lOMoARcPSD|45806174 NN7-4h-antwoorden-hfdst-1 Nederlands (Willem de Zwijger College) Scannen om te openen op Studeersnel Studeersnel wordt niet gesponsord of ondersteund door een hogeschool of universiteit Gedownload door Maarten Van Daalen (maartenvandaalen056@gmail.com) lOMoARcPSD|45806174 Nieuw Nederlands 7e editie – 4 hv Antwoorden Nieuw Nederlands e 7 editie Antwoorden 4 hv 1 Meer dan lezen © Noordhoff Uitgevers, 2023 Gedownload door Maarten Van Daalen (maartenvandaalen056@gmail.com) 1 lOMoARcPSD|45806174 Nieuw Nederlands 7e editie – 4 hv Antwoorden © Noordhoff Uitgevers, 2023 Gedownload door Maarten Van Daalen (maartenvandaalen056@gmail.com) 2 lOMoARcPSD|45806174 Nieuw Nederlands 7e editie – 4 hv Antwoorden Inhoud Inhoudsopgave Nieuw Nederlands 4 hv 1 Meer dan lezen...........................................................................................................5 § 2 Uiteenzetting, betoog en beschouwing...............................................................5 § 3 Interview..............................................................................................................8 § 4 Stappenplan Lezen............................................................................................10 § 5 Schematische afbeeldingen..............................................................................18 § 6 Actief lezen........................................................................................................23 § 7 Teksten vergelijken............................................................................................31 © Noordhoff Uitgevers, 2023 Gedownload door Maarten Van Daalen (maartenvandaalen056@gmail.com) 3 lOMoARcPSD|45806174 Nieuw Nederlands 7e editie – 4 hv Antwoorden Inhoud © Noordhoff Uitgevers, 2023 Gedownload door Maarten Van Daalen (maartenvandaalen056@gmail.com) 4 lOMoARcPSD|45806174 Nieuw Nederlands 7e editie – 4 hv Antwoorden 1 Meer dan lezen - § 2 Uiteenzetting, betoog en beschouwing 1 Meer dan lezen § 2 Uiteenzetting, betoog en beschouwing Opdracht 1 1 bijbaantjes (van scholieren/studenten) 2 Eigen antwoord. Opdracht 2 de wereld ligt aan je voeten (al. 1) – uitkomst (al. 1) – taboe (al. 3) – aard (al. 6) – ingehouden (al. 7) – kanttekening (al. 8) – alle mogelijkheden liggen voor je open goede oplossing niet toegestaan; onbespreekbaar soort; type niet uitbetaald opmerking Opdracht 3 1 B het tekstonderwerp noemen 2 B De tekst bevat vooral veel uitleg over het onderwerp. 3 Eigen antwoord, bijvoorbeeld de complete alinea’s 3, 4 en 5: [3] In feite mag je als 16-jarige bijna alle werkzaamheden doen, maar naar school gaan staat voorop, zeker als je nog geen startkwalificatie hebt, zoals een havodiploma. Het werk mag je dus niet tegenhouden om naar school te gaan. Verder mag je werk niet te gevaarlijk zijn. Je mag bijvoorbeeld niet werken met giftige, ziekmakende of schadelijke stoffen of apparaten. Een lawaaiige omgeving is eveneens taboe: zelfs als je gehoorbeschermers draagt, mag het geluidsniveau op je werkplaats de grens van 85 decibel niet bereiken. [4] Er zijn ook risicovolle werkzaamheden die je wel mag uitvoeren, maar dan alleen onder deskundig toezicht, bijvoorbeeld werken met artikelen die kunnen ontploffen, of werken in een omgeving waar gevaar voor instorting bestaat. [5] Als jongere mag je gemiddeld 40 uur per week werken, met per dienst een maximum van 9 uur. De tijd die je op school bent, telt ook mee als arbeidstijd. Je mag niet werken tussen 23.00 en 06.00 uur, tenzij je iets bij defensie, in de binnenvaart of in een bakkerij doet. Verder heb je recht op extra rusttijden, bijvoorbeeld een kwartier ín en ná een werkperiode van 4,5 uur in plaats van alleen een half uur erna. 4 D Wie 16 is en een bijbaantje wil, kan kiezen uit allerlei mogelijkheden, maar daarbij gelden er wel regels die te maken hebben met de aard van het werk en het salaris. 5 tekstdoel = informeren tekstsoort = uiteenzetting Opdracht 4 staat buiten kijf (al. 1) an sich (al. 2) representatief (al. 3) sowieso (al. 4) discipline (al. 4) gerelateerd (al. 7) significant (al. 8) carrière (al. 9) intellectuele (al. 10) profijt (al. 10) – – – – – – – – – – is onomstreden; wordt niet betwijfeld op zichzelf geschikt om te vertegenwoordigen in ieder geval gehoorzaamheid aan voorschriften en bevelen verbonden betekenisvol; veelbetekenend loopbaan; het werk dat je doet verstandelijke voordeel Opdracht 5 1 C tot nadenken aanzetten 2 C In de tekst geven diverse deskundigen of betrokkenen hun visie op het onderwerp. 3 Eigen antwoord, bijvoorbeeld: © Noordhoff Uitgevers, 2023 Gedownload door Maarten Van Daalen (maartenvandaalen056@gmail.com) 5 lOMoARcPSD|45806174 Nieuw Nederlands 7e editie – 4 hv Antwoorden 1 Meer dan lezen - § 2 Uiteenzetting, betoog en beschouwing • in alinea 2: ‘Een dag heeft maar 24 uur, dus het vermoeden bestond dat de bijbaan zou leiden tot slechtere schoolprestaties’, zegt Maarten Wolbers, hoogleraar onderzoek van onderwijs aan de Radboud Universiteit in Nijmegen. • in alinea 4: Een mbo-opleiding in Amersfoort schrijft op de schoolwebsite dat een voordeel van een bijbaantje is dat het een prima opstap kan zijn naar een toekomstige baan. • in alinea 8: De onderzoekers [van de Belgische Universiteit Gent] konden geen enkel significant positief of negatief effect vinden op het vermelden van een vakantie- of bijbaantje in het cv. • in alinea 9: Als het aan UvA-hoogleraar Accounting Jan Bouwens ligt, hebben studenten helemaal geen bijbaantjes en gebruiken ze al hun tijd om zich op hun studie te richten. 4 D Over het antwoord op de vraag of een bijbaan belangrijk kan zijn voor je opleiding en latere carrière zijn de meningen verdeeld. 5 tekstdoel = opiniëren tekstsoort = beschouwing Opdracht 6 onlangs (al. 1) met name (al. 1) stellig (al. 3) kennelijk (al. 4) drie vliegen in één klap slaan (al. 6) prikkels (al. 6) – kort geleden – vooral; voornamelijk – zeker; beslist – blijkbaar – meer voordelen tegelijk halen – aanmoedigingen; stimulansen Opdracht 7 1 A de mening van de auteur weergeven 2 A De auteur van de tekst neemt een standpunt in over het onderwerp. 3 Eigen antwoord, bijvoorbeeld: • in alinea 2: Wat zou het goed zijn wanneer leerlingen niet meer werken voor een baas, maar zich uitsluitend richten op het werken voor een mooi cijfer op school. De verleiding van geld verdienen is moeilijk te weerstaan. Daarom is het beter wanneer we onze leerlingen beschermen en bijbanen voor scholieren verbieden. In plaats daarvan zouden we leerlingen vanaf 16 jaar een inkomen kunnen geven, gebaseerd op hun schoolprestaties. Centen voor cijfers dus. • in alinea 7: In de Verenigde Staten wordt op scholen betaald voor schoolprestaties. Het wordt tijd om dit in Nederland ook te gaan uitproberen. 4 Scholieren moeten hun bijbaan opgeven en in plaats van werk beloond worden voor school. 5 tekstdoel = overtuigen tekstsoort = betoog Opdracht 8 ongeacht – mijden – lucratiever – toeslagen – optie – intercedenten – hanteren – zonder rekening te houden met ontwijken; uit de weg gaan meer de moeite waard; lonender extra loon mogelijkheid bemiddelaars tussen uitzendkrachten en werkgevers toepassen Opdracht 9 1 Ja, want de tekst bevat veel informatie, voornamelijk feiten. 2 Nee, want er staat nergens een mening die onderbouwd wordt met argumenten. 3 Ja, want de tekst bevat voor- en nadelen van een aantal bijbaantjes, op grond waarvan de lezer zich een mening kan vormen / een keuze kan maken. © Noordhoff Uitgevers, 2023 Gedownload door Maarten Van Daalen (maartenvandaalen056@gmail.com) 6 lOMoARcPSD|45806174 Nieuw Nederlands 7e editie – 4 hv Antwoorden 1 Meer dan lezen - § 2 Uiteenzetting, betoog en beschouwing 4 B Er zijn goedbetaalde en minder goedbetaalde vakantiebaantjes en aan elk baantje zitten voor- en nadelen. 5 A informeren en opiniëren 6 C een uiteenzetting en een beschouwing Opdracht 10 Eigen uitwerking. Opdracht 11 Eigen uitwerking. Opdracht 12 Eigen uitwerking. © Noordhoff Uitgevers, 2023 Gedownload door Maarten Van Daalen (maartenvandaalen056@gmail.com) 7 lOMoARcPSD|45806174 Nieuw Nederlands 7e editie – 4 hv Antwoorden 1 Meer dan lezen - § 3 Interview § 3 Interview Opdracht 1 geestelijk vader (al. 2) decennia (al. 2) medio (al. 2) gedateerd (al. 2) abdij (al. 7) signeersessie(al. 7) ons ei kwijt kunnen (al. 8) doorgaans (al. 9) vette knipoog (al. 9) nostalgie (al. 10) – – – – – – – – – – bedenker tientallen jaren midden ouderwets gebouw waar monniken of nonnen wonen en werken; klooster bijeenkomst waarbij de schrijver het boek signeert doen wat wij graag willen doen over het algemeen ironische verwijzing heimwee naar vroeger Opdracht 2 1 De geïnterviewde is Peter van Dongen, een Nederlandse striptekenaar. 2 De aanleiding om hem te interviewen is het verschijnen van De laatste zwaardvis, de nieuwste Blake en Mortimer. Peter van Dongen is een van de twee tekenaars van dat album. 3 Teun Berserik en Peter van Dongen hebben allebei een helft van de 62 pagina’s gemaakt. Ze hebben hun eigen helft helemaal alleen getekend. 4 Met recreëren bedoelt Peter van Dongen dat hij een al bestaande creatie verder uitwerkt aan de hand van een scenario van iemand anders. Met creëren bedoelt hij dat hij dat scenario moet tekenen en oplossingen voor bepaalde problemen moet bedenken. 5 Asterix en Lucky Luke gaan wel een beetje met hun tijd mee, Blake en Mortimer niet. 6 Men dacht dat vrouwen in strips de jonge jongens zouden opwinden en dat wilde men niet. 7 Eigen antwoord, bijvoorbeeld: - Op welke manier werken jullie samen? - Wat is daar apart aan? - Hoe populair is de reeks Blake en Mortimer? - Is het niet vreemd dat er nauwelijks vrouwen in Blake en Mortimer voorkomen? - Hoe komt het dat er nauwelijks vrouwen in Blake en Mortimer voorkomen? 8 Eigen antwoord, bijvoorbeeld: - de oplage van de nieuwe Blake en Mortimer - de geschiedenis van Blake en Mortimer - met de tijd meegaan (of niet) Opdracht 3 1 deelname aan songfestival (al. 1-6) zenuwen/angsten (al. 7-9) (belang van) publiek (al. 10-12) vakantie (al. 13-14) 2 Eigen uitwerking. Opdracht 4 1– 2 Wie is de geïnterviewde? Koen Caris, jong, debutant, toneelschrijver, veel prijzen Wat is de aanleiding voor het interview? debuutroman Stenen eten, lovende kritieken Waarover gaat Koen Caris’ debuut? mysterythriller, dorp met zelfmoorgolf onder jongeren, hoofdpersoon: met zichzelf in het reine komen © Noordhoff Uitgevers, 2023 Gedownload door Maarten Van Daalen (maartenvandaalen056@gmail.com) 8 lOMoARcPSD|45806174 Nieuw Nederlands 7e editie – 4 hv Antwoorden 1 Meer dan lezen - § 3 Interview Waarom is de toneelschrijver Koen Caris een roman gaan schrijven? - als toneelschrijver: vooral in opdracht van regisseurs en gezelschappen = andermans verhaal - dit verhaal: begon in achterhoofd te broeien, wilde dat niet uit handen geven, voor zichzelf houden roman Wat zijn de verschillen tussen een roman schrijven en schrijven voor toneel? toneel: alleen de buitenkant – binnenwereld: door handelingen of gesproken tekst – je bent medemaker, werkt veel samen roman: ruimte om die binnenwereld te beschrijven – je schrijft in relatieve eenzaamheid Waardoor was het manuscript in eerste instantie veel te dik? eindelijk binnenwereld beschrijven veel te veel: alle bijvoeglijke naamwoorden, nog een beschrijving, nog een beeld Hoe werd het manuscript uiteindelijk veel korter? strenge, gevreesde redacteur: Sander Blom – 90.000 60.000 woorden Waarom wil Koen Caris geen poëzie schrijven? te moeilijk, kan niet zo scherp schrijven Wat hoopt Koen Caris in de toekomst te gaan doen? combinatie schrijven voor toneel + schrijven van romans – eventueel film bezig met idee voor tweede roman 3 Eigen uitwerking. Opdracht 5 Eigen uitwerking. © Noordhoff Uitgevers, 2023 Gedownload door Maarten Van Daalen (maartenvandaalen056@gmail.com) 9 lOMoARcPSD|45806174 Nieuw Nederlands 7e editie – 4 hv Antwoorden 1 Meer dan lezen - § 4 Stappenplan Lezen § 4 Stappenplan Lezen Opdracht 1 – Opdracht 2 1 Het onderwerp is: milieubelasting door bezorging van online bestellingen en manieren om die belasting terug te dringen. Zie de grijze markeringen in de uitwerking (onder de antwoorden) in de titel en in alinea 1. 2 Eigen antwoord – Waarschijnlijk bestellen jij en je huisgenoten ook weleens wat online, neem je weleens pakketjes in ontvangst of zie je bezorgbusjes door de straat rijden. 3 Eigen antwoord, bijvoorbeeld: Hoe erg wordt het milieu dan belast? Kun je rekening houden met het milieu bij het plaatsen van bestellingen? En wat voor stappen moet je dan nemen? 4 De inleiding bestaat uit alinea 1: daarin wordt het onderwerp geïntroduceerd. Zie in de uitwerking de streep tussen alinea 1 en 2. 5 Het slot bestaat uit alinea 11: je herkent het aan ‘Kortom’. Zie in de uitwerking de streep tussen alinea 11 en 12. 