Uploaded by Maarten Van Daalen

Nieuw Nederlands 7e editie 4hv Antwoorden Hfdst 1

advertisement
lOMoARcPSD|45806174
NN7-4h-antwoorden-hfdst-1
Nederlands (Willem de Zwijger College)
Scannen om te openen op Studeersnel
Studeersnel wordt niet gesponsord of ondersteund door een hogeschool of universiteit
Gedownload door Maarten Van Daalen (maartenvandaalen056@gmail.com)
lOMoARcPSD|45806174
Nieuw Nederlands 7e editie – 4 hv Antwoorden
Nieuw Nederlands
e
7 editie
Antwoorden
4 hv
1 Meer dan lezen
© Noordhoff Uitgevers, 2023
Gedownload door Maarten Van Daalen (maartenvandaalen056@gmail.com)
1
lOMoARcPSD|45806174
Nieuw Nederlands 7e editie – 4 hv Antwoorden
© Noordhoff Uitgevers, 2023
Gedownload door Maarten Van Daalen (maartenvandaalen056@gmail.com)
2
lOMoARcPSD|45806174
Nieuw Nederlands 7e editie – 4 hv Antwoorden
Inhoud
Inhoudsopgave Nieuw Nederlands 4 hv
1 Meer dan lezen...........................................................................................................5
§ 2 Uiteenzetting, betoog en beschouwing...............................................................5
§ 3 Interview..............................................................................................................8
§ 4 Stappenplan Lezen............................................................................................10
§ 5 Schematische afbeeldingen..............................................................................18
§ 6 Actief lezen........................................................................................................23
§ 7 Teksten vergelijken............................................................................................31
© Noordhoff Uitgevers, 2023
Gedownload door Maarten Van Daalen (maartenvandaalen056@gmail.com)
3
lOMoARcPSD|45806174
Nieuw Nederlands 7e editie – 4 hv Antwoorden
Inhoud
© Noordhoff Uitgevers, 2023
Gedownload door Maarten Van Daalen (maartenvandaalen056@gmail.com)
4
lOMoARcPSD|45806174
Nieuw Nederlands 7e editie – 4 hv Antwoorden
1 Meer dan lezen - § 2 Uiteenzetting, betoog en beschouwing
1 Meer dan lezen
§ 2 Uiteenzetting, betoog en beschouwing
Opdracht 1
1 bijbaantjes (van scholieren/studenten)
2 Eigen antwoord.
Opdracht 2
de wereld ligt aan je voeten (al. 1) –
uitkomst (al. 1)
–
taboe (al. 3)
–
aard (al. 6)
–
ingehouden (al. 7)
–
kanttekening (al. 8)
–
alle mogelijkheden liggen voor je open
goede oplossing
niet toegestaan; onbespreekbaar
soort; type
niet uitbetaald
opmerking
Opdracht 3
1 B het tekstonderwerp noemen
2 B De tekst bevat vooral veel uitleg over het onderwerp.
3 Eigen antwoord, bijvoorbeeld de complete alinea’s 3, 4 en 5:
[3] In feite mag je als 16-jarige bijna alle werkzaamheden doen, maar naar school gaan staat
voorop, zeker als je nog geen startkwalificatie hebt, zoals een havodiploma. Het werk mag je
dus niet tegenhouden om naar school te gaan. Verder mag je werk niet te gevaarlijk zijn. Je
mag bijvoorbeeld niet werken met giftige, ziekmakende of schadelijke stoffen of apparaten.
Een lawaaiige omgeving is eveneens taboe: zelfs als je gehoorbeschermers draagt, mag het
geluidsniveau op je werkplaats de grens van 85 decibel niet bereiken.
[4] Er zijn ook risicovolle werkzaamheden die je wel mag uitvoeren, maar dan alleen onder
deskundig toezicht, bijvoorbeeld werken met artikelen die kunnen ontploffen, of werken in
een omgeving waar gevaar voor instorting bestaat.
[5] Als jongere mag je gemiddeld 40 uur per week werken, met per dienst een maximum van
9 uur. De tijd die je op school bent, telt ook mee als arbeidstijd. Je mag niet werken tussen
23.00 en 06.00 uur, tenzij je iets bij defensie, in de binnenvaart of in een bakkerij doet.
Verder heb je recht op extra rusttijden, bijvoorbeeld een kwartier ín en ná een werkperiode
van 4,5 uur in plaats van alleen een half uur erna.
4 D Wie 16 is en een bijbaantje wil, kan kiezen uit allerlei mogelijkheden, maar daarbij
gelden er wel regels die te maken hebben met de aard van het werk en het salaris.
5 tekstdoel = informeren
tekstsoort = uiteenzetting
Opdracht 4
staat buiten kijf (al. 1)
an sich (al. 2)
representatief (al. 3)
sowieso (al. 4)
discipline (al. 4)
gerelateerd (al. 7)
significant (al. 8)
carrière (al. 9)
intellectuele (al. 10)
profijt (al. 10)
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
is onomstreden; wordt niet betwijfeld
op zichzelf
geschikt om te vertegenwoordigen
in ieder geval
gehoorzaamheid aan voorschriften en bevelen
verbonden
betekenisvol; veelbetekenend
loopbaan; het werk dat je doet
verstandelijke
voordeel
Opdracht 5
1 C tot nadenken aanzetten
2 C In de tekst geven diverse deskundigen of betrokkenen hun visie op het onderwerp.
3 Eigen antwoord, bijvoorbeeld:
© Noordhoff Uitgevers, 2023
Gedownload door Maarten Van Daalen (maartenvandaalen056@gmail.com)
5
lOMoARcPSD|45806174
Nieuw Nederlands 7e editie – 4 hv Antwoorden
1 Meer dan lezen - § 2 Uiteenzetting, betoog en beschouwing
• in alinea 2: ‘Een dag heeft maar 24 uur, dus het vermoeden bestond dat de bijbaan zou
leiden tot slechtere schoolprestaties’, zegt Maarten Wolbers, hoogleraar onderzoek van
onderwijs aan de Radboud Universiteit in Nijmegen.
• in alinea 4: Een mbo-opleiding in Amersfoort schrijft op de schoolwebsite dat een voordeel
van een bijbaantje is dat het een prima opstap kan zijn naar een toekomstige baan.
• in alinea 8: De onderzoekers [van de Belgische Universiteit Gent] konden geen enkel
significant positief of negatief effect vinden op het vermelden van een vakantie- of bijbaantje
in het cv.
• in alinea 9: Als het aan UvA-hoogleraar Accounting Jan Bouwens ligt, hebben studenten helemaal
geen bijbaantjes en gebruiken ze al hun tijd om zich op hun studie te richten.
4 D Over het antwoord op de vraag of een bijbaan belangrijk kan zijn voor je opleiding en
latere carrière zijn de meningen verdeeld.
5 tekstdoel = opiniëren
tekstsoort = beschouwing
Opdracht 6
onlangs (al. 1)
met name (al. 1)
stellig (al. 3)
kennelijk (al. 4)
drie vliegen in één klap slaan (al. 6)
prikkels (al. 6)
– kort geleden
– vooral; voornamelijk
– zeker; beslist
– blijkbaar
– meer voordelen tegelijk halen
– aanmoedigingen; stimulansen
Opdracht 7
1 A de mening van de auteur weergeven
2 A De auteur van de tekst neemt een standpunt in over het onderwerp.
3 Eigen antwoord, bijvoorbeeld:
• in alinea 2: Wat zou het goed zijn wanneer leerlingen niet meer werken voor een baas,
maar zich uitsluitend richten op het werken voor een mooi cijfer op school. De verleiding van
geld verdienen is moeilijk te weerstaan. Daarom is het beter wanneer we onze leerlingen
beschermen en bijbanen voor scholieren verbieden. In plaats daarvan zouden we leerlingen
vanaf 16 jaar een inkomen kunnen geven, gebaseerd op hun schoolprestaties. Centen voor
cijfers dus.
• in alinea 7: In de Verenigde Staten wordt op scholen betaald voor schoolprestaties. Het
wordt tijd om dit in Nederland ook te gaan uitproberen.
4 Scholieren moeten hun bijbaan opgeven en in plaats van werk beloond worden voor
school.
5 tekstdoel = overtuigen
tekstsoort = betoog
Opdracht 8
ongeacht
–
mijden
–
lucratiever
–
toeslagen
–
optie
–
intercedenten –
hanteren
–
zonder rekening te houden met
ontwijken; uit de weg gaan
meer de moeite waard; lonender
extra loon
mogelijkheid
bemiddelaars tussen uitzendkrachten en werkgevers
toepassen
Opdracht 9
1 Ja, want de tekst bevat veel informatie, voornamelijk feiten.
2 Nee, want er staat nergens een mening die onderbouwd wordt met argumenten.
3 Ja, want de tekst bevat voor- en nadelen van een aantal bijbaantjes, op grond waarvan de
lezer zich een mening kan vormen / een keuze kan maken.
© Noordhoff Uitgevers, 2023
Gedownload door Maarten Van Daalen (maartenvandaalen056@gmail.com)
6
lOMoARcPSD|45806174
Nieuw Nederlands 7e editie – 4 hv Antwoorden
1 Meer dan lezen - § 2 Uiteenzetting, betoog en beschouwing
4 B Er zijn goedbetaalde en minder goedbetaalde vakantiebaantjes en aan elk baantje zitten
voor- en nadelen.
5 A informeren en opiniëren
6 C een uiteenzetting en een beschouwing
Opdracht 10
Eigen uitwerking.
Opdracht 11
Eigen uitwerking.
Opdracht 12
Eigen uitwerking.
© Noordhoff Uitgevers, 2023
Gedownload door Maarten Van Daalen (maartenvandaalen056@gmail.com)
7
lOMoARcPSD|45806174
Nieuw Nederlands 7e editie – 4 hv Antwoorden
1 Meer dan lezen - § 3 Interview
§ 3 Interview
Opdracht 1
geestelijk vader (al. 2)
decennia (al. 2)
medio (al. 2)
gedateerd (al. 2)
abdij (al. 7)
signeersessie(al. 7)
ons ei kwijt kunnen (al. 8)
doorgaans (al. 9)
vette knipoog (al. 9)
nostalgie (al. 10)
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
bedenker
tientallen jaren
midden
ouderwets
gebouw waar monniken of nonnen wonen en werken; klooster
bijeenkomst waarbij de schrijver het boek signeert
doen wat wij graag willen doen
over het algemeen
ironische verwijzing
heimwee naar vroeger
Opdracht 2
1 De geïnterviewde is Peter van Dongen, een Nederlandse striptekenaar.
2 De aanleiding om hem te interviewen is het verschijnen van De laatste zwaardvis, de
nieuwste Blake en Mortimer. Peter van Dongen is een van de twee tekenaars van dat album.
3 Teun Berserik en Peter van Dongen hebben allebei een helft van de 62 pagina’s gemaakt.
Ze hebben hun eigen helft helemaal alleen getekend.
4 Met recreëren bedoelt Peter van Dongen dat hij een al bestaande creatie verder uitwerkt
aan de hand van een scenario van iemand anders. Met creëren bedoelt hij dat hij dat
scenario moet tekenen en oplossingen voor bepaalde problemen moet bedenken.
5 Asterix en Lucky Luke gaan wel een beetje met hun tijd mee, Blake en Mortimer niet.
6 Men dacht dat vrouwen in strips de jonge jongens zouden opwinden en dat wilde men niet.
7 Eigen antwoord, bijvoorbeeld:
- Op welke manier werken jullie samen?
- Wat is daar apart aan?
- Hoe populair is de reeks Blake en Mortimer?
- Is het niet vreemd dat er nauwelijks vrouwen in Blake en Mortimer voorkomen?
- Hoe komt het dat er nauwelijks vrouwen in Blake en Mortimer voorkomen?
8 Eigen antwoord, bijvoorbeeld:
- de oplage van de nieuwe Blake en Mortimer
- de geschiedenis van Blake en Mortimer
- met de tijd meegaan (of niet)
Opdracht 3
1 deelname aan songfestival (al. 1-6)
zenuwen/angsten (al. 7-9)
(belang van) publiek (al. 10-12)
vakantie (al. 13-14)
2 Eigen uitwerking.
Opdracht 4
1–
2
Wie is de geïnterviewde?
Koen Caris, jong, debutant, toneelschrijver, veel prijzen
Wat is de aanleiding voor het interview?
debuutroman Stenen eten, lovende kritieken
Waarover gaat Koen Caris’ debuut?
mysterythriller, dorp met zelfmoorgolf onder jongeren, hoofdpersoon: met zichzelf in het reine
komen
© Noordhoff Uitgevers, 2023
Gedownload door Maarten Van Daalen (maartenvandaalen056@gmail.com)
8
lOMoARcPSD|45806174
Nieuw Nederlands 7e editie – 4 hv Antwoorden
1 Meer dan lezen - § 3 Interview
Waarom is de toneelschrijver Koen Caris een roman gaan schrijven?
- als toneelschrijver: vooral in opdracht van regisseurs en gezelschappen = andermans
verhaal
- dit verhaal: begon in achterhoofd te broeien, wilde dat niet uit handen geven, voor zichzelf
houden  roman
Wat zijn de verschillen tussen een roman schrijven en schrijven voor toneel?
toneel: alleen de buitenkant – binnenwereld: door handelingen of gesproken tekst – je bent
medemaker, werkt veel samen
roman: ruimte om die binnenwereld te beschrijven – je schrijft in relatieve eenzaamheid
Waardoor was het manuscript in eerste instantie veel te dik?
eindelijk binnenwereld beschrijven  veel te veel: alle bijvoeglijke naamwoorden, nog een
beschrijving, nog een beeld
Hoe werd het manuscript uiteindelijk veel korter?
strenge, gevreesde redacteur: Sander Blom – 90.000  60.000 woorden
Waarom wil Koen Caris geen poëzie schrijven?
te moeilijk, kan niet zo scherp schrijven
Wat hoopt Koen Caris in de toekomst te gaan doen?
combinatie schrijven voor toneel + schrijven van romans – eventueel film
bezig met idee voor tweede roman
3 Eigen uitwerking.
Opdracht 5
Eigen uitwerking.
© Noordhoff Uitgevers, 2023
Gedownload door Maarten Van Daalen (maartenvandaalen056@gmail.com)
9
lOMoARcPSD|45806174
Nieuw Nederlands 7e editie – 4 hv Antwoorden
1 Meer dan lezen - § 4 Stappenplan Lezen
§ 4 Stappenplan Lezen
Opdracht 1
–
Opdracht 2
1 Het onderwerp is: milieubelasting door bezorging van online bestellingen en manieren om
die belasting terug te dringen.
Zie de grijze markeringen in de uitwerking (onder de antwoorden) in de titel en in alinea 1.
2 Eigen antwoord – Waarschijnlijk bestellen jij en je huisgenoten ook weleens wat online,
neem je weleens pakketjes in ontvangst of zie je bezorgbusjes door de straat rijden.
3 Eigen antwoord, bijvoorbeeld:
Hoe erg wordt het milieu dan belast? Kun je rekening houden met het milieu bij het plaatsen
van bestellingen? En wat voor stappen moet je dan nemen?
4 De inleiding bestaat uit alinea 1: daarin wordt het onderwerp geïntroduceerd.
Zie in de uitwerking de streep tussen alinea 1 en 2.
5 Het slot bestaat uit alinea 11: je herkent het aan ‘Kortom’.
Zie in de uitwerking de streep tussen alinea 11 en 12.
6 Het middenstuk bestaat uit twee delen: het eerste deel (al. 2 en 3) gaat over de
problematische gevolgen van de grote hoeveelheden bestelde en bezorgde pakketjes
(belasting van het milieu); het tweede deel (al. 4 t/m 10) gaat over oplossingen om de
problematische gevolgen te verkleinen. Alleen de oplossingen worden aangekondigd in een
structurerende zin: de eerste zin van alinea 4.
Elk deel is verdeeld in deelonderwerpen: zie de dunne strepen tussen de alinea’s die elk bij
een ander deelonderwerp horen.
7 Ja, de tekst geeft inderdaad aan hoe erg het milieu wordt belast en hoe je rekening kunt
houden met het milieu bij het plaatsen van online bestellingen.
8
logistiek (al. 2)
– alles wat nodig is om een goederenstroom goed te laten
verlopen, zoals organisatie, planning en uitvoering
branche (al. 2)
– bedrijfstak; groep van bedrijven die ongeveer dezelfde
(deel)producten maken/verkopen
impact (al. 3)
– effect(en); gevolg(en)
efficiënter (al. 4)
– doelmatiger; geschikter voor het doel
binnen afzienbare termijn (al. 5) – binnenkort; over niet al te lange tijd
subiet (al. 5)
– onmiddellijk
desgevraagd (al. 6)
– toen ernaar geïnformeerd werd
relatief (al. 7)
– nogal; tamelijk
gereduceerd (al. 8)
– verminderd; tot lager/minder teruggebracht
nuanceert (al. 9)
– licht toe (met oog voor de verschillende kanten van een
vraagstuk)
in de regel (al. 10)
– meestal; over het algemeen
9 Zie de gele markeringen in de uitwerking.
De kernzinnen van alinea 8 en 10 moet je zelf formuleren op basis van de geel gemarkeerde
zinnen/zinsgedeelten:
- alinea 8: Teruggestuurde producten waarvan de doos beschadigd is of helemaal ontbreekt,
kunnen trouwens niet altijd meer verkocht worden.
