Uploaded by C Van bokhoven

Stuvia-1219382-antwoorden-vraagstukken-9e-druk-jaarverslaggeving-peter-epe.-druk-9

advertisement
Antwoorden vraagstukken 9e druk
Jaarverslaggeving Peter Epe. Druk 9
geschreven door
MvdMH
www.stuvia.com
Gedownload door: elisedentz | elise.dentz@outlook.com
Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar.
Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen
Dr. Peter Epe RA
Wim Hoffmann RA
Jaarverslaggeving Opgaven
Uitwerkingen docent
Negende druk
Noordhoff Groningen/Utrecht
Gedownload door: elisedentz | elise.dentz@outlook.com
Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar.
Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen
Inhoud
1
Externe verslaggeving: relaties met andere vakgebieden en ontwikkeling 3
Deel 1
Bedrijfseconomische en juridische grondslagen van de externe verslaggeving 6
2 Waarde en winst 7
3 Verslaggevingsprincipes van de boekhoudkundige waarde- en winstbepaling 10
4 Regelgevers en toezichthouders 14
5 Regelgeving: materiële en formele aspecten van de publicatieplicht 17
Deel 2
De basisoverzichten van de externe verslaggeving: balans, resultatenrekening en
kasstroomoverzicht 21
6 Vaste activa 22
7 Vlottende activa 29
8 Eigen vermogen 37
9 Vreemd vermogen 40
10 Resultatenrekening 44
11 Kasstroomoverzicht 46
Deel 3
Winst- en vermogensbepaling in geval van prijsfluctuaties 49
12 Instandhoudingsdoelstellingen en waarderingsgrondslagen 50
13 Historischekostenstelsel 52
14 Vervangingswaardestelsel 59
15 Overige winstbepalingsstelsels 65
Deel 4
Concernvorming 71
16 Kapitaalbelangen 72
17 Consolidatie 79
Deel 5
Overige onderwerpen 87
18 Vreemde valuta 88
19 Winstbelasting 96
Hoofdstukoverstijgende vraagstukken 106
Casussen 116
De uitwerkingen van de in het opgavenboek met een sterretje aangeduide vraagstukken en
casussen – bedoeld voor zelfstudie – zijn beschikbaar voor de studenten op de website:
www.jaarverslaggeving.noordhoff.nl.
© 2020 | Noordhoff Uitgevers bv
Gedownload door: elisedentz | elise.dentz@outlook.com
Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar.
2
Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen
1
Externe verslaggeving: relaties met andere
vakgebieden en ontwikkeling
1.1
Een handelsonderneming
a
Balans per 31 december 2020 (bedragen × € 1.000)
Vaste activa
Gebouwen
Auto’s
336
90
–––
Vlottende activa
Voorraad
Debiteuren
Liquide middelen
100
90
299
–––
426
625
Eigen vermogen
Langlopende schulden
9%-hypothecaire lening
Kortlopende schulden
Crediteuren
180
110
489
–––
915
–––
915
Toelichting:
• Gebouwen: € 352.000 – € 16.000 = € 336.000
• Auto’s: € 150.000 – € 60.000 = € 90.000
• Voorraad: 2 000 (3 000 + 18 000 – 19 000) × € 50 = € 100.000
• Debiteuren: € 1.900.000 – € 1.810.000 = € 90.000
• Liquide middelen:
Saldo 1 januari 2020
€
83.000
Ontvangsten:
– Debiteuren 1 januari 2020
€
85.000
– Uit hoofde van verkopen in 2020
€ 1.810.000
– Storting privégeld eigenaren
€
50.000
Uitgaven:
– Crediteuren 1 januari 2020
€ 165.000
– Uit hoofde van inkopen in 2020
€ 790.000
– Uitgekeerde winst over 2019
€
40.000
– Aflossing lening
€
20.000
– Interest lening
€
18.000
– Lonen en sociale lasten
€ 696.000
––––––––––
Saldo 31 december 2020
€ 299.000
• Eigen vermogen: Saldopost
• 9% hypothecaire lening: € 200.000 – € 20.000 = € 180.000
• Crediteuren: € 900.000 – € 790.000 = € 110.000
b Eigen vermogen 31 december 2020
Eigen vermogen 1 januari 2020
Vermogenstoename
Stortingen
Onttrekkingen
Winst 2020
+
+
+
–
–
–
–
–
–
€ 625.000
€ 455.000 –
––––––––
€ 170.000
€ 50.000 –
€ 40.000 +
––––––––
€ 160.000
© 2020 | Noordhoff Uitgevers bv
Gedownload door: elisedentz | elise.dentz@outlook.com
Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar.
3
Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen
Gedownload door: elisedentz | elise.dentz@outlook.com
Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar.
Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen
c
Resultatenrekening over 2020
Opbrengst verkopen
Kostprijs verkopen
Lonen en sociale lasten
Interestlasten
Afschrijvingen:
• Gebouwen
• Auto’s
19 000 × € 100 =
19 000 × € 50 =
9% van € 200.000 =
4% van € 400.000 =
40% van € 150.000 =
€ 950.000
€ 696.000
€ 18.000
€ 16.000
€ 60.000
––––––––
Winst
€ 1.900.000
€ 1.740.000
––––––––––
€ 160.000
Vraagstuk 1.2 Broekhuis Holding nv
a
1
RTV =
winst vóór aftrek van belasting + betaalde interest
× 100%
gemiddeld totale vermogen
17.772
× 100% =
4,8%
368.976
2 REV vóór aftrek van belasting
winst vóór aftrek van belasting
=
× 100%
gemiddeld eigen vermogen
=
15.639
× 100% =
22,2%
70.572
3 REV na aftrek van belasting
nettowinst
=
× 100%
gemiddeld eigen vermogen
=
=
12.040
× 100% =
17,1%
70.572
b Dit wordt veroorzaakt door de afwijking van de rentabiliteit van het vreemd vermogen
(RVV) ten opzichte van de rentabiliteit van het totale vermogen (RTV).
2.133
× 100% = 0,7%.
De RVV is
298.404
Omdat de vreemdvermogenverschaffers een lagere vergoeding eisen voor het ter
beschikking stellen van hun vermogen dan de RTV, komt de rentabiliteit van het
eigen vermogen vóór aftrek van belasting hoger uit dan de RTV. Men spreekt in dit
verband van een positieve hefboomwerking.
c
1
2
Vlottende activa
195.672
= = 0,95
Kortlopende verplichtingen
205.891
Als norm wordt wel gesteld dat de current ratio ongeveer 1,5 à 2 moet zijn; de
current ratio van Broekhuis zit hier per 31 december 2018 ver onder.
Bij de berekende current ratio dienen nog enkele kanttekeningen geplaatst te
worden:
• De vlottende activa bestaan voor ruim 80% uit onverkochte auto’s. Het zal nog
even duren voordat het in de voorraden geïnvesteerde vermogen in geldvorm
vrijkomt.
• Onder de voorzieningen kunnen op korte termijn betalingsverplichtingen
schuilen; deze dienen voor de berekening van de current ratio te worden
meegenomen.
• De current ratio houdt geen rekening met mogelijke dispositieruimte op
rekening-courantkredieten.
Current ratio =
Verder is het van belang op te merken dat het bepalen van de liquiditeit aan de
hand van de balans (statische liquiditeit) slechts een momentopname is; zo
worden bijvoorbeeld financiële verplichtingen die kort na balansdatum ontstaan,
zoals uitgaven ten behoeve van het productieproces en loonbetalingen, niet in de
beoordeling betrokken. De liquiditeit is daarom beter te beoordelen aan de hand
van een liquiditeitsbegroting (dynamische liquiditeit) en met behulp van een
kasstroomoverzicht (zie hoofdstuk 11).
© 2020 | Noordhoff Uitgevers bv
Gedownload door: elisedentz | elise.dentz@outlook.com
Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar.
4
Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen
d 1
2
e
1
2
3
Eigen vermogen
70.572
= = 0,19
Totaal vermogen
368.976
Voor de verhouding eigen vermogen : totaal vermogen wordt vaak een minimale
norm van 1/4 voor een arbeidsintensieve onderneming als Broekhuis gehanteerd.
De verhouding van Broekhuis per 31 december 2018 zit hier onder. Bij de
beoordeling speelt echter ook de rentabiliteit een rol. Bij een hogere rentabiliteit is
een lagere verhouding eerder acceptabel.
De rentabiliteit van het totale vermogen zal verslechteren omdat het resultaat
daalt, terwijl het totale vermogen ongewijzigd blijft.
De rentabiliteit van het eigen vermogen verslechtert eveneens omdat – bij een
rentabiliteit kleiner dan 100% – de negatieve werking van de daling van het
resultaat sterker doorwerkt op de rentabiliteitsberekening dan de positieve
werking van de daling van het eigen vermogen.
Indien het extra gegeven ertoe leidt dat op korte termijn de betalingsverplichtingen
toenemen, heeft dit een negatieve werking op de liquiditeit.
De solvabiliteit verslechtert door de toename van het vreemd vermogen en de
hieraan gelijke afname van het eigen vermogen.
Zowel het resultaat (door de lagere afschrijvingskosten) als het (eigen en totaal)
vermogen (door de hogere boekwaarde) zullen stijgen:
• De rentabiliteit van het (eigen en totaal) vermogen zal – bij een rentabiliteit
kleiner dan 100% – stijgen omdat de positieve werking van de stijging van het
resultaat sterker doorwerkt dan de negatieve werking van de toename van het
vermogen.
• De liquiditeit verandert niet.
• De solvabiliteit verbetert omdat het eigen vermogen toeneemt, terwijl het
vreemd vermogen gelijk blijft.
Door de daling van het vreemd vermogen en daarmee van het totaal vermogen
verbetert de rentabiliteit van het totale vermogen, terwijl de rentabiliteit van het
eigen vermogen onveranderd blijft.
De liquiditeit ondergaat in wezen geen verandering. De current ratio (zoals bij
vraag c1 berekend en die veelal als indicatie wordt gebruikt bij de beoordeling van
de liquiditeit) komt echter lager uit. Bij een current ratio van hoger dan 1 zou de
current ratio juist hoger uitgekomen zijn; een dergelijke gebeurtenis wordt daarom
vaak aangeduid als ‘window dressing’.
De solvabiliteit verbetert door de afname van het vreemd vermogen.
© 2020 | Noordhoff Uitgevers bv
Gedownload door: elisedentz | elise.dentz@outlook.com
Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar.
5
Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen
Deel 1
Bedrijfseconomische en juridische grondslagen van de
externe verslaggeving
© 2020 | Noordhoff Uitgevers bv
Gedownload door: elisedentz | elise.dentz@outlook.com
Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar.
6
Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen
2
Waarde en winst
Vraagstuk 2.1 Het economisch waardebegrip
a
Jaar 1
€ 30.000 € 30.000 € 50.000
+
+
=
€ 89.632
1,1
1,12
1,13
Vermogen 1/1
=
€ 30.000 € 50.000
Vermogen 31/12 = € 30.000 +
+
=
€ 98.595
1,1
1,12
Winst = € 98.595 – € 89.632 = € 8.963
Investering 1 januari jaar 1
Vermogen 1 januari jaar 1 (na investering)
Aanvangswinst jaar 1
€ 100.000
€ 89.632
––––––––
– € 10.368
Jaar 2
€ 30.000 € 50.000
+
=
€ 89.632
1,1
1,12
€ 50.000
Vermogen 31/12 = € 21.037 + € 30.000 +
=
€ 96.492
1,1
Winst = € 96.492 – € 89.632 = € 6.860
Vermogen 1/1
*
= € 21.037* +
€ 30.000 – € 8.963 = € 21.037
Jaar 3
€ 50.000
=
€ 89.632
1,1
Vermogen 31/12 = € 21.037 + € 23.140 + € 50.000 = € 94.177
Winst = € 94.177 – € 89.632 = € 4.545
Vermogen 1/1
*
= € 21.037 + € 23.140* +
€ 30.000 – € 6.860 = € 23.140
b De oorzaak van de berekende aanvangswinst (– € 10.368) is dat bij de start van de
onderneming de inkoopprijs van het aangeschafte productiemiddel (€ 100.000)
getransformeerd wordt in de bedrijfswaarde (€ 89.632); op dat moment wordt
overgeschakeld van in- naar verkoopmarkt.
c
De investeringsbeslissing is niet economisch verantwoord omdat de aanvangswinst
(waarin alle toekomstige nettokasstromen zijn opgenomen) negatief is. De nadien
berekende jaarwinsten ontstaan alleen door het verstrijken van de tijd.
d De essentie van een onderneming is het omzetten van productiemiddelen in te
verkopen goederen en diensten. Het economisch waardebegrip is hierop gebaseerd
en levert dan ook zeer relevante cijfers op.
Met de betrouwbaarheid van het economisch waardebegrip is het slechter gesteld:
het is gebaseerd op de toekomstverwachtingen van de bedrijfsleiding inzake afzet,
verkoopprijzen, exploitatiekosten, rentevoet, enzovoort. Het economisch
waardebegrip steunt dus op schattingen van de ondernemingsleiding en deze zijn
niet controleerbaar.
Dit gebrek aan betrouwbaarheid is er de oorzaak van dat de externe verslaggeving
niet in eerste instantie gebaseerd kan worden op het economisch waardebegrip. De
verantwoordingsfunctie die de externe verslaggeving heeft, verdraagt zich niet met de
mogelijkheid dat de bedrijfsleiding haar eigen schattingen tot grondslag van
waardering en winstbepaling maakt. De ongelimiteerde mogelijkheden tot creative
accounting die met het economisch waardebegrip gepaard gaan, maken het
ongeschikt voor het opstellen van de externe jaarrekening als geheel.
© 2020 | Noordhoff Uitgevers bv
Gedownload door: elisedentz | elise.dentz@outlook.com
Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar.
7
Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen
Vraagstuk 2.3 Zilvervloot bv
a
1
Balans per 31 december 2020 (bedragen × € 1 mln)
Bergingsschip
Effecten
Liquide middelen
22,5
1
27,9
––––
51,4
Toelichting:
Aandelenkapitaal
Banklening
Reorganisatievoorziening
Winst 2020
15
20
2
14,4
––––
51,4
9
= € 22.500.000
10
•
Bergingsschip: € 25.000.000 ×
•
Liquide middelen:
Aandelenemissie
Banklening
Opbrengst veiling
Interest
8% × € 20.000.000 =
Huur bedrijfspand
Kosten ‘Historical research’
Aanschaf bergingsschip
Kosten ‘Operations’
Kosten ‘Technical development’
Aanschaf aandelen
Saldo 31 december 2020
€ 15.000.000
€ 20.000.000
€ 40.000.000
€ 1.600.000
€
500.000
€ 4.000.000
€ 25.000.000
€ 12.000.000
€ 3.000.000
€ 1.000.000
–––––––––––
€ 27.900.000
+
+
+
–
–
–
–
–
–
–
Resultatenrekening over 2020 (bedragen × € 1 mln)
Omzet
Huur
Afschrijvingskosten
0,5
1
=
10
4 + 12 + 3 =
25 ×
2,5
Loon- en overige kosten
Interest
Toevoeging reorganisatievoorziening
19
1,6
2
––––
Winst
2
40
25,6 –
––––
14,4
Balans per 31 december 2020 (bedragen × € 1 mln)
Ontwikkelingskosten
Pand
Bergingsschip
Effecten
Liquide middelen
2,7
9,5
22,5
1,3
27,9
––––
63,9
Aandelenkapitaal
Banklening
Huurverplichtingen
Winst 2020
15
20
9,5
19,4
––––
63,9
Toelichting:
•
•
•
9
= € 2.700.000 (Uitgegaan is van
10
afschrijving over vijf jaar en een gelijkmatige spreiding van de kosten over het
jaar, waardoor over 2020 10% wordt afgeschreven; verder wordt in hoofdstuk
6 aangegeven dat tegenover de geactiveerde ontwikkelingskosten een
wettelijke reserve moet worden gevormd.)
19
= € 9.500.000
Pand: € 10.000.000 ×
20
Huurverplichtingen: € 10.000.000 – € 500.000 = € 9.500.000 (Bij de
berekening van de huurverplichtingen is voorbijgegaan aan de berekening van
interest: in de huurprijs is geen interestvergoeding opgenomen; in hoofdstuk 6
wordt deze problematiek uitgebreid besproken.)
Ontwikkelingskosten: € 3.000.000 ×
© 2020 | Noordhoff Uitgevers bv
Gedownload door: elisedentz | elise.dentz@outlook.com
Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar.
8
Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen
Resultatenrekening over 2020 (bedragen × € 1 mln)
Omzet
Afschrijvingskosten:
•
Ontwikkelingskosten
•
Pand
• Bergingsschip
Loon- en overige kosten
Interest
40
1
=
10
1
10 ×
=
20
3×
4 + 12 =
0,3
0,5
2,5
16
1,6
––––
Koersstijging aandelenbelegging 1,3 – 1 =
Winst
20,9 –
0,3 +
––––
19,4
© 2020 | Noordhoff Uitgevers bv
Gedownload door: elisedentz | elise.dentz@outlook.com
Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar.
9
Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen
3
Verslaggevingsprincipes van de boekhoudkundige
waarde- en winstbepaling
Vraagstuk 3.1 Stairway bv
a
Voor het moment van opbrengstneming geldt het realisatieprincipe, dat voorschrijft
dat dit dient te geschieden als de onderneming de verkoopprestatie voltooid heeft. Op
25 mei is dit het geval, zodat dan de opbrengst genomen zal moeten worden. Mocht
er nog een opleveringsprocedure volgen, kan eventueel opbrengstneming tot dat
moment worden uitgesteld, omdat de economische risico’s dan nog bij Stairway
liggen.
b Product matching:
• Inkoopkosten trappen
• Loonkosten monteurs
Period matching:
•
Afschrijving auto’s
Direct ten laste van het resultaat:
• Bijkomende autokosten
•
Kantoorhuur
•
Loonkosten kantoorpersoneel
1
92 × € 1.000 =
800 uur × € 251 =
3×
€ 60.000
=
48
3 × € 500 =
€ 21.600
=
12
€ 36.000
2×
=
12
€ 92.000
€ 20.000
€
3.750
€
1.500
€
1.800
€
6.000
––––––––
€ 125.050
€ 40.000
1.600 uur
Vraagstuk 3.3 bv Beuk
a
1
2
3
Kas
Aandelenkapitaal
Agio
Vooruitbetaalde huur (overlopende activa)
Resultaat
Kas
220.000
× € 600.000 =
Machine
300.000
Voorraad hout
€ 500.000 – 80.000 × € 5 =
Kas
(machine € 600.000; personeel € 80.000; hout € 500.000)
↑
↓
↓
€ 1.000.000
€ 500.000
€ 500.000
€
25.000
€
25.000
€
50.000
€
↓
440.000
€ 100.000
€ 1.180.000
© 2020 | Noordhoff Uitgevers bv
Gedownload door: elisedentz | elise.dentz@outlook.com
Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar.
10
Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen
4
Transactie met klant A is gerealiseerd (verkocht en afgeleverd).
Transactie met klant B is per 31 december 2020 nog niet gerealiseerd (niet
afgeleverd).
Voorraad klompen 20 000 × € 8 = € 160.000
Toelichting:
• productie 80 000 – afzet 60 000 = 20 000
• balanswaardering:
– materiaal
€ 5
€ 600.000
=
€ 2
– machine
300.000
€ 80.000
– personeel
=
€ 1
80 000
–––
€ 8
Resultaat
60 000 × (€ 15 – € 8) =
Vooruitontvangen bedragen (overlopende passiva)
20 000 × € 15 =
Kas
80 000 × € 15 =
5
↑
€
420.000
↑
€ 300.000
€ 1.200.000
a
(Op grond van het voorzichtigheidsprincipe of ‘more likely than not’) vordering
niet activeren:
Resultaat
↓ €
10.000
Kas
↓ €
10.000
b (Op grond van het voorzichtigheidsprincipe of ‘more likely than not’) een
voorziening treffen:
Resultaat
↓ €
25.000
Voorziening
€
25.000
b
Balans 31 december 2020 (bedragen × € 1)
Machine
Voorraad hout
Voorraad klompen
Vooruitbetaalde huren
Kas
440.000
100.000
160.000
25.000
960.000
––––––––
1.685.000
Aandelenkapitaal
Agio
Voorziening
Vooruitontvangen bedragen
Winst 2020
500.000
500.000
25.000
300.000
360.000
––––––––
1.685.000
Vraagstuk 3.4 Celeste nv
Resultatenrekening over 2020
Opbrengst verkopen
Kosten verkopen
8 000 × € 1.200 =
8 000 × € 700 =
Brutomarge
Ontwikkelingskosten smartphoneproject
Afboeking geactiveerde ontwikkelingskosten tablet
Algemene beheerskosten
Overige kosten
Winst
€ 9.600.000
€ 5.600.000
–––––––––
€ 4.000.000
€ 2.000.000
€ 1.500.000
€ 4.000.000
€ 2.000.000
–––––––––
– € 5.500.000
1
–
2
–
–
–
–
3
4
© 2020 | Noordhoff Uitgevers bv
Gedownload door: elisedentz | elise.dentz@outlook.com
Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar.
11
Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen
Toelichting:
1
Conform het realisatieprincipe dient de opbrengst geboekt te worden als verkoop en
aflevering hebben plaatsgevonden. De 2 000 verkochte eenheden die nog in het
magazijn liggen te wachten op verscheping naar het buitenland mogen dan ook nog
niet in de opbrengst verkopen worden verwerkt.
2
• Op grond van het matchingprincipe dient voor de kosten van de verkopen
uitgegaan te worden van 8 000 stuks in plaats van 10 000 stuks.
• Vanwege het bestendigheidsprincipe mogen de afschrijvingen op de machines
niet worden aangepast om een bepaalde brutomarge te handhaven (dit is creative
accounting). De in de kosten van de verkopen opgenomen afschrijving per
€ 2.000.000
= € 200. De afschrijving was gehalveerd en is dus
eenheid moet zijn:
10.000
teruggebracht tot € 100. De kosten van de verkopen moeten derhalve per eenheid
€ 700 zijn.