6 Het middenstuk bestaat uit twee delen: het eerste deel (al. 2 en 3) gaat over de problematische gevolgen van de grote hoeveelheden bestelde en bezorgde pakketjes (belasting van het milieu); het tweede deel (al. 4 t/m 10) gaat over oplossingen om de problematische gevolgen te verkleinen. Alleen de oplossingen worden aangekondigd in een structurerende zin: de eerste zin van alinea 4. Elk deel is verdeeld in deelonderwerpen: zie de dunne strepen tussen de alinea’s die elk bij een ander deelonderwerp horen. 7 Ja, de tekst geeft inderdaad aan hoe erg het milieu wordt belast en hoe je rekening kunt houden met het milieu bij het plaatsen van online bestellingen. 8 logistiek (al. 2) – alles wat nodig is om een goederenstroom goed te laten verlopen, zoals organisatie, planning en uitvoering branche (al. 2) – bedrijfstak; groep van bedrijven die ongeveer dezelfde (deel)producten maken/verkopen impact (al. 3) – effect(en); gevolg(en) efficiënter (al. 4) – doelmatiger; geschikter voor het doel binnen afzienbare termijn (al. 5) – binnenkort; over niet al te lange tijd subiet (al. 5) – onmiddellijk desgevraagd (al. 6) – toen ernaar geïnformeerd werd relatief (al. 7) – nogal; tamelijk gereduceerd (al. 8) – verminderd; tot lager/minder teruggebracht nuanceert (al. 9) – licht toe (met oog voor de verschillende kanten van een vraagstuk) in de regel (al. 10) – meestal; over het algemeen 9 Zie de gele markeringen in de uitwerking. De kernzinnen van alinea 8 en 10 moet je zelf formuleren op basis van de geel gemarkeerde zinnen/zinsgedeelten: - alinea 8: Teruggestuurde producten waarvan de doos beschadigd is of helemaal ontbreekt, kunnen trouwens niet altijd meer verkocht worden. - alinea 10: Kleine artikelen kunnen we beter niet online kopen, maar grote pakketten thuis laten bezorgen is voor het milieu zo slecht nog niet. 10 Signaalwoorden voor verbanden tussen alinea’s: Zie de blauw gemarkeerde woorden in de uitwerking. 11 Zie de cursieve kopjes in de linkermarge bij alinea 2, 3, 4, 6, 7 en 9. 12 Woorden die de functie van (een deel van) een alinea aanduiden, staan niet in de tekst. 13 Alinea’s of delen ervan die kunnen worden aangeduid met een functiewoord: zie de nietcursieve aanduidingen in de linkermarge. © Noordhoff Uitgevers, 2023 Gedownload door Maarten Van Daalen (maartenvandaalen056@gmail.com) 10 lOMoARcPSD|45806174 Nieuw Nederlands 7e editie – 4 hv Antwoorden 1 Meer dan lezen - § 4 Stappenplan Lezen 14 Woorden die een belangrijk verband tussen (delen van) zinnen aangeven: zie de groen gemarkeerde woorden. 15 C probleem-oplossingsstructuur – Je kunt dat zien aan de functiewoorden in de linkermarge. De oplossingen zorgen overigens niet voor de verdwijning van het probleem. Het wordt wel kleiner. 16 De hoofdgedachte is de kernzin van alinea 11. 17 Het (belangrijkste) tekstdoel is informeren. 18 De tekstsoort is uiteenzetting. Online pakketjes bestellen: zo doe je het milieuvriendelijk probleemstelling Veel CO2uitstoot gevolg Veel afval gevolg Bezorgadres oplossing nuancering [1] Ieder jaar doen we meer aankopen op het internet. In 2020 bereikte de Nederlandse online koopdrift een hoogtepunt met 335 miljoen bestellingen. Dat zijn dagelijks honderdduizenden pakketjes die naar onze voordeuren worden gebracht. Hoe belastend voor het milieu is dat? [2] Kijk je puur naar de milieuvervuiling door rondscheurende busjes, dan stoot de zogenaamde ecommercelogistiek jaarlijks 252.000 ton CO2 uit, zo blijkt uit een onderzoek uit 2018 uitgevoerd in opdracht van brancheorganisatie Topsector Logistiek. Dat staat gelijk aan de jaarlijkse uitstoot van zo’n 28 duizend Nederlanders, zeg: de gemeente Culemborg. En dan zijn supermarktbezorgers nog niet meegerekend. Overigens blaast een bedrijf als Tata Steel in een week eenzelfde hoeveelheid kooldioxide de lucht in. [3] Naast de uitstoot is er een ander vervelend gevolg voor het milieu. Het aantal pakketjes dat we thuis laten bezorgen, groeit alleen maar en dat belast de wereld met veel afval: verpakkingsmateriaal en onverkoopbare retourneringen. [4] Gelukkig kun je met vrij eenvoudige stappen de klimaatimpact van je bestellingen flink terugdringen. Om te beginnen kun je je bestelling het best laten bezorgen bij een afhaalpunt in de buurt, in plaats van bij je eigen voordeur. Dat kan in theorie tot een flinke vermindering van de CO2-uitstoot leiden. Het bestelbusje hoeft immers langs minder deuren te gaan en kan daardoor efficiëntere routes rijden. [5] Die logica gaat wel pas op wanneer we daadwerkelijk veel minder aan huis laten bezorgen. Wanneer we minstens de helft van onze pakketjes bij een afhaalpunt laten afleveren, dan daalt de uitstoot van bestelbusjes met 17 procent, berekende TNO – toch de uitstoot van bijna 5.000 Culemborgers. Er zijn nog grote stappen te zetten: in 2020 werd slechts 6 procent van alle © Noordhoff Uitgevers, 2023 Gedownload door Maarten Van Daalen (maartenvandaalen056@gmail.com) 11 lOMoARcPSD|45806174 Nieuw Nederlands 7e editie – 4 hv Antwoorden 1 Meer dan lezen - § 4 Stappenplan Lezen pakketjes bij een afhaalpunt bezorgd. De Autoriteit Consument en Markt (ACM) moedigt daarom aan dat er in zulke punten wordt geïnvesteerd. PostNL is daar al flink mee bezig. Zo wil het postbedrijf binnen afzienbare termijn 1.500 extra onbemande pakketpunten geplaatst hebben. Belangrijk is overigens wel dat je je pakketje lopend of met de fiets ophaalt, anders verdampt je duurzaamheidsvoordeel subiet. [6] Verder moet je spoedbestellingen vermijden als het even kan, tipt Ellen de Lange, beleidsadviseur op het gebied van duurzaamheid bij platform Thuiswinkel.org. Bij zo’n oplossing spoedbestelling moet er speciaal voor jou een busje de weg op. Daardoor wordt er veel meer CO2 uitgestoten dan wanneer je bestelling mee kan met de pakketjes van de volgende dag. Overigens zijn we als het om spoedbestellingen gaat al goed bezig: PostNL laat desgevraagd weten dat slechts 0,5 procent van de bezorgingen om een haastklus gaat. Spoedbestellingen [7] Je moet ook niet al te makkelijk pakketjes terugsturen. In Nederland is retourneren relatief eenvoudig en bovendien vaak gratis. Daardoor zijn we Europees koploper oplossing terugsturen. Vorig jaar ging het om maar liefst 23 miljoen bestellingen. Dat waren dus allemaal pakketjes die een zinloos rondje door de distributieketen hebben gemaakt om uiteindelijk weer uit te komen bij de webshop – per pakketje goed voor in ieder geval 230 gram CO2-uitstoot. Dat betekent dat je van de uitstoot van onze retourneringen met een gemiddelde benzineauto 3000 keer van Amsterdam naar Beijing kunt rijden. [8] Teruggestuurde producten kunnen trouwens niet altijd meer verkocht worden, legt Achraf Aoulad uit, een van de oprichters van 2dekansje.com. Op dit online platform worden voor een gereduceerd tarief retourproducten van webshops aangeboden die winkels zelf niet meer verkocht krijgen. ‘Dat gaat vaak om producten waarvan de doos beschadigd is of helemaal ontbreekt.’ Consumenten denken vaak dat zo’n beschadigde doos niet uitmaakt, aldus Aoulad. ’Ze denken dat webshops in hun magazijn nog tien lege dozen ter vervanging hebben liggen. Maar zo werkt het niet. Zo‘n product zonder of met een beschadigde verpakking kan moeilijk opnieuw in de verkoop worden gedaan.’ Behandel een bestelling daarom altijd alsof je die wilt retourneren, adviseert Aoulad. ‘Maak de verpakking op een normale wijze open, zodat die in ieder geval weer netjes dichtgeplakt kan worden.’ Retourneren © Noordhoff Uitgevers, 2023 Gedownload door Maarten Van Daalen (maartenvandaalen056@gmail.com) 12 lOMoARcPSD|45806174 Nieuw Nederlands 7e editie – 4 hv Antwoorden 1 Meer dan lezen - § 4 Stappenplan Lezen [9] Tot slot: het is handig per aankoop te bekijken wat duurzamer is: online of in de winkel. Online shoppen is namelijk niet altijd vervuilender dan aankopen doen bij een fysieke winkel, nuanceert duurzaamheidsexpert De Lange. oplossing ‘Op de fiets naar de winkel is meestal duurzamer dan online bestellen. Daar staat echter tegenover dat één bestelbusje dat langs honderd adressen gaat, milieuvriendelijker is dan honderd mensen die met de auto naar de winkel rijden.’ [10] In de regel geldt dus: kleine artikelen die we normaal gesproken in de buurt zou kopen – bij de drogisterij bijvoorbeeld – kunnen we beter niet online kopen. Maar dat we steeds vaker grote pakketten thuis laten bezorgen, in plaats van allemaal zelf met de auto op en neer te gaan, dat is voor het milieu zo slecht nog niet. Afweging per aankoop conclusie + samenvatting [11] Kortom, het is helemaal niet zo moeilijk om rekening te houden met het milieu als je online pakketjes bestelt. Als je ze laat bezorgen bij een afhaalpunt, geen spoedbestellingen plaatst en de bestelde artikelen niet te makkelijk terugstuurt, ben je al goed bezig. En als je ook altijd per aankoop bekijkt wat duurzamer is: online kopen of in een winkel, is het helemaal mooi. Naar: Devi Smits, volkskrant.nl Opdracht 3 1 standpunt: Met het oog op de belasting voor het milieu kun je je bestelde pakketjes beter laten bezorgen bij een afhaalpunt in de buurt. Ó argument: Dat kan in theorie tot een flinke vermindering van de CO2-uitstoot leiden. Ó subargument: Het bestelbusje kan efficiëntere routes rijden. Ó subargument: Het bestelbusje hoeft langs minder deuren te gaan. 2 Ze gebruikt die woorden hier omdat bezorgen bij een afhaalpunt alleen CO2-uitstoot bespaart als we minstens de helft van onze pakketjes daar laten bezorgen én als we die pakketjes lopend of op de fiets ophalen. 3 wat het in de praktijk voor het milieu betekent als we 23 miljoen pakketjes à 230 gram CO2uitstoot retourneren 4 in het geval dat honderd mensen iets laten bezorgen door hetzelfde busje in plaats van allemaal naar een winkel te rijden 5 Eigen antwoord. 6 Eigen antwoord. Opdracht 4 1 Eigen antwoord. Zie voorbeelduitwerking hieronder. © Noordhoff Uitgevers, 2023 Gedownload door Maarten Van Daalen (maartenvandaalen056@gmail.com) 13 lOMoARcPSD|45806174 Nieuw Nederlands 7e editie – 4 hv Antwoorden 1 Meer dan lezen - § 4 Stappenplan Lezen Zelf te formuleren kernzinnen: - alinea 1: Mijn handschrift is behoorlijk slecht en als ik meer dan tien regels met een pen op papier krabbel, krijg ik kramp in mijn hand. - alinea 2: Hoe erg zou het zijn als onze handschriften door al het getyp op computers en telefoons naar de haaien gaan? - alinea 6: Je kunt beter aantekeningen met de hand maken dan op je laptop, want daardoor onthoud je ze beter. - alinea 7: Dat geldt ook voor letters die je leert: wie letters leert op de computer, herkent ze daarna minder goed dan als je ze met een pen hebt geschreven. Slijtend schrift [1] Mijn handschrift is behoorlijk slecht. Het is een mengelmoes van losse en aan elkaar geschreven letters. Mijn a’s lijken verdacht veel op u’s. Vooral als ik snel aantekeningen maak, is mijn schrijven bijna onleesbaar. Ik moet aantekeningen daarom diezelfde dag nog zien uit te werken, want de volgende dag kan ik er geen chocola meer van maken. Als ik meer dan tien regels met een pen op papier krabbel, krijg ik kramp in mijn hand. [2] Dat is allemaal niet zo gek natuurlijk. Immers, wanneer schrijf ik nog iets met pen en papier? Mijn stukken voor Quest typ ik op de computer, net als e-mails. Korte berichtjes typ ik op mijn telefoon. Het enige schrijven dat ik wel met de hand doe, is aantekeningen maken, ansichtkaarten volkrabbelen en zo nu en dan een ouderwetse brief naar mijn vader sturen. Ook kinderen schrijven steeds meer op de computer. Worden hun handschriften ook steeds onleesbaarder? Zullen onze handschriften door al dat getyp naar de haaien gaan? En hoe erg zou dat dan eigenlijk zijn, als we toch computers hebben om mee te schrijven? Fijne motoriek [3] Of ons handschrift echt verloedert, is lastig te zeggen, want daar bestaan geen harde cijfers over. Wat in elk geval wel geldt, is dat je schrijfmotoriek achteruitgaat als je de pen niet zo vaak meer hanteert. Dat ervaar ik zelf ook. ‘Oefening baart kunst’, verklaart Sabrine van Everdingen. Ze is handschriftdocent aan de Katholieke Pabo in Zwolle en lid van het Platform Handschriftontwikkeling. Van Everdingen: ‘Die schrijfbewegingen zitten in je motorisch geheugen opgeslagen. Ze moeten echter wel worden onderhouden door te oefenen.’ [4] Hoe erg zou het zijn als je dat niet doet? vraag ik mij af. Ik kan toch typen? Helaas lijkt het erop dat niet alleen de schrijfmotoriek, maar ook andere fijnmotorische vaardigheden verslechteren naarmate je minder vaak schrijft, zo zagen onderzoekers van de TU Dortmund (Duitsland) in 2011. Ze lieten twee groepen volwassenen een aantal motorische testjes doen, waaronder het met een pen volgen van een lijn zonder af te wijken. De eerste groep van twaalf mensen gebruikte in © Noordhoff Uitgevers, 2023 Gedownload door Maarten Van Daalen (maartenvandaalen056@gmail.com) 14 lOMoARcPSD|45806174 Nieuw Nederlands 7e editie – 4 hv Antwoorden 1 Meer dan lezen - § 4 Stappenplan Lezen het dagelijks leven vooral de computer om te schrijven. De acht personen in de tweede groep gebruikten juist amper een computer, maar vooral pen en papier. Het lijntje volgen bleek voor de computermensen veel lastiger. Ze deden langer over de taak en maakten meer fouten dan de penschrijvers. Als zoiets eenvoudigs al lastiger wordt als je weinig met de pen schrijft, worden andere taken die fijne motoriek vereisen vermoedelijk ook lastiger, zoals een randje netjes kitten of een draadje door een naald doen. Kwaliteit teksten [5] Er valt misschien best mee te leven dat we motorisch wat minder sterk worden, maar er is meer aan de hand. Wát je schrijft, is namelijk ook van mindere kwaliteit als je typt in plaats van de pen hanteert. Zo blijkt uit onderzoek van de Michigan State University (VS) uit 2004 dat getypte essays inhoudelijk minder goed worden beoordeeld dan handgeschreven exemplaren. Dat heeft er waarschijnlijk mee te maken dat je langzamer schrijft dan dat je typt. Langzamer aan een tekst werken zorgt voor een betere tekst. Dat merkten ook onderzoekers van de Canadese University of Waterloo in 2016. Zij lieten ervaren typers met twee handen een tekst tikken, of met één. Uiteraard ging dat laatste een stuk langzamer, maar de teksten die met één hand waren getypt, werden wel beter beoordeeld. De onderzoekers vermoeden dat langzamer werken ervoor zorgt dat je meer tijd hebt om naar de juiste woorden te zoeken. Dat resulteert in een grotere woordvariatie en een fijnere tekst. Speciaal om die reden heb ik de eerste versie van dit verhaal met de hand geschreven (met één hand typen had ook gekund). Dit zou dus een van mijn fraaiere verhalen moeten zijn. Leren en onthouden [6] Schrijven is op nog meer terreinen te prefereren boven typen. In 2014 ontdekten onderzoekers van de Princeton University (VS) dat je in bijvoorbeeld een collegezaal beter aantekeningen met de hand kunt maken dan op je laptop. Dat zorgt er namelijk voor dat je de inhoud van het college beter onthoudt, zodat je die zowel een half uur na het college als een week later nog steeds weet. De onderzoekers denken dat dit komt doordat typen sneller gaat. Wie typt, neemt vaak vrij gedachteloos en letterlijk over wat er verteld wordt. Maar wie de pen gebruikt, heeft domweg geen tijd om álles op te schrijven. Dat dwingt je om de informatie alvast in je hersenen te verwerken. Van Everdingen: ‘Het samenvatten dwingt je om de hoofdzaken van bijzaken te onderscheiden en alles in je eigen woorden op te schrijven.’ © Noordhoff Uitgevers, 2023 Gedownload door Maarten Van Daalen (maartenvandaalen056@gmail.com) 15 lOMoARcPSD|45806174 Nieuw Nederlands 7e editie – 4 hv Antwoorden 1 Meer dan lezen - § 4 Stappenplan Lezen [7] Wat voor aantekeningen maken geldt, gaat ook op voor de letters die je leert. Onderzoekers van de Université Paul Sabatier in Frankrijk leerden volwassenen nieuwe, niet-bestaande letters door ze die te laten schrijven met de hand, óf door ze die te laten indrukken op een toetsenbord. Wie de letters had geleerd op de computer, herkende ze daarna minder goed dan wie ze met een pen had geschreven. De Franse wetenschappers herhaalden dit met kinderen die nog helemaal niet konden lezen en schrijven. Bij hen gebeurde exact hetzelfde: de schrijvende kinderen onthielden de letters beter. Dit komt doordat hun brein niet alleen de letter opslaat, maar ook de beweging die erbij hoort. Als je schrijft, wordt je hersengebied actief dat betrokken is bij motorische handelingen. Normaal licht dit gebied óók op in het deel van het brein dat actief is als je leest. Maar dit gebeurde uitsluitend bij de ‘schrijfkinderen’. Bij kinderen die de letters slechts van plaatjes kenden, lichtte het ‘leesgebied’ niet op. [8] Blijkbaar is leren lezen iets anders dan alleen de vorm van de letters herkennen. De Amerikaanse onderzoekers denken daarom dat kinderen het best leren lezen als ze karakters leren met behulp van een pen. Dat zorgt er volgens de wetenschappers namelijk voor dat ze dezelfde letter steeds in verschillende vormen zien. Kinderen schrijven een nieuwe letter niet in één keer exact hetzelfde als het voorbeeld. Deze variatie maakt dat ze de letters beter herkennen en sneller en makkelijker kunnen lezen. [9] Leren lezen en schrijven door te typen lijkt dus niet de beste methode, maar of het echt ernstige nadelen heeft als we nooit leren een pen te hanteren, staat niet vast. Het is bovendien lastig te onderzoeken. Iedereen leert op de basisschool immers nog steeds met een pen schrijven, aldus handschriftdocent van Everdingen. ‘Handschriften zijn dan ook voorlopig nog niet uitgestorven, hoewel ik wel constateer dat ze steeds slechter worden.’ Dat komt volgens haar doordat het handschriftonderwijs achteruit hobbelt. ‘Leraren denken soms dat kinderen schrijfvaardigheid niet meer nodig hebben, omdat ze toch alleen maar met een tablet, laptop of computer in de weer zijn. Kunnen schrijven is echter geen doel op zich. Die docenten vergeten de positieve bijeffecten ervan.‘ Naar: Elly Posthumus, Quest mengelmoes (al. 1) – ongeregelde troep; geheel van zaken waartussen geen verband bestaat kan er geen chocola van maken (al. 1) – begrijp er niets van naar de haaien gaan (al. 2) – verdwijnen; verloren gaan verloedert (al. 3) – langzaam steeds slechter of lelijker wordt © Noordhoff Uitgevers, 2023 Gedownload door Maarten Van Daalen (maartenvandaalen056@gmail.com) 16 lOMoARcPSD|45806174 Nieuw Nederlands 7e editie – 4 hv Antwoorden 1 Meer dan lezen - § 4 Stappenplan Lezen motoriek (al. 3) Oefening baart kunst. (al. 3) naarmate (al. 4) amper (al. 4) kitten (al. 4) te prefereren boven (al. 6) karakters (al. 8) – – – – – beweeglijkheid van het lichaam Door te trainen word je ergens goed in. in dezelfde verhouding; gelijk opgaand met bijna nooit; nauwelijks iets dichtmaken met kit (een lijmachtige dikke vloeistof) – een betere keus dan (prefereren = verkiezen; liever willen) – letters; geschreven tekens 2 1 met de hand schrijven 2 uit alinea 1 en 2 3 Zie onder de tekst in de uitwerking van het stappenplan. 4 bij alinea 5 5 bij alinea 6 6 door onderzoeksresultaten als bewijs te geven © Noordhoff Uitgevers, 2023 Gedownload door Maarten Van Daalen (maartenvandaalen056@gmail.com) 17 lOMoARcPSD|45806174 Nieuw Nederlands 7e editie – 4 hv Antwoorden 1 Meer dan lezen - § 4 Stappenplan Lezen 7 A1 Je ziet een nieuwe letter op een plaatje. B1 f Je schrijft een nieuwe letter op. à à A2 c Je brein slaat de nieuwe letter op. B2 b Je brein slaat niet alleen de letter op, maar ook de beweging die bij het schrijven van de nieuwe letter hoort in het hersengebied dat betrokken is bij motorische handelingen. A3 e Je onthoudt de nieuwe letter redelijk goed. à à B3 a Het hersengebied dat betrokken is bij motorische handelingen, licht op als je de nieuwe letter leest. à B4 Je onthoudt de nieuwe letter heel goed. 8 Leraren denken soms dat kinderen schrijfvaardigheid niet meer nodig hebben omdat ze toch alleen maar met een tablet, laptop of computer in de weer zijn. Daarbij vergeten ze dat met de hand schrijven ook gunstige bijeffecten heeft. (37 woorden) 9 Nee, want alinea 9 bevat weliswaar een conclusie, maar voegt ook nieuwe informatie toe en dat is niet gebruikelijk in een afrondende alinea. 10 Twee van de volgende: - argumenterend verband: want (al. 1), Immers (al. 2), namelijk (al. 5) - opsommend verband: Ook (al. 2), nog meer (al. 6), bovendien (al. 9) - tegenstellend verband: echter (al. 3), maar (al. 4), hoewel (al. 9) 11 vraag-antwoordstructuur 12 B Of niet met de hand schrijven ernstige nadelen heeft, is onbekend, maar met de hand schrijven is goed voor je fijne motoriek, helpt bij het onthouden en leidt tot betere teksten. 13 informeren, want de auteur wil de lezen ergens van op de hoogte brengen 14 uiteenzetting, want de tekst bevat veel uitleg in de vorm van onderzoeksresultaten met toelichting 3– 4– © Noordhoff Uitgevers, 2023 Gedownload door Maarten Van Daalen (maartenvandaalen056@gmail.com) 18 lOMoARcPSD|45806174 Nieuw Nederlands 7e editie – 4 hv Antwoorden 1 Meer dan lezen - § 5 Schematische afbeeldingen § 5 Schematische afbeeldingen Opdracht 1 1 Eigen antwoord. 2 bij alinea 1 3 [3] Zelf vindt hij het niet verstandig om elektrische fietsen te verkopen aan jongeren onder de zestien. ‘Het gaat om een flink bedrag natuurlijk. We willen dat mensen er zeker van zijn voordat ze dat geld uitgeven.’ Hij denkt ook dat jongeren roekelozer kunnen zijn in het verkeer. ‘We horen weinig over ongelukken, maar het is toch altijd goed als er bij het kopen ouders bij zijn. Anders vind ik het niet slim om een elektrische fiets mee te geven.’ 4 dat mensen, dus ook jongeren, soms dure aankopen doen zonder goed na te denken of ze die wel nodig hebben 5 Eigen antwoord. 6 [4] Volgens hoogleraar transportbeleid Bert van Wee is het niet gek dat jongeren op elektrische fietsen vaker betrokken zijn geweest bij verkeersongelukken. ‘De fiets is al gevaarlijker dan de auto. De elektrische fiets is nóg gevaarlijker’, legt hij uit. ‘Jongeren kunnen minder goed snelheid inschatten. Bovendien zijn ze vaak competitief, dus willen ze sneller zijn dan hun vrienden.’ 7 in de categorieën 85-89 en 90+ 8 Mensen in die leeftijdscategorieën fietsen niet zo vaak meer en al helemaal niet op een elektrische fiets. 9 B extra informatie bij de tekst geven 10 Wielrijders op fietstypen waarop een hoge snelheid gehaald kan worden, zoals de elektrische fiets, de mountainbike, de racefiets, de bromfiets en de snorfiets – dus eigenlijk alles behalve de gewone fiets. Door die hoge snelheid kunnen de fietsers minder goed reageren op bijvoorbeeld kuilen, palen of andere weggebruikers en als het dan misgaat, is de klap vele malen harder dan bij een gewone fiets (zie alinea 5). 11 probleem Het is onveilig voor fietsers. oplossing 1 De verkeersveiligheid moet verbeterd worden. • manier 1 Voorlichting en campagnes moeten jongeren bewust maken van de gevaren en van het belang van een helm. • manier 2 Er moeten minder paaltjes op de weg staan. • manier 3 De maximumsnelheid voor auto’s in de bebouwde moet terug naar bijvoorbeeld 30 km/u. oplossing 2 De maximumsnelheid van elektrische fietsen moet verlaagd worden. • nadeel Een lange afstand fietsen wordt minder interessant, waardoor mensen toch met de auto gaan en dat is weer niet goed voor de gezondheid. 12 negatief standpunt: Er moet geen helmplicht komen voor snelle fietsers. argument: Met een helm op mis je het gevoel van vrijheid dat je ervaart als je fietst met je haar in de wind. positief standpunt: Er moet wel een helmplicht komen voor snelle fietsers. argument: Door een helmplicht lopen fietsers minder kans op zwaar letsel bij een ongeluk. / Door een helmplicht worden veel medische kosten, verdriet en ellende voorkomen. 13 - ontkrachting van het argument bij het negatieve standpunt: Het gevoel van vrijheid is lang niet zo belangrijk als het voorkomen van zwaar letsel bij een ongeluk. - ontkrachting van het positieve standpunt: Met de helmplicht pak je de werkelijke oorzaak voor de vele ongelukken met snelle fietsen niet aan. © Noordhoff Uitgevers, 2023 Gedownload door Maarten Van Daalen (maartenvandaalen056@gmail.com) 19 lOMoARcPSD|45806174 Nieuw Nederlands 7e editie – 4 hv Antwoorden 1 Meer dan lezen - § 5 Schematische afbeeldingen Opdracht 2 1 Eigen antwoord. 2 extra informatie bij de tekst geven – In de tekst wordt wel gezegd dat er een Schijf van Vijf is, waarin staat uit welke groepen voedingsmiddelen je elke dag moet eten, maar het wordt niet duidelijk welke voedingsmiddelen dat zijn. In de afbeelding worden deze wel genoemd en het onderschrift bij de afbeelding geeft ook aan welke belangrijke voedingsstoffen er in de genoemde voedingsmiddelen zitten. 3 De Schijf van Vijf laat zien uit welke vijf groepen voedingsmiddelen je elke dag moet eten. Het onderschrift geeft aan welke voedingsstoffen er in die groepen voedingsmiddelen zitten (zoals vitaminen, mineralen en eiwitten). De afbeelding over voedingsstoffen geeft aan waarom die voedingsstoffen nodig zijn voor je lichaam: om je energie te geven (brandstoffen), om je botten en spieren sterk te houden (bouwstoffen) en om je lichaam te beschermen (beschermende stoffen). 4 - brandstoffen, want hij krijgt geen/minder koolhydraten binnen - bouwstoffen, want hij krijgt geen/minder mineralen en eiwitten binnen - beschermende stoffen, want hij krijgt geen/minder vezels en vitamine B-complex binnen 5 vitamine C 6 Iemand die geen vitamine C binnenkrijgt, krijgt last van verminderde weerstand, gewichtsverlies, vermoeidheid, gewrichtsklachten, slechte wondgenezing en problemen met de opbouw van bindweefsel. Kortom: hij krijgt een zwakker en vermoeider lichaam, waardoor hij sneller ziek kan worden. 7 Ze vallen elk maar onder één voedingsstof. 8 De auteur van de tekst, want zij zegt dat vezels goed zijn voor je darmen (Bob zegt van niet). Uit de afbeelding over voedingsstoffen blijkt inderdaad dat vezels tot de beschermende voedingsstoffen behoren. 9 Eigen antwoord. Opdracht 3 1 - Als het de voedingsstoffen bevat die je nodig hebt om te functioneren. (al. 3) - Als het voldoende calorieën bevat (niet te veel en niet te weinig). (al. 4) - Als het veilig is, dus vrij van de listeriabacterie en vrij van bederf. (al. 5) 2 Er gaat energie je lichaam in (door voeding) en er gaat energie je lichaam uit (door activiteiten). Als je over langere tijd net zoveel energie binnenkrijgt als je verbruikt, dan kom je niet aan. Dat noem je de energiebalans. 