- alinea 10: Kleine artikelen kunnen we beter niet online kopen, maar grote pakketten thuis
laten bezorgen is voor het milieu zo slecht nog niet.
10 Signaalwoorden voor verbanden tussen alinea’s: Zie de blauw gemarkeerde woorden in
de uitwerking.
11 Zie de cursieve kopjes in de linkermarge bij alinea 2, 3, 4, 6, 7 en 9.
12 Woorden die de functie van (een deel van) een alinea aanduiden, staan niet in de tekst.
13 Alinea’s of delen ervan die kunnen worden aangeduid met een functiewoord: zie de nietcursieve aanduidingen in de linkermarge.
© Noordhoff Uitgevers, 2023
Gedownload door Maarten Van Daalen (maartenvandaalen056@gmail.com)
10
lOMoARcPSD|45806174
Nieuw Nederlands 7e editie – 4 hv Antwoorden
1 Meer dan lezen - § 4 Stappenplan Lezen
14 Woorden die een belangrijk verband tussen (delen van) zinnen aangeven: zie de groen
gemarkeerde woorden.
15 C probleem-oplossingsstructuur – Je kunt dat zien aan de functiewoorden in de
linkermarge. De oplossingen zorgen overigens niet voor de verdwijning van het probleem.
Het wordt wel kleiner.
16 De hoofdgedachte is de kernzin van alinea 11.
17 Het (belangrijkste) tekstdoel is informeren.
18 De tekstsoort is uiteenzetting.
Online pakketjes bestellen: zo doe je het
milieuvriendelijk
probleemstelling
Veel
CO2uitstoot
gevolg
Veel
afval
gevolg
Bezorgadres
oplossing
nuancering
[1] Ieder jaar doen we meer aankopen op het internet. In
2020 bereikte de Nederlandse online koopdrift een
hoogtepunt met 335 miljoen bestellingen. Dat zijn dagelijks
honderdduizenden pakketjes die naar onze voordeuren
worden gebracht. Hoe belastend voor het milieu is dat?
[2] Kijk je puur naar de milieuvervuiling door
rondscheurende busjes, dan stoot de zogenaamde ecommercelogistiek jaarlijks 252.000 ton CO2 uit, zo blijkt uit
een onderzoek uit 2018 uitgevoerd in opdracht van
brancheorganisatie Topsector Logistiek. Dat staat gelijk aan
de jaarlijkse uitstoot van zo’n 28 duizend Nederlanders,
zeg: de gemeente Culemborg. En dan zijn
supermarktbezorgers nog niet meegerekend. Overigens
blaast een bedrijf als Tata Steel in een week eenzelfde
hoeveelheid kooldioxide de lucht in.
[3] Naast de uitstoot is er een ander vervelend gevolg voor
het milieu. Het aantal pakketjes dat we thuis laten
bezorgen, groeit alleen maar en dat belast de wereld met
veel afval: verpakkingsmateriaal en onverkoopbare
retourneringen.
[4] Gelukkig kun je met vrij eenvoudige stappen de klimaatimpact
van je bestellingen flink terugdringen.
Om te beginnen kun je je bestelling het best laten bezorgen
bij een afhaalpunt in de buurt, in plaats van bij je eigen
voordeur. Dat kan in theorie tot een flinke vermindering van
de CO2-uitstoot leiden. Het bestelbusje hoeft immers langs
minder deuren te gaan en kan daardoor efficiëntere routes
rijden.
[5] Die logica gaat wel pas op wanneer we daadwerkelijk veel
minder aan huis laten bezorgen. Wanneer we minstens de helft
van onze pakketjes bij een afhaalpunt laten afleveren, dan daalt
de uitstoot van bestelbusjes met 17 procent, berekende TNO –
toch de uitstoot van bijna 5.000 Culemborgers. Er zijn nog grote
stappen te zetten: in 2020 werd slechts 6 procent van alle
© Noordhoff Uitgevers, 2023
Gedownload door Maarten Van Daalen (maartenvandaalen056@gmail.com)
11
lOMoARcPSD|45806174
Nieuw Nederlands 7e editie – 4 hv Antwoorden
1 Meer dan lezen - § 4 Stappenplan Lezen
pakketjes bij een afhaalpunt bezorgd. De Autoriteit Consument
en Markt (ACM) moedigt daarom aan dat er in zulke punten
wordt geïnvesteerd. PostNL is daar al flink mee bezig. Zo wil het
postbedrijf binnen afzienbare termijn 1.500 extra onbemande
pakketpunten geplaatst hebben. Belangrijk is overigens wel dat je
je pakketje lopend of met de fiets ophaalt, anders verdampt je
duurzaamheidsvoordeel subiet.
[6] Verder moet je spoedbestellingen vermijden als het
even kan, tipt Ellen de Lange, beleidsadviseur op het
gebied
van duurzaamheid bij platform Thuiswinkel.org. Bij zo’n
oplossing
spoedbestelling moet er speciaal voor jou een busje de weg
op. Daardoor wordt er veel meer CO2 uitgestoten dan
wanneer
je bestelling mee kan met de pakketjes van de volgende
dag. Overigens zijn we als het om spoedbestellingen gaat
al goed bezig: PostNL laat desgevraagd weten dat slechts
0,5 procent
van de bezorgingen om een haastklus gaat.
Spoedbestellingen
[7] Je moet ook niet al te makkelijk pakketjes terugsturen. In
Nederland is retourneren relatief eenvoudig en bovendien
vaak gratis. Daardoor zijn we Europees koploper
oplossing terugsturen. Vorig jaar ging het om maar liefst 23 miljoen
bestellingen. Dat waren dus allemaal pakketjes die een
zinloos rondje door de distributieketen hebben gemaakt om
uiteindelijk weer uit te komen bij de webshop – per pakketje
goed voor in ieder geval
230 gram CO2-uitstoot. Dat betekent dat je van de uitstoot
van onze retourneringen met een gemiddelde benzineauto
3000
keer van Amsterdam naar Beijing kunt rijden.
[8] Teruggestuurde producten kunnen trouwens niet altijd
meer verkocht worden, legt Achraf Aoulad uit, een van de
oprichters van 2dekansje.com. Op dit online platform
worden voor een gereduceerd tarief retourproducten van
webshops aangeboden die winkels zelf niet meer verkocht
krijgen. ‘Dat gaat vaak
om producten waarvan de doos beschadigd is of helemaal
ontbreekt.’ Consumenten denken vaak dat zo’n
beschadigde doos niet uitmaakt, aldus Aoulad. ’Ze denken
dat webshops
in hun magazijn nog tien lege dozen ter vervanging hebben
liggen. Maar zo werkt het niet. Zo‘n product zonder of met
een beschadigde verpakking kan moeilijk opnieuw in de
verkoop worden gedaan.’ Behandel een bestelling daarom
altijd alsof je die wilt retourneren, adviseert Aoulad. ‘Maak
de verpakking
op een normale wijze open, zodat die in ieder geval weer
netjes dichtgeplakt kan worden.’
Retourneren
© Noordhoff Uitgevers, 2023
Gedownload door Maarten Van Daalen (maartenvandaalen056@gmail.com)
12
lOMoARcPSD|45806174
Nieuw Nederlands 7e editie – 4 hv Antwoorden
1 Meer dan lezen - § 4 Stappenplan Lezen
[9] Tot slot: het is handig per aankoop te bekijken wat
duurzamer is: online of in de winkel. Online shoppen is
namelijk niet altijd vervuilender dan aankopen doen bij een
fysieke winkel, nuanceert duurzaamheidsexpert De Lange.
oplossing
‘Op de fiets naar de winkel is meestal duurzamer dan online
bestellen. Daar staat echter tegenover dat één bestelbusje
dat langs honderd adressen gaat, milieuvriendelijker is dan
honderd mensen die met de auto naar de winkel rijden.’
[10] In de regel geldt dus: kleine artikelen die we normaal
gesproken in de buurt zou kopen – bij de drogisterij
bijvoorbeeld – kunnen we beter niet online kopen. Maar dat
we steeds vaker grote pakketten thuis laten bezorgen, in
plaats van allemaal zelf met de auto op en neer te gaan, dat
is voor het milieu zo slecht nog niet.
Afweging
per
aankoop
conclusie
+ samenvatting
[11] Kortom, het is helemaal niet zo moeilijk om rekening te
houden met het milieu als je online pakketjes bestelt. Als je
ze laat bezorgen bij een afhaalpunt, geen
spoedbestellingen plaatst en de bestelde artikelen niet te
makkelijk terugstuurt, ben je al goed bezig. En als je ook
altijd per aankoop bekijkt wat duurzamer is: online kopen of
in een winkel, is het helemaal mooi.
Naar: Devi Smits, volkskrant.nl
Opdracht 3
1
standpunt: Met het oog op de belasting voor het milieu kun je je bestelde
pakketjes beter laten bezorgen bij een afhaalpunt in de buurt.
Ó
argument: Dat kan in theorie tot een flinke vermindering van de CO2-uitstoot
leiden.
Ó
subargument: Het bestelbusje kan efficiëntere routes rijden.
Ó
subargument: Het bestelbusje hoeft langs minder deuren te gaan.
2 Ze gebruikt die woorden hier omdat bezorgen bij een afhaalpunt alleen CO2-uitstoot
bespaart als we minstens de helft van onze pakketjes daar laten bezorgen én als we die
pakketjes lopend of op de fiets ophalen.
3 wat het in de praktijk voor het milieu betekent als we 23 miljoen pakketjes à 230 gram CO2uitstoot retourneren
4 in het geval dat honderd mensen iets laten bezorgen door hetzelfde busje in plaats van
allemaal naar een winkel te rijden
5 Eigen antwoord.
6 Eigen antwoord.
Opdracht 4
1 Eigen antwoord. Zie voorbeelduitwerking hieronder.
© Noordhoff Uitgevers, 2023
Gedownload door Maarten Van Daalen (maartenvandaalen056@gmail.com)
13
lOMoARcPSD|45806174
Nieuw Nederlands 7e editie – 4 hv Antwoorden
1 Meer dan lezen - § 4 Stappenplan Lezen
Zelf te formuleren kernzinnen:
- alinea 1: Mijn handschrift is behoorlijk slecht en als ik meer dan tien regels met een pen op
papier krabbel, krijg ik kramp in mijn hand.
- alinea 2: Hoe erg zou het zijn als onze handschriften door al het getyp op computers en
telefoons naar de haaien gaan?
- alinea 6: Je kunt beter aantekeningen met de hand maken dan op je laptop, want daardoor
onthoud je ze beter.
- alinea 7: Dat geldt ook voor letters die je leert: wie letters leert op de computer, herkent ze
daarna minder goed dan als je ze met een pen hebt geschreven.
Slijtend schrift
[1] Mijn handschrift is behoorlijk slecht. Het is een mengelmoes
van losse en aan elkaar geschreven letters. Mijn a’s lijken
verdacht veel op u’s. Vooral als ik snel aantekeningen maak, is
mijn schrijven bijna onleesbaar. Ik moet aantekeningen daarom
diezelfde dag nog zien uit te werken, want de volgende dag kan ik
er geen chocola meer van maken. Als ik meer dan tien regels met
een pen op papier krabbel, krijg ik kramp in mijn hand.
[2] Dat is allemaal niet zo gek natuurlijk. Immers, wanneer
schrijf ik nog iets met pen en papier? Mijn stukken voor Quest
typ ik op de computer, net als e-mails. Korte berichtjes typ ik
op mijn telefoon. Het enige schrijven dat ik wel met de hand
doe, is aantekeningen maken, ansichtkaarten volkrabbelen
en zo nu en dan een ouderwetse brief naar mijn vader sturen.
Ook kinderen schrijven steeds meer op de computer. Worden hun
handschriften ook steeds onleesbaarder? Zullen onze
handschriften door al dat getyp naar de haaien gaan? En hoe erg
zou dat dan eigenlijk zijn, als we toch computers hebben om mee
te schrijven?
Fijne
motoriek
[3] Of ons handschrift echt verloedert, is lastig te zeggen,
want daar bestaan geen harde cijfers over. Wat in elk geval
wel geldt, is dat je schrijfmotoriek achteruitgaat als je de
pen niet zo vaak meer hanteert. Dat ervaar ik zelf ook.
‘Oefening baart kunst’, verklaart Sabrine van Everdingen. Ze
is handschriftdocent aan de Katholieke Pabo in Zwolle en lid
van
het Platform Handschriftontwikkeling. Van Everdingen: ‘Die
schrijfbewegingen zitten in je motorisch geheugen
opgeslagen.
Ze moeten echter wel worden onderhouden door te oefenen.’
[4] Hoe erg zou het zijn als je dat niet doet? vraag ik mij af.
Ik kan toch typen? Helaas lijkt het erop dat niet alleen de
schrijfmotoriek, maar ook andere fijnmotorische
vaardigheden verslechteren naarmate je minder vaak schrijft,
zo zagen onderzoekers van de TU Dortmund (Duitsland) in
2011. Ze
lieten twee groepen volwassenen een aantal motorische
testjes doen, waaronder het met een pen volgen van een lijn
zonder
af te wijken. De eerste groep van twaalf mensen gebruikte in
© Noordhoff Uitgevers, 2023
Gedownload door Maarten Van Daalen (maartenvandaalen056@gmail.com)
14
lOMoARcPSD|45806174
Nieuw Nederlands 7e editie – 4 hv Antwoorden
1 Meer dan lezen - § 4 Stappenplan Lezen
het dagelijks leven vooral de computer om te schrijven. De
acht personen in de tweede groep gebruikten juist amper een
computer, maar vooral pen en papier. Het lijntje volgen bleek
voor de computermensen veel lastiger. Ze deden langer over
de taak en maakten meer fouten dan de penschrijvers. Als
zoiets eenvoudigs al lastiger wordt als je weinig met de pen
schrijft, worden andere taken die fijne motoriek vereisen
vermoedelijk
ook lastiger, zoals een randje netjes kitten of een draadje
door
een naald doen.
Kwaliteit
teksten
[5] Er valt misschien best mee te leven dat we motorisch wat
minder sterk worden, maar er is meer aan de hand. Wát je
schrijft, is namelijk ook van mindere kwaliteit als je typt in
plaats van de pen hanteert. Zo blijkt uit onderzoek van de
Michigan
State University (VS) uit 2004 dat getypte essays inhoudelijk
minder goed worden beoordeeld dan handgeschreven
exemplaren. Dat heeft er waarschijnlijk mee te maken dat
je langzamer schrijft dan dat je typt. Langzamer aan een
tekst werken zorgt voor een betere tekst. Dat merkten ook
onderzoekers van de Canadese University of Waterloo in
2016.
Zij lieten ervaren typers met twee handen een tekst tikken, of
met één. Uiteraard ging dat laatste een stuk langzamer, maar
de teksten die met één hand waren getypt, werden wel beter
beoordeeld. De onderzoekers vermoeden dat langzamer
werken ervoor zorgt dat je meer tijd hebt om naar de juiste
woorden
te zoeken. Dat resulteert in een grotere woordvariatie en een
fijnere tekst. Speciaal om die reden heb ik de eerste versie
van dit verhaal met de hand geschreven (met één hand
typen had ook gekund). Dit zou dus een van mijn fraaiere
verhalen moeten zijn.
Leren en
onthouden
[6] Schrijven is op nog meer terreinen te prefereren boven
typen. In 2014 ontdekten onderzoekers van de Princeton
University
(VS) dat je in bijvoorbeeld een collegezaal beter
aantekeningen met de hand kunt maken dan op je laptop.
Dat zorgt er namelijk voor dat je de inhoud van het college
beter onthoudt, zodat
je die zowel een half uur na het college als een week later
nog steeds weet. De onderzoekers denken dat dit komt
doordat
typen sneller gaat. Wie typt, neemt vaak vrij gedachteloos en
letterlijk over wat er verteld wordt. Maar wie de pen gebruikt,
heeft domweg geen tijd om álles op te schrijven. Dat dwingt
je om de informatie alvast in je hersenen te verwerken. Van
Everdingen: ‘Het samenvatten dwingt je om de hoofdzaken
van bijzaken te onderscheiden en alles in je eigen woorden
op te schrijven.’
© Noordhoff Uitgevers, 2023
Gedownload door Maarten Van Daalen (maartenvandaalen056@gmail.com)
15
lOMoARcPSD|45806174
Nieuw Nederlands 7e editie – 4 hv Antwoorden
1 Meer dan lezen - § 4 Stappenplan Lezen
[7] Wat voor aantekeningen maken geldt, gaat ook op voor
de letters die je leert. Onderzoekers van de Université Paul
Sabatier
in Frankrijk leerden volwassenen nieuwe, niet-bestaande
letters door ze die te laten schrijven met de hand, óf door ze
die te laten indrukken op een toetsenbord. Wie de letters had
geleerd op de computer, herkende ze daarna minder goed
dan wie ze met een pen had geschreven. De Franse
wetenschappers herhaalden dit met kinderen die nog
helemaal niet konden lezen en schrijven.
Bij hen gebeurde exact hetzelfde: de schrijvende kinderen
onthielden de letters beter. Dit komt doordat hun brein niet