3
Vanwege de grote onzekerheid over de haalbaarheid van het smartphoneproject gaat
voorzichtigheid boven matching; om die reden dienen de ontwikkelingsuitgaven voor
dit project niet te worden geactiveerd, maar direct ten laste van het resultaat te
worden gebracht.
4
De (terechte) afboeking van de destijds geactiveerde kosten voor de ontwikkeling van
het nieuwe type tablet mag niet rechtstreeks van de winstreserves geschieden, maar
dient ten laste van het resultaat te worden gebracht.
Balans per 31 december 2020 (bedragen × € 1.000)
Machines
Voorraden
Debiteuren
Kas
4.000
1.400
4.000
2.600
––––––
12.000
Aandelenkapitaal
Winstreserves
Vreemd vermogen
Winst 2020
7.000
5.500
5.000
– 5.500
––––––
12.000
Toelichting:
•
•
2
= € 4.000.000
5
Voorraden: 2 000 × € 700* = € 1.400.000
Machines: € 10.000.000 ×
*
Waardering tegen verkoopprijs is in strijd met het voorzichtigheids- en
realisatieprincipe.
Vraagstuk 3.6 Chemco nv
a
De boekwaarde van de balanspost Ontwikkelingskosten per 1 januari 2020 (en
daarmee het cumulatief effect op het eigen vermogen) wordt:
€ 120.000 × 10%
= € 12.000
€ 150.000 × 30%
= € 45.000
€ 100.000 × 50%
= € 50.000
€ 200.000 × 70%
= € 140.000
€ 175.000 × 90%
= € 157.500
€ 404.500
b Ontwikkelingskosten 2020 volgens:
nieuw systeem:
10% × € 120.000 + 20% × (€ 150.000 +
€ 100.000 + € 200.000 + € 175.000) + 10% × € 180.000 =
oud systeem
Jaareffect (hogere winst)
c
Cumulatief effect van de stelselwijziging per 1 januari 2020
Investeringen
Afschrijvingen
Stand 31 december 2020
€ 155.000
€ 180.000
€ 25.000
€ 404.500 +
€ 180.000 +
€ 155.000 –
€ 429.500
d De eerste situatie betreft een gebeurtenis na balansdatum die nadere informatie geeft
over de feitelijke situatie per balansdatum en moet derhalve worden verwerkt in de
jaarrekening 2020. De verwerking dient plaats te vinden door de post Debiteuren ten
laste van het resultaat 2020 af te waarderen met € 200.000.
© 2020 | Noordhoff Uitgevers bv
Gedownload door: elisedentz | elise.dentz@outlook.com
Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar.
12
Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen
De tweede situatie betreft een gebeurtenis na balansdatum die geen nadere
informatie geeft over de feitelijke situatie per balansdatum: niet verwerken in de
jaarrekening 2020.
© 2020 | Noordhoff Uitgevers bv
Gedownload door: elisedentz | elise.dentz@outlook.com
Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar.
13
Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen
4
Regelgevers en toezichthouders
Vraagstuk 4.1 VDL Groep bv
a
Kwalitatieve kenmerken in het algemeen
Voor een goede vervulling van de verantwoordings- en informatiefunctie moet de
jaarrekening aan hoge kwaliteitseisen voldoen. Kwalitatieve kenmerken zijn
eigenschappen die de informatie in de jaarrekening nuttig maakt voor gebruikers.
Relevantie
Om nuttig te zijn, moet informatie in de jaarrekening relevant zijn voor de
besluitvorming van gebruikers. Informatie bezit de eigenschap van relevantie
wanneer het bijdraagt aan de beoordeling van de weergave van vroegere, huidige of
toekomstige gebeurtenissen.
In de situatie dat de financiële gevolgen van een gebeurtenis niet precies bekend zijn,
zal de gebruiker toch gebaat zijn bij een schatting van die financiële gevolgen voor de
jaarrekening, zeker als de gevolgen materieel zijn.
Betrouwbaarheid
Bruikbare informatie in de jaarrekening moet tevens voldoen aan de eis van
betrouwbaarheid. De verstrekte informatie in de jaarrekening wordt geacht een
getrouwe weergave te zijn van de feiten en gebeurtenissen, en moet vrij zijn van
wezenlijke onjuistheden. Het maken van oordelen en van schattingen leidt doorgaans
tot minder betrouwbare informatie. Ter behoud van het getrouwe beeld verstrekt VDL
aanvullende informatie over veronderstellingen die aan die oordelen en schattingen
ten grondslag liggen.
b Het verstrekken van informatie in geval van onzekerheden leidt, als gevolg van de
daarmee gepaard gaande schattingen en min of meer subjectieve beoordelingen, tot
een lagere betrouwbaarheid. Desalniettemin kan het verstrekken van niet volledig
betrouwbare informatie waarde toevoegen aan economische beslissingen door
gebruikers van de informatie. In dit geval wint de informatie aan relevantie.
Ondernemingen zoeken in de praktijk naar een passend evenwicht tussen
verschillende kwalitatieve kenmerken, in dit geval relevantie en betrouwbaarheid.
c
Algemeen
Toerekening
Dit principe schrijft voor om in een jaarrekening de baten en lasten van het
desbetreffende boekjaar op te nemen, ongeacht of zij tot ontvangsten respectievelijk
uitgaven in dat boekjaar hebben geleid. Toepassing van dit principe komt terug in
nagenoeg alle grondslagen die VDL hanteert.
Een meer specifieke uitwerking van het toerekeningsbeginsel geschiedt in de vorm
van het realisatieprincipe en het matchingprincipe. Bij de behandeling van de
afzonderlijke grondslagen zijn het juist déze principes waaraan de door VDL
gehanteerde grondslagen zullen worden getoetst.
Continuïteit
VDL waardeert haar activa en passiva tegen verkrijgings- of vervaardigingsprijs of
actuele waarde, amortisatiewaarde dan wel contante waarde onder de impliciete
veronderstelling dat de werkzaamheden in de toekomst zullen worden voortgezet. Zo
schrijft de onderneming (im)materiële vaste activa af over de verwachte toekomstige
gebruiksduur, betaalde goodwill over een periode van 5 tot 10 jaar en waardeert VDL
de voorziening voor jubilea-uitkeringen tegen contante waarde. Belastinglatenties
over herwaarderingen worden opgenomen tegen 15% hetgeen een benadering is van
de contante waarde van de toekomstige belastingbetalingen in verband gerealiseerde
herwaarderingen.
Ingeval van discontinuïteit echter zouden voor de (im)materiële activa de
opbrengstwaarden relevant zijn, voor de jubilea-uitkeringen – afhankelijk van de
afspraken bij niet-voortzetting van de activiteiten – de nominale waarde en worden
belastinglatenties berekend tegen het huidige belastingtarief.
© 2020 | Noordhoff Uitgevers bv
Gedownload door: elisedentz | elise.dentz@outlook.com
Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar.
14
Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen
Bestendigheid (of stelselmatigheid)
Dit principe richt zich op het toepassen van grondslagen van waardering en
resultaatbepaling (materiële stelselmatigheid) en op de indeling van de balans en
winst- en verliesrekening (formele stelselmatigheid). In beide situaties gaat het om
van jaar tot jaar ongewijzigde toepassingen (volgtijdelijke stelselmatigheid).
Bestendigheid houdt tevens in dat voor gelijksoortige activa en passiva, dan wel
activiteiten, binnen een verslagjaar dezelfde grondslagen en voorschriften moeten
worden toegepast (gelijktijdige stelselmatigheid).
• toetsing aan volgtijdelijke stelselmatigheid
De grondslagen van waardering en resultaatbepaling zijn in het verslagjaar niet
gewijzigd. VDL maakt hiervan ook melding in de toelichting onder het kopje
Vergelijking met voorgaand jaar. Zowel in materiële als in formele zin is de
volgtijdelijke stelselmatigheid niet doorbroken.
• toetsing aan gelijktijdige stelselmatigheid
VDL waardeert immateriële en materiële vaste activa op basis van verkrijgingsprijs.
Voor de bedrijfsgebouwen en -terreinen is voor de historische kostprijs de actuele
waarde per 1 januari 2016 als uitgangspunt genomen, hetgeen dus niet de
daadwerkelijke verkrijgingsprijs is. Een meer gedetailleerde toetsing van dit principe
komt hierna aan de orde bij de behandeling van enkele individuele activa en passiva.
Grondslagen van waardering
Immateriële vaste activa
Matching
VDL activeert betaalde goodwill en schrijft deze af in 5 tot 10 jaar. Ook eventuele andere
immateriële vaste activa worden afgeschreven. Omdat immateriële vaste activa kennelijk
over meerdere jaren economische voordelen in zich bergen, rekent VDL de uitgaven – in
de vorm van afschrijvingen – toe aan de toekomstige jaren waarin VDL de economische
voordelen verwacht (period matching).
Voorzichtigheid
Indien de realiseerbare waarde van een immaterieel vast actief beneden de boekwaarde
daalt, verwerkt VDL het verschil als een bijzondere waardevermindering ten laste van het
resultaat.
Bestendigheid
VDL waardeert alle immateriële vaste activa tegen verkrijgingsprijs onder aftrek van
afschrijvingen. Deze handelwijze duidt op gelijktijdige bestendigheid.
Materiële vaste activa
Matching
VDL rekent investeringsuitgaven toe aan toekomstige jaren in de vorm van afschrijvingen
welke worden berekend over de geschatte gebruiksduur.
Deze vorm van het matchingprincipe staat bekend als period matching.
Voorzichtigheid
VDL houdt bij materiële vaste activa rekening met bijzondere waardeverminderingen.
Bestendigheid
VDL waardeert bedrijfsgebouwen en -terreinen tegen actuele waarde per 1 januari 2016
en overige materiële vaste activa tegen verkrijgings- of vervaardigingsprijs. Het hanteren
van verschillende waarderingsgrondslagen voor eenzelfde categorie activa betekent een
doorbreking van de gelijktijdige bestendigheid.
Onderhanden projecten
Matching
Bestede kosten voor onderhanden projecten worden pas als last genomen in het jaar
waarin zij tot opbrengst hebben geleid (zie ook onder Grondslagen voor de
resultaatbepaling). Dit is het moment waarop de diensten zijn geleverd.
De uitgaven die in het jaar nog niet tot opbrengsten hebben geleid, worden geactiveerd
onder de post Onderhanden projecten en daarmee doorgeschoven naar een volgend
jaar. Deze verschijningsvorm van het matchingprincipe wordt product matching
genoemd.
© 2020 | Noordhoff Uitgevers bv
Gedownload door: elisedentz | elise.dentz@outlook.com
Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar.
15
Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen
Voorzichtigheid
Bij de waardering van onderhanden projecten wordt rekening gehouden met verwachte
verliezen op projecten.
Vorderingen
Voorzichtigheid
Bij de waardering van vorderingen houdt VDL rekening met een voorziening voor het
risico van oninbaarheid.
Voorzieningen
Voorzichtigheid
VDL vormt voorzieningen voor verplichtingen die op balansdatum bestaan, die
waarschijnlijk zullen leiden tot een uitstroom van middelen en waarvan de omvang op
balansdatum op betrouwbare wijze is te schatten.
Matching
In de jaarrekening wordt reeds in het boekjaar rekening gehouden met lasten waarvan de
uitgaven nog in toekomstige jaren moeten worden gedaan. Deze lasten worden
opgenomen in het jaar waarin bepaalde gebeurtenissen hebben plaatsgevonden
waarmee zij een causaal verband hebben. Op balansdatum bestaat dan een in rechte
afdwingbare of een feitelijke verplichting.
Bestendigheid
Er is sprake van doorbreking van de gelijktijdige bestendigheid: de in de voorzieningen
begrepen jubilea-uitkeringen en belastinglatenties worden gewaardeerd tegen
respectievelijk contante waarde en 15% (benadering van de contante waarde), terwijl de
overige voorzieningen worden opgenomen tegen nominale waarde.
Grondslagen voor de resultaatbepaling
Algemeen
Realisatie
VDL verantwoordt resultaten op transacties in het jaar waarin ze worden gerealiseerd.
Het tijdstip van realisatie wordt uitgewerkt onder de post Netto-omzet.
Matching
Ter bepaling van het resultaat zet VDL kosten en andere lasten over het jaar tegenover
de opbrengstwaarde van de geleverde prestaties.
Netto-omzet
Realisatie
De netto-omzet betreft de aan derden geleverde diensten en gerealiseerde
projectopbrengsten. (Het tijdstip van realisatie valt overigens samen met het moment
waarop alle belangrijke rechten en risico’s met betrekking tot de eigendom zijn
overgedragen aan de koper.)
Overheidssubsidies
Realisatie
Overheidssubsidies worden, afhankelijk van de aanwending, als bate verantwoord in het
jaar waarin de kosten zijn gemaakt, de opbrengsten zijn gederfd of een exploitatietekort
zich heeft voorgedaan (exploitatiesubsidies), dan wel in mindering gebracht op de
afschrijvingen van de gesubsidieerde activa (investeringssubsidies).
Matching
Baten (subsidies) en lasten (kosten en afschrijvingen) worden met elkaar geconfronteerd.
© 2020 | Noordhoff Uitgevers bv
Gedownload door: elisedentz | elise.dentz@outlook.com
Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar.
16
Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen
5
Regelgeving: materiële en formele aspecten van de
publicatieplicht
Vraagstuk 5.1 nv ROVA Holding
a
De grenzen voor een middelgrote rechtspersoon zijn (artikel 397.1):
• De waarde van de activa op basis van historische kosten bedraagt niet meer dan
€ 20 mln.
• De netto-omzet over het boekjaar bedraagt niet meer dan € 40 mln.
• Het gemiddeld aantal werknemers over het boekjaar bedraagt minder dan 250.
Aangezien de cijfers van ROVA boven de grenzen van die van middelgrote
rechtspersonen liggen, is er sprake van een grote rechtspersoon.
b Rechtspersonen die onder het regime van micro, klein of middelgroot vallen, hebben
vrijstellingen en vereenvoudigingen van bepaalde inrichtings- en
publicatievoorschriften. Bovendien zijn micro en kleine rechtspersonen vrijgesteld van
verplichte accountantscontrole.
c
Een rechtspersoon valt onder het regime van micro, klein, middelgroot of groot indien
hij twee achtereenvolgende jaren aan minimaal twee criteria voldoet (artikelen 395a,
396.1 en 397.1). Dit is de zogenaamde ‘schommelbepaling’, die tot doel heeft dat de
rechtspersoon niet ieder jaar met andere voorschriften geconfronteerd wordt.
d ROVA valt in 2018 onder het regime van een grote rechtspersoon omdat het zowel in
2017 als in 2018 aan de drie criteria voldoet. Dit heeft als consequentie dat ROVA in
2018 geen recht heeft op vrijstellingen voor de inrichting en publicatie van de
jaarstukken en dat zij onderworpen is aan verplichte accountantscontrole.
e
Afgegeven is de goedkeurende accountantsverklaring.
f
Deze moet worden opgenomen onder de ‘overige gegevens’ (artikel 392.1a).
g Zonder accountantsverklaring kan de jaarrekening door het daartoe bevoegde orgaan
niet worden vastgesteld of goedgekeurd (artikel 393.7), tenzij onder de overige
gegevens een wettige grond wordt medegedeeld waarom de verklaring ontbreekt.
h De aandeelhouder kan bij de Accountantskamer zijn beklag doen over de afgegeven
accountantsverklaring; dit ter handhaving van de kwaliteit en betrouwbaarheid van
het accountantsberoep. Voor het verkrijgen van een schadevergoeding moet hij
echter niet bij de Accountantskamer zijn, maar dient hij een civiele procedure tegen
de accountant aan te spannen.
Vraagstuk 5.2 ‘D’oude hofstee’
a
De wetgeving inzake externe verslaggeving is van toepassing op verenigingen en
stichtingen (artikel 360.3) voor zover zij op commerciële wijze optreden in het
economisch verkeer. Voor de ‘D’oude hofstee’ betreft dit de verkoop van souvenirs,
de horeca-aangelegenheden en de activiteiten van de drukkerij en uitgeverij.
In artikel 360.3 is verder bepaald dat de wetgeving pas van toepassing is indien de
netto-omzet van de ondernemingsactiviteiten gedurende twee opeenvolgende jaren
minimaal € 6 mln bedraagt (de helft van het in artikel 396 lid 1, onder b bedoelde
bedrag).
© 2020 | Noordhoff Uitgevers bv
Gedownload door: elisedentz | elise.dentz@outlook.com
Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar.
17
Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen
Voor ‘D’oude hofstee’ geldt (bedragen in € 1):
Opbrengst souvenirs
Opbrengsten horeca
Opbrengst drukkerij/uitgeverij
2020
––––––––
2.618.000
1.524.000
2.911.000
––––––––
7.053.000
2019
––––––––
2.295.000
1.459.000
2.099.000
––––––––
5.853.000
Conclusie: ‘D’oude Hofstee’ is in 2020 niet publicatieplichtig omdat de omzet in 2019
minder dan € 6 mln bedraagt.
b In 2021 is ‘D’oude hofstee’ voor het eerst publicatieplichtig: de netto-omzet bedraagt
dan gedurende twee opeenvolgende jaren minimaal € 6 mln.
In 2022 is ‘D’oude hofstee’ eveneens publicatieplichtig omdat de publicatieplicht van
een vereniging of stichting pas eindigt als de netto-omzet twee jaar achtereen onder
de grens van € 6 mln komt.
Of ‘D’oude hofstee’ in 2023 publicatieplichtig is, hangt af van de hoogte van de nettoomzet over de jaren 2022 en 2023; alleen als deze in beide jaren minder dan € 6 mln
bedraagt, heeft zij geen publicatieplicht.
c
De jaarrekening moet worden opgemaakt door het bestuur binnen zes maanden na
afloop van het boekjaar; op grond van bijzondere omstandigheden kan deze termijn
door de algemene ledenvergadering met maximaal vier maanden worden verlengd
(artikel 49.1).
De algemene ledenvergadering stelt de jaarrekening vervolgens vast binnen één
maand nadat deze is opgemaakt (artikel 49.3).
d Openbaarmaking dient in beginsel plaats te vinden binnen acht dagen na vaststelling
van de jaarrekening door deponering bij het Handelsregister, dat beheerd wordt door
de Kamer van Koophandel (artikel 394.1). De wetgever heeft als uiterste limiet
bepaald dat publicatie in ieder geval uiterlijk twaalf maanden na afloop van het
boekjaar moet geschieden (artikel 394.3).
Vraagstuk 5.3 Gebeurtenissen na balansdatum
a
1
2
3
4
De daling van de koers van de dollar na balansdatum werpt geen nieuw licht op
de waarde van de vordering per 31 december 2020: niet verwerken in de
jaarrekening 2020, maar in die van 2021.
Vermelding in de toelichting is eveneens niet vereist, ervan uitgaande dat het
gebeuren voor de onderneming van ondergeschikte betekenis is.
Het in vlammen opgaan van de loods met het total loss raken van de
laadschoppen werpt geen nieuw licht op de waarde van de laadschoppen per 31
december 2020: niet verwerken in de jaarrekening 2020, maar in die van 2021.
Wel moet dit gegeven – ervan uitgaande dat het voor de onderneming belangrijke
financiële gevolgen heeft – in het jaarrapport 2020 vermeld worden in de
toelichting (artikel 380a) en, voor zover de verwachtingen worden beïnvloed, in
het bestuursverslag (artikel 391.2).
Het boven tafel komen van informatie over de waarde per balansdatum van de
voorraad reserveonderdelen werpt een nieuw licht op de waarde per 31 december
2020 van deze post: verwerken in de jaarrekening 2020; de post Voorraad
reserveonderdelen en daarmee het eigen vermogen en het resultaat worden
verhoogd met € 40.000.
De gevolgen van deze gebeurtenis moeten in de jaarrekening 2020 worden
verwerkt, omdat de oorzaak van de claim vóór balansdatum ligt. Er moet een
voorziening worden gevormd, tenzij de hoogte van de schadevergoeding niet
redelijkerwijs is te schatten; in dat geval moet het gegeven worden vermeld in de
toelichting als een niet uit de balans blijkende verplichting.
b De IASB schrijft voor dat de claim alsnog in de jaarrekening over 2020 wordt verwerkt
(IAS 10.3 en 10.8).
De RJ (RJ 160.202) en de wet (artikel 362.6) schrijven dit alleen voor indien dit
onontbeerlijk is voor het vereiste inzicht: alleen voor zeer belangrijke gebeurtenissen
behoeft de jaarrekening aanpassing. Aangezien het hier gaat om een materiële
schadeclaim is aanpassing van de jaarrekening geboden.
© 2020 | Noordhoff Uitgevers bv
Gedownload door: elisedentz | elise.dentz@outlook.com
Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar.
18
Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen
c
De IASB geeft voor deze situatie geen regels. Voor deze situatie gelden op grond van
artikel 362 lid 9 de Nederlandse wettelijke bepalingen.
De RJ (RJ 160.203) en de wet (artikel 362.6) voorzien hier wel in: omdat het gaat om
een materiële schadeclaim zal de jaarrekening nu in ernstige mate tekortschieten in
het geven van het vereiste inzicht. De onderneming zal haar aandeelhouders en –
indien aanwezig – de ondernemingsraad hierover moeten berichten, alsmede een
mededeling moeten doen bij het Handelsregister waar zij haar stukken openbaar
heeft gemaakt. Deze mededeling moet – indien de onderneming controleplichtig is –
voorzien zijn van een accountantsverklaring.
Vraagstuk 5.5 Atlas bv
a
Het bestendigheidsprincipe (in casu het volgtijdelijk aspect).
b De wet stelt dat de grondslagen van waardering en winstbepaling slechts wegens
gegronde redenen mogen worden veranderd (artikel 384.6). Het aansluiten bij
internationale opvattingen en de gebruiken in de bedrijfstak leidt tot een betere
vergelijkbaarheid van de jaarrekening met die van andere ondernemingen in de
bedrijfstak. Dit wordt algemeen als gegronde reden gezien (zie ook: RJ 140.207): de
stelselwijziging is wettelijk toelaatbaar.
c
De stelselwijziging heeft tot gevolg dat de voorziening voor pensioenverplichtingen
aan het begin van boekjaar 2020 met € 90.000 (€ 440.000 – € 350.000) moet worden
verhoogd.