3 Veel hypediëten zijn niets nieuws; ze worden alleen anders gepresenteerd. 4 - Kennis ontwikkelt zich (we weten nu meer dan vroeger). - Elke onderzoeker heeft zijn eigen vakgebied: als iets op zíj́ n vakgebied goed is, hoeft dat op een ander gebied niet zo te zijn, maar het ‘goede’ nieuws verschijnt wel meteen op een nieuwssite. - Mensen zijn gevoeliger voor ‘geinig’ nieuw onderzoek dan voor verstandige richtlijnen. 5 Eigen antwoord, bijvoorbeeld: - Quinoa is een superfood, want het bevat veel vezels en verschillende vitamimen (B2 en E) en mineralen (magnesium, ijzer, zink en koper). Ook is het een goede bron van antioxidanten. Hier kun je het volgende tegenin brengen: Hoewel quinoa in vergelijking met andere granen een aantal voordelen heeft (een hoog eiwitgehalte en een goede eiwitkwaliteit, die te vergelijken is met vlees of ei), is dit voor de meeste mensen geen pluspunt, want gemiddeld gezien nemen we al te veel eiwitten op via de voeding. Voor vegetariërs en veganisten, die wel moeten letten op de inname van eiwitten, is quinoa een goede vleesvervanger. De status van superfood is dus overdreven. - Chocolade is goed voor de gezondheid: het heeft een gunstig effect op hart- en bloedvaten. Hier kun je het volgende tegenin brengen: Hoewel uit sommige onderzoeken blijkt dat er inderdaad een klein positief effect is, kun je toch beter niet te veel chocolade eten. Deze lekkernij bevat namelijk ook veel verzadigd vet en calorieën. Chocolade staat niet in de Schijf van Vijf. © Noordhoff Uitgevers, 2023 Gedownload door Maarten Van Daalen (maartenvandaalen056@gmail.com) 20 lOMoARcPSD|45806174 Nieuw Nederlands 7e editie – 4 hv Antwoorden 1 Meer dan lezen - § 5 Schematische afbeeldingen 6 Bij gezondheidshypes worden bepaalde voedingsmiddelen voorgespiegeld als wondermiddelen. Mensen zijn geneigd in de magische werking van zulke middelen te geloven omdat het de makkelijkste weg is. 7 In de uitdrukking ‘voer voor verwarring’ wordt ‘voer’ figuurlijk gebruikt en betekent het iets als ‘gebeurtenissen, handelingen, uitingen’ waardoor verwarring ontstaat. Het grappige bij de titel van tekst 2 is dat de verwarring letterlijk door voer (voeding/voedsel) ontstaat. 8 Ja, want ‘hapklare’ betekent hier eigenlijk ‘makkelijk te begrijpen’, maar het gebruik van het woord in combinatie met de Schijf van Vijf (die over voedsel gaat) heeft een grappig effect. 9 Nee, want ‘lacht’ is neutraler. In ‘gniffelt’ zit iets stiekems (volgens Van Dale), waarmee bedoeld wordt dat het een beetje de betekenis van ‘uitlachen’ krijgt. Opdracht 4 aangesproken (al. 4) – gaven niet thuis (al. 4) – veganist (al. 4) – fossiele (al. 5) – atmosfeer (al. 5) – sceptici (al. 5) – bulkproducten (al. 7) – retailers (al. 7) – afbreuk doet (al. 8) – cruciaal (al. 9) – ter verantwoording geroepen reageerden niet iemand die geen dierlijke producten eet of gebruikt uit plantaardige of dierlijke resten bestaande luchtlaag om de aarde twijfelaars artikelen die in grote hoeveelheden verhandeld worden verkopers schade toebrengt van doorslaggevende betekenis Opdracht 4 1 links: Negatieve impact van koeien op het klimaat: auto’s: CO2 – koolstofdioxide – CO2 alinea 1 koeien: CH4 – methaan – CH4 alinea 1 Veeteelt veroorzaakt ‘van bodem tot bord’ 30% van alle uitstoot van broeikasgassen wereldwijd. alinea 2 Alle herkauwers (runderen, geiten en schapen) zorgen voor evenveel uitstoot van broeikasgassen als alle auto’s op de hele wereld. In de tekst wordt de uitstoot alleen aan koeien toegeschreven. Een groot deel van de uitstoot is methaan (CH4), afkomstig uit onder andere de scheten van koeien. Methaan wordt gevormd in een van de vier magen van de koe en is een heel krachtig broeikasgas. alinea 1 en 5 Gemeten over een periode van honderd jaar houdt methaan 34 keer zoveel warmte vast als CO2. alinea 5 rechts: Zo verminderen we de impact van koeien op het klimaat: Inkrimping van de veestapel 50% minder rundvlees (goed voor bomen/groen) alinea 7 80% minder dierlijke eiwitten zoals vlees en zuivel consumeren. alinea 4 Wat er daarnaast moet gebeuren voor een klimaatneutrale veehouderij: Meer duurzame energie (stal met zonnepanelen) / compensatie via windmolens komt niet expliciet in de tekst voor; er wordt wel gesproken over klimaatneutraal boeren in alinea 7 © Noordhoff Uitgevers, 2023 Gedownload door Maarten Van Daalen (maartenvandaalen056@gmail.com) 21 lOMoARcPSD|45806174 Nieuw Nederlands 7e editie – 4 hv Antwoorden 1 Meer dan lezen - § 5 Schematische afbeeldingen Meer biologische veehouderij alinea 8 Goed bodembeheer / natuurinclusieve landbouw alinea 8/9 Lokaal vervoer (vrachtauto met lupine, waarschijnlijk bestemd als veevoer) komt niet expliciet in de tekst voor 2 Nee, tenminste niet expliciet, maar: - dat er meer duurzame energie / compensatie via windmolens moet komen zou je kunnen afleiden uit de formulering dat er meer gedaan moet worden aan klimaatneutraal boeren (alinea 7); - dat er meer lokaal vervoer (bijv. van veevoer) moet komen, kun je afleiden uit de bijdrage die transport (ook scheep- en luchtvaart, dus (inter)nationaal transport) levert aan de uitstoot van broeikasgassen (alinea 2). Verder blijkt uit de infographic dat de industrie ook vervuilende stoffen uitstoot (zie de schoorsteen met de zwarte rookwolk bij de auto in de buurt), maar daar wordt in de tekst niets over gezegd. 3 Ja, want de tekstjes en de afbeeldingen op de infographic zijn goed te begrijpen. 4 in één oogopslag laten zien wat de hoofdzaken van de tekst zijn Opdracht 5 Opdracht 6 Eigen antwoord, bijvoorbeeld: 1 Aan een van de oevers van de Schelde, bij Colijnsplaat op het eiland Noord-Beveland in de provincie Zeeland, stonden in de derde eeuw een tempel en wat bijgebouwen die te maken hadden met de verering van Nehalennia. Het tempelcomplex was in de Romeinse tijd gebouwd op een zandige oeverafzetting. De Schelde was in die tijd nog niet erg breed en ook nog niet erg diep. De zandige afzetting lag op de oevers, maar ook op de bodem. Door oevererosie, waarbij het zand wegspoelde, verdween de zandige afzetting echter langzamerhand helemaal, zodat het tempelcomplex in de vierde eeuw uiteindelijk in de steeds breder wordende Schelde zakte. Daar bleven de brokstukken eeuwenlang op de bodem liggen, op een laag andere afzettingen, deels bedekt door een laag jong zeezand. © Noordhoff Uitgevers, 2023 Gedownload door Maarten Van Daalen (maartenvandaalen056@gmail.com) 22 lOMoARcPSD|45806174 Nieuw Nederlands 7e editie – 4 hv Antwoorden 1 Meer dan lezen - § 5 Schematische afbeeldingen In 1970 vond een visser delen van de tempel in zijn netten, terwijl hij in de zogenaamde Schaar van Colijnsplaat aan het vissen was. Zowel in 1970 als in 1971 werden er flink wat resten van de tempel en de inhoud ervan opgevist. (169 woorden) 2 Nehalennia was in de tweede en derde eeuw na Christus een beschermgodin van reizigers en handelaren. Het is niet bekend of ze een Keltische of een Germaanse godin was of dat ze uit een nog oudere traditie stamt. Opdracht 7 1 De markeringen in de tekst: [1] Slecht zijn met namen – veel mensen verontschuldigen zich ervoor. Maar waarom is het moeilijker om namen te onthouden dan andere woorden? [2] Steeds als we iets nieuws leren, ontstaan nieuwe verbindingen tussen hersencellen. De hoeveelheid hangt af van de soort informatie. Ervaringen en beelden zorgen voor veel meer hersenactiviteit dan woorden. Bovendien worden nieuwe verbindingen ook gekoppeld aan eerdere ervaringen of herinneringen die daarmee te maken hebben. [3] Op hersenscans is te zien dat bij het leren van een naam nog minder verbindingen worden gemaakt dan bij het leren van andere woorden, legt Boris Konrad uit, neurowetenschapper aan de Radboud Universiteit in Nijmegen. ‘Een naam is een woord dat vaak niet eens een betekenis heeft.’ Dat maakt bijvoorbeeld ook het leren van buitenlandse namen lastig. Konrad: ‘De naam ‘Kowalski’, een veel voorkomende naam in Polen, betekent ‘smid’. Als je dat weet omdat je Pools praat, is dat makkelijker dan wanneer je dat niet doet.’ [4] Namen betekenen niet alleen niets, ze zeggen ook niets over (een eigenschap van) de persoon in kwestie. Daarnaast heeft een naam geen synoniem, zoals er wel meerdere woorden zijn voor ‘winkel’ (boetiek, firma, handel, zaak) die je in plaats daarvan kunt gebruiken als je even niet meer op ‘winkel’ kunt komen. Ook bestaan (volledige) namen uit meerdere woorden. Met een beetje pech zit je zo op drie woorden die niets betekenen maar die je toch, in volgorde, moet onthouden. [5] Gelukkig zijn er genoeg trucjes om namen beter te onthouden. Konrad is behalve onderzoeker ook geheugentrainer en wint regelmatig grote wedstrijden. Zijn systeem (hij spreekt liever niet van ezelsbruggetjes) werkt als volgt. ‘Ik kijk eerst of ik iemand anders ken met de naam waar het om gaat. Dan denk ik gewoon aan die bekende, waardoor ik de naam van de nieuwe persoon makkelijker onthoud. Ken ik niemand met die voor- en/of achternaam, dan ga ik met de lettergrepen van die naam spelen en probeer ik er een verhaaltje van te maken. Bij ‘Kowalski’ denk ik dan aan iemand met een koffertje, met daarin een kleine walvis. Het is totaal niet realistisch, maar het helpt me wel die naam te onthouden.’ 2 Het oorzaak-gevolgschema: Namen hebben geen betekenis / Ò Namen zorgen bestaan uit meerdere woorden We zijn slecht zonder betekenis. voor weinig Ò in het verbindingen in onthouden van Ò onze hersenen Namen zeggen niets over (nieuwe) (minder dan (eigenschappen van) een persoon. beelden en namen. ervaringen). Ò Namen hebben geen synoniemen. 3– Opdracht 8 Eigen uitwerking. © Noordhoff Uitgevers, 2023 Gedownload door Maarten Van Daalen (maartenvandaalen056@gmail.com) 23 lOMoARcPSD|45806174 Nieuw Nederlands 7e editie – 4 hv Antwoorden 1 Meer dan lezen - § 6 Actief lezen § 6 Actief lezen Opdracht 1 op kunnen tegen (al. 1) transformeren (al. 6) oproepen (al. 6) afzondering (al. 7) bepleiters (al. 8) afzetten tegen (al. 8) suggereren (al. 9) essentieels (al. 11) – – – – – – – – kunnen winnen van omvormen laten verschijnen situatie waarin je alleen bent, zonder anderen voorvechters; voorstanders negatief uitlaten over; afwijzen in de verbeelding laten ontstaan zeer belangrijks Opdracht 2 1 Eigen antwoord, bijvoorbeeld: De tekst gaat waarschijnlijk over het verschil tussen lezen en Netflixkijken, waarbij Netflix niet heel erg negatief uit die vergelijking naar voren komt. 2 Hij heeft het waarschijnlijk over leeftijdscategorieën boven de 60, want hij is zelf waarschijnlijk al gepensioneerd (uit de bron blijkt dat hij oud-docent is) en hij heeft het over ‘wij’. 3 (1) dat lezen vroeger bijna de enige mogelijkheid bood om (op het moment dat jij dat wilde) kennis te maken met een andere wereld dan die van jezelf; (2) dat lezen niet voor iedereen ontspannend is. 4 Hij vergelijkt boeken/literatuur lezen met fietsen op eigen kracht en films/series kijken met fietsen op een e-bike. 5 Eigen keuze, bijvoorbeeld: A Het is een goede vergelijking, want films/series kijken kost inderdaad minder inspanning dan boeken/literatuur lezen. B Het is een slechte vergelijking, want ouderen die op een e-bike fietsen, kunnen vaak niet meer goed op eigen kracht fietsen, maar jongeren die films/series kijken, kunnen – als ze willen – echt wel genoeg inspanning leveren om een boek/literatuur te lezen. 