alleen de letter opslaat, maar ook de beweging die erbij
hoort.
Als je schrijft, wordt je hersengebied actief dat betrokken is
bij motorische handelingen. Normaal licht dit gebied óók op
in het deel van het brein dat actief is als je leest. Maar dit
gebeurde uitsluitend bij de ‘schrijfkinderen’. Bij kinderen die
de letters slechts van plaatjes kenden, lichtte het ‘leesgebied’
niet op.
[8] Blijkbaar is leren lezen iets anders dan alleen de vorm
van
de letters herkennen. De Amerikaanse onderzoekers denken
daarom dat kinderen het best leren lezen als ze karakters
leren met behulp van een pen. Dat zorgt er volgens de
wetenschappers namelijk voor dat ze dezelfde letter steeds
in verschillende vormen zien. Kinderen schrijven een nieuwe
letter niet in één keer exact hetzelfde als het voorbeeld. Deze
variatie maakt dat ze de letters beter herkennen en sneller en
makkelijker kunnen lezen.
[9] Leren lezen en schrijven door te typen lijkt dus niet de
beste methode, maar of het echt ernstige nadelen heeft
als we nooit leren een pen te hanteren, staat niet vast. Het
is bovendien lastig te onderzoeken. Iedereen leert op de
basisschool immers nog steeds met een pen schrijven, aldus
handschriftdocent van Everdingen. ‘Handschriften zijn dan
ook voorlopig nog niet uitgestorven, hoewel ik wel constateer
dat
ze steeds slechter worden.’ Dat komt volgens haar doordat
het handschriftonderwijs achteruit hobbelt. ‘Leraren denken
soms
dat kinderen schrijfvaardigheid niet meer nodig hebben,
omdat
ze toch alleen maar met een tablet, laptop of computer in de
weer zijn. Kunnen schrijven is echter geen doel op zich. Die
docenten vergeten de positieve bijeffecten ervan.‘
Naar: Elly Posthumus, Quest
mengelmoes (al. 1)
– ongeregelde troep; geheel van zaken
waartussen geen verband bestaat
kan er geen chocola van maken (al. 1) – begrijp er niets van
naar de haaien gaan (al. 2)
– verdwijnen; verloren gaan
verloedert (al. 3)
– langzaam steeds slechter of lelijker wordt
© Noordhoff Uitgevers, 2023
Gedownload door Maarten Van Daalen (maartenvandaalen056@gmail.com)
16
lOMoARcPSD|45806174
Nieuw Nederlands 7e editie – 4 hv Antwoorden
1 Meer dan lezen - § 4 Stappenplan Lezen
motoriek (al. 3)
Oefening baart kunst. (al. 3)
naarmate (al. 4)
amper (al. 4)
kitten (al. 4)
te prefereren boven (al. 6)
karakters (al. 8)
–
–
–
–
–
beweeglijkheid van het lichaam
Door te trainen word je ergens goed in.
in dezelfde verhouding; gelijk opgaand met
bijna nooit; nauwelijks
iets dichtmaken met kit (een lijmachtige dikke
vloeistof)
– een betere keus dan (prefereren = verkiezen;
liever willen)
– letters; geschreven tekens
2
1 met de hand schrijven
2 uit alinea 1 en 2
3 Zie onder de tekst in de uitwerking van het stappenplan.
4 bij alinea 5
5 bij alinea 6
6 door onderzoeksresultaten als bewijs te geven
© Noordhoff Uitgevers, 2023
Gedownload door Maarten Van Daalen (maartenvandaalen056@gmail.com)
17
lOMoARcPSD|45806174
Nieuw Nederlands 7e editie – 4 hv Antwoorden
1 Meer dan lezen - § 4 Stappenplan Lezen
7
A1
Je ziet een
nieuwe letter
op een plaatje.
B1
f Je schrijft een
nieuwe letter
op.
à
à
A2
c Je brein slaat
de nieuwe letter
op.
B2
b Je brein slaat
niet alleen de
letter op, maar
ook de
beweging die bij
het schrijven
van de nieuwe
letter hoort in
het
hersengebied
dat betrokken is
bij motorische
handelingen.
A3
e Je onthoudt
de nieuwe letter
redelijk goed.
à
à
B3
a Het
hersengebied
dat betrokken is
bij motorische
handelingen,
licht op als je de
nieuwe letter
leest.
à
B4
Je onthoudt de
nieuwe letter
heel goed.
8 Leraren denken soms dat kinderen schrijfvaardigheid niet meer nodig hebben omdat ze
toch alleen maar met een tablet, laptop of computer in de weer zijn. Daarbij vergeten ze dat
met de hand schrijven ook gunstige bijeffecten heeft. (37 woorden)
9 Nee, want alinea 9 bevat weliswaar een conclusie, maar voegt ook nieuwe informatie toe
en dat is niet gebruikelijk in een afrondende alinea.
10 Twee van de volgende:
- argumenterend verband: want (al. 1), Immers (al. 2), namelijk (al. 5)
- opsommend verband: Ook (al. 2), nog meer (al. 6), bovendien (al. 9)
- tegenstellend verband: echter (al. 3), maar (al. 4), hoewel (al. 9)
11 vraag-antwoordstructuur
12 B Of niet met de hand schrijven ernstige nadelen heeft, is onbekend, maar met de hand
schrijven is goed voor je fijne motoriek, helpt bij het onthouden en leidt tot betere teksten.
13 informeren, want de auteur wil de lezen ergens van op de hoogte brengen
14 uiteenzetting, want de tekst bevat veel uitleg in de vorm van onderzoeksresultaten met
toelichting
3–
4–
© Noordhoff Uitgevers, 2023
Gedownload door Maarten Van Daalen (maartenvandaalen056@gmail.com)
18
lOMoARcPSD|45806174
Nieuw Nederlands 7e editie – 4 hv Antwoorden
1 Meer dan lezen - § 5 Schematische afbeeldingen
§ 5 Schematische afbeeldingen
Opdracht 1
1 Eigen antwoord.
2 bij alinea 1
3 [3] Zelf vindt hij het niet verstandig om elektrische fietsen te verkopen aan jongeren onder
de zestien. ‘Het gaat om een flink bedrag natuurlijk. We willen dat mensen er zeker van zijn
voordat ze dat geld uitgeven.’ Hij denkt ook dat jongeren roekelozer kunnen zijn in het
verkeer. ‘We horen weinig over ongelukken, maar het is toch altijd goed als er bij het kopen
ouders bij zijn. Anders vind ik het niet slim om een elektrische fiets mee te geven.’
4 dat mensen, dus ook jongeren, soms dure aankopen doen zonder goed na te denken of ze
die wel nodig hebben
5 Eigen antwoord.
6 [4] Volgens hoogleraar transportbeleid Bert van Wee is het niet gek dat jongeren op
elektrische fietsen vaker betrokken zijn geweest bij verkeersongelukken. ‘De fiets is al
gevaarlijker dan de auto. De elektrische fiets is nóg gevaarlijker’, legt hij uit. ‘Jongeren
kunnen minder goed snelheid inschatten. Bovendien zijn ze vaak competitief, dus willen ze
sneller zijn dan hun vrienden.’
7 in de categorieën 85-89 en 90+
8 Mensen in die leeftijdscategorieën fietsen niet zo vaak meer en al helemaal niet op een
elektrische fiets.
9 B extra informatie bij de tekst geven
10 Wielrijders op fietstypen waarop een hoge snelheid gehaald kan worden, zoals de
elektrische fiets, de mountainbike, de racefiets, de bromfiets en de snorfiets – dus eigenlijk
alles behalve de gewone fiets. Door die hoge snelheid kunnen de fietsers minder goed
reageren op bijvoorbeeld kuilen, palen of andere weggebruikers en als het dan misgaat, is
de klap vele malen harder dan bij een gewone fiets (zie alinea 5).
11
probleem
Het is onveilig voor fietsers.
oplossing 1
De verkeersveiligheid moet verbeterd worden.
• manier 1 Voorlichting en campagnes moeten jongeren bewust maken van de
gevaren en van het belang van een helm.
• manier 2 Er moeten minder paaltjes op de weg staan.
• manier 3 De maximumsnelheid voor auto’s in de bebouwde moet terug naar
bijvoorbeeld 30 km/u.
oplossing 2
De maximumsnelheid van elektrische fietsen moet verlaagd
worden.
• nadeel
Een lange afstand fietsen wordt minder interessant, waardoor
mensen toch met de auto gaan en dat is weer niet goed voor de
gezondheid.
12
negatief standpunt: Er moet geen helmplicht komen voor snelle fietsers.
argument: Met een helm op mis je het gevoel van vrijheid dat je ervaart als je fietst met je
haar in de wind.
positief standpunt: Er moet wel een helmplicht komen voor snelle fietsers.
argument: Door een helmplicht lopen fietsers minder kans op zwaar letsel bij een ongeluk. /
Door een helmplicht worden veel medische kosten, verdriet en ellende voorkomen.
13
- ontkrachting van het argument bij het negatieve standpunt:
Het gevoel van vrijheid is lang niet zo belangrijk als het voorkomen van zwaar letsel bij een
ongeluk.
- ontkrachting van het positieve standpunt:
Met de helmplicht pak je de werkelijke oorzaak voor de vele ongelukken met snelle fietsen
niet aan.
© Noordhoff Uitgevers, 2023
Gedownload door Maarten Van Daalen (maartenvandaalen056@gmail.com)
19
lOMoARcPSD|45806174
Nieuw Nederlands 7e editie – 4 hv Antwoorden
1 Meer dan lezen - § 5 Schematische afbeeldingen
Opdracht 2
1 Eigen antwoord.
2 extra informatie bij de tekst geven – In de tekst wordt wel gezegd dat er een Schijf van Vijf
is, waarin staat uit welke groepen voedingsmiddelen je elke dag moet eten, maar het wordt
niet duidelijk welke voedingsmiddelen dat zijn. In de afbeelding worden deze wel genoemd
en het onderschrift bij de afbeelding geeft ook aan welke belangrijke voedingsstoffen er in de
genoemde voedingsmiddelen zitten.
3 De Schijf van Vijf laat zien uit welke vijf groepen voedingsmiddelen je elke dag moet eten. Het
onderschrift geeft aan welke voedingsstoffen er in die groepen voedingsmiddelen zitten (zoals
vitaminen, mineralen en eiwitten). De afbeelding over voedingsstoffen geeft aan waarom die
voedingsstoffen nodig zijn voor je lichaam: om je energie te geven (brandstoffen), om je botten en
spieren sterk te houden (bouwstoffen) en om je lichaam te beschermen (beschermende stoffen).
4 - brandstoffen, want hij krijgt geen/minder koolhydraten binnen
- bouwstoffen, want hij krijgt geen/minder mineralen en eiwitten binnen
- beschermende stoffen, want hij krijgt geen/minder vezels en vitamine B-complex binnen
5 vitamine C
6 Iemand die geen vitamine C binnenkrijgt, krijgt last van verminderde weerstand,
gewichtsverlies, vermoeidheid, gewrichtsklachten, slechte wondgenezing en problemen met
de opbouw van bindweefsel. Kortom: hij krijgt een zwakker en vermoeider lichaam, waardoor
hij sneller ziek kan worden.
7 Ze vallen elk maar onder één voedingsstof.
8 De auteur van de tekst, want zij zegt dat vezels goed zijn voor je darmen (Bob zegt van niet). Uit de
afbeelding over voedingsstoffen blijkt inderdaad dat vezels tot de beschermende voedingsstoffen
behoren.
9 Eigen antwoord.
Opdracht 3
1 - Als het de voedingsstoffen bevat die je nodig hebt om te functioneren. (al. 3)
- Als het voldoende calorieën bevat (niet te veel en niet te weinig). (al. 4)
- Als het veilig is, dus vrij van de listeriabacterie en vrij van bederf. (al. 5)
2 Er gaat energie je lichaam in (door voeding) en er gaat energie je lichaam uit (door
activiteiten). Als je over langere tijd net zoveel energie binnenkrijgt als je verbruikt, dan kom
je niet aan. Dat noem je de energiebalans.
3 Veel hypediëten zijn niets nieuws; ze worden alleen anders gepresenteerd.
4 - Kennis ontwikkelt zich (we weten nu meer dan vroeger).
- Elke onderzoeker heeft zijn eigen vakgebied: als iets op zíj́ n vakgebied goed is, hoeft dat
op een ander gebied niet zo te zijn, maar het ‘goede’ nieuws verschijnt wel meteen op een
nieuwssite.
- Mensen zijn gevoeliger voor ‘geinig’ nieuw onderzoek dan voor verstandige richtlijnen.
5 Eigen antwoord, bijvoorbeeld:
- Quinoa is een superfood, want het bevat veel vezels en verschillende vitamimen (B2 en E)
en mineralen (magnesium, ijzer, zink en koper). Ook is het een goede bron van
antioxidanten.
Hier kun je het volgende tegenin brengen:
Hoewel quinoa in vergelijking met andere granen een aantal voordelen heeft (een hoog
eiwitgehalte en een goede eiwitkwaliteit, die te vergelijken is met vlees of ei), is dit voor de
meeste mensen geen pluspunt, want gemiddeld gezien nemen we al te veel eiwitten op via
de voeding. Voor vegetariërs en veganisten, die wel moeten letten op de inname van
eiwitten, is quinoa een goede vleesvervanger. De status van superfood is dus overdreven.
- Chocolade is goed voor de gezondheid: het heeft een gunstig effect op hart- en bloedvaten.
Hier kun je het volgende tegenin brengen:
Hoewel uit sommige onderzoeken blijkt dat er inderdaad een klein positief effect is, kun je
toch beter niet te veel chocolade eten. Deze lekkernij bevat namelijk ook veel verzadigd vet
en calorieën. Chocolade staat niet in de Schijf van Vijf.
© Noordhoff Uitgevers, 2023
Gedownload door Maarten Van Daalen (maartenvandaalen056@gmail.com)
20
lOMoARcPSD|45806174
Nieuw Nederlands 7e editie – 4 hv Antwoorden
1 Meer dan lezen - § 5 Schematische afbeeldingen
6 Bij gezondheidshypes worden bepaalde voedingsmiddelen voorgespiegeld als
wondermiddelen. Mensen zijn geneigd in de magische werking van zulke middelen te
geloven omdat het de makkelijkste weg is.
7 In de uitdrukking ‘voer voor verwarring’ wordt ‘voer’ figuurlijk gebruikt en betekent het iets
als ‘gebeurtenissen, handelingen, uitingen’ waardoor verwarring ontstaat. Het grappige bij de
titel van tekst 2 is dat de verwarring letterlijk door voer (voeding/voedsel) ontstaat.
8 Ja, want ‘hapklare’ betekent hier eigenlijk ‘makkelijk te begrijpen’, maar het gebruik van het
woord in combinatie met de Schijf van Vijf (die over voedsel gaat) heeft een grappig effect.
9 Nee, want ‘lacht’ is neutraler. In ‘gniffelt’ zit iets stiekems (volgens Van Dale), waarmee
bedoeld wordt dat het een beetje de betekenis van ‘uitlachen’ krijgt.
Opdracht 4
aangesproken (al. 4) –
gaven niet thuis (al. 4) –
veganist (al. 4)
–
fossiele (al. 5)
–
atmosfeer (al. 5)
–
sceptici (al. 5)
–
bulkproducten (al. 7) –
retailers (al. 7)
–
afbreuk doet (al. 8)
–
cruciaal (al. 9)
–
ter verantwoording geroepen
reageerden niet
iemand die geen dierlijke producten eet of gebruikt
uit plantaardige of dierlijke resten bestaande
luchtlaag om de aarde
twijfelaars
artikelen die in grote hoeveelheden verhandeld worden
verkopers
schade toebrengt
van doorslaggevende betekenis
Opdracht 4
1
links: Negatieve impact van koeien op het klimaat:
auto’s: CO2 – koolstofdioxide – CO2  alinea 1
koeien: CH4 – methaan – CH4  alinea 1
Veeteelt veroorzaakt ‘van bodem tot bord’ 30% van alle uitstoot van broeikasgassen
wereldwijd.  alinea 2
Alle herkauwers (runderen, geiten en schapen) zorgen voor evenveel uitstoot van
broeikasgassen als alle auto’s op de hele wereld.  In de tekst wordt de uitstoot alleen aan
koeien toegeschreven.
Een groot deel van de uitstoot is methaan (CH4), afkomstig uit onder andere de scheten van
koeien. Methaan wordt gevormd in een van de vier magen van de koe en is een heel
krachtig broeikasgas.  alinea 1 en 5
Gemeten over een periode van honderd jaar houdt methaan 34 keer zoveel warmte vast als
CO2.  alinea 5
rechts: Zo verminderen we de impact van koeien op het klimaat:
Inkrimping van de veestapel
50% minder rundvlees (goed voor bomen/groen)  alinea 7
80% minder dierlijke eiwitten zoals vlees en zuivel consumeren.  alinea 4
Wat er daarnaast moet gebeuren voor een klimaatneutrale veehouderij:
 Meer duurzame energie (stal met zonnepanelen) / compensatie via windmolens  komt
niet expliciet in de tekst voor; er wordt wel gesproken over klimaatneutraal boeren in
alinea 7
© Noordhoff Uitgevers, 2023
Gedownload door Maarten Van Daalen (maartenvandaalen056@gmail.com)
21
lOMoARcPSD|45806174
Nieuw Nederlands 7e editie – 4 hv Antwoorden
1 Meer dan lezen - § 5 Schematische afbeeldingen