Journaalpost:
Winstreserve
Aan Voorziening voor pensioenverplichtingen
d Balans per (bedragen × € 1.000)
€ 90.000
31-12-2020
31-12-2019
aangepast
1.300
470
–––––
1.770
1.200
300
–––––
1.500
500
310
340
520
100
–––––
1.770
500
160
150
440
250
–––––
1.500
Resultatenrekening (bedragen × € 1.000)
2020
2019
Omzet
5.400
4.100
Kosten van grond- en hulpstoffen
Afschrijving materiële vaste activa
Personeelskosten
Dotatie pensioenvoorziening
Overige bedrijfskosten
3.700
200
650
80
430
–––––
5.060
2.900
150
550
70
280
–––––
3.950
340
150
Activa
Materiële vaste activa
Vlottende activa
Passiva
Aandelenkapitaal
Winstreserve
Winst boekjaar
Voorziening voor pensioenverplichtingen
Schulden
Resultaat boekjaar
e
€ 90.000
Stelselwijziging
Met ingang van 2020 zijn de grondslagen voor de berekening van de voorziening
voor pensioenverplichtingen gewijzigd. Deze wijziging houdt in dat vanaf 2020 ook de
toekomstige loonstijgingen in de berekening worden betrokken. De reden voor deze
wijziging is dat de berekeningsmethodiek nu beter aansluit op de grondslagen die
internationaal gebruikelijk zijn en op die gebruikelijk zijn in de bedrijfstak.
© 2020 | Noordhoff Uitgevers bv
Gedownload door: elisedentz | elise.dentz@outlook.com
Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar.
19
Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen
Het cumulatief effect per 1 januari 2020 van deze stelselwijziging is een daling van
het eigen vermogen van € 90.000, welk bedrag rechtstreeks in de winstreserve is
verantwoord.
De vergelijkende cijfers zijn aangepast op basis van het nieuwe stelsel. Indien in
2020 de oude grondslag zou zijn toegepast, zou het eigen vermogen per 31
december 2020 € 1.250.000 hebben bedragen en het resultaat over 2020 € 350.000.
f
Saldo per 31 december 2019 volgens de officiële jaarrekening
Af: cumulatief effect van de stelselwijziging per 1 januari 2020
Saldo per 1 januari 2020 na stelselwijziging
Bij: winstverdeling 2019
Saldo per 31 december 2020
€ 240.000
€ 90.000
––––––––
€ 150.000
€ 160.000
––––––––
€ 310.000
© 2020 | Noordhoff Uitgevers bv
Gedownload door: elisedentz | elise.dentz@outlook.com
Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar.
20
Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen
Deel 2
De basisoverzichten van de externe verslaggeving:
balans, resultatenrekening en kasstroomoverzicht
© 2020 | Noordhoff Uitgevers bv
Gedownload door: elisedentz | elise.dentz@outlook.com
Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar.
21
Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen
6
Vaste activa
Vraagstuk 6.1 Looking Good nv
a
Balans Looking Good nv per 31 december 2020 (bedragen × € 1.000)
Immateriële vaste activa:
Ontwikkelingsuitgaven
Merk
Materiële vaste activa
Voorraad
Liquide middelen
3.000
8.000
16.000
7.000
19.000
–––––
53.000
Aandelenkapitaal
Algemene reserve
Winst 2020
5.000
47.000
1.000
–––––
53.000
Toelichting:
• Kosten van research worden direct ten laste van het resultaat gebracht (IAS
38.54), ontwikkelingsuitgaven worden geactiveerd (IAS 38.57).
• De uitgaven voor het merk worden geactiveerd omdat deze naar verwachting
economische voordelen op zullen leveren (IAS 38.21).
• De uitgaven voor de reclamecampagne en die voor de cursus van de
medewerkers mogen niet worden geactiveerd (IAS 38.69).
• Materiële vaste activa: € 20.000.000 × 80% = € 16.000.000
• Liquide middelen:
Saldo 1 januari 2020
€ 25.000.000
Omzet
€ 100.000.000 +
Bedrijfskosten
€ 85.000.000 –
Uitgaven voor research
€ 5.000.000 –
Ontwikkelingsuitgaven
€ 3.000.000 –
Aankoop merk
€ 8.000.000 –
Reclamecampagne
€ 4.500.000 –
Cursus medewerkers
€
500.000 –
Saldo 31 december 2020
€ 19.000.000
Resultatenrekening Looking Good nv over 2020
Omzet
Bedrijfskosten
Researchkosten
Kosten reclamecampagne
Kosten cursus medewerkers
Afschrijving materiële vaste activa:
Winst
€ 20.000.000 x 20% =
€ 100.000.000
€ 85.000.000
€ 5.000.000
€ 4.500.000
€
500.000
€ 4.000.000
€
–
–
–
–
–
1.000.000
b Ook indien de jaarrekening (verplicht of vrijwillig) wordt opgesteld op basis van IFRS
blijven een aantal bepalingen uit de Nederlandse wet van toepassing (artikel 362.9).
Daaronder valt artikel 365.2, dat voorschrijft dat voor geactiveerde
ontwikkelingskosten een wettelijke reserve moet worden gevormd. Dit betekent dat
Looking Good in de balans bij vraag a aan de passiefzijde een wettelijke reserve
moet opnemen ter grootte van € 3 mln en dat de post Algemene reserve wordt
opgenomen voor € 47 mln – € 3 mln = € 44 mln.
Vraagstuk 6.2 bv Sallandia
a
1
Hier is sprake van een operational-leasecontract. Sallandia loopt geen
economisch risico en is derhalve niet aan te merken als economisch eigenaar van
de bestelauto; op grond hiervan zal zij de auto niet activeren.
© 2020 | Noordhoff Uitgevers bv
Gedownload door: elisedentz | elise.dentz@outlook.com
Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar.
22
Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen
2
b 1
2
In dit geval is er sprake van een financial-leasecontract. Sallandia is economisch
eigenaar omdat zij het economisch risico loopt: zij zal de bestelauto moeten
activeren.
Van het aangaan van het contract wordt niets geboekt.
Van de betaling van de leasetermijnen wordt maandelijks geboekt:
Leasekosten
€ 2.000
Aan Liquide middelen
€ 2.000
Van het aangaan van het contract wordt geboekt:
Bestelauto
€ 65.000
Aan Leaseverplichtingen
€ 65.000
Van de betaling van de leasetermijn wordt geboekt:
Interestkosten
€ 5.850
Leaseverplichtingen
€ 14.214
Aan Liquide middelen
(€ 65.000 × 9%)
(€ 20.064 – € 5.850)
€ 20.064
Van de afschrijving van de bestelauto wordt geboekt:
Afschrijvingskosten
Aan
c
1
2
€ 16.250
Bestelauto
(€ 65.000 ×
€ 16.250
1
)
4
Op de balans komen uit hoofde van het leasecontract geen posten voor.
Op de resultatenrekening komt jaarlijks de post Leasekosten voor ten bedrage
van € 24.000 (12 × € 2.000).
Balans:
• Activa: Bestelauto:
3
31 december 2021: × € 65.000 = € 48.750
4
2
31 december 2022: × € 65.000 = € 32.500
4
1
31 december 2023: × € 65.000 = € 16.250
4
0
31 december 2024: × € 65.000 = €
–
4
• Passiva: Leaseverplichtingen (zie overzicht hierna):
31 december 2021: € 50.786
31 december 2022: € 35.293
31 december 2023: € 18.405
31 december 2024: €
–
Resultatenrekening:
1
• Afschrijvingskosten: 2021 tot en met 2024: € 65.000 × = € 16.250
4
• Interestkosten (zie overzicht hierna):
2021: € 5.850
2022: € 4.571
2023: € 3.176
2024: € 1.656
Verloop leasetermijnen (bedragen in € 1)
Moment
–––––––––
31-12-2021
31-12-2022
31-12-2023
31-12-2024
Termijn
–––––––
20.064
20.064
20.064
20.064
Interest
–––––––
5.850
4.571
3.176
1.656
Aflossing
––––––––
14.214
15.493
16.888
18.408
Schuldrest
–––––––––
50.786
35.293
18.405
–
© 2020 | Noordhoff Uitgevers bv
Gedownload door: elisedentz | elise.dentz@outlook.com
Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar.
23
Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen
Vraagstuk 6.4 De Gourmet bv
a
Verloop leasetermijnen (bedragen × € 1)
Moment
––––––––
1-1-2020
1-1-2021
1-1-2022
1-1-2023
Termijn
–––––––
30.458
30.458
30.458
30.458
Interest
–––––––
–
10.431
7.427
3.973
Aflossing
––––––––
30.458
20.027
23.031
26.485
Schuldrest
–––––––––
69.542
49.515
26.484
–
Balans per 31 december 2020 (bedragen × € 1)
b
Snackcar
Rekening-courant bank
63.750
104.542
–––––––
168.292
Aandelenkapitaal
Reserves
Schuld Horecalease
Nog te betalen interest
Winst 2020
40.000
35.000
69.542
10.431
13.319
–––––––
168.292
Toelichting:
•
•
3
= € 63.750
4
Rekening-courant bank:
Saldo 1 januari 2020
Verkoop snackbar
Leasetermijn
Brandstof- en andere kosten
Omzet
Inkopen
Snackcar: € 85.000 ×
€ 10.000
€ 100.000
€ 30.458
€ 25.000
€ 270.000
€ 200.000
––––––––
€ 104.542
Saldo 31 december 2020
–
+
–
–
+
–
Resultatenrekening over 2020
Omzet
Diverse kosten
Afschrijving snackcar
Interest
Brandstof- en andere kosten
€ 85.000 ×
1
=
4
€ 200.000
€ 21.250
€ 10.431
€ 25.000
––––––––
Winst
c
€ 270.000
€ 256.681
––––––––
€ 13.319
De Gourmet behaalt nu een boekwinst van € 15.000 (€ 100.000 – € 85.000), die
geheel in de resultatenrekening over 2020 wordt opgenomen (RJ 292.404).
d RJ 292.404:
• Het verschil tussen de reële waarde en de boekwaarde (€ 15.000) wordt in de
resultatenrekening over 2020 verantwoord.
• Het verschil tussen de verkoopprijs (€ 120.000) en de reële waarde (€ 100.000)
wordt op 1 januari 2020 als overlooppost aan de passiefzijde van de balans
opgenomen en uitgesmeerd over de leaseperiode: in 2020 tot en met 2023 wordt
€ 20.000
= € 5.000, als correctie op de leasekosten, ten gunste van het
jaarlijks
4
resultaat gebracht.
© 2020 | Noordhoff Uitgevers bv
Gedownload door: elisedentz | elise.dentz@outlook.com
Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar.
24
Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen
Vraagstuk 6.5 Greenair nv
Alle bedragen luiden in duizenden euro’s.
a
––––––––––––––––––––––
Aanschaf 2 januari 2015
Afschrijving 2015 t/m 2019:
-20% gedurende 5 jaar
-1/15 × (15.000 – 3.000) × 5
Boekwaarde 31 december 2019
Component
Component
Totaal
groot
onderhoud
––––––––––
4.500
romp en
dergelijke
––––––––––
15.000
vliegtuig
–––––––––
19.500
4.000 –
11.000
4.500 –
4.000 –
11.000
b Boekwaarde 31 december 2019
Uitgaven voor groot onderhoud
Afschrijving 2020:
-1/3 × 4.800
-1/12,5 × (11.000 – 3.000)
Boekwaarde 31 december 2020
c
4.500 –
0
0
4.800 +
1.600 –
3.200
11.000
11.000
4.800 +
1.600 –
640 –
13.560
640 –
10.360
Het vormen van een voorziening voor groot onderhoud.
d In geval van een voorziening voor groot onderhoud is er op balansdatum geen sprake
van een verplichting.
e
Vliegtuig
Aanschaf 2 januari 2015
Afschrijving 2015 t/m 2019: 1/15 × (19.500 – 3.000) × 5
Boekwaarde 31 december 2019
Voorziening groot onderhoud
Opgebouwd in 2015 tot en met 2019: 4.500 × 1/5 × 5
Boekwaarde per 31 december 2019
f
Vliegtuig
Boekwaarde 31 december 2019
Afschrijving 2020: 1/12,5 × (14.000 – 3.000)
Boekwaarde per 31 december 2020
Voorziening groot onderhoud
Boekwaarde per 31 december 2019
Uitgaven voor groot onderhoud
Aanvulling tekort in voorziening ten laste van het resultaat 2020
Toevoeging ten laste van het resultaat 2020: 1/3 × 5.100
Boekwaarde per 31 december 2020
19.500
5.500 –
14.000
4.500 +
4.500
14.000
880 –
13.120
4.500
4.800 –
300 +
1.700 +
1.700
Vraagstuk 6.6 nv GlobalConnections
a
Gewaardeerd dient te worden op de laagste van de boekwaarde en de realiseerbare
waarde (de hoogste van de directe opbrengstwaarde en de bedrijfswaarde) van de
vrachtwagenvloot (IAS 36.9).
Van één combinatie bedraagt per 31 december 2020:
5
• de boekwaarde: € 240.000 × = € 150.000
8
• de directe opbrengstwaarde: € 100.000
• de bedrijfswaarde:
Jaarlijkse nettokasstroom: € 160.000 – € 90.000 – € 40.000 = € 30.000
€ 30.000 € 30.000 € 30.000 € 30.000 € 30.000
+
+
+
+
= € 116.690
1,09
1,092
1,093
1,09 4
1,095
Op 31 december 2020 is de balanswaardering van de vrachtwagenvloot
300 × € 116.690 = € 35.007.000.
© 2020 | Noordhoff Uitgevers bv
Gedownload door: elisedentz | elise.dentz@outlook.com
Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar.
25
Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen
1
× 300 = € 9.000.000
8
Bijzonder waardeverminderingsverlies: (€ 150.000 – € 116.690) × 300 = € 9.993.000
b Afschrijvingskosten: € 240.000 ×
c
Waardering per 1 januari 2020 per locomotief:
• ‘Kale’ locomotief:
6
× (€ 2.600.000 – € 300.000)
€ 2.600.000 –
10
= € 2.600.000 – € 1.380.000 =
4
• Groot onderhoud: × € 400.000 =
5
€ 1.220.000
€
320.000
––––––––––
€ 1.540.000
Totale waardering: 10 × € 1.540.000 = € 15.400.000
Vanaf 2020 wordt de afschrijvingstermijn verlengd. Er is dan nog af te schrijven:
4
× (€ 2.600.000 – € 300.000) = € 920.000 (of: € 1.220.000 – € 300.000).
10
Aantal jaren is 15 – 6 = 9.
€ 920.000
Jaarlijkse afschrijving vanaf 2020:
= € 102.222
9
Waardering per 31 december 2020 per locomotief:
• ‘Kale’ locomotief: € 1.220.000 – € 102.222 =
3
• Groot onderhoud: × € 400.000 =
5
€ 1.117.778
€
240.000
––––––––––
€ 1.357.778
Totale waardering: 10 × € 1.357.778 = € 13.577.780
Vraagstuk 6.8 Obligo nv
a
b
c
De IASB rekent deze obligaties tot schuldinstrumenten die voor langere termijn
worden aangehouden, welke gewaardeerd moeten worden op geamortiseerde
kostprijs (IFRS 9): de verkrijgingsprijs, rekening houdend met een eventueel agio of
disagio. Binnen IFRS 9 wordt de geamortiseerde kostprijs voor deze obligaties
berekend door de te ontvangen jaarlijkse interest van €50.000 en de aflossing van €1
mln eind 2023 contant te maken.
€50.000 €50.000 €50.000 €1.050.000
€1.036.299
+
+
+
=
1, 04 4
1, 04
1, 042
1, 043
Stand per 2 januari 2020
Oprenting
Ontvangen interest
€ 1.036.299 à 4% =
€ 1.000.000 à 5% =
Stand per 31 december 2020
d Liquide middelen
Aan Effecten
Aan Financiële baten
€ 1.036.299
€
41.452 +
€
50.000 –
€ 1.027.751
€ 50.000
€ 8.548 (€ 1.036.299 – € 1.027.751)
€ 41.452
© 2020 | Noordhoff Uitgevers bv
Gedownload door: elisedentz | elise.dentz@outlook.com
Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar.
26
Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen
Vraagstuk 6.9 Kitchenette bv
a
Totaal te ontvangen rente
Aflossing
12 × 4 × 3,5% van € 1.000 =
12 × € 1.000 =
€
€
1.680
12.000
Totale ontvangsten
Aanschaffingskosten
€ 10.500 + € 100 =
€
€
13.680
10.600
€
3.080
Netto-ontvangsten
Jaarlijkse rentebaten: € 3.080 / 4 = € 770
b Van de aanschaf:
Effecten
Aan Liquide middelen
Van het aanhouden:
Liquide middelen
Effecten
Aan Financiële baten
c
€ 10.600
€ 10.600
€ 420 (12 x 3,5% van € 1.000)
€ 350 (€ 770 – € 420)
€ 770
De RJ staat lineaire amortisatie alleen maar toe indien het niet tot belangrijke
verschillen leidt ten opzichte van het toepassen van de effectieve rentemethode (RJ
273.201).
d De rentebaten bij de effectieve rentemethode nemen jaarlijks toe doordat de
effectieve rente berekend wordt over een steeds toenemende boekwaarde.
Aangezien de totale rentebaten en de eerste boekwaarde (reële waarde) onder beide
systematieken gelijk zijn, kan het niet anders zijn dan dat aan het eind van het eerste
boekjaar bij toepassing van de effectieve rentemethode de boekwaarde lager is dan
die bij lineaire amortisatie.
Vraagstuk 6.10 Tonsel bv
a
2020: Liquide middelen
Aan Financiële baten
€ 2.500
€ 2.500
Effecten
€ 7.000
Aan Financiële baten of Herwaarderingsreserve
€ 7.000
(indien ervoor is gekozen om de waardeveranderingen in het eigen vermogen
te muteren)
2022: Liquide middelen
Aan Effecten
€ 61.000
b 2020: Liquide middelen
Aan Financiële baten
€ 2.500
Effecten
Aan Herwaarderingsreserve
2022: Liquide middelen
Aan Effecten
Herwaarderingsreserve
Aan Overige reserves/
Financiële baten
c
€ 7.000
€ 61.000
€ 61.000
€ 2.500
€ 7.000
€ 61.000
€ 11.000
€ 11.000
2020: Liquide middelen
Aan Financiële baten
€ 2.500
Effecten
Aan Financiële baten
€ 7.000
€ 2.500
€ 7.000
© 2020 | Noordhoff Uitgevers bv
Gedownload door: elisedentz | elise.dentz@outlook.com
Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar.
27
Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen
Aanvullende journaalpost indien de aandelen P niet beursgenoteerd zijn:
Overige reserves
Aan Herwaarderingsreserve
2022: Liquide middelen
Aan Effecten
€ 7.000
€ 61.000
€ 7.000
€ 61.000
Aanvullende journaalpost indien de aandelen P niet beursgenoteerd zijn:
Herwaarderingsreserve
Aan Overige reserves
€ 11.000
€ 11.000
© 2020 | Noordhoff Uitgevers bv
Gedownload door: elisedentz | elise.dentz@outlook.com
Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar.
28
Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen
7
Vlottende activa
Vraagstuk 7.1 bv Zand
a
€ 1.200.000
=
6.000
Afschrijvingskosten (variabel)
Constante productiekosten:
•
Salarissen
•
Huur materieel
€ 200
3 × € 70.000
=
500
€ 80.000
=
500
Fabricagekostprijs
€ 420
€ 160
–––––
€ 780
€ 70.000
=
500
Constante verkoopkosten
€ 140
–––––
€ 920
Commerciële kostprijs
b 1
Balans 31 december 2020
Zandput
Voorraad zand
Liquide middelen
€ 1.080.000
€
40.000
€ 140.000
––––––––––
€ 1.260.000
Aandelenkapitaal
Winst 2020
––––––––––
€ 1.260.000
Toelichting:
• Zandput: € 1.200.000 – 600 × € 200 = € 1.080.000
• Voorraad zand: (600 – 400) × € 200 = € 40.000
• Liquide middelen:
Omzet
400 × € 1.250 =
Loonkosten
Huur materieel
€ 500.000 +
€ 280.000 –
€ 80.000 –
––––––––
€ 140.000
Saldo 31 december 2020
2
Balans 31 december 2020
Zandput
Voorraad zand*
Liquide middelen
*
c
1
€ 1.200.000
€
60.000
€ 1.080.000
€ 156.000
€ 140.000
––––––––––
€ 1.376.000
Aandelenkapitaal
Winst 2020
€ 1.200.000
€ 176.000
––––––––––
€ 1.376.000
(600 – 400) × € 780 = € 156.000
Resultatenrekening over 2020
Omzet
Variabele kosten
Dekkingsbijdrage
Constante kosten:
• Salarissen productie
• Huur materieel
• Salarissen verkoop
400 × € 1.250 =
400 × € 200 =
€ 500.000
€ 80.000
––––––––
€ 420.000
€ 210.000
€ 80.000
€ 70.000
––––––––
Winst
€ 360.000
––––––––
€ 60.000
© 2020 | Noordhoff Uitgevers bv
Gedownload door: elisedentz | elise.dentz@outlook.com
Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar.
29
Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen
2
Resultatenrekening over 2020
Omzet
Kosten van de omzet
Verkoopkosten
400 × € 1.250 =
400 × € 780 =
Bezettingsresultaat
(600 – 500) × € 580 =
€ 500.000
€ 312.000
€ 70.000
––––––––
€ 118.000
+ € 58.000
––––––––
€ 176.000
Winst
d De oorzaak van het ontstaan van een bezettingsresultaat op de productie is dat bij
absorption costing constante kosten worden behandeld als product costs. Indien de
werkelijke productie in een periode afwijkt van de normale productie, ontstaat er een
verschil tussen de onder de voorraad opgenomen geactiveerde kosten en de in de
periode ontstane constante kosten; dit verschil wordt het bezettingsresultaat
genoemd.
