Antwoorden vraagstukken 9e druk Jaarverslaggeving Peter Epe. Druk 9 geschreven door MvdMH www.stuvia.com Gedownload door: elisedentz | elise.dentz@outlook.com Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar. Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen Dr. Peter Epe RA Wim Hoffmann RA Jaarverslaggeving Opgaven Uitwerkingen docent Negende druk Noordhoff Groningen/Utrecht Gedownload door: elisedentz | elise.dentz@outlook.com Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar. Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen Inhoud 1 Externe verslaggeving: relaties met andere vakgebieden en ontwikkeling 3 Deel 1 Bedrijfseconomische en juridische grondslagen van de externe verslaggeving 6 2 Waarde en winst 7 3 Verslaggevingsprincipes van de boekhoudkundige waarde- en winstbepaling 10 4 Regelgevers en toezichthouders 14 5 Regelgeving: materiële en formele aspecten van de publicatieplicht 17 Deel 2 De basisoverzichten van de externe verslaggeving: balans, resultatenrekening en kasstroomoverzicht 21 6 Vaste activa 22 7 Vlottende activa 29 8 Eigen vermogen 37 9 Vreemd vermogen 40 10 Resultatenrekening 44 11 Kasstroomoverzicht 46 Deel 3 Winst- en vermogensbepaling in geval van prijsfluctuaties 49 12 Instandhoudingsdoelstellingen en waarderingsgrondslagen 50 13 Historischekostenstelsel 52 14 Vervangingswaardestelsel 59 15 Overige winstbepalingsstelsels 65 Deel 4 Concernvorming 71 16 Kapitaalbelangen 72 17 Consolidatie 79 Deel 5 Overige onderwerpen 87 18 Vreemde valuta 88 19 Winstbelasting 96 Hoofdstukoverstijgende vraagstukken 106 Casussen 116 De uitwerkingen van de in het opgavenboek met een sterretje aangeduide vraagstukken en casussen – bedoeld voor zelfstudie – zijn beschikbaar voor de studenten op de website: www.jaarverslaggeving.noordhoff.nl. © 2020 | Noordhoff Uitgevers bv Gedownload door: elisedentz | elise.dentz@outlook.com Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar. 2 Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen 1 Externe verslaggeving: relaties met andere vakgebieden en ontwikkeling 1.1 Een handelsonderneming a Balans per 31 december 2020 (bedragen × € 1.000) Vaste activa Gebouwen Auto’s 336 90 ––– Vlottende activa Voorraad Debiteuren Liquide middelen 100 90 299 ––– 426 625 Eigen vermogen Langlopende schulden 9%-hypothecaire lening Kortlopende schulden Crediteuren 180 110 489 ––– 915 ––– 915 Toelichting: • Gebouwen: € 352.000 – € 16.000 = € 336.000 • Auto’s: € 150.000 – € 60.000 = € 90.000 • Voorraad: 2 000 (3 000 + 18 000 – 19 000) × € 50 = € 100.000 • Debiteuren: € 1.900.000 – € 1.810.000 = € 90.000 • Liquide middelen: Saldo 1 januari 2020 € 83.000 Ontvangsten: – Debiteuren 1 januari 2020 € 85.000 – Uit hoofde van verkopen in 2020 € 1.810.000 – Storting privégeld eigenaren € 50.000 Uitgaven: – Crediteuren 1 januari 2020 € 165.000 – Uit hoofde van inkopen in 2020 € 790.000 – Uitgekeerde winst over 2019 € 40.000 – Aflossing lening € 20.000 – Interest lening € 18.000 – Lonen en sociale lasten € 696.000 –––––––––– Saldo 31 december 2020 € 299.000 • Eigen vermogen: Saldopost • 9% hypothecaire lening: € 200.000 – € 20.000 = € 180.000 • Crediteuren: € 900.000 – € 790.000 = € 110.000 b Eigen vermogen 31 december 2020 Eigen vermogen 1 januari 2020 Vermogenstoename Stortingen Onttrekkingen Winst 2020 + + + – – – – – – € 625.000 € 455.000 – –––––––– € 170.000 € 50.000 – € 40.000 + –––––––– € 160.000 © 2020 | Noordhoff Uitgevers bv Gedownload door: elisedentz | elise.dentz@outlook.com Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar. 3 Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen Gedownload door: elisedentz | elise.dentz@outlook.com Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar. Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen c Resultatenrekening over 2020 Opbrengst verkopen Kostprijs verkopen Lonen en sociale lasten Interestlasten Afschrijvingen: • Gebouwen • Auto’s 19 000 × € 100 = 19 000 × € 50 = 9% van € 200.000 = 4% van € 400.000 = 40% van € 150.000 = € 950.000 € 696.000 € 18.000 € 16.000 € 60.000 –––––––– Winst € 1.900.000 € 1.740.000 –––––––––– € 160.000 Vraagstuk 1.2 Broekhuis Holding nv a 1 RTV = winst vóór aftrek van belasting + betaalde interest × 100% gemiddeld totale vermogen 17.772 × 100% = 4,8% 368.976 2 REV vóór aftrek van belasting winst vóór aftrek van belasting = × 100% gemiddeld eigen vermogen = 15.639 × 100% = 22,2% 70.572 3 REV na aftrek van belasting nettowinst = × 100% gemiddeld eigen vermogen = = 12.040 × 100% = 17,1% 70.572 b Dit wordt veroorzaakt door de afwijking van de rentabiliteit van het vreemd vermogen (RVV) ten opzichte van de rentabiliteit van het totale vermogen (RTV). 2.133 × 100% = 0,7%. De RVV is 298.404 Omdat de vreemdvermogenverschaffers een lagere vergoeding eisen voor het ter beschikking stellen van hun vermogen dan de RTV, komt de rentabiliteit van het eigen vermogen vóór aftrek van belasting hoger uit dan de RTV. Men spreekt in dit verband van een positieve hefboomwerking. c 1 2 Vlottende activa 195.672 = = 0,95 Kortlopende verplichtingen 205.891 Als norm wordt wel gesteld dat de current ratio ongeveer 1,5 à 2 moet zijn; de current ratio van Broekhuis zit hier per 31 december 2018 ver onder. Bij de berekende current ratio dienen nog enkele kanttekeningen geplaatst te worden: • De vlottende activa bestaan voor ruim 80% uit onverkochte auto’s. Het zal nog even duren voordat het in de voorraden geïnvesteerde vermogen in geldvorm vrijkomt. • Onder de voorzieningen kunnen op korte termijn betalingsverplichtingen schuilen; deze dienen voor de berekening van de current ratio te worden meegenomen. • De current ratio houdt geen rekening met mogelijke dispositieruimte op rekening-courantkredieten. Current ratio = Verder is het van belang op te merken dat het bepalen van de liquiditeit aan de hand van de balans (statische liquiditeit) slechts een momentopname is; zo worden bijvoorbeeld financiële verplichtingen die kort na balansdatum ontstaan, zoals uitgaven ten behoeve van het productieproces en loonbetalingen, niet in de beoordeling betrokken. De liquiditeit is daarom beter te beoordelen aan de hand van een liquiditeitsbegroting (dynamische liquiditeit) en met behulp van een kasstroomoverzicht (zie hoofdstuk 11). © 2020 | Noordhoff Uitgevers bv Gedownload door: elisedentz | elise.dentz@outlook.com Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar. 4 Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen d 1 2 e 1 2 3 Eigen vermogen 70.572 = = 0,19 Totaal vermogen 368.976 Voor de verhouding eigen vermogen : totaal vermogen wordt vaak een minimale norm van 1/4 voor een arbeidsintensieve onderneming als Broekhuis gehanteerd. De verhouding van Broekhuis per 31 december 2018 zit hier onder. Bij de beoordeling speelt echter ook de rentabiliteit een rol. Bij een hogere rentabiliteit is een lagere verhouding eerder acceptabel. De rentabiliteit van het totale vermogen zal verslechteren omdat het resultaat daalt, terwijl het totale vermogen ongewijzigd blijft. De rentabiliteit van het eigen vermogen verslechtert eveneens omdat – bij een rentabiliteit kleiner dan 100% – de negatieve werking van de daling van het resultaat sterker doorwerkt op de rentabiliteitsberekening dan de positieve werking van de daling van het eigen vermogen. Indien het extra gegeven ertoe leidt dat op korte termijn de betalingsverplichtingen toenemen, heeft dit een negatieve werking op de liquiditeit. De solvabiliteit verslechtert door de toename van het vreemd vermogen en de hieraan gelijke afname van het eigen vermogen. Zowel het resultaat (door de lagere afschrijvingskosten) als het (eigen en totaal) vermogen (door de hogere boekwaarde) zullen stijgen: • De rentabiliteit van het (eigen en totaal) vermogen zal – bij een rentabiliteit kleiner dan 100% – stijgen omdat de positieve werking van de stijging van het resultaat sterker doorwerkt dan de negatieve werking van de toename van het vermogen. • De liquiditeit verandert niet. • De solvabiliteit verbetert omdat het eigen vermogen toeneemt, terwijl het vreemd vermogen gelijk blijft. Door de daling van het vreemd vermogen en daarmee van het totaal vermogen verbetert de rentabiliteit van het totale vermogen, terwijl de rentabiliteit van het eigen vermogen onveranderd blijft. De liquiditeit ondergaat in wezen geen verandering. De current ratio (zoals bij vraag c1 berekend en die veelal als indicatie wordt gebruikt bij de beoordeling van de liquiditeit) komt echter lager uit. Bij een current ratio van hoger dan 1 zou de current ratio juist hoger uitgekomen zijn; een dergelijke gebeurtenis wordt daarom vaak aangeduid als ‘window dressing’. De solvabiliteit verbetert door de afname van het vreemd vermogen. © 2020 | Noordhoff Uitgevers bv Gedownload door: elisedentz | elise.dentz@outlook.com Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar. 5 Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen Deel 1 Bedrijfseconomische en juridische grondslagen van de externe verslaggeving © 2020 | Noordhoff Uitgevers bv Gedownload door: elisedentz | elise.dentz@outlook.com Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar. 6 Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen 2 Waarde en winst Vraagstuk 2.1 Het economisch waardebegrip a Jaar 1 € 30.000 € 30.000 € 50.000 + + = € 89.632 1,1 1,12 1,13 Vermogen 1/1 = € 30.000 € 50.000 Vermogen 31/12 = € 30.000 + + = € 98.595 1,1 1,12 Winst = € 98.595 – € 89.632 = € 8.963 Investering 1 januari jaar 1 Vermogen 1 januari jaar 1 (na investering) Aanvangswinst jaar 1 € 100.000 € 89.632 –––––––– – € 10.368 Jaar 2 € 30.000 € 50.000 + = € 89.632 1,1 1,12 € 50.000 Vermogen 31/12 = € 21.037 + € 30.000 + = € 96.492 1,1 Winst = € 96.492 – € 89.632 = € 6.860 Vermogen 1/1 * = € 21.037* + € 30.000 – € 8.963 = € 21.037 Jaar 3 € 50.000 = € 89.632 1,1 Vermogen 31/12 = € 21.037 + € 23.140 + € 50.000 = € 94.177 Winst = € 94.177 – € 89.632 = € 4.545 Vermogen 1/1 * = € 21.037 + € 23.140* + € 30.000 – € 6.860 = € 23.140 b De oorzaak van de berekende aanvangswinst (– € 10.368) is dat bij de start van de onderneming de inkoopprijs van het aangeschafte productiemiddel (€ 100.000) getransformeerd wordt in de bedrijfswaarde (€ 89.632); op dat moment wordt overgeschakeld van in- naar verkoopmarkt. c De investeringsbeslissing is niet economisch verantwoord omdat de aanvangswinst (waarin alle toekomstige nettokasstromen zijn opgenomen) negatief is. De nadien berekende jaarwinsten ontstaan alleen door het verstrijken van de tijd. d De essentie van een onderneming is het omzetten van productiemiddelen in te verkopen goederen en diensten. Het economisch waardebegrip is hierop gebaseerd en levert dan ook zeer relevante cijfers op. Met de betrouwbaarheid van het economisch waardebegrip is het slechter gesteld: het is gebaseerd op de toekomstverwachtingen van de bedrijfsleiding inzake afzet, verkoopprijzen, exploitatiekosten, rentevoet, enzovoort. Het economisch waardebegrip steunt dus op schattingen van de ondernemingsleiding en deze zijn niet controleerbaar. Dit gebrek aan betrouwbaarheid is er de oorzaak van dat de externe verslaggeving niet in eerste instantie gebaseerd kan worden op het economisch waardebegrip. De verantwoordingsfunctie die de externe verslaggeving heeft, verdraagt zich niet met de mogelijkheid dat de bedrijfsleiding haar eigen schattingen tot grondslag van waardering en winstbepaling maakt. De ongelimiteerde mogelijkheden tot creative accounting die met het economisch waardebegrip gepaard gaan, maken het ongeschikt voor het opstellen van de externe jaarrekening als geheel. © 2020 | Noordhoff Uitgevers bv Gedownload door: elisedentz | elise.dentz@outlook.com Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar. 7 Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen Vraagstuk 2.3 Zilvervloot bv a 1 Balans per 31 december 2020 (bedragen × € 1 mln) Bergingsschip Effecten Liquide middelen 22,5 1 27,9 –––– 51,4 Toelichting: Aandelenkapitaal Banklening Reorganisatievoorziening Winst 2020 15 20 2 14,4 –––– 51,4 9 = € 22.500.000 10 • Bergingsschip: € 25.000.000 × • Liquide middelen: Aandelenemissie Banklening Opbrengst veiling Interest 8% × € 20.000.000 = Huur bedrijfspand Kosten ‘Historical research’ Aanschaf bergingsschip Kosten ‘Operations’ Kosten ‘Technical development’ Aanschaf aandelen Saldo 31 december 2020 € 15.000.000 € 20.000.000 € 40.000.000 € 1.600.000 € 500.000 € 4.000.000 € 25.000.000 € 12.000.000 € 3.000.000 € 1.000.000 ––––––––––– € 27.900.000 + + + – – – – – – – Resultatenrekening over 2020 (bedragen × € 1 mln) Omzet Huur Afschrijvingskosten 0,5 1 = 10 4 + 12 + 3 = 25 × 2,5 Loon- en overige kosten Interest Toevoeging reorganisatievoorziening 19 1,6 2 –––– Winst 2 40 25,6 – –––– 14,4 Balans per 31 december 2020 (bedragen × € 1 mln) Ontwikkelingskosten Pand Bergingsschip Effecten Liquide middelen 2,7 9,5 22,5 1,3 27,9 –––– 63,9 Aandelenkapitaal Banklening Huurverplichtingen Winst 2020 15 20 9,5 19,4 –––– 63,9 Toelichting: • • • 9 = € 2.700.000 (Uitgegaan is van 10 afschrijving over vijf jaar en een gelijkmatige spreiding van de kosten over het jaar, waardoor over 2020 10% wordt afgeschreven; verder wordt in hoofdstuk 6 aangegeven dat tegenover de geactiveerde ontwikkelingskosten een wettelijke reserve moet worden gevormd.) 19 = € 9.500.000 Pand: € 10.000.000 × 20 Huurverplichtingen: € 10.000.000 – € 500.000 = € 9.500.000 (Bij de berekening van de huurverplichtingen is voorbijgegaan aan de berekening van interest: in de huurprijs is geen interestvergoeding opgenomen; in hoofdstuk 6 wordt deze problematiek uitgebreid besproken.) Ontwikkelingskosten: € 3.000.000 × © 2020 | Noordhoff Uitgevers bv Gedownload door: elisedentz | elise.dentz@outlook.com Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar. 8 Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen Resultatenrekening over 2020 (bedragen × € 1 mln) Omzet Afschrijvingskosten: • Ontwikkelingskosten • Pand • Bergingsschip Loon- en overige kosten Interest 40 1 = 10 1 10 × = 20 3× 4 + 12 = 0,3 0,5 2,5 16 1,6 –––– Koersstijging aandelenbelegging 1,3 – 1 = Winst 20,9 – 0,3 + –––– 19,4 © 2020 | Noordhoff Uitgevers bv Gedownload door: elisedentz | elise.dentz@outlook.com Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar. 9 Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen 3 Verslaggevingsprincipes van de boekhoudkundige waarde- en winstbepaling Vraagstuk 3.1 Stairway bv a Voor het moment van opbrengstneming geldt het realisatieprincipe, dat voorschrijft dat dit dient te geschieden als de onderneming de verkoopprestatie voltooid heeft. Op 25 mei is dit het geval, zodat dan de opbrengst genomen zal moeten worden. Mocht er nog een opleveringsprocedure volgen, kan eventueel opbrengstneming tot dat moment worden uitgesteld, omdat de economische risico’s dan nog bij Stairway liggen. b Product matching: • Inkoopkosten trappen • Loonkosten monteurs Period matching: • Afschrijving auto’s Direct ten laste van het resultaat: • Bijkomende autokosten • Kantoorhuur • Loonkosten kantoorpersoneel 1 92 × € 1.000 = 800 uur × € 251 = 3× € 60.000 = 48 3 × € 500 = € 21.600 = 12 € 36.000 2× = 12 € 92.000 € 20.000 € 3.750 € 1.500 € 1.800 € 6.000 –––––––– € 125.050 € 40.000 1.600 uur Vraagstuk 3.3 bv Beuk a 1 2 3 Kas Aandelenkapitaal Agio Vooruitbetaalde huur (overlopende activa) Resultaat Kas 220.000 × € 600.000 = Machine 300.000 Voorraad hout € 500.000 – 80.000 × € 5 = Kas (machine € 600.000; personeel € 80.000; hout € 500.000) ↑ ↓ ↓ € 1.000.000 € 500.000 € 500.000 € 25.000 € 25.000 € 50.000 € ↓ 440.000 € 100.000 € 1.180.000 © 2020 | Noordhoff Uitgevers bv Gedownload door: elisedentz | elise.dentz@outlook.com Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar. 10 Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen 4 Transactie met klant A is gerealiseerd (verkocht en afgeleverd). Transactie met klant B is per 31 december 2020 nog niet gerealiseerd (niet afgeleverd). Voorraad klompen 20 000 × € 8 = € 160.000 Toelichting: • productie 80 000 – afzet 60 000 = 20 000 • balanswaardering: – materiaal € 5 € 600.000 = € 2 – machine 300.000 € 80.000 – personeel = € 1 80 000 ––– € 8 Resultaat 60 000 × (€ 15 – € 8) = Vooruitontvangen bedragen (overlopende passiva) 20 000 × € 15 = Kas 80 000 × € 15 = 5 ↑ € 420.000 ↑ € 300.000 € 1.200.000 a (Op grond van het voorzichtigheidsprincipe of ‘more likely than not’) vordering niet activeren: Resultaat ↓ € 10.000 Kas ↓ € 10.000 b (Op grond van het voorzichtigheidsprincipe of ‘more likely than not’) een voorziening treffen: Resultaat ↓ € 25.000 Voorziening € 25.000 b Balans 31 december 2020 (bedragen × € 1) Machine Voorraad hout Voorraad klompen Vooruitbetaalde huren Kas 440.000 100.000 160.000 25.000 960.000 –––––––– 1.685.000 Aandelenkapitaal Agio Voorziening Vooruitontvangen bedragen Winst 2020 500.000 500.000 25.000 300.000 360.000 –––––––– 1.685.000 Vraagstuk 3.4 Celeste nv Resultatenrekening over 2020 Opbrengst verkopen Kosten verkopen 8 000 × € 1.200 = 8 000 × € 700 = Brutomarge Ontwikkelingskosten smartphoneproject Afboeking geactiveerde ontwikkelingskosten tablet Algemene beheerskosten Overige kosten Winst € 9.600.000 € 5.600.000 ––––––––– € 4.000.000 € 2.000.000 € 1.500.000 € 4.000.000 € 2.000.000 ––––––––– – € 5.500.000 1 – 2 – – – – 3 4 © 2020 | Noordhoff Uitgevers bv Gedownload door: elisedentz | elise.dentz@outlook.com Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar. 11 Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen Toelichting: 1 Conform het realisatieprincipe dient de opbrengst geboekt te worden als verkoop en aflevering hebben plaatsgevonden. De 2 000 verkochte eenheden die nog in het magazijn liggen te wachten op verscheping naar het buitenland mogen dan ook nog niet in de opbrengst verkopen worden verwerkt. 2 • Op grond van het matchingprincipe dient voor de kosten van de verkopen uitgegaan te worden van 8 000 stuks in plaats van 10 000 stuks. • Vanwege het bestendigheidsprincipe mogen de afschrijvingen op de machines niet worden aangepast om een bepaalde brutomarge te handhaven (dit is creative accounting). De in de kosten van de verkopen opgenomen afschrijving per € 2.000.000 = € 200. De afschrijving was gehalveerd en is dus eenheid moet zijn: 10.000 teruggebracht tot € 100. De kosten van de verkopen moeten derhalve per eenheid € 700 zijn. 3 Vanwege de grote onzekerheid over de haalbaarheid van het smartphoneproject gaat voorzichtigheid boven matching; om die reden dienen de ontwikkelingsuitgaven voor dit project niet te worden geactiveerd, maar direct ten laste van het resultaat te worden gebracht. 4 De (terechte) afboeking van de destijds geactiveerde kosten voor de ontwikkeling van het nieuwe type tablet mag niet rechtstreeks van de winstreserves geschieden, maar dient ten laste van het resultaat te worden gebracht. Balans per 31 december 2020 (bedragen × € 1.000) Machines Voorraden Debiteuren Kas 4.000 1.400 4.000 2.600 –––––– 12.000 Aandelenkapitaal Winstreserves Vreemd vermogen Winst 2020 7.000 5.500 5.000 – 5.500 –––––– 12.000 Toelichting: • • 2 = € 4.000.000 5 Voorraden: 2 000 × € 700* = € 1.400.000 Machines: € 10.000.000 × * Waardering tegen verkoopprijs is in strijd met het voorzichtigheids- en realisatieprincipe. Vraagstuk 3.6 Chemco nv a De boekwaarde van de balanspost Ontwikkelingskosten per 1 januari 2020 (en daarmee het cumulatief effect op het eigen vermogen) wordt: € 120.000 × 10% = € 12.000 € 150.000 × 30% = € 45.000 € 100.000 × 50% = € 50.000 € 200.000 × 70% = € 140.000 € 175.000 × 90% = € 157.500 € 404.500 b Ontwikkelingskosten 2020 volgens: nieuw systeem: 10% × € 120.000 + 20% × (€ 150.000 + € 100.000 + € 200.000 + € 175.000) + 10% × € 180.000 = oud systeem Jaareffect (hogere winst) c Cumulatief effect van de stelselwijziging per 1 januari 2020 Investeringen Afschrijvingen Stand 31 december 2020 € 155.000 € 180.000 € 25.000 € 404.500 + € 180.000 + € 155.000 – € 429.500 d De eerste situatie betreft een gebeurtenis na balansdatum die nadere informatie geeft over de feitelijke situatie per balansdatum en moet derhalve worden verwerkt in de jaarrekening 2020. De verwerking dient plaats te vinden door de post Debiteuren ten laste van het resultaat 2020 af te waarderen met € 200.000. © 2020 | Noordhoff Uitgevers bv Gedownload door: elisedentz | elise.dentz@outlook.com Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar. 12 Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen De tweede situatie betreft een gebeurtenis na balansdatum die geen nadere informatie geeft over de feitelijke situatie per balansdatum: niet verwerken in de jaarrekening 2020. © 2020 | Noordhoff Uitgevers bv Gedownload door: elisedentz | elise.dentz@outlook.com Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar. 13 Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen 4 Regelgevers en toezichthouders Vraagstuk 4.1 VDL Groep bv a Kwalitatieve kenmerken in het algemeen Voor een goede vervulling van de verantwoordings- en informatiefunctie moet de jaarrekening aan hoge kwaliteitseisen voldoen. Kwalitatieve kenmerken zijn eigenschappen die de informatie in de jaarrekening nuttig maakt voor gebruikers. Relevantie Om nuttig te zijn, moet informatie in de jaarrekening relevant zijn voor de besluitvorming van gebruikers. Informatie bezit de eigenschap van relevantie wanneer het bijdraagt aan de beoordeling van de weergave van vroegere, huidige of toekomstige gebeurtenissen. In de situatie dat de financiële gevolgen van een gebeurtenis niet precies bekend zijn, zal de gebruiker toch gebaat zijn bij een schatting van die financiële gevolgen voor de jaarrekening, zeker als de gevolgen materieel zijn. Betrouwbaarheid Bruikbare informatie in de jaarrekening moet tevens voldoen aan de eis van betrouwbaarheid. De verstrekte informatie in de jaarrekening wordt geacht een getrouwe weergave te zijn van de feiten en gebeurtenissen, en moet vrij zijn van wezenlijke onjuistheden. Het maken van oordelen en van schattingen leidt doorgaans tot minder betrouwbare informatie. Ter behoud van het getrouwe beeld verstrekt VDL aanvullende informatie over veronderstellingen die aan die oordelen en schattingen ten grondslag liggen. b Het verstrekken van informatie in geval van onzekerheden leidt, als gevolg van de daarmee gepaard gaande schattingen en min of meer subjectieve beoordelingen, tot een lagere betrouwbaarheid. Desalniettemin kan het verstrekken van niet volledig betrouwbare informatie waarde toevoegen aan economische beslissingen door gebruikers van de informatie. In dit geval wint de informatie aan relevantie. Ondernemingen zoeken in de praktijk naar een passend evenwicht tussen verschillende kwalitatieve kenmerken, in dit geval relevantie en betrouwbaarheid. c Algemeen Toerekening Dit principe schrijft voor om in een jaarrekening de baten en lasten van het desbetreffende boekjaar op te nemen, ongeacht of zij tot ontvangsten respectievelijk uitgaven in dat boekjaar hebben geleid. Toepassing van dit principe komt terug in nagenoeg alle grondslagen die VDL hanteert. Een meer specifieke uitwerking van het toerekeningsbeginsel geschiedt in de vorm van het realisatieprincipe en het matchingprincipe. Bij de behandeling van de afzonderlijke grondslagen zijn het juist déze principes waaraan de door VDL gehanteerde grondslagen zullen worden getoetst. Continuïteit VDL waardeert haar activa en passiva tegen verkrijgings- of vervaardigingsprijs of actuele waarde, amortisatiewaarde dan wel contante waarde onder de impliciete veronderstelling dat de werkzaamheden in de toekomst zullen worden voortgezet. Zo schrijft de onderneming (im)materiële vaste activa af over de verwachte toekomstige gebruiksduur, betaalde goodwill over een periode van 5 tot 10 jaar en waardeert VDL de voorziening voor jubilea-uitkeringen tegen contante waarde. Belastinglatenties over herwaarderingen worden opgenomen tegen 15% hetgeen een benadering is van de contante waarde van de toekomstige belastingbetalingen in verband gerealiseerde herwaarderingen. Ingeval van discontinuïteit echter zouden voor de (im)materiële activa de opbrengstwaarden relevant zijn, voor de jubilea-uitkeringen – afhankelijk van de afspraken bij niet-voortzetting van de activiteiten – de nominale waarde en worden belastinglatenties berekend tegen het huidige belastingtarief. © 2020 | Noordhoff Uitgevers bv Gedownload door: elisedentz | elise.dentz@outlook.com Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar. 14 Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen Bestendigheid (of stelselmatigheid) Dit principe richt zich op het toepassen van grondslagen van waardering en resultaatbepaling (materiële stelselmatigheid) en op de indeling van de balans en winst- en verliesrekening (formele stelselmatigheid). In beide situaties gaat het om van jaar tot jaar ongewijzigde toepassingen (volgtijdelijke stelselmatigheid). Bestendigheid houdt tevens in dat voor gelijksoortige activa en passiva, dan wel activiteiten, binnen een verslagjaar dezelfde grondslagen en voorschriften moeten worden toegepast (gelijktijdige stelselmatigheid). • toetsing aan volgtijdelijke stelselmatigheid De grondslagen van waardering en resultaatbepaling zijn in het verslagjaar niet gewijzigd. VDL maakt hiervan ook melding in de toelichting onder het kopje Vergelijking met voorgaand jaar. Zowel in materiële als in formele zin is de volgtijdelijke stelselmatigheid niet doorbroken. • toetsing aan gelijktijdige stelselmatigheid VDL waardeert immateriële en materiële vaste activa op basis van verkrijgingsprijs. Voor de bedrijfsgebouwen en -terreinen is voor de historische kostprijs de actuele waarde per 1 januari 2016 als uitgangspunt genomen, hetgeen dus niet de daadwerkelijke verkrijgingsprijs is. Een meer gedetailleerde toetsing van dit principe komt hierna aan de orde bij de behandeling van enkele individuele activa en passiva. Grondslagen van waardering Immateriële vaste activa Matching VDL activeert betaalde goodwill en schrijft deze af in 5 tot 10 jaar. Ook eventuele andere immateriële vaste activa worden afgeschreven. Omdat immateriële vaste activa kennelijk over meerdere jaren economische voordelen in zich bergen, rekent VDL de uitgaven – in de vorm van afschrijvingen – toe aan de toekomstige jaren waarin VDL de economische voordelen verwacht (period matching). Voorzichtigheid Indien de realiseerbare waarde van een immaterieel vast actief beneden de boekwaarde daalt, verwerkt VDL het verschil als een bijzondere waardevermindering ten laste van het resultaat. Bestendigheid VDL waardeert alle immateriële vaste activa tegen verkrijgingsprijs onder aftrek van afschrijvingen. Deze handelwijze duidt op gelijktijdige bestendigheid. Materiële vaste activa Matching VDL rekent investeringsuitgaven toe aan toekomstige jaren in de vorm van afschrijvingen welke worden berekend over de geschatte gebruiksduur. Deze vorm van het matchingprincipe staat bekend als period matching. Voorzichtigheid VDL houdt bij materiële vaste activa rekening met bijzondere waardeverminderingen. Bestendigheid VDL waardeert bedrijfsgebouwen en -terreinen tegen actuele waarde per 1 januari 2016 en overige materiële vaste activa tegen verkrijgings- of vervaardigingsprijs. Het hanteren van verschillende waarderingsgrondslagen voor eenzelfde categorie activa betekent een doorbreking van de gelijktijdige bestendigheid. Onderhanden projecten Matching Bestede kosten voor onderhanden projecten worden pas als last genomen in het jaar waarin zij tot opbrengst hebben geleid (zie ook onder Grondslagen voor de resultaatbepaling). Dit is het moment waarop de diensten zijn geleverd. De uitgaven die in het jaar nog niet tot opbrengsten hebben geleid, worden geactiveerd onder de post Onderhanden projecten en daarmee doorgeschoven naar een volgend jaar. Deze verschijningsvorm van het matchingprincipe wordt product matching genoemd. © 2020 | Noordhoff Uitgevers bv Gedownload door: elisedentz | elise.dentz@outlook.com Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar. 15 Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen Voorzichtigheid Bij de waardering van onderhanden projecten wordt rekening gehouden met verwachte verliezen op projecten. Vorderingen Voorzichtigheid Bij de waardering van vorderingen houdt VDL rekening met een voorziening voor het risico van oninbaarheid. Voorzieningen Voorzichtigheid VDL vormt voorzieningen voor verplichtingen die op balansdatum bestaan, die waarschijnlijk zullen leiden tot een uitstroom van middelen en waarvan de omvang op balansdatum op betrouwbare wijze is te schatten. Matching In de jaarrekening wordt reeds in het boekjaar rekening gehouden met lasten waarvan de uitgaven nog in toekomstige jaren moeten worden gedaan. Deze lasten worden opgenomen in het jaar waarin bepaalde gebeurtenissen hebben plaatsgevonden waarmee zij een causaal verband hebben. Op balansdatum bestaat dan een in rechte afdwingbare of een feitelijke verplichting. Bestendigheid Er is sprake van doorbreking van de gelijktijdige bestendigheid: de in de voorzieningen begrepen jubilea-uitkeringen en belastinglatenties worden gewaardeerd tegen respectievelijk contante waarde en 15% (benadering van de contante waarde), terwijl de overige voorzieningen worden opgenomen tegen nominale waarde. Grondslagen voor de resultaatbepaling Algemeen Realisatie VDL verantwoordt resultaten op transacties in het jaar waarin ze worden gerealiseerd. Het tijdstip van realisatie wordt uitgewerkt onder de post Netto-omzet. Matching Ter bepaling van het resultaat zet VDL kosten en andere lasten over het jaar tegenover de opbrengstwaarde van de geleverde prestaties. Netto-omzet Realisatie De netto-omzet betreft de aan derden geleverde diensten en gerealiseerde projectopbrengsten. (Het tijdstip van realisatie valt overigens samen met het moment waarop alle belangrijke rechten en risico’s met betrekking tot de eigendom zijn overgedragen aan de koper.) Overheidssubsidies Realisatie Overheidssubsidies worden, afhankelijk van de aanwending, als bate verantwoord in het jaar waarin de kosten zijn gemaakt, de opbrengsten zijn gederfd of een exploitatietekort zich heeft voorgedaan (exploitatiesubsidies), dan wel in mindering gebracht op de afschrijvingen van de gesubsidieerde activa (investeringssubsidies). Matching Baten (subsidies) en lasten (kosten en afschrijvingen) worden met elkaar geconfronteerd. © 2020 | Noordhoff Uitgevers bv Gedownload door: elisedentz | elise.dentz@outlook.com Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar. 16 Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen 5 Regelgeving: materiële en formele aspecten van de publicatieplicht Vraagstuk 5.1 nv ROVA Holding a De grenzen voor een middelgrote rechtspersoon zijn (artikel 397.1): • De waarde van de activa op basis van historische kosten bedraagt niet meer dan € 20 mln. • De netto-omzet over het boekjaar bedraagt niet meer dan € 40 mln. • Het gemiddeld aantal werknemers over het boekjaar bedraagt minder dan 250. Aangezien de cijfers van ROVA boven de grenzen van die van middelgrote rechtspersonen liggen, is er sprake van een grote rechtspersoon. b Rechtspersonen die onder het regime van micro, klein of middelgroot vallen, hebben vrijstellingen en vereenvoudigingen van bepaalde inrichtings- en publicatievoorschriften. Bovendien zijn micro en kleine rechtspersonen vrijgesteld van verplichte accountantscontrole. c Een rechtspersoon valt onder het regime van micro, klein, middelgroot of groot indien hij twee achtereenvolgende jaren aan minimaal twee criteria voldoet (artikelen 395a, 396.1 en 397.1). Dit is de zogenaamde ‘schommelbepaling’, die tot doel heeft dat de rechtspersoon niet ieder jaar met andere voorschriften geconfronteerd wordt. d ROVA valt in 2018 onder het regime van een grote rechtspersoon omdat het zowel in 2017 als in 2018 aan de drie criteria voldoet. Dit heeft als consequentie dat ROVA in 2018 geen recht heeft op vrijstellingen voor de inrichting en publicatie van de jaarstukken en dat zij onderworpen is aan verplichte accountantscontrole. e Afgegeven is de goedkeurende accountantsverklaring. f Deze moet worden opgenomen onder de ‘overige gegevens’ (artikel 392.1a). g Zonder accountantsverklaring kan de jaarrekening door het daartoe bevoegde orgaan niet worden vastgesteld of goedgekeurd (artikel 393.7), tenzij onder de overige gegevens een wettige grond wordt medegedeeld waarom de verklaring ontbreekt. h De aandeelhouder kan bij de Accountantskamer zijn beklag doen over de afgegeven accountantsverklaring; dit ter handhaving van de kwaliteit en betrouwbaarheid van het accountantsberoep. Voor het verkrijgen van een schadevergoeding moet hij echter niet bij de Accountantskamer zijn, maar dient hij een civiele procedure tegen de accountant aan te spannen. Vraagstuk 5.2 ‘D’oude hofstee’ a De wetgeving inzake externe verslaggeving is van toepassing op verenigingen en stichtingen (artikel 360.3) voor zover zij op commerciële wijze optreden in het economisch verkeer. Voor de ‘D’oude hofstee’ betreft dit de verkoop van souvenirs, de horeca-aangelegenheden en de activiteiten van de drukkerij en uitgeverij. In artikel 360.3 is verder bepaald dat de wetgeving pas van toepassing is indien de netto-omzet van de ondernemingsactiviteiten gedurende twee opeenvolgende jaren minimaal € 6 mln bedraagt (de helft van het in artikel 396 lid 1, onder b bedoelde bedrag). © 2020 | Noordhoff Uitgevers bv Gedownload door: elisedentz | elise.dentz@outlook.com Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar. 17 Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen Voor ‘D’oude hofstee’ geldt (bedragen in € 1): Opbrengst souvenirs Opbrengsten horeca Opbrengst drukkerij/uitgeverij 2020 –––––––– 2.618.000 1.524.000 2.911.000 –––––––– 7.053.000 2019 –––––––– 2.295.000 1.459.000 2.099.000 –––––––– 5.853.000 Conclusie: ‘D’oude Hofstee’ is in 2020 niet publicatieplichtig omdat de omzet in 2019 minder dan € 6 mln bedraagt. b In 2021 is ‘D’oude hofstee’ voor