Meer biologische veehouderij  alinea 8
Goed bodembeheer / natuurinclusieve landbouw  alinea 8/9
Lokaal vervoer (vrachtauto met lupine, waarschijnlijk bestemd als veevoer)  komt niet
expliciet in de tekst voor
2 Nee, tenminste niet expliciet, maar:
- dat er meer duurzame energie / compensatie via windmolens moet komen zou je kunnen
afleiden uit de formulering dat er meer gedaan moet worden aan klimaatneutraal boeren
(alinea 7);
- dat er meer lokaal vervoer (bijv. van veevoer) moet komen, kun je afleiden uit de bijdrage
die transport (ook scheep- en luchtvaart, dus (inter)nationaal transport) levert aan de uitstoot
van broeikasgassen (alinea 2).
Verder blijkt uit de infographic dat de industrie ook vervuilende stoffen uitstoot (zie de
schoorsteen met de zwarte rookwolk bij de auto in de buurt), maar daar wordt in de tekst
niets over gezegd.
3 Ja, want de tekstjes en de afbeeldingen op de infographic zijn goed te begrijpen.
4 in één oogopslag laten zien wat de hoofdzaken van de tekst zijn
Opdracht 5
Opdracht 6
Eigen antwoord, bijvoorbeeld:
1 Aan een van de oevers van de Schelde, bij Colijnsplaat op het eiland Noord-Beveland in de
provincie Zeeland, stonden in de derde eeuw een tempel en wat bijgebouwen die te maken
hadden met de verering van Nehalennia. Het tempelcomplex was in de Romeinse tijd
gebouwd op een zandige oeverafzetting. De Schelde was in die tijd nog niet erg breed en
ook nog niet erg diep. De zandige afzetting lag op de oevers, maar ook op de bodem.
Door oevererosie, waarbij het zand wegspoelde, verdween de zandige afzetting echter
langzamerhand helemaal, zodat het tempelcomplex in de vierde eeuw uiteindelijk in de
steeds breder wordende Schelde zakte. Daar bleven de brokstukken eeuwenlang op de
bodem liggen, op een laag andere afzettingen, deels bedekt door een laag jong zeezand.
© Noordhoff Uitgevers, 2023
Gedownload door Maarten Van Daalen (maartenvandaalen056@gmail.com)
22
lOMoARcPSD|45806174
Nieuw Nederlands 7e editie – 4 hv Antwoorden
1 Meer dan lezen - § 5 Schematische afbeeldingen
In 1970 vond een visser delen van de tempel in zijn netten, terwijl hij in de zogenaamde
Schaar van Colijnsplaat aan het vissen was. Zowel in 1970 als in 1971 werden er flink wat
resten van de tempel en de inhoud ervan opgevist. (169 woorden)
2 Nehalennia was in de tweede en derde eeuw na Christus een beschermgodin van reizigers
en handelaren. Het is niet bekend of ze een Keltische of een Germaanse godin was of dat ze
uit een nog oudere traditie stamt.
Opdracht 7
1 De markeringen in de tekst:
[1] Slecht zijn met namen – veel mensen verontschuldigen zich ervoor. Maar waarom is het
moeilijker om namen te onthouden dan andere woorden?
[2] Steeds als we iets nieuws leren, ontstaan nieuwe verbindingen tussen hersencellen. De
hoeveelheid hangt af van de soort informatie. Ervaringen en beelden zorgen voor veel meer
hersenactiviteit dan woorden. Bovendien worden nieuwe verbindingen ook gekoppeld aan
eerdere ervaringen of herinneringen die daarmee te maken hebben.
[3] Op hersenscans is te zien dat bij het leren van een naam nog minder verbindingen
worden gemaakt dan bij het leren van andere woorden, legt Boris Konrad uit,
neurowetenschapper aan de Radboud Universiteit in Nijmegen. ‘Een naam is een woord dat
vaak niet eens een betekenis heeft.’ Dat maakt bijvoorbeeld ook het leren van buitenlandse
namen lastig. Konrad: ‘De naam ‘Kowalski’, een veel voorkomende naam in Polen, betekent
‘smid’. Als je dat weet omdat je Pools praat, is dat makkelijker dan wanneer je dat niet doet.’
[4] Namen betekenen niet alleen niets, ze zeggen ook niets over (een eigenschap van) de
persoon in kwestie. Daarnaast heeft een naam geen synoniem, zoals er wel meerdere
woorden zijn voor ‘winkel’ (boetiek, firma, handel, zaak) die je in plaats daarvan kunt
gebruiken als je even niet meer op ‘winkel’ kunt komen. Ook bestaan (volledige) namen uit
meerdere woorden. Met een beetje pech zit je zo op drie woorden die niets betekenen maar
die je toch, in volgorde, moet onthouden.
[5] Gelukkig zijn er genoeg trucjes om namen beter te onthouden. Konrad is behalve
onderzoeker ook geheugentrainer en wint regelmatig grote wedstrijden. Zijn systeem (hij
spreekt liever niet van ezelsbruggetjes) werkt als volgt. ‘Ik kijk eerst of ik iemand anders ken
met de naam waar het om gaat. Dan denk ik gewoon aan die bekende, waardoor ik de naam
van de nieuwe persoon makkelijker onthoud. Ken ik niemand met die voor- en/of
achternaam, dan ga ik met de lettergrepen van die naam spelen en probeer ik er een
verhaaltje van te maken. Bij ‘Kowalski’ denk ik dan aan iemand met een koffertje, met daarin
een kleine walvis. Het is totaal niet realistisch, maar het helpt me wel die naam te
onthouden.’
2
Het oorzaak-gevolgschema:
Namen hebben geen betekenis /
Ò Namen zorgen
bestaan uit meerdere woorden
We zijn slecht
zonder betekenis.
voor weinig
Ò in het
verbindingen in
onthouden van
Ò onze hersenen
Namen zeggen niets over
(nieuwe)
(minder dan
(eigenschappen van) een persoon.
beelden en
namen.
ervaringen).
Ò
Namen hebben geen synoniemen.
3–
Opdracht 8
Eigen uitwerking.
© Noordhoff Uitgevers, 2023
Gedownload door Maarten Van Daalen (maartenvandaalen056@gmail.com)
23
lOMoARcPSD|45806174
Nieuw Nederlands 7e editie – 4 hv Antwoorden
1 Meer dan lezen - § 6 Actief lezen
§ 6 Actief lezen
Opdracht 1
op kunnen tegen (al. 1)
transformeren (al. 6)
oproepen (al. 6)
afzondering (al. 7)
bepleiters (al. 8)
afzetten tegen (al. 8)
suggereren (al. 9)
essentieels (al. 11)
–
–
–
–
–
–
–
–
kunnen winnen van
omvormen
laten verschijnen
situatie waarin je alleen bent, zonder anderen
voorvechters; voorstanders
negatief uitlaten over; afwijzen
in de verbeelding laten ontstaan
zeer belangrijks
Opdracht 2
1 Eigen antwoord, bijvoorbeeld:
De tekst gaat waarschijnlijk over het verschil tussen lezen en Netflixkijken, waarbij Netflix niet
heel erg negatief uit die vergelijking naar voren komt.
2 Hij heeft het waarschijnlijk over leeftijdscategorieën boven de 60, want hij is zelf
waarschijnlijk al gepensioneerd (uit de bron blijkt dat hij oud-docent is) en hij heeft het over
‘wij’.
3 (1) dat lezen vroeger bijna de enige mogelijkheid bood om (op het moment dat jij dat wilde)
kennis te maken met een andere wereld dan die van jezelf; (2) dat lezen niet voor iedereen
ontspannend is.
4 Hij vergelijkt boeken/literatuur lezen met fietsen op eigen kracht en films/series kijken met
fietsen op een e-bike.
5 Eigen keuze, bijvoorbeeld:
A Het is een goede vergelijking, want films/series kijken kost inderdaad minder inspanning
dan boeken/literatuur lezen.
B Het is een slechte vergelijking, want ouderen die op een e-bike fietsen, kunnen vaak niet
meer goed op eigen kracht fietsen, maar jongeren die films/series kijken, kunnen – als ze
willen – echt wel genoeg inspanning leveren om een boek/literatuur te lezen.
6/7/8 - overeenkomsten: zie de gele markeringen
- lezen: zie de blauwe markeringen
- series/films kijken: zie de groene markeringen
Stimuleer het lezen, maar negeer Netflix niet
[1] Er wordt tegenwoordig veel geschreven en gepraat over de neerwaartse spiraal van het
lezen, met name van literatuur, door de jongere generaties. De belangrijkste oorzaak
daarvan zou zijn dat boeken niet op kunnen tegen het beeldscherm en de krachten van
Google, Apple Twitter, YouTube en Facebook. Daarbij horen ook Netflix, Videoland en HBO.
Die bieden met name de jongere generaties verhalen die veel makkelijker te consumeren
zijn dan wanneer zij zelf een verhaal moeten lezen.
[2] Ik denk dat wij als oudere generaties te veel van onze eigen (lees)ervaringen uitgaan en
vergeten dat wij lazen in een tijd dat boeken lezen bijna de enige mogelijkheid was om
kennis te maken met een andere wereld dan die van onszelf. Natuurlijk bestonden er films
en was er de tv, maar daarvan konden we alleen op bepaalde momenten genieten. Boeken
waren altijd beschikbaar.
[3] Wij ouderen vonden en vinden lezen niet inspannend, eerder ontspannend. Maar
vergeten we daarbij niet dat de leesinspanning door jongeren anders wordt ervaren dan door
ons? Ook jongeren houden van verhalen, maar ze kunnen kiezen uit twee aanbieders: het
verhaal in boekvorm en het Netflixverhaal.
[4] Ter vergelijking: toen de e-bike nog niet bestond, was fietsen op eigen kracht normaal.
Het was de enige mogelijkheid om je per fiets te verplaatsen. De tijden veranderen en voor
veel ouderen lijkt gewoon fietsen al snel een te zware inspanning geworden. Gelukkig is er
de e-bike, die ervoor zorgt dat ze minder hoeven te trappen.
© Noordhoff Uitgevers, 2023
Gedownload door Maarten Van Daalen (maartenvandaalen056@gmail.com)
24
lOMoARcPSD|45806174
Nieuw Nederlands 7e editie – 4 hv Antwoorden
1 Meer dan lezen - § 6 Actief lezen
[5] Sinds mensen thuis op de bank een bioscoop hebben, komen jongeren al vroeg tot de
ontdekking dat naar een verhaal kijken minder energie kost dan een verhaal lezen. En gelijk
hebben ze.
[6] Lezen vraagt nogal wat inspanning van de lezer: geconcentreerde aandacht en het
transformeren van een wereld in woorden tot een verhaal. Je moet het verhaal zelf oproepen
in je hoofd. Dat lukt alleen als je niet te moe bent. Zodra de concentratie wegvalt, stopt het
verhaal. Een Netflixaflevering gaat er heel wat gemakkelijker in. Een verhaal in beelden
ontrolt zich vanzelf, zelfs als je moe bent. Ook ik ervaar dat verschil als hartstochtelijk lezer
en Netflixkijker.
[7] Lezen vraagt om afzondering. Het is – wat klinkt dat vervelend – letterlijk een ‘asociale’
bezigheid. Lezen doe je in je eentje; een ander mag je niet storen. Het lukt vaak alleen in alle
rust en stilte. Kom daar eens om in deze tijd. Netflixen kun je ook met z’n tweeën, gezellig
‘bingewatchen’, ondertussen al of niet ervaringen met elkaar delend.
[8] Misschien moeten we als bepleiters van het lezen ons niet afzetten tegen dat kijken naar
verhalen, maar jongeren het verschil laten ervaren tussen het lezen en kijken. Wat heeft dat
‘lastige’ lezen meer te bieden dan kijken?
[9] Lezen biedt nog altijd mogelijkheden die beeldverhalen missen: door te lezen kun je je
verplaatsen in de voor het oog verborgen wereld van gedachten en gevoelens van anderen.
Netflix en andere beelddragers kunnen schitterend het handelen van personages
vastleggen. Maar wat personages denken en voelen, kunnen ze alleen suggereren.
[10] Alleen de roman biedt de mogelijkheid je echt te verplaatsen in de hoofden van anderen,
hun gedachten en diepste gevoelens te leren kennen. Dat maakt lezen nog altijd uniek en
waardevol. Alle reden dus om het literatuuronderwijs te stimuleren.
[11] Maar dan is het wel zaak je niet af te zetten tegen Netflixkijken. Betrek het kijken naar
verhalen veel meer bij het lezen van verhalen. Vergelijkend kijken en lezen levert mogelijk op
dat jongeren tijdens het literatuuronderwijs ontdekken dat het lezen van een verhaal nog
altijd iets essentieels biedt wat Netflix mist.
Naar: John Louws, volkskrant.nl
John Louws is oud-docent Nederlands.
9
kenmerkend voor
kenmerkend voor lezen
film/serie kijken
• vraagt inspanning: je moet het
verhaal zelf oproepen in je hoofdgemeen• vraagt geen/weinig inspanning:
beeld ontrolt zich vanzelf
schappelijk
• lukt alleen als je niet te moe bent
con• lukt ook als je moe bent
• vraagt om afzondering
sumptie
• kan samen met anderen
• vraagt om rust en stilte
van een
• biedt kennis van wat anderen verhaal • biedt mogelijkheid om te
praten/ervaringen te delen
denken en voelen
• biedt alleen suggestie van wat
personages denken en voelen
10 D Verdedigers van lezen moeten kijken naar verhalen niet afwijzen, maar ze moeten de
kijkers het verschil laten ervaren tussen lezen en kijken.
11 overtuigen
© Noordhoff Uitgevers, 2023
Gedownload door Maarten Van Daalen (maartenvandaalen056@gmail.com)
25
lOMoARcPSD|45806174
Nieuw Nederlands 7e editie – 4 hv Antwoorden
1 Meer dan lezen - § 6 Actief lezen
12 Eigen antwoord.
Opdracht 3
dominant (al. 3)
bedenkingen (al. 6)
status (al. 7)
op dezelfde golflengte zitten (al. 7)
niettemin (al. 8)
beduidend (al. 8)
repertoire (al. 14)
hilarische (al. 14)
veroorlooft zich (al. 15)
reputatie (al. 15)
–
–
–
–
–
–
–
–
–
–
overheersend
bezwaren
sociale positie
hetzelfde denken over bepaalde zaken
toch; desondanks
zo dat je het niet kunt negeren
alle nummers van een artiest
erg grappige
staat zichzelf toe; geeft zichzelf toestemming
goede naam
Opdracht 4
1 Eigen antwoorden.
2 Eigen antwoorden.
3 Eigen antwoorden.
4 over de verklaring en het nut van het verschijnsel dat mannen moppen vertellen en dat
vrouwen om die moppen lachen
5 (1) Humor kan je aantrekkelijk maken.
(2) Humor kan je status verhogen.
(3) Door humor kun je uitvinden of anderen hetzelfde denken over bepaalde zaken als jij.
6 Ze heeft bedenkingen bij de conclusie dat alleen mannen met humor intelligent zijn en dat
vrouwen dan ook beter een grappige man kunnen uitkiezen als ze iemand willen die op
verantwoorde wijze met eventuele kinderen zal omgaan.
7 Zie de gele markeringen in de tekst hieronder.
8 Zie de groene markeringen in de tekst hieronder.
[8] Niettemin vinden vrouwen gevoel voor humor bij een man wel belangrijk. Andersom geldt
dat veel minder sterk. Onderzoekers van de University of Maryland (VS) analyseerden in
1996 bijna 4000 contactadvertenties. Vrouwen gaven beduidend vaker aan dan mannen dat
ze iemand zochten die hen aan het lachen kon maken.
[9] Zelf brachten de vrouwen hun grappigheid veel minder vaak naar voren als sterk punt.
Mannen deden dat wel. Zij noemden hun gevoel voor humor veel vaker dan dat ze er bij
vrouwen om vroegen. Het lijkt er dus op dat mannen er niet eens van uitgaan dat vrouwen
ook grappig kunnen zijn. Iets vergelijkbaars bleek toen psychologen van de Mcmaster
University (Canada) in 2006 proefpersonen foto’s van mannen en vrouwen lieten zien met
een grappige of een neutrale karakterschets erbij. De vrouwelijke proefpersonen hadden een
voorkeur voor mannen met grappige teksten, de mannelijke proefpersonen maakte het
helemaal niets uit.
[10] En dan was er ook nog een onderzoek van de Western University (Canada) uit 2016
waarbij proefpersonen in gedachten moesten kiezen tussen een partner die je humor
waardeert maar zelf niet erg grappig is, of een grappige partner die niet zo is geïnteresseerd
in jouw humor. Wat bleek? Meer vrouwen dan mannen wilden een grappige partner, terwijl
mannen een voorkeur hadden voor vrouwen die om hun grapjes lachen. En zo kunnen we
nog wel even doorgaan.
[11] Maar hoe komt het dat mannen het grappend vermogen van vrouwen niet erg hoog
inschatten? Veel onderzoekers denken dat vrouwen van oudsher simpelweg minder kans
hebben gekregen om zich in gezelschap met humor te uiten. Niemand zat te wachten op
vrouwen die de aandacht op zich vestigden. Onder beide seksen werd het lange tijd als een
belangrijke deugd gezien dat vrouwen zich bescheiden opstelden in de schaduw van hun
man. En door het vertellen van een grap plaats je jezelf nadrukkelijk op de voorgrond.
[12] Vrouwen houden in het algemeen ook niet van ‘luidruchtige’ humor: grove en
seksistische grappen en gevatte opmerkingen ten koste van anderen, iets waar veel mannen
© Noordhoff Uitgevers, 2023
Gedownload door Maarten Van Daalen (maartenvandaalen056@gmail.com)
26
lOMoARcPSD|45806174
Nieuw Nederlands 7e editie – 4 hv Antwoorden
1 Meer dan lezen - § 6 Actief lezen
juist van smullen. Humor gebruiken om je eigen status te verhogen is ook niks voor vrouwen,
bleek onder meer uit onderzoek van de Northwestern University (VS) uit 2000. De
onderzoekers analyseerden gesprekken in achttien vriendengroepen in Nieuw-Zeeland. Veel
meer dan mannen bleken vrouwen humor te gebruiken om onderlinge banden te
verstevigen.
[13] Leuke woordgrappen kunnen vrouwen wel waarderen, zo werd in 2001 duidelijk uit
onderzoek aan de University of Hertfordshire (Engeland). Duizenden moppen werden bij die
gelegenheid beoordeeld door mensen uit de hele wereld. Er kwamen grote verschillen in de
waardering van humor aan het licht, zowel tussen nationaliteiten als tussen de seksen. Op
choquerende grappen zaten vrouwen niet te wachten, bleek ook hier.
[14] Die zaten dan ook niet in het repertoire van de eerste vrouwelijke komieken die zich op
het podium waagden, vertelt Kuipers. ‘Zij zochten het vooral in zelfspot. Dan maak je jezelf
niet zo groot en haal je de scherpe randjes eraf. Dat is niet zo bedreigend voor mannen.’ En
dan is er nog de vorm van de grap: vrouwen hebben niet zoveel met een grap die eindigt met
een clou of punchline. Ze vertellen liever een grappige anekdote die niet per se een
hilarische slotzin heeft. Een volwassen vrouw die met smaak (en met succes) een schuine
mop vertelt? Wie dat heeft meegemaakt, was getuige van een relatief zeldzame gebeurtenis.
9
vrouwen en humor
 Vrouwen vinden gevoel voor humor bij
een man belangrijk. (al. 8)
 Vrouwen willen een grappige partner.
(al. 10)
 Vrouwen brengen hun grappigheid niet
vaak naar voren als sterk punt. (al. 9)
 Vrouwen houden niet van grove en
seksistische grappen en gevatte
opmerkingen ten koste van anderen. (al.
12)
 Vrouwen gebruiken humor niet om hun
eigen status te verhogen. (al. 12) /
Vrouwen (vrouwelijke komieken) zoeken
het vooral in zelfspot (al. 14)
 Vrouwen gebruiken humor vaak om
onderlinge banden te verstevigen. (al.
12)
 Vrouwen houden van woordgrappen.
(al. 13)
 Vrouwen hebben niet zoveel met een
grap die eindigt in een climax. Ze
vertellen liever een grappige anekdote.
(al. 14)
 Vrouwen vertellen nooit met smaak (en
met succes) een schuine mop. (al. 14)
mannen en humor
 Mannen vinden gevoel voor humor bij
een vrouw niet belangrijk. (al. 8)
 Mannen willen een partner die om hun
grapjes lacht. (al. 10)
 Mannen brengen hun grappigheid wel
vaak naar voren als sterk punt. (al. 9)
 Mannen houden wel van grove en
seksistische grappen en gevatte
opmerkingen ten koste van anderen. (al.
12)
 Mannen gebruiken humor wel om hun
eigen status te verhogen. (al. 12)
 Mannen gebruiken humor niet zo vaak
om onderlinge banden te verstevigen.
(al. 12)
10 Eigen antwoord.
© Noordhoff Uitgevers, 2023
Gedownload door Maarten Van Daalen (maartenvandaalen056@gmail.com)
27
lOMoARcPSD|45806174
Nieuw Nederlands 7e editie – 4 hv Antwoorden
1 Meer dan lezen - § 6 Actief lezen
11
standpunt: Vrouwen hebben van oudsher minder kans gekregen om zich
in gezelschap met humor te uiten.
Ó
argument: Niemand zat te wachten op vrouwen die de aandacht op zich
vestigden (door het vertellen van een grap).
Ó
subargument: Onder beide seksen werd het lange tijd als een belangrijke
deugd gezien dat vrouwen zich bescheiden opstelden in de schaduw van
hun man.
12
a
Mannen zitten
vaker op
gezaghebbende
posities.