In dit vraagstuk wordt per gewonnen ton zand in de voorraadwaardering een bedrag
van € 580 aan constante productiekosten geactiveerd, dit is in 2020 in totaal 600 ×
€ 580 = € 348.000. De werkelijke constante productiekosten in 2020 zijn € 210.000 +
€ 80.000 = € 290.000. Het bezettingsresultaat is dus € 348.000 – € 290.000 =
€ 58.000 positief.
e
Het verschil in resultaat vindt zijn oorzaak in het verschil in de balanswaardering per
eenheid product. Indien in de periode de voorraad toeneemt, stijgt bij absorption
costing de totale waarde van de voorraad meer dan bij direct costing; dit betekent
een grotere toename van het eigen vermogen en daarmee een hogere winst. Bij een
voorraadafname is het omgekeerde het geval.
In 2020 neemt de voorraad toe met 200 ton zand. De waardering van één ton zand is
bij toepassing van absorption costing € 780 en bij direct costing € 200: het resultaat is
bij absorption costing 200 × (€ 780 – € 200) = € 116.000 hoger dan bij direct costing.
Vraagstuk 7.2 De zonnekoning bv
a
Bij direct costing worden de voorraden gewaardeerd tegen variabele productiekosten.
Volgens de wet (artikel 388.2) moeten de rechtstreeks aan de productie toe te
rekenen kosten (directe kosten) en mogen de indirecte kosten worden geactiveerd.
Direct costing past in zijn algemeenheid binnen de wetgeving indien er geen directe
kosten zijn die tevens een constant karakter dragen.
Bij De Zonnekoning is direct costing wettelijk toepasbaar: alle directe productiekosten
(direct materiaal en direct loon) hebben een variabel karakter.
b Resultatenrekening
Omzet
Variabele productiekosten:
• Direct materiaal
• Direct loon
6 000 × € 760 =
6 000 × € 400 =
6 000 × € 100 =
€ 4.560.000
€ 2.400.000
€ 600.000
––––––––––
Variabele verkoopkosten
Dekkingsbijdrage
Constante kosten:
• Afschrijving bedrijfspand
• Overige constante productiekosten
• Constante verkoopkosten
€
75.000
€ 1.375.000
€
50.000
––––––––––
Winst
€ 3.000.000
––––––––––
€ 1.560.000
€
60.000
––––––––––
€ 1.500.000
€ 1.500.000
––––––––––
€
0
© 2020 | Noordhoff Uitgevers bv
Gedownload door: elisedentz | elise.dentz@outlook.com
Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar.
30
Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen
c
De voorraad wordt bij toepassing van direct costing gewaardeerd tegen € 400 (direct
materiaal) + € 100 (direct loon) = € 500.
In geval van overgang op absorption costing wordt de voorraadwaardering verhoogd
met de constante productiekosten; deze kosten zijn per jaar € 1.450.000 (€ 75.000 +
€ 1.450.000
)
€ 1.375.000). De voorraadwaardering komt dan uit op € 500 + € 145 (
10.000
= € 645.
Door de voorraadtoename wordt bij absorption costing een deel van de constante
kosten (4 000 × € 145 = € 580.000) in de balans geactiveerd, terwijl bij direct costing
de constante kosten als periodekosten volledig ten laste van het resultaat worden
gebracht. Door het ‘wegstoppen’ van deze € 580.000 in de voorraad worden deze
kosten naar de toekomst verschoven: het resultaat zal € 580.000 hoger uitkomen.
d Resultatenrekening
Omzet
Kosten van de omzet
6 000 × € 760 =
6 000 × € 645 =
Verkoopkosten:
• Variabel deel
• Constant deel
€ 4.560.000
€ 3.870.000
––––––––––
€ 690.000
€ 60.000
€ 50.000
––––––––
Bezettingsresultaat
(10 000 – 10 000) × € 145 =
Winst
€ 110.000
––––––––––
€ 580.000
€
0
––––––––––
€ 580.000
e
Bij het overschakelen van direct costing op absorption costing is er sprake van een
stelselwijziging ten aanzien van de grondslagen van waardering en winstbepaling.
Artikel 384.6 bepaalt dat dit slechts geoorloofd is indien daar een gegronde reden
voor is. De gegronde reden ontbreekt in de situatie van De Zonnekoning; het
‘oppoetsen’ van het resultaat wordt niet als zodanig aangemerkt: De Zonnekoning
mag volgens de wet niet op basis van deze reden overschakelen op absorption
costing.
f
Ten aanzien van de variabele kosten is er geen verschil; bij zowel absorption costing
als bij direct costing worden deze ten laste van het resultaat gebracht op moment dat
de producten zijn verkocht en afgeleverd: dit betekent een strikte toepassing van het
matchingprincipe.
Het verschil tussen beide methoden zit in de behandeling van de constante
productiekosten; deze worden bij absorption costing – net als de variabele kosten –
ten laste van het resultaat gebracht op moment van verkoop en aflevering (hantering
van het matchingprincipe), terwijl ze bij direct costing op moment van ontstaan ten
laste van het resultaat worden gebracht (voorzichtigheidsprincipe krijgt hier
voorrang).
Vraagstuk 7.3 bv Huis
a
1
Balans per (bedragen × € 1)
Bedrijfspand
31-12-2019 31-12-2020
480.000
460.000
Materieel
900.000
800.000
Onderhanden
projecten
Rekeningcourant bank
120.000
---
1.500.000
3.000.000
––––––––
3.000.000
––––––––
4.260.000
Aandelenkapitaal
Winstreserve
Winst
31-12-2019
3.000.000
31-12-2020
3.000.000
---
---
---
1.260.000
––––––––
3.000.000
––––––––
4.260.000
Toelichting balans per 31 december 2019
• Bedrijfspand: € 500.000 × 24/25 = € 480.000
• Materieel: € 1.000.000 × 9/10 = € 900.000
• Onderhanden projecten:
© 2020 | Noordhoff Uitgevers bv
Gedownload door: elisedentz | elise.dentz@outlook.com
Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar.
31
Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen
- Directe kosten bouwrijp maken en fundering
€ 6.500.000
- Afschrijving bedrijfspand:
€ 500.000 × 1/25 = €
20.000
- Afschrijving materieel:
€ 1.000.000 × 1/10 = € 100.000
- Overheadkosten
€ 500.000
Kosten 2019
Gedeclareerde termijnen
€ 7.120.000
€ 7.000.000 –
€
•
Rekening-courant bank:
Saldo 1 januari 2019
Ontvangen termijnbetaling
Uitgaven bouwrijp maken en fundering
Overheadkosten
Saldo 31 december 2019
€ 1.500.000
€ 7.000.000 +
€ 6.500.000 –
€ 500.000 –
€ 1.500.000
Toelichting balans per 31 december 2020
• Bedrijfspand: € 500.000 × 23/25 = € 460.000
• Materieel: € 1.000.000 × 8/10 = € 800.000
• Rekening-courant bank:
Saldo 1 januari 2020
Ontvangen termijnbetaling
Uitgaven ruwbouw en afwerking
Overheadkosten
•
120.000
€ 1.500.000
€ 9.000.000 +
€ 7.000.000 –
€ 500.000 –
Saldo 31 december 2020
€ 3.000.000
Winst (controleberekening):
Opbrengst
€ 16.000.000
Directe kosten tot en met afwerking
€ 13.500.000 –
Afschrijving bedrijfspand:
€ 500.000 × 2/25 = €
40.000 –
Afschrijving materieel:
€ 1.000.000 × 2/10 = € 200.000 –
Overheadkosten
€ 1.000.000 –
€ 1.260.000
a
2
Balans per (bedragen × € 1)
31-12-2019
480.000
31-12-2020
460.000
Materieel
900.000
800.000
Onderhanden
projecten
Rekeningcourant bank
729.000
---
1.500.000
3.000.000
––––––––
3.609.000
––––––––
4.260.000
Bedrijfspand
Aandelenkapitaal
Winstreserve
Winst
31-12-2019
3.000.000
31-12-2020
3.000.000
---
609.000
609.000
651.000
––––––––
3.609.000
––––––––
4.260.000
Toelichting balans per 31 december 2019
• Onderhanden projecten:
- Bestedingen:
- Directe kosten bouwrijp maken en fundering
€ 6.500.000
- Afschrijving bedrijfspand:
€ 500.000 × 1/25 = €
20.000
- Afschrijving materieel:
€ 1.000.000 × 1/10 = € 100.000
- Overheadkosten
€ 500.000
Kosten 2019
- Toegerekende winst*
€ 7.120.000
609.000
- Gedeclareerde termijnen
€ 7.729.000
€ 7.000.000 –
€
729.000
*Begrote totale kosten per 31 december 2019:
- Bestedingen in 2019
€ 7.120.000
- Verwachte kosten 2020:
- Directe kosten ruwbouw en afwerking
€ 7.000.000
- Afschrijving bedrijfspand:
€ 500.000 × 1/25 = €
20.000
© 2020 | Noordhoff Uitgevers bv
Gedownload door: elisedentz | elise.dentz@outlook.com
Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar.
32
Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen
- Afschrijving materieel:
- Overheadkosten
€ 1.000.000 × 1/10 = €
€
100.000
500.000
€ 14.740.000
Toegerekende winst:
7.120 / 14.740 × € 1.260.000 = € 609.000
Of: 7.120 / 14.740 × € 16.000.000 – € 7.000.000 = € 729.000
Toelichting balans per 31 december 2020
• Winst (controleberekening):
Aanneemsom
Totale kosten
Toegerekende winst aan 2019
€ 16.000.000
€ 14.740.000 –
€
609.000 –
€
b
651.000
Balans per (bedragen × € 1)
Bedrijfspand
Materieel
Rekeningcourant bank
31-12-2019
480.000
31-12-2020
460.000
900.000
800.000
1.500.000
1.000.000
––––––––
2.880.000
––––––––
2.260.000
31-12-2019
Aandelen3.000.000
kapitaal
Winst--reserve
Winst
–740.000
Schuld op onder- 620.000
handen projecten
––––––––––
2.880.000
31-12-2020
3.000.000
–740.000
----––––––––
2.260.000
Toelichting balans per 31 december 2019
• Onderhanden projecten (schuld):
- Bestedingen:
- Directe kosten bouwrijp maken en fundering
€ 6.500.000
- Afschrijving bedrijfspand:
€ 500.000 × 1/25 = €
20.000
- Afschrijving materieel:
€ 1.000.000 × 1/10 = € 100.000
- Overheadkosten
€ 500.000
Kosten 2019
- Verwacht verlies
€ 16.000.000 – € 16.740.000*
- Gedeclareerde termijnen
€ 7.120.000
€
740.000 –
€ 6.380.000
€ 7.000.000 –
–€
620.000
* Begrote totale kosten per 31 december 2019:
- Bestedingen in 2019
€ 7.120.000
- Verwachte kosten 2020:
- Directe kosten ruwbouw en afwerking
€ 9.000.000
- Afschrijving bedrijfspand:
€ 500.000 × 1/25 = €
20.000
- Afschrijving materieel:
€ 1.000.000 × 1/10 = € 100.000
- Overheadkosten
€ 500.000
€ 16.740.000
Toelichting balans per 31 december 2020
• Rekening-courant bank:
Saldo 1 januari 2020
Ontvangen termijnbetaling
Uitgaven ruwbouw en afwerking
Overheadkosten
Saldo 31 december 2020
€ 1.500.000
€ 9.000.000 +
€ 9.000.000 –
€ 500.000 –
€ 1.000.000
Vanwege de situatie dat er op 31 december 2019 naar verwachting sprake is van
een verlieslatend werk, is er geen verschil in de uitwerking van de zero profit
method en die van de percentage of completion method.
© 2020 | Noordhoff Uitgevers bv
Gedownload door: elisedentz | elise.dentz@outlook.com
Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar.
33
Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen
Vraagstuk 7.5 Dijk nv
a
Het cumulatief effect bestaat uit de tot 1 januari 2020 toegerekende winsten op de
werken 1 en 2. Werk 3 leidt niet tot een wijziging omdat op dit werk per die datum
verlies wordt voorzien, hetgeen al verwerkt is.
Toegerekende winst tot 1 januari 2020:
€ 7.500
(= 60%) × € 2.500.000 =
Werk 1:
€ 12.500
Werk 2:
€ 1.500.000
€ 6.800
(= 20%) × € 6.000.000 =
€ 34.000
€ 1.200.000
€ 2.700.000
Journaalpost:
Onderhanden werk
Aan Ingehouden winst
€ 2.700.000
€ 2.700.000
b Winst 2020 (bedragen × € 1.000)
Werk 1:
Totale winst
Winst tot 1 januari 2020
2.500 – 250 =
2.250
1.500
–––––
Werk 2:
6.800 + 21.200
(= 80%) × (6.000 – 1.000) = 4.000
34.000 + 1.000
Winst tot 1 januari 2020
1.200
–––––
750
Winst per 31 december
Werk 3:
Bijstelling verlies
4.400 – 4.200 =
Brutowinst op werken
Afschrijvingen
Overige kosten
15% × 10.000 =
Totale winst
c
2.800
200
–––––
3.750
1.500
1.250
–––––
1.000
Balans per 31 december 2020 (bedragen × € 1.000)
Vaste activa
Onderhanden werk
Debiteuren
Liquide middelen
8.500
40.700
10.800
2.500
––––––
62.500
Aandelenkapitaal
Ingehouden winst
Gefactureerde termijnen
Winst 2020
10.000
6.000
45.500
1.000
––––––
62.500
© 2020 | Noordhoff Uitgevers bv
Gedownload door: elisedentz | elise.dentz@outlook.com
Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar.
34
Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen
Toelichting:
• Vaste activa: € 10.000.000 – € 1.500.000 = € 8.500.000
• Onderhanden werk:
Werk 2:
Opbrengstwaarde 80% × €40.000.000 =
Werk 3:
Bestede kosten € 4.800.000 + € 4.200.000 =
Voorziening voor verwacht verlies
•
Liquide middelen:
Saldo 1 januari 2020
Ontvangsten:
Debiteuren 1/1 2020
Gefactureerd:
Werk 1
Werk 2
Werk 3
Debiteuren 31/12 2020
Uitgaven:
Bestedingen:
Werk 1
Werk 2
Werk 3
Overige kosten
•
•
€ 32.000.000
€ 9.000.000
€
300.000 –
–––––––––––
€ 40.700.000
€
€
1.800.000
7.400.000
€ 7.000.000
€ 20.000.000
€ 9.000.000
€ 10.800.000 –
–––––––––––
€ 5.250.000
€ 21.200.000
€ 4.200.000
€ 1.250.000
–––––––––––
Saldo 31 december 2020
Ingehouden winst: € 3.300.000 + € 2.700.000 = € 6.000.000
Gefactureerde termijnen:
Werk 2: € 12.000.000 + € 20.000.000 =
Werk 3: € 4.500.000 + € 9.000.000 =
€ 32.600.000 +
€ 31.900.000 –
–––––––––––
€ 2.500.000
€ 32.000.000
€ 13.500.000
–––––––––––
€ 45.500.000
d De Raad voor de Jaarverslaggeving beveelt aan gedeclareerde termijnen in
mindering te brengen op de actiefpost Onderhanden werk (RJ 221.409); de Raad
spreekt overigens niet van onderhanden werken, maar van onderhanden projecten.
e
Voordelen zijn:
1 De solvabiliteit wordt optisch beter omdat de gedeclareerde termijnen als
vlottende passiva (= vreemd vermogen) wegvallen.
2 Het lagere balanstotaal leidt bij een gelijkblijvend resultaat tot een verbetering van
de gepresenteerde rentabiliteit van het totale vermogen.
3 De onderneming komt door het lagere balanstotaal eerder in aanmerking voor
indeling in de categorie van een kleine of middelgrote rechtspersoon, hetgeen
recht geeft op een aantal vrijstellingen op grond van de omvang van de
rechtspersoon.
Vraagstuk 7.6 nv Pecunia
Aandelen nv A (op te nemen onder de vlottende activa, categorie ‘held for trading’)
Waardering ultimo 2020 op reële waarde: 10.000 × € 28 =
€ 280.000
Resultaat 2020:
• Dividend:
• Mutatie beurswaarde:
10.000 × € 1,50 =
10.000 × (€ 28 – € 25) =
€ 15.000 +
€ 30.000 +
–––––––
€ 45.000 +
Putopties nv A (op te nemen onder de vlottende activa, categorie ‘held for trading’)
Waardering ultimo 2020 op reële waarde: 100 × € 50 =
€ 5.000
© 2020 | Noordhoff Uitgevers bv
Gedownload door: elisedentz | elise.dentz@outlook.com
Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar.
35
Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen
Resultaat 2020:
• Mutatie beurswaarde:
100 × (€ 50 – € 300) =
€ 25.000 –
Obligaties nv B (op te nemen onder de financiële vaste activa, categorie ‘aangehouden
schuldinstrumenten voor langere termijn’ (aangehouden looptijd is gelijk aan looptijd
instrument))
Waardering ultimo 2020 op geamortiseerde kostprijs:
75
75 1.075 
 75
2.000 × ï£¬
+
+
+
= € 2.103.953
2
3
4 
 1,06 1,06 1,06 1,06 
Resultaat 2020:
• Interest:
• Mutatie boekwaarde:
2.000 × € 75 =
€ 2.103.953 – (2 000 × € 1.063) =
€ 150.000 +
€ 22.047 –
––––––––
€ 127.953 +
Of:
6% × (2 000 × € 1.063) =
€ 127.560
Opmerking: het verschil wordt veroorzaakt door afrondingsverschillen.
Obligaties nv C (op te nemen onder de financiële vaste activa, categorie ‘aangehouden
schuldinstrumenten voor langere termijn’ (aangehouden looptijd is korter dan looptijd
instrument))
Waardering ultimo 2020 op reële waarde: 2 500 × € 1.129 =
€ 2.822.500
Resultaat 2020:
• Interest (effectief):
2.500 × € 1.068 × 6% =
€
160.200 +
De stijging van de reële waarde (beurskoers), afgezien van de interest, ad 167.300 (zie
journaalpost hieronder) wordt rechtstreeks in het eigen vermogen verwerkt. Op moment
van verkoop van de obligaties worden de cumulatieve waardeveranderingen die in het
eigen vermogen zijn opgenomen, overgeboekt naar de resultatenrekening.
Journaalpost:
Bank
€ 175.000 (2.500 × € 70)
Effecten
€ 152.500 (2.500 × (€ 1.129 – € 1.068))
Aan Interestbate
Aan Herwaarderingsreserve
€ 160.200
€ 167.300
Aandelen nv D (op te nemen onder de financiële vaste activa, categorie ‘aangehouden
eigenvermogeninstrumenten voor langere termijn’)
Waardering ultimo 2020 op reële waarde: 11.000 × € 35 = € 385.000
Resultaat 2020:
• Dividend: 11.000 × € 2 = € 22.000
Of (indien de onderneming ervoor gekozen heeft de koersmutatie niet in de
herwaarderingsreserve te verwerken, maar onmiddellijk in de resultatenrekening op te
nemen):
• Dividend:
11.000 × € 2 =
€ 22.000
• Stijging beurskoers: 11.000 × (€ 35 – € 31) =
€ 44.000
€ 66.000
© 2020 | Noordhoff Uitgevers bv
Gedownload door: elisedentz | elise.dentz@outlook.com
Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar.
36
Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen
8
Eigen vermogen
Vraagstuk 8.2 nv Techno
a
Redenen kunnen zijn:
• het kunnen voldoen aan het uitoefenen van optierechten door werknemers;
• het verhogen van de winst per aandeel;
• het tijdelijk steunen van de beurskoers;
• het meer rendabel maken van kasmiddelen.
b Het opgevraagde kapitaal wordt gerubriceerd onder de tot de vlottende activa
behorende vorderingen, onder het kopje: opgevraagde stortingen van geplaatst
kapitaal (artikel 370.1d)
c
Zolang er sprake is van voorgesteld dividend is er nog geen schuld. Die ontstaat pas
als tijdens de algemene vergadering (van de aandeelhouders) een beslissing wordt
genomen over de winstverdeling.
d Gestort en opgevraagd kapitaal:
• Emissie 2016 300 aandelen × € 500 =
• Emissie 2017 200 aandelen × € 500 × 50% =
• Opgevraagd 200 aandelen × € 500 × 25% =
Agio:
• Emissie 2016 300 aandelen × € 250 =
Herwaarderingsreserve
Andere wettelijke reserves:
• Geactiveerde ontwikkelingskosten:
€ 200.000 + € 100.000 – € 60.000 =
Overige reserves:
• Gereserveerde winsten tot 2020
• Gereserveerde winst 2020 (voorstel)
€ 100.000 – 10% van € 190.000* =
• Gerealiseerde herwaardering
• Naar wettelijke reserves wegens geactiveerde
ontwikkelingskosten
• Inkoop eigen aandelen 20 × € 800 =
Voorgesteld dividend
Totaal eigen vermogen
*
€ 150.000
€ 50.000
€ 25.000
––––––––
€ 225.000
€ 75.000
€ 70.000
€ 240.000
€ 275.000
€ 81.000
€ 80.000
€ 240.000 –
€ 16.000 –
––––––––
€ 180.000
€ 19.000
––––––––
€ 809.000
€ 200.000 – 20 × € 500 = € 190.000
NB: voor geactiveerde goodwill hoeft geen wettelijke reserve te worden gevormd.
e
Gestort en opgevraagd kapitaal
(Ongerealiseerde) herwaarderingsreserve
Andere wettelijke reserves
f
In dit geval dient het tekort in mindering te worden gebracht op de post Overige
reserves (RJ 240.230); daarmee geeft het negatieve bedrag van de overige reserves
de hoogte aan van de winst die in de toekomst nog behaald moet worden, alvorens
de onderneming tot dividenduitkering mag overgaan.
€ 225.000
€ 70.000
€ 240.000
––––––––
€ 535.000
© 2020 | Noordhoff Uitgevers bv
Gedownload door: elisedentz | elise.dentz@outlook.com
Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar.