het eerst publicatieplichtig: de netto-omzet bedraagt dan gedurende twee opeenvolgende jaren minimaal € 6 mln. In 2022 is ‘D’oude hofstee’ eveneens publicatieplichtig omdat de publicatieplicht van een vereniging of stichting pas eindigt als de netto-omzet twee jaar achtereen onder de grens van € 6 mln komt. Of ‘D’oude hofstee’ in 2023 publicatieplichtig is, hangt af van de hoogte van de nettoomzet over de jaren 2022 en 2023; alleen als deze in beide jaren minder dan € 6 mln bedraagt, heeft zij geen publicatieplicht. c De jaarrekening moet worden opgemaakt door het bestuur binnen zes maanden na afloop van het boekjaar; op grond van bijzondere omstandigheden kan deze termijn door de algemene ledenvergadering met maximaal vier maanden worden verlengd (artikel 49.1). De algemene ledenvergadering stelt de jaarrekening vervolgens vast binnen één maand nadat deze is opgemaakt (artikel 49.3). d Openbaarmaking dient in beginsel plaats te vinden binnen acht dagen na vaststelling van de jaarrekening door deponering bij het Handelsregister, dat beheerd wordt door de Kamer van Koophandel (artikel 394.1). De wetgever heeft als uiterste limiet bepaald dat publicatie in ieder geval uiterlijk twaalf maanden na afloop van het boekjaar moet geschieden (artikel 394.3). Vraagstuk 5.3 Gebeurtenissen na balansdatum a 1 2 3 4 De daling van de koers van de dollar na balansdatum werpt geen nieuw licht op de waarde van de vordering per 31 december 2020: niet verwerken in de jaarrekening 2020, maar in die van 2021. Vermelding in de toelichting is eveneens niet vereist, ervan uitgaande dat het gebeuren voor de onderneming van ondergeschikte betekenis is. Het in vlammen opgaan van de loods met het total loss raken van de laadschoppen werpt geen nieuw licht op de waarde van de laadschoppen per 31 december 2020: niet verwerken in de jaarrekening 2020, maar in die van 2021. Wel moet dit gegeven – ervan uitgaande dat het voor de onderneming belangrijke financiële gevolgen heeft – in het jaarrapport 2020 vermeld worden in de toelichting (artikel 380a) en, voor zover de verwachtingen worden beïnvloed, in het bestuursverslag (artikel 391.2). Het boven tafel komen van informatie over de waarde per balansdatum van de voorraad reserveonderdelen werpt een nieuw licht op de waarde per 31 december 2020 van deze post: verwerken in de jaarrekening 2020; de post Voorraad reserveonderdelen en daarmee het eigen vermogen en het resultaat worden verhoogd met € 40.000. De gevolgen van deze gebeurtenis moeten in de jaarrekening 2020 worden verwerkt, omdat de oorzaak van de claim vóór balansdatum ligt. Er moet een voorziening worden gevormd, tenzij de hoogte van de schadevergoeding niet redelijkerwijs is te schatten; in dat geval moet het gegeven worden vermeld in de toelichting als een niet uit de balans blijkende verplichting. b De IASB schrijft voor dat de claim alsnog in de jaarrekening over 2020 wordt verwerkt (IAS 10.3 en 10.8). De RJ (RJ 160.202) en de wet (artikel 362.6) schrijven dit alleen voor indien dit onontbeerlijk is voor het vereiste inzicht: alleen voor zeer belangrijke gebeurtenissen behoeft de jaarrekening aanpassing. Aangezien het hier gaat om een materiële schadeclaim is aanpassing van de jaarrekening geboden. © 2020 | Noordhoff Uitgevers bv Gedownload door: elisedentz | elise.dentz@outlook.com Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar. 18 Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen c De IASB geeft voor deze situatie geen regels. Voor deze situatie gelden op grond van artikel 362 lid 9 de Nederlandse wettelijke bepalingen. De RJ (RJ 160.203) en de wet (artikel 362.6) voorzien hier wel in: omdat het gaat om een materiële schadeclaim zal de jaarrekening nu in ernstige mate tekortschieten in het geven van het vereiste inzicht. De onderneming zal haar aandeelhouders en – indien aanwezig – de ondernemingsraad hierover moeten berichten, alsmede een mededeling moeten doen bij het Handelsregister waar zij haar stukken openbaar heeft gemaakt. Deze mededeling moet – indien de onderneming controleplichtig is – voorzien zijn van een accountantsverklaring. Vraagstuk 5.5 Atlas bv a Het bestendigheidsprincipe (in casu het volgtijdelijk aspect). b De wet stelt dat de grondslagen van waardering en winstbepaling slechts wegens gegronde redenen mogen worden veranderd (artikel 384.6). Het aansluiten bij internationale opvattingen en de gebruiken in de bedrijfstak leidt tot een betere vergelijkbaarheid van de jaarrekening met die van andere ondernemingen in de bedrijfstak. Dit wordt algemeen als gegronde reden gezien (zie ook: RJ 140.207): de stelselwijziging is wettelijk toelaatbaar. c De stelselwijziging heeft tot gevolg dat de voorziening voor pensioenverplichtingen aan het begin van boekjaar 2020 met € 90.000 (€ 440.000 – € 350.000) moet worden verhoogd. Journaalpost: Winstreserve Aan Voorziening voor pensioenverplichtingen d Balans per (bedragen × € 1.000) € 90.000 31-12-2020 31-12-2019 aangepast 1.300 470 ––––– 1.770 1.200 300 ––––– 1.500 500 310 340 520 100 ––––– 1.770 500 160 150 440 250 ––––– 1.500 Resultatenrekening (bedragen × € 1.000) 2020 2019 Omzet 5.400 4.100 Kosten van grond- en hulpstoffen Afschrijving materiële vaste activa Personeelskosten Dotatie pensioenvoorziening Overige bedrijfskosten 3.700 200 650 80 430 ––––– 5.060 2.900 150 550 70 280 ––––– 3.950 340 150 Activa Materiële vaste activa Vlottende activa Passiva Aandelenkapitaal Winstreserve Winst boekjaar Voorziening voor pensioenverplichtingen Schulden Resultaat boekjaar e € 90.000 Stelselwijziging Met ingang van 2020 zijn de grondslagen voor de berekening van de voorziening voor pensioenverplichtingen gewijzigd. Deze wijziging houdt in dat vanaf 2020 ook de toekomstige loonstijgingen in de berekening worden betrokken. De reden voor deze wijziging is dat de berekeningsmethodiek nu beter aansluit op de grondslagen die internationaal gebruikelijk zijn en op die gebruikelijk zijn in de bedrijfstak. © 2020 | Noordhoff Uitgevers bv Gedownload door: elisedentz | elise.dentz@outlook.com Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar. 19 Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen Het cumulatief effect per 1 januari 2020 van deze stelselwijziging is een daling van het eigen vermogen van € 90.000, welk bedrag rechtstreeks in de winstreserve is verantwoord. De vergelijkende cijfers zijn aangepast op basis van het nieuwe stelsel. Indien in 2020 de oude grondslag zou zijn toegepast, zou het eigen vermogen per 31 december 2020 € 1.250.000 hebben bedragen en het resultaat over 2020 € 350.000. f Saldo per 31 december 2019 volgens de officiële jaarrekening Af: cumulatief effect van de stelselwijziging per 1 januari 2020 Saldo per 1 januari 2020 na stelselwijziging Bij: winstverdeling 2019 Saldo per 31 december 2020 € 240.000 € 90.000 –––––––– € 150.000 € 160.000 –––––––– € 310.000 © 2020 | Noordhoff Uitgevers bv Gedownload door: elisedentz | elise.dentz@outlook.com Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar. 20 Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen Deel 2 De basisoverzichten van de externe verslaggeving: balans, resultatenrekening en kasstroomoverzicht © 2020 | Noordhoff Uitgevers bv Gedownload door: elisedentz | elise.dentz@outlook.com Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar. 21 Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen 6 Vaste activa Vraagstuk 6.1 Looking Good nv a Balans Looking Good nv per 31 december 2020 (bedragen × € 1.000) Immateriële vaste activa: Ontwikkelingsuitgaven Merk Materiële vaste activa Voorraad Liquide middelen 3.000 8.000 16.000 7.000 19.000 ––––– 53.000 Aandelenkapitaal Algemene reserve Winst 2020 5.000 47.000 1.000 ––––– 53.000 Toelichting: • Kosten van research worden direct ten laste van het resultaat gebracht (IAS 38.54), ontwikkelingsuitgaven worden geactiveerd (IAS 38.57). • De uitgaven voor het merk worden geactiveerd omdat deze naar verwachting economische voordelen op zullen leveren (IAS 38.21). • De uitgaven voor de reclamecampagne en die voor de cursus van de medewerkers mogen niet worden geactiveerd (IAS 38.69). • Materiële vaste activa: € 20.000.000 × 80% = € 16.000.000 • Liquide middelen: Saldo 1 januari 2020 € 25.000.000 Omzet € 100.000.000 + Bedrijfskosten € 85.000.000 – Uitgaven voor research € 5.000.000 – Ontwikkelingsuitgaven € 3.000.000 – Aankoop merk € 8.000.000 – Reclamecampagne € 4.500.000 – Cursus medewerkers € 500.000 – Saldo 31 december 2020 € 19.000.000 Resultatenrekening Looking Good nv over 2020 Omzet Bedrijfskosten Researchkosten Kosten reclamecampagne Kosten cursus medewerkers Afschrijving materiële vaste activa: Winst € 20.000.000 x 20% = € 100.000.000 € 85.000.000 € 5.000.000 € 4.500.000 € 500.000 € 4.000.000 € – – – – – 1.000.000 b Ook indien de jaarrekening (verplicht of vrijwillig) wordt opgesteld op basis van IFRS blijven een aantal bepalingen uit de Nederlandse wet van toepassing (artikel 362.9). Daaronder valt artikel 365.2, dat voorschrijft dat voor geactiveerde ontwikkelingskosten een wettelijke reserve moet worden gevormd. Dit betekent dat Looking Good in de balans bij vraag a aan de passiefzijde een wettelijke reserve moet opnemen ter grootte van € 3 mln en dat de post Algemene reserve wordt opgenomen voor € 47 mln – € 3 mln = € 44 mln. Vraagstuk 6.2 bv Sallandia a 1 Hier is sprake van een operational-leasecontract. Sallandia loopt geen economisch risico en is derhalve niet aan te merken als economisch eigenaar van de bestelauto; op grond hiervan zal zij de auto niet activeren. © 2020 | Noordhoff Uitgevers bv Gedownload door: elisedentz | elise.dentz@outlook.com Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar. 22 Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen 2 b 1 2 In dit geval is er sprake van een financial-leasecontract. Sallandia is economisch eigenaar omdat zij het economisch risico loopt: zij zal de bestelauto moeten activeren. Van het aangaan van het contract wordt niets geboekt. Van de betaling van de leasetermijnen wordt maandelijks geboekt: Leasekosten € 2.000 Aan Liquide middelen € 2.000 Van het aangaan van het contract wordt geboekt: Bestelauto € 65.000 Aan Leaseverplichtingen € 65.000 Van de betaling van de leasetermijn wordt geboekt: Interestkosten € 5.850 Leaseverplichtingen € 14.214 Aan Liquide middelen (€ 65.000 × 9%) (€ 20.064 – € 5.850) € 20.064 Van de afschrijving van de bestelauto wordt geboekt: Afschrijvingskosten Aan c 1 2 € 16.250 Bestelauto (€ 65.000 × € 16.250 1 ) 4 Op de balans komen uit hoofde van het leasecontract geen posten voor. Op de resultatenrekening komt jaarlijks de post Leasekosten voor ten bedrage van € 24.000 (12 × € 2.000). Balans: • Activa: Bestelauto: 3 31 december 2021: × € 65.000 = € 48.750 4 2 31 december 2022: × € 65.000 = € 32.500 4 1 31 december 2023: × € 65.000 = € 16.250 4 0 31 december 2024: × € 65.000 = € – 4 • Passiva: Leaseverplichtingen (zie overzicht hierna): 31 december 2021: € 50.786 31 december 2022: € 35.293 31 december 2023: € 18.405 31 december 2024: € – Resultatenrekening: 1 • Afschrijvingskosten: 2021 tot en met 2024: € 65.000 × = € 16.250 4 • Interestkosten (zie overzicht hierna): 2021: € 5.850 2022: € 4.571 2023: € 3.176 2024: € 1.656 Verloop leasetermijnen (bedragen in € 1) Moment ––––––––– 31-12-2021 31-12-2022 31-12-2023 31-12-2024 Termijn ––––––– 20.064 20.064 20.064 20.064 Interest ––––––– 5.850 4.571 3.176 1.656 Aflossing –––––––– 14.214 15.493 16.888 18.408 Schuldrest ––––––––– 50.786 35.293 18.405 – © 2020 | Noordhoff Uitgevers bv Gedownload door: elisedentz | elise.dentz@outlook.com Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar. 23 Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen Vraagstuk 6.4 De Gourmet bv a Verloop leasetermijnen (bedragen × € 1) Moment –––––––– 1-1-2020 1-1-2021 1-1-2022 1-1-2023 Termijn ––––––– 30.458 30.458 30.458 30.458 Interest ––––––– – 10.431 7.427 3.973 Aflossing –––––––– 30.458 20.027 23.031 26.485 Schuldrest ––––––––– 69.542 49.515 26.484 – Balans per 31 december 2020 (bedragen × € 1) b Snackcar Rekening-courant bank 63.750 104.542 ––––––– 168.292 Aandelenkapitaal Reserves Schuld Horecalease Nog te betalen interest Winst 2020 40.000 35.000 69.542 10.431 13.319 ––––––– 168.292 Toelichting: • • 3 = € 63.750 4 Rekening-courant bank: Saldo 1 januari 2020 Verkoop snackbar Leasetermijn Brandstof- en andere kosten Omzet Inkopen Snackcar: € 85.000 × € 10.000 € 100.000 € 30.458 € 25.000 € 270.000 € 200.000 –––––––– € 104.542 Saldo 31 december 2020 – + – – + – Resultatenrekening over 2020 Omzet Diverse kosten Afschrijving snackcar Interest Brandstof- en andere kosten € 85.000 × 1 = 4 € 200.000 € 21.250 € 10.431 € 25.000 –––––––– Winst c € 270.000 € 256.681 –––––––– € 13.319 De Gourmet behaalt nu een boekwinst van € 15.000 (€ 100.000 – € 85.000), die geheel in de resultatenrekening over 2020 wordt opgenomen (RJ 292.404). d RJ 292.404: • Het verschil tussen de reële waarde en de boekwaarde (€ 15.000) wordt in de resultatenrekening over 2020 verantwoord. • Het verschil tussen de verkoopprijs (€ 120.000) en de reële waarde (€ 100.000) wordt op 1 januari 2020 als overlooppost aan de passiefzijde van de balans opgenomen en uitgesmeerd over de leaseperiode: in 2020 tot en met 2023 wordt € 20.000 = € 5.000, als correctie op de leasekosten, ten gunste van het jaarlijks 4 resultaat gebracht. © 2020 | Noordhoff Uitgevers bv Gedownload door: elisedentz | elise.dentz@outlook.com Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar. 24 Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen Vraagstuk 6.5 Greenair nv Alle bedragen luiden in duizenden euro’s. a –––––––––––––––––––––– Aanschaf 2 januari 2015 Afschrijving 2015 t/m 2019: -20% gedurende 5 jaar -1/15 × (15.000 – 3.000) × 5 Boekwaarde 31 december 2019 Component Component Totaal groot onderhoud –––––––––– 4.500 romp en dergelijke –––––––––– 15.000 vliegtuig ––––––––– 19.500 4.000 – 11.000 4.500 – 4.000 – 11.000 b Boekwaarde 31 december 2019 Uitgaven voor groot onderhoud Afschrijving 2020: -1/3 × 4.800 -1/12,5 × (11.000 – 3.000) Boekwaarde 31 december 2020 c 4.500 – 0 0 4.800 + 1.600 – 3.200 11.000 11.000 4.800 + 1.600 – 640 – 13.560 640 – 10.360 Het vormen van een voorziening voor groot onderhoud. d In geval van een voorziening voor groot onderhoud is er op balansdatum geen sprake van een verplichting. e Vliegtuig Aanschaf 2 januari 2015 Afschrijving 2015 t/m 2019: 1/15 × (19.500 – 3.000) × 5 Boekwaarde 31 december 2019 Voorziening groot onderhoud Opgebouwd in 2015 tot en met 2019: 4.500 × 1/5 × 5 Boekwaarde per 31 december 2019 f Vliegtuig Boekwaarde 31 december 2019 Afschrijving 2020: 1/12,5 × (14.000 – 3.000) Boekwaarde per 31 december 2020 Voorziening groot onderhoud Boekwaarde per 31 december 2019 Uitgaven voor groot onderhoud Aanvulling tekort in voorziening ten laste van het resultaat 2020 Toevoeging ten laste van het resultaat 2020: 1/3 × 5.100 Boekwaarde per 31 december 2020 19.500 5.500 – 14.000 4.500 + 4.500 14.000 880 – 13.120 4.500 4.800 – 300 + 1.700 + 1.700 Vraagstuk 6.6 nv GlobalConnections a Gewaardeerd dient te worden op de laagste van de boekwaarde en de realiseerbare waarde (de hoogste van de directe opbrengstwaarde en de bedrijfswaarde) van de vrachtwagenvloot (IAS 36.9). Van één combinatie bedraagt per 31 december 2020: 5 • de boekwaarde: € 240.000 × = € 150.000 8 • de directe opbrengstwaarde: € 100.000 • de bedrijfswaarde: Jaarlijkse nettokasstroom: € 160.000 – € 90.000 – € 40.000 = € 30.000 € 30.000 € 30.000 € 30.000 € 30.000 € 30.000 + + + + = € 116.690 1,09 1,092 1,093 1,09 4 1,095 Op 31 december 2020 is de balanswaardering van de vrachtwagenvloot 300 × € 116.690 = € 35.007.000. © 2020 | Noordhoff Uitgevers bv Gedownload door: elisedentz | elise.dentz@outlook.com Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar. 25 Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen 1 × 300 = € 9.000.000 8 Bijzonder waardeverminderingsverlies: (€ 150.000 – € 116.690) × 300 = € 9.993.000 b Afschrijvingskosten: € 240.000 × c Waardering per 1 januari 2020 per locomotief: • ‘Kale’ locomotief: 6 × (€ 2.600.000 – € 300.000) € 2.600.000 – 10 = € 2.600.000 – € 1.380.000 = 4 • Groot onderhoud: × € 400.000 = 5 € 1.220.000 € 320.000 –––––––––– € 1.540.000 Totale waardering: 10 × € 1.540.000 = € 15.400.000 Vanaf 2020 wordt de afschrijvingstermijn verlengd. Er is dan nog af te schrijven: 4 × (€ 2.600.000 – € 300.000) = € 920.000 (of: € 1.220.000 – € 300.000). 10 Aantal jaren is 15 – 6 = 9. € 920.000 Jaarlijkse afschrijving vanaf 2020: = € 102.222 9 Waardering per 31 december 2020 per locomotief: • ‘Kale’ locomotief: € 1.220.000 – € 102.222 = 3 • Groot onderhoud: × € 400.000 = 5 € 1.117.778 € 240.000 –––––––––– € 1.357.778 Totale waardering: 10 × € 1.357.778 = € 13.577.780 Vraagstuk 6.8 Obligo nv a b c De IASB rekent deze obligaties tot schuldinstrumenten die voor langere termijn worden aangehouden, welke gewaardeerd moeten worden op geamortiseerde kostprijs (IFRS 9): de verkrijgingsprijs, rekening houdend met een eventueel agio of disagio. Binnen IFRS 9 wordt de geamortiseerde kostprijs voor deze obligaties berekend door de te ontvangen jaarlijkse interest van €50.000 en de aflossing van €1 mln eind 2023 contant te maken. €50.000 €50.000 €50.000 €1.050.000 €1.036.299 + + + = 1, 04 4 1, 04 1, 042 1, 043 Stand per 2 januari 2020 Oprenting Ontvangen interest € 1.036.299 à 4% = € 1.000.000 à 5% = Stand per 31 december 2020 d Liquide middelen Aan Effecten Aan Financiële baten € 1.036.299 € 41.452 + € 50.000 – € 1.027.751 € 50.000 € 8.548 (€ 1.036.299 – € 1.027.751) € 41.452 © 2020 | Noordhoff Uitgevers bv Gedownload door: elisedentz | elise.dentz@outlook.com Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar. 26 Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen Vraagstuk 6.9 Kitchenette bv a Totaal te ontvangen rente Aflossing 12 × 4 × 3,5% van € 1.000 = 12 × € 1.000 = € € 1.680 12.000 Totale ontvangsten Aanschaffingskosten € 10.500 + € 100 = € € 13.680 10.600 € 3.080 Netto-ontvangsten Jaarlijkse rentebaten: € 3.080 / 4 = € 770 b Van de aanschaf: Effecten Aan Liquide middelen Van het aanhouden: Liquide middelen Effecten Aan Financiële baten c € 10.600 € 10.600 € 420 (12 x 3,5% van € 1.000) € 350 (€ 770 – € 420) € 770 De RJ staat lineaire amortisatie alleen maar toe indien het niet tot belangrijke verschillen leidt ten opzichte van het toepassen van de effectieve rentemethode (RJ 273.201). d De rentebaten bij de effectieve rentemethode nemen jaarlijks toe doordat de effectieve rente berekend wordt over een steeds toenemende boekwaarde. Aangezien de totale rentebaten en de eerste boekwaarde (reële waarde) onder beide systematieken gelijk zijn, kan het niet anders zijn dan dat aan het eind van het eerste boekjaar bij toepassing van de effectieve rentemethode de boekwaarde lager is dan die bij lineaire amortisatie. Vraagstuk 6.10 Tonsel bv a 2020: Liquide middelen Aan Financiële baten € 2.500 € 2.500 Effecten € 7.000 Aan Financiële baten of Herwaarderingsreserve € 7.000 (indien ervoor is gekozen om de waardeveranderingen in het eigen vermogen te muteren) 2022: Liquide middelen Aan Effecten € 61.000 b 2020: Liquide middelen Aan Financiële baten € 2.500 Effecten Aan Herwaarderingsreserve 2022: Liquide middelen Aan Effecten Herwaarderingsreserve Aan Overige reserves/ Financiële baten c € 7.000 € 61.000 € 61.000 € 2.500 € 7.000 € 61.000 € 11.000 € 11.000 2020: Liquide middelen Aan Financiële baten € 2.500 Effecten Aan Financiële baten € 7.000 € 2.500 € 7.000 © 2020 | Noordhoff Uitgevers bv Gedownload door: elisedentz | elise.dentz@outlook.com Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar. 27 Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen Aanvullende journaalpost indien de aandelen P niet beursgenoteerd zijn: Overige reserves Aan Herwaarderingsreserve 2022: Liquide middelen Aan Effecten € 7.000 € 61.000 € 7.000 € 61.000 Aanvullende journaalpost indien de aandelen P niet beursgenoteerd zijn: Herwaarderingsreserve Aan Overige reserves € 11.000 € 11.000 © 2020 | Noordhoff Uitgevers bv Gedownload door: elisedentz | elise.dentz@outlook.com Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar. 28 Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen 7 Vlottende activa Vraagstuk 7.1 bv Zand a € 1.200.000 = 6.000 Afschrijvingskosten (variabel) Constante productiekosten: • Salarissen • Huur materieel € 200 3 × € 70.000 = 500 € 80.000 = 500 Fabricagekostprijs € 420 € 160 ––––– € 780 € 70.000 = 500 Constante verkoopkosten € 140 ––––– € 920 Commerciële kostprijs b 1 Balans 31 december 2020 Zandput Voorraad zand Liquide middelen € 1.080.000 € 40.000 € 140.000 –––––––––– € 1.260.000 Aandelenkapitaal Winst 2020 –––––––––– € 1.260.000 Toelichting: • Zandput: € 1.200.000 – 600 × € 200 = € 1.080.000 • Voorraad zand: (600 – 400) × € 200 = € 40.000 • Liquide middelen: Omzet 400 × € 1.250 = Loonkosten Huur materieel € 500.000 + € 280.000 – € 80.000 – –––––––– € 140.000 Saldo 31 december 2020 2 Balans 31 december 2020 Zandput Voorraad zand* Liquide middelen * c 1 € 1.200.000 € 60.000 € 1.080.000 € 156.000 € 140.000 –––––––––– € 1.376.000 Aandelenkapitaal Winst 2020 € 1.200.000 € 176.000 –––––––––– € 1.376.000 (600 – 400) × € 780 = € 156.000 Resultatenrekening over 2020 Omzet Variabele kosten Dekkingsbijdrage Constante kosten: • Salarissen productie • Huur materieel • Salarissen verkoop 400 × € 1.250 = 400 × € 200 = € 500.000 € 80.000 –––––––– € 420.000 € 210.000 € 80.000 € 70.000 –––––––– Winst € 360.000 –––––––– € 60.000 © 2020 | Noordhoff Uitgevers bv Gedownload door: elisedentz | elise.dentz@outlook.com Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar. 29 Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen 2 Resultatenrekening over 2020 Omzet Kosten van de omzet Verkoopkosten 400 × € 1.250 = 400 × € 780 = Bezettingsresultaat (600 – 500) × € 580 = € 500.000 € 312.000 € 70.000 –––––––– € 118.000 + € 58.000 –––––––– € 176.000 Winst d De oorzaak van het ontstaan van een bezettingsresultaat op de productie is dat bij absorption costing constante kosten worden behandeld als product costs. Indien de werkelijke productie in een periode afwijkt van de normale productie, ontstaat er een verschil tussen de onder de voorraad opgenomen geactiveerde kosten en de in de periode ontstane constante kosten; dit verschil wordt het bezettingsresultaat genoemd. In dit vraagstuk wordt per gewonnen ton zand in de voorraadwaardering een bedrag van € 580 aan constante productiekosten geactiveerd, dit is in 2020 in totaal 600 × € 580 = € 348.000. De werkelijke constante productiekosten in 2020 zijn € 210.000 + € 80.000 = € 290.000. Het bezettingsresultaat is dus € 348.000 – € 290.000 = € 58.000 positief. e Het verschil in resultaat vindt zijn oorzaak in het verschil in de balanswaardering per eenheid product. Indien in de periode de voorraad toeneemt, stijgt bij absorption costing de totale waarde van de voorraad meer dan bij direct costing; dit betekent een grotere toename van het eigen vermogen en daarmee een hogere winst. Bij een voorraadafname is het omgekeerde het geval. In 2020 neemt de voorraad toe met 200 ton zand. De waardering van één ton zand is bij toepassing van absorption costing € 780 en bij direct costing € 200: het resultaat is bij absorption costing 200 × (€ 780 – € 200) = € 116.000 hoger dan bij direct costing. Vraagstuk 7.2 De zonnekoning bv a Bij direct costing worden de voorraden gewaardeerd tegen variabele productiekosten. Volgens de wet (artikel 388.2) moeten de rechtstreeks aan de productie toe te rekenen kosten (directe kosten) en mogen de indirecte kosten worden geactiveerd. Direct costing past in zijn algemeenheid binnen de wetgeving indien er geen directe kosten zijn die tevens een constant karakter dragen. Bij De Zonnekoning is direct costing wettelijk toepasbaar: alle directe productiekosten (direct materiaal en direct loon) hebben een variabel karakter. b Resultatenrekening Omzet Variabele productiekosten: • Direct materiaal • Direct loon 6 000 × € 760 = 6 000 × € 400 = 6 000 × € 100 = € 4.560.000 € 2.400.000 € 600.000 –––––––––– Variabele verkoopkosten Dekkingsbijdrage Constante kosten: • Afschrijving bedrijfspand • Overige constante productiekosten • Constante verkoopkosten € 75.000 € 1.375.000 € 50.000 –––––––––– Winst € 3.000.000 –––––––––– € 1.560.000 € 60.000 –––––––––– € 1.500.000 € 1.500.000 –––––––––– € 0 © 2020 | Noordhoff Uitgevers bv Gedownload door: elisedentz | elise.dentz@outlook.com Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar. 30 Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen c De voorraad wordt bij toepassing van direct costing gewaardeerd tegen € 400 (direct materiaal) + € 100 (direct loon) = € 500. In geval van overgang op absorption costing wordt de voorraadwaardering verhoogd met de constante productiekosten; deze kosten zijn per jaar € 1.450.000 (€ 75.000 + € 1.450.000 ) € 1.375.000). De voorraadwaardering komt dan uit op € 500 + € 145 ( 10.000 = € 645. Door de voorraadtoename wordt bij absorption costing een deel van de constante kosten (4 000 × € 145 = € 580.000) in de balans geactiveerd, terwijl bij direct costing de constante kosten als periodekosten volledig ten laste van het resultaat worden gebracht. Door het ‘wegstoppen’ van deze € 580.000 in de voorraad worden deze kosten naar de toekomst verschoven: het resultaat zal € 580.000 hoger uitkomen. d Resultatenrekening Omzet Kosten van de omzet 6 000 × € 760 = 6 000 × € 645 = Verkoopkosten: • Variabel deel • Constant deel € 4.560.000 € 3.870.000 –––––––––– € 690.000 € 60.000 € 50.000 –––––––– Bezettingsresultaat (10 000 – 10 000) × € 145 = Winst € 110.000 –––––––––– € 580.000 € 0 –––––––––– € 580.000 e Bij het overschakelen van direct costing op absorption costing is er sprake van een stelselwijziging ten aanzien van de grondslagen van waardering en winstbepaling. Artikel 384.6 bepaalt dat dit slechts geoorloofd is indien daar een gegronde reden voor is. De gegronde reden ontbreekt in de situatie van De Zonnekoning; het ‘oppoetsen’ van het resultaat wordt niet als zodanig aangemerkt: De Zonnekoning mag volgens de wet niet op basis van deze reden overschakelen op absorption costing. f Ten aanzien van de variabele kosten is er geen verschil; bij zowel absorption costing als bij direct costing worden deze ten laste van het resultaat gebracht op moment dat de producten zijn verkocht en afgeleverd: dit betekent een strikte toepassing van het matchingprincipe. Het verschil tussen beide methoden zit in de behandeling van de constante productiekosten; deze worden bij absorption costing – net als de variabele kosten – ten laste van het resultaat gebracht op moment van verkoop en aflevering (hantering van het matchingprincipe), terwijl ze bij direct costing op moment van ontstaan ten laste van het resultaat worden gebracht (voorzichtigheidsprincipe krijgt hier voorrang). Vraagstuk 7.3 bv Huis a 1 Balans per (bedragen × € 1) Bedrijfspand 31-12-2019 31-12-2020 480.000 460.000 Materieel 900.000 800.000 Onderhanden projecten Rekeningcourant bank 120.000 --- 1.500.000 3.000.000 –––––––– 3.000.000 –––––––– 4.260.000 Aandelenkapitaal Winstreserve Winst 31-12-2019 3.000.000 31-12-2020 3.000.000 --- --- --- 1.260.000 –––––––– 3.000.000 –––––––– 4.260.000 Toelichting balans per 31 december 2019 • Bedrijfspand: € 500.000 × 24/25 = € 480.000 • Materieel: € 1.000.000 × 9/10 = € 900.000 • Onderhanden projecten: © 2020 | Noordhoff Uitgevers bv Gedownload door: elisedentz | elise.dentz@outlook.com Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar. 31 Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen - Directe kosten bouwrijp maken en fundering € 6.500.000 - Afschrijving bedrijfspand: € 500.000 × 1/25 = € 20.000 - Afschrijving materieel: € 1.000.000 × 1/10 = € 100.000 - Overheadkosten € 500.000 Kosten 2019 Gedeclareerde termijnen € 7.120.000 € 7.000.000 – € • Rekening-courant bank: Saldo 1 januari 2019 Ontvangen termijnbetaling Uitgaven bouwrijp maken en fundering Overheadkosten Saldo 31 december 2019 € 1.500.000 € 7.000.000 + € 6.500.000 – € 500.000 – € 1.500.000 Toelichting balans per 31 december 2020 • Bedrijfspand: € 500.000 × 23/25 = € 460.000 • Materieel: € 1.000.000 × 8/10 = € 800.000 • Rekening-courant bank: Saldo 1 januari 2020 Ontvangen termijnbetaling Uitgaven ruwbouw en afwerking Overheadkosten • 120.000 € 1.500.000 € 9.000.000 + € 7.000.000 – € 500.000 – Saldo 31 december 2020 € 3.000.000 Winst (controleberekening): Opbrengst € 16.000.000 Directe kosten tot en met afwerking € 13.500.000 – Afschrijving bedrijfspand: € 500.000 × 2/25 = € 40.000 – Afschrijving materieel: € 1.000.000 × 2/10 = € 200.000 – Overheadkosten € 1.000.000 – € 1.260.000 a 2 Balans per (bedragen × € 1) 31-12-2019 480.000 31-12-2020 460.000 Materieel 900.000 800.000 Onderhanden projecten Rekeningcourant bank 729.000 --- 1.500.000 3.000.000 –––––––– 3.609.000 –––––––– 4.260.000 Bedrijfspand Aandelenkapitaal Winstreserve Winst 31-12-2019 3.000.000 31-12-2020 3.000.000 --- 609.000 609.000 651.000 –––––––– 3.609.000 –––––––– 4.260.000 Toelichting balans per 31 december 2019 • Onderhanden projecten: - Bestedingen: - Directe kosten bouwrijp maken en fundering € 6.500.000 - Afschrijving bedrijfspand: € 500.000 × 1/25 = € 20.000 - Afschrijving materieel: € 1.000.000 × 1/10 = € 100.000 - Overheadkosten € 500.000 Kosten 2019 - Toegerekende winst* € 7.120.000 609.000 - Gedeclareerde termijnen € 7.729.000 € 7.000.000 – € 729.000 *Begrote totale kosten per 31 december 2019: - Bestedingen in 2019 € 7.120.000 - Verwachte kosten 2020: - Directe kosten ruwbouw en afwerking € 7.000.000 - Afschrijving bedrijfspand: € 500.000 × 1/25 = € 20.000 © 2020 | Noordhoff Uitgevers bv Gedownload door: elisedentz | elise.dentz@outlook.com Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar. 32 Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen - Afschrijving materieel: - Overheadkosten € 1.000.000 × 1/10 = € € 100.000 500.000 € 14.740.000 Toegerekende winst: 7.120 / 14.740 × € 1.260.000 = € 609.000 Of: 7.120 / 14.740 × € 16.000.000 – € 7.000.000 = € 729.000 Toelichting balans per 31 december 2020 • Winst (controleberekening): Aanneemsom Totale kosten Toegerekende winst aan 2019 € 16.000.000 € 14.740.000 – € 609.000 – € b 651.000 Balans per (bedragen × € 1) Bedrijfspand Materieel Rekeningcourant bank 31-12-2019 480.000 31-12-2020 460.000 900.000 800.000 1.500.000 1.000.000 –––––––– 2.880.000 –––––––– 2.260.000 31-12-2019 Aandelen3.000.000 kapitaal Winst--reserve Winst –740.000 Schuld op onder- 620.000 handen projecten –––––––––– 2.880.000 31-12-2020 3.000.000 –740.000 ----–––––––– 2.260.000 Toelichting balans per 31 december 2019 • Onderhanden projecten (schuld): - Bestedingen: - Directe kosten bouwrijp maken en fundering € 6.500.000 - Afschrijving bedrijfspand: € 500.000 × 1/25 = € 20.000 - Afschrijving materieel: € 1.000.000 × 1/10 = € 100.000 - Overheadkosten € 500.000 Kosten 2019 - Verwacht verlies € 16.000.000 – € 16.740.000* - Gedeclareerde termijnen € 7.120.000 € 740.000 – € 6.380.000 € 7.000.000 – –€ 620.000 * Begrote totale kosten per 31 december 2019: - Bestedingen in 2019 € 7.120.000 - Verwachte kosten 2020: - Directe kosten ruwbouw en afwerking € 9.000.000 - Afschrijving bedrijfspand: € 500.000 × 1/25 = € 20.000 - Afschrijving materieel: € 1.000.000 × 1/10 = € 100.000 - Overheadkosten € 500.000 € 16.740.000 Toelichting balans per 31 december 2020 • Rekening-courant bank: Saldo 1 januari 2020 Ontvangen termijnbetaling Uitgaven ruwbouw en afwerking Overheadkosten Saldo 31 december 2020 € 1.500.000 € 9.000.000 + € 9.000.000 – € 500.000 – € 1.000.000 Vanwege de situatie dat er op 31 december 2019 naar verwachting sprake is van een verlieslatend werk, is er geen verschil in de uitwerking van de zero profit method en die van de percentage of completion method. © 2020 | Noordhoff Uitgevers bv Gedownload door: elisedentz | elise.dentz@outlook.com Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar. 33 Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen Vraagstuk 7.5 Dijk nv a Het cumulatief effect bestaat uit de tot 1 januari 2020 toegerekende winsten op de werken 1 en 2. Werk 3 leidt niet tot een wijziging omdat op dit werk per die datum verlies wordt voorzien, hetgeen al verwerkt is. Toegerekende winst tot 1 januari 2020: € 7.500 (= 60%) × € 2.500.000 = Werk 1: € 12.500 Werk 2: € 1.500.000 € 6.800 (= 20%) × € 6.000.000 = € 34.000 € 1.200.000 € 2.700.000 Journaalpost: Onderhanden werk Aan Ingehouden winst € 2.700.000 € 2.700.000 b Winst 2020 (bedragen × € 1.000) Werk 1: Totale winst Winst tot 1 januari 2020 2.500 – 250 = 2.250 1.500 ––––– Werk 2: 6.800 + 21.200 (= 80%) × (6.000 – 1.000) = 4.000 34.000 + 1.000 Winst tot 1 januari 2020 1.200 ––––– 750 Winst per 31 december Werk 3: Bijstelling verlies 4.400 – 4.200 = Brutowinst op werken Afschrijvingen Overige kosten 15% × 10.000 = Totale winst c 2.800 200 ––––– 3.750 1.500 1.250 ––––– 1.000 Balans per 31 december 2020 (bedragen × € 1.000) Vaste activa Onderhanden werk Debiteuren Liquide middelen 8.500 40.700 10.800 2.500 –––––– 62.500 Aandelenkapitaal Ingehouden winst Gefactureerde termijnen Winst 2020 10.000 6.000 45.500 1.000 –––––– 62.500 © 2020 | Noordhoff Uitgevers bv Gedownload door: elisedentz | elise.dentz@outlook.com Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar. 34 Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen Toelichting: • Vaste activa: € 10.000.000 – € 1.500.000 = € 8.500.000 • Onderhanden werk: Werk 2: Opbrengstwaarde 80% × €40.000.000 = Werk 3: Bestede kosten € 4.800.000 + € 4.200.000 = Voorziening voor verwacht verlies • Liquide middelen: Saldo 1 januari 2020 Ontvangsten: Debiteuren 1/1 2020 Gefactureerd: Werk 1 Werk 2 Werk 3 Debiteuren 31/12 2020 Uitgaven: Bestedingen: Werk 1 Werk 2 Werk 3 Overige kosten • • € 32.000.000 € 9.000.000 € 300.000 – ––––––––––– € 40.700.000 € € 1.800.000 7.400.000 € 7.000.000 € 20.000.000 € 9.000.000 € 10.800.000 – ––––––––––– € 5.250.000 € 21.200.000 € 4.200.000 € 1.250.000 ––––––––––– Saldo 31 december 2020 Ingehouden winst: € 3.300.000 + € 2.700.000 = € 6.000.000 Gefactureerde termijnen: Werk 2: € 12.000.000 + € 20.000.000 = Werk 3: € 4.500.000 + € 9.000.000 = € 32.600.000 + € 31.900.000 – ––––––––––– € 2.500.000 € 32.000.000 € 13.500.000 ––––––––––– € 45.500.000 d De Raad voor de Jaarverslaggeving beveelt aan gedeclareerde termijnen in mindering te brengen op de actiefpost Onderhanden werk (RJ 221.409); de Raad spreekt overigens niet van onderhanden werken, maar van onderhanden projecten. e Voordelen zijn: 1 De solvabiliteit wordt optisch beter omdat de gedeclareerde termijnen als vlottende passiva (= vreemd vermogen) wegvallen. 