b
Mannen kunnen
zich meer
veroorloven.

Mannen maken eerder
grove grappen, die niet
zelden ten koste gaan van
ondergeschikten.
13 Het is goed nieuws omdat die verandering inhoudt dat mannen en vrouwen steeds
gelijker aan elkaar worden behandeld en vrouwen dus niet automatisch hun reputatie op het
spel zetten als ze een grove mop vertellen.
14 Het is geen goed nieuws omdat die verandering inhoudt dat vrouwen ook grove grappen
(ten koste van hun ondergeschikten) zouden kunnen gaan maken en daar zit vast niet
iedereen (zeker vrouwen niet, gezien alinea 12) op te wachten.
15 Nee, want hij sluit vooral aan bij alinea (14 en) 15, niet zozeer bij de rest van de tekst.
16 Het belangrijkste tekstdoel is informeren, want de auteur wil dat de lezer kennisneemt van
de verschillen die er zijn tussen vrouwen en mannen als het gaat om humor in relaties, de
functie van humor en de voorkeuren voor humor, zowel passief (consumeren) als actief
(produceren).
17 Eigen antwoord.
18 De conference is waarschijnlijk door een vrouw gehouden, want:
- de tekst is niet grof of seksistisch (zie tekst 2, al. 12);
- de tekst bevat zelfspot (zie tekst 2, al. 14) – vooral in het begin: bladderende huid, buikloop,
gutsen van het zweet;
- de tekst is één lange grappige anekdote (zie tekst 2, al. 14).
De conference is inderdaad door een vrouw gehouden: Brigitte Kaandorp.
19 Eigen antwoord.
Opdracht 5
Eigen antwoorden.
Opdracht 6
plaats delict (al. 1)
forensisch (al. 1)
miniem (al. 2)
– plek waar een misdrijf is gepleegd
– gerechtelijk, om strafrechtelijk onderzoek te ondersteunen
– heel klein
© Noordhoff Uitgevers, 2023
Gedownload door Maarten Van Daalen (maartenvandaalen056@gmail.com)
28
lOMoARcPSD|45806174
Nieuw Nederlands 7e editie – 4 hv Antwoorden
1 Meer dan lezen - § 6 Actief lezen
modificaties (al. 6)
onder de radar (al. 11) –
hekelt (al. 13)
–
insinuatie (al. 13)
–
scenario (al. 15)
–
bureaucratie (al. 17) –
vrijpleiten (al. 17)
–
– aanpassingen; verbeteringen
niet in de openbaarheid
bekritiseert
niet-openlijke beschuldiging
chronologische beschrijving van een gebeurtenis
overmaat aan instanties en regelingen
onschuldig verklaren; vrijspreken
Opdracht 7
1
[1] Stel je voor: een spatje bloed, een huidschilfer, opgedroogd speeksel, gevonden op een
losgestoomde postzegel uit 1947, een zakdoek, een parkeerkaartje, tape, een pinapparaat,
kogelhulzen en zelfs op een tomatensteeltje. Van de gekste dingen die rechercheurs van een
plaats delict haalden, heeft het Nederlands Forensisch Instituut (NFI) in de loop der jaren
DNA gepeld en geanalyseerd.
[2] In de jaren negentig van de vorige eeuw leverde een dikke druppel bloed een beperkt
DNA-profiel op en niet meer dan het geslacht van een dader. Maar DNA geeft steeds meer
geheimen prijs. De wetenschap gaat zo snel vooruit dat het streven nu is om uit een miniem
stukje menselijk materiaal een gedetailleerde compositietekening van het gezicht van een
dader te kunnen maken. In het project Visage werken wetenschappers in heel Europa
hieraan. De aandacht gaat vooral uit naar uiterlijk, leeftijd en geografische afkomst.
[3] Hoogleraar forensische moleculaire biologie Manfred Kayser van de Erasmus Medisch
Centrum in Rotterdam coördineert het project. Hij is bijzonder enthousiast over de
vooruitgang die zijn eigen onderzoeksgroep al jaren boekt. ‘Ja, er komt de komende jaren
een compositietekening beschikbaar. Maar de vraag is hoe gedetailleerd die zal zijn. We
staan nog aan het begin.’
[4] Toch is Kayser al een heel eind op weg. Hij ontwikkelde eerder testen voor oog- en
haarkleur, die werden toegestaan door de Tweede Kamer. Die testen worden steeds
preciezer. Haarkleur blijkt door ruim honderdtwintig genen bepaald te worden. Ook over
kaalheid en structuur van het haar – steil of krullend – is meer bekend. Lastiger zijn nog de
gemengde tinten.
[5] Inmiddels heeft Kayser de DNA-test voor uiterlijk uitgebreid met huidskleur. Tevens is de
geografische komaf al te bepalen, net als de aanwezigheid van sproeten en de vorm van de
oorlel (los of vast). Daarbij komt misschien in de nabije toekomst de afstand tussen de ogen,
en die tussen oog en oor. Kayser is druk bezig meer genen voor het gezicht te vinden.
[6] Zelfs de hoogleraar blijft het spannend vinden, al die vooruitgang. ‘We hebben het
genetisch onderzoek inmiddels uitgebreid naar andere, niet-erfelijke factoren die tot DNAmodificaties leiden. Daardoor kunnen we nu bijvoorbeeld zien of iemand wel of niet rookt.’
[7] De ontwikkelingen in de DNA-wetenschap zijn een waarschuwing voor eeneiige
tweelingen. Zij zijn in het verleden vrijgesproken – ‘rechter, het was mijn tweelingbroer’ – en
strooien als enigen nog straffeloos met DNA bij een inbraak. Maar ook het eind van hun
criminele carrière komt nu in zicht. ‘Hun DNA is weliswaar grotendeels hetzelfde, maar als er
verschillen zijn, kunnen we die tegenwoordig opsporen.’
[8] Een andere vooruitgang is geboekt bij het bepalen van iemands leeftijd op grond van
bloedsporen. ‘We zitten nu op een foutmarge van drie à vijf jaar’, zegt Kayser. Het grote
voordeel is dat de politie met deze informatie onder de bevolking gerichter kan zoeken naar
verdachten.
© Noordhoff Uitgevers, 2023
Gedownload door Maarten Van Daalen (maartenvandaalen056@gmail.com)
29
lOMoARcPSD|45806174
Nieuw Nederlands 7e editie – 4 hv Antwoorden
1 Meer dan lezen - § 6 Actief lezen
2
materiaal waaruit DNA kan
worden afgeleid
 spatje bloed (al. 1)
 huidschilfer (al. 1)
 opgedroogd speeksel (al.
1)
verkregen informatie door DNA-sporen











