen woning 49,5% 49,0% 46,0% 43,0% 40,0% 37,05% Tarief andere grondslag verminderende posten 51,9% 51,75% 46,0% 43,0% 40,0% 37,05% mr. J. Beers 61 61 mr. J. Beers 62 62 Grondslagverminderende posten (2) Belastingplichtigen met een inkomen dat - vóór toepassing van deze aftrekposten - meer dan € 68.507 (start 2e schijf) bedraagt, ondervinden hierdoor minder voordeel van deze aftrekposten. Techniek in aangifte: het verschil in tarief wordt ‘bijgeplust’’voor zover de aftrekpost in de hoogste schijf valt. Zie art. 2.10 lid 4 Wet IB 2001 mr. J. Beers 63 63 11