2 Het lagere balanstotaal leidt bij een gelijkblijvend resultaat tot een verbetering van de gepresenteerde rentabiliteit van het totale vermogen. 3 De onderneming komt door het lagere balanstotaal eerder in aanmerking voor indeling in de categorie van een kleine of middelgrote rechtspersoon, hetgeen recht geeft op een aantal vrijstellingen op grond van de omvang van de rechtspersoon. Vraagstuk 7.6 nv Pecunia Aandelen nv A (op te nemen onder de vlottende activa, categorie ‘held for trading’) Waardering ultimo 2020 op reële waarde: 10.000 × € 28 = € 280.000 Resultaat 2020: • Dividend: • Mutatie beurswaarde: 10.000 × € 1,50 = 10.000 × (€ 28 – € 25) = € 15.000 + € 30.000 + ––––––– € 45.000 + Putopties nv A (op te nemen onder de vlottende activa, categorie ‘held for trading’) Waardering ultimo 2020 op reële waarde: 100 × € 50 = € 5.000 © 2020 | Noordhoff Uitgevers bv Gedownload door: elisedentz | elise.dentz@outlook.com Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar. 35 Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen Resultaat 2020: • Mutatie beurswaarde: 100 × (€ 50 – € 300) = € 25.000 – Obligaties nv B (op te nemen onder de financiële vaste activa, categorie ‘aangehouden schuldinstrumenten voor langere termijn’ (aangehouden looptijd is gelijk aan looptijd instrument)) Waardering ultimo 2020 op geamortiseerde kostprijs: 75 75 1.075   75 2.000 × ï£¬ + + + = € 2.103.953 2 3 4  ï£ 1,06 1,06 1,06 1,06  Resultaat 2020: • Interest: • Mutatie boekwaarde: 2.000 × € 75 = € 2.103.953 – (2 000 × € 1.063) = € 150.000 + € 22.047 – –––––––– € 127.953 + Of: 6% × (2 000 × € 1.063) = € 127.560 Opmerking: het verschil wordt veroorzaakt door afrondingsverschillen. Obligaties nv C (op te nemen onder de financiële vaste activa, categorie ‘aangehouden schuldinstrumenten voor langere termijn’ (aangehouden looptijd is korter dan looptijd instrument)) Waardering ultimo 2020 op reële waarde: 2 500 × € 1.129 = € 2.822.500 Resultaat 2020: • Interest (effectief): 2.500 × € 1.068 × 6% = € 160.200 + De stijging van de reële waarde (beurskoers), afgezien van de interest, ad 167.300 (zie journaalpost hieronder) wordt rechtstreeks in het eigen vermogen verwerkt. Op moment van verkoop van de obligaties worden de cumulatieve waardeveranderingen die in het eigen vermogen zijn opgenomen, overgeboekt naar de resultatenrekening. Journaalpost: Bank € 175.000 (2.500 × € 70) Effecten € 152.500 (2.500 × (€ 1.129 – € 1.068)) Aan Interestbate Aan Herwaarderingsreserve € 160.200 € 167.300 Aandelen nv D (op te nemen onder de financiële vaste activa, categorie ‘aangehouden eigenvermogeninstrumenten voor langere termijn’) Waardering ultimo 2020 op reële waarde: 11.000 × € 35 = € 385.000 Resultaat 2020: • Dividend: 11.000 × € 2 = € 22.000 Of (indien de onderneming ervoor gekozen heeft de koersmutatie niet in de herwaarderingsreserve te verwerken, maar onmiddellijk in de resultatenrekening op te nemen): • Dividend: 11.000 × € 2 = € 22.000 • Stijging beurskoers: 11.000 × (€ 35 – € 31) = € 44.000 € 66.000 © 2020 | Noordhoff Uitgevers bv Gedownload door: elisedentz | elise.dentz@outlook.com Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar. 36 Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen 8 Eigen vermogen Vraagstuk 8.2 nv Techno a Redenen kunnen zijn: • het kunnen voldoen aan het uitoefenen van optierechten door werknemers; • het verhogen van de winst per aandeel; • het tijdelijk steunen van de beurskoers; • het meer rendabel maken van kasmiddelen. b Het opgevraagde kapitaal wordt gerubriceerd onder de tot de vlottende activa behorende vorderingen, onder het kopje: opgevraagde stortingen van geplaatst kapitaal (artikel 370.1d) c Zolang er sprake is van voorgesteld dividend is er nog geen schuld. Die ontstaat pas als tijdens de algemene vergadering (van de aandeelhouders) een beslissing wordt genomen over de winstverdeling. d Gestort en opgevraagd kapitaal: • Emissie 2016 300 aandelen × € 500 = • Emissie 2017 200 aandelen × € 500 × 50% = • Opgevraagd 200 aandelen × € 500 × 25% = Agio: • Emissie 2016 300 aandelen × € 250 = Herwaarderingsreserve Andere wettelijke reserves: • Geactiveerde ontwikkelingskosten: € 200.000 + € 100.000 – € 60.000 = Overige reserves: • Gereserveerde winsten tot 2020 • Gereserveerde winst 2020 (voorstel) € 100.000 – 10% van € 190.000* = • Gerealiseerde herwaardering • Naar wettelijke reserves wegens geactiveerde ontwikkelingskosten • Inkoop eigen aandelen 20 × € 800 = Voorgesteld dividend Totaal eigen vermogen * € 150.000 € 50.000 € 25.000 –––––––– € 225.000 € 75.000 € 70.000 € 240.000 € 275.000 € 81.000 € 80.000 € 240.000 – € 16.000 – –––––––– € 180.000 € 19.000 –––––––– € 809.000 € 200.000 – 20 × € 500 = € 190.000 NB: voor geactiveerde goodwill hoeft geen wettelijke reserve te worden gevormd. e Gestort en opgevraagd kapitaal (Ongerealiseerde) herwaarderingsreserve Andere wettelijke reserves f In dit geval dient het tekort in mindering te worden gebracht op de post Overige reserves (RJ 240.230); daarmee geeft het negatieve bedrag van de overige reserves de hoogte aan van de winst die in de toekomst nog behaald moet worden, alvorens de onderneming tot dividenduitkering mag overgaan. € 225.000 € 70.000 € 240.000 –––––––– € 535.000 © 2020 | Noordhoff Uitgevers bv Gedownload door: elisedentz | elise.dentz@outlook.com Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar. 37 Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen Vraagstuk 8.3 Option nv Boekingen in 2021 (bedragen × € 1) Boekingen op 1 januari 2021 Overige reserves1 Aan Liquide middelen Boekingen op 31 december 2021 Loonkosten Aan Overige reserves2 1 2 Alternatief 1 Debet Credit ––––– ––––– Alternatief 2 Debet Credit ––––––– ––––––– 125.000 5.000 5.000 5.000 125.000 5.000 1 000 (opties) × 125 (beurskoers op 1 januari 2021) 1 000 (opties) × (130 − 125) koersstijging Boekingen op 31 december 2022 (bedragen × € 1) Alternatief 1 Debet Credit ––––– ––––– 5.000 5.000 Overige reserves3 Aan Loonkosten 3 Alternatief 2 Debet Credit ––––– ––––– 5.000 5.000 1 000 (opties) × (130 − 125) Boekingen op 31 december 2023 (bedragen × € 1) Alternatief 1 Alternatief 2 Debet Credit Debet Credit ––––––– ––––––– ––––––– ––––––– 10.000 10.000 10.000 10.000 Loonkosten Aan Overige reserves4 Liquide middelen Overige reserves Aan Aandelenkapitaal Aan Agio Aan Overige reserves 4 125.000 10.000 25.000 110.000 125.000 10.000 135.000 1 000 (opties) × (135 − 125) Vraagstuk 8.4 Personeel nv a 1 januari 2021: Loonkosten € 75.000 (500 × € 150) Aan Overige reserves € 75.000 Op 31 december 2021 en 31 december 2022 worden er geen journaalposten gemaakt. 31 december 2023: Liquide middelen € 100.000 (500 × 10 × € 20) Overige reserves € 75.000 Aan Aandelenkapitaal € 25.000 (500 × 10 × € 5) Aan Agio € 150.000 b 1 januari 2021: Loonkosten € 25.000 (500 × 10 × (€ 25 – € 20)) Aan Overige reserves € 25.000 31 december 2021: Overige reserves Aan Loonkosten € 10.000 (500 × 10 × (€ 25 – € 23)) € 10.000 © 2020 | Noordhoff Uitgevers bv Gedownload door: elisedentz | elise.dentz@outlook.com Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar. 38 Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen 31 december 2022: Overige reserves Aan Loonkosten € 15.000 (500 × 10 × (€ 23 – € 20)) € 15.000 31 december 2023: Loonkosten Aan Overige reserves € 20.000 (500 × 10 × (€ 24 – € 20)) € 20.000 Liquide middelen Overige reserves Aan Aandelenkapitaal Aan Agio € 100.000 € 20.000 € 25.000 € 95.000 Vraagstuk 8.6 Royal Schiphol Group a Het eigen vermogen in de enkelvoudige jaarrekening komt dan overeen met het eigen vermogen in de (op basis van IFRS opgestelde) geconsolideerde jaarrekening (zie paragraaf 4.1 van het theorieboek). b 1 2 3 c De rentabiliteit van het eigen vermogen blijft in eerste instantie onveranderd: noch de winst, noch het eigen vermogen verandert. In de loop van de tijd zal de winst beïnvloed worden door de te betalen provisie aan de factormaatschappij (negatieve invloed op de winst) en de bespaarde kosten van wanbetaling en interest (positieve invloed op de winst). Per saldo zal de invloed op het resultaat normaliter gering zijn. De solvabiliteit verbetert omdat het eigen vermogen gelijk blijft, terwijl het vreemd vermogen daalt. De liquiditeitspositie blijft gelijk, maar de current ratio verbetert; er is dan sprake van window dressing. De herwaarderingsreserve is door de overboeking van de gerealiseerde herwaardering geheel ongerealiseerd en is daarmee een wettelijke reserve; dit is ook in overeenstemming met de bepalingen in artikel 390.3. d Aangezien de gehele herwaarderingsreserve een wettelijke reserve is (zie vraag c), is uitkering in contanten niet toegestaan. De herwaarderingsreserve mag echter geheel worden uitgekeerd in aandelen, omdat de wet heeft bepaald dat de herwaarderingsreserve in kapitaal kan worden omgezet (artikel 390.2). e Geplaatst kapitaal Herwaarderingsreserve Overige wettelijke reserves € 84.511.000 € 686.347.000 € 338.066.000 –––––––––––– €1.108.924.000 © 2020 | Noordhoff Uitgevers bv Gedownload door: elisedentz | elise.dentz@outlook.com Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar. 39 Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen 9 Vreemd vermogen Vraagstuk 9.1 Taks bv a Balans per 31 december 2020 (bedragen × € 1) Pand Liquide middelen 380.000 438.000 Aandelenkapitaal Voorzieningen: - voor groot onderhoud - voor proces 1 Banklening Winst 2020 818.000 Toelichting: • Pand: € 400.000 × 19/20 = € 380.000 • Liquide middelen: Aandelenemissie Verkregen lening Aankoop pand Omzet Diverse bedrijfskosten Rente € 300.000 × 4% = • 200.000 40.000 22.500 300.000 255.500 818.000 € € € € € € 200.000 300.000 400.000 800.000 450.000 12.000 + + – + – – Saldo per 31 december 2020 € 438.000 Voorziening voor groot onderhoud: € 20.000 × 1/5 = € 40.000 Resultatenrekening over 2020 Omzet Diverse bedrijfskosten Afschrijving pand: € 400.000 × 1/20 = Rente Toevoegingen voorzieningen: € 40.000 + € 22.500 = € 800.000 € 450.000 – € 20.000 – € 12.000 – € 62.500 – Winst € 255.500 b Proces 1 is in de balans opgenomen en behoeft niet nader te worden toegelicht. Proces 2 is niet in de balans opgenomen omdat de kans op een schadeclaim niet waarschijnlijk is. Aangezien de kans op een verplichting echter wel aanwezig is (maximaal 25%), moet Taks in de toelichting wel melding maken van de risico’s die uit dit proces voortvloeien. Omdat de risico’s die uit proces 3 voortvloeien van te verwaarlozen betekenis zijn, wordt dit proces niet in de balans opgenomen en hoeft er ook geen informatie in de toelichting te worden vermeld. c De componentenbenadering (RJ 212.445), zie subparagraaf 6.3.7. © 2020 | Noordhoff Uitgevers bv Gedownload door: elisedentz | elise.dentz@outlook.com Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar. 40 Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen Vraagstuk 9.3 Superhein a1 Zowel in 2019 als in 2020: Pensioenlasten Aan Liquide middelen € 12.000.000 € 12.000.000 2 Ultimo 2019: Ultimo 2018 is er sprake van een overdekking van € 2 mln (€ 142 – € 140 mln). Indien Superhein in de balans ultimo 2018 voor deze overdekking een vordering op het pensioenfonds heeft opgenomen, luidt de journaalpost als volgt: Pensioenlasten € 16.000.000 Aan Liquide middelen € 12.000.000 Aan Vordering pensioenfonds € 2.000.000 Aan Pensioenvoorziening € 2.000.000 (€ 150 mln – € 148 mln) Indien Superhein in de balans ultimo 2018 voor deze overdekking geen vordering op het pensioenfonds heeft opgenomen, is de journaalpost: Pensioenlasten Aan Liquide middelen Aan Pensioenvoorziening € 14.000.000 € 12.000.000 € 2.000.000 Ultimo 2020: Pensioenlasten Pensioenvoorziening* Aan Liquide middelen € 11.000.000 € 1.000.000 € 12.000.000 * Toename contante waarde pensioenverplichtingen Toename waarde beleggingen – € 8 mln € 9 mln ––––––– € 1 mln b Dit wordt de risicobenadering genoemd. c De RJ geeft aan dat het is toegestaan voor de verwerking van pensioenen in de jaarrekening uit te gaan van de voorschriften van de IASB of die van de Verenigde Staten (US GAAP), mits deze voorschriften integraal en consistent worden toegepast (RJ 271.101). Ook mag worden uitgegaan van de verplichting aan de pensioenuitvoerder benadering, waarbij geen onderscheid wordt gemaakt tussen toegezegdebijdrage- en toegezegdpensioenregeling. In de balans wordt alleen een voorziening voor pensioenverplichtingen opgenomen indien de onderneming op balansdatum een in rechte afdwingbare of feitelijke verplichting heeft aan de pensioenuitvoerder (het pensioenfonds of de levensverzekeraar) of de werknemer; bovendien moet het – conform de eisen die in het algemeen aan een voorziening worden gesteld – waarschijnlijk zijn dat voor de afwikkeling van die verplichting een uitstroom van middelen noodzakelijk is en moet er een betrouwbare schatting kunnen worden gemaakt van de omvang van de verplichting (RJ 271.307). © 2020 | Noordhoff Uitgevers bv Gedownload door: elisedentz | elise.dentz@outlook.com Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar. 41 Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen Vraagstuk 9.4 P/W nv 1 De loods wordt niet geactiveerd omdat de gebruiker niet het economisch risico loopt; de maandelijkse huurlasten komen ten laste van het resultaat. Op grond van RJ 252.108 / artikel 381.1 moet in de toelichting onder de niet uit de balans blijkende verplichtingen melding worden gemaakt van de toekomstige financiële verplichtingen die uit deze huurovereenkomst zullen voortvloeien. 2 Voorziening garantieverplichtingen Aan Te betalen garantieverplichtingen € 50.000 € 50.000 De omvang van de verplichting uit hoofde van de garantieregeling staat nu vast; de verplichting dient daarom niet meer onder de voorziening, maar onder de kortlopende schulden te worden opgenomen. 3 Verlies op debiteuren Aan Debiteuren € 150.000 € 150.000 Waardeverminderingen van een actief mogen niet door vorming van een voorziening tot uiting worden gebracht (artikel 374.2): het verlies wordt in mindering gebracht op de actiefpost Debiteuren. 4 Omdat het niet mogelijk is een redelijke schatting te maken van de opruimkosten, mag er geen voorziening worden gevormd. Wel dient in de toelichting onder de niet uit de balans blijkende verplichtingen melding gemaakt te worden van dit gegeven. 5 Machine Aan Leaseverplichtingen € 200.000 € 200.000 Gezien de condities van het leasecontract is P/W aan te merken als economisch eigenaar en dient hij op grond daarvan de machine te activeren en de hoofdsom van de leaseverplichtingen als schuld te passiveren. Het feit dat de ondernemer niet de juridisch eigenaar is, moet in de toelichting worden vermeld (artikel 366.2). 6 Reorganisatiekosten Aan Voorziening voor reorganisatie € 500.000 € 500.000 Hoewel het reorganisatieplan nog met vertegenwoordigers van het personeel besproken moet worden, dient nu wel een voorziening te worden getroffen: de oorzaak ligt immers in de tegenvallende resultaten in het verleden en de huidige slechte vooruitzichten. Bovendien is er sprake van een gedetailleerd plan dat al (op hoofdlijnen) bekendgemaakt is aan het personeel (RJ 252.413). 7 Op grond van RJ 252.108 / artikel 376 moet de onderneming in de toelichting melding maken van de garantiestelling voor de schulden van beide dochtermaatschappijen. Bovendien is er een reële kans dat men aangesproken zal worden op voldoening van de schulden van D2: er zal daarom een voorziening getroffen moeten worden ter grootte van het negatieve eigen vermogen van D2: Resultaat uit dochter D2 Aan Voorziening garantie dochter D2 € 300.000 € 300.000 In geval P/W op balansmoment een vordering heeft op D2 zal de voorziening eerst gesaldeerd moeten worden met die vordering. 8 De RJ schrijft voor de lening gedeeltelijk als eigen vermogen (onder de overige reserves, RJ 240.210) en gedeeltelijk als vreemd vermogen te presenteren (RJ 290.813): Het vreemd-vermogendeel bedraagt: € 500.000 € 500.000 € 500.000 € 10.500.000 + + + = € 9.653.490 (afgerond) 1,062 1,06 1,063 1,06 4 © 2020 | Noordhoff Uitgevers bv Gedownload door: elisedentz | elise.dentz@outlook.com Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar. 42 Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen Journaalpost: Liquide middelen Aan Converteerbare obligatielening Aan Overige reserves € 10.000.000 € 9.653.490 € 346.510 In de toelichting moet melding worden gemaakt van de rentevoet ad 5% (artikel 375.2) en de geldende conversievoorwaarden (artikel 375.7). Vraagstuk 9.5 Blue Stone a Verdisconteerde hoofdsom: € 2.000.000 × 0,67556 = Verdisconteerde interestbetalingen: € 40.000 × 8,11090 = Eerste waardering lening € 1.351.120 € 324.436 € 1.675.556 b € 1.675.556 à 4% = € 67.022 c Eerste waardering per 1 januari 2020 Oprenting: € 1.675.556 à 4% = Betaalde interest: € 2.000.000 à 2% = Geamortiseerde kostprijs per 31 december 2020 d Interestlasten Aan Liquide middelen Aan Onderhandse lening € 67.022 € 1.675.556 € 67.022 € 40.000 – € 1.702.578 € 40.000 € 27.022 © 2020 | Noordhoff Uitgevers bv Gedownload door: elisedentz | elise.dentz@outlook.com Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar. 43 Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen 10 Resultatenrekening Vraagstuk 10.1 Glad/Weg bv a In de resultatenrekening: 3 t/m 6 Rechtstreekse vermogensmutaties: 2, 7 en 8 b De bij de punten 4 en 6 vermelde resultaten zijn door de RJ aangemerkt als bijzondere resultaten (RJ 270.405). Het bij punt 5 genoemde resultaat is een bijzonder resultaat, vanwege het incidentele karakter. c Winst uit hoofde van verkopen Boekwinst onteigende grond Prijs meest succesvolle importeur Verlies reserveonderdelen Winst € 1.000.000 € 30.000 € 50.000 € 200.000 –––––––––– € 880.000 + + + – € 1.000.000 € 30.000 € 50.000 € 200.000 –––––––––– € 880.000 + + + – d Comprehensive income statement over 2020 van Glad/Weg Resultaten: Winst uit hoofde van verkopen Boekwinst onteigende grond Prijs meest succesvolle importeur Verlies reserveonderdelen Rechtstreekse vermogensmutaties die niet uit de kapitaalsfeer voortvloeien: Stelselwijziging Herwaardering pand € 75.000 – € 85.000 + –––––––– € 10.000 + –––––––––– € 890.000 Comprehensive income e Eigen vermogen per 1 januari 2020 Comprehensive income 2020 Aandelenemissie: € 500.000 × 250% = € 3.000.000 € 890.000 + € 1.250.000 + –––––––––– € 5.140.000 Eigen vermogen per 31 december 2020 Vraagstuk 10.4 Building bv a Bestede kosten Winstopslag € € 4.000.000 500.000 € 4.500.000 € € nihil 4.500.000 + Som der bedrijfsopbrengsten Som der bedrijfslasten € € 4.500.000 4.000.000 Nettowinst € 500.000 Netto-omzet Mutatie onderhanden werk € € 9.000.000 4.500.000 – 4/8 × € 1.000.000 = b Netto-omzet Mutatie onderhanden werk c © 2020 | Noordhoff Uitgevers bv Gedownload door: elisedentz | elise.dentz@outlook.com Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar. 44 Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen Som der bedrijfsopbrengsten Som der bedrijfslasten € € 4.500.000 4.350.000 Nettowinst € 150.000 d De IASB geeft in IAS 1.102 aan dat de post Mutatie voorraad gereed product en onderhanden werk niet als ‘revenue’ mag worden gepresenteerd, maar bedoeld is als een correctiepost op de diverse gepresenteerde kostensoorten. Alle projectopbrengsten moeten daarom als netto-omzet worden gepresenteerd. De gevraagde resultatenrekeningen bij b en c – passend binnen de presentatievoorschriften van de IAS – zien er als volgt uit: (vraag b) Netto-omzet Mutatie onderhanden werk € € 4.500.000 nihil Som der bedrijfsopbrengsten Som der bedrijfslasten € € 4.500.000 4.000.000 Nettowinst € 500.000 (vraag c) Netto-omzet Mutatie onderhanden werk € € 4.500.000 nihil Som der bedrijfsopbrengsten Som der bedrijfslasten € € 4.500.000 4.350.000 Nettowinst € 150.000 © 2020 | Noordhoff Uitgevers bv Gedownload door: elisedentz | elise.dentz@outlook.com Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar. 45 Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen 11 Kasstroomoverzicht Vraagstuk 11.1 bv Beuk a Balans per 31 december 2020 (bedragen × € 1) Machine Voorraad hout Voorraad klompen Vooruitbetaalde huur Liquide middelen 440.000 100.000 160.000 25.000 960.000 Aandelenkapitaal Agio Voorziening Vooruit ontvangen bedragen Winst 2020 1.685.000 500.000 500.000 25.000 300.000 360.000 1.685.000 Toelichting: • Machine: 220.000 / 300.000 × € 600.000 = € 440.000 • Voorraad hout: € 500.000 – 80.000 × € 5 = € 100.000 • Voorraad klompen (80.000 – 60.000) × € 8 (*) = 160.000 (*) Materiaal €5 Machine: € 600.000 / 300.000 = €2 Personeel: € 80.000 / 80.000 = €1 • • • • • €8 Vooruitbetaalde huur: € 50.000 / 2 = € 25.000 Liquide middelen: Aandelenemissie 500 × € 1.000 × 200% = Betaalde huur Aankoop machine Personeelsuitgaven Inkoop hout Ontvangst verkoop klompen 80.000 × € 15 = Betaalde garagerekening Saldo per 31 december 2020 Aandelenkapitaal: 500 × € 1.000 = € 500.000 Agio: 500 × € 1.000 × 200% – € 500.000 = € 500.000 Vooruitontvangen bedragen: 20.000 × € 15 = € 300.000 € € € € € € € 1.000.000 50.000 600.000 80.000 500.000 1.200.000 10.000 € 960.000 € 900.000 € 480.000 € € € 420.000 25.000 35.000 € 360.000 + – – – – + – b Resultatenrekening over 2020 Opbrengst verkopen: Kostprijs verkopen: - Materiaal: - Afschrijving machine: - Personeel: Transactieresultaat Huurkosten Claims 60.000 × € 15 = 60.000 × € 5 = € 300.000 60.000 × € 2 = € 120.000 60.000 × € 1 = € 60.000 € 10.000 + € 25.000 = Winst c Kasstroomoverzicht over 2020 volgens de directe methode (bedragen × € 1) Kasstroom uit operationele activiteiten Ontvangsten van afnemers Betalingen aan leveranciers en werknemers: 50.000 + 80.000 + 500.000 + 10.000 = 1.200.000 + 640.000 – 560.000 Kasstroom uit investeringsactiviteiten Investeringen in materiële vaste activa Kasstroom uit financieringsactiviteiten 600.000 – © 2020 | Noordhoff Uitgevers bv Gedownload door: elisedentz | elise.dentz@outlook.com Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar. 46 Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen Ontvangsten uit aandelenemissie 1.000.000 + Mutatie geldmiddelen in 2020 960.000 Kasstroomoverzicht over 2020 volgens de indirecte methode (bedragen × € 1) Kasstroom uit operationele activiteiten Bedrijfsresultaat Aanpassingen voor: • Afschrijvingen • Mutaties in voorzieningen • Veranderingen in netto-werkkapitaal: - Toename voorraad (exclusief afschrijving) - Toename vorderingen - Toename schulden 360.000 120.000 + 25.000 + 220.000 – 25.000 – 300.000 + 55.000 + 560.000 Kasstroom uit investeringsactiviteiten Investeringen in materiële vaste activa Kasstroom uit financieringsactiviteiten Ontvangsten uit aandelenemissie 600.000 – 1.000.000 + Mutatie geldmiddelen in 2020 960.000 Vraagstuk 11.2 Ventura bv a Kasstroomoverzicht over 2020 volgens de directe methode (bedragen × € 1) Kasstroom uit operationele activiteiten Ontvangen van afnemers 600.000 + 50.000 – 125.000 Betalingen aan leveranciers en werknemers 380.000 + 122.000 + 70.000 – 150.000 Betaalde interest Betaalde winstbelasting Kasstroom uit investeringsactiviteiten Investeringen in materiële vaste activa • Gebouw 240.000 – 160.000 + 10.000 • Machines 50.000 – 40.000 + 8.000 + 6.000 Desinvesteringen in materiële vaste activa • Machines Kasstroom uit financieringsactiviteiten Ontvangsten uit aandelenemissie 20.000 + 10.000 Aflossing langlopende lening Betaald dividend 525.000 422.000 – 5.000 – 25.000 – ––––––– 73.000 + 90.000 – 24.000 – 6.000 + –––––– 30.000 + 15.000 – 15.000 – –––––– Mutatie geldmiddelen in 2020 108.000 – 0 + ––––––– – 35.000 b Kasstroomoverzicht over 2020 volgens de indirecte methode (bedragen × € 1) Kasstroom uit operationele activiteiten Bedrijfsresultaat 75.000 + 5.000 80.000 Aanpassingen voor: • Afschrijvingen 10.000 + 8.000 18.000 + • Veranderingen in netto-werkkapitaal – Toename debiteuren 75.000 – – Toename crediteuren 80.000 + –––––– 5.000 + Betaalde interest 5.000 – © 2020 | Noordhoff Uitgevers bv Gedownload door: elisedentz | elise.dentz@outlook.com Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar. 47 Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen Betaalde winstbelasting Kasstroom uit investeringsactiviteiten Investeringen in materiële vaste activa • Gebouw • Machines Desinvesteringen in materiële vaste activa • Machines Kasstroom uit financieringsactiviteiten Ontvangsten uit aandelenemissie Aflossing langlopende lening Betaald dividend Mutatie geldmiddelen in 2020 25.000 – –––––– 73.000 + 90.000 – 24.000 – 6.000 + –––––– 30.000 + 15.000 – 15.000 – –––––– 108.000 – 0 + ––––––– – 35.000 Vraagstuk 11.4 nv ROVA Holding a Geconsolideerd kasstroomoverzicht over 2018 Bedrijfsresultaat Aanpassingen voor: - Afschrijvingen - Mutaties voorzieningen - Veranderingen in werkkapitaal: - Mutaties voorraden - Mutaties vorderingen - Mutaties kortlopende schulden in duizenden euro’s 6.861 7.301 1.060 17 – 1.728 5.640 ––––– Kasstroom uit bedrijfsoperaties Ontvangen interest Betaalde interest Betaalde belasting Resultaat deelnemingen Kasstroom uit operationele activiteiten Investeringen in materiële vaste activa 9.521 + 810 = Desinvesteringen materiële vaste activa Ontvangsten uit verstrekte lening Ontvangsten uit verkoop effecten Kasstroom uit investeringsactiviteiten Ontvangsten uit aandelenemissie 25 + 28 = Betaald dividend Kasstroom uit financieringsactiviteiten 10.331 – 118 27 4.554 ––––– 53 5.610 – –––––– Toe-/afname geldmiddelen 7.351 –––––– 22.573 207 820 – 294 – 170 – ––––––– 21.496 5.632 – 5.557 – –––––– 10.307 b Naast het verschil in de eerste regel (Resultaat uit gewone bedrijfsuitoefening vóór belastingen ad 6.248 in plaats van Bedrijfsresultaat ad 6.861) vervallen dan de regels Ontvangen interest en Betaalde interest; de rentebaten en rentelasten zijn immers al in het resultaat uit gewone bedrijfsuitoefening vóór belastingen meegenomen. c Cashflow = Nettowinst + afschrijvingen = 5.784 + 7.302 = 13.086 (× € 1.000) © 2020 | Noordhoff Uitgevers bv Gedownload door: elisedentz | elise.dentz@outlook.com Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar. 48 Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen Deel 3 Winst- en vermogensbepaling in geval van prijsfluctuaties © 2020 | Noordhoff Uitgevers bv Gedownload door: elisedentz | elise.dentz@outlook.com Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar. 49 Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen 12 Instandhoudingsdoelstellingen en waarderingsgrondslagen Vraagstuk 12.1 Ko Kos a 1 Balans 31 oktober Voorraad matten 100 × € 25 = Kas € 9.000 € 7.500 – € 7.000 + € 750 – –––––– 2 € 2.500 Eigen vermogen 1/10 Winst oktober € 7.750 ––––––– € 10.250 € € 9.000 1.250 ––––––– € 10.250 Balans 31 oktober Voorraad matten 100 × € 25 × 1,15 = Kas 3 € 2.875 € 7.750 ––––––– € 10.625 Eigen vermogen 1/10 Winst oktober € € 9.000 1.625 ––––––– € 10.625 Balans 31 oktober Voorraad matten 100 × € 25 × 1,15 = Kas € 2.875 € 7.750 ––––––– € 10.625 4 Eigen vermogen 1/10 € 9.000 Extra eigen vermogen gebonden aan de onderneming: 300 × € 25 × 0,15 = € 1.125 Winst oktober € 500 ––––––– € 10.625 Balans 31 oktober Voorraad matten 100 × € 25 × 1,15 = Kas € 2.875 € 7.750 ––––––– € 10.625 5 Eigen vermogen 1/10 € 9.000 Extra eigen vermogen gebonden aan de onderneming: € 9.000 × 0,02 = € 180 Winst oktober € 1.445 ––––––– € 10.625 Balans 31 oktober Voorraad matten 100 × € 25 × 1,02 = Kas € 2.550 € 7.750 ––––––– € 10.300 Eigen vermogen 1/10 € 9.000 Extra eigen vermogen gebonden aan de onderneming: € 9.000 × 0,02 = € 180 Winst oktober € 1.120 ––––––– € 10.300 Opmerking: Bij de uitwerking van vraag a2 en a4 is voorbijgegaan aan het voorzichtigheids- en realisatieprincipe (waardestijgingen zijn direct als winst genomen) om in dit stadium niet direct te verzanden in allerlei complicaties. Bij de behandeling van de bestaande winstbepalingsstelsels in de betreffende hoofdstukken wordt uiteraard per stelsel besproken of genoemde principes al dan niet worden toegepast. © 2020 | Noordhoff Uitgevers bv Gedownload door: elisedentz | elise.dentz@outlook.com Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar. 50 Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen b Winst a1: € 1.250 Winst a3: € 500 –––––– Verschil € 750 Dit bedrag is gelijk aan het in oktober gerealiseerde voorraadresultaat (volgtijdelijk prijsverschil op de inkoopmarkt): Afzet × (inkoopprijs verkoopmoment – feitelijke inkoopprijs) = 200 × (€ 28,75 (€ 25 × 1,15) – € 25) = € 750 © 2020 | Noordhoff Uitgevers bv Gedownload door: elisedentz | elise.dentz@outlook.com Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar. 51 Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen 13 Historischekostenstelsel Vraagstuk 13.1 bv Blanko a Balans per 31 december 2020 (bedragen × € 1) Bestelauto Voorraad Liquide middelen 40.000 30.000 45.000 Eigen vermogen 1/1 Banklening Winst 2020 50.000 45.000 20.000 115.000 115.000 Toelichting: • • • • 4 = € 40.000 5 Voorraad: 1 500 × € 20 = € 30.000 Liquide middelen: Saldo 1 januari 2020 Verkopen € 60.000 + € 32.000 = Inkopen € 18.000 + € 30.000 = Interest € 50.000 × 8% = Aflossing Overige kosten Bestelauto: € 50.000 × Saldo 31 december 2020 Banklening: € 50.000 – € 5.000 = € 45.000 € 20.000 € 92.000 € 48.000 € 4.000 € 5.000 € 10.000 –––––––– € 45.000 + – – – – Resultatenrekening over 2020 Opbrengst verkopen Kostprijs verkopen Transactieresultaat € 60.000 + € 32.000 = 2 000 × € 15 + 1 000 × € 18 = 1 = 5 € 50.000 × 8% = Afschrijvingskosten € 50.000 × Interest Overige kosten € 92.000 € 48.000 ––––––– € 44.000 € 10.000 € 4.000 € 10.000 ––––––– Winst € 24.000 ––––––– € 20.000 b Bij het nominalisme is de winst gelijk aan de toename van het nominale eigen vermogen, dit is het verschil tussen de opbrengsten (op de verkoopmarkt) en de betaalde inkoopprijzen (op de inkoopmarkt): de voorraadresultaten (het volgtijdelijk prijsverschil op de inkoopmarkt) maken onderdeel uit van de winst. Omdat bij vraag a de kosten zijn gebaseerd op de in het verleden betaalde prijzen worden de voorraadresultaten tot de winst gerekend en is er sprake van een nominalistische winstbepaling. © 2020 | Noordhoff Uitgevers bv Gedownload door: elisedentz | elise.dentz@outlook.com Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar. 52 Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen c Bestelauto: Afschrijving op basis van actuele inkoopprijs 110 1 € 50.000 × × = 100 5 Afschrijving op basis van historische kosten Voorraad oliespuiten: Kostprijs verkopen op basis van actuele inkoopprijs 2 000 × € 18 + 1 000 × € 20 = Kostprijs verkopen op basis van historische kosten € 11.000 € 10.000 ––––––– € 1.000 € 56.000 € 48.000 ––––––– € 8.000 ––––––– € 9.000 d Voorraadresultaten mogen volgens het substantialisme niet tot de winst worden gerekend; het zijn ‘schijnwinsten’, zij zijn aan de onderneming gebonden om vervanging van de productiemiddelen mogelijk te maken. Het substantialisme elimineert voorraadresultaten daarom uit de winst. Vraagstuk 13.2 Marginaal a 1 5/1 Opbrengst verkopen Kostprijs verkopen 70 000 × € 0,42 = 70 000 × € 0,20 = 23/2 Opbrengst verkopen 110 000 × € 0,44 = Kostprijs verkopen 30 000 × € 0,20 + 30 000 × € 0,22 + 50 000 × € 0,25 = € 29.400 € 14.000 ––––––– € 15.400 € 48.400 € 25.100 ––––––– € 23.300 Totaal € 15.400 + € 23.300 = € 38.700 2 Mutatieoverzicht voorraad: 1/1 100 000 × € 0,20 = 5/1 – 70 000 × € 0,20 = ––––––– 30 000 9/1 + 30 000 × € 0,22 = ––––––– 60 000 × € 0,21* = 8/2 + 80 000 × € 0,25 = ––––––– 140 000 × € 0,2329** = 23/2 – 110 000 × € 0,2329 = ––––––– 30 000 3/3 + 60 000 × € 0,30 = ––––––– 90 000 × € 0,2776*** = * € 12.600 = € 0,21 60 000 ** € 32.600 = € 0,2329 140 000 *** € 24.981 = € 0,2776 90 000 5/1 Opbrengst verkopen Kostprijs verkopen € 20.000 € 14.000 ––––––– € 6.000 € 6.600 ––––––– € 12.600 € 20.000 ––––––– € 32.600 € 25.619 ––––––– € 6.981 € 18.000 ––––––– € 24.981 € 29.400 € 14.000 ––––––– € 15.400 © 2020 | Noordhoff Uitgevers bv Gedownload door: elisedentz | elise.dentz@outlook.com Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar. 53 Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen 23/2 Opbrengst verkopen Kostprijs verkopen € 48.400 € 25.619 ––––––– € 22.781 Totaal € 15.400 + € 22.781 = € 38.181 3 5/1 Opbrengst verkopen Kostprijs verkopen 70 000 × € 0,20 = € 29.400 € 14.000 ––––––– € 15.400 23/2 Opbrengst verkopen Kostprijs verkopen 80 000 × € 0,25 + 30 000 × € 0,22 = € 48.400 € 26.600 ––––––– € 21.800 Totaal € 15.400 + € 21.800 = € 37.200 b 1 2 c Opbrengst verkopen € 29.400 + € 48.400 = Kostprijs verkopen 60 000 × € 0,30 + 80 000 × € 0,25 + 30 000 × € 0,22 + 10 000 × € 0,20 = € 77.800 € 46.600 ––––––– € 31.200 De kostprijs van de verkopen en daarmee het resultaat kunnen pas worden berekend nadat de voorraad per het einde van de periode is vastgesteld. Bovendien is collectief-lifo niet bedoeld om winsten per transactie te bepalen, maar is het een periodewinstbepalingsstelsel: de kostprijs kan in totaliteit – naast zoals uitgewerkt bij vraag b1 – worden afgeleid uit het verband tussen beginvoorraad, inkopen en eindvoorraad: € 20.000 (beginvoorraad) + € 44.600 (inkopen) – € 18.000 (eindvoorraad) = € 46.600. 