geslacht (al. 2)
oogkleur (al. 4)
haarkleur (al. 4)
kaalheid (al. 4)
haarstructuur: steil of krullend (al. 4)
huidskleur (al. 5)
geografische herkomst (al. 5)
sproeten (al. 5)
vorm van oorlel (los of vast) (al. 5)
roker of niet-roker (al. 6)
leeftijd (met foutmarge van 3 à 5 jaar)
(al. 8)
3 Eigen antwoord.
4 Eigen antwoord.
5 Eigen antwoorden, bijvoorbeeld:
 Uit welk ander menselijk materiaal kan ook DNA worden afgeleid?
 Hoe kunnen de DNA-patronen van eeneiige tweelingen van elkaar onderscheiden
worden?
 Wie was Nicky Verstappen en wat is er bekend over de zaak Verstappen?
 Wie was Marianne Vaatstra en wat is er bekend over de zaak Vaatstra?
 Wie was Milica van Doorn en wat is er bekend over de zaak Van Doorn?
 Wie was Koen Everink en wat is er bekend over de zaak Everink?
 Wat doet een officier van justitie?
 Hoe gaat een verwantschapsonderzoek in zijn werk?
 Waarom worden DNA-profielen van vondelingen niet opgeslagen in de DNA-databank?
6–
7 Eigen antwoorden.
8 voor de opsporing van personen die nog niet met justitie in aanraking zijn gekomen en van
wie het DNA dus nog niet in de nationale strafdatabank is opgeslagen
9 Met de nieuwe technieken kan er bruikbare informatie uit oude sporen worden gehaald.
(Zonder die technieken kon dat nog niet).
10
bewering
Bewijs op basis van DNA deugt niet.
argument
Het DNA kan met ander DNA verward zijn of
met ander DNA besmet zijn.
subargument
Er is met het DNA gezeuld van laboratorium
naar laboratorium.
tegenargument Transport van DNA naar een ander lab gaat
1
zeer zorgvuldig.
tegenargument Er wordt altijd DNA apart gehouden en
2
bewaard voor tegenonderzoek.
52 woorden
11 Tekst 5 sluit aan bij alinea 7 van tekst 4, want tekst 5 gaat over een strafzaak waarbij de
helft van een eeneiige tweeling is veroordeeld op basis van DNA-sporen en in alinea 7 van
tekst 4 wordt gezegd dat tegenwoordig verschillen in het DNA van eeneiige tweelingen
kunnen worden opgespoord.
12 Het NFI heeft na onderzoek vastgesteld dat het DNA van de eeneiige tweeling niet
hetzelfde was. Vervolgens heeft NFI gekeken of en in welke mate de mutaties ook in het
DNA in de aangetroffen sporen kon worden gedetecteerd. Op basis daarvan kon worden
© Noordhoff Uitgevers, 2023
Gedownload door Maarten Van Daalen (maartenvandaalen056@gmail.com)
30
lOMoARcPSD|45806174
Nieuw Nederlands 7e editie – 4 hv Antwoorden
1 Meer dan lezen - § 6 Actief lezen
vastgesteld van wie van de tweeling het DNA in deze sporen afkomstig was. Het was een
omvangrijke klus, waar het NFI twee jaar mee bezig is geweest. Zie ook het tweede
antwoord bij vraag 7.
© Noordhoff Uitgevers, 2023
Gedownload door Maarten Van Daalen (maartenvandaalen056@gmail.com)
31
lOMoARcPSD|45806174
Nieuw Nederlands 7e editie – 4 hv Antwoorden
1 Meer dan lezen - § 7 Teksten vergelijken
§ 7 Teksten vergelijken
Opdracht 1
gangbaar (al. 1)
fenomeen (al. 2)
facet (al. 3)
dimensies (al. 3)
transitie (al. 7)
intensiteit (al. 12)
innovatie (al. 16)
uit heel ander hout is gesneden (al. 17)
–
–
–
–
–
–
–
–
gebruikelijk
verschijnsel
onderdeel; kant
aspecten; kanten
overgang; doorgang
mate van kracht of hevigheid
vernieuwing
een heel ander karakter heeft
Opdracht 2
1 Eigen antwoord.
2
Stap 1 – geel = belangrijkste informatie
Tekst 1
Wie zijn onze vrienden?
[1] Veertig jaar leeftijdsverschil en toch bevriend, dat is zeldzaam. Zo’n vijf jaar
leeftijdsverschil is misschien nog gangbaar in vriendengroepen, vertelt Beate Volker. ‘Maar
dat is het wel zo’n beetje’, zegt de hoogleraar stadssociologie van de Universiteit Utrecht. Al
jaren doet zij onderzoek naar vriendschappen en sociale netwerken. En daarom weet ze dat
vrienden elkaar niet alleen qua leeftijd weinig ontlopen, ze zijn ook nog eens vaak van
hetzelfde geslacht, hebben dezelfde opleiding gedaan of komen uit dezelfde omgeving.
[2] Er is dus één fenomeen waar Volker in al haar onderzoeken niet omheen kan: vrienden
lijken op elkaar. Hoe komt dat? Door samen op te trekken groeien vrienden naar elkaar toe.
Vriendenclubjes inspireren elkaar als het om hun kledingstijl gaat. ‘Maar je kiest elkaar ook
uit op gelijkenis’, zegt Volker. Birds of a feather flock together, is het prachtige Engelse
spreekwoord dat ze daarvoor gebruikt.
[3] Het is misschien een wat onttoverend facet aan de vriendschapswetenschap, geeft Volker
toe. Vriendschap kan magisch aanvoelen, maar volgens sociologen is die beroemde ‘klik’
deels een besef dat je in bepaalde dimensies op elkaar lijkt. Waarom we bevriend raken met
mensen die op ons lijken, kan Volker best verklaren.
[4] Allereerst maken mensen makkelijk contact met gelijken, vertelt ze. ‘Dat begint met heel
basale dingen: sekse, leeftijd, opleiding, etnische achtergrond, godsdienst.’ Vanuit de
psychologie is bekend dat mensen een sterke voorkeur voor gelijken hebben en zich veilig
voelen bij herkenning. Het is makkelijker om een praatje te maken met iemand die op je lijkt.
‘Je weet dan wat er terugkomt als reactie’, zegt Volker. ‘Je hebt aanknopingspunten. “Heb je
gister ook die film gezien?” Meteen heb je een gesprek.’
[5] Dat we graag met gelijken omgaan, heeft ook een dieperliggende reden. Als je anderen
tegenkomt die op je lijken, doet dat iets met je. ‘Je voelt je daardoor bevestigd en gezien in je
bestaan. Iemand die heel anders is dan jij, zeker als dat op belangrijke dimensies is, plaatst
daar voortdurend vraagtekens bij. En dat is niet comfortabel.’
[6] En dan is er nog de praktische reden waarom onze maatjes op ons lijken. De kans is
simpelweg groter dat je ze tegenkomt in je leven. ‘De poule waaruit je vrienden maakt, is al
voorgeselecteerd door de samenleving’, zegt Volker. ‘In ieder café waar jij heengaat, daar
zitten meer mensen zoals jij dan in een willekeurig ander café.’
[7] Er is volgens Volker geen betere levensfase om nieuwe vrienden te maken, dan vlak na
de middelbare school. ‘Tijdens je opleiding zit je sowieso in een transitiefase van je leven en
dat maakt dat je openstaat voor nieuwe mensen. Daarna ben je bijna nooit meer met zoveel
mensen samen die ongeveer op dezelfde manier in het leven staan.’
[8] Zelf verhuisde Volker na haar studie vanuit Duitsland naar Nederland en het duurde even
voordat ze bevriend raakte met Nederlanders. Het viel haar op dat de weg naar een
© Noordhoff Uitgevers, 2023
Gedownload door Maarten Van Daalen (maartenvandaalen056@gmail.com)
32
lOMoARcPSD|45806174
Nieuw Nederlands 7e editie – 4 hv Antwoorden
1 Meer dan lezen - § 7 Teksten vergelijken
vriendschap in Nederland vaak op dezelfde manier verloopt. Eerst een keer op neutraal
terrein afspreken, in een café bijvoorbeeld. Daarna misschien nog een keer uit eten, en
daarna, als dat goed voelt, spreek je bij iemand thuis af en kan een vriendschap ontstaan.
[9] Dat kan echter nog langzamer, weet Volker. De Oostenrijkers en Hongaren staan steevast
onderaan de lijstjes van wanneer iemand een vriend genoemd wordt. Nederland staat
ergens in de middenmoot. Amerikanen, Australiërs en Italianen sluiten een friend of amico
het snelst in de armen.
[10] Volker bestudeert onder meer de gegevens die voortkomen uit de Survey of the Social
Networks of the Dutch, een onderzoek waarvoor sinds 1999 zo’n duizend mensen regelmatig
worden ondervraagd over hun sociale netwerk. Uit die studie blijkt dat Nederlanders
gemiddeld zo’n drie à vier mensen tot hun hechtste vriendenkring rekenen.
[11] De meeste mensen laten niet veel metgezellen heel dichtbij, zegt ze. ‘Er zijn maar
enkelen die je ten diepste vertrouwt.’ Daaromheen zit een schil die iets verder van mensen
afstaat, met gemiddeld zo’n tien tot vijftien mensen.
[12] Of je er nu veel of weinig hebt, het bijzondere aan hechte vriendschappen is dat ze
relaties vormen die vrij hoog scoren op intensiteit. Goede vriendschappen komen zelfs in de
buurt van de waarde van een partnerrelatie, zegt Volker. En voor veel mensen scoren
vrienden als het gaat om het belang van de relatie in hun leven ook hoger dan familie.
[13] Een heel mooi kenmerk van vriendschap is volgens Volker dat de inhoud van die relatie
niet voorgevormd is. In een partnerrelatie staat al veel vast: er zijn verwachtingen, taken, het
huishouden, het kerstdiner en in de zomer kamperen met het gezin. ‘Bij vriendschap valt er
meer te kiezen: je kunt iedere keer opnieuw bedenken wat je met elkaar gaat doen. Dat geeft
vrijheid.’
[14] Een opvallende conclusie aan het twintig jaar durende onderzoek naar sociale
netwerken is volgens Volker ook dat vriendennetwerken dynamisch zijn en af en toe van
samenstelling veranderen. ‘We denken vaak dat vriendschappen die er zijn, ook blijven’, zegt
Volker. ‘Maar dat is niet zo. Zelfs in die hechte kring van vrienden heb je fases, waarin
bepaalde vrienden tijdelijk, of voor langere tijd, naar de achtergrond schuiven. Je laat elkaar
eventjes gaan en misschien haal je elkaar weer terug, misschien ook niet.’
[15] Volker wilde graag meer te weten komen over die dynamiek, maar dat bleek nog niet zo
makkelijk. ‘Vriendschappen verwateren soms, maar het is niet zo duidelijk waardoor. Mensen
geven oorzaken als: we komen elkaar minder vaak tegen.’
[16] Wel blijken juist de vrienden die ietsje meer van elkaar verschillen, elkaar ook eerder los
te laten. ‘De meeste mensen hebben misschien wel één iemand in hun vriendenkring die een
beetje anders is. Dat is prikkelend, daar komt innovatie uit voort’, zegt Volker. ‘Maar als je
data analyseert, blijkt toch weer dat verschillen een voorspeller zijn voor de kortere duur van
een relatie.’
[17] Toch zijn ze er, de mensen die een metgezel vinden die uit heel ander hout is gesneden.
Zegt dat iets over hen? De wetenschapper zou daar graag nog eens wat meer onderzoek
naar doen, al heeft ze wel een vermoeden: ‘Als jij een heel diverse vriendenkring hebt, zegt
dat waarschijnlijk iets over jouw mentale openheid.’
Naar: Elleke Bal, Trouw
Stap 2
Eigen antwoord, bijvoorbeeld een schematische samenvatting:
zelfde …
- leeftijd (bron 1)

vrienden lijken op
 groeien naar elkaar toe
- geslacht (bron 1)
elkaar (bron 1)
en inspireren elkaar

(bron 1)
- opleiding (bron 1)

- omgeving (bron 1)