37
Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen
Vraagstuk 8.3 Option nv
Boekingen in 2021 (bedragen × € 1)
Boekingen op 1 januari 2021
Overige reserves1
Aan Liquide middelen
Boekingen op 31 december 2021
Loonkosten
Aan Overige reserves2
1
2
Alternatief 1
Debet
Credit
–––––
–––––
Alternatief 2
Debet
Credit
––––––– –––––––
125.000
5.000
5.000
5.000
125.000
5.000
1 000 (opties) × 125 (beurskoers op 1 januari 2021)
1 000 (opties) × (130 − 125) koersstijging
Boekingen op 31 december 2022 (bedragen × € 1)
Alternatief 1
Debet
Credit
–––––
–––––
5.000
5.000
Overige reserves3
Aan Loonkosten
3
Alternatief 2
Debet
Credit
–––––
–––––
5.000
5.000
1 000 (opties) × (130 − 125)
Boekingen op 31 december 2023 (bedragen × € 1)
Alternatief 1
Alternatief 2
Debet
Credit
Debet
Credit
––––––– ––––––– ––––––– –––––––
10.000
10.000
10.000
10.000
Loonkosten
Aan Overige reserves4
Liquide middelen
Overige reserves
Aan Aandelenkapitaal
Aan Agio
Aan Overige reserves
4
125.000
10.000
25.000
110.000
125.000
10.000
135.000
1 000 (opties) × (135 − 125)
Vraagstuk 8.4 Personeel nv
a
1 januari 2021:
Loonkosten
€ 75.000 (500 × € 150)
Aan Overige reserves
€ 75.000
Op 31 december 2021 en 31 december 2022 worden er geen journaalposten
gemaakt.
31 december 2023:
Liquide middelen
€ 100.000 (500 × 10 × € 20)
Overige reserves
€ 75.000
Aan Aandelenkapitaal
€ 25.000 (500 × 10 × € 5)
Aan Agio
€ 150.000
b
1 januari 2021:
Loonkosten
€ 25.000 (500 × 10 × (€ 25 – € 20))
Aan Overige reserves
€ 25.000
31 december 2021:
Overige reserves
Aan Loonkosten
€ 10.000 (500 × 10 × (€ 25 – € 23))
€ 10.000
© 2020 | Noordhoff Uitgevers bv
Gedownload door: elisedentz | elise.dentz@outlook.com
Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar.
38
Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen
31 december 2022:
Overige reserves
Aan Loonkosten
€ 15.000 (500 × 10 × (€ 23 – € 20))
€ 15.000
31 december 2023:
Loonkosten
Aan Overige reserves
€ 20.000 (500 × 10 × (€ 24 – € 20))
€ 20.000
Liquide middelen
Overige reserves
Aan Aandelenkapitaal
Aan Agio
€ 100.000
€ 20.000
€ 25.000
€ 95.000
Vraagstuk 8.6 Royal Schiphol Group
a
Het eigen vermogen in de enkelvoudige jaarrekening komt dan overeen met het
eigen vermogen in de (op basis van IFRS opgestelde) geconsolideerde jaarrekening
(zie paragraaf 4.1 van het theorieboek).
b 1
2
3
c
De rentabiliteit van het eigen vermogen blijft in eerste instantie onveranderd: noch
de winst, noch het eigen vermogen verandert. In de loop van de tijd zal de winst
beïnvloed worden door de te betalen provisie aan de factormaatschappij
(negatieve invloed op de winst) en de bespaarde kosten van wanbetaling en
interest (positieve invloed op de winst). Per saldo zal de invloed op het resultaat
normaliter gering zijn.
De solvabiliteit verbetert omdat het eigen vermogen gelijk blijft, terwijl het vreemd
vermogen daalt.
De liquiditeitspositie blijft gelijk, maar de current ratio verbetert; er is dan sprake
van window dressing.
De herwaarderingsreserve is door de overboeking van de gerealiseerde
herwaardering geheel ongerealiseerd en is daarmee een wettelijke reserve; dit is ook
in overeenstemming met de bepalingen in artikel 390.3.
d Aangezien de gehele herwaarderingsreserve een wettelijke reserve is (zie vraag c),
is uitkering in contanten niet toegestaan.
De herwaarderingsreserve mag echter geheel worden uitgekeerd in aandelen, omdat
de wet heeft bepaald dat de herwaarderingsreserve in kapitaal kan worden omgezet
(artikel 390.2).
e
Geplaatst kapitaal
Herwaarderingsreserve
Overige wettelijke reserves
€ 84.511.000
€ 686.347.000
€ 338.066.000
––––––––––––
€1.108.924.000
© 2020 | Noordhoff Uitgevers bv
Gedownload door: elisedentz | elise.dentz@outlook.com
Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar.
39
Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen
9
Vreemd vermogen
Vraagstuk 9.1 Taks bv
a
Balans per 31 december 2020 (bedragen × € 1)
Pand
Liquide middelen
380.000
438.000
Aandelenkapitaal
Voorzieningen:
- voor groot onderhoud
- voor proces 1
Banklening
Winst 2020
818.000
Toelichting:
• Pand: € 400.000 × 19/20 = € 380.000
• Liquide middelen:
Aandelenemissie
Verkregen lening
Aankoop pand
Omzet
Diverse bedrijfskosten
Rente
€ 300.000 × 4% =
•
200.000
40.000
22.500
300.000
255.500
818.000
€
€
€
€
€
€
200.000
300.000
400.000
800.000
450.000
12.000
+
+
–
+
–
–
Saldo per 31 december 2020
€ 438.000
Voorziening voor groot onderhoud: € 20.000 × 1/5 = € 40.000
Resultatenrekening over 2020
Omzet
Diverse bedrijfskosten
Afschrijving pand:
€ 400.000 × 1/20 =
Rente
Toevoegingen voorzieningen: € 40.000 + € 22.500 =
€ 800.000
€ 450.000 –
€ 20.000 –
€ 12.000 –
€ 62.500 –
Winst
€ 255.500
b Proces 1 is in de balans opgenomen en behoeft niet nader te worden toegelicht.
Proces 2 is niet in de balans opgenomen omdat de kans op een schadeclaim niet
waarschijnlijk is. Aangezien de kans op een verplichting echter wel aanwezig is
(maximaal 25%), moet Taks in de toelichting wel melding maken van de risico’s die
uit dit proces voortvloeien.
Omdat de risico’s die uit proces 3 voortvloeien van te verwaarlozen betekenis zijn,
wordt dit proces niet in de balans opgenomen en hoeft er ook geen informatie in de
toelichting te worden vermeld.
c
De componentenbenadering (RJ 212.445), zie subparagraaf 6.3.7.
© 2020 | Noordhoff Uitgevers bv
Gedownload door: elisedentz | elise.dentz@outlook.com
Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar.
40
Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen
Vraagstuk 9.3 Superhein
a1 Zowel in 2019 als in 2020:
Pensioenlasten
Aan Liquide middelen
€ 12.000.000
€ 12.000.000
2 Ultimo 2019:
Ultimo 2018 is er sprake van een overdekking van € 2 mln (€ 142 – € 140 mln).
Indien Superhein in de balans ultimo 2018 voor deze overdekking een vordering op
het pensioenfonds heeft opgenomen, luidt de journaalpost als volgt:
Pensioenlasten
€ 16.000.000
Aan Liquide middelen
€ 12.000.000
Aan Vordering pensioenfonds
€ 2.000.000
Aan Pensioenvoorziening
€ 2.000.000 (€ 150 mln – € 148 mln)
Indien Superhein in de balans ultimo 2018 voor deze overdekking geen vordering op
het pensioenfonds heeft opgenomen, is de journaalpost:
Pensioenlasten
Aan Liquide middelen
Aan Pensioenvoorziening
€ 14.000.000
€ 12.000.000
€ 2.000.000
Ultimo 2020:
Pensioenlasten
Pensioenvoorziening*
Aan Liquide middelen
€ 11.000.000
€ 1.000.000
€ 12.000.000
*
Toename contante waarde pensioenverplichtingen
Toename waarde beleggingen
–
€ 8 mln
€ 9 mln
–––––––
€ 1 mln
b Dit wordt de risicobenadering genoemd.
c
De RJ geeft aan dat het is toegestaan voor de verwerking van pensioenen in de
jaarrekening uit te gaan van de voorschriften van de IASB of die van de Verenigde
Staten (US GAAP), mits deze voorschriften integraal en consistent worden toegepast
(RJ 271.101). Ook mag worden uitgegaan van de verplichting aan de
pensioenuitvoerder benadering, waarbij geen onderscheid wordt gemaakt tussen
toegezegdebijdrage- en toegezegdpensioenregeling. In de balans wordt alleen een
voorziening voor pensioenverplichtingen opgenomen indien de onderneming op
balansdatum een in rechte afdwingbare of feitelijke verplichting heeft aan de
pensioenuitvoerder (het pensioenfonds of de levensverzekeraar) of de werknemer;
bovendien moet het – conform de eisen die in het algemeen aan een voorziening
worden gesteld – waarschijnlijk zijn dat voor de afwikkeling van die verplichting een
uitstroom van middelen noodzakelijk is en moet er een betrouwbare schatting kunnen
worden gemaakt van de omvang van de verplichting (RJ 271.307).
© 2020 | Noordhoff Uitgevers bv
Gedownload door: elisedentz | elise.dentz@outlook.com
Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar.
41
Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen
Vraagstuk 9.4 P/W nv
1
De loods wordt niet geactiveerd omdat de gebruiker niet het economisch risico loopt;
de maandelijkse huurlasten komen ten laste van het resultaat.
Op grond van RJ 252.108 / artikel 381.1 moet in de toelichting onder de niet uit de
balans blijkende verplichtingen melding worden gemaakt van de toekomstige
financiële verplichtingen die uit deze huurovereenkomst zullen voortvloeien.
2
Voorziening garantieverplichtingen
Aan Te betalen garantieverplichtingen
€ 50.000
€ 50.000
De omvang van de verplichting uit hoofde van de garantieregeling staat nu vast; de
verplichting dient daarom niet meer onder de voorziening, maar onder de kortlopende
schulden te worden opgenomen.
3
Verlies op debiteuren
Aan Debiteuren
€ 150.000
€ 150.000
Waardeverminderingen van een actief mogen niet door vorming van een voorziening
tot uiting worden gebracht (artikel 374.2): het verlies wordt in mindering gebracht op
de actiefpost Debiteuren.
4
Omdat het niet mogelijk is een redelijke schatting te maken van de opruimkosten,
mag er geen voorziening worden gevormd. Wel dient in de toelichting onder de niet
uit de balans blijkende verplichtingen melding gemaakt te worden van dit gegeven.
5
Machine
Aan Leaseverplichtingen
€ 200.000
€ 200.000
Gezien de condities van het leasecontract is P/W aan te merken als economisch
eigenaar en dient hij op grond daarvan de machine te activeren en de hoofdsom van
de leaseverplichtingen als schuld te passiveren. Het feit dat de ondernemer niet de
juridisch eigenaar is, moet in de toelichting worden vermeld (artikel 366.2).
6
Reorganisatiekosten
Aan Voorziening voor reorganisatie
€ 500.000
€ 500.000
Hoewel het reorganisatieplan nog met vertegenwoordigers van het personeel
besproken moet worden, dient nu wel een voorziening te worden getroffen: de
oorzaak ligt immers in de tegenvallende resultaten in het verleden en de huidige
slechte vooruitzichten. Bovendien is er sprake van een gedetailleerd plan dat al (op
hoofdlijnen) bekendgemaakt is aan het personeel (RJ 252.413).
7
Op grond van RJ 252.108 / artikel 376 moet de onderneming in de toelichting melding
maken van de garantiestelling voor de schulden van beide dochtermaatschappijen.
Bovendien is er een reële kans dat men aangesproken zal worden op voldoening van
de schulden van D2: er zal daarom een voorziening getroffen moeten worden ter
grootte van het negatieve eigen vermogen van D2:
Resultaat uit dochter D2
Aan Voorziening garantie dochter D2
€ 300.000
€ 300.000
In geval P/W op balansmoment een vordering heeft op D2 zal de voorziening eerst
gesaldeerd moeten worden met die vordering.
8
De RJ schrijft voor de lening gedeeltelijk als eigen vermogen (onder de overige
reserves, RJ 240.210) en gedeeltelijk als vreemd vermogen te presenteren (RJ
290.813):
Het vreemd-vermogendeel bedraagt:
€ 500.000
€ 500.000
€ 500.000
€ 10.500.000
+
+
+
= € 9.653.490 (afgerond)
1,062
1,06
1,063
1,06 4
© 2020 | Noordhoff Uitgevers bv
Gedownload door: elisedentz | elise.dentz@outlook.com
Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar.
42
Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen
Journaalpost:
Liquide middelen
Aan Converteerbare obligatielening
Aan Overige reserves
€ 10.000.000
€ 9.653.490
€ 346.510
In de toelichting moet melding worden gemaakt van de rentevoet ad 5% (artikel
375.2) en de geldende conversievoorwaarden (artikel 375.7).
Vraagstuk 9.5 Blue Stone
a
Verdisconteerde hoofdsom: € 2.000.000 × 0,67556 =
Verdisconteerde interestbetalingen: € 40.000 × 8,11090 =
Eerste waardering lening
€ 1.351.120
€ 324.436
€ 1.675.556
b € 1.675.556 à 4% = € 67.022
c
Eerste waardering per 1 januari 2020
Oprenting:
€ 1.675.556 à 4% =
Betaalde interest:
€ 2.000.000 à 2% =
Geamortiseerde kostprijs per 31 december 2020
d
Interestlasten
Aan Liquide middelen
Aan Onderhandse lening
€ 67.022
€ 1.675.556
€
67.022
€
40.000 –
€ 1.702.578
€ 40.000
€ 27.022
© 2020 | Noordhoff Uitgevers bv
Gedownload door: elisedentz | elise.dentz@outlook.com
Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar.
43
Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen
10
Resultatenrekening
Vraagstuk 10.1 Glad/Weg bv
a
In de resultatenrekening: 3 t/m 6
Rechtstreekse vermogensmutaties: 2, 7 en 8
b De bij de punten 4 en 6 vermelde resultaten zijn door de RJ aangemerkt als
bijzondere resultaten (RJ 270.405). Het bij punt 5 genoemde resultaat is een
bijzonder resultaat, vanwege het incidentele karakter.
c
Winst uit hoofde van verkopen
Boekwinst onteigende grond
Prijs meest succesvolle importeur
Verlies reserveonderdelen
Winst
€ 1.000.000
€
30.000
€
50.000
€ 200.000
––––––––––
€ 880.000
+
+
+
–
€ 1.000.000
€
30.000
€
50.000
€ 200.000
––––––––––
€ 880.000
+
+
+
–
d Comprehensive income statement over 2020 van Glad/Weg
Resultaten:
Winst uit hoofde van verkopen
Boekwinst onteigende grond
Prijs meest succesvolle importeur
Verlies reserveonderdelen
Rechtstreekse vermogensmutaties die niet
uit de kapitaalsfeer voortvloeien:
Stelselwijziging
Herwaardering pand
€ 75.000 –
€ 85.000 +
––––––––
€
10.000 +
––––––––––
€ 890.000
Comprehensive income
e
Eigen vermogen per 1 januari 2020
Comprehensive income 2020
Aandelenemissie:
€ 500.000 × 250% =
€ 3.000.000
€ 890.000 +
€ 1.250.000 +
––––––––––
€ 5.140.000
Eigen vermogen per 31 december 2020
Vraagstuk 10.4 Building bv
a
Bestede kosten
Winstopslag
€
€
4.000.000
500.000
€
4.500.000
€
€
nihil
4.500.000 +
Som der bedrijfsopbrengsten
Som der bedrijfslasten
€
€
4.500.000
4.000.000
Nettowinst
€
500.000
Netto-omzet
Mutatie onderhanden werk
€
€
9.000.000
4.500.000 –
4/8 × € 1.000.000 =
b Netto-omzet
Mutatie onderhanden werk
c
© 2020 | Noordhoff Uitgevers bv
Gedownload door: elisedentz | elise.dentz@outlook.com
Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar.
44
Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen
Som der bedrijfsopbrengsten
Som der bedrijfslasten
€
€
4.500.000
4.350.000
Nettowinst
€
150.000
d De IASB geeft in IAS 1.102 aan dat de post Mutatie voorraad gereed product en
onderhanden werk niet als ‘revenue’ mag worden gepresenteerd, maar bedoeld is als
een correctiepost op de diverse gepresenteerde kostensoorten. Alle
projectopbrengsten moeten daarom als netto-omzet worden gepresenteerd. De
gevraagde resultatenrekeningen bij b en c – passend binnen de
presentatievoorschriften van de IAS – zien er als volgt uit:
(vraag b)
Netto-omzet
Mutatie onderhanden werk
€
€
4.500.000
nihil
Som der bedrijfsopbrengsten
Som der bedrijfslasten
€
€
4.500.000
4.000.000
Nettowinst
€
500.000
(vraag c)
Netto-omzet
Mutatie onderhanden werk
€
€
4.500.000
nihil
Som der bedrijfsopbrengsten
Som der bedrijfslasten
€
€
4.500.000
4.350.000
Nettowinst
€
150.000
© 2020 | Noordhoff Uitgevers bv
Gedownload door: elisedentz | elise.dentz@outlook.com
Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar.
45
Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen
11
Kasstroomoverzicht
Vraagstuk 11.1 bv Beuk
a
Balans per 31 december 2020 (bedragen × € 1)
Machine
Voorraad hout
Voorraad klompen
Vooruitbetaalde huur
Liquide middelen
440.000
100.000
160.000
25.000
960.000
Aandelenkapitaal
Agio
Voorziening
Vooruit ontvangen bedragen
Winst 2020
1.685.000
500.000
500.000
25.000
300.000
360.000
1.685.000
Toelichting:
• Machine: 220.000 / 300.000 × € 600.000 = € 440.000
• Voorraad hout: € 500.000 – 80.000 × € 5 = € 100.000
• Voorraad klompen (80.000 – 60.000) × € 8 (*) = 160.000
(*) Materiaal
€5
Machine: € 600.000 / 300.000 =
€2
Personeel: € 80.000 / 80.000 =
€1
•
•
•
•
•
€8
Vooruitbetaalde huur: € 50.000 / 2 = € 25.000
Liquide middelen:
Aandelenemissie
500 × € 1.000 × 200% =
Betaalde huur
Aankoop machine
Personeelsuitgaven
Inkoop hout
Ontvangst verkoop klompen 80.000 × € 15 =
Betaalde garagerekening
Saldo per 31 december 2020
Aandelenkapitaal: 500 × € 1.000 = € 500.000
Agio: 500 × € 1.000 × 200% – € 500.000 = € 500.000
Vooruitontvangen bedragen: 20.000 × € 15 = € 300.000
€
€
€
€
€
€
€
1.000.000
50.000
600.000
80.000
500.000
1.200.000
10.000
€
960.000
€
900.000
€
480.000
€
€
€
420.000
25.000
35.000
€
360.000
+
–
–
–
–
+
–
b Resultatenrekening over 2020
Opbrengst verkopen:
Kostprijs verkopen:
- Materiaal:
- Afschrijving machine:
- Personeel:
Transactieresultaat
Huurkosten
Claims
60.000 × € 15 =
60.000 × € 5 = € 300.000
60.000 × € 2 = € 120.000
60.000 × € 1 = € 60.000
€ 10.000 + € 25.000 =
Winst
c
Kasstroomoverzicht over 2020 volgens de directe methode (bedragen × € 1)
Kasstroom uit operationele activiteiten
Ontvangsten van afnemers
Betalingen aan leveranciers en werknemers:
50.000 + 80.000 + 500.000 + 10.000 =
1.200.000 +
640.000 –
560.000
Kasstroom uit investeringsactiviteiten
Investeringen in materiële vaste activa
Kasstroom uit financieringsactiviteiten
600.000 –
© 2020 | Noordhoff Uitgevers bv
Gedownload door: elisedentz | elise.dentz@outlook.com
Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar.
46
Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen
Ontvangsten uit aandelenemissie
1.000.000 +
Mutatie geldmiddelen in 2020
960.000
Kasstroomoverzicht over 2020 volgens de indirecte methode (bedragen × € 1)
Kasstroom uit operationele activiteiten
Bedrijfsresultaat
Aanpassingen voor:
• Afschrijvingen
• Mutaties in voorzieningen
• Veranderingen in netto-werkkapitaal:
- Toename voorraad (exclusief afschrijving)
- Toename vorderingen
- Toename schulden
360.000
120.000 +
25.000 +
220.000 –
25.000 –
300.000 +
55.000 +
560.000
Kasstroom uit investeringsactiviteiten
Investeringen in materiële vaste activa
Kasstroom uit financieringsactiviteiten
Ontvangsten uit aandelenemissie
600.000 –
1.000.000 +
Mutatie geldmiddelen in 2020
960.000
Vraagstuk 11.2 Ventura bv
a
Kasstroomoverzicht over 2020 volgens de directe methode (bedragen × € 1)
Kasstroom uit operationele activiteiten
Ontvangen van afnemers
600.000 + 50.000 – 125.000
Betalingen aan leveranciers en werknemers
380.000 + 122.000 + 70.000 – 150.000
Betaalde interest
Betaalde winstbelasting
Kasstroom uit investeringsactiviteiten
Investeringen in materiële vaste activa
• Gebouw
240.000 – 160.000 + 10.000
• Machines
50.000 – 40.000 + 8.000 + 6.000
Desinvesteringen in materiële vaste activa
• Machines
Kasstroom uit financieringsactiviteiten
Ontvangsten uit aandelenemissie 20.000 + 10.000
Aflossing langlopende lening
Betaald dividend
525.000
422.000 –
5.000 –
25.000 –
–––––––
73.000 +
90.000 –
24.000 –
6.000 +
––––––
30.000 +
15.000 –
15.000 –
––––––
Mutatie geldmiddelen in 2020
108.000 –
0 +
–––––––
– 35.000
b Kasstroomoverzicht over 2020 volgens de indirecte methode (bedragen × € 1)
Kasstroom uit operationele activiteiten
Bedrijfsresultaat
75.000 + 5.000
80.000
Aanpassingen voor:
• Afschrijvingen
10.000 + 8.000
18.000 +
• Veranderingen in netto-werkkapitaal
– Toename debiteuren
75.000 –
– Toename crediteuren
80.000 +
––––––
5.000 +
Betaalde interest
5.000 –
© 2020 | Noordhoff Uitgevers bv
Gedownload door: elisedentz | elise.dentz@outlook.com
Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar.