1 Balans per 31 maart 2020 Voorraad Blop 30 000 × € 0,25 + 60 000 × € 0,30 = Liquide middelen € 77.800 – € 44.600 = 2 € 25.500 Eigen vermogen 1/1 Winst 1e kwartaal € 33.200 ––––––– € 58.700 € 20.000 € 38.700 ––––––– € 58.700 Balans per 31 maart 2020 Voorraad Blop (zie vraag a2) Liquide middelen 3 € 24.981 € 33.200 ––––––– € 58.181 Eigen vermogen 1/1 Winst 1e kwartaal € 20.000 € 38.181 ––––––– € 58.181 Balans per 31 maart 2020 Voorraad Blop 30 000 × € 0,20 + 60 000 × € 0,30 = Liquide middelen 4 € 24.000 € 33.200 ––––––– € 57.200 Eigen vermogen 1/1 Winst 1e kwartaal € 20.000 € 37.200 ––––––– € 57.200 Balans per 31 maart 2020 Voorraad Blop 90 000 × € 0,20 = Liquide middelen € 18.000 € 33.200 ––––––– € 51.200 Eigen vermogen 1/1 Winst 1e kwartaal € 20.000 € 31.200 ––––––– € 51.200 © 2020 | Noordhoff Uitgevers bv Gedownload door: elisedentz | elise.dentz@outlook.com Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar. 54 Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen d Bij individueel-lifo worden de meest recent gekochte voorraden in de kostprijs van de verkopen opgenomen; de voorraadresultaten worden daarmee grotendeels uit de winst geëlimineerd: de methode heeft dan ook een tamelijk substantialistische uitwerking. De mate van substantialisme is afhankelijk van de timing van in- en verkopen. Bij collectief-lifo is de substantialistische werking nog sterker, daar wordt immers uitgegaan van de meest recente inkopen bekeken vanuit balansdatum. Overigens heeft lifo alleen betrekking op voorraden en niet op duurzame productiemiddelen; we spreken daarom van partieel substantialisme. e Bij lifo worden op de balans voorraden opgenomen die gewaardeerd worden tegen veelal oude prijzen. In tijden van prijsstijging kunnen er in de voorraden aanzienlijke stille reserves schuilen: er wordt geen getrouw beeld van het vermogen weergegeven. f 1 2 Door op balansdatum de voorraad op te waarderen naar de actuele inkoopprijs en het verschil te boeken op bijvoorbeeld een post Reserve waardestijgingen. Door de actuele waarde in de toelichting op te nemen. Vraagstuk 13.3 bv Bulk a Balans per 31 december 2020 (bedragen × € 1) Pand Voorraad Burp Debiteuren Vooruitbetaalde interest Liquide middelen 380.000 165.600 162.000 4.500 198.600 Aandelenkapitaal Winstreserve Banklening Winst 2020 70.000 280.000 200.000 360.700 910.700 910.700 Toelichting: • Pand: Pand (exclusief ondergrond): € 300.000 × Ondergrond • • • € 100.000 –––––––– € 380.000 120 000 – 108 000 = 12 000 € 13,60 + € 14 = € 165.600 – Waardering: 12 000 × 2 1 Debiteuren: 108 000 × × € 18 = € 162.000 12 Vooruitbetaalde interest: 12 € 5.400 × 3 × 100% = 9% Rentepercentage: € 240.000 Liquide middelen: Saldo 31-12-2019 Debiteuren 31-12-2019 3 = € 4.500 12 11 = 12 € 10 + € 14 120 000 × = 2 Verkopen 108 000 × € 18 × Inkopen Aflossing Interest Bedrijfskosten • € 280.000 Voorraad: – Hoeveelheid: € 200.000 × 9% × • 14 = 15 € 200.000 × 9% = Saldo 31-12-2020 Banklening: € 240.000 – € 40.000 = € 200.000 € € 126.600 58.000 + € 1.782.000 + € 1.440.000 – € 40.000 – € 18.000 – € 270.000 – ––––––––– € 198.600 © 2020 | Noordhoff Uitgevers bv Gedownload door: elisedentz | elise.dentz@outlook.com Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar. 55 Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen Resultatenrekening over 2020 Opbrengst verkopen 108 000 × € 18 = € 10 + € 13,60 108 000 × = 2 Kostprijs verkopen Transactieresultaat 1 = 15 3 € 240.000 × × 9% = 12 9 € 200.000 × × 9% = 12 Afschrijvingen € 300.000 × Interest Bedrijfskosten € 1.944.000 € 1.274.400 –––––––––– € 669.600 € 20.000 € 5.400 € 13.500 € 270.000 –––––––– Winst € 308.900 –––––––––– € 360.700 b Wijzigingen ten opzichte van a: • • • € 10 + € 10, 40 = € 122.400 2 Balanstotaal € 867.500, winst € 317.500 € 10, 40 + € 14 Kostprijs verkopen 108 000 × = € 1.317.600 2 (of: Beginvoorraad + Inkopen – Eindvoorraad = € 0 + € 1.440.000 – € 122.400 = € 1.317.600) Voorraad 12 000 × Vraagstuk 13.5 Victoria a Voorraadwaardering per 1 januari 2020: IJzeren voorraad 10 000 × vaste prijs = Manco 2 000 × € 10 = 10 000 × vaste prijs = vaste prijs = b ? € 20.000 – ––––––– € 30.000 € 50.000 €5 Balans per 31 december 2020 (bedragen × € 1) Vaste activa Voorraad T Debiteuren Liquide middelen 70.000 38.000 128.000 19.000 Aandelenkapitaal Hypotheek o/g Nog te betalen kosten Winst 2020 100.000 40.000 25.000 90.000 255.000 Toelichting: 255.000 7 = € 70.000 8 • Vaste activa: € 80.000 × • Voorraad T: IJzeren voorraad Manco 10 000 × € 5 = 1 000 × € 12 = • • Debiteuren: 8 000 × € 16 = € 128.000 Liquide middelen: Saldo 1 januari 2020 Verkopen 23 000 × € 15 = Inkopen 21 000 × € 10 + 11.000 × € 11 = Aflossing Overige bedrijfskosten (inclusief interest) • Saldo 31 december 2020 Hypotheek o/g: € 50.000 – € 10.000 = € 40.000 € 50.000 € 12.000 – ––––––– € 38.000 € 40.000 € 345.000 € 331.000 € 10.000 € 25.000 –––––––– € 19.000 + – – – © 2020 | Noordhoff Uitgevers bv Gedownload door: elisedentz | elise.dentz@outlook.com Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar. 56 Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen Resultatenrekening over 2020 Opbrengst verkopen Kostprijs verkopen: Waarde beginvoorraad Inkopen Waarde eindvoorraad 23 000 × € 15 + 8 000 × € 16 = € 30.000 € 331.000 + € 38.000 – –––––––– Transactieresultaat Afschrijvingskosten € 473.000 € 80.000 × Overige bedrijfskosten 1 = 8 € 10.000 € 50.000 ––––––– Winst c € 323.000 –––––––– € 150.000 € 60.000 –––––––– € 90.000 Voor wat betreft de ijzeren voorraad is er sprake van een substantialistische werking; deze voorraad wordt immers tegen een vaste prijs gewaardeerd, zodat voorraadresultaten geheel worden geëlimineerd. Overigens heeft het alleen betrekking op voorraden en niet op duurzame productiemiddelen; het ijzerenvoorraadstelsel wordt daarom aangeduid als partieel substantialistisch. d Er is sprake van een dynamische waardebepaling: de waardering staat ten dienste van een juiste winstbepaling, het gaat primair om de winstbepaling en secundair om een juiste balanswaardering (zie paragraaf 3.2 theorieboek). De voorraad wordt per 31 december 2020 in de balans opgenomen voor € 38.000, terwijl de actuele inkoopprijswaarde dan 9 000 × € 12 = € 108.000 is. e De waardering van de ijzeren voorraad tegen een vaste (veelal oude) prijs en de afwaardering tegen de actuele inkoopprijs van een mancopositie leidt tot een relatief lage voorraadwaardering en daarmee tot een relatief lage fiscale winst. Als gevolg hiervan wordt belastingheffing naar de toekomst verschoven, hetgeen een rentevoordeel met zich meebrengt; bovendien geeft het speelruimte in de financiering. Vraagstuk 13.7 Goldo bv a Balans 31 december 2020 (bedragen × € 1) Pand Voorraden Liquide middelen 195.000 137.500 208.500 ––––––– 541.000 Aandelenkapitaal Agio Lening Te betalen interest Winst 2020 Toelichting: 39 × € 200.000 = € 195.000 • Pand: 40 • Voorraden: 250 × € 550 = € 137.500 • Liquide middelen: Verkregen middelen bij de oprichting Verkopen 200 × € 710 + 200 × € 750 = Oprichtings- en emissiekosten Aankoop pand Inkopen 200 × € 500 + 200 × € 520 + 250 × € 550 = 6 = Interest € 300.000 × 8% × 12 Overige kosten Stand 31 december 2020 100.000 100.000 300.000 12.000 29.000 ––––––– 541.000 € 500.000 € 292.000 € 15.000 € 200.000 € 341.500 + – – – € 12.000 – € 15.000 – –––––––– € 208.500 © 2020 | Noordhoff Uitgevers bv Gedownload door: elisedentz | elise.dentz@outlook.com Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar. 57 Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen Resultatenrekening over 2020 (bedragen × € 1) Opbrengst verkopen Kostprijs verkopen 200 × 710 + 200 × 750 = 200 × 500 + 200 × 520 = Transactieresultaat Afschrijving pand 200.000 × 1 = 40 Oprichtings- en emissiekosten Interestlasten 8% × 300.000 = Overige kosten 292.000 204.000 ––––––– 88.000 5.000 15.000 24.000 15.000 –––––– 59.000 ––––––– 29.000 Winst b 1 Winst fifo Waardering voorraad per 31-12-2020: • Gemiddelde-inkoopprijsmethode 250 × € 532,22* = • Fifo € 29.000 € 133.055 € 137.500 –––––––– Winst gemiddelde-inkoopprijsmethode * 2 200 × € 500 + 200 × € 520 = € 510 400 200 × € 510 + 250 × € 550 Per 25/7: = € 532,22 450 Per 12/2: Winst fifo Waardering voorraad per 31-12-2020: • Lifo-individueel 200 × € 500 + 50 × € 550 = • Fifo € 29.000 € 127.500 € 137.500 –––––––– Winst lifo-individueel 3 Winst fifo Waardering voorraad per 31-12-2020: • Lifo-collectief 200 × € 500 + 50 × € 520 = • Fifo Winst fifo Waardering voorraad per 31-12-2020: • IJzerenvoorraadstelsel 200 × € 500 + 50 × € 550 = • Fifo Winst ijzerenvoorraadstelsel c € 10.000 – ––––––– € 19.000 € 29.000 € 126.000 € 137.500 –––––––– Winst lifo-collectief 4 € 4.445 – ––––––– € 24.555 € 11.500 – ––––––– € 17.500 € 29.000 € 127.500 € 137.500 –––––––– € 10.000 – ––––––– € 19.000 De verwachte opbrengstwaarde van de voorraad is op balansdatum lager dan de historischekostenwaarde. Op grond van de minimumwaarderingsregel moet de voorraad op 31 december 2020 afgewaardeerd worden tot de verwachte opbrengstwaarde van 250 × € 500 = € 125.000. Vergeleken met fifo (vraag a) komt de voorraadwaardering per 31 december 2020 dan € 12.500 (€ 137.500 – € 125.000) lager uit; dit betekent een winst over 2020 van € 29.000 (winst fifo) – € 12.500 = € 16.500. © 2020 | Noordhoff Uitgevers bv Gedownload door: elisedentz | elise.dentz@outlook.com Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar. 58 Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen 14 Vervangingswaardestelsel Vraagstuk 14.1 bv Piekerhoek a Balans per 31 december 2020 (bedragen × € 1) Vaste activa Voorraad Q Liquide middelen 200.000 312.000 962.000 Aandelenkapitaal Winstreserve Winst 2020 100.000 500.000 474.000 Eigen vermogen 8%-Lening 1.074.000 400.000 1.474.000 1.474.000 Toelichting: • • • 2 = € 200.000 3 Voorraad Q: 26 000 × € 12 = € 312.000 Liquide middelen: Saldo 1 januari 2020 Verkopen 80 000 × € 20 = Inkopen 43 000 × € 10 + 43 000 × € 12 = Interest € 400.000 × 8% = Bedrijfskosten Vaste activa: € 300.000 × € 500.000 € 1.600.000 € 946.000 € 32.000 € 160.000 ––––––––– € 962.000 Saldo 31 december 2020 + – – – Resultatenrekening over 2020 Opbrengst verkopen Kostprijs verkopen 80 000 × € 20 = 63 000 × € 10 + 17 000 × € 12 = Transactieresultaat Afschrijvingen € 300.000 × Interest Bedrijfskosten 1 = 3 € 100.000 € 32.000 € 160.000 –––––––– Winst b € 1.600.000 € 834.000 –––––––––– € 766.000 € 292.000 –––––––––– € 474.000 Balans per 31 december 2020 (bedragen × € 1) Vaste activa Voorraad Q Liquide middelen 232.000 312.000 962.000 Aandelenkapitaal Winstreserve Herwaarderingsreserve Winst 2020 Eigen vermogen 8%-Lening 1.506.000 100.000 500.000 94.000 412.000 1.106.000 400.000 1.506.000 Toelichting: • • 2 = € 232.000 5 Voorraad Q: 26 000 × € 12 = € 312.000 Vaste activa: € 580.000 × © 2020 | Noordhoff Uitgevers bv Gedownload door: elisedentz | elise.dentz@outlook.com Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar. 59 Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen • Herwaarderingsreserve: – Vaste activa gerealiseerd 3 1 (€ 580.000 × – € 300.000) × = 5 3 – Vaste activa ongerealiseerd 3 2 (€ 580.000 × – € 300.000) × = 5 3 – Voorraden gerealiseerd 23 000 × € 2 = – Voorraden ongerealiseerd € 16.000 € 32.000 € 46.000 € 0 ––––––– € 94.000 Resultatenrekening over 2020 Opbrengst verkopen Kostprijs verkopen 40 000 × € 10 + 40 000 × € 12 = Transactieresultaat Afschrijvingen € 580.000 × Interest Bedrijfskosten 1 = 5 € 116.000 € 32.000 € 160.000 –––––––– Winst c Winst 2020 volgens het vervangingswaardestelsel Gerealiseerde waardestijgingen in 2020: • In afschrijvingen (116.000 – 100.000) • In kostprijs verkopen (880.000 – 834.000) € 16.000 € 46.000 ––––––– 412.000 € 62.000 –––––––––– € 474.000 € 1.106.000 € 32.000 € 0 ––––––– Eigen vermogen 31 december 2020 op basis van historische kosten e € 308.000 –––––––––– € 412.000 € Winst 2020 op basis van historische kosten d Eigen vermogen 31 december 2020 volgens het vervangingswaardestelsel Ongerealiseerde waardestijgingen ultimo 2020: • Vaste activa (232.000 – 200.000) • Voorraad Q (312.000 – 312.000) € 1.600.000 € 880.000 –––––––––– € 720.000 € 32.000 –––––––––– € 1.074.000 Lager: de winst (teller) zal door de hogere afschrijving en kostprijs verkopen lager zijn en het eigen vermogen (noemer) – uitgaande van volledige winstuitkering door de ongerealiseerde en gerealiseerde waardestijgingen – hoger. Vraagstuk 14.2 Substan a Balans per 31 december 2020 (bedragen × € 1) Pand Voorraden Kas 480.000 40.000 650.000 Eigen vermogen 1/1 Hypothecaire lening Winst 2020 1.170.000 140.000 500.000 530.000 1.170.000 Toelichting: • • 24 = € 480.000 25 Voorraden: 2 000 × € 20 = € 40.000 Pand: € 500.000 × © 2020 | Noordhoff Uitgevers bv Gedownload door: elisedentz | elise.dentz@outlook.com Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar. 60 Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen • Kas: Saldo 2 januari 2020 Verkopen Inkopen Interest € 500.000 × 10% = € 140.000 € 860.000 + € 300.000 – € 50.000 – –––––––– € 650.000 Saldo 31 december 2020 Resultatenrekening over 2020 Opbrengst verkopen Kostprijs verkopen 10 000 × € 10 + 8 000 × € 20 = Transactieresultaat 1 = 25 € 500.000 × 10% = Afschrijvingen € 500.000 × Interest € 20.000 € 50.000 ––––––– Winst b € 860.000 € 260.000 –––––––– € 600.000 € 70.000 –––––––– € 530.000 Balans per 31 december 2020 (bedragen × € 1) Pand Voorraden Kas 576.000 50.000 650.000 Eigen vermogen 1/1 Herwaarderingsreserve Hypothecaire lening Winst 2020 1.276.000 140.000 210.000 500.000 426.000 1.276.000 Toelichting: • • • 24 = € 576.000 25 Voorraden: 2 000 × € 25 = € 50.000 Herwaarderingsreserve: Pand: € 600.000 × 1 = 25 24 € 100.000 × = 25 – Pand gerealiseerd – Pand ongerealiseerd – Voorraden gerealiseerd: Kwartaal 2 Kwartaal 3 Kwartaal 4 – Voorraden ongerealiseerd € € 100.000 × 4.000 € 96.000 4 000 × (€ 20 – € 10) = € 40.000 3 000 × (€ 20 – € 10) = € 30.000 6 000 × (€ 25 – € 20) = € 30.000 ––––––– 2 000 × (€ 25 – € 20) = € 100.000 € 10.000 –––––––– € 210.000 Resultatenrekening over 2020 Opbrengst verkopen Kostprijs verkopen 3 000 × € 10 + 4 000 × € 20 + 5 000 × € 20 + 6 000 × € 25 = Transactieresultaat Afschrijvingen € 600.000 × Interest 1 = 25 € 860.000 € 360.000 –––––––– € 500.000 € 24.000 € 50.000 ––––––– Winst € 74.000 –––––––– € 426.000 © 2020 | Noordhoff Uitgevers bv Gedownload door: elisedentz | elise.dentz@outlook.com Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar. 61 Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen c De IASB laat het vervangingswaardestelsel toe voor de materiële vaste activa, maar staat het niet toe voor de voorraden; deze laatste moeten gewaardeerd worden op historische kosten (IAS 2.9). De Nederlandse wet staat het vervangingswaardestelsel eveneens alleen toe voor duurzame productiemiddelen en niet voor voorraden, met dien verstande dat voor de balanspresentatie de gerealiseerde herwaarderingsreserve moet worden overgeboekt naar bijvoorbeeld de overige reserves (artikel 390.3). Vraagstuk 14.4 Begio bv a Balans per 31 december 2020 (bedragen × € 1) Pand Voorraad sigaren Rekening-courant bank 420.000 1.950.000 960.000 Aandelenkapitaal Winstreserve Lening Winst 2020 500.000 1.150.000 600.000 1.080.000 3.330.000 Toelichting: 3.330.000 14 = € 420.000 20 • Pand: € 600.000 × • Voorraad sigaren: per 31-12-2019 bedroeg de waardering per sigaar € 2 mln = € 0,10 loonkosten en 20 mln € 0,42 – € 0,10 = € 0,32 inkoopprijs. Waardering per 31 december 2020 per sigaar: – 1 000 000 × (€ 0,35 + € 0,10) = – 3 000 000 × (€ 0,40 + € 0,10) = € 2,1mln = 5 mln € 0,42, zijnde • Rekening-courant bank: Saldo 31 december 2019 Verkopen 9 000 000 × € 0,48 + 11 000 000 × € 0,54 = Inkopen 16 000 000 × € 0,35 + 3 000 000 × € 0,40 = Lonen Overige kosten Saldo 31 december 2020 € 450.000 € 1.500.000 –––––––––– € 1.950.000 – € 300.000 € 10.260.000 € 6.800.000 € 2.000.000 € 200.000 –––––––––– € 960.000 + – – – Resultatenrekening over 2020 (bedragen × € 1) Opbrengst verkopen Kostprijs verkopen: 5 000 000 × (€ 0,32 + € 0,10) + 15 000 000 × (€ 0,35 + € 0,10) = Transactieresultaat 1 = 20 Afschrijvingskosten € 600.000 × Overige kosten Bezettingsresultaat: (19 000 000 – 20 000 000) × € 0,10 = Winst b 1 Winst fifo Waardering voorraad sigaren per 31-12-2020: • Individueel-lifo – 1 000 000 × (€ 0,32 + € 0,10) = – 3 000 000 × (€ 0,40 + € 0,10) = • Fifo 10.260.000 8.850.000 ––––––––– 1.410.000 30.000 – 200.000 100.000 ––––––––– 1.080.000 – – € 1.080.000 € 420.000 € 1.500.000 –––––––––– € 1.920.000 € 1.950.000 –––––––––– Winst individueel-lifo € 30.000 – –––––––––– € 1.050.000 © 2020 | Noordhoff Uitgevers bv Gedownload door: elisedentz | elise.dentz@outlook.com Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar. 62 Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen 2 Winst fifo Waardering voorraad sigaren per 31-12-2020: • Collectief-lifo: 4 000 000 × (€ 0,32 + € 0,10) = • Fifo € 1.080.000 € 1.680.000 € 1.950.000 –––––––––– Winst collectief-lifo 3 Winst fifo Waardering voorraad sigaren per 31-12-2020: • IJzerenvoorraadstelsel – 3 500 000 × (€ 0,32 + € 0,10) = – 500 000 × (€ 0,40 + € 0,10) = • Fifo € 270.000 – –––––––––– € 810.000 € 1.080.000 € 1.470.000 € 250.000 –––––––––– € 1.720.000 € 1.950.000 –––––––––– Winst ijzerenvoorraadstelsel € 230.000 – –––––––––– € 850.000 Balans per 31 december 2020 (bedragen × € 1) c Pand Voorraad sigaren Rekening-courant bank 504.000 2.000.000 960.000 –––––––– 3.464.000 Aandelenkapitaal Herwaarderingsreserve: • Pand: – Gerealiseerd – Ongerealiseerd • Voorraad sigaren: – Gerealiseerd – Ongerealiseerd Winstreserve Lening Winst 2020 500.000 3.000 84.000 700.000 50.000 1.150.000 600.000 377.000 –––––––– 3.464.000 Toelichting: • • • 14 = € 504.000 20 Voorraad sigaren: 4 000 000 × (€ 0,40 + € 0,10) = € 2.000.000 Herwaarderingsreserve: 0,5 = € 3.000 – Pand gerealiseerd: (€ 450.000 – € 15.000) × 20% × 14,5 14 – Pand ongerealiseerd: (€ 450.000 – € 15.000) × 20% × = € 84.000 14,5 – Voorraad sigaren gerealiseerd: 5 000 000 × € 0,03 = € 150.000 11 000 000 × € 0,05 = € 550.000 –––––––– € 700.000 – Voorraad sigaren ongerealiseerd: 1 000 000 × € 0,05 = € 50.000 Pand: € 720.000 × © 2020 | Noordhoff Uitgevers bv Gedownload door: elisedentz | elise.dentz@outlook.com Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar. 63 Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen Resultatenrekening over 2020 (bedragen × € 1) Opbrengst verkopen Kostprijs verkopen: 28/5: 17/10: Transactieresultaat Afschrijvingskosten: 1/1-30/6: 10.260.000 9 000 000 × (€ 0,35 + € 0,10) = 11 000 000 × (€ 0,40 + € 0,10) = 1 1 × = 20 2 1 1 € 720.000 × × = 20 2 4.050.000 5.500.000 ––––––––– 710.000 – – 15.000 – 18.000 – 200.000 100.000 ––––––––– 377.000 – – € 600.000 × 1/7-31/12: Overige kosten Bezettingsresultaat: (19 000 000 – 20 000 000) × € 0,10 = Winst d Winst 2020 volgens het vervangingswaardestelsel Gerealiseerde waardestijgingen in 2020: • In afschrijvingen (33.000 – 30.000) • In kostprijs verkopen (9.550.000 – 8.850.000) € € 3.000 € 700.000 –––––––– Winst 2020 op basis van historische kosten e Eigen vermogen 31 december 2020 volgens het vervangingswaardestelsel Ongerealiseerde waardestijgingen ultimo 2020: • Pand (504.000 – 420.000) • Voorraad sigaren (2.000.000 – 1.950.000) € 703.000 –––––––––– € 1.080.000 € 2.864.000 € 84.000 € 50.000 ––––––– Eigen vermogen 31 december 2020 op basis van historische kosten f 377.000 € 134.000 –––––––––– € 2.730.000 Historische kosten met toepassing van individueel-lifo voor de voorraden houdt de prijsstijgingen van de voorraad gedeeltelijk buiten de winst en werkt daarmee (deels) substantialistisch ten aanzien van de voorraad; voorwaarde voor een optimale substantialistische werking is dat er vlak voor een verkoop voldoende is ingekocht. Historische kosten met collectief-lifo voor de voorraden werkt sterker substantialistisch omdat – vanuit balansdatum bezien – uitgegaan wordt van meer recente inkopen, hetgeen leidt tot hogere kostprijzen van de verkopen; de substantialistische werking is het sterkst indien nét voor balansdatum, door voldoende in te kopen, de beginvoorraad op peil wordt gehouden. Historische kosten met toepassing van het ijzerenvoorraadstelsel voor de voorraden houdt de prijsstijging van de ijzeren voorraad geheel buiten de winst door deze te waarderen tegen een vaste prijs; dit stelsel heeft, voor wat betreft de ijzeren voorraad, een volledig substantialistische werking. Bezwaar van de drie genoemde historischekostenstelsels is dat zij geen betrekking hebben op duurzame productiemiddelen, en daarmee slechts ‘partieel’ substantialistisch werken. Het vervangingswaardestelsel werkt substantialistisch: zowel de prijsstijgingen van de voorraden als die van de duurzame productiemiddelen worden buiten de winst gehouden. © 2020 | Noordhoff Uitgevers bv Gedownload door: elisedentz | elise.dentz@outlook.com Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar. 64 Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen 15 Overige winstbepalingsstelsels Vraagstuk 15.1 bv Profit a Balans per 31 december 2020 (bedragen × € 1) Terrein Bedrijfspand Voorraad P Liquide middelen 82.500 151.200 384.000 380.000 Aandelenkapitaal Winstreserve Ongerealiseerde herwaardering Crediteuren Winst 2020 100.000 360.000 32.700 112.000 393.000 997.700 997.700 Toelichting: • • • • 110 = € 82.500 100 120 14 Bedrijfspand: € 135.000 × × = € 151.200 100 15 Voorraad P: 32 000 × € 12 = € 384.000 Liquide middelen: Saldo 31-12-2019 Crediteuren 31-12-2019 Inkopen 1e halfjaar 56 000 × € 10 = 5 Inkopen 2e halfjaar 56 000 × × € 12 = 6 Verkopen 100 000 × € 20 = Lonen en overige bedrijfskosten Terrein: € 75.000 × Saldo 31 december 2020 • • € 90.000 € 40.000 – € 560.000 – € 560.000 – € 2.000.000 + € 550.000 – ––––––––– € 380.000 Ongerealiseerde herwaardering: – Terrein: € 75.000 × 10% = € 7.500 – € 25.200 14 = € 135.000 × 20% × 15 Bedrijfspand: Crediteuren: 56 000 × 1 × € 12 = € 112.000 6 ––––––– € 32.700 Resultatenrekening over 2020 Opbrengst verkopen 100 000 × € 20 = Kostprijs verkopen op basis van vervangingswaarde 50 000 × € 10 + 50 000 × € 12 = Afschrijvingen op basis van vervangingswaarde 120 1 × = € 135.000 × 100 15 Lonen en overige bedrijfskosten Vervangingswaardewinst € 2.000.000 € 1.100.000 – € 10.800 – € 550.000 – –––––––––– € 339.200 © 2020 | Noordhoff Uitgevers bv Gedownload door: elisedentz | elise.dentz@outlook.com Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar. 65 Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen Gerealiseerde herwaardering: • Voorraad P 26 000 × (€ 12 – € 10) = 1 • Bedrijfspand € 135.000 × 20% × = 15 € 52.000 € 1.800 ––––––– Winst b € 53.800 + –––––––––– € 393.000 Balans per 31 december 2020 (bedragen × € 1) Terrein Bedrijfspand Voorraad P Liquide middelen 82.500 151.200 384.000 380.000 Aandelenkapitaal Winstreserve Crediteuren Winst 2020 997.700 100.000 360.000 112.000 425.700 997.700 Resultatenrekening over 2020 Opbrengst verkopen Kostprijs verkopen op basis van vervangingswaarde Afschrijvingen op basis van vervangingswaarde Lonen en overige bedrijfskosten Current operating profit Holding gains: • Voorraad P 26 000 × (€ 12 – € 10) = • Bedrijfspand € 135.000 × 20% = • Terrein € 75.000 × 10% = € 2.000.000 € 1.100.000 – € 10.800 – € 550.000 – –––––––––– € 339.200 € 52.000 € 27.000 € 7.500 ––––––– Business profit c € 86.500 + –––––––––– € 425.700 Binnen de voorschriften van de IASB, de RJ en de Nederlandse wet is het moderne nominalisme als zodanig niet toegestaan. Voorraden moeten worden gewaardeerd tegen de laagste van de historische kosten en de verwachte opbrengstwaarde: vervangingswaarde is dus geen toegelaten waarderingsgrondslag. Daarnaast mag van de IASB de herwaarderingsreserve niet vrijvallen ten gunste van het resultaat. Voor de Amerikaanse invulling van het moderne nominalisme geldt als extra bezwaar dat alle drie regelgevers het niet toestaan dat waardestijgingen van duurzame productiemiddelen en voorraden, voordat zij zijn gerealiseerd, tot het resultaat worden gerekend. Fiscaal is het moderne nominalisme geen wettelijk toegelaten systeem: de fiscale wetgever schrijft het historischekostenstelsel voor. Vraagstuk 15.3 bv ‘Goeie Bak’ a Balans per 31 december 2020 (bedragen × € 1) Terrein Aanhangwagens Liquide middelen 23.000 45.000 271.050 Aandelenkapitaal Herwaarderingsreserve: • Ongerealiseerd • Gerealiseerd Winstreserve Banklening Winst 2020 339.050 50.000 10.500 7.500 114.350 105.000 51.700 339.050 Toelichting: • • • 115 = € 23.000 100 120 1 Aanhangwagens: € 150.000 × × = € 45.000 100 4 Liquide middelen: Startkapitaal begin 2018 Terrein: € 20.000 × € 200.000 © 2020 | Noordhoff Uitgevers bv Gedownload door: elisedentz | elise.dentz@outlook.com Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar. 66 Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen Aanschaf aanhangwagens Aanschaf grasland Verhuur aanhangwagens 3 × 15 × € 12.500 = Verzekeringskosten e.d. 3 × € 80.000 = Aflossing 3 × € 15.000 = Interest 9% van (€ 150.000 + € 135.000 + € 120.000) = • Saldo 31 december 2020 Herwaarderingsreserve: – Ongerealiseerd: - Terrein - – 15% van € 20.000 = Aanhangwagens Winstreserve: Opbrengst verhuur aanhangwagens Afschrijvingskosten Verzekeringskosten e.d. Interestkosten • € 7.500 ––––––– € 10.500 2 1 × = 4 2 € 7.500 Winst 2018 –––––––––– € 187.500 € 37.500 € 80.000 € 13.500 –––––––– € 56.500 Winst 2019 –––––––––– € 187.500 € 37.500 € 80.000 € 12.150 –––––––– € 57.850 20% van € 150.000 × – – + – – – € 3.000 2 1 20% van € 150.000 × × = 4 2 Gerealiseerd: - • Aanhangwagens € 150.000 € 20.000 € 562.500 € 240.000 € 45.000 € 36.450 –––––––– € 271.050 Totaal: € 114.350 Banklening: € 150.000 – (3 × € 15.000) = € 105.000 Resultatenrekening over 2020 Opbrengst verhuur aanhangwagens 15 × € 12.500 = 120 1 Afschrijvingskosten € 150.000 × × = 100 4 Verzekeringskosten, lonen e.d. Interest € 120.000 × 9% = € 187.500 € 45.000 € 80.000 € 10.800 ––––––– Winst b € 135.800 –––––––– € 51.700 Resultatenrekening over 2020 (bedragen × € 1) Koopkrachtcorrectie eigen vermogen* Winst 2020 13.148 56.552 Calculatorische bedrijfswinst** Gerealiseerde waardestijging Ongerealiseerde waardestijging 69.700 51.700 7.500 10.500 69.700 * 8% van (€ 50.000 + € 114.350) = € 13.148 ** Gelijk aan de winst bij vraag a Balans per 31 december 2020 (bedragen × € 1) Terrein Aanhangwagens Liquide middelen 23.000 45.000 271.050 Aandelenkapitaal Winstreserve Koopkrachtcorrectie eigen vermogen Banklening Winst 2020 339.050 50.000 114.350 13.148 105.000 56.552 339.050 © 2020 | Noordhoff Uitgevers bv Gedownload door: elisedentz | elise.dentz@outlook.com Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar. 67 Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen Vraagstuk 15.4 bv Epko Balans per 31 december jaar 1 (bedragen × € 1) Pand Voorraad P Liquide middelen 499.200 229.820 240.000 Aandelenkapitaal Koopkrachtcorrectie eigen vermogen 9%-Banklening Winst jaar 1 969.020 400.000 16.000 500.000 53.020 969.020 Toelichting: • • • • • 96 104 × = € 499.200 100 100 104 Voorraad P: 30 000 × € 1,10 × = 100 104 170 000 × € 1,15 × = 104 Pand: € 500.000 × Liquide middelen: Saldo 1 januari jaar 1 Verkopen Inkopen Interest Aflossing Bedrijfskosten € 34.320 € 195.500 –––––––– € 229.820 € 324.000 + € 266.000 = € 385.000 + € 195.500 = € 550.000 × 9% = 12 × € 10.000 = Saldo 31 december jaar 1 Koopkrachtcorrectie eigen vermogen: € 400.000 × 4% = € 16.000 9%-Banklening: € 550.000 – € 50.000 = € 500.000 € 450.000 € 590.000 € 580.500 € 49.500 € 50.000 € 120.000 –––––––– € 240.000 + – – – – Resultatenrekening over jaar 1 104 = 100 104 140 000 × € 1,90 × = 104 Opbrengst verkopen € 336.960 180 000 × € 1,80 × Kostprijs verkopen 320 000 × € 1,10 × Transactieresultaat Afschrijvingen € 500.000 × 4% × Interest € 49.500 × Brutowinst Koopkrachtresultaat monetaire positie: Stand monetaire positie per 1/1: Liquide middelen 9%-Banklening Mutaties monetaire positie 1/1-30/6: Inkoop 1 maart –––––––– € 602.960 104 = 100 104 = 100 104 = 104 104 6 × € 10.000 × = 100 104 6 × € 10.000 × = 104 Bedrijfskosten € 266.000 € 366.080 –––––––– € 236.880 € 20.800 € 49.500 € 62.400 € 60.000 ––––––– € 192.700 –––––––– € 44.180 € 450.000 € 550.000 – –––––––– € 100.000 – € 385.000 – © 2020 | Noordhoff Uitgevers bv Gedownload door: elisedentz | elise.dentz@outlook.com Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar. 68 Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen Verkoop 1 mei Bedrijfskosten Koopkrachtwinst € 221.000 × ( 104 – 1) = 100 € 324.000 + € 60.000 – –––––––– € 221.000 – Winst € 8.840 –––––––– € 53.020 Balans per 31 december jaar 2 (bedragen × € 1) Pand Voorraad P Liquide middelen 501.400 14.000 711.500 Aandelenkapitaal Agio Winstreserve Koopkrachtcorrectie eigen vermogen 9%-Banklening Winst jaar 2 1.226.900 500.000 40.000 53.020 38.549 450.000 145.331 1.226.900 Toelichting: • • • • • • • 92 109 × = € 501.400 100 100 109 Voorraad P: 10 000 × € 1,40 × = € 14.000 109 Liquide middelen: Saldo 31 december jaar 1 Verkopen € 440.000 + € 420.000 = Inkopen € 187.500 + € 126.000 = Interest € 500.000 × 9% = Aflossing Bedrijfskosten 12 × € 10.000 = Emissie € 100.000 × 140% = Pand: € 500.000 × Saldo 31 december jaar 2 Aandelenkapitaal: € 400.000 + € 100.000 = € 500.000 Agio: € 100.000 × 40% = € 40.000 Koopkrachtcorrectie eigen vermogen: Stand 31 december jaar 1 109 – 1) = Toevoeging € 469.020 × ( 104 Stand 31 december jaar 2 9%-Banklening: € 500.000 – € 50.000 = € 450.000 € 240.000 € 860.000 € 313.500 € 45.000 € 50.000 € 120.000 € 140.000 –––––––– € 711.500 + – – – – + € 16.000 € 22.549 –––––––– € 38.549 © 2020 | Noordhoff Uitgevers bv Gedownload door: elisedentz | elise.dentz@outlook.com Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar. 69 Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen Resultatenrekening over jaar 2 109 = 104 109 210 000 × € 2 × = 109 Opbrengst verkopen 220 000 × € 2 × 109 = 100 109 170 000 × € 1,15 × = 104 109 150 000 × € 1,25 × = 104 109 80 000 × € 1,40 × = 109 Kostprijs verkopen 30 000 × € 1,10 × Transactieresultaat Afschrijvingen € 500.000 × 4% × Interest € 45.000 × 109 = 100 109 = 109 109 6 × € 10.000 × = 104 109 6 × € 10.000 × = 109 Bedrijfskosten Brutowinst Koopkrachtresultaat monetaire positie: Stand monetaire positie per 1/1: Liquide middelen 9%-Banklening Mutaties monetaire positie 1/1-30/6: Inkoop 1 februari Verkoop 1 april Bedrijfskosten 109 – 1) = € 67.500 × ( 104 Koopkrachtwinst € 461.154 € 420.000 –––––––– € 881.154 € 35.970 € 204.899 € 196.514 € 112.000 –––––––– € 549.383 –––––––– € 331.771 € 21.800 € 45.000 € 62.885 € 60.000 –––––––– € 189.685 –––––––– € 142.086 € 240.000 € 500.000 – –––––––– € 260.000 – € 187.500 € 440.000 € 60.000 –––––––– € 67.500 – + – – Winst € 3.245 –––––––– € 145.331 Opmerking: De mutaties in de monetaire positie gedurende de tweede helft van de jaren 1 en 2 leiden niet tot koopkrachtresultaten, omdat gedurende die perioden geen wijzigingen zijn opgetreden in het algemeen prijspeil. © 2020 | Noordhoff Uitgevers bv Gedownload door: elisedentz | elise.dentz@outlook.com Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar. 70 Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen Deel 4 Concernvorming 71 © 2020 | Noordhoff Uitgevers bv Gedownload door: elisedentz | elise.dentz@outlook.com Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar. Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen 16 Kapitaalbelangen Vraagstuk 16.1 Steen nv a Aankoop per 1 januari 2020 Kapitaalbelang Aan Liquide middelen € 2.000.000 Mutaties over 2020 Liquide middelen Aan Resultaat uit kapitaalbelang € b Aankoop per 1 januari 2020 Kapitaalbelang Aan Liquide middelen 100.000 € € 100.000 500.000 Aankoop per 1 januari 2020 Kapitaalbelang Aan Liquide middelen € 2.000.000 Mutaties over 2020 Liquide middelen Kapitaalbelang Aan Resultaat uit kapitaalbelang € € d Aankoop per 1 januari 2020 Goodwill Kapitaalbelang* Aan Liquide middelen * Aandelenkapitaal Winstreserve Stille reserve pand € € 2.000.000 Mutaties over 2020 Liquide middelen Kapitaalbelang Aan Resultaat uit kapitaalbelang Aan Herwaarderingsreserve c € 2.000.000 100.000 500.000 € 500.000 € 1.500.000 100.000 € 2.000.000 € € 100.000 500.000 € 2.000.000 € 600.000 € 2.000.000 € 500.000 € 800.000 € 200.000 –––––––––– € 1.500.000 Mutaties over 2020 Het resultaat volgens de jaarrekening van Goed Hogere afschrijvingen pand: € 200.000 × 1/10 = € € 300.000 20.000 – Resultaat uit kapitaalbelang € 280.000 € 280.000 € 100.000 Kapitaalbelang Aan Resultaat uit kapitaalbelang € 280.000 Liquide middelen Aan Kapitaalbelang € 100.000 Afschrijving goodwill € Aan Goodwill 25.000 ( € 500.000 ) 20 € 25.000 72 © 2020 | Noordhoff Uitgevers bv Gedownload door: elisedentz | elise.dentz@outlook.com Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar. Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen e Aankoop per 1 januari 2020 Kapitaalbelang Aan Liquide middelen € 2.000.000 Mutaties over 2020 Kapitaalbelang Aan Resultaat uit kapitaalbelang € 280.000 Liquide middelen Aan Kapitaalbelang € 100.000 Resultaat uit kapitaalbelang Aan Kapitaalbelang € 25.000 € 2.000.000 € 280.000 € 100.000 € 25.000 Vraagstuk 16.2 Kapitaalbelangen a 1 2 Een kapitaalbelang wordt volgens de IASB als een associate aangemerkt als de deelnemer invloed van betekenis (‘significant influence’) heeft, waarbij invloed van betekenis wordt gedefinieerd als de macht om deel te nemen aan de financiële en operationele beleidsbeslissingen van het kapitaalbelang (IAS 28.3). Dit wordt vermoed bij een bezit van minimaal 20% van de stemrechten (IAS 28.5). b De IASB kwalificeert een kapitaalbelang als een subsidiary als de deelnemer de zeggenschap (‘control’) heeft, waarbij de zeggenschap wordt gedefinieerd als het zijn blootgesteld aan of het hebben van rechten op veranderlijke opbrengsten uit hoofde van zijn betrokkenheid bij het kapitaalbelang en het beschikken over de mogelijkheid die opbrengsten door zijn macht over het kapitaalbelang te beïnvloeden (IFRS 10 Bijlage A). c 1 2 3 d 1 2 3 A heeft voor 51% zeggenschap in B: er is sprake van een subsidiary (meer dan 50%). B heeft voor 18% zeggenschap in C: er is noch sprake van een vermoede associate (minder dan 20%), noch van een subsidiary (niet meer dan 50%). A heeft voor 48% zeggenschap in C (30% direct en 18% via subsidiary B): er is sprake van een vermoede associate (meer dan 20%, maar niet meer dan 50%). Onveranderd, in casu niet relevant voor de beoordeling. Ingekochte eigen aandelen moeten voor de berekening buiten beschouwing blijven, omdat daarmee geen stemrechten kunnen worden uitgeoefend. B heeft nu 100 = 22,5% zeggenschap in C: er is sprake van een vermoede associate. 