- etnische achtergrond (bron 1) 
- godsdienst (bron 1)
© Noordhoff Uitgevers, 2023
Gedownload door Maarten Van Daalen (maartenvandaalen056@gmail.com)
33
lOMoARcPSD|45806174
Nieuw Nederlands 7e editie – 4 hv Antwoorden
1 Meer dan lezen - § 7 Teksten vergelijken

vrienden kiezen elkaar uit op gelijkenis (bron 1), want:
- mensen maken makkelijk contact met gelijken (bron 1)
- mensen voelen zich veilig bij herkenning, want daardoor voelen ze zich bevestigd en
gezien in hun bestaan (bron 1)
- mensen komen gelijken eerder tegen – is voorgeselecteerd door de samenleving (bron 1)
beste fase om nieuwe vrienden te maken: vlak na de middelbare school, want dan zit je in
een transitiefase, waardoor je openstaat voor
nieuwe mensen (bron 1)
NL’ers/mensen: - gemiddeld zo’n drie tot vier hechte vrienden (bron 1); hechte
vriendschappen scoren hoog op intensiteit (gelijkwaardig aan
partnerrelatie) (bron 1)
- daaromheen een schil van 10 tot 15 mensen - iets verder weg (bron 1)
vriendschap is niet voorgevormd: je kunt kiezen wat je doet; dat geeft vrijheid (bron 1)
vriendennetwerken zijn dynamisch: sommige vrienden schuiven (tijdelijk?) naar de
achtergrond; onduidelijk waardoor (misschien: minder
ontmoetingen) (bron 1)
vrienden die meer van elkaar verschillen, laten elkaar eerder los (bron 1)
Voor bronnenlijst:
Elleke Bal, ‘Wie zijn onze vrienden?’. In: Trouw [9 oktober 2021]
Opdracht 3
kwantiteit (al. 1) –
kwetsbare (al. 2) –
motivaties (al. 2) –
concept (al. 5)
–
paradoxale (al. 5) –
origine (al. 6)
–
banaal (al. 6)
–
hoeveelheid
zwakke; snel aangetaste/verdwijnende
redenen; drijfveren
idee
tegenstrijdig lijkende
oorsprong; begin
gewoon
Opdracht 4
1
Stap 3 – geel = zelfde informatie als in bron 1; groen = nieuwe informatie
Tekst 2
Hoeveel vrienden heb je nodig?
Met hoeveel mensen kun je vrienden zijn? Heb je dat aantal ook nodig? Vijf vragen om je
vriendschappen beter te begrijpen.
Hoeveel vrienden heeft een mens nodig?
[1] Het menselijk brein is in staat om 150 sociale relaties aan te gaan, volgens onderzoek
van de Britse antropoloog en psycholoog Robin Dunbar. In de podcast Am I Normal? schrikt
de Britse datajournalist Mona Chalabi van dat aantal. Ze voelt zich eenzaam en vraagt zich
af of ze wel ‘genoeg’ vrienden heeft. Ze ontdekt dat die 150 relaties van Dunbar bestaan uit
verschillende ‘lagen’: de eerste bestaat gemiddeld uit 1,5 mens (vaak de vaste partner en
ouders), gevolgd door 5 intieme vrienden, 15 beste vrienden, 50 goede vrienden, waarna alle
kennissen volgen. Als Chalabi gaat tellen, ziet ze dat haar probleem vooral schuilt in de
© Noordhoff Uitgevers, 2023
Gedownload door Maarten Van Daalen (maartenvandaalen056@gmail.com)
34
lOMoARcPSD|45806174
Nieuw Nederlands 7e editie – 4 hv Antwoorden
1 Meer dan lezen - § 7 Teksten vergelijken
derde laag: ze heeft weinig ‘gewoon’ goede vrienden om mee op stap te gaan. ‘We weten uit
onderzoek dat de kwaliteit van vriendschap belangrijker is dan de kwantiteit’, zegt hoogleraar
psychologie Paul van Lange. ‘Ieder mens heeft een paar goede vrienden nodig, maar we
gaan ons niet veel beter voelen als er meer vrienden bij komen.’
Met de ene vriend ga je de kroeg in, de andere bel je na een ruzie met je partner.
Hoeveel soorten vriendschappen zijn er?
[2] De Griekse filosoof Aristoteles deelde vriendschap op in drie verschillende typen:
vriendschap gebaseerd op ‘nut’ (met de buurman die goed kan barbecueën), vriendschap die
in de categorie ‘plezier’ valt (met de vriendin met wie je graag borrelt) en vriendschap
gebaseerd op waardering (met vrienden die je goede mensen vindt). Die laatste categorie
werd door Aristoteles gezien als de ‘hoogste’ vorm van vriendschap. ‘Met deze vrienden ga
je de diepte in en voer je betekenisvolle gesprekken’, zegt filosoof en Denker des Vaderlands
Paul van Tongeren, die het boek Doodgewone vrienden – Nadenken over vriendschap
schreef. ‘Deze vorm van vriendschap wordt gezien als het meest duurzaam. Een goed mens
wordt niet zo snel een slecht mens, terwijl nut en plezier kwetsbare motivaties zijn om
iemands gezelschap op te zoeken. Zodra de dienst niet meer wordt geleverd of het plezier
niet meer geboden, wordt de band immers bedreigd.’
Waarom is het moeilijker om op latere leeftijd nieuwe vrienden te maken?
[3] De meeste hechte vriendschappen ontstaan ergens tussen het 16de en 25ste levensjaar,
vertelt Van Tongeren. ‘Het is een identiteitsvormende fase: je wordt degene die je wilt zijn en
gaat relaties aan die daarbij passen.’
[4] Een ander essentieel onderdeel bij het vinden van vrienden is volgens hem
ontvankelijkheid. Tijdens school en studie staan we open voor het ontmoeten van nieuwe
mensen. Bij dertigers met een partner, baan en kinderen is dat minder het geval. Het
aangaan van nieuwe vriendschappen heeft dus niet alleen te maken met het aanbod van
leuke mensen, maar ook met de vraag of je de behoefte voelt om ze te zien.
Hoe voorkom je dat een vriendschap sociaal boekhouden wordt: ik gaf een groot
cadeau en nu verlang ik een soortgelijk cadeau terug?
[5] Volgens Aristoteles wordt ware vriendschap gedefinieerd door het concept van
‘wederkerige welwillendheid’. Het komt er kort gezegd op neer dat je elkaar het beste
toewenst. Dat klinkt logisch, maar zie de balans maar eens te houden. Op het moment dat je
écht het beste met de ander voorhebt, ongeacht jezelf, kun je niet te inhalig zijn en hetzelfde
terugverwachten. Ben je als vriend bezig met wederkerigheid – als je bijvoorbeeld wilt dat
een vriend even geconcentreerd luistert naar jouw verhaal als jij dat bij hem deed – dan lijdt
de welwillendheid eronder. ‘In de filosofische literatuur verschijnt vriendschap daardoor vaak
als een paradoxale verhouding die voortdurend spanning in zich draagt’, aldus Van
Tongeren. Hoogleraar Van Lange meent dat we er niet trots op zijn dat we wederkerigheid
belangrijk vinden. ‘Maar in de praktijk vragen we ons toch af: zou die vriend dit ook voor mij
overhebben?’
Hoe maken we de keuze dat we met iemand bevriend willen zijn?
[6] ‘We raken bevriend met mensen die we op onszelf vinden lijken, qua achtergrond,
opleiding en politieke voorkeur’, zegt Van Lange. Soms kan de origine van een vriendschap
tamelijk banaal zijn. Onderzoek toont aan dat nabijheid een belangrijke voorspeller is van
vriendschap. ‘Mensen worden vaker vrienden met de buren naast zich dan met de buren één
huis verder. Dat heeft simpelweg te maken met wie je het vaakst tegenkomt.’
[7] Toch zet de uitdrukking ‘vriendschap sluiten’ ons op het verkeerde been, meent Paul van
Tongeren. ‘Die doet vermoeden dat het gaat om een doelbewuste keuze, maar zo is het vaak
niet. Iemand zei mij ooit: als je niet weet hoe en waarom je bevriend bent geworden, dan heb
je grote kans dat het echte vriendschap is.’
Naar: Anna van den Breemer, de Volkskrant
© Noordhoff Uitgevers, 2023
Gedownload door Maarten Van Daalen (maartenvandaalen056@gmail.com)
35
lOMoARcPSD|45806174
Nieuw Nederlands 7e editie – 4 hv Antwoorden
1 Meer dan lezen - § 7 Teksten vergelijken
Stap 4
Eigen antwoord, bijvoorbeeld een schematische samenvatting:
zwart = informatie uit bron 1 – rood = informatie uit bron 2
zelfde …
- leeftijd (bron 1)

- geslacht (bron 1)

- opleiding (bron 1)

- omgeving (bron 1)

- etnische achtergrond (bron 1) 
- godsdienst (bron 1)

- politieke voorkeur (bron 2)