47
Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen
Betaalde winstbelasting
Kasstroom uit investeringsactiviteiten
Investeringen in materiële vaste activa
• Gebouw
• Machines
Desinvesteringen in materiële vaste activa
• Machines
Kasstroom uit financieringsactiviteiten
Ontvangsten uit aandelenemissie
Aflossing langlopende lening
Betaald dividend
Mutatie geldmiddelen in 2020
25.000 –
––––––
73.000 +
90.000 –
24.000 –
6.000 +
––––––
30.000 +
15.000 –
15.000 –
––––––
108.000 –
0 +
–––––––
– 35.000
Vraagstuk 11.4 nv ROVA Holding
a
Geconsolideerd kasstroomoverzicht over 2018
Bedrijfsresultaat
Aanpassingen voor:
- Afschrijvingen
- Mutaties voorzieningen
- Veranderingen in werkkapitaal:
- Mutaties voorraden
- Mutaties vorderingen
- Mutaties kortlopende schulden
in duizenden euro’s
6.861
7.301
1.060
17 –
1.728
5.640
–––––
Kasstroom uit bedrijfsoperaties
Ontvangen interest
Betaalde interest
Betaalde belasting
Resultaat deelnemingen
Kasstroom uit operationele activiteiten
Investeringen in materiële vaste activa 9.521 + 810 =
Desinvesteringen materiële vaste activa
Ontvangsten uit verstrekte lening
Ontvangsten uit verkoop effecten
Kasstroom uit investeringsactiviteiten
Ontvangsten uit aandelenemissie
25 + 28 =
Betaald dividend
Kasstroom uit financieringsactiviteiten
10.331 –
118
27
4.554
–––––
53
5.610 –
––––––
Toe-/afname geldmiddelen
7.351
––––––
22.573
207
820 –
294 –
170 –
–––––––
21.496
5.632 –
5.557 –
––––––
10.307
b Naast het verschil in de eerste regel (Resultaat uit gewone bedrijfsuitoefening vóór
belastingen ad 6.248 in plaats van Bedrijfsresultaat ad 6.861) vervallen dan de regels
Ontvangen interest en Betaalde interest; de rentebaten en rentelasten zijn immers al
in het resultaat uit gewone bedrijfsuitoefening vóór belastingen meegenomen.
c
Cashflow = Nettowinst + afschrijvingen
= 5.784 + 7.302 = 13.086 (× € 1.000)
© 2020 | Noordhoff Uitgevers bv
Gedownload door: elisedentz | elise.dentz@outlook.com
Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar.
48
Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen
Deel 3
Winst- en vermogensbepaling in geval van
prijsfluctuaties
© 2020 | Noordhoff Uitgevers bv
Gedownload door: elisedentz | elise.dentz@outlook.com
Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar.
49
Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen
12
Instandhoudingsdoelstellingen en
waarderingsgrondslagen
Vraagstuk 12.1 Ko Kos
a
1
Balans 31 oktober
Voorraad matten
100 × € 25 =
Kas
€ 9.000
€ 7.500 –
€ 7.000 +
€ 750 –
––––––
2
€ 2.500
Eigen vermogen 1/10
Winst oktober
€ 7.750
–––––––
€ 10.250
€
€
9.000
1.250
–––––––
€ 10.250
Balans 31 oktober
Voorraad matten
100 × € 25 × 1,15 =
Kas
3
€ 2.875
€ 7.750
–––––––
€ 10.625
Eigen vermogen 1/10
Winst oktober
€
€
9.000
1.625
–––––––
€ 10.625
Balans 31 oktober
Voorraad matten
100 × € 25 × 1,15 =
Kas
€ 2.875
€ 7.750
–––––––
€ 10.625
4
Eigen vermogen 1/10
€ 9.000
Extra eigen vermogen
gebonden aan de onderneming:
300 × € 25 × 0,15 =
€ 1.125
Winst oktober
€
500
–––––––
€ 10.625
Balans 31 oktober
Voorraad matten
100 × € 25 × 1,15 =
Kas
€ 2.875
€ 7.750
–––––––
€ 10.625
5
Eigen vermogen 1/10
€ 9.000
Extra eigen vermogen
gebonden aan de onderneming:
€ 9.000 × 0,02 =
€
180
Winst oktober
€ 1.445
–––––––
€ 10.625
Balans 31 oktober
Voorraad matten
100 × € 25 × 1,02 =
Kas
€ 2.550
€ 7.750
–––––––
€ 10.300
Eigen vermogen 1/10
€ 9.000
Extra eigen vermogen
gebonden aan de onderneming:
€ 9.000 × 0,02 =
€
180
Winst oktober
€ 1.120
–––––––
€ 10.300
Opmerking:
Bij de uitwerking van vraag a2 en a4 is voorbijgegaan aan het voorzichtigheids- en
realisatieprincipe (waardestijgingen zijn direct als winst genomen) om in dit stadium
niet direct te verzanden in allerlei complicaties. Bij de behandeling van de bestaande
winstbepalingsstelsels in de betreffende hoofdstukken wordt uiteraard per stelsel
besproken of genoemde principes al dan niet worden toegepast.
© 2020 | Noordhoff Uitgevers bv
Gedownload door: elisedentz | elise.dentz@outlook.com
Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar.
50
Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen
b Winst a1: € 1.250
Winst a3: € 500
––––––
Verschil € 750
Dit bedrag is gelijk aan het in oktober gerealiseerde voorraadresultaat (volgtijdelijk
prijsverschil op de inkoopmarkt):
Afzet × (inkoopprijs verkoopmoment – feitelijke inkoopprijs)
= 200 × (€ 28,75 (€ 25 × 1,15) – € 25) = € 750
© 2020 | Noordhoff Uitgevers bv
Gedownload door: elisedentz | elise.dentz@outlook.com
Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar.
51
Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen
13
Historischekostenstelsel
Vraagstuk 13.1 bv Blanko
a
Balans per 31 december 2020 (bedragen × € 1)
Bestelauto
Voorraad
Liquide middelen
40.000
30.000
45.000
Eigen vermogen 1/1
Banklening
Winst 2020
50.000
45.000
20.000
115.000
115.000
Toelichting:
•
•
•
•
4
= € 40.000
5
Voorraad: 1 500 × € 20 = € 30.000
Liquide middelen:
Saldo 1 januari 2020
Verkopen
€ 60.000 + € 32.000 =
Inkopen
€ 18.000 + € 30.000 =
Interest
€ 50.000 × 8% =
Aflossing
Overige kosten
Bestelauto: € 50.000 ×
Saldo 31 december 2020
Banklening: € 50.000 – € 5.000 = € 45.000
€ 20.000
€ 92.000
€ 48.000
€ 4.000
€ 5.000
€ 10.000
––––––––
€ 45.000
+
–
–
–
–
Resultatenrekening over 2020
Opbrengst verkopen
Kostprijs verkopen
Transactieresultaat
€ 60.000 + € 32.000 =
2 000 × € 15 + 1 000 × € 18 =
1
=
5
€ 50.000 × 8% =
Afschrijvingskosten
€ 50.000 ×
Interest
Overige kosten
€ 92.000
€ 48.000
–––––––
€ 44.000
€ 10.000
€ 4.000
€ 10.000
–––––––
Winst
€ 24.000
–––––––
€ 20.000
b Bij het nominalisme is de winst gelijk aan de toename van het nominale eigen
vermogen, dit is het verschil tussen de opbrengsten (op de verkoopmarkt) en de
betaalde inkoopprijzen (op de inkoopmarkt): de voorraadresultaten (het volgtijdelijk
prijsverschil op de inkoopmarkt) maken onderdeel uit van de winst. Omdat bij vraag a
de kosten zijn gebaseerd op de in het verleden betaalde prijzen worden de
voorraadresultaten tot de winst gerekend en is er sprake van een nominalistische
winstbepaling.
© 2020 | Noordhoff Uitgevers bv
Gedownload door: elisedentz | elise.dentz@outlook.com
Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar.
52
Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen
c
Bestelauto:
Afschrijving op basis van actuele inkoopprijs
110 1
€ 50.000 ×
× =
100 5
Afschrijving op basis van historische kosten
Voorraad oliespuiten:
Kostprijs verkopen op basis van actuele inkoopprijs
2 000 × € 18 + 1 000 × € 20 =
Kostprijs verkopen op basis van historische kosten
€ 11.000
€ 10.000
–––––––
€ 1.000
€ 56.000
€ 48.000
–––––––
€ 8.000
–––––––
€ 9.000
d Voorraadresultaten mogen volgens het substantialisme niet tot de winst worden
gerekend; het zijn ‘schijnwinsten’, zij zijn aan de onderneming gebonden om
vervanging van de productiemiddelen mogelijk te maken. Het substantialisme
elimineert voorraadresultaten daarom uit de winst.
Vraagstuk 13.2 Marginaal
a
1
5/1 Opbrengst verkopen
Kostprijs verkopen
70 000 × € 0,42 =
70 000 × € 0,20 =
23/2 Opbrengst verkopen 110 000 × € 0,44 =
Kostprijs verkopen
30 000 × € 0,20 + 30 000 × € 0,22 + 50 000 × € 0,25 =
€ 29.400
€ 14.000
–––––––
€ 15.400
€ 48.400
€ 25.100
–––––––
€ 23.300
Totaal € 15.400 + € 23.300 = € 38.700
2
Mutatieoverzicht voorraad:
1/1
100 000 × € 0,20 =
5/1 – 70 000 × € 0,20 =
–––––––
30 000
9/1 + 30 000 × € 0,22 =
–––––––
60 000 × € 0,21* =
8/2 + 80 000 × € 0,25 =
–––––––
140 000 × € 0,2329** =
23/2 – 110 000 × € 0,2329 =
–––––––
30 000
3/3 + 60 000 × € 0,30 =
–––––––
90 000 × € 0,2776*** =
*
€ 12.600
= € 0,21
60 000
**
€ 32.600
= € 0,2329
140 000
***
€ 24.981
= € 0,2776
90 000
5/1 Opbrengst verkopen
Kostprijs verkopen
€ 20.000
€ 14.000
–––––––
€ 6.000
€ 6.600
–––––––
€ 12.600
€ 20.000
–––––––
€ 32.600
€ 25.619
–––––––
€ 6.981
€ 18.000
–––––––
€ 24.981
€ 29.400
€ 14.000
–––––––
€ 15.400
© 2020 | Noordhoff Uitgevers bv
Gedownload door: elisedentz | elise.dentz@outlook.com
Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar.
53
Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen
23/2 Opbrengst verkopen
Kostprijs verkopen
€ 48.400
€ 25.619
–––––––
€ 22.781
Totaal € 15.400 + € 22.781 = € 38.181
3
5/1 Opbrengst verkopen
Kostprijs verkopen
70 000 × € 0,20 =
€ 29.400
€ 14.000
–––––––
€ 15.400
23/2 Opbrengst verkopen
Kostprijs verkopen
80 000 × € 0,25 + 30 000 × € 0,22 =
€ 48.400
€ 26.600
–––––––
€ 21.800
Totaal € 15.400 + € 21.800 = € 37.200
b 1
2
c
Opbrengst verkopen
€ 29.400 + € 48.400 =
Kostprijs verkopen
60 000 × € 0,30 + 80 000 × € 0,25 + 30 000 × € 0,22 +
10 000 × € 0,20 =
€ 77.800
€ 46.600
–––––––
€ 31.200
De kostprijs van de verkopen en daarmee het resultaat kunnen pas worden
berekend nadat de voorraad per het einde van de periode is vastgesteld.
Bovendien is collectief-lifo niet bedoeld om winsten per transactie te bepalen,
maar is het een periodewinstbepalingsstelsel: de kostprijs kan in totaliteit – naast
zoals uitgewerkt bij vraag b1 – worden afgeleid uit het verband tussen
beginvoorraad, inkopen en eindvoorraad: € 20.000 (beginvoorraad) + € 44.600
(inkopen) – € 18.000 (eindvoorraad) = € 46.600.
1
Balans per 31 maart 2020
Voorraad Blop
30 000 × € 0,25 +
60 000 × € 0,30 =
Liquide middelen
€ 77.800 – € 44.600 =
2
€ 25.500
Eigen vermogen 1/1
Winst 1e kwartaal
€ 33.200
–––––––
€ 58.700
€ 20.000
€ 38.700
–––––––
€ 58.700
Balans per 31 maart 2020
Voorraad Blop
(zie vraag a2)
Liquide middelen
3
€ 24.981
€ 33.200
–––––––
€ 58.181
Eigen vermogen 1/1
Winst 1e kwartaal
€ 20.000
€ 38.181
–––––––
€ 58.181
Balans per 31 maart 2020
Voorraad Blop
30 000 × € 0,20 +
60 000 × € 0,30 =
Liquide middelen
4
€ 24.000
€ 33.200
–––––––
€ 57.200
Eigen vermogen 1/1
Winst 1e kwartaal
€ 20.000
€ 37.200
–––––––
€ 57.200
Balans per 31 maart 2020
Voorraad Blop
90 000 × € 0,20 =
Liquide middelen
€ 18.000
€ 33.200
–––––––
€ 51.200
Eigen vermogen 1/1
Winst 1e kwartaal
€ 20.000
€ 31.200
–––––––
€ 51.200
© 2020 | Noordhoff Uitgevers bv
Gedownload door: elisedentz | elise.dentz@outlook.com
Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar.
54
Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen
d Bij individueel-lifo worden de meest recent gekochte voorraden in de kostprijs van de
verkopen opgenomen; de voorraadresultaten worden daarmee grotendeels uit de
winst geëlimineerd: de methode heeft dan ook een tamelijk substantialistische
uitwerking. De mate van substantialisme is afhankelijk van de timing van in- en
verkopen.
Bij collectief-lifo is de substantialistische werking nog sterker, daar wordt immers
uitgegaan van de meest recente inkopen bekeken vanuit balansdatum.
Overigens heeft lifo alleen betrekking op voorraden en niet op duurzame
productiemiddelen; we spreken daarom van partieel substantialisme.
e
Bij lifo worden op de balans voorraden opgenomen die gewaardeerd worden tegen
veelal oude prijzen. In tijden van prijsstijging kunnen er in de voorraden aanzienlijke
stille reserves schuilen: er wordt geen getrouw beeld van het vermogen
weergegeven.
f
1
2
Door op balansdatum de voorraad op te waarderen naar de actuele inkoopprijs en
het verschil te boeken op bijvoorbeeld een post Reserve waardestijgingen.
Door de actuele waarde in de toelichting op te nemen.
Vraagstuk 13.3 bv Bulk
a
Balans per 31 december 2020 (bedragen × € 1)
Pand
Voorraad Burp
Debiteuren
Vooruitbetaalde interest
Liquide middelen
380.000
165.600
162.000
4.500
198.600
Aandelenkapitaal
Winstreserve
Banklening
Winst 2020
70.000
280.000
200.000
360.700
910.700
910.700
Toelichting:
• Pand:
Pand (exclusief ondergrond): € 300.000 ×
Ondergrond
•
•
•
€ 100.000
––––––––
€ 380.000
120 000 – 108 000 = 12 000
€ 13,60 + € 14
= € 165.600
– Waardering:
12 000 ×
2
1
Debiteuren:
108 000 ×
× € 18 = € 162.000
12
Vooruitbetaalde interest:
12
€ 5.400 ×
3 × 100% = 9%
Rentepercentage:
€ 240.000
Liquide middelen:
Saldo 31-12-2019
Debiteuren 31-12-2019
3
= € 4.500
12
11
=
12
€ 10 + € 14
120 000 ×
=
2
Verkopen
108 000 × € 18 ×
Inkopen
Aflossing
Interest
Bedrijfskosten
•
€ 280.000
Voorraad:
– Hoeveelheid:
€ 200.000 × 9% ×
•
14
=
15
€ 200.000 × 9% =
Saldo 31-12-2020
Banklening: € 240.000 – € 40.000 = € 200.000
€
€
126.600
58.000 +
€ 1.782.000 +
€ 1.440.000 –
€
40.000 –
€
18.000 –
€ 270.000 –
–––––––––
€ 198.600
© 2020 | Noordhoff Uitgevers bv
Gedownload door: elisedentz | elise.dentz@outlook.com
Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar.
55
Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen
Resultatenrekening over 2020
Opbrengst verkopen
108 000 × € 18 =
€ 10 + € 13,60
108 000 ×
=
2
Kostprijs verkopen
Transactieresultaat
1
=
15
3
€ 240.000 ×
× 9% =
12
9
€ 200.000 ×
× 9% =
12
Afschrijvingen
€ 300.000 ×
Interest
Bedrijfskosten
€ 1.944.000
€ 1.274.400
––––––––––
€ 669.600
€ 20.000
€
5.400
€ 13.500
€ 270.000
––––––––
Winst
€ 308.900
––––––––––
€ 360.700
b Wijzigingen ten opzichte van a:
•
•
•
€ 10 + € 10, 40
= € 122.400
2
Balanstotaal € 867.500, winst € 317.500
€ 10, 40 + € 14
Kostprijs verkopen
108 000 ×
= € 1.317.600
2
(of: Beginvoorraad + Inkopen – Eindvoorraad
= € 0 + € 1.440.000 – € 122.400 = € 1.317.600)
Voorraad
12 000 ×
Vraagstuk 13.5 Victoria
a
Voorraadwaardering per 1 januari 2020:
IJzeren voorraad
10 000 × vaste prijs =
Manco
2 000 × € 10 =
10 000 × vaste prijs =
vaste prijs =
b
?
€ 20.000 –
–––––––
€ 30.000
€ 50.000
€5
Balans per 31 december 2020 (bedragen × € 1)
Vaste activa
Voorraad T
Debiteuren
Liquide middelen
70.000
38.000
128.000
19.000
Aandelenkapitaal
Hypotheek o/g
Nog te betalen kosten
Winst 2020
100.000
40.000
25.000
90.000
255.000
Toelichting:
255.000
7
= € 70.000
8
•
Vaste activa:
€ 80.000 ×
•
Voorraad T:
IJzeren voorraad
Manco
10 000 × € 5 =
1 000 × € 12 =
•
•
Debiteuren: 8 000 × € 16 = € 128.000
Liquide middelen:
Saldo 1 januari 2020
Verkopen
23 000 × € 15 =
Inkopen
21 000 × € 10 + 11.000 × € 11 =
Aflossing
Overige bedrijfskosten (inclusief interest)
•
Saldo 31 december 2020
Hypotheek o/g: € 50.000 – € 10.000 = € 40.000
€ 50.000
€ 12.000 –
–––––––
€ 38.000
€ 40.000
€ 345.000
€ 331.000
€ 10.000
€ 25.000
––––––––
€ 19.000
+
–
–
–
© 2020 | Noordhoff Uitgevers bv
Gedownload door: elisedentz | elise.dentz@outlook.com
Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar.
56
Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen
Resultatenrekening over 2020
Opbrengst verkopen
Kostprijs verkopen:
Waarde beginvoorraad
Inkopen
Waarde eindvoorraad
23 000 × € 15 + 8 000 × € 16 =
€ 30.000
€ 331.000 +
€ 38.000 –
––––––––
Transactieresultaat
Afschrijvingskosten
€ 473.000
€ 80.000 ×
Overige bedrijfskosten
1
=
8
€ 10.000
€ 50.000
–––––––
Winst
c
€ 323.000
––––––––
€ 150.000
€ 60.000
––––––––
€ 90.000
Voor wat betreft de ijzeren voorraad is er sprake van een substantialistische werking;
deze voorraad wordt immers tegen een vaste prijs gewaardeerd, zodat
voorraadresultaten geheel worden geëlimineerd. Overigens heeft het alleen
betrekking op voorraden en niet op duurzame productiemiddelen; het
ijzerenvoorraadstelsel wordt daarom aangeduid als partieel substantialistisch.
d Er is sprake van een dynamische waardebepaling: de waardering staat ten dienste
van een juiste winstbepaling, het gaat primair om de winstbepaling en secundair om
een juiste balanswaardering (zie paragraaf 3.2 theorieboek). De voorraad wordt per
31 december 2020 in de balans opgenomen voor € 38.000, terwijl de actuele
inkoopprijswaarde dan 9 000 × € 12 = € 108.000 is.
e
De waardering van de ijzeren voorraad tegen een vaste (veelal oude) prijs en de
afwaardering tegen de actuele inkoopprijs van een mancopositie leidt tot een relatief
lage voorraadwaardering en daarmee tot een relatief lage fiscale winst. Als gevolg
hiervan wordt belastingheffing naar de toekomst verschoven, hetgeen een
rentevoordeel met zich meebrengt; bovendien geeft het speelruimte in de
financiering.
Vraagstuk 13.7 Goldo bv
a
Balans 31 december 2020 (bedragen × € 1)
Pand
Voorraden
Liquide middelen
195.000
137.500
208.500
–––––––
541.000
Aandelenkapitaal
Agio
Lening
Te betalen interest
Winst 2020
Toelichting:
39
× € 200.000 = € 195.000
• Pand:
40
• Voorraden: 250 × € 550 = € 137.500
• Liquide middelen:
Verkregen middelen bij de oprichting
Verkopen
200 × € 710 + 200 × € 750 =
Oprichtings- en emissiekosten
Aankoop pand
Inkopen
200 × € 500 + 200 × € 520 + 250 × € 550 =
6
=
Interest
€ 300.000 × 8% ×
12
Overige kosten
Stand 31 december 2020
100.000
100.000
300.000
12.000
29.000
–––––––
541.000
€ 500.000
€ 292.000
€ 15.000
€ 200.000
€ 341.500
+
–
–
–
€ 12.000 –
€ 15.000 –
––––––––
€ 208.500
© 2020 | Noordhoff Uitgevers bv
Gedownload door: elisedentz | elise.dentz@outlook.com
Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar.