18% × 80 100 De zeggenschap van A in C is 48% × = 60%: C is nu een subsidiary van A. 80 Vraagstuk 16.3 bv Z Z is geen dochtermaatschappij van E en van H: zowel E als H kunnen noch meer dan de helft van de stemrechten in de algemene vergadering (van de aandeelhouders) uitoefenen, noch meer dan de helft van de bestuurders benoemen. Z is wel een dochtermaatschappij van K: K heeft weliswaar niet de meerderheid van de stemrechten in de algemene vergadering (van de aandeelhouders), maar kan wel meer dan de helft van de bestuurders benoemen (5 van de 9). Vraagstuk 16.4 nv Pewi a Omdat B 20% eigen aandelen heeft ingekocht, kan slechts op 80% van het geplaatste 100 aandelenkapitaal van B stem worden uitgebracht. A bezit 45% × = 56,25% van de 80 stemrechten van B, dit is meer dan 50%: B is een dochtermaatschappij van A. 73 © 2020 | Noordhoff Uitgevers bv Gedownload door: elisedentz | elise.dentz@outlook.com Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar. Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen b B is een dochtermaatschappij van A en heeft 25% van het geplaatste aandelenkapitaal van A ingekocht, zodat slechts op 75% van het geplaatste aandelenkapitaal van A 100 stem kan worden uitgebracht. Pewi bezit 45% × = 60% van de stemrechten van A: 75 A is een dochtermaatschappij van Pewi. c B is volledig aansprakelijk vennoot in vof C: C is een dochtermaatschappij van B. Omdat B een dochtermaatschappij van A en A een dochtermaatschappij van Pewi is, is C eveneens een dochtermaatschappij van zowel A als van Pewi. d Via D/E/F: 60% × 60% × 10% = Via D/G/F: 60% × 20% × 90% = Via G/F: 30% × 90% = e 3,6% 10,8% 27,0% ––––– 41,4% Er is sprake van een wettelijk vermoeden van een deelneming indien de rechtspersoon al dan niet tezamen met één of meer dochtermaatschappijen ten minste 20% van het geplaatste kapitaal verschaft (artikel 24c.1). Pewi heeft alleen een middellijk belang via dochtermaatschappij E van 10% (Pewi heeft via dochtermaatschappij D 60% zeggenschap in E, zodat E een dochtermaatschappij is van Pewi.): er bestaat geen wettelijk vermoeden van een deelneming van Pewi in F. Vraagstuk 16.5 nv A a A bezit 40% van de stemrechten in de algemene vergadering (van de aandeelhouders) van B. In geval van een bezit van 20% of meer van de stemrechten vermoedt de wet invloed van betekenis op het zakelijke en financiële beleid (artikel 389.1). Deelnemingen waarin invloed van betekenis wordt uitgeoefend, dienen te worden gewaardeerd op nettovermogenswaarde (artikel 389.1): A waardeert het belang in B conform de wettelijke bepalingen. b Balans: • Goodwill Aankoopbedrag Nettovermogenswaarde 1-1-2020 • • € 2.000.000 × 40% = Boekwaarde 31-12-2020: € 200.000 × 80% = € 160.000 Deelneming Aankoop 1 januari 2020 Resultaat uit deelneming € 300.000 × 40% = Dividend € 160.000 × 40% = Wettelijke reserve deelneming € 120.000 – € 64.000 = € 56.000 € 1.000.000 € 800.000 –––––––––– € 200.000 € 800.000 € 120.000 + € 64.000 – ––––––––– € 856.000 Resultatenrekening: • Afschrijving goodwill: € 200.000 × 20% = € 40.000 • Resultaat uit deelneming: € 120.000 c Ja, op grond van artikel 389.9 mag worden afgeweken van verwerking volgens de vermogensmutatiemethode indien daar een gegronde reden voor is. De internationale verstrengeling van de groep is voor A een gegronde reden B te waarderen op historische kosten. Overigens moet de reden van de afwijkende waarderingsgrondslag in de toelichting worden vermeld. d Balans: • Deelneming: € 1.000.000 Resultatenrekening: • Resultaat uit deelneming: € 64.000 e Bezwaren zijn: 74 © 2020 | Noordhoff Uitgevers bv Gedownload door: elisedentz | elise.dentz@outlook.com Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar. Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen • • • Een stijging van de werkelijke waarde van het kapitaalbelang komt in de boekwaarde van het kapitaalbelang niet tot uiting, waardoor er na verloop van tijd een grote stille reserve in deze post kan schuilen. De op moment van overname betaalde goodwill blijft in principe permanent geactiveerd in de balanspost Kapitaalbelang. Alleen als de onderneming waaraan kapitaal wordt verschaft niet alle winsten uitkeert (zoals in dit vraagstuk in 2020 het geval is), zal de nettovermogenswaarde van het kapitaalbelang de aanschafprijs benaderen en uiteindelijk mogelijk overschrijden; in dat geval wordt de goodwill van de balans ‘verdreven’. Als de houder een zodanig groot aandelenpakket in zijn bezit heeft dat hij invloed op het dividendbeleid kan uitoefenen, bestaat het gevaar dat er aan winststuring gedaan wordt: in jaren dat de winst uit eigen bedrijfsactiviteiten van de houder tegenvalt, kan deze zich een extra groot dividend laten uitkeren, terwijl in goede jaren wordt afgezien van dividenduitkering. Schommelingen in het totale resultaat van de houder worden dan kunstmatig afgezwakt. Vraagstuk 16.6 nv Koop a Koopprijs Zichtbaar eigen vermogen per 1-1-2020: € 100.000 + € 100.000 + € 134.000 + € 40.000 = Hogere waarde machines Hogere voorziening incourante voorraden Nettovermogenswaarde per 1-1-2020 € 500.000 € 374.000 € 50.000 + € 5.000 – –––––––– Betaalde goodwill b Deelneming nv Goed Goodwill nv Goed Aan Liquide middelen c € 419.000 € 81.000 Stand Deelneming nv Goed per 1 januari 2020 Dividend 2019 Resultaat uit deelneming* € 419.000 –––––––– € 81.000 € 500.000 Stand Deelneming nv Goed per 31 december 2020 € 419.000 € 22.000 – € 43.000 + –––––––– € 440.000 * Winst Goed Aanpassingen: € 48.000 • € 10.000 • € 50.000 = 5 Vrijval voorziening incourante voorraden Hogere afschrijving machines Resultaat uit deelneming Goed d Stand Deelneming nv Goed op de balans van Koop per 31 december 2020 Aanpassing boekwaarde machines aan de fair value zoals vastgesteld per 1-1-2020 € 50.000 × 80% = Zichtbaar eigen vermogen Goed per 31-12-2020 € 100.000 + € 100.000 + € 152.000 + € 48.000 = e Goodwill nv Koop: 4 f Waardering op het zichtbaar eigen vermogen (RJ 214.310/311). – € 5.000 + –––––––– € 43.000 € 440.000 € 40.000 – –––––––– € 400.000 × € 81.000 = € 64.800 5 De post Wettelijke reserve deelneming nv Goed komt op de balans van Koop niet voor: middels het aandelenpakket heeft Koop de volledige zeggenschap in Goed en kan daarmee zonder beperking uitkering van de winst bewerkstelligen. g Stand Deelneming nv Goed per 1 januari 2020 Resultaat uit deelneming Dividend Stand Deelneming nv Goed per 31 december 2020 € 374.000 € 48.000 + € 22.000 – –––––––– € 400.000 75 © 2020 | Noordhoff Uitgevers bv Gedownload door: elisedentz | elise.dentz@outlook.com Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar. Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen Vraagstuk 16.9 bv Heavy Metal a Balans per 1 januari 2020, na verwerving kapitaalbelangen (bedragen × € 1.000) Immateriële vaste activa Goodwill 400 Materiële vaste activa 20.000 Financiële vaste activa: Deelneming A 1.600 Deelneming B 1.100 Deelneming D 4.200 ––––– 6.900 Vlottende activa: Voorraad 2.000 Effecten C 750 Liquide middelen 4.250 ––––– 7.000 –––––– 34.300 Eigen vermogen: Aandelenkapitaal Algemene reserve Winst 2020 Lang vreemd vermogen Overlopende passiva 5.000 18.000 100 –––––– 23.100 11.000 200 –––––– 34.300 Toelichting: • Onderneming A is een deelneming waarin waarschijnlijk invloed van betekenis wordt uitgeoefend. Gewaardeerd wordt op nettovermogenswaarde (artikel 389.1); de betaalde goodwill ad € 400.000 wordt geactiveerd (RJ 216.218). • Onderneming B is een deelneming waarin waarschijnlijk geen invloed van betekenis wordt uitgeoefend. Gewaardeerd wordt op de historische kostprijs ad € 1.100.000 (artikel 384.1). • Onderneming C is een belegging omdat het doel van de kapitaaldeelname gelegen is in het realiseren van koerswinst en niet in het duurzaam dienen van de eigen bedrijfsuitoefening. Deze wordt gerubriceerd onder de vlottende activa en gewaardeerd op beurswaarde, dit is de aankoopprijs ad € 750.000 (RJ 226.203). • Onderneming D is een deelneming waarin waarschijnlijk invloed van betekenis wordt uitgeoefend. Gewaardeerd wordt op nettovermogenswaarde (artikel 389.1); van de negatieve goodwill ad € 300.000 wordt € 100.000 direct ten gunste van het resultaat gebracht en € 200.000 als overlooppost gepassiveerd (RJ 216.235). • Liquide middelen: € 12.000.000 – € 7.750.000 (totaal aankoopprijs belangen) = € 4.250.000. b Balans 31 december 2020 (bedragen × € 1.000) Immateriële vaste activa: Goodwill 380 Materiële vaste activa 15.000 Financiële vaste activa: Deelneming A 1.880 Deelneming B 1.100 Deelneming D 4.320 ––––– 7.300 Vlottende activa: Voorraad 2.000 Effecten C 800 Liquide middelen 14.250 –––––– 17.050 –––––– 39.730 Eigen vermogen: Aandelenkapitaal Wettelijke reserves deelnemingen Algemene reserve Winst 2020 (saldopost) Lang vreemd vermogen Overlopende passiva 5.000 280 17.720 5.550 –––––– 28.550 11.000 180 –––––– 39.730 Toelichting: • • 19 = € 380.000 20 Hierbij is uitgegaan van de door de RJ vastgestelde maximale afschrijvingstermijn (RJ 216.221). Materiële vaste activa: € 20.000.000 × 75% = € 15.000.000 Goodwill: € 400.000 × 76 © 2020 | Noordhoff Uitgevers bv Gedownload door: elisedentz | elise.dentz@outlook.com Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar. Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen • Financiële vaste activa: – Deelneming A: Stand 1 januari 2020 Resultaat – • • € 1.600.000 € 280.000 + –––––––––– € 1.880.000 € 800.000 × 35% = Stand 31 december 2020 Deelneming D: Stand 1 januari 2020 Resultaat € 200.000 × 60% = € 4.200.000 € 120.000 + –––––––––– € 4.320.000 Stand 31 december 2020 Effecten C: 0,1% van € 800.000.000 = € 800.000 Liquide middelen: Saldo 1 januari 2020 Ontvangsten Uitgaven € 4.250.000 € 70.000.000 + € 60.000.000 – ––––––––––– € 14.250.000 Saldo 31 december 2020 • • • Wettelijke reserve deelnemingen: Uitkering van de ingehouden winst van deelneming A is door Heavy Metal niet te bewerkstelligen omdat het een minderheidsdeelneming betreft: ter grootte van de winst ad € 280.000 wordt ten laste van de algemene reserve een wettelijke reserve gevormd. Deelneming D betreft een meerderheidsdeelneming: vorming van een wettelijke reserve voor de ingehouden winsten is niet aan de orde, ervan uitgaande dat winstuitkering zonder beperking kan worden bewerkstelligd. Algemene reserve: € 18.000.000 – € 280.000 = € 17.720.000 Overlopende passiva: € 200.000 × 9/10 = € 180.000 Resultatenrekening over 2020 Omzet Lonen, interest en materieel Afschrijvingen Winst uit eigen activiteiten Resultaat uit A Afschrijving goodwill A Resultaat uit C Resultaat uit D (Vrijval) negatieve goodwill D c € 20.000.000 × 25% = € 800.000 × 35% = 1 = € 400.000 × 20 € 800.000 – € 750.000 = € 200.000 × 60% = 1 × € 200.000 = € 100.000 + 10 € 70.000.000 € 60.000.000 – € 5.000.000 – ––––––––––– € 5.000.000 € 280.000 + € 20.000 – € € 50.000 + 120.000 + € 120.000 + ––––––––––– € 5.550.000 Balans begin januari 2021 (bedragen × € 1.000) Immateriële vaste activa: Goodwill 380 Materiële vaste activa 15.000 Financiële vaste activa: Deelneming A 1.796 Deelneming B 1.100 Deelneming D 4.290 ––––– 7.186 Vlottende activa: Voorraad 2.000 Effecten C 780 Liquide middelen 12.428 –––––– 15.208 –––––– 37.774 Eigen vermogen: Aandelenkapitaal Wettelijke reserves deelnemingen Algemene reserve Winst 2021 Lang vreemd vermogen Overlopende passiva 5.000 196 21.354 44 –––––– 26.594 11.000 180 –––––– 37.774 77 © 2020 | Noordhoff Uitgevers bv Gedownload door: elisedentz | elise.dentz@outlook.com Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar. Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen Toelichting: • Financiële vaste activa: – Deelneming A: Stand 31 december 2020 Dividend – • • Stand begin januari 2021 Deelneming D: Stand 31 december 2020 Dividend € 240.000 × 35% = € 1.880.000 € 84.000 – –––––––––– € 1.796.000 € 50.000 × 60% = € 4.320.000 € 30.000 – –––––––––– € 4.290.000 Stand begin januari 2021 Effecten C: € 800.000 – 0,1% × € 20.000.000 = € 780.000 Liquide middelen: Saldo 31 december 2020 Ontvangen dividend: – A: – B: (8% × € 550.000) – C: – D: Betaald dividend • Saldo begin januari 2021 Wettelijke reserve deelnemingen: € 280.000 – € 84.000 = € 196.000 Algemene reserve: Stand 31 december 2020 Vrijval wettelijke reserve Gereserveerde winst 2020 • Winst 2021: dit betreft het dividend van B. • € 14.250.000 € 84.000 + € 44.000 + € 20.000 + € 30.000 + € 2.000.000 – ––––––––––– € 12.428.000 € 17.720.000 € 84.000 + € 3.550.000 + ––––––––––– € 21.354.000 d Balans begin januari 2021, na verkoop kapitaalbelangen (bedragen × € 1.000) Materiële vaste activa 15.000 Vlottende activa: Voorraad 2.000 Liquide middelen 20.558 –––––– 22.558 –––––– 37.558 Eigen vermogen: Aandelenkapitaal Algemene reserve Winst 2021 5.000 21.550 8 –––––– 26.558 11.000 –––––– 37.558 Lang vreemd vermogen Toelichting: • Liquide middelen: Saldo begin 2021 Ontvangsten uit verkoop kapitaalbelangen • Algemene reserve: Stand begin 2021 Vrijval wettelijke reserve ingehouden winsten deelnemingen • Winst 2021: Dividend B Winst bij verkoop van: – A € 2.200.000 – € 1.796.000 – € 380.000 = – B € 1.150.000 – € 1.100.000 = – C € 780.000 – € 780.000 = – D € 4.000.000 – € 4.290.000 + € 180.000 = € 12.428.000 € 8.130.000 + ––––––––––– € 20.558.000 € 21.354.000 € 196.000 + ––––––––––– € 21.550.000 € 44.000 € 24.000 € 50.000 € 0 € 110.000 – –––––––– € 8.000 78 © 2020 | Noordhoff Uitgevers bv Gedownload door: elisedentz | elise.dentz@outlook.com Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar. Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen 17 Consolidatie Vraagstuk 17.1 AC-concern De IASB schrijft voor dat moedermaatschappijen een geconsolideerde jaarrekening opnemen (IFRS 10.4), waarbij al hun subsidiaries (kapitaalbelangen waarover zij de zeggenschap ('control') heeft) in de consolidatie worden betrokken (IFRS 10.5 en volgende). Beslissende zeggenschap vloeit normaliter voort uit het houden van meer dan de helft van de gewone aandelen, maar kan ook worden uitgeoefend door het houden van prioriteitsaandelen, waardoor de meerderheid van de directieleden benoemd c.q. ontslagen kan worden. Dit betekent dat A moet consolideren en in de consolidatie zichzelf, B, C, B1, B2 en C1 moet betrekken. Daarnaast hebben in beginsel de subholdings B en C eveneens consolidatieplicht en moeten in hun geconsolideerde jaarrekening – naast zichzelf – B1 en B2 respectievelijk C1 consolideren. Subholdings (B en C) hebben echter een vrijstelling van de consolidatieplicht, indien wordt voldaan aan de volgende twee voorwaarden (IFRS 10.4): 1 De betreffende subholding mag niet aan een effectenbeurs genoteerd zijn. 2 De geconsolideerde jaarrekening van het grotere geheel waarin de subgroep is opgenomen (in dit vraagstuk de geconsolideerde jaarrekening van A) moet zijn opgesteld overeenkomstig de standards van de IASB. Vraagstuk 17.2 UniSchelp a De consolidatieplicht rust op: • rechtspersonen die, alleen of samen met andere groepsmaatschappijen, aan het hoofd van hun groep staan (artikel 406.1). • rechtspersonen die niet aan het hoofd van een groep staan, maar die in die groep één of meer dochtermaatschappijen hebben of andere rechtspersonen waarop hij een overheersende zeggenschap kan uitoefenen of waarover hij de centrale leiding heeft (artikel 406.2). H staat aan het hoofd van de UniSchelp-groep en is op grond van artikel 406.1 consolidatieplichtig. Aan het hoofd van een groepsdeel staan volgens artikel 406.2, en dus consolidatieplichtig zijn: SH1 en SH3. Zij hebben alle één of meer dochtermaatschappijen in hun groepsdeel. b In de consolidatie moeten in beginsel worden betrokken (artikel 406): de rechtspersoon zelf, de dochtermaatschappijen die tot de groep c.q. het groepsdeel behoren, andere groepsmaatschappijen en andere rechtspersonen waarop hij een overheersende zeggenschap kan uitoefenen of waarover hij de centrale leiding heeft: • H moet zichzelf en alle rechtspersonen en vennootschappen die onder hem liggen met uitzondering van BUI consolideren. • SH1: SH1, W1, W2 en W3 • SH3: SH3, W4, W5 en W6 79 © 2020 | Noordhoff Uitgevers bv Gedownload door: elisedentz | elise.dentz@outlook.com Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar. Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen c De volgende vrijstellingen van consolidatie kunnen worden toegepast, zij het onder voorwaarden: • SH1, SH3: deze sub- of tussenholdings kunnen gebruikmaken van een vrijstelling van consolidatie van hun groepsdeel, indien voldaan is aan de voorwaarden neergelegd in artikel 408. • SH2: H is niet verplicht om de financiële gegevens van SH2 in de consolidatie te betrekken vanwege de bedoeling om het belang in SH2 in het kader van een reorganisatie over te dragen aan derden (artikel 407.1c). • W1: H en SH1 zijn niet verplicht om de financiële gegevens van W1 in de consolidatie te betrekken omdat de nodige gegevens slechts met grote vertraging te verkrijgen zijn (artikel 407.1b). d Ja, indien wordt voldaan aan de in artikel 408 gestelde voorwaarden kan consolidatie achterwege blijven. Het feit dat de moedermaatschappij in Canada is gevestigd, is niet bepalend. Relevant is in dit kader de voorwaarde (artikel 408.1c) dat de geconsolideerde jaarrekening en het bestuursverslag van de Canadese moedermaatschappij zijn opgesteld overeenkomstig de voorschriften van de EG/EUrichtlijnen inzake het vennootschapsrecht of, indien deze voorschriften (zoals in dit geval) niet behoeven te worden gevolgd, op gelijkwaardige wijze. Vraagstuk 17.3 Tegel bv a 1 2 3 4 5 Het belang in A betreft een belegging (er wordt niet voldaan aan de criteria voor een deelneming) met een duurzaam karakter; de aandelen worden derhalve gerubriceerd onder de financiële vaste activa ‘overige effecten’ (artikel 367e): als waarderingsgrondslag komen in aanmerking de verkrijgingsprijs en de actuele waarde (artikel 384.1). Bij het belang in B is sprake van een belegging die niet duurzaam is bedoeld; deze wordt gerubriceerd onder de vlottende activa ‘effecten’ (artikel 364.3): gewaardeerd dient eveneens te worden tegen verkrijgingsprijs of actuele waarde (artikel 384.1). C is een deelneming (er wordt voldaan aan de vereisten: voor eigen rekening, duurzaam bedoeld en ten dienste van de eigen werkzaamheid); omdat Tegel 60% van de stemrechten heeft, mag tevens worden aangenomen dat C is aan te merken als een groepsmaatschappij (Tegel heeft immers beslissende zeggenschap in C): rubricering dient plaats te vinden onder de financiële vaste activa ‘aandelen, certificaten van aandelen en andere vormen van deelneming in groepsmaatschappijen’ (artikel 367a). Omdat Tegel waarschijnlijk invloed van betekenis op het zakelijke en financiële beleid van C uitoefent (wettelijk vermoeden bij 20% of meer van de stemrechten), dient gewaardeerd te worden op nettovermogenswaarde (artikel 389.1). Wettelijk is het belang in D te kwalificeren als een deelneming (artikel 24c.2). Gezien de relatieve omvang van het belang heeft Tegel geen beslissende zeggenschap in D en is D daarom niet aan te merken als groepsmaatschappij: rubricering dient plaats te vinden onder de financiële vaste activa ‘andere deelnemingen’ (artikel 367b). Omdat Tegel waarschijnlijk geen invloed van betekenis op het zakelijke en financiële beleid van D uitoefent dient gewaardeerd te worden op verkrijgingsprijs of op actuele waarde (artikel 384.1). Omdat het belang in E niet voldoet aan de criteria van een deelneming, is er sprake van een belegging. De rubricering en waardering zijn gelijk aan die van de aandelen van nv B, genoemd bij punt 2. b In de consolidatie moeten op grond van de artikelen 406.1 en 406.2 – naast Tegel zelf – in beginsel de onder de vennootschap vallende groepsmaatschappijen worden betrokken. Tegel kan – door een meerderheid van de stemrechten – beslissende zeggenschap uitoefenen in bv C en nv E, dit zijn derhalve groepsmaatschappijen. Op grond van artikel 407.1c geldt de verplichting tot consolidatie van E echter niet omdat deze slechts wordt gehouden om het te vervreemden. Dit betekent dat alleen C in de consolidatie moet worden betrokken, dat wil zeggen dat de activa en passiva van C afzonderlijk in de geconsolideerde balans van Tegel worden opgenomen, en dat A, B, D en E op dezelfde wijze in de geconsolideerde balans worden opgenomen als in de enkelvoudige balans van Tegel. 80 © 2020 | Noordhoff Uitgevers bv Gedownload door: elisedentz | elise.dentz@outlook.com Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar. Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen Vraagstuk 17.5 Veló-groep Opmerking vooraf: In de enkelvoudige jaarrekening van Frame is de intercompany-winst conform RJ 260 (zie paragraaf 16.2 van het theorieboek) geëlimineerd. a Eliminatieposten in de vorm van journaalposten: Aandelenkapitaal Winstreserve Winst 2020 Aan Kapitaalbelang Bidon € 200.000 € 5.700.000 € 133.600 Winst 2020 € 25 × € 2.232.000) ( 125 Aan Voorraden € 6.033.600 446.400 € Langlopende schulden Aan 7%-lening Bidon € 5.000.000 446.400 € 5.000.000 Geconsolideerde balans Vélo-groep per 31 december 2020 (bedragen × € 1.000) Materiële vaste activa Voorraden Liquide middelen 27.699 3.129,6 1.406 ––––––– 32.234,6 Aandelenkapitaal Winstreserve Langlopende schulden Kortlopende schulden Winst 2020 b Eliminatieposten in de vorm van journaalposten: Winst kapitaalbelang Bidon Aan Winst Omzet 100 × € 2.232.000) Aan Kostprijs van de omzet ( 125 Aan Winst € 133.600 1.000 18.782 8.000 2.890 1.562,6 ––––––– 32.234,6 € 133.600 € 2.232.000 € 1.785.600 € Omzet Aan Kostprijs van de omzet € 25.401.000 Financiële baten Aan Financiële lasten € 350.000 446.400 € 25.401.000 € 350.000 Geconsolideerde resultatenrekening Bidon over 2020 (bedragen × € 1.000) Omzet Kostprijs van de omzet Verkoopkosten Algemene beheerskosten 10.809 20.096 –––––– Financiële lasten Winst 99.751 66.643,4 –––––––– 33.107,6 30.905 –––––––– 2.202,6 640 –––––––– 1.562,6 81 © 2020 | Noordhoff Uitgevers bv Gedownload door: elisedentz | elise.dentz@outlook.com Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar. Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen Vraagstuk 17.6 bv Noord Geconsolideerde balans Noord-Zuid Groep per 31 december 2020 (bedragen × € 1) Goodwill Vrachtauto Voorraden Liquide middelen 17.100 40.000 310.000 270.000 Eigen vermogen 1/1 Belang derden Winst 2020 (saldopost) 637.100 490.000 73.600 73.500 637.100 Toelichting: • Goodwill: 19/20 × (€ 150.000 – € 132.000 (60% x € 220.000)) = € 17.100 • Vrachtauto: 4/5 × € 50.000 = € 40.000 • Voorraden: Noord: Ingekocht van Zuid: 100/125 × € 200.000 = € 160.000 Ingekocht bij derden € 100.000 ––––––––– € 260.000 Zuid € 50.000 ––––––––– € 310.000 • Liquide middelen: Noord: Saldo 31 december 2019 € 210.000 Aankoop aandelen Zuid € 150.000 – Dividend Zuid € 6.000 + Verkoopopbrengst vrachtauto € 70.000 + Omzet € 9.000.000 + Inkopen bij Zuid € 1.000.000 – Inkopen bij derden € 6.500.000 – Bedrijfskosten € 1.500.000 – –––––––––– € 136.000 Zuid: • • Saldo 31 december 2019 Winstuitkering Aankoop vrachtauto Omzet Inkopen Bedrijfskosten € 100.000 € 10.000 € 70.000 € 4.000.000 € 3.000.000 € 886.000 –––––––––– – – + – – € 134.000 ––––––––––– Saldo 31 december 2020 € 270.000 Eigen vermogen 1/1: Gelijk aan het eigen vermogen van Noord per 31 december 2019 Belang derden: 40% × (€ 40.000 + € 50.000 + € 134.000) = € 89.600 Ongerealiseerde intercompany-winst eindvoorraad: 40% × € 40.000 (25/125 × € 200.000) = € 16.000 – ––––––––– € 73.600 Vraagstuk 17.7 nv M a Verkrijgingsprijs Nettovermogenswaarde eind 2019: • Aandelenkapitaal • Winstreserve • Winst 2019 € 250.000 € 200.000 € 50.000 –––––––– € 500.000 × 80% = Betaalde goodwill b Stand per 1 januari 2020 € 475.000 € 400.000 € 75.000 € 400.000 82 © 2020 | Noordhoff Uitgevers bv Gedownload door: elisedentz | elise.dentz@outlook.com Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar. Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen 25 × € 150.000) = 125 80% × € 10.000 = Resultaat uit kapitaalbelang N 80% × (€ 100.000 – € 56.000 + Herwaardering activa € 8.000 + € 464.000 Stand per 31 december 2020 c Balans: • Goodwill • Kapitaalbelang N • Herwaarderingsreserve • Winst ↓ € 15.000 (€ 75.000 × 20%) ↑ € 58.000 ↑ € 8.000 ↑ € 41.000 (€ 56.000 – € 15.000) Resultatenrekening: • Resultaat uit kapitaalbelang • Afschrijving goodwill € 56.000 winst € 15.000 d 1 Aandelenkapitaal Herwaarderingsreserve Winstreserve Winst boekjaar Aan Kapitaalbelang N Aan Belang derden Winst boekjaar Aan Voorraden 2 € 250.000 € 10.000 € 250.000 € 70.000 (€ 100.000 – € 30.000) € 458.000 € 122.000 (20%) ( 25 × € 150.000) € 125 Resultaat kapitaalbelang N Winstaandeel derden Aan Nettowinst Omzet Aan Kostprijs van de omzet Aan Nettowinst Omzet Aan Kostprijs van de omzet e 1 2 € € 100 ) ( 125 25 ( ) 125 30.000 50.000 20.000 € 30.000 € 70.000 € 120.000 € 30.000 € 150.000 € 1.850.000 € 1.850.000 Nee, proportionele consolidatie is slechts toegestaan voor maatschappijen waarin krachtens een regeling tot samenwerking met andere aandeelhouders samen overheersende zeggenschap kan worden uitgeoefend (artikel 409). De posten Belang derden (balans) en Winstaandeel derden (resultatenrekening). 83 © 2020 | Noordhoff Uitgevers bv Gedownload door: elisedentz | elise.dentz@outlook.com Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar. Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen Vraagstuk 17.10 a bv Publica Er is sprake van: voor eigen rekening, duurzaam bedoeld en ten dienste van de eigen activiteiten → deelneming. Het wettelijk vermoeden van invloed van betekenis op het zakelijke en financiële beleid ontbreekt → verkrijgingsprijs is (naast actuele waarde) toegestane waarderingsgrondslag. b Verkrijgingsprijs Zichtbaar eigen vermogen Hogere waarde gebouwen € 510.000 – € 252.000 Lagere waarde deelneming Shoot Nettovermogenswaarde 60% × € 568.000 = € 340.000 € 258.000 + € 30.000 – –––––––– € 568.000 Goodwill c € 750.000 € 340.800 –––––––– € 409.200 Nettovermogenswaarde van Shoot is niet vast te stellen → zichtbaar eigen vermogen → waardering per 31-12-2019 wordt 22% van € 205.000 = € 45.100. d Resultaat deelnemingen bestaat per 31 december 2019 uitsluitend uit het rechtstreeks aan bv Publica uitgekeerde dividend van de 12%-deelneming in bv Shoot → 12% van € 60.000 = € 7.200. e f Goodwill TopM Goodwill Shoot: – Verkrijgingsprijs € 120.000 + € 100.000 = – Zichtbaar eigen vermogen 1 2 € 409.200 € 220.000 € 45.100 –––––––– Per 31 december 2019 is TopM integraal geconsolideerd, dus komt de post Aandeel derden in de geconsolideerde balans voor (met een bedrag van 40% van € 568.000 = € 227.200). Per 31 december 2019 zijn nog geen resultaten van TopM in de consolidatie betrokken, derhalve ontbreekt de post Aandeel derden. g Winst TopM – – – – € 174.900 –––––––– € 584.100 € 510.000  € 210.000 € 42.000  Hogere afschrijv. pand − +  15 15 6 ï£ ï£¸ Geen dividend Shoot 10% van € 75.000 Wel aand. res. Shoot 10% van € 95.000 1 van (€ 100.000 – 10% van € 205.000) Afschr. Goodwill Shoot 10 € 220.000 Aangepaste winst TopM € 13.000 – € € 7.500 – 9.500 + € 7.950 – –––––––– € 201.050 Resultaat uit deelneming TopM is € 201.050 × 60% = € 120.630. h Deelneming TopM Aan Resultaat uit deelneming TopM Liquide middelen Aan Deelneming TopM (60% van € 160.000) € 120.630 € 96.000 i 40% van € 201.050 = € 80.420 j Het verloopoverzicht betreft uitsluitend deelneming bv Shoot: 31/12/2019 Zichtbaar eigen vermogen Aandeel resultaat 22% van € 95.000 Dividend 22% van € 75.000 31/12/2020 Zichtbaar eigen vermogen € 120.630 € 96.000 € 45.100 € 20.900 + € 16.500 – –––––––– € 49.500 84 © 2020 | Noordhoff Uitgevers bv Gedownload door: elisedentz | elise.dentz@outlook.com Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar. Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen k l 1 van € 584.100 = € 58.410 10 Door het overstappen van verkrijgingsprijs naar zichtbaar eigen vermogen en wegens ontbreken voldoende zeggenschap: wettelijke reserve deelnemingen (Shoot). Vraagstuk 17.11 a Koninklijke FrieslandCampina nv Er zijn drie conclusies te trekken: 1 De enkelvoudige jaarrekening is opgesteld in overeenstemming met de Nederlandse wet- en regelgeving, terwijl de geconsolideerde jaarrekening is opgesteld met toepassing van IFRS, voor zover aanvaard binnen de Europese Unie. Als gevolg van afwijkende grondslagen van waardering en resultaatbepaling tussen de Nederlandse wet- en regelgeving enerzijds en IFRS anderzijds zou een verschil tussen beide eigen vermogens ontstaan. FrieslandCampina past echter artikel 2:362 lid 8 BW toe, dat toestaat om in de enkelvoudige jaarrekening eveneens dezelfde grondslagen toe te passen als in de geconsolideerde jaarrekening. Als gevolg hiervan komen het geconsolideerde en het enkelvoudige eigen vermogen toch overeen. 2 Deelnemingen in groepsmaatschappijen (FrieslandCampina noemt dit dochterondernemingen) worden in de enkelvoudige balans gewaardeerd tegen nettovermogenswaarde. 3 Eventuele intercompanyresultaten in onderlinge transacties en balansposities zijn zowel in de geconsolideerde als in de enkelvoudige balans geëlimineerd. b Alle dochterondernemingen van FrieslandCampina zijn in de consolidatie betrokken. De post Deelnemingen in dochterondernemingen in de enkelvoudige balans wordt in de geconsolideerde balans vervangen door de afzonderlijke activa en passiva van die dochterondernemingen (subsidiaries). c Joint ventures en geassocieerde deelnemingen komen alleen voor in de balansen van geconsolideerde dochterondernemingen (volgens IFRS min of meer overeenkomend met subsidiaries). d In de geconsolideerde balansen per 31 december 2017 en 2018 en in de geconsolideerde winst- en verliesrekeningen over 2017 en 2018 komt de post Minderheidsbelangen onder het eigen vermogen voor respectievelijk de regel Winst toe te rekenen aan minderheidsbelangen. Dit geeft het deel van het getoonde groepsvermogen respectievelijk groepsresultaat weer dat toekomt aan derdenaandeelhouders. De activa, passiva, baten en lasten van de geconsolideerde niet100% dochterondernemingen worden volledig in de consolidatie betrokken; deze werkwijze staat bekend als de integrale methode. e FrieslandCampina waardeert joint ventures en geassocieerde deelnemingen op basis van de equity-methode. Deze methode is een vorm van de vermogensmutatiemethode, waarbij de balanswaarde volgens de gehanteerde grondslagen overeenkomt met de verkrijgingsprijs, aangepast voor de wijziging van het aandeel van FrieslandCampina in de netto-activa van het kapitaalbelang na overname. Bij toepassing van de equity-methode blijft betaalde goodwill begrepen in de boekwaarde van het kapitaalbelang. Mogelijke af-mutaties zijn: • ontvangen dividenden van kapitaalbelangen; • aandeel in verliezen van kapitaalbelangen; • aandeel in onttrekkingen aan het eigen vermogen, anders dan verliezen of dividenden; • aandeel in bijzondere waardeverminderingen van de in de boekwaarde van de in de kapitaalbelangen begrepen betaalde goodwill. f FrieslandCampina heeft geen beleidsbepalende invloed c.q. kan geen overheersende zeggenschap uitoefenen waardoor deze deelneming niet als dochteronderneming mag worden aangemerkt. Het relatieve grote belang van 82,33% doet daar kennelijk niet aan af. Integrale consolidatie blijft dan achterwege. Een mogelijke verklaring van het ontbreken van beleidsbepalende invloed ligt in de rechtsvorm van de deelneming, namelijk die van commanditaire vennootschap. Indien 85 © 2020 | Noordhoff Uitgevers bv Gedownload door: elisedentz | elise.dentz@outlook.com Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar. Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen FrieslandCampina geen beherend vennoot is, maar commanditair vennoot, vervult zij alleen de rol van vermogensverschaffer. Beleidsbepalende invloed wordt in die vorm uitgeoefend door de beherende vennoot (of vennoten). g Ondanks het 50%-belang in DMV-Fonterra Excipients GmbH & Co. KG heeft FrieslandCampina beleidsbepalende invloed c.q. kan overheersende zeggenschap uitoefenen, waardoor deze deelneming als dochteronderneming moet worden aangemerkt. De financiële gegevens van dit belang worden via de methode van integrale consolidatie in de geconsolideerde jaarrekening opgenomen. h Goodwill 23 Immateriële activa (niet zijnde goodwill) 12 Grond, gebouwen en installaties 6 Voorraden 12 Handelsvorderingen 13 Liquide middelen 2 Aan Latente belastingverplichtingen Aan Overige verplichtingen Aan Liquide middelen (betaalde vergoeding) Aan Lang-/kortlopende verplichtingen (voorwaardelijke verplichting) Acquisitiekosten Aan Liquide middelen 1 2 21 39 6 1 i Volgens de Nederlandse verslaggevingsvoorschriften worden de acquisitiegerelateerde kosten ad 1 aangemerkt als onderdeel van de verkrijgingsprijs. In de journaalpost onder h vervallen de acquisitiekosten als last in de winst-enverliesrekening en neemt de geactiveerde goodwill met 1 toe. j Goodwill 23 Deelnemingen in dochterondernemingen 22 Aan Liquide middelen (betaalde vergoeding) Aan Lang-/kortlopende verplichtingen (voorwaardelijke verplichting) k 39 6 Leningen aan dochterondernemingen dienen voor de financiering van deze ondernemingen. Deze leningen maken deel uit van de investering in dochterondernemingen en hebben doorgaans een duurzaam karakter. Het kortlopende deel van deze leningen is direct opeisbaar waarna herclassificatie naar Overige vorderingen plaatsvindt. 86 © 2020 | Noordhoff Uitgevers bv Gedownload door: elisedentz | elise.dentz@outlook.com Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar. Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen Deel 5 Overige onderwerpen 87 © 2020 | Noordhoff Uitgevers bv Gedownload door: elisedentz | elise.dentz@outlook.com Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar. Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen 18 Vreemde valuta Vraagstuk 18.1 Specula bv Balans per 31 december 2020 (bedragen × € 1) Pand Voorraad B Debiteuren Liquide middelen 390.000 55.000 220.000 243.600 Aandelenkapitaal Agio Lening Winst 2020 200.000 200.000 304.000 204.600 908.600 908.600 Toelichting: • • • • • 39 = € 390.000 40 Voorraad B: 500 × € 110 = € 55.000 Debiteuren: 1 000 × 220 × € 1 = € 220.000 Liquide middelen: Emissie Opname lening 200 000 × € 2 = Aanschaf pand Inkoop 20/1 2 000 producten B à € 100 = Ontvangst verkoop 1 500 × 200 × € 0,90 = Inkoop 9/8 1 000 producten B à € 110 = Bedrijfskosten 1 Aflossing 200 000 × × € 1,90 = 5 Interest 200 000 × 8% × € 1,90 = Pand: € 400.000 × Saldo 31 december 2020 4 Lening: 200 000 × × € 1,90 = € 304.000 5 € 400.000 + € 400.000 + € 400.000 – € 200.000 – € 270.000 + € 110.000 – € 10.000 – € 76.000 – € 30.400 – –––––––– € 243.600 Resultatenrekening over 2020 Opbrengst verkopen 5 april Opbrengst verkopen 8 november 1 500 × 200 × € 1 = 1 000 × 220 × € 0,80 = Kostprijs verkopen 2 000 × € 100 + 500 × € 110 = € 300.000 € 176.000 –––––––– € 476.000 € 255.000 –––––––– € 221.000 Transactieresultaat Afschrijvingen Interest: Bedrijfskosten 1 = € 10.000 40 1/1 – 30/6: 200 000 × 8% × 1/2 × € 2 = € 16.000 1/7 – 31/12: 200 000 × 8% × 1/2 × € 1,90 = € 15.200 € 10.000 ––––––– Koersresultaten: • op de transacties: 5/4-5/6: 8/11-8/2: • op de lening: • op de interest: € 400.000 × 1 500 × 200 × (€ 0,90 – € 1) = 1 000 × 220 × (€ 1 – € 0,80) = 200 000 × (€ 2 – € 1,90) = 200 000 × 8% × 1/2 × (€ 2 – € 1,90) = € 30.000 € 44.000 € 20.000 € 800 ––––––– € 51.200 –––––––– € 169.800 – + + + € 34.800 –––––––– € 204.600 88 © 2020 | Noordhoff Uitgevers bv Gedownload door: elisedentz | elise.dentz@outlook.com Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar. Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen Vraagstuk 18.3 nv X a Balans per 31 december 2020: • Vordering: $ 1 mln × € 0,68 = € 680.000 • Effecten (optie): € 150.000 Resultatenrekening over 2020: • Opbrengsten: Winst optie: € 150.000 – € 70.000 = € 80.000 • Kosten: Verlies vordering: $ 1 mln × (€ 0,80 – € 0,68) = € 120.000 b Balans per 31 december 2020: • Vordering: $ 1 mln × € 0,86 = € 860.000 • Effecten (optie): € 20.000 Resultatenrekening over 2020: • Opbrengsten: Winst vordering: $ 1 mln × (€ 0,86 – € 0,80) = € 60.000 • Kosten: Verlies optie: € 70.000 – € 20.000 = € 50.000 c Er is sprake van een fair value hedge, omdat er – door het gelijktijdig bestaan van een primair (de vordering in dollars) en een secundair (de valutaoptie) financieel instrument – een automatische compensatie van winsten en verliezen plaatsvindt. Bij een cashflow hedge wordt er een afdekkingsinstrument aangekocht voordat het primaire financiële instrument bestaat. Vraagstuk 18.4 bv Nedopia a Bij gebeurtenis 1 is er sprake van een fair value hedge, omdat er – door het gelijktijdig bestaan van een primair (de vordering in topi) en een secundair (het valutatermijncontract) financieel instrument – een automatische compensatie van winsten en verliezen plaatsvindt. Bij gebeurtenis 2 is sprake van een cashflow hedge, omdat er een afdekkingsinstrument wordt aangekocht voordat het primaire financiële instrument bestaat. b Transactie 1 1 november 2020 Debiteuren (5.000.000 × € 0,05) Aan opbrengst verkopen Kostprijs verkopen Aan Voorraden € 250.000 € 200.000 1 december 2020 Financiële lasten Aan Debiteuren (5.000.000 × € 0,01) € 50.000 (5 × € 14.000) € 70.000 (5.000.000 × € 0,008) € 40.000 Effecten Aan Financiële baten ((5 × (€ 16.000 – € 14.000)) € 10.000 Liquide middelen Aan Debiteuren (5.000.000 × € 0,032) € 160.000 Liquide middelen Aan Effecten (5 × € 16.000) € 80.000 Effecten Aan Financiële baten 31 december 2020 Financiële lasten Aan Debiteuren € 250.000 € 200.000 € 50.000 € 70.000 € 40.000 € 10.000 € 160.000 € 80.000 Transactie 2 1 november 2020 Geen journaalpost (er heeft nog geen levering plaatsgevonden) 89 © 2020 | Noordhoff Uitgevers bv Gedownload door: elisedentz | elise.dentz@outlook.com Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar. Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen 1 december 2020 Effecten (10 × € 14.000) Aan Herwaarderingsreserve € 140.000 31 december 2020 Effecten ((10 × (€ 16.000 – € 14.000)) Aan Herwaarderingsreserve € 20.000 Liquide middelen Aan Effecten (10 × € 16.000) € 140.000 € 20.000 € 160.000 Liquide middelen (10.000.000 × € 0,032) Herwaarderingsreserve Aan Opbrengst verkopen € 320.000 € 160.000 Kostprijs verkopen Aan Voorraden € 420.000 € 160.000 € 480.000 € 420.000 Vraagstuk 18.5 Wijo bv a Deelnemingen Aan Liquide middelen € 52.000.000 (1,3 mld × 0,04) € 52.000.000 b Voor deze situatie schrijven de RJ en de IASB een set van omrekeningsvoorschriften voor, waarvan het geheel in de literatuur veelal wordt aangeduid als het 'temporal principle' (IAS 21.23, 21.8 en 21.30 / RJ 122.203, 122.207 en 122.209): Balans per 31 december 2020 (bedragen × € 1 mln) Pand 780 × 0,04 = 31,2 Machines 360 × 0,04 = 14,4 Voorraad* 23,295 Liquide middelen 350 × 0,05 = 17,5 ––––– 86,395 * Aandelenkapitaal 500 × 0,04 = 20 Agio 800 × 0,04 = 32 Vreemd vermogen 560 × 0,05 = 28 Winst 2020 6,395 ––––– 86,395 Inkopen in 2020: 900 + 480 – 400 = 980, dit is per kwartaal 980/4 = 245 Eindvoorraad: 235 uit 3e kwartaal × 0,047 = 11,045 245 uit 4e kwartaal × 0,05 = 12,250 23,295 Resultatenrekening over 2020 (bedragen × € 1 mln) Omzet 300 × 0,04 = 300 × 0,043 = 300 × 0,047 = 300 × 0,05 = Kostprijs van de omzet 645 × 0,04 = 245 × 0,043 = 10 × 0,047 = Transactieresultaat Afschrijvingskosten: Pand Machines Overige kosten 32,5 × 0,04 = 32,5 × 0,043 = 32,5 × 0,047 = 32,5 × 0,05 = 1,3 1,3975 1,5275 1,625 –––––– 12 12,9 14,1 15 –––– 54 25,8 10,535 0,47 20 × 0,04 = 40 × 0,04 = 36,805 –––––– 17,195 0,8 1,6 5,85 8,25 ––––– 90 © 2020 | Noordhoff Uitgevers bv Gedownload door: elisedentz | elise.dentz@outlook.com Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar. Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen Winst vóór omrekeningsverschillen Omrekeningsverschillen 8,945 2,55 ––––– 6,395 Winst Specificatie omrekeningsverschillen (bedragen × € 1 mln) Monetaire positie 1-1-2020 Verkopen Inkopen Overige kosten Monetaire positie 31-12-2020 (260 – 560) × 0,04 = + 1.200 – 980 – 130 –––––– – 210 – 210 × 0,05 = – 12 + 54 – 44,1* – 5,85 –––––– – 7,95 – 10,5 –––––– 2,55 Verlies * 245 × 0,04 + 245 × 0,043 + 245 × 0,047 + 245 × 0,05 = 44,1 c Deelnemingen Aan Resultaat uit deelnemingen € 6.395.000 € 6.395.000 d Sterk punt is dat de methode neutraal werkt ten opzichte van de gekozen grondslagen van waardering en winstbepaling; dit betekent een consistente toepassing van de gekozen grondslagen. Zwak punt is dat - afhankelijk van de hoogte van de netto monetaire positie en de ontwikkelingen van de valutakoersen - in de resultatenrekening omrekeningswinsten zijn opgenomen, die nog niet gerealiseerd zijn. e Voor deze situatie schrijven de RJ en de IASB een set van omrekeningsvoorschriften voor, waarvan het geheel in de literatuur veelal wordt aangeduid als de 'closing rate method' (IAS 21.39 en 21.40 / RJ 122.302 en 122.303): Balans per 31 december 2020 (bedragen × € 1 mln) Pand Machines Voorraad Liquide middelen 780 × 0,05 = 360 × 0,05 = 480 × 0,05 = 350 × 0,05 = 39 18 24 17,5 –––– 98,5 Aandelenkapitaal 500 × 0,04 = Agio 800 × 0,04 = Reserve omrekeningsverschillen Vreemd vermogen 560 × 0,05 = Winst 2020 110 × 0,045 = 20 32 13,55 28 4,95 ––––– 98,5 Resultatenrekening over 2020 (bedragen × € 1 mln) Omzet Kostprijs van de omzet Transactieresultaat Afschrijvingskosten: Pand Machines Overige kosten 1 200 × 0,045 = 900 × 0,045 = 20 × 0,045 = 40 × 0,045 = 130 × 0,045 = 54 40,5 –––– 13,5 0,9 1,8 5,85 –––– Winst 8,55 ––––– 4,95 Specificatie omrekeningsverschillen (bedragen × € 1 mln) Op het eigen vermogen Op de winst 1 300 × (0,05 – 0,04) = 110 × (0,05 – 0,045) = 13 + 0,55 + ––––– 13,55 Winst f Deelnemingen € 18.500.000 Aan Resultaat uit deelnemingen Aan Reserve omrekeningverschillen € 4.950.000 € 13.550.000 91 © 2020 | Noordhoff Uitgevers bv Gedownload door: elisedentz | elise.dentz@outlook.com Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar. Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen g Sterk punt is dat valuta-omrekeningsverschillen - omdat ze rechtstreeks in het eigen vermogen worden verwerkt - het operationeel resultaat niet vertroebelen. Zwak punt is dat bij toepassing van historische kosten de omrekeningskoers (actuele koers) niet aansluit bij de waarderingsgrondslag voor de materiële activa (historische kosten); dit leidt tot een fictieve waarde: noch de historische kosten, noch de actuele waarde wordt weergegeven. Vraagstuk 18.7 Neon nv a Investering Zichtbaar eigen vermogen Buon 1 januari 2020: • Aandelenkapitaal • Algemene reserve Stille reserves: • Vaste activa 20% van VrV 8.000.000 = • Voorraad goederen 10 000 × (VrV 430 – VrV 400) = € 50.000.000 VrV 8.000.000 VrV 3.000.000 –––––––––––– VrV 11.000.000 VrV 1.600.000 Fair value Nettovermogenswaarde: VrV 12.900.000 × € 3 = VrV 300.000 –––––––––––– VrV 12.900.000 Goodwill b € 38.700.000 ––––––––––– € 11.300.000 Balans Buon per 31 december 2020 (bedragen × VrV 1.000) Vaste activa1 Voorraad goederen Liquide middelen 8.400 5.170 6.006 –––––– 19.576 1 2 Aandelenkapitaal Algemene reserve2 8%-Hypothecaire lening Nog te betalen interest Winst 2020 120 7 × = VrV 8.400.000 100 8 Volgens de balans van Buon Aanpassing stille reserves 1 januari 2020 8.000 4.900 4.200 140 2.336 –––––– 19.576 VrV 8.000.000 × VrV 3.000.000 VrV 1.900.000 + –––––––––––– VrV 4.900.000 Resultatenrekening over 2020 (bedragen × VrV 1.000) Opbrengst verkopen Kostprijs verkopen1 Afschrijvingen2 Interest Overige kosten 22.150 1.200 364 18.000 –––––– Winst 1 2 44.050 41.714 –––––– 2.336 Volgens de resultatenrekening van Buon Aanpassing i.v.m. hogere beginwaarde VrV 21.850.000 VrV 300.000 + ––––––––––––– VrV 22.150.000 (of: 10.000 × 430 + 24.000 × 450 + 15.000 × 470 = 22.150.000) 120 1 VrV 8.000.000 × × = VrV 1.200.000 100 8 92 © 2020 | Noordhoff Uitgevers bv Gedownload door: elisedentz | elise.dentz@outlook.com Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar. Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen c Balans Buon per 31 december 2020 (bedragen × € 1.000) Vaste activa 8.400 × 3 = Voorraad goederen 5 170 × 3,20 = Liquide middelen 6.006 × 3,50 = 25.200 16.544 21.021 –––––– 62.765 Aandelenkapitaal 8.000 × 3 = 24.000 Algemene reserve 4.900 × 3 = 14.700 8%-Hypothecaire lening 4.200 × 3,50 = 14.700 Nog te betalen interest 140 × 3,50 = 490 Winst 2020 8.875 –––––– 62.765 Resultatenrekening over 2020 (bedragen × € 1.000) Opbrengst verkopen Kostprijs verkopen 44 050 × 3,20 = 140.960 10 000 × 430 × 3 + 24.000 × 450 × 3,20 + 15 000 × 470 × 3,20 = 70.020 Afschrijvingen 1.200 × 3 = 3.600 Interest 364 × 3,20 = 1.164,8 Overige kosten 18.000 × 3,20 = 57.600 ––––––– 132.384,8 –––––––– Winst vóór omrekeningsverschillen 8.575,2 Omrekeningsverschillen + 299,8 –––––––– Winst 8.875 Specificatie omrekeningsverschillen Monetaire positie 1-1 Verkopen Inkopen Interest Overige kosten Monetaire positie 31-12 – 1.000 + 44.050 – 23.020 – 364 – 18.000 –––––––– 1.666 1.666 ×€3 × € 3,20 × € 3,20 × € 3,20 × € 3,20 = = = = = × € 3,50 = Omrekeningswinst € 3.000 € 140.960 € 73.664 € 1.164,8 € 57.600 ––––––––– € 5.531,2 € 5.831 ––––––––– € 299,8 – + – – – d Mutatieoverzicht deelneming Buon Stand 1 januari 2020 Resultaat vóór omrekeningsverschillen Omrekeningsverschillen Resultaat uit deelneming € 8.575.200 € 299.800 –––––––––– Stand 31 december 2020 € 38.700.000 € 8.875.000 ––––––––––– € 47.575.000 Vraagstuk 18.9 nv Euro a Investering Zichtbaar eigen vermogen Bruce per 1 januari 2020: • Aandelenkapitaal • Winstreserve Stille reserve gebouwen Lagere voorziening Nettovermogenswaarde VR 1.100.000 VR 100.000 VR 600.000 ––––––––– VR 700.000 VR 250.000 VR 50.000 ––––––––– Betaalde goodwill VR 1.000.000 ––––––––––– VR 100.000 Betaalde goodwill in euro’s: VR 100.000 × € 2,20 = € 220.000 93 © 2020 | Noordhoff Uitgevers bv Gedownload door: elisedentz | elise.dentz@outlook.com Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar. Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen b Deelneming Bruce Goodwill Aan Liquide middelen c (VR 1.000.000 × € 2,20) € 2.200.000 € 220.000 € 2.420.000 Balans Bruce per 31 december 2020 (bedragen × € 1.000) Gebouwen Voorraden Liquide middelen 3.168 1.440 1.296 ––––– 5.904 Aandelenkapitaal Winstreserve Herwaarderingsreserve Reserve omrekeningsverschillen (saldo) Voorzieningen Lening NV Euro Kortlopende schulden Winst 2020 220 1.980 288 224 360 1.440 840 552 ––––– 5.904 Toelichting: • • • • • • • • • • 24 110 × × € 2,40 = € 3.168.000 25 100 Voorraden: VR 600.000 × € 2,40 = € 1.440.000 Liquide middelen: VR 540.000 × € 2,40 = € 1.296.000 Aandelenkapitaal: VR 100.000 × € 2,20 = € 220.000 Winstreserve: (VR 600.000 + VR 300.000) × € 2,20 = € 1.980.000 24 × 10% × € 2,40 = € 288.000 Herwaarderingsreserve: VR 1.250.000 × 25 Voorzieningen: VR 150.000 × € 2,40 = € 360.000 Lening NV Euro: VR 600.000 × € 2,40 = € 1.440.000 Kortlopende schulden: VR 350.000 × € 2,40 = € 840.000 Winst 2020: volgens resultatenrekening (zie hierna) Gebouwen: VR 1.250.000 × Resultatenrekening over 2020 (bedragen × € 1.000) Opbrengst verkopen Kostprijs verkopen Verkoopkosten Algemene beheerskosten* Rentelasten 12.000 × € 2,30 = 10.000 × € 2,30 = 700 × € 2,30 = 1.018 × € 2,30 = 42 × € 2,30 = 23.000 1.610 2.341,4 96,6 ––––––– Winst * Volgens de resultatenrekening van Bruce VR 250.000 = Hogere afschrijvingen 25 Hogere dotatie voorzieningen Stand per 31 december 2020 e Deelnemingen Aan Resultaat uit deelnemingen Aan Reserve omrekeningsverschillen Aan Herwaarderingsreserve 27.048 –––––––– 552 VR 958.000 VR 10.000 VR 50.000 ––––––––––– VR 1.018.000 Specificatie omrekeningsverschillen Over het begin eigen vermogen: VR 1.000.000 × (€ 2,40 – € 2,20) = Over het resultaat: (VR 300.000 – VR 60.000) × (€ 2,40 – € 2,30) = d Stand per 1 januari 2020 Resultaat uit deelneming Omrekeningsverschillen Herwaardering gebouwen 27.600 € 200.000 € 24.000 –––––––– € 224.000 € 2.200.000 € 552.000 + € 224.000 + € 288.000 + –––––––––– € 3.264.000 € 1.064.000 € € € 552.000 224.000 288.000 94 © 2020 | Noordhoff Uitgevers bv Gedownload door: elisedentz | elise.dentz@outlook.com Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar. Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen f Volgens de IASB moet de herwaarderingsreserve worden overgeboekt naar de overige reserves (zie paragraaf 8.3.1); de IASB verbiedt uitdrukkelijk om een vrijval van de herwaarderingsreserve ten gunste van het resultaat te laten vallen (IAS 16.41 en 38.87). De wet (en in navolging daarvan de RJ) staan deze verwerkingswijze wel toe, al dient het bedrag ervan wel in een afzonderlijke post te worden opgenomen (artikel 390.4 / RJ 240.222). De vrijval van de reserve omrekeningsverschillen moet volgens de IASB ten gunste van het resultaat worden gebracht (IAS 21.48). De RJ beveelt deze verwerkingswijze aan, maar laat het ook toe de omrekeningsverschillen over te boeken naar de overige reserves (RJ 122.311). De wet doet in deze geen uitspraak. 95 © 2020 | Noordhoff Uitgevers bv Gedownload door: elisedentz | elise.dentz@outlook.com Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar. Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen 19 Winstbelasting Vraagstuk 19.1 bv Flex a Het matchingprincipe. Volgens dit principe dienen de kosten te worden toegerekend aan de jaren waarin de oorzaak van die kosten is gelegen. Ten aanzien van de winstbelasting, betekent dit dat de belastinglast dient aan te sluiten op het geldend belastingpercentage toegepast op de bedrijfseconomische winst vóór aftrek van belasting. Balans per 31 december 2020 (bedragen × € 1.000) b Materiële vaste activa Vlottende activa: Kortlopende vorderingen: • Fiscus* 32 • Overig 1.620 –––– Liquide middelen * 6.000 1.652 180 ––––– 7.832 Eigen vermogen: Aandelenkapitaal Winstreserve 1.500 6.972 ––––– 8.472 – 640 Winst 2020 ––––– 7.832 Vordering uit hoofde van verliescompensatie: 20% × € 800.000 = € 160.000 Te betalen vennootschapsbelasting 2019 € 128.000 – –––––––– € 32.000 Resultatenrekening over 2020 (bedragen × € 1.000) Netto-omzet Kostprijs omzet Verkoopkosten Algemene beheerskosten Schade door overstroming Winst vóór belasting Belasting 500 1.100 1.400 ––––– 20% × 800 = Winst c 1 2 14.000 11.800 –––––– 2.200 3.000 –––––– – 800 160 –––––– – 640 Ten aanzien van de vordering uit hoofde van verliescompensatie zal nu alleen die wegens carry back in de balans worden opgenomen; dit betreft de compensatie met de winst over 2019. De vordering wegens carry forward is een voorwaardelijke vordering: zij wordt pas opeisbaar indien er in de toekomst voldoende fiscale winst wordt gehaald. De kortlopende vordering op de fiscus in de balans wordt nu: • Vordering uit hoofde van carry back 20% × € 640.000 = € 128.000 • Te betalen vennootschapsbelasting 2019 € 128.000 – –––––––– € 0 In de resultatenrekening wordt de belastingbate nu: 20% × € 640.000, compensabele winst 2019 = € 128.000. De winst komt dan uit op: – € 672.000. Het verband tussen de belastinglast en de bedrijfseconomische winst vóór aftrek van belasting is verbroken; het matchingprincipe wordt losgelaten, het voorzichtigheidsprincipe gaat hier voor. 96 © 2020 | Noordhoff Uitgevers bv Gedownload door: elisedentz | elise.dentz@outlook.com Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar. Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen 3 De IASB en de RJ schrijven voor de bedragen van de verliezen die voor voorwaartse verliescompensatie in aanmerking komen in de toelichting te vermelden voor zover deze bedragen niet in de balans zijn opgenomen (IAS 12.81e / RJ 272.707), in casu 20% × € 160.000 = € 32.000. Vraagstuk 19.2 Karrent bv a Een snelle fiscale afschrijving leidt tot een verschuiving van fiscale winst (en daarmee van belastingbetalingen) naar de toekomst; hierdoor kan een rentevoordeel worden verkregen. Verder geeft het speelruimte in de financiering. b 1 2 Opbrengst verhuur auto’s Afschrijvingskosten Onderhoud, verzekering e.d. Bedrijfseconomische winst vóór aftrek van belasting € 125.000 € 50.000 – € 25.000 – –––––––– € 50.000 Opbrengst verhuur auto’s € 125.000 Afschrijvingskosten Onderhoud, verzekering e.d. 5 × € 25.000 = 25% × 5 × € 40.000 = 5 × € 5.000 = 5 × € 25.000 = 4 × 5 × € 40.000 = 10 5 × € 5.000 = Fiscale winst c 1 2 d 1 2 e € 80.000 – € 25.000 – –––––––– € 20.000 5 × € 40.000 × 75% = € 150.000 (of: € 200.000 – € 50.000) 6 = € 120.000 (of: € 200.000 – € 80.000) 5 × € 40.000 × 10 20% × (€ 50.000 – € 20.000) = € 6.000 20% × (€ 150.000 – € 120.000) = € 6.000 Belastinglast (20% × € 50.000) Aan Voorziening latente belasting Aan Te betalen belasting (20% × € 20.000) f € 10.000 € € 6.000 4.000 Balans 31 december 2020 (bedragen × € 1) Auto’s Kas* 150.000 100.000 Aandelenkapitaal Voorziening latente belasting Te betalen belasting Winst 2020 250.000 * 200.000 6.000 4.000 40.000 250.000 5 × (€ 25.000 – € 5.000) = € 100.000 g Jaar Bedrijfseconomische Fiscale winst winst –––– –––––––––––––––––– ––––––––––– 2020 € 50.000 € 20.000 2021 € 50.000 € 40.000 2022 € 50.000 € 60.000 2023 € 50.000 € 80.000 Voorziening latente belasting Mutatie Stand 31 december ––––––––– –––––––––––––––– + € 6.000 € 6.000 + € 2.000 € 8.000 – € 2.000 € 6.000 – € 6.000 € – Opmerking: Door de lagere fiscale afschrijving stijgt de winst fiscaal jaarlijks met € 20.000. 97 © 2020 | Noordhoff Uitgevers bv Gedownload door: elisedentz | elise.dentz@outlook.com Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar. Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen Vraagstuk 19.3 bv Promotie a Balans per 31 december 2020 (bedragen × € 1) Goodwill Kantoorinventaris Deelneming BV Print Liquide middelen 12.600 22.500 84.000 27.000 Aandelenkapitaal Te betalen vennootschapsbelasting* Winst 2020 100.000 5.120 40.980 146.100 146.100 Toelichting: • Goodwill: 90% × [€ 80.000 – (60% × € 110.000)] = € 12.600 • Kantoorinventaris: 75% × € 30.000 = € 22.500 • Deelneming bv Print: 60% × (€ 110.000 + € 30.000) = € 84.000 • Liquide middelen: Saldo 1 januari 2020 Aanschaf kantoorinventaris Omzet Diverse kosten Aankoop deelneming bv Print Saldo 31 december 2020 € 100.000 € 30.000 € 400.000 € 363.000 € 80.000 –––––––– € 27.000 – + – – Resultatenrekening over 2020 Omzet Afschrijvingskosten: • Kantoorinventaris: 25% × € 30.000 = • Goodwill: 10% × [€ 80.000 – (60% × € 110.000)] = Huur Loonkosten Kosten bijwonen congres Opbrengst deelneming bv Print 60% × € 30.000 = Winst vóór aftrek van belasting Belastinglast** Winst * € 400.000 € 7.500 € 1.400 –––––– € 8.900 € 35.000 € 310.000 € 18.000 € 18.000 –––––––– € 46.100 € 5.120 –––––––– € 40.980 – – – – + – Fiscale resultatenrekening over 2020 Omzet Afschrijvingskosten: • Kantoorinventaris • Goodwill (deelnemingsvrijstelling) Huur Loonkosten Kosten bijwonen congres € 18.000 – € 4.500 = Opbrengst deelneming bv Print (deelnemingsvrijstelling) Investeringsaftrek 28% × € 30.000 = Fiscale winst € 400.000 € 7.500 € – € 35.000 € 310.000 € 13.500 € – –––––––– € 34.000 € 8.400 –––––––– € 25.600 – – – – – Te betalen belasting: 20% × € 25.600 = € 5.120 ** Omdat alle verschillen tussen bedrijfseconomisch en fiscaal resultaat zijn aan te merken als definitieve winstverschillen, is de belastinglast gelijk aan de over 2020 verschuldigde belasting. 98 © 2020 | Noordhoff Uitgevers bv Gedownload door: elisedentz | elise.dentz@outlook.com Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar. Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen € 5.120 × 100% = 11,1%; het toepasselijke of € 46.100 nominale belastingtarief is 20%: er is per saldo sprake van onderdruk als gevolg van (meerdere) definitieve winstverschillen. b De effectieve belastingdruk is c De IASB eist een cijfermatige aansluiting tussen het toepasselijk belastingtarief en de effectieve belastingdruk (IAS 12.81c). De RJ beveelt deze informatieverstrekking aan, waarbij deze informatie beperkt mag blijven tot de geconsolideerde jaarrekening (RJ 272.704). Vraagstuk 19.4 bv Holiday Out a Omzet Loonkosten Afschrijving pand Boekwinst verkoop busje Afschrijving busje Afschrijving inventaris 5% × € 1.500.000 = € 17.000 – € 8.000 = € 80.000 × 1/5 = 20% × € 500.000 = Bedrijfseconomische winst vóór aftrek van belasting b Bedrijfseconomische winst vóór aftrek van belasting Verschillen in resultaat: • Boekwinst verkoop busje (tijdelijk winstverschil): Bedrijfseconomisch Fiscaal • Afschrijving busje (tijdelijk winstverschil): Bedrijfseconomisch Fiscaal € 71.000 × 1/5 = • Afschrijving inventaris (tijdelijk winstverschil): Bedrijfseconomisch Fiscaal 4/15 × € 500.000 = • Investeringsaftrek (definitief winstverschil): Bedrijfseconomisch komt deze niet voor Fiscaal € 3.000.000 € 2.500.000 € 75.000 € 9.000 € 16.000 € 100.000 –––––––––– € 318.000 € 318.000 € 9.000 € 0 –––––––– € 16.000 € 14.200 –––––––– € 100.000 € 133.333 –––––––– 1 2 Bedrijfseconomische winst vóór aftrek van belasting Investeringsaftrek (definitief winstverschil) Belastinglast: 20% × € 302.467 = € 60.493,40 Fiscale winst Tijdelijke winstverschillen: • Boekwinst verkoop busje • Afschrijving busje • Afschrijving inventaris Busje: Waardering bedrijfseconomisch (zie e) Waardering fiscaal: € 71.000 × 4/5 = Inventaris: Waardering bedrijfseconomisch (zie e) Waardering fiscaal: 9.000 – € 1.800 + € 33.333 – € 318.000 € 15.333 – –––––––– € 302.467 € 261.934 € 9.000 + € 1.800 – € 33.333 + –––––––– € 302.467 Belastinglast: 20% × € 302.467 = € 60.493,40 d 1 € € 15.533 – –––––––– € 261.934 Fiscale winst c – – + – – € 64.000 € 56.800 –––––––– 20% × € 7.200 = € 1.440 € 350.000 99 © 2020 | Noordhoff Uitgevers bv Gedownload door: elisedentz | elise.dentz@outlook.com Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar. Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen 6/15 × € 500.000 + € 50.000 = € 250.000 –––––––– 20% × € 100.000 = € 20.000 € 21.440 2 Stand per 1 januari 2020 In 2020 uitgestelde belasting als gevolg van tijdelijke verschillen tussen bedrijfseconomische en fiscale winst: • Boekwinst verkoop busje € 9.000 + • Afschrijving busje € 1.800 – • Afschrijving inventaris € 33.333 + 20% × € 40.533 = Stand per 31 december 2020 € 13.333 € 8.107 € 21.440 Balans per 31 december 2020 (bedragen × € 1.000) e Pand: Aanschafprijs Afschrijving Busje: Aanschafprijs Afschrijving Inventaris: Aanschafprijs Afschrijving Liquide middelen 1.500 375 ––––– 80 16 –––– 550 200 –––– 1.125 Aandelenkapitaal 500 Winstreserve 1.194,667 Voorziening latente belastingverplichtingen 21,44 Te betalen vennootschapsbelasting 52,3868 Winst 2020 257,5062 64 350 487 ––––– 2.026 Toelichting: • Afschrijving pand: € 300.000 + € 75.000 = € 375.000 • Afschrijving inventaris: € 100.000 + € 100.000 = € 200.000 • Liquide middelen: Saldo 1 januari 2020 Omzet Inruil busje Loonkosten Aankoop inventaris • ––––––– 2.026 € 100.000 € 3.000.000 € 63.000 € 2.500.000 € 50.000 ––––––––– Saldo 31 december 2020 € 487.000 Te betalen vennootschapsbelasting: 20% × € 261.934 = € 52.386,80 + – – – 100 © 2020 | Noordhoff Uitgevers bv Gedownload door: elisedentz | elise.dentz@outlook.com Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar. Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen Vraagstuk 19.5 Maxtax bv a Bij stijging van de actuele waarde wordt in de bedrijfseconomische balans de boekwaarde van de taxi's aangepast aan het actuele prijspeil; de waardestijging wordt verwerkt in een herwaarderingsreserve. Het bedrag dat op de herwaarderingsreserve geboekt wordt, geeft het bedrag aan dat bij realisatie als afschrijvingen boven de historische kosten ten laste van het resultaat zal worden gebracht. Fiscaal worden deze kosten niet geaccepteerd. In de (ongerealiseerde) herwaarderingsreserve (= eigen vermogen) zit dan ook een belastingclaim die op grond van een juiste vermogenspresentatie via een voorziening voor latente belastingen (= vreemd vermogen) wordt weergegeven. b Taxi’s € 16.000 (€ 400.000 × 4/5 × 5%) Aan (Ongerealiseerde) Herwaarderingsreserve € 12.800 (80%) Aan Voorziening latente belastingverplichtingen € 3.200 (20%) c Omzet Afschrijvingen € 400.000 × 1/5 = Overige bedrijfskosten Winst vóór aftrek van belasting Belasting € 200.000 × 20% = Nettowinst d € 600.000 € 80.000 – € 320.000 – € 200.000 € 40.000 – € 160.000 Bedrijfseconomische balans per 31 december 2020 (bedragen × € 1) Taxi’s Liquide middelen 252.000 595.000 847.000 Aandelenkapitaal 475.000 Herwaarderingsreserve 9.600 Overige reserves 163.200 Latente belastingverplichtingen 2.400 Te betalen belasting 40.000 Winst 2020 156.800 847.000 Toelichting: • Taxi’s: € 400.000 × 3/5 × 1,05 = € 252.000 • Liquide middelen: Saldo 1 januari 2019 Omzet 2019 en 2020 Overige bedrijfskosten 2019 en 2020 Vennootschapsbelasting 2019 Saldo 31 december 2020 • Herwaarderingsreserve: € 16.000 × 3/4 × 80% = € 9.600 • Overige reserves: Winst 2019 Gerealiseerde herwaardering: € 16.000 × 1/4 × 80% = • € 75.000 € 1.200.000 + € 640.000 – € 40.000 – € 595.000 € 160.000 € 3.200 € 163.200 Latente belastingverplichtingen: € 16.000 × 3/4 × 20% = € 2.400 Bedrijfseconomische resultatenrekening over 2020 (bedragen × € 1) Omzet € 600.000 Afschrijvingen € 400.000 × 1,05 × 1/5 = € 84.000 – Overige bedrijfskosten € 320.000 – Winst vóór aftrek van belasting € 196.000 Belasting € 196.000 × 20% = € 39.200 – Nettowinst € 156.800 Journaalpost verwerking winstbelasting 2020 Belastinglast € 39.200 Voorziening latente belastingverplichtingen € 800 (€ 16.000 × 1/4 × 20%) Aan Te betalen belasting € 40.000 (Ongerealiseerde) Herwaarderingsreserve Aan Overige reserves € 3.200 (€ 16.000 × 1/4 × 80%) € 3.200 101 © 2020 | Noordhoff Uitgevers bv Gedownload door: elisedentz | elise.dentz@outlook.com Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar. Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen e1 Balans: • Overige reserves Winst 2019 Gerealiseerde herwaardering: € 16.000 × 1/4 = • € 160.000 € 4.000 € 164.000 € 156.000 Winst 2020 (saldopost) Resultatenrekening: • Belastinglast • Nettowinst € 40.000 € 156.000 2 Belastinglast Aan Te betalen belasting € 40.000 (Ongerealiseerde) Herwaarderingsreserve Voorziening latente belastingverplichtingen Aan Overige reserves € 40.000 € 3.200 € 800 € 4.000 Vraagstuk 19.8 Agri nv a Zichtbaar eigen vermogen Stille reserve gebouwen Aanpassing voorzieningen naar schatting van Agri Ontstaan belastinglatentie 20% × € 2.500.000 = € 2.000.000 € 500.000 –––––––––– € 2.500.000 € 500.000 –––––––––– Nettovermogenswaarde per 1 januari 2020 Investering Nettovermogenswaarde 1 000 × € 9.750 = c (1 000 × € 1.000) (1 000 × € 8.750) € 8.000.000 € 1.750.000 € 1.000.000 € 8.750.000 In de enkelvoudige balans is de voorziening voor latente belastingverplichtingen (impliciet) verwerkt in de nettovermogenswaarde. In de geconsolideerde balans is de post Deelneming Culture vervangen door de achterliggende activa en passiva van Culture, zodat de voorziening voor latente belastingverplichtingen dan wel als afzonderlijke post voorkomt. d Resultaat Culture volgens officiële jaarrekening 1 = Hogere afschrijving gebouwen € 2.000.000 × 20 Hogere toevoeging aan de voorzieningen Lagere winst vóór aftrek van belasting Lagere belastinglast 20% × € 600.000 = € 1.280.000 € 100.000 € 500.000 –––––––– € 600.000 € 120.000 –––––––– Resultaat uit deelneming e € 2.000.000 –––––––––– € 8.000.000 € 9.750.000 € 8.000.000 –––––––––– € 1.750.000 Goodwill b Deelneming Culture Goodwill Aan Aandelenkapitaal Aan Agio € 6.000.000 Stand 1 januari 2020 Afwikkeling over 2020 Stand 31 december 2020 € 480.000 –––––––––– € 800.000 € 500.000 € 120.000 – –––––––– € 380.000 Of: Boekwaarde gebouwen op herrekende balans van Culture: 102 © 2020 | Noordhoff Uitgevers bv Gedownload door: elisedentz | elise.dentz@outlook.com Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar. Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen 19 = 20 Boekwaarde gebouwen op officiële balans van Culture: 19 € 5.000.000 × = 20 € 7.000.000 × € 6.650.000 € 4.750.000 –––––––––– € 1.900.000 Boekwaardeverschil Latentie: 20% × € 1.900.000 = € 380.000 f Opbrengst Boekwaarde deelneming Culture: Stand 1 januari 2020 Resultaat uit deelneming over 2020 Boekwaarde goodwill Boekwinst € 1.750.000 × € 12.500.000 9 = 10 € 8.000.000 € 800.000 –––––––––– € 8.800.000 € 1.575.500 –––––––––– € 10.375.000 ––––––––––– € 2.125.000 Vraagstuk 19.9 bv Tax a De onjuistheden zijn: 1 de fiscaal lagere garantievoorziening leidt niet tot een passieve, maar tot een actieve latentie. 2 de fiscaal niet aftrekbare kosten zijn definitieve winstverschillen, en leiden daarom niet tot een latentie. De juiste hoogte van de voorziening voor latente belastingverplichtingen per 31 december 2020 bedraagt € 700.000, de samenstelling hiervan is als volgt: 1 € 105.000 (fiscaal gevormde herinvesteringsreserve) 2 – € 70.000 (fiscaal lagere garantievoorziening dan bedrijfseconomisch) 3 € 455.000 (waardering materiële vaste activa in de bedrijfseconomische balans tegen actuele waarde) 4 € – 5 € 210.000 (fiscaal kortere afschrijvingstermijn dan bedrijfseconomisch voor het machinepark) b De voorziening voor latente belastingverplichtingen dient per 31 december 2020 aangepast te worden aan het nieuwe tarief van 18% (IAS 12.47 / RJ 272.401), 2 × € 700.000 = € 70.000. hetgeen een verlaging tot gevolg heeft van 20 Deze verlaging komt ten gunste van: • het resultaat voor zover het tijdelijke verschillen betreft tussen fiscaal en 2 bedrijfseconomisch resultaat, in casu: × (€ 105.000 – € 70.000 + € 210.000) = 20 € 24.500; destijds is dit bedrag immers ook ten laste van het resultaat gevormd. • de (ongerealiseerde) herwaarderingsreserve voor dat deel dat het gevolg is van waardering tegen actuele waarde omdat dat deel van de voorziening ook is 2 × € 455.000 = gevormd ten laste van de herwaarderingsreserve, in casu: 20 € 45.500. 103 © 2020 | Noordhoff Uitgevers bv Gedownload door: elisedentz | elise.dentz@outlook.com Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar. Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen Vraagstuk 19.10 Vion Food Group Bedragen luiden in duizenden euro’s, tenzij anders vermeld. a Belastinglast (WV) Uitgestelde belastingvorderingen (B) Aan Te betalen belasting (B) Aan Uitgestelde belastingverplichtingen (B) Uitgestelde belastingvorderingen (B) Uitgestelde belastingverplichtingen (B) Aan Eigen vermogen (B) b c 2.864 412 152 379 1.128 (890 + 238) 2.148 531 2.864 × 100% = 21,95%, afgerond op 22% 13.047 Het gewogen gemiddelde belastingtarief is een gemiddelde van het in Nederland geldende belastingtarief van 25% en in het buitenland geldende belastingtarieven in landen waarin geconsolideerde groepsmaatschappijen zijn gevestigd. Het gewogen ( 3.364 − 923 ) × 100% = gemiddelde wordt berekend als volgt: 18,7% 13.047 d Mogelijke oorzaken van belastingoverdruk in verband met verliescompensatie: • het in het verslagjaar niet opnemen van een actieve latentie voor fiscaal compensabele verliezen over datzelfde jaar; • verdamping van fiscaal verrekenbare verliezen na een aantal jaren na het ontstaan daarvan, mits hiervoor destijds een actieve latentie is opgenomen; • uitkomst van herbeoordeling van beschikbare fiscale verliezen waardoor de omvang dan wel het belastingtarief lager uitkomen. e Mogelijke oorzaken van onderdruk in verband met verliescompensatie: • het in een later jaar alsnog activeren van nog te verrekenen verliezen uit voorgaande jaren, mits daarvoor in het verleden geen actieve latenties zijn opgenomen; • het terugnemen van een afwaardering in een eerder jaar van een uitgestelde belastingvordering voor verrekenbare verliezen wegens een gewijzigde inschatting van de mogelijkheden tot verrekening (optimistischer inschatting). f Onder IFRS is het stelselmatig afschrijven van goodwill niet toegestaan. (Wél kan sprake zijn van een bijzondere waardevermindering die kan volgen uit een impairment test). Fiscaal wordt een deelneming doorgaans gewaardeerd tegen de verkrijgingsprijs inclusief goodwill, en komt afschrijving van goodwill niet voor. Van een definitief of permanent winstverschil is derhalve geen sprake en ontstaat er geen belastingoverdruk. g 2017: 170.850 / (1.036.343 + 54.396) × 100% = 15,7% afgerond 2018: 179.258 / (1.083.031 + 58.953) × 100% = 15,7% afgerond h De wijziging van het belastingtarief raakt alleen de fiscaal verrekenbare verliezen die vervallen in de jaren 2020 tot en met 2023. Het belastingtarief voor de waardering van de onbeperkt verrekenbare fiscale verliezen is ongewijzigd, waardoor de waardering geen aanpassing behoeft. Berekening van het belastingeffect van de tariefswijziging vindt plaats naar de stand van de uitgestelde belastingvordering eind 2018. Na verwerking van het effect van de tariefswijziging wordt de uitgestelde belastingvordering gewaardeerd tegen 13.269. Het hierin begrepen belastingeffect van de tariefswijziging bedraagt 2.913. Deze belastingoverdruk wordt als volgt berekend: 13.269 × 4,5 / 20,5. i De tariefswijziging betreft niet alleen de gewaardeerde fiscaal verrekenbare verliezen, maar ook tijdelijke winstverschillen mits deze verschillen leiden tot waardering. j Het opnemen van een latente belastingvordering uit hoofde van toekomstig fiscaal verrekenbare verliezen is verplicht voor zover het waarschijnlijk is dat toekomstige fiscale winst beschikbaar zal zijn waarmee verliezen kunnen worden gecompenseerd en verrekeningsmogelijkheden kunnen worden benut (IAS 12.34/RJ 272.311). 104 © 2020 | Noordhoff Uitgevers bv Gedownload door: elisedentz | elise.dentz@outlook.com Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar. Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen k Gesaldeerd opnemen van uitgestelde belastingvorderingen en uitgestelde belastingverplichtingen in de balans is voorgeschreven indien en voor zover zij met elkaar kunnen worden verrekend. Dit is het geval indien en voor zover de rechtspersoon • beschikt over een deugdelijk juridisch instrument om de vordering en de verplichting gesaldeerd en simultaan af te wikkelen; • het stellige voornemen daartoe heeft. Dit is doorgaans het geval indien per saldo kan worden afgerekend met dezelfde belastingautoriteit, zoals bij het bestaan van een fiscale eenheid (IAS 12.74). l Het fiscaal verliesgevend zijn behoeft niet per definitie te betekenen dat de onderneming ook bedrijfseconomisch verliesgevend is, bijvoorbeeld door de aanwezigheid van fiscaal onbelaste resultaten van deelnemingen. Daarnaast kunnen de compensabele verliezen zijn geleden door groepsmaatschappijen in het buitenland die fiscaal niet kunnen worden verrekend met winsten in Nederland en daarom niet in de balans mogen worden opgenomen. 105 © 2020 | Noordhoff Uitgevers bv Gedownload door: elisedentz | elise.dentz@outlook.com Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar. Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen Hoofdstukoverstijgende vraagstukken V1 bv Rokershoestje a Balans Rokershoestje per 31 december 2020 (bedragen × € 1) Immateriële vaste activa: Ontwikkelingskosten Materiële vaste activa: Bestelauto Droogkast Vlottende activa: Voorraad Debiteuren Liquide middelen 135.000 25.000 20.000 1.720.000 400.000 258.405 Eigen vermogen: Aandelenkapitaal Wettelijke reserve Winstreserve Vreemd vermogen: Leaseverplichtingen Schuld Bolknak Vooruitontvangen bedragen Winst 2020 200.000 135.000 1.075.000 20.905 60.000 540.000 527.500 2.558.405 Toelichting: • • • • • • • • Ontwikkelingskosten: € 150.000 × 2.558.405 4,5 = € 135.000 5 3 = € 25.000 6 4 Droogkast: € 25.000 × = € 20.000 5 Voorraad: Stand 1 januari 2020 Inkopen Verkopen (80% × € 4.100.000) Bestelauto: € 50.000 × Stand 31 december 2020 Liquide middelen: Saldo 1 januari 2020 Verkoop deelneming Verkoop partij 1 en 4 Leasetermijn droogkast Reclamecampagne Inkopen Loonkosten € 500.000 € 4.500.000 + € 3.280.000 – ––––––––– € 1.720.000 € 600.000 € 375.000 € 4.240.000 € 6.595 € 150.000 € 4.500.000 € 300.000 ––––––––– Saldo 31 december 2020 € 258.405 Wettelijke reserve: opgenomen in verband met geactiveerde ontwikkelingskosten Winstreserve: € 1.210.000 – € 135.000 = € 1.075.000 Leaseverplichtingen: € 25.000 – (€ 6.595 – 10% van € 25.000) = € 20.905 + + – – – – 106 © 2020 | Noordhoff Uitgevers bv Gedownload door: elisedentz | elise.dentz@outlook.com Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar. Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen Resultatenrekening over 2020 Opbrengst verkopen Kostprijs verkopen € 3.700.000 + € 400.000 = € 4.100.000 × 80% = Transactieresultaat Afschrijving: • Ontwikkelingskosten • Bestelauto • Droogkast: 0,5 = 5 3 € 50.000 × = 6 1 € 25.000 × = 5 € 150.000 × Loonkosten Overige bedrijfskosten (proces) € 60.000 – € 40.000 = Bedrijfsresultaat Interestlasten € 25.000 × 10% = Boekwinst verkoop Deelneming Smoke € 375.000 – € 300.000 = Winst € 4.100.000 € 3.280.000 –––––––––– € 820.000 € 15.000 – € 25.000 – € 5.000 – € 300.000 – € 20.000 – –––––––––– € 455.000 € 2.500 – € 75.000 + –––––––––– € 527.500 b De IASB (IAS 38.69) en de RJ (RJ 210.235) laten niet toe dat reclamekosten worden geactiveerd. De Nederlandse wet laat zich in deze niet over activering uit. V2 Mirror bv a De directe kosten moeten worden geactiveerd. De indirecte kosten mogen worden geactiveerd (voor zover het gaat om een redelijk deel). De rente mag worden geactiveerd voor zover het betaalde rente over vreemd vermogen betreft, het activeren van gecalculeerde rente over eigen vermogen is niet toegestaan (artikel 388.2). b Volgens de RJ dient de stijging van de beurskoers in de resultatenrekening te worden verantwoord (RJ 226.203). De wet geeft twee alternatieven: opname in de resultatenrekening of verwerking in een herwaarderingsreserve (artikel 384.7 en 390.1). c Door de overboeking van gerealiseerde herwaardering naar de overige reserves, is de herwaarderingsreserve geheel ongerealiseerd en is derhalve volledig aan te merken als een wettelijke reserve. d Voorziening latente belastingen totaal Uit hoofde van herwaardering € 130.000 20 × € 240.000 = 80 € 60.000 –––––––– € 70.000 Uit hoofde van tijdelijke winstverschillen e De wet stelt dat de grondslagen van waardering en winstbepaling slechts wegens gegronde redenen mogen worden veranderd (artikel 384.6). Het verkrijgen van een betere vergelijking van de jaarrekening met die van andere ondernemingen in de bedrijfstak wordt algemeen als gegronde reden gezien: de voorgenomen stelselwijziging is wettelijk toelaatbaar. f Herwaarderingsreserve Voorziening latente belastingen Aan Materiële vaste activa ( 100 × € 240.000) 80 € 240.000 € 60.000 € 300.000 g Van langlopende schulden moeten worden vermeld de rentevoet en het bedrag met een resterende looptijd van langer dan vijf jaar (artikel 375.2). h Ja, in artikel 362.9 is aangegeven dat indien een onderneming uitgaat van de voorschriften van de IASB onder meer artikel 390 evenzo moet worden toegepast. Overigens schrijft de IASB zelf deze overboeking niet voor, al is de overboeking wel toegestaan (IAS 16.41 en 38.87). 107 © 2020 | Noordhoff Uitgevers bv Gedownload door: elisedentz | elise.dentz@outlook.com Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar. Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen V6 Kazo nv a Investering 1.000 × € 9.600 = Zichtbaar eigen vermogen Hogere waarde gebouwen Hogere (bestaande) voorzieningen Treffen reorganisatievoorziening Nettovermogenswaarde € 6.500.000 € 2.000.000 + € 500.000 – € 700.000 – –––––––––– Goodwill b Goodwill Deelneming MDS Aan Aandelenkapitaal Aan Agio c € 9.600.000 € 7.300.000 –––––––––– € 2.300.000 € 2.300.000 € 7.300.000 1.000 × € 1.000 = 1.000 × (€ 9.600 – € 1.000) = € 1.000.000 € 8.600.000 Geconsolideerde balans Kazo-MDS Groep per 1 oktober 2020 (bedragen × € 1.000) Goodwill Gebouwen Machines Voorraden Debiteuren Liquide middelen 2.300 15.500 12.300 5.700 7.000 4.500 –––––– 47.300 Aandelenkapitaal Agio Overige reserves Winst 2020 (tot 1 oktober) Voorzieningen Schulden 4.000 13.600 6.000 1.000 9.700 13.000 –––––– 47.300 Toelichting: • Gebouwen: € 8.500.000 + € 7.000.000 • Aandelenkapitaal: € 3.000.000 + € 1.000.000 • Agio: € 5.000.000 + € 8.600.000 • Voorzieningen: € 6.000.000 + € 2.500.000 + € 500.000 + € 700.000 d Resultaat MDS over 2020 Resultaat MDS tot 1 oktober 2020 Resultaat MDS vanaf 1 oktober 2020 Correcties: • Door MDS ten laste van de winst gebrachte reorganisatievoorzieningen • Verschil in afschrijving gebouwen: 1 3 × = (€ 7.000.000 – € 5.000.000) × 20 12 • Verschil in berekening voorzieningen: Berekening Kazo –––––––––– Stand 1-10-2020 € 3.000.000 Stand 31-12-2020 € 3.100.000 –––––––––– Toename € 100.000 € 225.000 – € 500.000 + –––––––– € 725.000 – € 950.000 + € 25.000 – Berekening MDS –––––––––– € 2.500.000 € 2.700.000 –––––––––– € 200.000 € 100.000 + –––––––– € 300.000 + Resultaat uit deelneming MDS e Opbrengst Boekwaarde deelneming MDS (nettovermogenswaarde): • vastgesteld op 1 oktober 2020 € 7.300.000 • correctie nettovermogenswaarde met terugwerkende kracht per 1 oktober 2020 in verband met extra reorganisatievoorziening € 250.000 • resultaat deelneming over 2020 € 300.000 –––––––––– 237 = Boekwaarde goodwill: € 2.550.000 × 240 Boekresultaat € 13.000.000 – + € 7.350.000 – € 2.518.125 – –––––––––– € 3.131.875 108 © 2020 | Noordhoff Uitgevers bv Gedownload door: elisedentz | elise.dentz@outlook.com Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar. Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen V7 Hol nv a Investering 10 000 × € 5.200 = Eigen vermogen Buit 31 december 2019: • Aandelenkapitaal • Overige reserves Zichtbaar eigen vermogen Meerwaarde gebouwen 30% van BV 7.000.000 = Meerwaarde voorraad goederen 8 000 × (BV 540 – BV 500) = Voorziening reorganisatie € 52.000.000 BV 6.000.000 BV 4.000.000 –––––––––––– BV 10.000.000 BV 2.100.000 + BV 320.000 + BV 800.000 – –––––––––––– BV 11.620.000 Nettovermogenswaarde: 80% × 11.620.000 BV × € 2,50 = € 23.240.000 –––––––––– € 28.760.000 Goodwill b Deelneming Buit Goodwill Aan Aandelenkapitaal Aan Agio (10 000 × € 500) (10 000 × € 4.700) € 23.240.000 € 28.760.000 € 5.000.000 € 47.000.000 Balans per 31 december 2020 (bedragen × BV 1.000) c Gebouwen Voorraad goederen Liquide middelen 7.800 5.220 5.160 –––––– 18.180 Aandelenkapitaal Overige reserves Reorganisatievoorziening 7%-Banklening Crediteuren Winst 2020 6.000 5.620 400 2.500 2.000 1.660 –––––– 18.180 Toelichting: • • • • • • 130 6 × = BV 7.800.000 100 7 Voorraad goederen: 9 000 × BV 580 = BV 5.220.000 Overige reserves: Officiële balans Buit 31 december 2019 Aanpassingen bij overname per 31-12-2019 in verband met bepaling fair value: – Meerwaarde gebouwen – Meerwaarde voorraad goederen – Voorziening reorganisatie Gebouwen: BV 7.000.000 × BV 4.000.000 BV 2.100.000 + BV 320.000 + BV 800.000 – ––––––––––– BV 5.620.000 Reorganisatievoorziening: BV 800.000 – BV 400.000 = BV 400.000 7%-Banklening: BV 3.000.000 – BV 500.000 = BV 2.500.000 Crediteuren: BV 1.000.000 + BV 15.680.000 + BV 12.760.000 – BV 27.440.000 = BV 2.000.000 Resultatenrekening over 2020 (bedragen × BV 1.000) Opbrengst verkopen Kostprijs verkopen Afschrijvingen Interest Overige bedrijfskosten 27.540 1.300 210 15.000 –––––– Winst 45.710 44.050 –––––– 1.660 109 © 2020 | Noordhoff Uitgevers bv Gedownload door: elisedentz | elise.dentz@outlook.com Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar. Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen Toelichting: • Opbrengst verkopen: BV 23.400.000 + BV 22.310.000 = BV 45.710.000 • Kostprijs verkopen: 8 000 × BV 540 + 28.000 × BV 560 + 13.000 × BV 580 = BV 27.540.000 130 1 × = BV 1.300.000 • Afschrijvingen: BV 7.000.000 × 100 7 Balans per 31 december 2020 (bedragen × € 1.000) d Gebouwen 7.800 × 2,50 = Voorraad goederen 5.220 × 2,80 = Liquide middelen 5.160 × 2,90 = 19.500 14.616 14.964 –––––– 49.080 Aandelenkapitaal Overige reserves 6.000 × 2,50 = 15.000 5.620 × 2,50 = 14.050 Reorganisatievoorziening 400 × 2,90 = 1.160 7%-Banklening 2.500 × 2,90 = 7.250 Crediteuren 2.000 × 2,90 = 5.800 Winst 2020 5.820 –––––– 49.080 Resultatenrekening over 2020 (bedragen × € 1.000) Opbrengst verkopen Kostprijs verkopen Afschrijvingen Interest Overige bedrijfskosten 23 400 × 2,60 + 22 310 × 2,80 = 8 000 × 540 × 2,50 + 28 000 × 560 × 2,60 + 13 000 × 580 × 2,80 = 72.680 1.300 × 2,50 = 3.250 105 × 2,60 + 105 × 2,80 = 567 10.000 × 2,60 + 5.000 × 2,80 = 40.000 –––––– Resultaat voor omrekeningsverschillen Omrekeningsverschillen Winst Specificatie omrekeningsverschillen (bedragen × 1.000) Monetaire positie 1-1* – 1.800 × € 2,50 = Verkopen 1e halfjaar + 23.400 × € 2,60 = Verkopen 2e halfjaar + 22.310 × € 2,80 = Inkopen 1e halfjaar – 15.680 × € 2,60 = Inkopen 2e halfjaar – 12.760 × € 2,80 = Interest 1e halfjaar – 105 × € 2,60 = Interest 2e halfjaar – 105 × € 2,80 = Overige bedrijfskosten 1e halfjaar – 10.000 × € 2,60 = 2e halfjaar – 5.000 × € 2,80 = –––––– + 260 Monetaire positie 31-12 260 × € 2,90 = Omrekeningsresultaat * Liquide middelen Reorganisatievoorziening 7%-Banklening Crediteuren € € € € € € € 123.308 116.497 ––––––– 6.811 – 991 ––––––– 5.820 4.500 60.840 62.468 40.768 35.728 273 294 – + + – – – – € 26.000 – € 14.000 – –––––––– € 1.745 € 754 ––––––– –€ 991 BV 3.000.000 BV 800.000 BV 3.000.000 BV 1.000.000 ––––––––––– – BV 1.800.000 + – – – 110 © 2020 | Noordhoff Uitgevers bv Gedownload door: elisedentz | elise.dentz@outlook.com Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar. Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen e Balans per 31 december 2020 (bedragen × € 1.000) Gebouwen 7.800 × 2,90 = Voorraad goederen 5 220 × 2,90 = Liquide middelen 5.160 × 2,90 = 22.620 15.138 14.964 –––––– 52.722 Aandelenkapitaal Overige reserves 6.000 × 2,50 = 15.000 5.620 × 2,50 = Reserve omrekeningsverschillen (saldo) Reorganisatievoorziening 400 × 2,90 = 7%-Banklening 2.500 × 2,90 = Crediteuren 2.000 × 2,90 = Winst 2020 1.660 × 2,70 = 14.050 4.980 1.160 7.250 5.800 4.482 –––––– 52.722 Resultatenrekening over 2020 (bedragen × € 1.000) Opbrengst verkopen Kostprijs verkopen Afschrijvingen Interest Overige bedrijfskosten 45 710 × 2,70 = 27 540 × 2,70 = 1 300 × 2,70 = 210 × 2,70 = 15 000 × 2,70 = 74.358 3.510 567 40.500 –––––– Winst Specificatie omrekeningsverschillen (bedragen × € 1.000) Op eigen vermogen 11.620 × (2,90 – 2,50) = Op het resultaat 1.660 × (2,90 – 2,70) = f 123.417 118.935 ––––––– 4.482 4.648 332 ––––– 4.980 De functionele valuta van Buit (de BV) is een andere dan die van Hol (de euro): voor deze situatie schrijven de IASB en de RJ omrekening volgens de closing-rate method voor (IAS 21 / RJ 122). g De wet geeft geen specifieke voorschriften voor de wijze van omrekening, er is alleen voorgeschreven dat de grondslagen die voor de omrekening worden gehanteerd en de wijze waarop koersverschillen zijn verwerkt, in de toelichting worden vermeld (artikel 384.5). h De jaarrekening dient opgesteld te worden in de nationale geldeenheid (in casu: de euro), tenzij de werkzaamheid van de rechtspersoon of de internationale vertakking van de groep het rechtvaardigt dat een vreemde geldeenheid als rapporteringsvaluta wordt gehanteerd (artikel 362.7). i De posten van de jaarrekening moeten in de Nederlandse taal worden omschreven, tenzij de algemene vergadering tot het gebruik van een andere taal heeft besloten (artikel 362.7). j Nee, voor de gepubliceerde jaarrekening is de keuze van een vreemde taal beperkt tot het Frans, Duits of Engels (artikel 394.1). 111 © 2020 | Noordhoff Uitgevers bv Gedownload door: elisedentz | elise.dentz@outlook.com Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar. Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen V9 Promotion bv a 1 2 Gebouw • exclusief groot onderhoud € 900.000 × 24/25 = € 864.000 • groot onderhoud € 100.000 × 4/5 = € 80.000 –––––––– € 944.000 Latente belastingvordering uit hoofde van het gebouw: Bedrijfseconomische waardering gebouw € 944.000 Fiscale waardering gebouw € 1.000.000 × 24/25 = € 960.000 –––––––– € 16.000 × 20% = € 3.200 Latente belastingverplichting uit hoofde van de inventaris: Bedrijfseconomische waardering inventaris € 30.000 Fiscale waardering inventaris € 50.000 × 50% × 50%= € 12.500 –––––––– € 17.500 × 20% = € 3.500 ––––––– Per saldo latente belastingverplichtingen € 300 b De latente belastingvordering dient volledig in de balans opgenomen te worden, indien het waarschijnlijk is dat voldoende fiscale winst beschikbaar zal zijn voor volledige verrekening (RJ 272.306). c De wet stelt dat de grondslagen van waardering en winstbepaling slechts wegens gegronde redenen mogen worden veranderd (artikel 384.6). Aansluiting bij de richtlijnen van de Raad voor de Jaarverslaggeving geldt als een gegronde reden (RJ 140.206): de stelselwijziging is toelaatbaar. d Effecten Aan Overige reserves Aan Latente belastingverplichtingen e Investering Zichtbaar eigen vermogen Stille reserve inventaris Aanpassing voorzieningen naar schatting van Promotion Ontstaan belastinglatentie: 20% × € 22.000 = € 15.000 € 12.000 € 12.000 € 3.000 €100.000 € 10.000 –––––––– € 22.000 € 4.400 –––––––– Nettovermogenswaarde per 1 januari 2016 € 17.600 –––––––– Betaalde goodwill f € 150.000 € 117.600 –––––––– € 32.400 In de enkelvoudige balans is de voorziening voor latente belastingverplichtingen (impliciet) verwerkt in de nettovermogenswaarde. In de geconsolideerde balans is de post Deelneming Tours vervangen door de onderliggende activa en passiva van Tours, zodat de voorziening voor latente belastingverplichtingen dan wel als afzonderlijke post voorkomt. g Resultaat volgens de grondslagen van Tours Correcties: • Hogere afschrijving inventaris (1) • Grotere toevoeging aan voorzieningen (2) Lagere belastinglast (20%) € € 4.000 − € 5.000 − –––––––– € 9.000 − € 1.800 + –––––––– 25.000 € 7.200 − –––––––– € 17.800 112 © 2020 | Noordhoff Uitgevers bv Gedownload door: elisedentz | elise.dentz@outlook.com Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar. Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen (1) Promotion € 72.000 Tours € 100.000 × 1/3 = × 1/5 = € 24.000 € 20.000 –––––––– € 4.000 (2) Promotion € 30.000 Tours € 35.000 − € 20.000 = − € 30.000 = € 10.000 € 5.000 –––––––– € 5.000 h Resultatenrekening Promotion over 2020 Omzet Afschrijvingskosten: • Gebouw: - exclusief groot onderhoud - groot onderhoud • Inventaris • Goodwill Overige bedrijfskosten Beleggingsresultaat Resultaat uit deelneming Tours € € 900.000 × 1/25 = € 100.000 × 1/5 = € 50.000 × 1/5 = € 33.500 × 1/10 = € 36.000 € 20.000 € 10.000 € 3.350 € 350.000 € 15.000 € 18.250 –––––––––– € 113.900 € 25.330 –––––––––– € 88.570 € 130.000 − € 115.000 = Winst vóór aftrek van belasting Belastinglast * Nettowinst * Nominale druk Overdruk: • Afschrijving goodwill • Niet-aftrekbare bedrijfskosten Onderdruk: • Resultaat uit deelneming • Investeringsaftrek i Waardering per 31 december 2020: • Gebouw: Bedrijfseconomisch: - exclusief groot onderhoud € - groot onderhoud € • • € 113.900 × 20% = € 3.350 € 30.000 ––––––––– € 33.350 × 20% = € 17.800 € 2.800 ––––––––– € 20.600 × 20% = 500.000 − − − − − + + – € 22.780 € 6.670 € 4.120 ––––––––– € 25.330 900.000 × 23/25 = 100.000 × 3/5 = Fiscaal € 1.000.000 × 23/25 = Inventaris: Bedrijfseconomisch € 50.000 × 2/5 + € 10.000 = Fiscaal € 50.000 × 50% × 50% × 50% + € 10.000 = Effecten: Bedrijfseconomisch Fiscaal + − € 828.000 € 60.000 ––––––––– € 888.000 € 920.000 € 30.000 € 16.250 € 80.000 € 60.000 Latenties: • Gebouw 20% × (€ 888.000 − € 920.000) = € 6.400 actief • Inventaris 20% × (€ 30.000 − € 16.250) = € 2.750 passief • Effecten 20% × (€ 80.000 − € 60.000) = € 4.000 passief j Stand 1 januari 2020 Afwikkeling Stand 31 december 2020 € 4.400 (zie vraag e) € 1.800 (zie vraag g) ––––––– € 2.600 113 © 2020 | Noordhoff Uitgevers bv Gedownload door: elisedentz | elise.dentz@outlook.com Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar. Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen Of: Verschil boekwaarde herrekende balans en officiële balans van Tours: • Inventaris € 48.000 − € 40.000 = € 8.000 • Voorzieningen € 35.000 − € 30.000 = € 5.000 ––––––– 20% × € 13.000 = € 2.600 V11 Diervoeders bv a 1. Onderzoekskosten (RR) Aan Liquide middelen € 125.000 2. Ontwikkelingskosten (B) Aan Liquide middelen € 100.000 3 Overige reserves / Winstsaldo 2020 Aan Wettelijke reserves € 100.000 Rechten van intellectuele eigendom (B) Aan Liquide middelen € 150.000 b Machine Afschrijvingskosten Rentekosten Aan Leaseverplichtingen Aan Leasekosten c € 125.000 € 100.000 € 100.000 € 150.000 € 120.000 (€ 150.000 × 4/5) € 30.000 (€ 150.000 × 1/5) € 15.000 (€ 150.000 × 10%) € 125.430 (€ 150.000 – € 24.570 (€ 39.570 – € 15.000)) € 39.570 In de toelichting moet melding worden gemaakt van belangrijke, niet in de balans opgenomen, financiële verplichtingen die de onderneming voor een aantal toekomstige jaren is aangegaan (artikel 381.1); deze verplichting vervalt nu de verplichtingen uit de balans blijken. d Over de machine moet nu melding worden gemaakt van het feit dat Diervoeders van de (in de balans opgenomen) machine niet juridisch eigenaar is (artikel 366.2), bij offbalanceverwerking – als operational lease – is dit niet aan de orde. e Het afsluiten van het financial leasecontract leidt niet tot een mutatie in het kasstroomoverzicht; er is immers sprake van een niet-kastransactie. f Kasstroom uit operationele activiteiten Betaalde interest € 15.000 – Kasstroom uit financieringsactiviteiten Aflossingen langlopende schulden € 24.570 – g Liquide middelen Boekresultaat verkoop bestelauto’s Aan Bestelauto’s Aan Overlopende passiva € 180.000 € 15.000 (€ 125.000 – € 110.000) € 125.000 € 70.000 (€ 180.000 – € 110.000) h De machine wordt in de balans per 31 december 2018 opgenomen voor € 90.000. (de realiseerbare waarde ad € 90.000 is lager dan de boekwaarde ad € 125.000) Posten in de resultatenrekening over 2018: - Afschrijvingskosten - Bijzonder waardeverminderingsverlies i € 25.000 (€ 200.000 / 8) € 35.000 (€ 125.000 – € 90.000) De machine wordt in de balans per 31 december 2020 opgenomen voor € 75.000. (Boekwaarde: € 90.000 × 3/5 = € 54.000 Boekwaarde zonder waardeverminderingsverlies: € 200.000 × 3/8 = € 75.000) Posten in de resultatenrekening over 2020: - Afschrijvingskosten - Terugneming bijzonder waardeverminderingsverlies € 18.000 (€ 90.000 / 5) € 21.000 (€ 75.000 – € 54.000) 114 © 2020 | Noordhoff Uitgevers bv Gedownload door: elisedentz | elise.dentz@outlook.com Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar. Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen j 1 2 Geheel: de uitgaven worden gelijkmatig aan alle gebruiksjaren toegerekend. Gedeeltelijk: de uitgaven worden gelijkmatig toegerekend aan de gebruiksjaren 1 t/m 20, de gebruiksjaren 21 t/m 25 worden echter niet belast. 115 © 2020 | Noordhoff Uitgevers bv Gedownload door: elisedentz | elise.dentz@outlook.com Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar. Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen Uitwerkingen casussen 116 © 2020 | Noordhoff Uitgevers bv Gedownload door: elisedentz | elise.dentz@outlook.com Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar. Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen Casus C3 Greenfeed (bedragen luiden in € 1.000) a Kakigroen Kapitaalbelang Kakigroen Immateriële vaste activa: goodwill Aan Liquide middelen 6.000 4.000 Redcotrade Kapitaalbelang Redcotrade (40% van 20.000) Immateriële vaste activa: goodwill Aan Liquide middelen 8.000 4.000 10.000 12.000 b 1 Kakigroen Kakigroen moet worden gekwalificeerd als een deelneming met invloed van betekenis, tevens een groepsmaatschappij. Dit houdt het volgende in: • balanspresentatie als Deelneming in groepsmaatschappij onder Financiële vaste activa (artikel 367a); • waardering volgens de vermogensmutatiemethode i.c. tegen nettovermogenswaarde (artikel 389); • de volledige winst van Kakigroen komt als resultaat deelnemingen tot uitdrukking in de enkelvoudige resultatenrekening; • opnemen van een verloopoverzicht voor deelnemingen in groepsmaatschappijen onder vermelding van de ongerealiseerde herwaardering (artikel 368); • opstellen geconsolideerde jaarrekening waarin opgenomen de financiële gegevens van Kakigroen (artikel 406.1); • opnemen van NAW-gegevens van Kakigroen en de omvang van het belang in Kakigroen in de gecombineerde lijst van kapitaalbelangen/geconsolideerde deelnemingen (artikelen 379 en 414). 2 Redcotrade • • • • • • c presentatie in de enkelvoudige en geconsolideerde balans als Andere deelneming onder Financiële vaste activa (artikel 367b); waardering tegen actuele waarde (artikel 384.1); wijziging in de Reserve herwaardering deelneming als gevolg van vermogensmutaties bij Redcotrade; alleen het van Redcotrade ontvangen dividend wordt in de enkelvoudige en geconsolideerde resultatenrekening opgenomen als resultaat deelnemingen; opnemen van een verloopoverzicht voor andere deelnemingen onder vermelding van de ongerealiseerde herwaardering (artikel 368); opnemen van NAW-gegevens van Redcotrade, de omvang van het belang in Redcotrade, alsmede eigen vermogen en winst van Redcotrade in de lijst van kapitaalbelangen (artikel 379). Waarderingsmethodiek Kakigroen De volledige zeggenschap over Kakigroen berust bij Groenvoer. Waardering geschiedt daarom volgens de vermogensmutatiemethode tegen nettovermogenswaarde. Dit houdt in dat Groenvoer en Kakigroen beide dezelfde grondslagen van waardering en resultaatbepaling hanteren. Alle mutaties in het eigen vermogen van Kakigroen komen tot uitdrukking in de post Deelnemingen op de balans van Groenvoer. Waarderingsmethodiek Redcotrade Groenvoer heeft ondanks het belang van 40% geen zeggenschap in Redcotrade. De volle zeggenschapsrechten berusten namelijk bij de derde-aandeelhouder. In dat geval vindt waardering plaats volgens artikel 384.1, te weten verkrijgingsprijs of actuele waarde (in dit geval actuele waarde gegeven de door Groenvoer gekozen grondslagen). 117 © 2020 | Noordhoff Uitgevers bv Gedownload door: elisedentz | elise.dentz@outlook.com Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar. Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen d Toelichting: mutatieoverzicht Aankoopprijs Betaalde goodwill Kakigroen Redcotrade 10.000 4.000 –––––– 6.000 400 12.000 4.000 –––––– 8.000 Fair value per 1 januari 2020 Waardestijging deelneming idem: 40% van (22.100 – 20.000) Aandeel in resultaat over 2020 Interimdividend 2020 800 – Boekwaarde 31-12-2020 Som der herwaarderingen eind 2020 Toelichting: lijst van kapitaalbelangen Eigen vermogen eind 2020 Winst over 2020 840 300 –––––– 6.900 – –––––– 8.840 400 840 Tegenrekening Liquide middelen Immateriële vaste activa Herwaardering deelnemingen Resultaat deelneming Liquide middelen of Vordering 22.100 2.500 Balans per 31-12-2020 Immateriële vaste activa: goodwill Financiële vaste activa: Deelneming in groepsmaatschappij Andere deelneming 3.600 5.900 3.600 8.840 Resultatenrekening over 2020 Resultaat deelneming idem: 40% van 1.200 Afschrijving immateriële vaste activa e 800 400 480 400 Op grond van artikel 389.6 moet Groenvoer deze wettelijke reserve vormen voor de ingehouden winsten van haar deelnemingen onder voorwaarde dat • de uitkering daarvan niet door Groenvoer kan worden bewerkstelligd en • de desbetreffende deelnemingen worden gewaardeerd volgens de vermogensmutatiemethode. Voor de deelneming in Kakigroen betekent dit dat geen wettelijke reserve behoeft te worden aangehouden. Weliswaar vindt waardering van deze deelneming plaats volgens de vermogensmutatiemethode, maar gezien de volledige zeggenschap zou Groenvoer de uitkering van de ingehouden winst zonder belemmering kunnen bewerkstelligen. Voor de deelneming in Redcotrade betekent dit dat eveneens geen wettelijke reserve behoeft te worden aangehouden en wel op grond van het feit dat deze deelneming niet wordt gewaardeerd volgens de vermogensmutatiemethode. Derhalve bedraagt deze wettelijke reserve eind 2020 nihil. f Waarderingsmethodiek Kakigroen: overeenkomstig vraag c, maar gezien het feit dat Groenvoer nu historische kosten als waarderingsgrondslag hanteert, dienen de uitkomsten van Kakigroen te worden aangepast aan de grondslagen van Groenvoer. Dit betekent voor de balans eliminatie van de ongerealiseerde herwaardering, en voor de resultatenrekening eliminatie van de gerealiseerde waardestijging. Redcotrade: Groenvoer heeft geen zeggenschap in Redcotrade. In dat geval vindt volgens artikel 384.1 waardering plaats tegen verkrijgingsprijs of actuele waarde (in dit geval verkrijgingsprijs gegeven de door Groenvoer gekozen grondslagen). 118 © 2020 | Noordhoff Uitgevers bv Gedownload door: elisedentz | elise.dentz@outlook.com Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar. Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen Kakigroen Redcotrade Toelichting: mutatieoverzicht Aankoopprijs Betaalde goodwill Fair value per 1 januari 2020 Aandeel in resultaat over 2020: • winst o.b.v. actuele waarde • gerealiseerde waardestijging • aangepast resultaat Interimdividend 2020 10.000 4.000 –––––– 6.000 800 100 ––– – Boekwaarde 31-12-2020 Toelichting: lijst van kapitaalbelangen Eigen vermogen eind 2020 Winst over 2020 900 300 –––––– 5.600 12.000 – –––––– 12.000 Tegenrekening Liquide middelen Immateriële vaste activa Resultaat deelneming Liquide middelen of Vordering 22.100 2.500 Balans per 31-12-2020 Immateriële vaste activa Financiële vaste activa: Deelneming in groepsmaatschappij Andere deelneming 3.600 5.600 12.000 Resultatenrekening over 2020 Resultaat deelneming idem: 40% van 1.200 Afschrijving immateriële vaste activa 900 400 480 119 © 2020 | Noordhoff Uitgevers bv Gedownload door: elisedentz | elise.dentz@outlook.com Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar. Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen Casus C5 bv GreenGreen Tenzij anders is aangegeven, luiden de bedragen × € 1.000. a Verloop boekwaarde machines 1-1-2020 Aanschafprijs 2020 Afschrijving 31-12-2020 2021 Boekwaarde Afschrijving 31-12-2021 2022 Boekwaarde Afschrijving 31-12-2022 Verdere afloop: 2023 tot en met 2029 Boekwaarde 31-12-2029 Boekwaarde Afschrijving Resultatenrekening over Winst vóór afschrijving en aftrek belasting Afschrijving machines Winst vóór aftrek van belasting Belastinglast 20% Belastingschuld 20% Belastinglatentie: • 31-12-2020: 20% van (9 – 5) • 31-12-2021: 20% van (8 – 0) BE 10.000 1.000 –––––– 9.000 1.000 –––––– 8.000 1.000 –––––– 7.000 7.000 –––––– 0 Fisc 10.000 5.000 –––––– 5.000 5.000 –––––– 0 Verschil 4.000 ––––– 4.000 4.000 ––––– 8.000 – 1.000 –––––– ––––– 7.000 800 ––––– 800 800 ––––– 1.600 – 200 ––––– 1.400 – 7.000 ––––– 0 – 1.400 ––––– 0 –––––– 0 2020 BE 6.000 1.000 ––––– 5.000 1.000 Latentie 2021 Fisc 6.000 5.000 ––––– BE 6.000 1.000 ––––– Fisc 6.000 5.000 ––––– 1.000 5.000 1.000 1.000 200 800 200 1.600 2022 (prognose) BE Fisc Winst vóór afschrijving en aftrek van belasting 6.000 6.000 Afschrijving machines 1.000 0 ––––– ––––– Winst vóór aftrek van belasting 5.000 6.000 Belastinglast 20% 1.000 Belastingschuld 20% 1.200 Belastinglatentie 31-12-2022: 20% van (7 – 0) 1.400 b Afwijkingen tussen effectieve belastingdruk en belastingdruk volgens het toepasselijke tarief kunnen, bezien vanuit bedrijfseconomisch en fiscaal resultaat, de volgende oorzaken hebben: • permanente of definitieve verschillen tussen bedrijfseconomisch en fiscaal resultaat doordat de fiscus: – bepaalde faciliteiten verleent, zoals de toepassing van de deelnemingsvrijstelling, investeringsaftrek en dergelijke (onderdruk); – bepaalde bedrijfslasten niet als zodanig erkent die bedrijfseconomisch wél als last zijn behandeld, zoals boetes (overdruk); • permanente of definitieve verschillen tussen bedrijfseconomisch en fiscaal resultaat uit hoofde van toepassing van actuele waarde in de bedrijfseconomische jaarrekening, en wel in de variant waarbij de overdruk ten laste van het resultaat komt; • het effect van verliescompensatie in de volgende situaties: – in een jaar waarin fiscaal verlies optreedt, ontbreekt de mogelijkheid om dit te compenseren met fiscale winsten uit het voorafgaande boekjaar en uit voorzichtigheidsoverwegingen geen actieve latentie wordt opgevoerd (overdruk); – in een jaar waarin winst wordt gecompenseerd met fiscaal verlies uit het verleden waarvoor destijds geen actieve latentie was opgenomen (onderdruk); • tijdelijke verschillen tussen bedrijfseconomisch en fiscaal resultaat welke leiden tot een actieve latentie (vertraagde verwerking als last in de bedrijfseconomische jaarrekening); de actieve latentie over deze verschillen wordt voorzichtigheidshalve niet of niet geheel opgenomen op de balans; 120 © 2020 | Noordhoff Uitgevers bv Gedownload door: elisedentz | elise.dentz@outlook.com Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar. Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen • • • c effecten van wijzigingen van het belastingtarief met betrekking tot passieve en actieve belastinglatenties en tot waardering gebrachte verrekenbare verliezen; meer betaalde belasting dan beschikbaar was in de voorziening, bijvoorbeeld omdat deze was berekend tegen contante waarde; correcties van de belasting over voorgaande jaren waarvoor op dat moment een niet toereikende of te hoge balanspost was opgenomen. Eind 2021 beloopt het te verrekenen verlies € 10 mln. De fiscale winst over 2022 bedraagt € 6 mln, zodat eind 2022 nog een te verrekenen verlies van € 4 mln resteert. GreenGreen neemt eind 2022 uit hoofde van dit compensabel verlies een actieve latentie op, en wel voor 20% van € 4 mln = € 0,8 mln. De opbouw van de voorziening voor latente belastingen eind 2022 is dan als volgt: Passieve latentie u.h.v. machines Actieve latentie u.h.v. • reorganisatiekosten 1.500 × 20% = • voorwaartse verliescompensatie 1.400 300 800 ––––– Saldo passieve belastinglatentie eind 2022 d Resultatenrekening over 2022 BE 6.000 1.000 1.500 ––––– 3.500 Winst vóór afschrijving en aftrek van belasting Afschrijving machines Reorganisatiekosten Winst vóór aftrek van belasting Belastinglast • nominale druk: 20% van 3.500 = • onderdruk a.g.v. gebruikmaking van voorwaartse verliescompensatie in 2022: 20% van 6.000 (verrekend met winst over 2022) • onderdruk a.g.v. het alsnog waarderen van resterende compensabele verliezen (zie vraag c) – 1.200 – Journaalposten Inzake belastingverwerking 2022 Vpb last Vpb latentie • vrijval door lagere fiscale afschrijving • vorming actieve latentie a.g.v. reorganisatiekosten Aan Vpb schuld Inzake verliescompensatie in 2022 Vpb schuld Aan Vpb bate Inzake verliescompensatie in 2022 of later Vpb latentie Aan Vpb bate: 20% van 4.000 Fisc 6.000 0 0 ––––– 6.000 700 Winst na belasting Belastingschuld e 1.100 ––––– 300 800 ––––– – 1.300 ––––– 4.800 0 700 200 300 1.200 800 1.200 1.200 800 Toerekening in casu matching Als doel van het opvoeren van zowel actieve als passieve latenties wordt in de literatuur wel genoemd het presenteren van een belastingbedrag in de resultatenrekening dat via het geldende belastingtarief in een causale relatie staat tot het resultaat vóór belasting. Indien het fiscale resultaat naar verwachting tijdelijk afwijkt van het bedrijfseconomische resultaat, en men niettemin kiest voor het opnemen van een belastinglast in relatie tot het bedrijfseconomisch resultaat, dan kan men er niet omheen om voor het verschil tussen de belasting over het fiscale resultaat en die over het bedrijfseconomische resultaat een actieve dan wel passieve latentie te vormen. Deze redenering is dan in principe ook van toepassing op fiscale verliezen die in de toekomst kunnen worden verrekend met fiscale 121 © 2020 | Noordhoff Uitgevers bv Gedownload door: elisedentz | elise.dentz@outlook.com Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar. Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen winsten (carry forward). Dit leidt dan tot het opnemen van een actieve latentie over het compensabel verlies. In 2022 neemt GreenGreen evenwel een belastingbate op uit hoofde van verliescompensatie ter hoogte van € 2 mln, zijnde 20% van het in 2022 of later nog te verrekenen verlies ad € 10 mln. Hiermee doorbreekt GreenGreen het matchingbeginsel. De vennootschap heeft namelijk in het verliesjaar 2017, gegeven de tot en met 2021 gehanteerde grondslagen van waardering en resultaatbepaling, dit fiscaal compensabele verlies niet tot waardering gebracht voor zover dit verlies kon worden verrekend met toekomstige fiscale winsten. Ook in het verliesjaar was derhalve geen sprake van een goede matching. Zie ook het antwoord op vraag b, de derde bullet. Realisatie en voorzichtigheid Volgens het realisatiebeginsel zou de belastingbate uit hoofde van voorwaartse verliescompensatie, groot € 1 mln, pas als gerealiseerd mogen worden aangemerkt op het moment dat deze vordering zal worden verrekend met een toekomstige belastingschuld. Deze verrekening zal naar verwachting pas plaatsvinden in het jaar 2023 of later. Het reeds in 2022 verantwoorden van de daarmee samenhangende actieve latentie als belastingbate is derhalve in strijd met het realisatiebeginsel. Daarentegen handelt GreenGreen wél voorzichtig hetgeen is terug te voeren op het volgende. GreenGreen houdt bij de waardering van de actieve latentie uit hoofde van voorwaartse verliescompensatie tot en met 2021 geen rekening met eventuele, toekomstige fiscale winsten. In latere jaren activeert de vennootschap weliswaar vorderingen uit hoofde van verliescompensatie, maar alleen dan voor zover het waarschijnlijk is dat er toekomstige fiscale winst beschikbaar zal zijn waarmee de verliezen kunnen worden verrekend. Continuïteit Het waarderen van activa met toepassing van de ‘going concern’-gedachte (zie toelichting op machines in de casus) betekent dat de toekomst van de onderneming niet in gevaar komt. Een indicatie hiervoor ligt in de verwachting van het behalen van bedrijfseconomische winsten. Gegeven deze gedachte zou het fiscale resultaat voor 2023 en 2024 € 0,25 mln per jaar hoger zijn dan het bedrijfseconomische resultaat. In deze jaren valt immers de fiscale afschrijving van € 1 mln weg, maar is er daarentegen een extra fiscale last in verband met reorganisatie van € 0,75 mln. Voor de jaren 2025 tot en met 2029 zou het fiscale resultaat zelfs € 1 mln per jaar hoger zijn dan het bedrijfseconomische resultaat omdat dan de fiscale reorganisatiekosten eveneens wegvallen. Saldering en compensatie Volgens RJ 115.305 is saldering van actieve en passieve latenties verplicht indien en voor zover • de vennootschap over een deugdelijk juridisch instrument beschikt om het actief en de post van het vreemd vermogen gesaldeerd en simultaan af te wikkelen en • de vennootschap het stellige voornemen heeft om het saldo van vordering en verplichting simultaan af te wikkelen. Als argument vóór het salderen van actieve en passieve latenties wordt wel aangevoerd dat het toekomstige vorderingen op en toekomstige schulden aan de fiscus betreft, die dan als het ware in een ‘rekening-courant-verhouding-op-termijn’ worden verrekend. Argumenten tegen berusten op het feit dat de oorzaken van de aanwezige actieve en passieve latenties veelal van elkaar verschillen. Door salderen vertroebelt men in feite het inzicht in de achterliggende redenen en in de betekenis voor de financiële positie. Tevens ontbreekt inzicht in de langetermijnverhouding met de fiscus. Dit nadeel kan worden geneutraliseerd door het in de toelichting vermelden van de opbouw van de latentie. Indien de looptijden te veel uiteenlopen, moeten actieve latenties afzonderlijk worden opgenomen onder de rubriek Financiële vaste activa of Vlottende activa, en passieve latenties onder de post Voorzieningen. Bij de latentie onder de voorzieningen moet worden toegelicht in hoeverre de latentie langlopend is. f RJ 272.604, 272.607 en 115.305 schrijven voor dat een rechtspersoon (latente) belastingvorderingen en -verplichtingen dient te salderen indien het mogelijk is om de vordering en verplichting tegelijkertijd af te wikkelen én indien daartoe het stellige voornemen bestaat. In de situatie van herwaardering zal daar geen sprake van zijn. 122 © 2020 | Noordhoff Uitgevers bv Gedownload door: elisedentz | elise.dentz@outlook.com Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar. Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen Daarnaast zijn er nog enkele meer specifieke redenen aan te voeren op grond waarvan saldering niet toelaatbaar is: 1 Een actieve latentie uit hoofde van een tijdelijk winstverschil zal vroeg of laat tot een kasafrekening met de fiscus leiden in de vorm van minder verschuldigde belasting. Dit geldt in principe ook met betrekking tot carry forward. De voor compensatie noodzakelijke, tegengestelde kasstroom blijft bij een passieve latentie uit hoofde van herwaardering evenwel achterwege. 2 Het compenseren van een actieve latentie met een passieve latentie uit hoofde van herwaardering leidt tot – gedeeltelijke – realisatie van een waardestijging die nog niet in de vorm van een hogere kostprijs of afschrijving ten laste van het resultaat is gebracht. Dergelijke compensatie is dus strijdig met het realisatiebeginsel. 3 Op grond van artikel 390.3 is de herwaarderingsreserve (eventueel samen met de ten laste daarvan gevormde latentie) niet hoger dan de waardestijging die op dat moment nog in de desbetreffende activa is begrepen. Elke vermindering van de passieve latentie betekent een doorbreking van de wettelijke bepaling. 4 Indien de resterende passieve latentie tezamen met de herwaarderingsreserve onvoldoende is om waardedalingen te kunnen opvangen, leidt saldering van een actieve latentie uit hoofde van verliescompensatie met een passieve latentie uit hoofde van herwaardering tot aantasting van het voorzichtigheidsbeginsel. 123 © 2020 | Noordhoff Uitgevers bv Gedownload door: elisedentz | elise.dentz@outlook.com Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar. Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen Casus C7 Timber and Building Supplies Holland N.V. a Stelselwijziging van actuele waarde naar historische kosten Materiële stelselmatigheid: de wijziging betreft de toepassing van andere grondslagen van waardering. Gelijktijdige stelselmatigheid: door de prospectieve verwerking van de overgang van actuele waarde naar historische kosten bevatten de materiële vaste activa vanaf 2018 bedrijfsmiddelen die de actuele waarde op moment van overgang representeren, terwijl nieuw aangeschafte bedrijfsmiddelen tegen verkrijgingsprijzen worden gewaardeerd. Reclassificatie van activa en passiva Formele stelselmatigheid: de wijziging betreft de herrubricering en herpositionering van activa en passiva (en resultaten). Volgtijdelijke stelselmatigheid: de rubricering van activa en passiva (en resultaten) wordt van het ene op het andere jaar gewijzigd. b TABS verwerkt geen cumulatief effect bij de wijziging van de waardering van materiële vaste activa omdat de onderneming kiest voor prospectieve verwerking van de stelselwijziging. De RJ staat deze werkingsmethode in deze situatie toe (RJ 212.802). c Het cumulatief effect wordt berekend naar de stand aan het begin van het jaar waarin de stelselwijziging wordt doorgevoerd, in dit geval per 1 januari 2018. Op 1 januari 2018 bedraagt de herwaarderingsreserve voor de desbetreffende materiële vaste activa 16.489, overeenkomend met het cumulatief effect. d Herwaarderingsreserve Latente belastingen (20%, salderend bepaald) Aan Bedrijfsgebouwen en terreinen Aan Activa niet aan het productieproces dienstbaar e 16.489 4.122 20.373 238 De afschrijving is op twee manieren te berekenen: a door afleiding uit de wijziging van de herwaardering begrepen in de boekwaarde van de tot 2018 geherwaardeerde materiële vaste activa, en b door afleiding uit de vrijval uit de herwaarderingsreserve Methode a Herwaardering begrepen in de boekwaarde 31-12-2018 idem 1-1-2018 20.600 20.611 Vrijval door hogere afschrijving 2018 Afschrijving 2018 ten laste van resultaat (1.899 + 44) 1) 11 1.943 Afschrijving 2018 op basis van historische kosten 1.932 ad 1) Afschrijvingen 2018 zijn berekend op basis van een mengeling van voormalige actuele waarden (de ‘nieuwe’ historische kosten als gevolg van de prospectieve verwerking) en historische kosten (nieuwe investeringen in 2018). Methode b De herwaardering die is begrepen in de afschrijving materiële vaste activa 2018 bedraagt 10 × 100/80 13 Afschrijving geherwaardeerde materiële vaste activa 2018 1.943 Afschrijving 2018 op basis van historische kosten 1.930 Toelichting De afschrijving geherwaardeerde materiële vaste activa 2018 is berekend deels op basis van actuele waarden en deels op basis van historische kosten (zie uitleg bij methode a). De afschrijving 2018 op basis van actuele waarde is hoger dan die op basis van historische kosten. Het hogere bedrag leidt tot een realisatie van herwaardering; hiervoor vindt een overboeking plaats van de herwaarderingsreserve naar de overige reserves. Deze overboeking bedraagt voor 2018 een bedrag van 10. 124 © 2020 | Noordhoff Uitgevers bv Gedownload door: elisedentz | elise.dentz@outlook.com Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar. Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen Dit is de netto gerealiseerde herwaardering in 2018. Deze is berekend tegen 80% van de herwaardering die is begrepen in de afschrijving 2018. Alternatief is om bij de berekening van de bruto herwaardering een belastingtarief van 21,3% te hanteren, het tarief waartegen de belastinglatentie eind 2018 wordt gewaardeerd. De (afgeronde) uitkomst van 13 wijzigt daardoor overigens niet. f Herwaardering begrepen in de boekwaarde 31-12-2018 waarvan opgenomen in herwaarderingsreserve en als latente belastingen 20.600 16.211 4.389 Of: 20.600 à 21,3% = 4.388 (afrondingsverschil van 1) g Berekening vanuit de overboeking binnen het eigen vermogen Voor 2018 bedraagt deze overboeking van gerealiseerde herwaardering 10. Dit is de netto herwaardering berekend tegen 80%. De bruto gerealiseerde herwaardering bedraagt 11 (of 13); zie vraag e. Het verschil van 1 (of 3) is het belastingeffect dat wordt onttrokken aan de voorziening latente belastingen. Berekening door afleiding uit het verloopoverzicht materiële vaste activa Belastinglatentie over herwaardering - begin 2018: 20.611 × 0,20 (zie d) 4.122 - eind 2018: 20.600 × 0,21,3 (zie f) 4.389 Toevoeging aan latente belastingen in 2018 267 Deze toevoeging bestaat uit: - een onttrekking aan de herwaarderingsreserve t.g.v. de latente belastingen inzake tariefswijziging (zie toelichting herwaarderingsreserve) - onttrekking aan latente belastingen a.g.v. gerealiseerde herwaardering 268 –1 267 h Aanwijzing voor overdruk ten laste van het eigen vermogen is gelegen in het feit dat de overboeking van herwaarderingsreserve naar overige reserve ad 10 is berekend op basis van netto-herwaardering à 80%. De overige reserves worden niet aangevuld met restant van 20% om het brutoniveau te bereiken. i Volgens de grondslagen voor waardering van activa en passiva waardeert TABS de voorziening latente belastingen tegen het gewogen gemiddelde nominale toekomstige vennootschapsbelastingtarief (21,3% voor 2018). Deze grondslag wijkt voor de waardering van de belastinglatentie inzake bedrijfsgebouwen en terreinen af van 2017 waarin dit deel van de belastinglatentie wordt berekend tegen contante waarde. Dit betekent een stelselwijziging van waardering tegen contante waarde naar nominale waarde. Deze is in de jaarrekening 2018 niet als zodanig toegelicht. j Herwaarderingsreserve aan Voorziening latente belastingen 268 Herwaarderingsreserve aan Overige reserves 10 k 268 10 TABS beschouwt de negatieve goodwill als een voordeel ontstaan door een ‘lucky buy’. Dit voordeel valt vrij ten gunste van de winst- en verliesrekening naar rato van de gewogen gemiddelde resterende levensduur van de verworven afschrijfbare activa. Deze behandeling geldt dat deel van de negatieve goodwill dat niet hoger is dan de reële waarde van de identificeerbare niet-monetaire activa. TABS neemt over de afwikkeling van negatieve goodwill de volgende passage op in haar grondslagen: “De negatieve goodwill valt vrij over de resterende afschrijvingstermijn van de vaste activa.” 125 © 2020 | Noordhoff Uitgevers bv Gedownload door: elisedentz | elise.dentz@outlook.com Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar. Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen l IFRS 3 bepaalt dat negatieve goodwill direct ten gunste van het resultaat wordt gebracht. Geconsolideerde balans per 31 december 2018 Kortlopende schulden en overlopende passiva neemt af met Onverdeeld resultaat neemt af met Overige reserves nemen toe met Geconsolideerde winst-en-verliesrekening 2018 Overige bedrijfskosten nemen toe met Nettoresultaat na belastingen neemt af 26.066 1.803 27.869 1.803 1.803 126 © 2020 | Noordhoff Uitgevers bv Gedownload door: elisedentz | elise.dentz@outlook.com Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar. Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen Casus C9 Coöperatie Koninklijke Cosun U.A. Tenzij anders vermeld, luiden bedragen in miljoenen euro’s. a Cosun activeert slechts onderhoudskosten indien zij de gebruiksduur van een object verlengen. Bij toepassing van de componentenbenadering wordt de aanschafprijs opgedeeld in afzonderlijke componenten met verschillende gebruiksduren. Deze gebruiksduren worden vooraf geschat. Zich naderhand voordoende uitgaven voor groot onderhoud worden wederom afgeschreven over de geschatte gebruiksduur hetgeen op zich niet leidt tot verlenging van de gebruiksduur van het object. Met het gebruik van het woord ‘slechts’ sluit Cosun de activering van andere onderhoudskosten uit, dus ook toepassing van de componentenbenadering. b RJ onderkent (voor boekjaar 2018) drie manieren van verwerken van groot onderhoud in de jaarrekening: de componentenbenadering, het vormen van een voorziening groot onderhoud en het rechtstreeks als resultaat verwerken van kosten groot onderhoud in de winst- en verliesrekening (de laatste methode is met ingang van boekjaren die beginnen op of na 1 januari 2019 overigens niet meer toegestaan). Indien Cosun niet voor één van beide eerstgenoemde methoden zou hebben gekozen, resteert de methode van het rechtstreeks verwerken in de winst- en verliesrekening. c Bij het antwoord op vraag b is geconcludeerd dat Cosun de kosten van groot onderhoud rechtstreeks in de winst- en verliesrekening verwerkt. Door het fiscaal vormen van een voorziening voor groot onderhoud wordt de kosten fiscaal eerder genomen dan bedrijfseconomisch en ontstaat er daardoor een latente belastingverplichting, die ten laste van het resultaat wordt gevormd. d Met ingang van boekjaar 2019 moet Cosun een stelselwijziging toepassen naar een alternatieve methode: • componentenbenadering: verwerking geschiedt prospectief, dus zonder verwerking van cumulatief effect. • vormen van voorziening groot onderhoud: verwerking geschiedt retrospectief, met verwerking van het cumulatief effect in het eigen vermogen, rekening houdend met belastingeffect. Bij overgang naar de componentenmethode blijft een belastinglatentie bestaan, die overigens niet gelijk hoeft te zijn aan de passieve belastinglatentie eind 2018. Bij overgang naar de voorzieningenmethode verdwijnt de eind 2018 aanwezige passieve belastinglatentie wel, mits de bedrijfseconomische en fiscale voorziening na verwerking van de stelselwijziging per 1 januari 2019 overeenkomen. e In de toelichting op de geconsolideerde balans onder Financiële vaste activa geeft Cosun bij de toelichting op de post Deelnemingen informatie over de participatie in het fonds voor € 1,5 mln. Aangegeven wordt dat dit belang – omdat er geen invloed van betekenis (op het zakelijke en financiële beleid) wordt uitgeoefend – wordt gewaardeerd tegen verkrijgingsprijs minus eventuele bijzondere waardeverminderingen. De aankoop van de participatie is derhalve in de balans opgenomen voor de verkrijgingsprijs van € 1,5 mln. f indien Cosun zelf de aankoop van het belang in GreenProtein had gedaan, zou dit als mutatie zichtbaar moeten zijn in de toelichting op de enkelvoudige jaarrekening bij de posten Goodwill en Deelnemingen in groepsmaatschappijen. Dergelijke mutaties ontbreken in de enkelvoudige jaarrekening. Daarentegen komt in de geconsolideerde jaarrekening onder de post Goodwill een investering van € 1,5 mln voor, hetgeen overeenkomt met de betaalde goodwill bij de aankoop van de aandelen GreenProtein. Hieruit valt af te leiden dat de aankoop van het belang door een geconsolideerde groepsmaatschappij van Cosun moet zijn gedaan. 127 © 2020 | Noordhoff Uitgevers bv Gedownload door: elisedentz | elise.dentz@outlook.com Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar. Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen g Goodwill Materiële vaste activa Voorraden Vorderingen Liquide middelen (meegekocht) aan Voorzieningen aan Schulden aan Liquide middelen (betaalde overnamesom) 1,5 2,1 0,6 0,3 1,8 h Aankoop participatie CV Aankoop GreenProtein Liquide middelen, begrepen in nettovermogenswaarde 2,5 1,9 1,9 1,9 1,8 1,5 Kasuitstroom per saldo 0,1 Kasuitstroom investering twee belangen 1,6 Participatie CV: uitgaande kasstroom komt overeen met de verkrijgingsprijs. GreenProtein: uitgaande kasstroom is overnamesom minus ontvangen geldmiddelen. i De mutatie ‘Aandeel in resultaat deelnemingen en ontvangen dividend -0,5’ is het saldo van twee componenten, namelijk het aandeel in het resultaat en het ontvangen dividend. Het aandeel in het resultaat betreft de niet-geconsolideerde deelnemingen waarin Cosun invloed van betekenis op het zakelijke en financiële beleid kan uitoefenen. Cosun waardeert deze deelnemingen tegen nettovermogenswaarde. Bij toepassing van deze methode wordt het aandeel in het resultaat gemuteerd in de boekwaarde van de deelneming met gelijktijdige verwerking in de winst- en verliesrekening. Voor 2018 bedraagt het aandeel in het resultaat deelnemingen € 0,2 mln positief. Per saldo resteert het ontvangen dividend 2018 van € 0,7 mln, zijnde het verschil tussen de mutatie van € 0,5 mln negatief en het aandeel in het resultaat van € 0,2 mln positief. j 1 2 In de geconsolideerde winst- en verliesrekening 2018 is een negatief bedrag van 1,8 mln opgenomen als Aandeel derden in resultaat. Dit betreft een correctie op volledig meegeconsolideerde positieve resultaten van niet-100% groepsmaatschappijen waarvan een deel toekomt aan derden-aandeelhouders; of In de toelichting op de geconsolideerde balans is het verloop van de post Minderheidsbelang derden over 2018 opgenomen. Hierin staat een mutatie van 1,8 positief wegens ‘Aandeel in resultaten’; met dit bedrag neemt de boekwaarde van het aan derden toekomende deel van de nettovermogenswaarde van volledig geconsolideerde, niet-100% groepsmaatschappijen toe. Dit is het geval indien deze groepsmaatschappijen per saldo een positief resultaat genereren. 128 © 2020 | Noordhoff Uitgevers bv Gedownload door: elisedentz | elise.dentz@outlook.com Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar. Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen Casus C11 Swinkels Family Brewers Holding N.V. a In haar geconsolideerde winst- en verliesrekening hanteert Swinkels het categoriale model. Hierin staan de kostensoorten die verband houden met de productie en niet de kosten die zijn gerelateerd aan de verkopen. Als de niveaus van productie en verkoop niet overeenstemmen (hetgeen doorgaans het geval is) ontstaat een mismatch van kosten en opbrengsten. Om deze foutieve matching te repareren, neemt Swinkels ter grootte van de geldswaarde van beschreven niveauverschil een correctiepost op onder de bedrijfsopbrengsten, namelijk Mutatie voorraden product in bewerking en gereed product. b Voorraden 31-12-2018 - product in bewerking - gereed product Voorraden 31-12-2017 - product in bewerking - gereed product 7.743 33.795 41.538 5.832 29.072 34.904 Toename voorraden 6.634 Deze toename van de voorraden in 2018 komt overeen met het positieve bedrag van de Mutatie voorraden product in bewerking en gereed product in de geconsolideerde winsten verliesrekening 2018. c De uitgaande kasstromen in het geconsolideerde kasstroomoverzicht 2018 als gevolg van verwerving groepsmaatschappijen bedraagt 11.273. In toelichting 25 Deelnemingen in groepsmaatschappijen van de enkelvoudige jaarrekening ontbreekt een toevoeging wegens een investering in een deelneming. Dit betekent dat in 2018 niet de vennootschap zelf de aankoop van het belang in Bier & Co heeft gedaan, maar dat deze aankoop elders in de groep door een dochtermaatschappij van Swinkels moet hebben plaatsgevonden. d Om de journaalpost te kunnen maken, zijn gegevens nodig over de verkrijgingsprijs (zie onder de grondslagen kopje Fusies en overnames: 11.273), de reële waarde van de identificeerbare activa en verplichtingen (niet gegeven in de casus) en de uit beide bedragen afgeleide goodwill (zie toelichting 1 Immateriële vaste activa kopje Goodwill: 11.267). Met behulp van deze gegevens is de verwerking in de jaarrekening van de desbetreffende dochtermaatschappij, in journaalpostvorm: Deelneming in groepsmaatschappij Bier & Co (saldo) Goodwill Aan Liquide middelen 6 11.267 11.273 e De eerste waardering van het belang in Bier & Co bestaat uit het saldo van reële waarden van de identificeerbare activa en verplichtingen. Swinkels neemt de financiële gegevens van dit belang volgens de integrale methode op in haar geconsolideerde jaarrekening. Deze methode houdt in dat de onderliggende activa en verplichtingen volledig in de consolidatie worden betrokken. Voor twee actiefposten komt dit tot uitdrukking via de toelichting op afzonderlijke posten van de geconsolideerde jaarrekening onder de kopjes Immateriële vaste activa en Materiële vaste activa. Hierin staan twee regels Nieuwe consolidatie, respectievelijk 360 en 180, beide deel uitmakend van de eerste waardering (overigens samen met andere, hier niet benoemde posten). f Volgens de toelichting op de immateriële vaste activa schrijft Swinkels betaalde goodwill lineair af over de geschatte economische levensduur van twintig jaar. Aankoop van het belang in Bier & Co vindt plaats op 3 oktober 2018. Over 2018 bedraagt de afschrijving van dit deel van de goodwill: 11.267 / 20 × 3/12 = 141. g Van de afschrijving goodwill 2018 ad 1.405 kan 1.264 (1.405 – 141) worden toegerekend aan goodwill, ander dan die van Bier & Co. De aanschafwaarde begin 2018 bedraagt 4.433; bij een economische levensduur van twintig jaar zou de afschrijving voor 2018 222 129 © 2020 | Noordhoff Uitgevers bv Gedownload door: elisedentz | elise.dentz@outlook.com Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar. Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen moeten bedragen hetgeen belangrijk afwijkt van 1.264. Laatstgenoemd bedrag past eerder bij een economische levensduur van nog net geen vier jaar. h Voor een mogelijke reden om het 51%-belang in Kestedemena niet mee te consolideren kan worden teruggevallen op artikel 2:407 lid 1 BW dat vrijstellingen inzake de consolidatiekring behandelt: • het belang is van te verwaarlozen betekenis voor het geheel. Swinkels voert in de toelichting deze reden aan. • de benodigde financiële gegevens zijn slechts tegen onevenredige kosten of met grote vertraging te verkrijgen of te ramen. N.B. De consolidatievrijstelling op grond van voorgenomen vervreemding van het belang is bij Swinkels niet van toepassing. Om hiervan gebruik te maken moet aan een aantal voorwaarden worden voldaan die bij Swinkels niet van toepassing zijn. i Niet-100% integraal geconsolideerde deelnemingen hebben in 2017 en 2018 gezamenlijk en per saldo een positief resultaat behaald. In de geconsolideerde winst- en verliesrekeningen over 2017 en 2018 toont de post Aandeel derden in resultaat namelijk negatieve bedragen van respectievelijk 2.937 en 1.495. Deze bedragen betreffen het aandeel in de volledig meegeconsolideerde positieve resultaten van niet-100% groepsmaatschappijen; dit aandeel komt niet toe aan Swinkels. j Het minderheidsbelang derden en aandeel van derden in resultaat in boekjaar 2018 betreffen: • Habesha Breweries SC te Addis Abeba. Dit is een 61%-deelneming waarvan de activa en de verplichtingen, alsmede de resultaten volledig zijn meegeconsolideerd. 39% daarvan komt evenwel niet toe aan Swinkels hetgeen via de posten Minderheidsbelang derden en Aandeel van derden in resultaat wordt gecorrigeerd. • Latis LLC te Richfield. Dit is een 90%-deelneming waarvan de activa en de verplichtingen, alsmede de resultaten volledig zijn meegeconsolideerd. 10% daarvan komt evenwel niet toe aan Swinkels hetgeen via de posten Minderheidsbelang derden en Aandeel van derden in resultaat wordt gecorrigeerd. Swinkels vermeldt deze niet-100% integraal geconsolideerde deelnemingen in toelichting 25 Deelnemingen in groepsmaatschappijen van de enkelvoudige jaarrekening. N.B. Consolidatie van het belang in Palm N.V. leidt volgens Swinkels wegens een 100% economisch belang in deze onderneming niet tot het opnemen van een belang van derden, zowel in de geconsolideerde balans als in de geconsolideerde winst-enverliesrekening. Zie toelichting 25 van de enkelvoudige jaarrekening. Zie ook vraag k. k De inleidende tekst over de overname van Palm in 2016 spreekt van de volgende afspraken over de overname: overdracht van 60% van de aandelen in 2016 en de resterende 40% in 2021. Bij de verwerking van een minderheidsbelang zijn de op balansdatum verworven rechten op economische voordelen van Palm doorslaggevend. De casus verstrekt geen verdere bijzonderheden over de overname, zodat geen duidelijkheid bestaat over een eventuele overgang van deze rechten op de koper. De benadering van Swinkels om Palm, ondanks het juridische belang van 60%, economisch als 100% eigendom van de groep te beschouwen, suggereert deze overgang wel. Deze veronderstelling rechtvaardigt het integraal consolideren, evenwel zonder minderheidsbelangen op te nemen. Zonder kennisneming van de afspraken tussen beide partijen is het niet vast te stellen of de houders van de resterende 40% aandelen over de jaren 2016 tot en met 2021 een vergoeding van nihil accepteren. Tevens bestaat onduidelijkheid over de risico’s van de bedrijfsvoering bij Palm; zijn deze ook voor rekening van Swinkels? Uit de jaarrekening 2018 valt af te leiden dat in 2016 het belang in Palm voor 100% is geactiveerd. Betaling geschiedt deels in 2016 en deels in 2021. Voor het resterende deel van de koopsom is in de balans een uitgestelde betalingsverplichting opgenomen. Conclusie: indien feitelijk alle rechten op economische voordelen en risico’s van de bedrijfsvoering bij Palm vanaf 2016 voor rekening van Swinkels zijn, dan is het nietopnemen van minderheidsbelang derden in de geconsolideerde jaarrekening van Swinkels verdedigbaar. l Swinkels waardeert de uitgestelde betalingsverplichting tegen contante waarde, echter zonder vermelding van de disconteringsvoet. Deze valt af te leiden uit de toename van de amortisatiewaarde eind 2018 (37.631) ten opzichte van eind 2017 (37.264). Hieruit volgt een oprenting van 1%, tevens de disconteringsvoet. De verplichting vervalt op 9 mei 2021; de omvang van de uiteindelijke betaling wordt bepaald door jaarlijks de verplichting op te renten met 1%. 130 © 2020 | Noordhoff Uitgevers bv Gedownload door: elisedentz | elise.dentz@outlook.com Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar. Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen Verplichting 31-12-2018 Oprenting 2019 1% 37.631 376 Verplichting 31-12-2019 Oprenting 2020 1% 38.007 380 Verplichting 31-12-2020 Oprenting tot 1-5-2021 1% gedurende 4 maanden 38.387 Verplichting 9 mei 2021 38.515 128 m Belastingen (WV) 11.777 Voorziening latente belastingverplichtingen (B) 2.008 Aan Te betalen belastingen (B) Bedragen zijn terug te vinden in toelichting 13 Belastingen. 13.785 n1 Effectieve belastingdruk 2018: 11.777 / 49.476 × 100% = 23,8% 2 Gewogen gemiddelde toepasselijke belastingtarief 2018: (12.349 + 131) / 49.476 × 100% = 25,2% o De voorziening latente belastingverplichtingen wordt vóór de daling berekend tegen 25%. In de balans is dit deel van de totale voorziening berekend tegen 23%, een daling van 2%, met een equivalent bedrag van 192. Het deel van de voorziening, na toepassing van de tariefsdaling, bedraagt: 192 × 23/2 = 2.208. p Mogelijke verklaringen voor het verschil tussen belastinglast en betaalde belasting: • mutatie in de voorziening latente belastingverplichtingen (toelichting 13) • toe- en/of afneming te betalen/te vorderen belasting in 2018 • nieuwe consolidatie van belastingen in balans en winst- en verliesrekening in verband met overnames q Het aandeel in resultaat deelnemingen van 120 heeft betrekking op niet-geconsolideerde deelnemingen die worden gewaardeerd tegen nettovermogenswaarde, een vorm van de vermogensmutatiemethode. Dit zijn deelnemingen waarop invloed kan worden uitgeoefend op het zakelijk en financieel beleid; dit wordt verondersteld bij zeggenschap van tenminste 20%. In 2018 betreft dit de volgende niet-geconsolideerde deelnemingen volgens toelichting 3: • Brouwerij De Molen B.V. 35% • Kestedemena Beverage Products Import & Export PLC 51% r Deelnemingen in groepsmaatschappijen Aan Resultaat deelnemingen Aan Reserve omrekenverschillen Aan Overige reserves s Reserve omrekeningsverschillen Verwijzing naar toelichtingen 3 (mutatie koersresultaat deelnemingen), 25 (mutatie omrekenverschillen) en 29 (mutatie in eigen vermogen). 37.321 36.849 406 66 Andere wettelijke reserves (waaronder wettelijke reserve ingehouden winst deelnemingen) Verwijzing naar toelichting 3 (aandeel in resultaat deelnemingen met 35% en 51% belang, waarvan de winstuitkering door het ontbreken van beslissende zeggenschap niet kan worden bewerkstelligd). N.B. Swinkels noemt in de toelichting op de Andere wettelijke reserves nog een andere oorzaak: de winst of vermogensvermeerdering door de deelneming zelf is niet verwerkt in haar eigen jaarrekening. Deze verklaring zou inhouden dat Swinkels ten behoeve van aanpassingen naar nettovermogenswaarde van deelnemingen resultaten heeft gecreëerd die de deelneming zelf niet kent, en derhalve ook niet kan uitkeren. t Binnen het eigen vermogen overboeken van de reserve omrekenverschillen naar de overige reserves. 131 © 2020 | Noordhoff Uitgevers bv Gedownload door: elisedentz | elise.dentz@outlook.com Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar. Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen u Nettoresultaat (toekomend aan de rechtspersoon) Verwateringsresultaat deelneming Omrekeningsverschillen buitenlandse deelnemingen Totaalresultaat van de rechtspersoon v 36.324 66 406 36.796 De jaarrekening heeft als doel informatie te verschaffen over de financiële prestaties van de onderneming. De winst- en verliesrekening draagt bij aan dit doel door het weergeven van baten en lasten gedurende een boekjaar. De wet- en regelgeving benoemen evenwel bepaalde baten en lasten die buiten de winst- en verliesrekening mogen dan wel moeten worden gehouden, en die rechtstreeks in het eigen vermogen worden verwerkt. Teneinde een goed inzicht te geven in de door de onderneming geleverde prestaties in een boekjaar worden baten en lasten die zijn verwerkt in de winst- en verliesrekening, samen met baten en lasten die rechtstreeks in het eigen vermogen zijn verwerkt, in één overzicht gepresenteerd; het overzicht van het totaalresultaat. 132 © 2020 | Noordhoff Uitgevers bv Gedownload door: elisedentz | elise.dentz@outlook.com Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar. Powered by TCPDF (www.tcpdf.org)