vrienden lijken op
elkaar (bron 1)
 groeien naar elkaar toe
en inspireren elkaar
(bron 1)
vrienden kiezen elkaar uit op gelijkenis (bron 1), want:
- mensen maken makkelijk contact met gelijken (bron 1)
- mensen voelen zich veilig bij herkenning, want daardoor voelen ze zich bevestigd en
gezien in hun bestaan (bron 1)
- mensen komen gelijken eerder tegen – is voorgeselecteerd door de samenleving (bron 1)
beste fase om nieuwe vrienden te maken: vlak na de middelbare school (en tijdens studie,
bron 2), want dan zit je in een transitiefase,
waardoor je openstaat voor nieuwe mensen
(bron 1)
NL’ers/mensen: - gemiddeld zo’n drie tot vier hechte vrienden (bron 1) / intieme vrienden
(bron 2); hechte vriendschappen scoren hoog op intensiteit (gelijkwaardig
aan partnerrelatie) (bron 1); worden gevormd tussen 16 en 25 jaar:
identiteitsvormende fase (bron 2)
- daaromheen een schil van 10 tot 15 mensen - iets verder weg (bron 1) /
beste vrienden (bron 2)
- daaromheen 50 goede vrienden (bron 2)
vriendschap is niet voorgevormd: je kunt kiezen wat je doet; dat geeft vrijheid (bron 1)
vriendennetwerken zijn dynamisch: sommige vrienden schuiven (tijdelijk?) naar de
achtergrond; onduidelijk waardoor (misschien: minder
ontmoetingen) (bron 1)
vrienden die meer van elkaar verschillen, laten elkaar eerder los (bron 1)
Aristoteles: drie typen vriendschap:
- gebaseerd op ‘nut’ (buurman die goed kan barbecueën)
- gebaseerd op ‘plezier’ (vriendin met wie je graag borrelt)
- gebaseerd op ‘waardering’ (vrienden die je goede mensen vindt) = volgens Aristoteles de
‘hoogste’ vorm van vriendschap. Paul van Tongeren: is de meest duurzame vorm van
vriendschap, want een goed mens wordt niet zo snel slecht, maar nut en plezier zijn
kwetsbare motivaties. (bron 2)
aangaan van nieuwe vriendschappen heeft te maken met:
- het aanbod van leuke mensen
- de vraag of je de behoefte voelt om nieuwe mensen te zien (bron 2)
© Noordhoff Uitgevers, 2023
Gedownload door Maarten Van Daalen (maartenvandaalen056@gmail.com)
36
lOMoARcPSD|45806174
Nieuw Nederlands 7e editie – 4 hv Antwoorden
1 Meer dan lezen - § 7 Teksten vergelijken
Aristoteles: ware vriendschap wordt gedefinieerd door het concept van ‘wederkerige
welwillendheid’: je wenst elkaar het beste toe (bron 2)
vriendschap sluiten is geen doelbewuste keuze (bron 2)
© Noordhoff Uitgevers, 2023
Gedownload door Maarten Van Daalen (maartenvandaalen056@gmail.com)
37
lOMoARcPSD|45806174
Nieuw Nederlands 7e editie – 4 hv Antwoorden
1 Meer dan lezen - § 7 Teksten vergelijken
Voor bronnenlijst:
Anna van den Breemer, ‘Hoeveel vrienden heb je nodig?’. In: de Volkskrant [11 februari
2022]
2 Eigen antwoord.
Opdracht 5
1 Eigen antwoord, bijvoorbeeld:
De vrolijke kant van die avond is dat ze hun diploma hebben gekregen (en te veel bier
dronken en in de rivier gingen zwemmen). De minder vrolijke kant is dat ze allemaal wel
voelen dat er een einde aan iets is gekomen, dat ‘iets’ voorbij is.
2 Eigen antwoord, bijvoorbeeld:
Peters gedicht past goed bij de diploma-uitreiking, omdat een diploma-uitreiking het afscheid
van de middelbare school betekent. Dat kan weemoed (bedroefdheid om iets fijns wat voorbij
is) oproepen, maar ook hoop, omdat de leerlingen aan het begin staan van iets nieuws.
3 Ze hebben dezelfde leeftijd (bron 1), opleiding (bron 1) en omgeving (bron 1).
4 Die over hetzelfde geslacht: er zijn vijf jongens en één meisje.
5 De vrienden zitten allemaal bij elkaar op school.
6 Dat hangt ervan af wat voor vriendschap het is: als die alleen gebaseerd is op plezier, kan
de vriendschap (tijdelijk) verminderen (bron 2), iets wat mogelijk versterkt wordt doordat de
vrienden elkaar niet zo vaak meer ontmoeten (bron 1), bijvoorbeeld omdat ze in een andere
stad een vervolgopleiding doen. Maar als de vriendschap gebaseerd is op waardering, kan
die blijven bestaan (bron 1), ook als de vrienden elkaar niet zo vaak meer ontmoeten.
Het kan ook zijn dat er andere vriendschappen voor in de plaats komen (bron 1), want vlak
na de middelbare school zit je in een transitiefase, waardoor je openstaat voor nieuwe
mensen.
7 Misschien wel, maar er bestaat ook een kans dat de vriendschap zal verwateren: Laura
vertrekt in ieder geval naar Italië.
Opdracht 6
furore maakten (al. 2)
in kwestie (al. 5)
relatief (al. 5)
respectievelijk (al. 6)
algoritmes (al. 7)
spin-off (al. 8)
inclusiviteit (al. 8)
zwenken (al. 11)
–
–
–
–
–
bekend/populair werden
om wie het hier gaat
verhoudingsgewijs; vergeleken met iets anders
in de volgorde zoals genoemd
reeksen instructies en stappen waarmee computersystemen
werken
– bedrijf dat uit een onderzoeksinstelling is ontstaan
– toestand dat iedereen, ongeacht persoonlijke kenmerken,
volwaardig kan deelnemen aan het maatschappelijk leven
– zwaaien; een slingerende/onstabiele beweging maken
Opdracht 7
Stap 1 – geel = belangrijkste informatie
Tekst 4
Nuttig gereedschap of gevaarlijk?
[1] Tom Cruise likt aan een lolly. Terwijl hij een van zijn populaire TikTok-video’s opneemt, ligt
hij in het gras en verbaast zich erover dat er in zijn lolly een kauwgom zit. In een andere
video slaat Cruise een golfbal, doet hij een goocheltruc met een muntje en struikelt hij over
een tapijt. Waarom trekt hij met deze onbenullige video’s miljoenen kijkers? Simpel: het is
Tom Cruise niet.
[2] Deze video is een zogenoemde deepfake (een samentrekking van deep learning en fake)
van de Vlaamse video-artiest Chris Umé, die hij op het profiel DeepTomCruise de wereld in
slingert. Andere populaire deepfakes waren die van Barack Obama en imitator Jim
© Noordhoff Uitgevers, 2023
Gedownload door Maarten Van Daalen (maartenvandaalen056@gmail.com)
38
lOMoARcPSD|45806174
Nieuw Nederlands 7e editie – 4 hv Antwoorden
1 Meer dan lezen - § 7 Teksten vergelijken
Meskimen. Ook in ons eigen land was het zo dat de nepvideo’s furore maakten, zoals die
van een minister die een dartpartij nabeschouwt.
[3] De reacties op dit soort video’s zijn verdeeld. Vanuit therapeuten en de filmwereld klinkt
enthousiasme over de mogelijkheden. Nasynchronisatie in verschillende talen of opnames
met bekendheden op afstand leveren geen problemen meer op. Mensenrechtenorganisaties
en politici zijn echter bezorgd en roepen zelfs om een verbod. Welke soorten deepfakes zijn
er en hoe worden ze gemaakt? Kunnen we straks niet meer controleren wie wat gezegd
heeft, of kunnen we ermee leren leven?
Een waaier aan fopmiddelen
[4] Er zijn een hoop verschillende manieren om de boel te neppen in een filmpje. De
simpelste manier is wellicht het vervormen van een stilstaand beeld van een gezicht – vaak
met de Engelse term ‘morph’ aangeduid. De computer ‘trekt’ hierbij aan punten in een
stilstaand beeld, waardoor het lijkt alsof de persoon op de foto beweegt of iets zegt. Dat ziet
er niet bepaald realistisch uit, maar je hebt er weinig rekenkracht voor nodig. Volgens Theo
Gevers, professor computer vision van de Universiteit van Amsterdam, kan deze technologie
op ieder gezicht toegepast worden zonder uitgebreide training van een computermodel. Er
zijn apps waarmee je zelf dit soort filmpjes op je telefoon kunt maken.
[5] Voor een zogenoemde face sync moet wél voor ieder persoon een apart computermodel
worden getraind. De basis hiervoor is doorgaans een video van de persoon in kwestie.
Gevers: ‘Onder de motorkap maakt de computer in feite aan de hand van een
tweedimensionaal beeld een driedimensionaal model van het gezicht.’ Het opbouwen van
het model kost relatief veel rekenwerk, maar daarna is het vrij eenvoudig om de deepfake
van deze persoon alles te laten zeggen. De deepfake kan dan zelfs live worden aangestuurd
door een acteur van wie de gezichtsbewegingen worden overgenomen. Zo’n model kent
echter wel grenzen: wanneer een acteur bijvoorbeeld een zittende Donald Trump aanstuurt,
dan is het niet mogelijk deze te laten opstaan en een radslag te laten maken.
[6] Een methode die je wel de vrijheid geeft om een deepfake vrijwel alles te laten zeggen én
doen, is de zogenoemde face swap. Hierbij wordt een gezicht op het hoofd van een acteur
geplakt – dit gebeurde in de video’s van DeepTomCruise. Het is waarschijnlijk de meest
gebruikte deepfakemethode. Gevers legt uit: ‘Stel, je wilt Robert De Niro zijn, dan trek je zijn
kleren aan en plak je daarna een model van het gezicht van De Niro op jouw hoofd. Je moet
zijn stem wel goed na kunnen doen; daarom worden vaak stemacteurs gebruikt.’ Computers
kunnen ook steeds realistischer stemmen nabootsen. Bij een face swap is volgens Gevers
nog wel ‘handenarbeid’ nodig, evenals bij de head en body swap waarbij een hoofd
respectievelijk lichaam wordt vervangen. Op dit moment is het niet mogelijk om live een face
swap te doen.
Deeplearning is essentieel
[7] In de hierboven genoemde voorbeelden van deepfakes is in meer of mindere mate
‘mensenwerk’ nodig: de programmeur corrigeert de computer en strijkt oneffenheden glad.
Toch leunen de meeste methodes zwaar op een vorm van kunstmatige intelligentie die ook
wel deeplearning wordt genoemd. Algoritmes die gevoed worden met grote hoeveelheden
data, daarvan leren en de ‘truc’ vervolgens zelf doen. Deze methode bleek eerder al een
krachtig middel om bijvoorbeeld objecten op foto’s te herkennen.
[8] Met deeplearning kun je niet alleen gezichten verwisselen, maar ook geheel ‘nieuwe
personen’ maken. Het bedrijf 3DUniversum, Gevers’ spin-off, doet dat voor bedrijven.
3DUniversum gebruikt de niet-bestaande mensen voor beelden op hun website of voor het
tonen van kleding. Volgens Gevers biedt dit verschillende voordelen. Het is zo makkelijker
om inclusiviteit te creëren en je hoeft niet te denken aan de privacy van modellen, zegt hij.
De algoritmes zijn getraind met een grote hoeveelheid bestaande gezichten en maken
fotorealistische nepgezichten. Het succes blijkt uit een quiz op de website van het bedrijf,
waarin je in twaalf rondes moet bepalen of gezichten echt of nep zijn. Volgens de makers
voltooit minder dan 0,13 procent van de deelnemers deze quiz zonder fouten.
© Noordhoff Uitgevers, 2023
Gedownload door Maarten Van Daalen (maartenvandaalen056@gmail.com)
39
lOMoARcPSD|45806174
Nieuw Nederlands 7e editie – 4 hv Antwoorden
1 Meer dan lezen - § 7 Teksten vergelijken
Grapjas in een badjas
[9] Door de soms hyperrealistische deepfakevideo’s die verschijnen, ontstaat er nogal eens
verwarring over wat er nu wel en niet mogelijk is met deze techniek. Er zijn (nog)
beperkingen. Volgens Gevers is het op dit moment bijvoorbeeld niet mogelijk om live een
realistische face swap uit te voeren, waarbij het gezicht van iemand op dat van een ander
wordt geplakt. Een rechtstreekse face sync kan wel, waarbij het gezicht van iemand
‘gestuurd’ wordt. De acteur die het gezicht bestuurt, kan het lichaam van de persoon dan
alleen niet besturen.
[10] Deepfakes proberen uit te bannen vindt Gevers geen goed idee. De techniek bestaat al
en wordt ook toegepast, en als het hier niet mag, dan wel in andere landen. ‘Ik denk dat je
mensen moet informeren over wat mogelijk is, zodat ze deepfakes sneller herkennen’, zegt
hij.
[11] Waar moet je dan op letten? Kijk vooral naar schaduwpartijen en huidreflecties, aldus
Gevers. Het is vaak de belichting die niet helemaal klopt. ‘Stel, ik plak mijn gezicht op dat
van een ander, dan is de kans groot dat de belichting anders is’, zegt hij. ‘Kijk ook naar de
ogen. Een deepfake lijkt soms een beetje in de verte te staren of te zwenken van links naar
rechts; daar gaat het vaak mis.’ De techniek kan zelf overigens ook weer helpen om fakes te
spotten. ‘Er zijn wereldwijd misschien zo’n vijftig algoritmes hiervoor. Als je weet hoe die
werken, kun je met 95 procent zekerheid zeggen of iets nep is’, zegt Gevers.
[12] Maar het is soms ook gewoon een kwestie van je huiswerk doen en je bronnen checken.
Neem een voorval uit april 2021, toen leden van de Tweede Kamer 25 minuten in een
digitale vergadering zaten met een nep-Leonid Volkov, de stafchef van de Russisch
oppositieleider Aleksej Navalny. In de media ging het al snel over de deepfaketechnologie
die hier gebruikt zou zijn, mede op aangeven van de échte Volkov. Volgens Gevers was hier
geen sprake van. ‘Een live face swap is op dit moment niet mogelijk, het was gewoon een
dubbelganger die er niet eens op leek. Een grapjas in een badjas’, zegt hij. ‘Er was daarna
veel verwarring en je krijgt de wildste verhalen, ook omdat mensen helemaal niet weten wat
wel en niet kan.’
Naar: Roel van der Heijden, nemokennislink.nl
Stap 2
Eigen antwoord, bijvoorbeeld een schematische samenvatting:
deepfake: samentrekking van deep learning en fake (bron 1)
verdeelde reacties: - filmwereld is enthousiast
- mensenrechtenorganisaties en politici willen een verbod (bron 1)
verschillende manieren van deepfake:
• morph = vervormen van een stilstaand beeld van een gezicht – computer ‘trekt’ aan
punten in een stilstaand beeld  lijkt of persoon op de foto beweegt of iets zegt – niet
realistisch, maar kost weinig rekenkracht – kan nu op ieder gezicht toegepast worden
zonder uitgebreide training van een computermodel – kan zelfs op je telefoon gemaakt
met een app (bron 1)
• face sync = computer maakt aan de hand van een tweedimensionaal beeld een
driedimensionaal model van het gezicht (op basis van video van de persoon in kwestie) –
kost veel rekenwerk – deepfake kan alles zeggen; kan zelfs live worden aangestuurd door
een acteur van wie de gezichtsbewegingen worden overgenomen – voor ieder persoon
training van een apart computermodel – grenzen: een zittende persoon kun je niet laten
opstaan (bron 1)
• face swap (meest gebruikt) = gezicht wordt op hoofd van acteur geplakt – deepfake kan
vrijwel alles zeggen én doen – voor stem: stemacteur of computer – kan niet live gedaan
– varianten: head swap en body swap waarbij een hoofd respectievelijk een lichaam wordt
vervangen (bron 1)
© Noordhoff Uitgevers, 2023
Gedownload door Maarten Van Daalen (maartenvandaalen056@gmail.com)
40
lOMoARcPSD|45806174
Nieuw Nederlands 7e editie – 4 hv Antwoorden
1 Meer dan lezen - § 7 Teksten vergelijken
mensenwerk blijkt nodig om computer te corrigeren en oneffenheden glad te strijken (bron 1)
toch ook al vorm van kunstmatige intelligentie (deeplearning): algoritmes worden gevoed met
grote hoeveelheden data, leren daarvan en doen de ‘truc’ vervolgens zelf(bron 1)
 gezichten verwisselen + nieuwe personen maken, bijv. voor kledingmodellen (makkelijk
om inclusiviteit te creëren + je hoeft niet te denken aan privacy) (bron 1)
deepfake herkennen: - kijk naar schaduwpartijen en huidreflecties: vaak klopt belichting niet
(bron 1)
- kijk naar de ogen: deepfake lijkt soms in de verte te staren of te
zwenken van links naar rechts (bron 1)
- zoek fakes met algoritme (bron 1)
- blijf opletten: bronnen checken (bron 1)
Voor bronnenlijst:
Roel van der Heijden, ‘Nuttig gereedschap of gevaarlijk?’, nemokennislink.nl [10 december
2021]
Opdracht 8
1–
2 zwart = informatie uit bron 1 – rood = informatie uit bron 2
deepfake: samentrekking van deep learning en fake (bron 1) – technologie om
computerbeelden te maken die net echt lijken, maar niet echt zijn – via machine learning:
computermodel wordt getraind met data, bijv. foto’s van iemands gezicht of audiofragmenten
(voor deepfake van iemands stem) (bron 2)
verdeelde reacties: - filmwereld is enthousiast (bron 1)
- mensenrechtenorganisaties en politici willen een verbod (bron 1)
verschillende manieren van deepfake:
•
morph = vervormen van een stilstaand beeld van een gezicht – computer ‘trekt’ aan
punten in een stilstaand beeld  lijkt of persoon op de foto beweegt of iets zegt – niet
realistisch, maar kost weinig rekenkracht – vroeger: deepfakes alleen gemaakt door
computerprogrammeurs (bron 2) – kan nu op ieder gezicht toegepast worden zonder
uitgebreide training van een computermodel – kan zelfs op je telefoon gemaakt met een app
(bron 1): met één simpel beeld al iemands gezicht op foto of in video (bron 2)
•
face sync = computer maakt aan de hand van een tweedimensionaal beeld een
driedimensionaal model van het gezicht (op basis van video van de persoon in kwestie) –
kost veel rekenwerk – deepfake kan alles zeggen; kan zelfs live worden aangestuurd door
een acteur van wie de gezichtsbewegingen worden overgenomen – voor ieder persoon
training van een apart computermodel – grenzen: een zittende persoon kun je niet laten
opstaan (bron 1)
•
face swap (meest gebruikt) = gezicht wordt op hoofd van acteur geplakt – deepfake
kan vrijwel alles zeggen én doen – voor stem: stemacteur of computer – kan niet live gedaan
– varianten: head swap en body swap waarbij een hoofd respectievelijk een lichaam wordt
vervangen (bron 1)
mensenwerk blijkt nodig om computer te corrigeren en oneffenheden glad te strijken (bron 1)
toch ook al vorm van kunstmatige intelligentie (deeplearning): algoritmes worden gevoed met
grote hoeveelheden data, leren daarvan en doen de ‘truc’ vervolgens zelf(bron 1)
 gezichten verwisselen + nieuwe personen maken, bijv. voor kledingmodellen (makkelijk
om inclusiviteit te creëren + je hoeft niet te denken aan privacy) (bron 1)
© Noordhoff Uitgevers, 2023
Gedownload door Maarten Van Daalen (maartenvandaalen056@gmail.com)
41
lOMoARcPSD|45806174
Nieuw Nederlands 7e editie – 4 hv Antwoorden
1 Meer dan lezen - § 7 Teksten vergelijken
deepfake herkennen: - kijk naar schaduwpartijen en huidreflecties: vaak klopt belichting niet
(bron 1) + let op beeld: onscherpe pixels? weinig variatie en onhelder licht? (bron 2)
- kijk naar de ogen: deepfake lijkt soms in de verte te staren of te zwenken van links
naar rechts (bron 1) + let op ogen: knipperen ze niet of raar? (bron 2)
- zoek fakes met algoritme (bron 1)
- let op gezichtsuitdrukkingen: zijn ze passend en natuurlijk? (bron 2)
- let op hoofd: is het in verhouding met het lichaam (bron 2)
- blijf opletten: - bronnen checken (bron 1)
- afvragen: is het logisch waar ik naar kijk? (bron 2)
- foto van video via Google Image Search checken (bron
2)
gebruik deepfakes (bron 2):
- met politici: - als grap
- om gevaar van manipulatie of nepnieuws te laten zien
- met porno: iemands gezicht op lichaam van pornoactrice of -acteur
doel: - eigen, gepersonaliseerde porno maken
- wraak nemen
- chanteren
- door criminelen: met stemdeepfakes geld aftroggelen
maatschappelijke gevolgen (bron 2):
mensen geloven veel dingen niet meer  gaan media en autoriteiten wantrouwen =
gevaarlijk, want mensen geloven leugens makkelijker en geloven waarheid niet  moelijker
om problemen gezamenlijk aan te pakken
omgaan met deepfakes (bron 2):
- juridisch niveau:
verbieden – ingewikkeld, want: onmogelijk om te handhaven +
makkelijk te misbruik door politieke regimes (belangrijke informatie
weghalen onder mom van ‘deepfakeverwijdering’)
- technologisch niveau: - deepfakes detecteren met algoritmes
- misschien webbrowsers met herkenningssoftware; nadeel: is
geen oplossing en wordt waarschijnlijk steeds opnieuw ontdoken
3 Voor bronnenlijst:
Siri Beerends, ‘Hoe herken je een deepfake?’, www.universiteitvannederland [geen datum]
Opdracht 9
Eigen antwoord.
Opdracht 10
Eigen antwoord.
© Noordhoff Uitgevers, 2023
Gedownload door Maarten Van Daalen (maartenvandaalen056@gmail.com)
42
Download