57
Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen
Resultatenrekening over 2020 (bedragen × € 1)
Opbrengst verkopen
Kostprijs verkopen
200 × 710 + 200 × 750 =
200 × 500 + 200 × 520 =
Transactieresultaat
Afschrijving pand
200.000 ×
1
=
40
Oprichtings- en emissiekosten
Interestlasten
8% × 300.000 =
Overige kosten
292.000
204.000
–––––––
88.000
5.000
15.000
24.000
15.000
––––––
59.000
–––––––
29.000
Winst
b 1
Winst fifo
Waardering voorraad per 31-12-2020:
• Gemiddelde-inkoopprijsmethode
250 × € 532,22* =
• Fifo
€ 29.000
€ 133.055
€ 137.500
––––––––
Winst gemiddelde-inkoopprijsmethode
*
2
200 × € 500 + 200 × € 520
= € 510
400
200 × € 510 + 250 × € 550
Per 25/7:
= € 532,22
450
Per 12/2:
Winst fifo
Waardering voorraad per 31-12-2020:
• Lifo-individueel
200 × € 500 + 50 × € 550 =
• Fifo
€ 29.000
€ 127.500
€ 137.500
––––––––
Winst lifo-individueel
3
Winst fifo
Waardering voorraad per 31-12-2020:
• Lifo-collectief
200 × € 500 + 50 × € 520 =
• Fifo
Winst fifo
Waardering voorraad per 31-12-2020:
• IJzerenvoorraadstelsel
200 × € 500 + 50 × € 550 =
• Fifo
Winst ijzerenvoorraadstelsel
c
€ 10.000 –
–––––––
€ 19.000
€ 29.000
€ 126.000
€ 137.500
––––––––
Winst lifo-collectief
4
€ 4.445 –
–––––––
€ 24.555
€ 11.500 –
–––––––
€ 17.500
€ 29.000
€ 127.500
€ 137.500
––––––––
€ 10.000 –
–––––––
€ 19.000
De verwachte opbrengstwaarde van de voorraad is op balansdatum lager dan de
historischekostenwaarde. Op grond van de minimumwaarderingsregel moet de
voorraad op 31 december 2020 afgewaardeerd worden tot de verwachte
opbrengstwaarde van 250 × € 500 = € 125.000.
Vergeleken met fifo (vraag a) komt de voorraadwaardering per 31 december 2020
dan € 12.500 (€ 137.500 – € 125.000) lager uit; dit betekent een winst over 2020 van
€ 29.000 (winst fifo) – € 12.500 = € 16.500.
© 2020 | Noordhoff Uitgevers bv
Gedownload door: elisedentz | elise.dentz@outlook.com
Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar.
58
Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen
14
Vervangingswaardestelsel
Vraagstuk 14.1 bv Piekerhoek
a
Balans per 31 december 2020 (bedragen × € 1)
Vaste activa
Voorraad Q
Liquide middelen
200.000
312.000
962.000
Aandelenkapitaal
Winstreserve
Winst 2020
100.000
500.000
474.000
Eigen vermogen
8%-Lening
1.074.000
400.000
1.474.000
1.474.000
Toelichting:
•
•
•
2
= € 200.000
3
Voorraad Q: 26 000 × € 12 = € 312.000
Liquide middelen:
Saldo 1 januari 2020
Verkopen
80 000 × € 20 =
Inkopen
43 000 × € 10 + 43 000 × € 12 =
Interest
€ 400.000 × 8% =
Bedrijfskosten
Vaste activa: € 300.000 ×
€ 500.000
€ 1.600.000
€ 946.000
€
32.000
€ 160.000
–––––––––
€ 962.000
Saldo 31 december 2020
+
–
–
–
Resultatenrekening over 2020
Opbrengst verkopen
Kostprijs verkopen
80 000 × € 20 =
63 000 × € 10 + 17 000 × € 12 =
Transactieresultaat
Afschrijvingen
€ 300.000 ×
Interest
Bedrijfskosten
1
=
3
€ 100.000
€ 32.000
€ 160.000
––––––––
Winst
b
€ 1.600.000
€ 834.000
––––––––––
€ 766.000
€ 292.000
––––––––––
€ 474.000
Balans per 31 december 2020 (bedragen × € 1)
Vaste activa
Voorraad Q
Liquide middelen
232.000
312.000
962.000
Aandelenkapitaal
Winstreserve
Herwaarderingsreserve
Winst 2020
Eigen vermogen
8%-Lening
1.506.000
100.000
500.000
94.000
412.000
1.106.000
400.000
1.506.000
Toelichting:
•
•
2
= € 232.000
5
Voorraad Q: 26 000 × € 12 = € 312.000
Vaste activa: € 580.000 ×
© 2020 | Noordhoff Uitgevers bv
Gedownload door: elisedentz | elise.dentz@outlook.com
Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar.
59
Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen
•
Herwaarderingsreserve:
– Vaste activa gerealiseerd
3
1
(€ 580.000 × – € 300.000) × =
5
3
– Vaste activa ongerealiseerd
3
2
(€ 580.000 × – € 300.000) × =
5
3
– Voorraden gerealiseerd
23 000 × € 2 =
– Voorraden ongerealiseerd
€ 16.000
€ 32.000
€ 46.000
€
0
–––––––
€ 94.000
Resultatenrekening over 2020
Opbrengst verkopen
Kostprijs verkopen
40 000 × € 10 + 40 000 × € 12 =
Transactieresultaat
Afschrijvingen
€ 580.000 ×
Interest
Bedrijfskosten
1
=
5
€ 116.000
€ 32.000
€ 160.000
––––––––
Winst
c
Winst 2020 volgens het vervangingswaardestelsel
Gerealiseerde waardestijgingen in 2020:
• In afschrijvingen
(116.000 – 100.000)
• In kostprijs verkopen
(880.000 – 834.000)
€ 16.000
€ 46.000
–––––––
412.000
€
62.000
––––––––––
€ 474.000
€ 1.106.000
€ 32.000
€
0
–––––––
Eigen vermogen 31 december 2020 op basis van historische kosten
e
€ 308.000
––––––––––
€ 412.000
€
Winst 2020 op basis van historische kosten
d Eigen vermogen 31 december 2020 volgens het
vervangingswaardestelsel
Ongerealiseerde waardestijgingen ultimo 2020:
• Vaste activa
(232.000 – 200.000)
• Voorraad Q
(312.000 – 312.000)
€ 1.600.000
€ 880.000
––––––––––
€ 720.000
€
32.000
––––––––––
€ 1.074.000
Lager: de winst (teller) zal door de hogere afschrijving en kostprijs verkopen lager zijn
en het eigen vermogen (noemer) – uitgaande van volledige winstuitkering door de
ongerealiseerde en gerealiseerde waardestijgingen – hoger.
Vraagstuk 14.2 Substan
a
Balans per 31 december 2020 (bedragen × € 1)
Pand
Voorraden
Kas
480.000
40.000
650.000
Eigen vermogen 1/1
Hypothecaire lening
Winst 2020
1.170.000
140.000
500.000
530.000
1.170.000
Toelichting:
•
•
24
= € 480.000
25
Voorraden: 2 000 × € 20 = € 40.000
Pand: € 500.000 ×
© 2020 | Noordhoff Uitgevers bv
Gedownload door: elisedentz | elise.dentz@outlook.com
Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar.
60
Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen
•
Kas:
Saldo 2 januari 2020
Verkopen
Inkopen
Interest
€ 500.000 × 10% =
€ 140.000
€ 860.000 +
€ 300.000 –
€ 50.000 –
––––––––
€ 650.000
Saldo 31 december 2020
Resultatenrekening over 2020
Opbrengst verkopen
Kostprijs verkopen
10 000 × € 10 + 8 000 × € 20 =
Transactieresultaat
1
=
25
€ 500.000 × 10% =
Afschrijvingen
€ 500.000 ×
Interest
€ 20.000
€ 50.000
–––––––
Winst
b
€ 860.000
€ 260.000
––––––––
€ 600.000
€ 70.000
––––––––
€ 530.000
Balans per 31 december 2020 (bedragen × € 1)
Pand
Voorraden
Kas
576.000
50.000
650.000
Eigen vermogen 1/1
Herwaarderingsreserve
Hypothecaire lening
Winst 2020
1.276.000
140.000
210.000
500.000
426.000
1.276.000
Toelichting:
•
•
•
24
= € 576.000
25
Voorraden: 2 000 × € 25 = € 50.000
Herwaarderingsreserve:
Pand: € 600.000 ×
1
=
25
24
€ 100.000 ×
=
25
–
Pand gerealiseerd
–
Pand ongerealiseerd
–
Voorraden gerealiseerd:
Kwartaal 2
Kwartaal 3
Kwartaal 4
–
Voorraden ongerealiseerd
€
€ 100.000 ×
4.000
€ 96.000
4 000 × (€ 20 – € 10) = € 40.000
3 000 × (€ 20 – € 10) = € 30.000
6 000 × (€ 25 – € 20) = € 30.000
–––––––
2 000 × (€ 25 – € 20) =
€ 100.000
€ 10.000
––––––––
€ 210.000
Resultatenrekening over 2020
Opbrengst verkopen
Kostprijs verkopen
3 000 × € 10 + 4 000 × € 20 + 5 000 × € 20 + 6 000 × € 25 =
Transactieresultaat
Afschrijvingen
€ 600.000 ×
Interest
1
=
25
€ 860.000
€ 360.000
––––––––
€ 500.000
€ 24.000
€ 50.000
–––––––
Winst
€ 74.000
––––––––
€ 426.000
© 2020 | Noordhoff Uitgevers bv
Gedownload door: elisedentz | elise.dentz@outlook.com
Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar.
61
Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen
c De IASB laat het vervangingswaardestelsel toe voor de materiële vaste activa, maar
staat het niet toe voor de voorraden; deze laatste moeten gewaardeerd worden op
historische kosten (IAS 2.9).
De Nederlandse wet staat het vervangingswaardestelsel eveneens alleen toe voor
duurzame productiemiddelen en niet voor voorraden, met dien verstande dat voor de
balanspresentatie de gerealiseerde herwaarderingsreserve moet worden overgeboekt
naar bijvoorbeeld de overige reserves (artikel 390.3).
Vraagstuk 14.4 Begio bv
a
Balans per 31 december 2020 (bedragen × € 1)
Pand
Voorraad sigaren
Rekening-courant bank
420.000
1.950.000
960.000
Aandelenkapitaal
Winstreserve
Lening
Winst 2020
500.000
1.150.000
600.000
1.080.000
3.330.000
Toelichting:
3.330.000
14
= € 420.000
20
•
Pand: € 600.000 ×
•
Voorraad sigaren: per 31-12-2019 bedroeg de waardering per sigaar
€ 2 mln
= € 0,10 loonkosten en
20 mln
€ 0,42 – € 0,10 = € 0,32 inkoopprijs.
Waardering per 31 december 2020 per sigaar:
– 1 000 000 × (€ 0,35 + € 0,10) =
– 3 000 000 × (€ 0,40 + € 0,10) =
€ 2,1mln
=
5 mln
€ 0,42, zijnde
•
Rekening-courant bank:
Saldo 31 december 2019
Verkopen
9 000 000 × € 0,48 + 11 000 000 × € 0,54 =
Inkopen
16 000 000 × € 0,35 + 3 000 000 × € 0,40 =
Lonen
Overige kosten
Saldo 31 december 2020
€ 450.000
€ 1.500.000
––––––––––
€ 1.950.000
– € 300.000
€ 10.260.000
€ 6.800.000
€ 2.000.000
€ 200.000
––––––––––
€ 960.000
+
–
–
–
Resultatenrekening over 2020 (bedragen × € 1)
Opbrengst verkopen
Kostprijs verkopen:
5 000 000 × (€ 0,32 + € 0,10) +
15 000 000 × (€ 0,35 + € 0,10) =
Transactieresultaat
1
=
20
Afschrijvingskosten
€ 600.000 ×
Overige kosten
Bezettingsresultaat:
(19 000 000 – 20 000 000) × € 0,10 =
Winst
b 1
Winst fifo
Waardering voorraad sigaren per 31-12-2020:
• Individueel-lifo
– 1 000 000 × (€ 0,32 + € 0,10) =
– 3 000 000 × (€ 0,40 + € 0,10) =
•
Fifo
10.260.000
8.850.000
–––––––––
1.410.000
30.000
–
200.000
100.000
–––––––––
1.080.000
–
–
€ 1.080.000
€ 420.000
€ 1.500.000
––––––––––
€ 1.920.000
€ 1.950.000
––––––––––
Winst individueel-lifo
€ 30.000 –
––––––––––
€ 1.050.000
© 2020 | Noordhoff Uitgevers bv
Gedownload door: elisedentz | elise.dentz@outlook.com
Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar.
62
Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen
2
Winst fifo
Waardering voorraad sigaren per 31-12-2020:
• Collectief-lifo: 4 000 000 × (€ 0,32 + € 0,10) =
• Fifo
€ 1.080.000
€ 1.680.000
€ 1.950.000
––––––––––
Winst collectief-lifo
3
Winst fifo
Waardering voorraad sigaren per 31-12-2020:
• IJzerenvoorraadstelsel
– 3 500 000 × (€ 0,32 + € 0,10) =
– 500 000 × (€ 0,40 + € 0,10) =
•
Fifo
€ 270.000 –
––––––––––
€ 810.000
€ 1.080.000
€ 1.470.000
€ 250.000
––––––––––
€ 1.720.000
€ 1.950.000
––––––––––
Winst ijzerenvoorraadstelsel
€ 230.000 –
––––––––––
€ 850.000
Balans per 31 december 2020 (bedragen × € 1)
c
Pand
Voorraad sigaren
Rekening-courant bank
504.000
2.000.000
960.000
––––––––
3.464.000
Aandelenkapitaal
Herwaarderingsreserve:
• Pand:
– Gerealiseerd
– Ongerealiseerd
• Voorraad sigaren:
– Gerealiseerd
– Ongerealiseerd
Winstreserve
Lening
Winst 2020
500.000
3.000
84.000
700.000
50.000
1.150.000
600.000
377.000
––––––––
3.464.000
Toelichting:
•
•
•
14
= € 504.000
20
Voorraad sigaren: 4 000 000 × (€ 0,40 + € 0,10) = € 2.000.000
Herwaarderingsreserve:
0,5
= € 3.000
– Pand gerealiseerd: (€ 450.000 – € 15.000) × 20% ×
14,5
14
– Pand ongerealiseerd: (€ 450.000 – € 15.000) × 20% ×
= € 84.000
14,5
– Voorraad sigaren gerealiseerd:
5 000 000 × € 0,03 =
€ 150.000
11 000 000 × € 0,05 =
€ 550.000
––––––––
€ 700.000
– Voorraad sigaren ongerealiseerd: 1 000 000 × € 0,05 = € 50.000
Pand: € 720.000 ×
© 2020 | Noordhoff Uitgevers bv
Gedownload door: elisedentz | elise.dentz@outlook.com
Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar.
63
Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen
Resultatenrekening over 2020 (bedragen × € 1)
Opbrengst verkopen
Kostprijs verkopen:
28/5:
17/10:
Transactieresultaat
Afschrijvingskosten:
1/1-30/6:
10.260.000
9 000 000 × (€ 0,35 + € 0,10) =
11 000 000 × (€ 0,40 + € 0,10) =
1 1
× =
20 2
1 1
€ 720.000 ×
× =
20 2
4.050.000
5.500.000
–––––––––
710.000
–
–
15.000
–
18.000
–
200.000
100.000
–––––––––
377.000
–
–
€ 600.000 ×
1/7-31/12:
Overige kosten
Bezettingsresultaat:
(19 000 000 – 20 000 000) × € 0,10 =
Winst
d Winst 2020 volgens het vervangingswaardestelsel
Gerealiseerde waardestijgingen in 2020:
• In afschrijvingen
(33.000 – 30.000)
• In kostprijs verkopen
(9.550.000 – 8.850.000)
€
€
3.000
€ 700.000
––––––––
Winst 2020 op basis van historische kosten
e
Eigen vermogen 31 december 2020 volgens het
vervangingswaardestelsel
Ongerealiseerde waardestijgingen ultimo 2020:
• Pand
(504.000 – 420.000)
• Voorraad sigaren
(2.000.000 – 1.950.000)
€ 703.000
––––––––––
€ 1.080.000
€ 2.864.000
€ 84.000
€ 50.000
–––––––
Eigen vermogen 31 december 2020 op basis van historische kosten
f
377.000
€ 134.000
––––––––––
€ 2.730.000
Historische kosten met toepassing van individueel-lifo voor de voorraden houdt de
prijsstijgingen van de voorraad gedeeltelijk buiten de winst en werkt daarmee (deels)
substantialistisch ten aanzien van de voorraad; voorwaarde voor een optimale
substantialistische werking is dat er vlak voor een verkoop voldoende is ingekocht.
Historische kosten met collectief-lifo voor de voorraden werkt sterker
substantialistisch omdat – vanuit balansdatum bezien – uitgegaan wordt van meer
recente inkopen, hetgeen leidt tot hogere kostprijzen van de verkopen; de
substantialistische werking is het sterkst indien nét voor balansdatum, door
voldoende in te kopen, de beginvoorraad op peil wordt gehouden.
Historische kosten met toepassing van het ijzerenvoorraadstelsel voor de voorraden
houdt de prijsstijging van de ijzeren voorraad geheel buiten de winst door deze te
waarderen tegen een vaste prijs; dit stelsel heeft, voor wat betreft de ijzeren
voorraad, een volledig substantialistische werking.
Bezwaar van de drie genoemde historischekostenstelsels is dat zij geen betrekking
hebben op duurzame productiemiddelen, en daarmee slechts ‘partieel’
substantialistisch werken.
Het vervangingswaardestelsel werkt substantialistisch: zowel de prijsstijgingen van
de voorraden als die van de duurzame productiemiddelen worden buiten de winst
gehouden.
© 2020 | Noordhoff Uitgevers bv
Gedownload door: elisedentz | elise.dentz@outlook.com
Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar.
64
Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen
15
Overige winstbepalingsstelsels
Vraagstuk 15.1 bv Profit
a
Balans per 31 december 2020 (bedragen × € 1)
Terrein
Bedrijfspand
Voorraad P
Liquide middelen
82.500
151.200
384.000
380.000
Aandelenkapitaal
Winstreserve
Ongerealiseerde
herwaardering
Crediteuren
Winst 2020
100.000
360.000
32.700
112.000
393.000
997.700
997.700
Toelichting:
•
•
•
•
110
= € 82.500
100
120 14
Bedrijfspand: € 135.000 ×
×
= € 151.200
100 15
Voorraad P: 32 000 × € 12 = € 384.000
Liquide middelen:
Saldo 31-12-2019
Crediteuren 31-12-2019
Inkopen 1e halfjaar
56 000 × € 10 =
5
Inkopen 2e halfjaar
56 000 × × € 12 =
6
Verkopen
100 000 × € 20 =
Lonen en overige bedrijfskosten
Terrein: € 75.000 ×
Saldo 31 december 2020
•
•
€ 90.000
€ 40.000 –
€ 560.000 –
€ 560.000 –
€ 2.000.000 +
€ 550.000 –
–––––––––
€ 380.000
Ongerealiseerde herwaardering:
– Terrein:
€ 75.000 × 10% =
€ 7.500
–
€ 25.200
14
=
€ 135.000 × 20% ×
15
Bedrijfspand:
Crediteuren: 56 000 ×
1
× € 12 = € 112.000
6
–––––––
€ 32.700
Resultatenrekening over 2020
Opbrengst verkopen
100 000 × € 20 =
Kostprijs verkopen op basis van vervangingswaarde
50 000 × € 10 + 50 000 × € 12 =
Afschrijvingen op basis van vervangingswaarde
120 1
×
=
€ 135.000 ×
100 15
Lonen en overige bedrijfskosten
Vervangingswaardewinst
€ 2.000.000
€ 1.100.000 –
€
10.800 –
€ 550.000 –
––––––––––
€ 339.200
© 2020 | Noordhoff Uitgevers bv
Gedownload door: elisedentz | elise.dentz@outlook.com
Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar.
65
Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen
Gerealiseerde herwaardering:
• Voorraad P
26 000 × (€ 12 – € 10) =
1
• Bedrijfspand
€ 135.000 × 20% ×
=
15
€ 52.000
€
1.800
–––––––
Winst
b
€ 53.800 +
––––––––––
€ 393.000
Balans per 31 december 2020 (bedragen × € 1)
Terrein
Bedrijfspand
Voorraad P
Liquide middelen
82.500
151.200
384.000
380.000
Aandelenkapitaal
Winstreserve
Crediteuren
Winst 2020
997.700
100.000
360.000
112.000
425.700
997.700
Resultatenrekening over 2020
Opbrengst verkopen
Kostprijs verkopen op basis van vervangingswaarde
Afschrijvingen op basis van vervangingswaarde
Lonen en overige bedrijfskosten
Current operating profit
Holding gains:
• Voorraad P
26 000 × (€ 12 – € 10) =
• Bedrijfspand
€ 135.000 × 20% =
• Terrein
€ 75.000 × 10% =
€ 2.000.000
€ 1.100.000 –
€ 10.800 –
€ 550.000 –
––––––––––
€ 339.200
€ 52.000
€ 27.000
€ 7.500
–––––––
Business profit
c
€ 86.500 +
––––––––––
€ 425.700
Binnen de voorschriften van de IASB, de RJ en de Nederlandse wet is het moderne
nominalisme als zodanig niet toegestaan. Voorraden moeten worden gewaardeerd
tegen de laagste van de historische kosten en de verwachte opbrengstwaarde:
vervangingswaarde is dus geen toegelaten waarderingsgrondslag. Daarnaast mag
van de IASB de herwaarderingsreserve niet vrijvallen ten gunste van het resultaat.
Voor de Amerikaanse invulling van het moderne nominalisme geldt als extra bezwaar
dat alle drie regelgevers het niet toestaan dat waardestijgingen van duurzame
productiemiddelen en voorraden, voordat zij zijn gerealiseerd, tot het resultaat
worden gerekend.