6/7/8 - overeenkomsten: zie de gele markeringen - lezen: zie de blauwe markeringen - series/films kijken: zie de groene markeringen Stimuleer het lezen, maar negeer Netflix niet [1] Er wordt tegenwoordig veel geschreven en gepraat over de neerwaartse spiraal van het lezen, met name van literatuur, door de jongere generaties. De belangrijkste oorzaak daarvan zou zijn dat boeken niet op kunnen tegen het beeldscherm en de krachten van Google, Apple Twitter, YouTube en Facebook. Daarbij horen ook Netflix, Videoland en HBO. Die bieden met name de jongere generaties verhalen die veel makkelijker te consumeren zijn dan wanneer zij zelf een verhaal moeten lezen. [2] Ik denk dat wij als oudere generaties te veel van onze eigen (lees)ervaringen uitgaan en vergeten dat wij lazen in een tijd dat boeken lezen bijna de enige mogelijkheid was om kennis te maken met een andere wereld dan die van onszelf. Natuurlijk bestonden er films en was er de tv, maar daarvan konden we alleen op bepaalde momenten genieten. Boeken waren altijd beschikbaar. [3] Wij ouderen vonden en vinden lezen niet inspannend, eerder ontspannend. Maar vergeten we daarbij niet dat de leesinspanning door jongeren anders wordt ervaren dan door ons? Ook jongeren houden van verhalen, maar ze kunnen kiezen uit twee aanbieders: het verhaal in boekvorm en het Netflixverhaal. [4] Ter vergelijking: toen de e-bike nog niet bestond, was fietsen op eigen kracht normaal. Het was de enige mogelijkheid om je per fiets te verplaatsen. De tijden veranderen en voor veel ouderen lijkt gewoon fietsen al snel een te zware inspanning geworden. Gelukkig is er de e-bike, die ervoor zorgt dat ze minder hoeven te trappen. © Noordhoff Uitgevers, 2023 Gedownload door Maarten Van Daalen (maartenvandaalen056@gmail.com) 24 lOMoARcPSD|45806174 Nieuw Nederlands 7e editie – 4 hv Antwoorden 1 Meer dan lezen - § 6 Actief lezen [5] Sinds mensen thuis op de bank een bioscoop hebben, komen jongeren al vroeg tot de ontdekking dat naar een verhaal kijken minder energie kost dan een verhaal lezen. En gelijk hebben ze. [6] Lezen vraagt nogal wat inspanning van de lezer: geconcentreerde aandacht en het transformeren van een wereld in woorden tot een verhaal. Je moet het verhaal zelf oproepen in je hoofd. Dat lukt alleen als je niet te moe bent. Zodra de concentratie wegvalt, stopt het verhaal. Een Netflixaflevering gaat er heel wat gemakkelijker in. Een verhaal in beelden ontrolt zich vanzelf, zelfs als je moe bent. Ook ik ervaar dat verschil als hartstochtelijk lezer en Netflixkijker. [7] Lezen vraagt om afzondering. Het is – wat klinkt dat vervelend – letterlijk een ‘asociale’ bezigheid. Lezen doe je in je eentje; een ander mag je niet storen. Het lukt vaak alleen in alle rust en stilte. Kom daar eens om in deze tijd. Netflixen kun je ook met z’n tweeën, gezellig ‘bingewatchen’, ondertussen al of niet ervaringen met elkaar delend. [8] Misschien moeten we als bepleiters van het lezen ons niet afzetten tegen dat kijken naar verhalen, maar jongeren het verschil laten ervaren tussen het lezen en kijken. Wat heeft dat ‘lastige’ lezen meer te bieden dan kijken? [9] Lezen biedt nog altijd mogelijkheden die beeldverhalen missen: door te lezen kun je je verplaatsen in de voor het oog verborgen wereld van gedachten en gevoelens van anderen. Netflix en andere beelddragers kunnen schitterend het handelen van personages vastleggen. Maar wat personages denken en voelen, kunnen ze alleen suggereren. [10] Alleen de roman biedt de mogelijkheid je echt te verplaatsen in de hoofden van anderen, hun gedachten en diepste gevoelens te leren kennen. Dat maakt lezen nog altijd uniek en waardevol. Alle reden dus om het literatuuronderwijs te stimuleren. [11] Maar dan is het wel zaak je niet af te zetten tegen Netflixkijken. Betrek het kijken naar verhalen veel meer bij het lezen van verhalen. Vergelijkend kijken en lezen levert mogelijk op dat jongeren tijdens het literatuuronderwijs ontdekken dat het lezen van een verhaal nog altijd iets essentieels biedt wat Netflix mist. Naar: John Louws, volkskrant.nl John Louws is oud-docent Nederlands. 9 kenmerkend voor kenmerkend voor lezen film/serie kijken • vraagt inspanning: je moet het verhaal zelf oproepen in je hoofdgemeen• vraagt geen/weinig inspanning: beeld ontrolt zich vanzelf schappelijk • lukt alleen als je niet te moe bent con• lukt ook als je moe bent • vraagt om afzondering sumptie • kan samen met anderen • vraagt om rust en stilte van een • biedt kennis van wat anderen verhaal • biedt mogelijkheid om te praten/ervaringen te delen denken en voelen • biedt alleen suggestie van wat personages denken en voelen 10 D Verdedigers van lezen moeten kijken naar verhalen niet afwijzen, maar ze moeten de kijkers het verschil laten ervaren tussen lezen en kijken. 11 overtuigen © Noordhoff Uitgevers, 2023 Gedownload door Maarten Van Daalen (maartenvandaalen056@gmail.com) 25 lOMoARcPSD|45806174 Nieuw Nederlands 7e editie – 4 hv Antwoorden 1 Meer dan lezen - § 6 Actief lezen 12 Eigen antwoord. Opdracht 3 dominant (al. 3) bedenkingen (al. 6) status (al. 7) op dezelfde golflengte zitten (al. 7) niettemin (al. 8) beduidend (al. 8) repertoire (al. 14) hilarische (al. 14) veroorlooft zich (al. 15) reputatie (al. 15) – – – – – – – – – – overheersend bezwaren sociale positie hetzelfde denken over bepaalde zaken toch; desondanks zo dat je het niet kunt negeren alle nummers van een artiest erg grappige staat zichzelf toe; geeft zichzelf toestemming goede naam Opdracht 4 1 Eigen antwoorden. 2 Eigen antwoorden. 3 Eigen antwoorden. 4 over de verklaring en het nut van het verschijnsel dat mannen moppen vertellen en dat vrouwen om die moppen lachen 5 (1) Humor kan je aantrekkelijk maken. (2) Humor kan je status verhogen. (3) Door humor kun je uitvinden of anderen hetzelfde denken over bepaalde zaken als jij. 6 Ze heeft bedenkingen bij de conclusie dat alleen mannen met humor intelligent zijn en dat vrouwen dan ook beter een grappige man kunnen uitkiezen als ze iemand willen die op verantwoorde wijze met eventuele kinderen zal omgaan. 7 Zie de gele markeringen in de tekst hieronder. 8 Zie de groene markeringen in de tekst hieronder. [8] Niettemin vinden vrouwen gevoel voor humor bij een man wel belangrijk. Andersom geldt dat veel minder sterk. Onderzoekers van de University of Maryland (VS) analyseerden in 1996 bijna 4000 contactadvertenties. Vrouwen gaven beduidend vaker aan dan mannen dat ze iemand zochten die hen aan het lachen kon maken. [9] Zelf brachten de vrouwen hun grappigheid veel minder vaak naar voren als sterk punt. Mannen deden dat wel. Zij noemden hun gevoel voor humor veel vaker dan dat ze er bij vrouwen om vroegen. Het lijkt er dus op dat mannen er niet eens van uitgaan dat vrouwen ook grappig kunnen zijn. Iets vergelijkbaars bleek toen psychologen van de Mcmaster University (Canada) in 2006 proefpersonen foto’s van mannen en vrouwen lieten zien met een grappige of een neutrale karakterschets erbij. De vrouwelijke proefpersonen hadden een voorkeur voor mannen met grappige teksten, de mannelijke proefpersonen maakte het helemaal niets uit. [10] En dan was er ook nog een onderzoek van de Western University (Canada) uit 2016 waarbij proefpersonen in gedachten moesten kiezen tussen een partner die je humor waardeert maar zelf niet erg grappig is, of een grappige partner die niet zo is geïnteresseerd in jouw humor. Wat bleek? Meer vrouwen dan mannen wilden een grappige partner, terwijl mannen een voorkeur hadden voor vrouwen die om hun grapjes lachen. En zo kunnen we nog wel even doorgaan. [11] Maar hoe komt het dat mannen het grappend vermogen van vrouwen niet erg hoog inschatten? Veel onderzoekers denken dat vrouwen van oudsher simpelweg minder kans hebben gekregen om zich in gezelschap met humor te uiten. Niemand zat te wachten op vrouwen die de aandacht op zich vestigden. Onder beide seksen werd het lange tijd als een belangrijke deugd gezien dat vrouwen zich bescheiden opstelden in de schaduw van hun man. En door het vertellen van een grap plaats je jezelf nadrukkelijk op de voorgrond. [12] Vrouwen houden in het algemeen ook niet van ‘luidruchtige’ humor: grove en seksistische grappen en gevatte opmerkingen ten koste van anderen, iets waar veel mannen © Noordhoff Uitgevers, 2023 Gedownload door Maarten Van Daalen (maartenvandaalen056@gmail.com) 26 lOMoARcPSD|45806174 Nieuw Nederlands 7e editie – 4 hv Antwoorden 1 Meer dan lezen - § 6 Actief lezen juist van smullen. Humor gebruiken om je eigen status te verhogen is ook niks voor vrouwen, bleek onder meer uit onderzoek van de Northwestern University (VS) uit 2000. De onderzoekers analyseerden gesprekken in achttien vriendengroepen in Nieuw-Zeeland. Veel meer dan mannen bleken vrouwen humor te gebruiken om onderlinge banden te verstevigen. [13] Leuke woordgrappen kunnen vrouwen wel waarderen, zo werd in 2001 duidelijk uit onderzoek aan de University of Hertfordshire (Engeland). Duizenden moppen werden bij die gelegenheid beoordeeld door mensen uit de hele wereld. Er kwamen grote verschillen in de waardering van humor aan het licht, zowel tussen nationaliteiten als tussen de seksen. Op choquerende grappen zaten vrouwen niet te wachten, bleek ook hier. [14] Die zaten dan ook niet in het repertoire van de eerste vrouwelijke komieken die zich op het podium waagden, vertelt Kuipers. ‘Zij zochten het vooral in zelfspot. Dan maak je jezelf niet zo groot en haal je de scherpe randjes eraf. Dat is niet zo bedreigend voor mannen.’ En dan is er nog de vorm van de grap: vrouwen hebben niet zoveel met een grap die eindigt met een clou of punchline. Ze vertellen liever een grappige anekdote die niet per se een hilarische slotzin heeft. Een volwassen vrouw die met smaak (en met succes) een schuine mop vertelt? Wie dat heeft meegemaakt, was getuige van een relatief zeldzame gebeurtenis. 9 vrouwen en humor Vrouwen vinden gevoel voor humor bij een man belangrijk. (al. 8) Vrouwen willen een grappige partner. (al. 10) Vrouwen brengen hun grappigheid niet vaak naar voren als sterk punt. (al. 9) Vrouwen houden niet van grove en seksistische grappen en gevatte opmerkingen ten koste van anderen. (al. 12) Vrouwen gebruiken humor niet om hun eigen status te verhogen. (al. 12) / Vrouwen (vrouwelijke komieken) zoeken het vooral in zelfspot (al. 14) Vrouwen gebruiken humor vaak om onderlinge banden te verstevigen. (al. 12) Vrouwen houden van woordgrappen. (al. 13) Vrouwen hebben niet zoveel met een grap die eindigt in een climax. Ze vertellen liever een grappige anekdote. (al. 14) Vrouwen vertellen nooit met smaak (en met succes) een schuine mop. (al. 14) mannen en humor Mannen vinden gevoel voor humor bij een vrouw niet belangrijk. (al. 8) Mannen willen een partner die om hun grapjes lacht. (al. 10) Mannen brengen hun grappigheid wel vaak naar voren als sterk punt. (al. 9) Mannen houden wel van grove en seksistische grappen en gevatte opmerkingen ten koste van anderen. (al. 12) Mannen gebruiken humor wel om hun eigen status te verhogen. (al. 12) Mannen gebruiken humor niet zo vaak om onderlinge banden te verstevigen. (al. 12) 10 Eigen antwoord. © Noordhoff Uitgevers, 2023 Gedownload door Maarten Van Daalen (maartenvandaalen056@gmail.com) 27 lOMoARcPSD|45806174 Nieuw Nederlands 7e editie – 4 hv Antwoorden 1 Meer dan lezen - § 6 Actief lezen 11 standpunt: Vrouwen hebben van oudsher minder kans gekregen om zich in gezelschap met humor te uiten. Ó argument: Niemand zat te wachten op vrouwen die de aandacht op zich vestigden (door het vertellen van een grap). Ó subargument: Onder beide seksen werd het lange tijd als een belangrijke deugd gezien dat vrouwen zich bescheiden opstelden in de schaduw van hun man. 12 a Mannen zitten vaker op gezaghebbende posities. b Mannen kunnen zich meer veroorloven. Mannen maken eerder grove grappen, die niet zelden ten koste gaan van ondergeschikten. 13 Het is goed nieuws omdat die verandering inhoudt dat mannen en vrouwen steeds gelijker aan elkaar worden behandeld en vrouwen dus niet automatisch hun reputatie op het spel zetten als ze een grove mop vertellen. 14 Het is geen goed nieuws omdat die verandering inhoudt dat vrouwen ook grove grappen (ten koste van hun ondergeschikten) zouden kunnen gaan maken en daar zit vast niet iedereen (zeker vrouwen niet, gezien alinea 12) op te wachten. 15 Nee, want hij sluit vooral aan bij alinea (14 en) 15, niet zozeer bij de rest van de tekst. 16 Het belangrijkste tekstdoel is informeren, want de auteur wil dat de lezer kennisneemt van de verschillen die er zijn tussen vrouwen en mannen als het gaat om humor in relaties, de functie van humor en de voorkeuren voor humor, zowel passief (consumeren) als actief (produceren). 17 Eigen antwoord. 18 De conference is waarschijnlijk door een vrouw gehouden, want: - de tekst is niet grof of seksistisch (zie tekst 2, al. 12); - de tekst bevat zelfspot (zie tekst 2, al. 14) – vooral in het begin: bladderende huid, buikloop, gutsen van het zweet; - de tekst is één lange grappige anekdote (zie tekst 2, al. 14). De conference is inderdaad door een vrouw gehouden: Brigitte Kaandorp. 19 Eigen antwoord. Opdracht 5 Eigen antwoorden. Opdracht 6 plaats delict (al. 1) forensisch (al. 1) miniem (al. 2) – plek waar een misdrijf is gepleegd – gerechtelijk, om strafrechtelijk onderzoek te ondersteunen – heel klein © Noordhoff Uitgevers, 2023 Gedownload door Maarten Van Daalen (maartenvandaalen056@gmail.com) 28 lOMoARcPSD|45806174 Nieuw Nederlands 7e editie – 4 hv Antwoorden 1 Meer dan lezen - § 6 Actief lezen modificaties (al. 6) onder de radar (al. 11) – hekelt (al. 13) – insinuatie (al. 13) – scenario (al. 15) – bureaucratie (al. 17) – vrijpleiten (al. 17) – – aanpassingen; verbeteringen niet in de openbaarheid bekritiseert niet-openlijke beschuldiging chronologische beschrijving van een gebeurtenis overmaat aan instanties en regelingen onschuldig verklaren; vrijspreken Opdracht 7 1 [1] Stel je voor: een spatje bloed, een huidschilfer, opgedroogd speeksel, gevonden op een losgestoomde postzegel uit 1947, een zakdoek, een parkeerkaartje, tape, een pinapparaat, kogelhulzen en zelfs op een tomatensteeltje. Van de gekste dingen die rechercheurs van een plaats delict haalden, heeft het Nederlands Forensisch Instituut (NFI) in de loop der jaren DNA gepeld en geanalyseerd. [2] In de jaren negentig van de vorige eeuw leverde een dikke druppel bloed een beperkt DNA-profiel op en niet meer dan het geslacht van een dader. Maar DNA geeft steeds meer geheimen prijs. De wetenschap gaat zo snel vooruit dat het streven nu is om uit een miniem stukje menselijk materiaal een gedetailleerde compositietekening van het gezicht van een dader te kunnen maken. In het project Visage werken wetenschappers in heel Europa hieraan. De aandacht gaat vooral uit naar uiterlijk, leeftijd en geografische afkomst. [3] Hoogleraar forensische moleculaire biologie Manfred Kayser van de Erasmus Medisch Centrum in Rotterdam coördineert het project. Hij is bijzonder enthousiast over de vooruitgang die zijn eigen onderzoeksgroep al jaren boekt. ‘Ja, er komt de komende jaren een compositietekening beschikbaar. Maar de vraag is hoe gedetailleerd die zal zijn. We staan nog aan het begin.’ [4] Toch is Kayser al een heel eind op weg. Hij ontwikkelde eerder testen voor oog- en haarkleur, die werden toegestaan door de Tweede Kamer. Die testen worden steeds preciezer. Haarkleur blijkt door ruim honderdtwintig genen bepaald te worden. Ook over kaalheid en structuur van het haar – steil of krullend – is meer bekend. Lastiger zijn nog de gemengde tinten. [5] Inmiddels heeft Kayser de DNA-test voor uiterlijk uitgebreid met huidskleur. Tevens is de geografische komaf al te bepalen, net als de aanwezigheid van sproeten en de vorm van de oorlel (los of vast). Daarbij komt misschien in de nabije toekomst de afstand tussen de ogen, en die tussen oog en oor. Kayser is druk bezig meer genen voor het gezicht te vinden. [6] Zelfs de hoogleraar blijft het spannend vinden, al die vooruitgang. ‘We hebben het genetisch onderzoek inmiddels uitgebreid naar andere, niet-erfelijke factoren die tot DNAmodificaties leiden. Daardoor kunnen we nu bijvoorbeeld zien of iemand wel of niet rookt.’ [7] De ontwikkelingen in de DNA-wetenschap zijn een waarschuwing voor eeneiige tweelingen. Zij zijn in het verleden vrijgesproken – ‘rechter, het was mijn tweelingbroer’ – en strooien als enigen nog straffeloos met DNA bij een inbraak. Maar ook het eind van hun criminele carrière komt nu in zicht. ‘Hun DNA is weliswaar grotendeels hetzelfde, maar als er verschillen zijn, kunnen we die tegenwoordig opsporen.’ [8] Een andere vooruitgang is geboekt bij het bepalen van iemands leeftijd op grond van bloedsporen. ‘We zitten nu op een foutmarge van drie à vijf jaar’, zegt Kayser. Het grote voordeel is dat de politie met deze informatie onder de bevolking gerichter kan zoeken naar verdachten. © Noordhoff Uitgevers, 2023 Gedownload door Maarten Van Daalen (maartenvandaalen056@gmail.com) 29 lOMoARcPSD|45806174 Nieuw Nederlands 7e editie – 4 hv Antwoorden 1 Meer dan lezen - § 6 Actief lezen 2 materiaal waaruit DNA kan worden afgeleid spatje bloed (al. 1) huidschilfer (al. 1) opgedroogd speeksel (al. 1) verkregen informatie door DNA-sporen geslacht (al. 2) oogkleur (al. 4) haarkleur (al. 4) kaalheid (al. 4) haarstructuur: steil of krullend (al. 4) huidskleur (al. 5) geografische herkomst (al. 5) sproeten (al. 5) vorm van oorlel (los of vast) (al. 5) roker of niet-roker (al. 6) leeftijd (met foutmarge van 3 à 5 jaar) (al. 8) 3 Eigen antwoord. 4 Eigen antwoord. 5 Eigen antwoorden, bijvoorbeeld: Uit welk ander menselijk materiaal kan ook DNA worden afgeleid? Hoe kunnen de DNA-patronen van eeneiige tweelingen van elkaar onderscheiden worden? Wie was Nicky Verstappen en wat is er bekend over de zaak Verstappen? Wie was Marianne Vaatstra en wat is er bekend over de zaak Vaatstra? Wie was Milica van Doorn en wat is er bekend over de zaak Van Doorn? Wie was Koen Everink en wat is er bekend over de zaak Everink? Wat doet een officier van justitie? Hoe gaat een verwantschapsonderzoek in zijn werk? Waarom worden DNA-profielen van vondelingen niet opgeslagen in de DNA-databank? 6– 7 Eigen antwoorden. 8 voor de opsporing van personen die nog niet met justitie in aanraking zijn gekomen en van wie het DNA dus nog niet in de nationale strafdatabank is opgeslagen 9 Met de nieuwe technieken kan er bruikbare informatie uit oude sporen worden gehaald. (Zonder die technieken kon dat nog niet). 10 bewering Bewijs op basis van DNA deugt niet. argument Het DNA kan met ander DNA verward zijn of met ander DNA besmet zijn. subargument Er is met het DNA gezeuld van laboratorium naar laboratorium. tegenargument Transport van DNA naar een ander lab gaat 1 zeer zorgvuldig. tegenargument Er wordt altijd DNA apart gehouden en 2 bewaard voor tegenonderzoek. 52 woorden 11 Tekst 5 sluit aan bij alinea 7 van tekst 4, want tekst 5 gaat over een strafzaak waarbij de helft van een eeneiige tweeling is veroordeeld op basis van DNA-sporen en in alinea 7 van tekst 4 wordt gezegd dat tegenwoordig verschillen in het DNA van eeneiige tweelingen kunnen worden opgespoord. 12 Het NFI heeft na onderzoek vastgesteld dat het DNA van de eeneiige tweeling niet hetzelfde was. Vervolgens heeft NFI gekeken of en in welke mate de mutaties ook in het DNA in de aangetroffen sporen kon worden gedetecteerd. Op basis daarvan kon worden © Noordhoff Uitgevers, 2023 Gedownload door Maarten Van Daalen (maartenvandaalen056@gmail.com) 30 lOMoARcPSD|45806174 Nieuw Nederlands 7e editie – 4 hv Antwoorden 1 Meer dan lezen - § 6 Actief lezen vastgesteld van wie van de tweeling het DNA in deze sporen afkomstig was. Het was een omvangrijke klus, waar het NFI twee jaar mee bezig is geweest. Zie ook het tweede antwoord bij vraag 7. © Noordhoff Uitgevers, 2023 Gedownload door Maarten Van Daalen (maartenvandaalen056@gmail.com) 31 lOMoARcPSD|45806174 Nieuw Nederlands 7e editie – 4 hv Antwoorden 1 Meer dan lezen - § 7 Teksten vergelijken § 7 Teksten vergelijken Opdracht 1 gangbaar (al. 1) fenomeen (al. 2) facet (al. 3) dimensies (al. 3) transitie (al. 7) intensiteit (al. 12) innovatie (al. 16) uit heel ander hout is gesneden (al. 17) – – – – – – – – gebruikelijk verschijnsel onderdeel; kant aspecten; kanten overgang; doorgang mate van kracht of hevigheid vernieuwing een heel ander karakter heeft Opdracht 2 1 Eigen antwoord. 2 Stap 1 – geel = belangrijkste informatie Tekst 1 Wie zijn onze vrienden? [1] Veertig jaar leeftijdsverschil en toch bevriend, dat is zeldzaam. Zo’n vijf jaar leeftijdsverschil is misschien nog gangbaar in vriendengroepen, vertelt Beate Volker. ‘Maar dat is het wel zo’n beetje’, zegt de hoogleraar stadssociologie van de Universiteit Utrecht. Al jaren doet zij onderzoek naar vriendschappen en sociale netwerken. En daarom weet ze dat vrienden elkaar niet alleen qua leeftijd weinig ontlopen, ze zijn ook nog eens vaak van hetzelfde geslacht, hebben dezelfde opleiding gedaan of komen uit dezelfde omgeving. [2] Er is dus één fenomeen waar Volker in al haar onderzoeken niet omheen kan: vrienden lijken op elkaar. Hoe komt dat? Door samen op te trekken groeien vrienden naar elkaar toe. Vriendenclubjes inspireren elkaar als het om hun kledingstijl gaat. ‘Maar je kiest elkaar ook uit op gelijkenis’, zegt Volker. Birds of a feather flock together, is het prachtige Engelse spreekwoord dat ze daarvoor gebruikt. [3] Het is misschien een wat onttoverend facet aan de vriendschapswetenschap, geeft Volker toe. Vriendschap kan magisch aanvoelen, maar volgens sociologen is die beroemde ‘klik’ deels een besef dat je in bepaalde dimensies op elkaar lijkt. Waarom we bevriend raken met mensen die op ons lijken, kan Volker best verklaren. [4] Allereerst maken mensen makkelijk contact met gelijken, vertelt ze. ‘Dat begint met heel basale dingen: sekse, leeftijd, opleiding, etnische achtergrond, godsdienst.’ Vanuit de psychologie is bekend dat mensen een sterke voorkeur voor gelijken hebben en zich veilig voelen bij herkenning. Het is makkelijker om een praatje te maken met iemand die op je lijkt. ‘Je weet dan wat er terugkomt als reactie’, zegt Volker. ‘Je hebt aanknopingspunten. “Heb je gister ook die film gezien?” Meteen heb je een gesprek.’ [5] Dat we graag met gelijken omgaan, heeft ook een dieperliggende reden. Als je anderen tegenkomt die op je lijken, doet dat iets met je. ‘Je voelt je daardoor bevestigd en gezien in je bestaan. Iemand die heel anders is dan jij, zeker als dat op belangrijke dimensies is, plaatst daar voortdurend vraagtekens bij. En dat is niet comfortabel.’ [6] En dan is er nog de praktische reden waarom onze maatjes op ons lijken. De kans is simpelweg groter dat je ze tegenkomt in je leven. ‘De poule waaruit je vrienden maakt, is al voorgeselecteerd door de samenleving’, zegt Volker. ‘In ieder café waar jij heengaat, daar zitten meer mensen zoals jij dan in een willekeurig ander café.’ [7] Er is volgens Volker geen betere levensfase om nieuwe vrienden te maken, dan vlak na de middelbare school. ‘Tijdens je opleiding zit je sowieso in een transitiefase van je leven en dat maakt dat je openstaat voor nieuwe mensen. Daarna ben je bijna nooit meer met zoveel mensen samen die ongeveer op dezelfde manier in het leven staan.’ [8] Zelf verhuisde Volker na haar studie vanuit Duitsland naar Nederland en het duurde even voordat ze bevriend raakte met Nederlanders. Het viel haar op dat de weg naar een © Noordhoff Uitgevers, 2023 Gedownload door Maarten Van Daalen (maartenvandaalen056@gmail.com) 32 lOMoARcPSD|45806174 Nieuw Nederlands 7e editie – 4 hv Antwoorden 1 Meer dan lezen - § 7 Teksten vergelijken vriendschap in Nederland vaak op dezelfde manier verloopt. Eerst een keer op neutraal terrein afspreken, in een café bijvoorbeeld. Daarna misschien nog een keer uit eten, en daarna, als dat goed voelt, spreek je bij iemand thuis af en kan een vriendschap ontstaan. [9] Dat kan echter nog langzamer, weet Volker. De Oostenrijkers en Hongaren staan steevast onderaan de lijstjes van wanneer iemand een vriend genoemd wordt. Nederland staat ergens in de middenmoot. Amerikanen, Australiërs en Italianen sluiten een friend of amico het snelst in de armen. [10] Volker bestudeert onder meer de gegevens die voortkomen uit de Survey of the Social Networks of the Dutch, een onderzoek waarvoor sinds 1999 zo’n duizend mensen regelmatig worden ondervraagd over hun sociale netwerk. Uit die studie blijkt dat Nederlanders gemiddeld zo’n drie à vier mensen tot hun hechtste vriendenkring rekenen. [11] De meeste mensen laten niet veel metgezellen heel dichtbij, zegt ze. ‘Er zijn maar enkelen die je ten diepste vertrouwt.’ Daaromheen zit een schil die iets verder van mensen afstaat, met gemiddeld zo’n tien tot vijftien mensen. [12] Of je er nu veel of weinig hebt, het bijzondere aan hechte vriendschappen is dat ze relaties vormen die vrij hoog scoren op intensiteit. Goede vriendschappen komen zelfs in de buurt van de waarde van een partnerrelatie, zegt Volker. En voor veel mensen scoren vrienden als het gaat om het belang van de relatie in hun leven ook hoger dan familie. [13] Een heel mooi kenmerk van vriendschap is volgens Volker dat de inhoud van die relatie niet voorgevormd is. In een partnerrelatie staat al veel vast: er zijn verwachtingen, taken, het huishouden, het kerstdiner en in de zomer kamperen met het gezin. ‘Bij vriendschap valt er meer te kiezen: je kunt iedere keer opnieuw bedenken wat je met elkaar gaat doen. Dat geeft vrijheid.’ [14] Een opvallende conclusie aan het twintig jaar durende onderzoek naar sociale netwerken is volgens Volker ook dat vriendennetwerken dynamisch zijn en af en toe van samenstelling veranderen. ‘We denken vaak dat vriendschappen die er zijn, ook blijven’, zegt Volker. ‘Maar dat is niet zo. Zelfs in die hechte kring van vrienden heb je fases, waarin bepaalde vrienden tijdelijk, of voor langere tijd, naar de achtergrond schuiven. Je laat elkaar eventjes gaan en misschien haal je elkaar weer terug, misschien ook niet.’ [15] Volker wilde graag meer te weten komen over die dynamiek, maar dat bleek nog niet zo makkelijk. ‘Vriendschappen verwateren soms, maar het is niet zo duidelijk waardoor. Mensen geven oorzaken als: we komen elkaar minder vaak tegen.’ [16] Wel blijken juist de vrienden die ietsje meer van elkaar verschillen, elkaar ook eerder los te laten. ‘De meeste mensen hebben misschien wel één iemand in hun vriendenkring die een beetje anders is. Dat is prikkelend, daar komt innovatie uit voort’, zegt Volker. ‘Maar als je data analyseert, blijkt toch weer dat verschillen een voorspeller zijn voor de kortere duur van een relatie.’ [17] Toch zijn ze er, de mensen die een metgezel vinden die uit heel ander hout is gesneden. Zegt dat iets over hen? De wetenschapper zou daar graag nog eens wat meer onderzoek naar doen, al heeft ze wel een vermoeden: ‘Als jij een heel diverse vriendenkring hebt, zegt dat waarschijnlijk iets over jouw mentale openheid.’ Naar: Elleke Bal, Trouw Stap 2 Eigen antwoord, bijvoorbeeld een schematische samenvatting: zelfde … - leeftijd (bron 1) vrienden lijken op groeien naar elkaar toe - geslacht (bron 1) elkaar (bron 1) en inspireren elkaar (bron 1) - opleiding (bron 1) - omgeving (bron 1) - etnische achtergrond (bron 1) - godsdienst (bron 1) © Noordhoff Uitgevers, 2023 Gedownload door Maarten Van Daalen (maartenvandaalen056@gmail.com) 33 lOMoARcPSD|45806174 Nieuw Nederlands 7e editie – 4 hv Antwoorden 1 Meer dan lezen - § 7 Teksten vergelijken vrienden kiezen elkaar uit op gelijkenis (bron 1), want: - mensen maken makkelijk contact met gelijken (bron 1) - mensen voelen zich veilig bij herkenning, want daardoor voelen ze zich bevestigd en gezien in hun bestaan (bron 1) - mensen komen gelijken eerder tegen – is voorgeselecteerd door de samenleving (bron 1) beste fase om nieuwe vrienden te maken: vlak na de middelbare school, want dan zit je in een transitiefase, waardoor je openstaat voor nieuwe mensen (bron 1) NL’ers/mensen: - gemiddeld zo’n drie tot vier hechte vrienden (bron 1); hechte vriendschappen scoren hoog op intensiteit (gelijkwaardig aan partnerrelatie) (bron 1) - daaromheen een schil van 10 tot 15 mensen - iets verder weg (bron 1) vriendschap is niet voorgevormd: je kunt kiezen wat je doet; dat geeft vrijheid (bron 1) vriendennetwerken zijn dynamisch: sommige vrienden schuiven (tijdelijk?) naar de achtergrond; onduidelijk waardoor (misschien: minder ontmoetingen) (bron 1) vrienden die meer van elkaar verschillen, laten elkaar eerder los (bron 1) Voor bronnenlijst: Elleke Bal, ‘Wie zijn onze vrienden?’. In: Trouw [9 oktober 2021] Opdracht 3 kwantiteit (al. 1) – kwetsbare (al. 2) – motivaties (al. 2) – concept (al. 5) – paradoxale (al. 5) – origine (al. 6) – banaal (al. 6) – hoeveelheid zwakke; snel aangetaste/verdwijnende redenen; drijfveren idee tegenstrijdig lijkende oorsprong; begin gewoon Opdracht 4 1 Stap 3 – geel = zelfde informatie als in bron 1; groen = nieuwe informatie Tekst 2 Hoeveel vrienden heb je nodig? Met hoeveel mensen kun je vrienden zijn? Heb je dat aantal ook nodig? Vijf vragen om je vriendschappen beter te begrijpen. Hoeveel vrienden heeft een mens nodig? [1] Het menselijk brein is in staat om 150 sociale relaties aan te gaan, volgens onderzoek van de Britse antropoloog en psycholoog Robin Dunbar. In de podcast Am I Normal? schrikt de Britse datajournalist Mona Chalabi van dat aantal. Ze voelt zich eenzaam en vraagt zich af of ze wel ‘genoeg’ vrienden heeft. Ze ontdekt dat die 150 relaties van Dunbar bestaan uit verschillende ‘lagen’: de eerste bestaat gemiddeld uit 1,5 mens (vaak de vaste partner en ouders), gevolgd door 5 intieme vrienden, 15 beste vrienden, 50 goede vrienden, waarna alle kennissen volgen. Als Chalabi gaat tellen, ziet ze dat haar probleem vooral schuilt in de © Noordhoff Uitgevers, 2023 Gedownload door Maarten Van Daalen (maartenvandaalen056@gmail.com) 34 lOMoARcPSD|45806174 Nieuw Nederlands 7e editie – 4 hv Antwoorden 1 Meer dan lezen - § 7 Teksten vergelijken derde laag: ze heeft weinig ‘gewoon’ goede vrienden om mee op stap te gaan. ‘We weten uit onderzoek dat de kwaliteit van vriendschap belangrijker is dan de kwantiteit’, zegt hoogleraar psychologie Paul van Lange. ‘Ieder mens heeft een paar goede vrienden nodig, maar we gaan ons niet veel beter voelen als er meer vrienden bij komen.’ Met de ene vriend ga je de kroeg in, de andere bel je na een ruzie met je partner. Hoeveel soorten vriendschappen zijn er? [2] De Griekse filosoof Aristoteles deelde vriendschap op in drie verschillende typen: vriendschap gebaseerd op ‘nut’ (met de buurman die goed kan barbecueën), vriendschap die in de categorie ‘plezier’ valt (met de vriendin met wie je graag borrelt) en vriendschap gebaseerd op waardering (met vrienden die je goede mensen vindt). Die laatste categorie werd door Aristoteles gezien als de ‘hoogste’ vorm van vriendschap. ‘Met deze vrienden ga je de diepte in en voer je betekenisvolle gesprekken’, zegt filosoof en Denker des Vaderlands Paul van Tongeren, die het boek Doodgewone vrienden – Nadenken over vriendschap schreef. ‘Deze vorm van vriendschap wordt gezien als het meest duurzaam. Een goed mens wordt niet zo snel een slecht mens, terwijl nut en plezier kwetsbare motivaties zijn om iemands gezelschap op te zoeken. Zodra de dienst niet meer wordt geleverd of het plezier niet meer geboden, wordt de band immers bedreigd.’ Waarom is het moeilijker om op latere leeftijd nieuwe vrienden te maken? [3] De meeste hechte vriendschappen ontstaan ergens tussen het 16de en 25ste levensjaar, vertelt Van Tongeren. ‘Het is een identiteitsvormende fase: je wordt degene die je wilt zijn en gaat relaties aan die daarbij passen.’ [4] Een ander essentieel onderdeel bij het vinden van vrienden is volgens hem ontvankelijkheid. Tijdens school en studie staan we open voor het ontmoeten van nieuwe mensen. Bij dertigers met een partner, baan en kinderen is dat minder het geval. Het aangaan van nieuwe vriendschappen heeft dus niet alleen te maken met het aanbod van leuke mensen, maar ook met de vraag of je de behoefte voelt om ze te zien. Hoe voorkom je dat een vriendschap sociaal boekhouden wordt: ik gaf een groot cadeau en nu verlang ik een soortgelijk cadeau terug? [5] Volgens Aristoteles wordt ware vriendschap gedefinieerd door het concept van ‘wederkerige welwillendheid’. Het komt er kort gezegd op neer dat je elkaar het beste toewenst. Dat klinkt logisch, maar zie de balans maar eens te houden. Op het moment dat je écht het beste met de ander voorhebt, ongeacht jezelf, kun je niet te inhalig zijn en hetzelfde terugverwachten. Ben je als vriend bezig met wederkerigheid – als je bijvoorbeeld wilt dat een vriend even geconcentreerd luistert naar jouw verhaal als jij dat bij hem deed – dan lijdt de welwillendheid eronder. ‘In de filosofische literatuur verschijnt vriendschap daardoor vaak als een paradoxale verhouding die voortdurend spanning in zich draagt’, aldus Van Tongeren. Hoogleraar Van Lange meent dat we er niet trots op zijn dat we wederkerigheid belangrijk vinden. ‘Maar in de praktijk vragen we ons toch af: zou die vriend dit ook voor mij overhebben?’ Hoe maken we de keuze dat we met iemand bevriend willen zijn? [6] ‘We raken bevriend met mensen die we op onszelf vinden lijken, qua achtergrond, opleiding en politieke voorkeur’, zegt Van Lange. Soms kan de origine van een vriendschap tamelijk banaal zijn. Onderzoek toont aan dat nabijheid een belangrijke voorspeller is van vriendschap. ‘Mensen worden vaker vrienden met de buren naast zich dan met de buren één huis verder. Dat heeft simpelweg te maken met wie je het vaakst tegenkomt.’ [7] Toch zet de uitdrukking ‘vriendschap sluiten’ ons op het verkeerde been, meent Paul van Tongeren. ‘Die doet vermoeden dat het gaat om een doelbewuste keuze, maar zo is het vaak niet. Iemand zei mij ooit: als je niet weet hoe en waarom je bevriend bent geworden, dan heb je grote kans dat het echte vriendschap is.’ Naar: Anna van den Breemer, de Volkskrant © Noordhoff Uitgevers, 2023 Gedownload door Maarten Van Daalen (maartenvandaalen056@gmail.com) 35 lOMoARcPSD|45806174 Nieuw Nederlands 7e editie – 4 hv Antwoorden 1 Meer dan lezen - § 7 Teksten vergelijken Stap 4 Eigen antwoord, bijvoorbeeld een schematische samenvatting: zwart = informatie uit bron 1 – rood = informatie uit bron 2 zelfde … - leeftijd (bron 1) - geslacht (bron 1) - opleiding (bron 1) - omgeving (bron 1) - etnische achtergrond (bron 1) - godsdienst (bron 1) - politieke voorkeur (bron 2) vrienden lijken op elkaar (bron 1) groeien naar elkaar toe en inspireren elkaar (bron 1) vrienden kiezen elkaar uit op gelijkenis (bron 1), want: - mensen maken makkelijk contact met gelijken (bron 1) - mensen voelen zich veilig bij herkenning, want daardoor voelen ze zich bevestigd en gezien in hun bestaan (bron 1) - mensen komen gelijken eerder tegen – is voorgeselecteerd door de samenleving (bron 1) beste fase om nieuwe vrienden te maken: vlak na de middelbare school (en tijdens studie, bron 2), want dan zit je in een transitiefase, waardoor je openstaat voor nieuwe mensen (bron 1) NL’ers/mensen: - gemiddeld zo’n drie tot vier hechte vrienden (bron 1) / intieme vrienden (bron 2); hechte vriendschappen scoren hoog op intensiteit (gelijkwaardig aan partnerrelatie) (bron 1); worden gevormd tussen 16 en 25 jaar: identiteitsvormende fase (bron 2) - daaromheen een schil van 10 tot 15 mensen - iets verder weg (bron 1) / beste vrienden (bron 2) - daaromheen 50 goede vrienden (bron 2) vriendschap is niet voorgevormd: je kunt kiezen wat je doet; dat geeft vrijheid (bron 1) vriendennetwerken zijn dynamisch: sommige vrienden schuiven (tijdelijk?) naar de achtergrond; onduidelijk waardoor (misschien: minder ontmoetingen) (bron 1) vrienden die meer van elkaar verschillen, laten elkaar eerder los (bron 1) Aristoteles: drie typen vriendschap: - gebaseerd op ‘nut’ (buurman die goed kan barbecueën) - gebaseerd op ‘plezier’ (vriendin met wie je graag borrelt) - gebaseerd op ‘waardering’ (vrienden die je goede mensen vindt) = volgens Aristoteles de ‘hoogste’ vorm van vriendschap. Paul van Tongeren: is de meest duurzame vorm van vriendschap, want een goed mens wordt niet zo snel slecht, maar nut en plezier zijn kwetsbare motivaties. (bron 2) aangaan van nieuwe vriendschappen heeft te maken met: - het aanbod van leuke mensen - de vraag of je de behoefte voelt om nieuwe mensen te zien (bron 2) © Noordhoff Uitgevers, 2023 Gedownload door Maarten Van Daalen (maartenvandaalen056@gmail.com) 36 lOMoARcPSD|45806174 Nieuw Nederlands 7e editie – 4 hv Antwoorden 1 Meer dan lezen - § 7 Teksten vergelijken Aristoteles: ware vriendschap wordt gedefinieerd door het concept van ‘wederkerige welwillendheid’: je wenst elkaar het beste toe (bron 2) vriendschap sluiten is geen doelbewuste keuze (bron 2) © Noordhoff Uitgevers, 2023 Gedownload door Maarten Van Daalen (maartenvandaalen056@gmail.com) 37 lOMoARcPSD|45806174 Nieuw Nederlands 7e editie – 4 hv Antwoorden 1 Meer dan lezen - § 7 Teksten vergelijken Voor bronnenlijst: Anna van den Breemer, ‘Hoeveel vrienden heb je nodig?’. In: de Volkskrant [11 februari 2022] 2 Eigen antwoord. Opdracht 5 1 Eigen antwoord, bijvoorbeeld: De vrolijke kant van die avond is dat ze hun diploma hebben gekregen (en te veel bier dronken en in de rivier gingen zwemmen). De minder vrolijke kant is dat ze allemaal wel voelen dat er een einde aan iets is gekomen, dat ‘iets’ voorbij is. 2 Eigen antwoord, bijvoorbeeld: Peters gedicht past goed bij de diploma-uitreiking, omdat een diploma-uitreiking het afscheid van de middelbare school betekent. Dat kan weemoed (bedroefdheid om iets fijns wat voorbij is) oproepen, maar ook hoop, omdat de leerlingen aan het begin staan van iets nieuws. 3 Ze hebben dezelfde leeftijd (bron 1), opleiding (bron 1) en omgeving (bron 1). 4 Die over hetzelfde geslacht: er zijn vijf jongens en één meisje. 5 De vrienden zitten allemaal bij elkaar op school. 6 Dat hangt ervan af wat voor vriendschap het is: als die alleen gebaseerd is op plezier, kan de vriendschap (tijdelijk) verminderen (bron 2), iets wat mogelijk versterkt wordt doordat de vrienden elkaar niet zo vaak meer ontmoeten (bron 1), bijvoorbeeld omdat ze in een andere stad een vervolgopleiding doen. Maar als de vriendschap gebaseerd is op waardering, kan die blijven bestaan (bron 1), ook als de vrienden elkaar niet zo vaak meer ontmoeten. Het kan ook zijn dat er andere vriendschappen voor in de plaats komen (bron 1), want vlak na de middelbare school zit je in een transitiefase, waardoor je openstaat voor nieuwe mensen. 7 Misschien wel, maar er bestaat ook een kans dat de vriendschap zal verwateren: Laura vertrekt in ieder geval naar Italië. Opdracht 6 furore maakten (al. 2) in kwestie (al. 5) relatief (al. 5) respectievelijk (al. 6) algoritmes (al. 7) spin-off (al. 8) inclusiviteit (al. 8) zwenken (al. 11) – – – – – bekend/populair werden om wie het hier gaat verhoudingsgewijs; vergeleken met iets anders in de volgorde zoals genoemd reeksen instructies en stappen waarmee computersystemen werken – bedrijf dat uit een onderzoeksinstelling is ontstaan – toestand dat iedereen, ongeacht persoonlijke kenmerken, volwaardig kan deelnemen aan het maatschappelijk leven – zwaaien; een slingerende/onstabiele beweging maken Opdracht 7 Stap 1 – geel = belangrijkste informatie Tekst 4 Nuttig gereedschap of gevaarlijk? [1] Tom Cruise likt aan een lolly. Terwijl hij een van zijn populaire TikTok-video’s opneemt, ligt hij in het gras en verbaast zich erover dat er in zijn lolly een kauwgom zit. In een andere video slaat Cruise een golfbal, doet hij een goocheltruc met een muntje en struikelt hij over een tapijt. Waarom trekt hij met deze onbenullige video’s miljoenen kijkers? Simpel: het is Tom Cruise niet. [2] Deze video is een zogenoemde deepfake (een samentrekking van deep learning en fake) van de Vlaamse video-artiest Chris Umé, die hij op het profiel DeepTomCruise de wereld in slingert. Andere populaire deepfakes waren die van Barack Obama en imitator Jim © Noordhoff Uitgevers, 2023 Gedownload door Maarten Van Daalen (maartenvandaalen056@gmail.com) 38 lOMoARcPSD|45806174 Nieuw Nederlands 7e editie – 4 hv Antwoorden 1 Meer dan lezen - § 7 Teksten vergelijken Meskimen. Ook in ons eigen land was het zo dat de nepvideo’s furore maakten, zoals die van een minister die een dartpartij nabeschouwt. [3] De reacties op dit soort video’s zijn verdeeld. Vanuit therapeuten en de filmwereld klinkt enthousiasme over de mogelijkheden. Nasynchronisatie in verschillende talen of opnames met bekendheden op afstand leveren geen problemen meer op. Mensenrechtenorganisaties en politici zijn echter bezorgd en roepen zelfs om een verbod. Welke soorten deepfakes zijn er en hoe worden ze gemaakt? Kunnen we straks niet meer controleren wie wat gezegd heeft, of kunnen we ermee leren leven? Een waaier aan fopmiddelen [4] Er zijn een hoop verschillende manieren om de boel te neppen in een filmpje. De simpelste manier is wellicht het vervormen van een stilstaand beeld van een gezicht – vaak met de Engelse term ‘morph’ aangeduid. De computer ‘trekt’ hierbij aan punten in een stilstaand beeld, waardoor het lijkt alsof de persoon op de foto beweegt of iets zegt. Dat ziet er niet bepaald realistisch uit, maar je hebt er weinig rekenkracht voor nodig. Volgens Theo Gevers, professor computer vision van de Universiteit van Amsterdam, kan deze technologie op ieder gezicht toegepast worden zonder uitgebreide training van een computermodel. Er zijn apps waarmee je zelf dit soort filmpjes op je telefoon kunt maken. [5] Voor een zogenoemde face sync moet wél voor ieder persoon een apart computermodel worden getraind. De basis hiervoor is doorgaans een video van de persoon in kwestie. Gevers: ‘Onder de motorkap maakt de computer in feite aan de hand van een tweedimensionaal beeld een driedimensionaal model van het gezicht.’ Het opbouwen van het model kost relatief veel rekenwerk, maar daarna is het vrij eenvoudig om de deepfake van deze persoon alles te laten zeggen. De deepfake kan dan zelfs live worden aangestuurd door een acteur van wie de gezichtsbewegingen worden overgenomen. Zo’n model kent echter wel grenzen: wanneer een acteur bijvoorbeeld een zittende Donald Trump aanstuurt, dan is het niet mogelijk deze te laten opstaan en een radslag te laten maken. [6] Een methode die je wel de vrijheid geeft om een deepfake vrijwel alles te laten zeggen én doen, is de zogenoemde face swap. Hierbij wordt een gezicht op het hoofd van een acteur geplakt – dit gebeurde in de video’s van DeepTomCruise. Het is waarschijnlijk de meest gebruikte deepfakemethode. Gevers legt uit: ‘Stel, je wilt Robert De Niro zijn, dan trek je zijn kleren aan en plak je daarna een model van het gezicht van De Niro op jouw hoofd. Je moet zijn stem wel goed na kunnen doen; daarom worden vaak stemacteurs gebruikt.’ Computers kunnen ook steeds realistischer stemmen nabootsen. Bij een face swap is volgens Gevers nog wel ‘handenarbeid’ nodig, evenals bij de head en body swap waarbij een hoofd respectievelijk lichaam wordt vervangen. Op dit moment is het niet mogelijk om live een face swap te doen. Deeplearning is essentieel [7] In de hierboven genoemde voorbeelden van deepfakes is in meer of mindere mate ‘mensenwerk’ nodig: de programmeur corrigeert de computer en strijkt oneffenheden glad. Toch leunen de meeste methodes zwaar op een vorm van kunstmatige intelligentie die ook wel deeplearning wordt genoemd. Algoritmes die gevoed worden met grote hoeveelheden data, daarvan leren en de ‘truc’ vervolgens zelf doen. Deze methode bleek eerder al een krachtig middel om bijvoorbeeld objecten op foto’s te herkennen. [8] Met deeplearning kun je niet alleen gezichten verwisselen, maar ook geheel ‘nieuwe personen’ maken. Het bedrijf 3DUniversum, Gevers’ spin-off, doet dat voor bedrijven. 3DUniversum gebruikt de niet-bestaande mensen voor beelden op hun website of voor het tonen van kleding. Volgens Gevers biedt dit verschillende voordelen. Het is zo makkelijker om inclusiviteit te creëren en je hoeft niet te denken aan de privacy van modellen, zegt hij. De algoritmes zijn getraind met een grote hoeveelheid bestaande gezichten en maken fotorealistische nepgezichten. Het succes blijkt uit een quiz op de website van het bedrijf, waarin je in twaalf rondes moet bepalen of gezichten echt of nep zijn. Volgens de makers voltooit minder dan 0,13 procent van de deelnemers deze quiz zonder fouten. © Noordhoff Uitgevers, 2023 Gedownload door Maarten Van Daalen (maartenvandaalen056@gmail.com) 39 lOMoARcPSD|45806174 Nieuw Nederlands 7e editie – 4 hv Antwoorden 1 Meer dan lezen - § 7 Teksten vergelijken Grapjas in een badjas [9] Door de soms hyperrealistische deepfakevideo’s die verschijnen, ontstaat er nogal eens verwarring over wat er nu wel en niet mogelijk is met deze techniek. Er zijn (nog) beperkingen. Volgens Gevers is het op dit moment bijvoorbeeld niet mogelijk om live een realistische face swap uit te voeren, waarbij het gezicht van iemand op dat van een ander wordt geplakt. Een rechtstreekse face sync kan wel, waarbij het gezicht van iemand ‘gestuurd’ wordt. De acteur die het gezicht bestuurt, kan het lichaam van de persoon dan alleen niet besturen. [10] Deepfakes proberen uit te bannen vindt Gevers geen goed idee. De techniek bestaat al en wordt ook toegepast, en als het hier niet mag, dan wel in andere landen. ‘Ik denk dat je mensen moet informeren over wat mogelijk is, zodat ze deepfakes sneller herkennen’, zegt hij. [11] Waar moet je dan op letten? Kijk vooral naar schaduwpartijen en huidreflecties, aldus Gevers. Het is vaak de belichting die niet helemaal klopt. ‘Stel, ik plak mijn gezicht op dat van een ander, dan is de kans groot dat de belichting anders is’, zegt hij. ‘Kijk ook naar de ogen. Een deepfake lijkt soms een beetje in de verte te staren of te zwenken van links naar rechts; daar gaat het vaak mis.’ De techniek kan zelf overigens ook weer helpen om fakes te spotten. ‘Er zijn wereldwijd misschien zo’n vijftig algoritmes hiervoor. Als je weet hoe die werken, kun je met 95 procent zekerheid zeggen of iets nep is’, zegt Gevers. [12] Maar het is soms ook gewoon een kwestie van je huiswerk doen en je bronnen checken. Neem een voorval uit april 2021, toen leden van de Tweede Kamer 25 minuten in een digitale vergadering zaten met een nep-Leonid Volkov, de stafchef van de Russisch oppositieleider Aleksej Navalny. In de media ging het al snel over de deepfaketechnologie die hier gebruikt zou zijn, mede op aangeven van de échte Volkov. Volgens Gevers was hier geen sprake van. ‘Een live face swap is op dit moment niet mogelijk, het was gewoon een dubbelganger die er niet eens op leek. Een grapjas in een badjas’, zegt hij. ‘Er was daarna veel verwarring en je krijgt de wildste verhalen, ook omdat mensen helemaal niet weten wat wel en niet kan.’ Naar: Roel van der Heijden, nemokennislink.nl Stap 2 Eigen antwoord, bijvoorbeeld een schematische samenvatting: deepfake: samentrekking van deep learning en fake (bron 1) verdeelde reacties: - filmwereld is enthousiast - mensenrechtenorganisaties en politici willen een verbod (bron 1) verschillende manieren van deepfake: • morph = vervormen van een stilstaand beeld van een gezicht – computer ‘trekt’ aan punten in een stilstaand beeld lijkt of persoon op de foto beweegt of iets zegt – niet realistisch, maar kost weinig rekenkracht – kan nu op ieder gezicht toegepast worden zonder uitgebreide training van een computermodel – kan zelfs op je telefoon gemaakt met een app (bron 1) • face sync = computer maakt aan de hand van een tweedimensionaal beeld een driedimensionaal model van het gezicht (op basis van video van de persoon in kwestie) – kost veel rekenwerk – deepfake kan alles zeggen; kan zelfs live worden aangestuurd door een acteur van wie de gezichtsbewegingen worden overgenomen – voor ieder persoon training van een apart computermodel – grenzen: een zittende persoon kun je niet laten opstaan (bron 1) • face swap (meest gebruikt) = gezicht wordt op hoofd van acteur geplakt – deepfake kan vrijwel alles zeggen én doen – voor stem: stemacteur of computer – kan niet live gedaan – varianten: head swap en body swap waarbij een hoofd respectievelijk een lichaam wordt vervangen (bron 1) © Noordhoff Uitgevers, 2023 Gedownload door Maarten Van Daalen (maartenvandaalen056@gmail.com) 40 lOMoARcPSD|45806174 Nieuw Nederlands 7e editie – 4 hv Antwoorden 1 Meer dan lezen - § 7 Teksten vergelijken mensenwerk blijkt nodig om computer te corrigeren en oneffenheden glad te strijken (bron 1) toch ook al vorm van kunstmatige intelligentie (deeplearning): algoritmes worden gevoed met grote hoeveelheden data, leren daarvan en doen de ‘truc’ vervolgens zelf(bron 1) gezichten verwisselen + nieuwe personen maken, bijv. voor kledingmodellen (makkelijk om inclusiviteit te creëren + je hoeft niet te denken aan privacy) (bron 1) deepfake herkennen: - kijk naar schaduwpartijen en huidreflecties: vaak klopt belichting niet (bron 1) - kijk naar de ogen: deepfake lijkt soms in de verte te staren of te zwenken van links naar rechts (bron 1) - zoek fakes met algoritme (bron 1) - blijf opletten: bronnen checken (bron 1) Voor bronnenlijst: Roel van der Heijden, ‘Nuttig gereedschap of gevaarlijk?’, nemokennislink.nl [10 december 2021] Opdracht 8 1– 2 zwart = informatie uit bron 1 – rood = informatie uit bron 2 deepfake: samentrekking van deep learning en fake (bron 1) – technologie om computerbeelden te maken die net echt lijken, maar niet echt zijn – via machine learning: computermodel wordt getraind met data, bijv. foto’s van iemands gezicht of audiofragmenten (voor deepfake van iemands stem) (bron 2) verdeelde reacties: - filmwereld is enthousiast (bron 1) - mensenrechtenorganisaties en politici willen een verbod (bron 1) verschillende manieren van deepfake: • morph = vervormen van een stilstaand beeld van een gezicht – computer ‘trekt’ aan punten in een stilstaand beeld lijkt of persoon op de foto beweegt of iets zegt – niet realistisch, maar kost weinig rekenkracht – vroeger: deepfakes alleen gemaakt door computerprogrammeurs (bron 2) – kan nu op ieder gezicht toegepast worden zonder uitgebreide training van een computermodel – kan zelfs op je telefoon gemaakt met een app (bron 1): met één simpel beeld al iemands gezicht op foto of in video (bron 2) • face sync = computer maakt aan de hand van een tweedimensionaal beeld een driedimensionaal model van het gezicht (op basis van video van de persoon in kwestie) – kost veel rekenwerk – deepfake kan alles zeggen; kan zelfs live worden aangestuurd door een acteur van wie de gezichtsbewegingen worden overgenomen – voor ieder persoon training van een apart computermodel – grenzen: een zittende persoon kun je niet laten opstaan (bron 1) • face swap (meest gebruikt) = gezicht wordt op hoofd van acteur geplakt – deepfake kan vrijwel alles zeggen én doen – voor stem: stemacteur of computer – kan niet live gedaan – varianten: head swap en body swap waarbij een hoofd respectievelijk een lichaam wordt vervangen (bron 1) mensenwerk blijkt nodig om computer te corrigeren en oneffenheden glad te strijken (bron 1) toch ook al vorm van kunstmatige intelligentie (deeplearning): algoritmes worden gevoed met grote hoeveelheden data, leren daarvan en doen de ‘truc’ vervolgens zelf(bron 1) gezichten verwisselen + nieuwe personen maken, bijv. voor kledingmodellen (makkelijk om inclusiviteit te creëren + je hoeft niet te denken aan privacy) (bron 1) © Noordhoff Uitgevers, 2023 Gedownload door Maarten Van Daalen (maartenvandaalen056@gmail.com) 41 lOMoARcPSD|45806174 Nieuw Nederlands 7e editie – 4 hv Antwoorden 1 Meer dan lezen - § 7 Teksten vergelijken deepfake herkennen: - kijk naar schaduwpartijen en huidreflecties: vaak klopt belichting niet (bron 1) + let op beeld: onscherpe pixels? weinig variatie en onhelder licht? (bron 2) - kijk naar de ogen: deepfake lijkt soms in de verte te staren of te zwenken van links naar rechts (bron 1) + let op ogen: knipperen ze niet of raar? (bron 2) - zoek fakes met algoritme (bron 1) - let op gezichtsuitdrukkingen: zijn ze passend en natuurlijk? (bron 2) - let op hoofd: is het in verhouding met het lichaam (bron 2) - blijf opletten: - bronnen checken (bron 1) - afvragen: is het logisch waar ik naar kijk? (bron 2) - foto van video via Google Image Search checken (bron 2) gebruik deepfakes (bron 2): - met politici: - als grap - om gevaar van manipulatie of nepnieuws te laten zien - met porno: iemands gezicht op lichaam van pornoactrice of -acteur doel: - eigen, gepersonaliseerde porno maken - wraak nemen - chanteren - door criminelen: met stemdeepfakes geld aftroggelen maatschappelijke gevolgen (bron 2): mensen geloven veel dingen niet meer gaan media en autoriteiten wantrouwen = gevaarlijk, want mensen geloven leugens makkelijker en geloven waarheid niet moelijker om problemen gezamenlijk aan te pakken omgaan met deepfakes (bron 2): - juridisch niveau: verbieden – ingewikkeld, want: onmogelijk om te handhaven + makkelijk te misbruik door politieke regimes (belangrijke informatie weghalen onder mom van ‘deepfakeverwijdering’) - technologisch niveau: - deepfakes detecteren met algoritmes - misschien webbrowsers met herkenningssoftware; nadeel: is geen oplossing en wordt waarschijnlijk steeds opnieuw ontdoken 3 Voor bronnenlijst: Siri Beerends, ‘Hoe herken je een deepfake?’, www.universiteitvannederland [geen datum] Opdracht 9 Eigen antwoord. Opdracht 10 Eigen antwoord. © Noordhoff Uitgevers, 2023 Gedownload door Maarten Van Daalen (maartenvandaalen056@gmail.com) 42