Fiscaal is het moderne nominalisme geen wettelijk toegelaten systeem: de fiscale
wetgever schrijft het historischekostenstelsel voor.
Vraagstuk 15.3 bv ‘Goeie Bak’
a
Balans per 31 december 2020 (bedragen × € 1)
Terrein
Aanhangwagens
Liquide middelen
23.000
45.000
271.050
Aandelenkapitaal
Herwaarderingsreserve:
• Ongerealiseerd
• Gerealiseerd
Winstreserve
Banklening
Winst 2020
339.050
50.000
10.500
7.500
114.350
105.000
51.700
339.050
Toelichting:
•
•
•
115
= € 23.000
100
120 1
Aanhangwagens: € 150.000 ×
× = € 45.000
100 4
Liquide middelen:
Startkapitaal begin 2018
Terrein: € 20.000 ×
€ 200.000
© 2020 | Noordhoff Uitgevers bv
Gedownload door: elisedentz | elise.dentz@outlook.com
Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar.
66
Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen
Aanschaf aanhangwagens
Aanschaf grasland
Verhuur aanhangwagens 3 × 15 × € 12.500 =
Verzekeringskosten e.d.
3 × € 80.000 =
Aflossing
3 × € 15.000 =
Interest
9% van (€ 150.000 + € 135.000 + € 120.000) =
•
Saldo 31 december 2020
Herwaarderingsreserve:
– Ongerealiseerd:
- Terrein
-
–
15% van € 20.000 =
Aanhangwagens
Winstreserve:
Opbrengst verhuur aanhangwagens
Afschrijvingskosten
Verzekeringskosten e.d.
Interestkosten
•
€ 7.500
–––––––
€ 10.500
2 1
× =
4 2
€ 7.500
Winst 2018
––––––––––
€ 187.500
€ 37.500
€ 80.000
€ 13.500
––––––––
€ 56.500
Winst 2019
––––––––––
€ 187.500
€ 37.500
€ 80.000
€ 12.150
––––––––
€ 57.850
20% van € 150.000 ×
–
–
+
–
–
–
€ 3.000
2 1
20% van € 150.000 × × =
4 2
Gerealiseerd:
-
•
Aanhangwagens
€ 150.000
€ 20.000
€ 562.500
€ 240.000
€ 45.000
€ 36.450
––––––––
€ 271.050
Totaal: € 114.350
Banklening: € 150.000 – (3 × € 15.000) = € 105.000
Resultatenrekening over 2020
Opbrengst verhuur aanhangwagens
15 × € 12.500 =
120 1
Afschrijvingskosten
€ 150.000 ×
× =
100 4
Verzekeringskosten, lonen e.d.
Interest
€ 120.000 × 9% =
€ 187.500
€ 45.000
€ 80.000
€ 10.800
–––––––
Winst
b
€ 135.800
––––––––
€ 51.700
Resultatenrekening over 2020 (bedragen × € 1)
Koopkrachtcorrectie
eigen vermogen*
Winst 2020
13.148
56.552
Calculatorische
bedrijfswinst**
Gerealiseerde waardestijging
Ongerealiseerde
waardestijging
69.700
51.700
7.500
10.500
69.700
* 8% van (€ 50.000 + € 114.350) = € 13.148
** Gelijk aan de winst bij vraag a
Balans per 31 december 2020 (bedragen × € 1)
Terrein
Aanhangwagens
Liquide middelen
23.000
45.000
271.050
Aandelenkapitaal
Winstreserve
Koopkrachtcorrectie eigen
vermogen
Banklening
Winst 2020
339.050
50.000
114.350
13.148
105.000
56.552
339.050
© 2020 | Noordhoff Uitgevers bv
Gedownload door: elisedentz | elise.dentz@outlook.com
Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar.
67
Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen
Vraagstuk 15.4 bv Epko
Balans per 31 december jaar 1 (bedragen × € 1)
Pand
Voorraad P
Liquide middelen
499.200
229.820
240.000
Aandelenkapitaal
Koopkrachtcorrectie eigen
vermogen
9%-Banklening
Winst jaar 1
969.020
400.000
16.000
500.000
53.020
969.020
Toelichting:
•
•
•
•
•
96 104
×
= € 499.200
100 100
104
Voorraad P: 30 000 × € 1,10 ×
=
100
104
170 000 × € 1,15 ×
=
104
Pand: € 500.000 ×
Liquide middelen:
Saldo 1 januari jaar 1
Verkopen
Inkopen
Interest
Aflossing
Bedrijfskosten
€ 34.320
€ 195.500
––––––––
€ 229.820
€ 324.000 + € 266.000 =
€ 385.000 + € 195.500 =
€ 550.000 × 9% =
12 × € 10.000 =
Saldo 31 december jaar 1
Koopkrachtcorrectie eigen vermogen: € 400.000 × 4% = € 16.000
9%-Banklening: € 550.000 – € 50.000 = € 500.000
€ 450.000
€ 590.000
€ 580.500
€ 49.500
€ 50.000
€ 120.000
––––––––
€ 240.000
+
–
–
–
–
Resultatenrekening over jaar 1
104
=
100
104
140 000 × € 1,90 ×
=
104
Opbrengst verkopen
€ 336.960
180 000 × € 1,80 ×
Kostprijs verkopen
320 000 × € 1,10 ×
Transactieresultaat
Afschrijvingen
€ 500.000 × 4% ×
Interest
€ 49.500 ×
Brutowinst
Koopkrachtresultaat monetaire positie:
Stand monetaire positie per 1/1:
Liquide middelen
9%-Banklening
Mutaties monetaire positie 1/1-30/6:
Inkoop 1 maart
––––––––
€ 602.960
104
=
100
104
=
100
104
=
104
104
6 × € 10.000 ×
=
100
104
6 × € 10.000 ×
=
104
Bedrijfskosten
€ 266.000
€ 366.080
––––––––
€ 236.880
€ 20.800
€ 49.500
€ 62.400
€ 60.000
–––––––
€ 192.700
––––––––
€ 44.180
€ 450.000
€ 550.000 –
––––––––
€ 100.000 –
€ 385.000 –
© 2020 | Noordhoff Uitgevers bv
Gedownload door: elisedentz | elise.dentz@outlook.com
Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar.
68
Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen
Verkoop 1 mei
Bedrijfskosten
Koopkrachtwinst
€ 221.000 × (
104
– 1) =
100
€ 324.000 +
€ 60.000 –
––––––––
€ 221.000 –
Winst
€
8.840
––––––––
€ 53.020
Balans per 31 december jaar 2 (bedragen × € 1)
Pand
Voorraad P
Liquide middelen
501.400
14.000
711.500
Aandelenkapitaal
Agio
Winstreserve
Koopkrachtcorrectie eigen
vermogen
9%-Banklening
Winst jaar 2
1.226.900
500.000
40.000
53.020
38.549
450.000
145.331
1.226.900
Toelichting:
•
•
•
•
•
•
•
92 109
×
= € 501.400
100 100
109
Voorraad P: 10 000 × € 1,40 ×
= € 14.000
109
Liquide middelen:
Saldo 31 december jaar 1
Verkopen
€ 440.000 + € 420.000 =
Inkopen
€ 187.500 + € 126.000 =
Interest
€ 500.000 × 9% =
Aflossing
Bedrijfskosten
12 × € 10.000 =
Emissie
€ 100.000 × 140% =
Pand: € 500.000 ×
Saldo 31 december jaar 2
Aandelenkapitaal: € 400.000 + € 100.000 = € 500.000
Agio: € 100.000 × 40% = € 40.000
Koopkrachtcorrectie eigen vermogen:
Stand 31 december jaar 1
109
– 1) =
Toevoeging
€ 469.020 × (
104
Stand 31 december jaar 2
9%-Banklening: € 500.000 – € 50.000 = € 450.000
€ 240.000
€ 860.000
€ 313.500
€ 45.000
€ 50.000
€ 120.000
€ 140.000
––––––––
€ 711.500
+
–
–
–
–
+
€ 16.000
€ 22.549
––––––––
€ 38.549
© 2020 | Noordhoff Uitgevers bv
Gedownload door: elisedentz | elise.dentz@outlook.com
Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar.
69
Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen
Resultatenrekening over jaar 2
109
=
104
109
210 000 × € 2 ×
=
109
Opbrengst verkopen
220 000 × € 2 ×
109
=
100
109
170 000 × € 1,15 ×
=
104
109
150 000 × € 1,25 ×
=
104
109
80 000 × € 1,40 ×
=
109
Kostprijs verkopen
30 000 × € 1,10 ×
Transactieresultaat
Afschrijvingen
€ 500.000 × 4% ×
Interest
€ 45.000 ×
109
=
100
109
=
109
109
6 × € 10.000 ×
=
104
109
6 × € 10.000 ×
=
109
Bedrijfskosten
Brutowinst
Koopkrachtresultaat monetaire positie:
Stand monetaire positie per 1/1:
Liquide middelen
9%-Banklening
Mutaties monetaire positie 1/1-30/6:
Inkoop 1 februari
Verkoop 1 april
Bedrijfskosten
109
– 1) =
€ 67.500 × (
104
Koopkrachtwinst
€ 461.154
€ 420.000
––––––––
€ 881.154
€ 35.970
€ 204.899
€ 196.514
€ 112.000
––––––––
€ 549.383
––––––––
€ 331.771
€ 21.800
€ 45.000
€ 62.885
€ 60.000
––––––––
€ 189.685
––––––––
€ 142.086
€ 240.000
€ 500.000 –
––––––––
€ 260.000 –
€ 187.500
€ 440.000
€ 60.000
––––––––
€ 67.500
–
+
–
–
Winst
€
3.245
––––––––
€ 145.331
Opmerking:
De mutaties in de monetaire positie gedurende de tweede helft van de jaren 1 en 2
leiden niet tot koopkrachtresultaten, omdat gedurende die perioden geen wijzigingen zijn
opgetreden in het algemeen prijspeil.
© 2020 | Noordhoff Uitgevers bv
Gedownload door: elisedentz | elise.dentz@outlook.com
Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar.
70
Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen
Deel 4
Concernvorming
71
© 2020 | Noordhoff Uitgevers bv
Gedownload door: elisedentz | elise.dentz@outlook.com
Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar.
Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen
16
Kapitaalbelangen
Vraagstuk 16.1 Steen nv
a
Aankoop per 1 januari 2020
Kapitaalbelang
Aan Liquide middelen
€ 2.000.000
Mutaties over 2020
Liquide middelen
Aan Resultaat uit kapitaalbelang
€
b Aankoop per 1 januari 2020
Kapitaalbelang
Aan Liquide middelen
100.000
€
€
100.000
500.000
Aankoop per 1 januari 2020
Kapitaalbelang
Aan Liquide middelen
€ 2.000.000
Mutaties over 2020
Liquide middelen
Kapitaalbelang
Aan Resultaat uit kapitaalbelang
€
€
d Aankoop per 1 januari 2020
Goodwill
Kapitaalbelang*
Aan Liquide middelen
*
Aandelenkapitaal
Winstreserve
Stille reserve pand
€
€ 2.000.000
Mutaties over 2020
Liquide middelen
Kapitaalbelang
Aan Resultaat uit kapitaalbelang
Aan Herwaarderingsreserve
c
€ 2.000.000
100.000
500.000
€ 500.000
€ 1.500.000
100.000
€ 2.000.000
€
€
100.000
500.000
€ 2.000.000
€
600.000
€ 2.000.000
€
500.000
€
800.000
€
200.000
––––––––––
€ 1.500.000
Mutaties over 2020
Het resultaat volgens de jaarrekening van Goed
Hogere afschrijvingen pand: € 200.000 × 1/10 =
€
€
300.000
20.000 –
Resultaat uit kapitaalbelang
€
280.000
€
280.000
€
100.000
Kapitaalbelang
Aan Resultaat uit kapitaalbelang
€
280.000
Liquide middelen
Aan Kapitaalbelang
€
100.000
Afschrijving goodwill
€
Aan Goodwill
25.000 (
€ 500.000
)
20
€
25.000
72
© 2020 | Noordhoff Uitgevers bv
Gedownload door: elisedentz | elise.dentz@outlook.com
Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar.
Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen
e
Aankoop per 1 januari 2020
Kapitaalbelang
Aan Liquide middelen
€ 2.000.000
Mutaties over 2020
Kapitaalbelang
Aan Resultaat uit kapitaalbelang
€
280.000
Liquide middelen
Aan Kapitaalbelang
€
100.000
Resultaat uit kapitaalbelang
Aan Kapitaalbelang
€
25.000
€ 2.000.000
€
280.000
€
100.000
€
25.000
Vraagstuk 16.2 Kapitaalbelangen
a
1
2
Een kapitaalbelang wordt volgens de IASB als een associate aangemerkt als de
deelnemer invloed van betekenis (‘significant influence’) heeft, waarbij invloed van
betekenis wordt gedefinieerd als de macht om deel te nemen aan de financiële en
operationele beleidsbeslissingen van het kapitaalbelang (IAS 28.3).
Dit wordt vermoed bij een bezit van minimaal 20% van de stemrechten (IAS 28.5).
b De IASB kwalificeert een kapitaalbelang als een subsidiary als de deelnemer de
zeggenschap (‘control’) heeft, waarbij de zeggenschap wordt gedefinieerd als het zijn
blootgesteld aan of het hebben van rechten op veranderlijke opbrengsten uit hoofde
van zijn betrokkenheid bij het kapitaalbelang en het beschikken over de mogelijkheid
die opbrengsten door zijn macht over het kapitaalbelang te beïnvloeden (IFRS 10
Bijlage A).
c
1
2
3
d 1
2
3
A heeft voor 51% zeggenschap in B: er is sprake van een subsidiary (meer dan
50%).
B heeft voor 18% zeggenschap in C: er is noch sprake van een vermoede
associate (minder dan 20%), noch van een subsidiary (niet meer dan 50%).
A heeft voor 48% zeggenschap in C (30% direct en 18% via subsidiary B): er is
sprake van een vermoede associate (meer dan 20%, maar niet meer dan 50%).
Onveranderd, in casu niet relevant voor de beoordeling.
Ingekochte eigen aandelen moeten voor de berekening buiten beschouwing
blijven, omdat daarmee geen stemrechten kunnen worden uitgeoefend. B heeft nu
100
= 22,5% zeggenschap in C: er is sprake van een vermoede associate.
18% ×
80
100
De zeggenschap van A in C is 48% ×
= 60%: C is nu een subsidiary van A.
80
Vraagstuk 16.3 bv Z
Z is geen dochtermaatschappij van E en van H: zowel E als H kunnen noch meer dan de
helft van de stemrechten in de algemene vergadering (van de aandeelhouders)
uitoefenen, noch meer dan de helft van de bestuurders benoemen.
Z is wel een dochtermaatschappij van K: K heeft weliswaar niet de meerderheid van de
stemrechten in de algemene vergadering (van de aandeelhouders), maar kan wel meer
dan de helft van de bestuurders benoemen (5 van de 9).
Vraagstuk 16.4 nv Pewi
a
Omdat B 20% eigen aandelen heeft ingekocht, kan slechts op 80% van het geplaatste
100
aandelenkapitaal van B stem worden uitgebracht. A bezit 45% ×
= 56,25% van de
80
stemrechten van B, dit is meer dan 50%: B is een dochtermaatschappij van A.
73
© 2020 | Noordhoff Uitgevers bv
Gedownload door: elisedentz | elise.dentz@outlook.com
Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar.
Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen
b B is een dochtermaatschappij van A en heeft 25% van het geplaatste aandelenkapitaal
van A ingekocht, zodat slechts op 75% van het geplaatste aandelenkapitaal van A
100
stem kan worden uitgebracht. Pewi bezit 45% ×
= 60% van de stemrechten van A:
75
A is een dochtermaatschappij van Pewi.
c B is volledig aansprakelijk vennoot in vof C: C is een dochtermaatschappij van B.
Omdat B een dochtermaatschappij van A en A een dochtermaatschappij van Pewi is,
is C eveneens een dochtermaatschappij van zowel A als van Pewi.
d Via D/E/F: 60% × 60% × 10% =
Via D/G/F: 60% × 20% × 90% =
Via G/F: 30% × 90% =
e
3,6%
10,8%
27,0%
–––––
41,4%
Er is sprake van een wettelijk vermoeden van een deelneming indien de rechtspersoon
al dan niet tezamen met één of meer dochtermaatschappijen ten minste 20% van het
geplaatste kapitaal verschaft (artikel 24c.1).
Pewi heeft alleen een middellijk belang via dochtermaatschappij E van 10% (Pewi
heeft via dochtermaatschappij D 60% zeggenschap in E, zodat E een
dochtermaatschappij is van Pewi.): er bestaat geen wettelijk vermoeden van een
deelneming van Pewi in F.
Vraagstuk 16.5 nv A
a
A bezit 40% van de stemrechten in de algemene vergadering (van de aandeelhouders)
van B. In geval van een bezit van 20% of meer van de stemrechten vermoedt de wet
invloed van betekenis op het zakelijke en financiële beleid (artikel 389.1).
Deelnemingen waarin invloed van betekenis wordt uitgeoefend, dienen te worden
gewaardeerd op nettovermogenswaarde (artikel 389.1): A waardeert het belang in B
conform de wettelijke bepalingen.
b Balans:
• Goodwill
Aankoopbedrag
Nettovermogenswaarde 1-1-2020
•
•
€ 2.000.000 × 40% =
Boekwaarde 31-12-2020: € 200.000 × 80% = € 160.000
Deelneming
Aankoop 1 januari 2020
Resultaat uit deelneming
€ 300.000 × 40% =
Dividend
€ 160.000 × 40% =
Wettelijke reserve deelneming
€ 120.000 – € 64.000 = € 56.000
€ 1.000.000
€ 800.000
––––––––––
€ 200.000
€ 800.000
€ 120.000 +
€ 64.000 –
–––––––––
€ 856.000
Resultatenrekening:
• Afschrijving goodwill: € 200.000 × 20% = € 40.000
• Resultaat uit deelneming: € 120.000
c
Ja, op grond van artikel 389.9 mag worden afgeweken van verwerking volgens de
vermogensmutatiemethode indien daar een gegronde reden voor is. De internationale
verstrengeling van de groep is voor A een gegronde reden B te waarderen op
historische kosten. Overigens moet de reden van de afwijkende waarderingsgrondslag
in de toelichting worden vermeld.
d Balans:
• Deelneming: € 1.000.000
Resultatenrekening:
• Resultaat uit deelneming: € 64.000
e
Bezwaren zijn:
74
© 2020 | Noordhoff Uitgevers bv
Gedownload door: elisedentz | elise.dentz@outlook.com
Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar.
Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen
•
•
•
Een stijging van de werkelijke waarde van het kapitaalbelang komt in de
boekwaarde van het kapitaalbelang niet tot uiting, waardoor er na verloop van tijd
een grote stille reserve in deze post kan schuilen.
De op moment van overname betaalde goodwill blijft in principe permanent
geactiveerd in de balanspost Kapitaalbelang. Alleen als de onderneming waaraan
kapitaal wordt verschaft niet alle winsten uitkeert (zoals in dit vraagstuk in 2020 het
geval is), zal de nettovermogenswaarde van het kapitaalbelang de aanschafprijs
benaderen en uiteindelijk mogelijk overschrijden; in dat geval wordt de goodwill van
de balans ‘verdreven’.
Als de houder een zodanig groot aandelenpakket in zijn bezit heeft dat hij invloed
op het dividendbeleid kan uitoefenen, bestaat het gevaar dat er aan winststuring
gedaan wordt: in jaren dat de winst uit eigen bedrijfsactiviteiten van de houder
tegenvalt, kan deze zich een extra groot dividend laten uitkeren, terwijl in goede
jaren wordt afgezien van dividenduitkering. Schommelingen in het totale resultaat
van de houder worden dan kunstmatig afgezwakt.
Vraagstuk 16.6 nv Koop
a
Koopprijs
Zichtbaar eigen vermogen per 1-1-2020:
€ 100.000 + € 100.000 + € 134.000 + € 40.000 =
Hogere waarde machines
Hogere voorziening incourante voorraden
Nettovermogenswaarde per 1-1-2020
€ 500.000
€ 374.000
€ 50.000 +
€ 5.000 –
––––––––
Betaalde goodwill
b Deelneming nv Goed
Goodwill nv Goed
Aan Liquide middelen
c
€ 419.000
€ 81.000
Stand Deelneming nv Goed per 1 januari 2020
Dividend 2019
Resultaat uit deelneming*
€ 419.000
––––––––
€ 81.000
€ 500.000
Stand Deelneming nv Goed per 31 december 2020
€ 419.000
€ 22.000 –
€ 43.000 +
––––––––
€ 440.000
*
Winst Goed
Aanpassingen:
€ 48.000
•
€ 10.000
•
€ 50.000
=
5
Vrijval voorziening incourante voorraden
Hogere afschrijving machines
Resultaat uit deelneming Goed
d Stand Deelneming nv Goed op de balans van Koop
per 31 december 2020
Aanpassing boekwaarde machines aan de fair value zoals
vastgesteld per 1-1-2020
€ 50.000 × 80% =
Zichtbaar eigen vermogen Goed per 31-12-2020
€ 100.000 + € 100.000 + € 152.000 + € 48.000 =
e
Goodwill nv Koop: 4
f
Waardering op het zichtbaar eigen vermogen (RJ 214.310/311).
–
€ 5.000 +
––––––––
€ 43.000
€ 440.000
€ 40.000 –
––––––––
€ 400.000
× € 81.000 = € 64.800
5
De post Wettelijke reserve deelneming nv Goed komt op de balans van Koop niet
voor: middels het aandelenpakket heeft Koop de volledige zeggenschap in Goed en
kan daarmee zonder beperking uitkering van de winst bewerkstelligen.
g Stand Deelneming nv Goed per 1 januari 2020
Resultaat uit deelneming
Dividend
Stand Deelneming nv Goed per 31 december 2020
€ 374.000
€ 48.000 +
€ 22.000 –
––––––––
€ 400.000
75
© 2020 | Noordhoff Uitgevers bv
Gedownload door: elisedentz | elise.dentz@outlook.com
Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar.
Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen
Vraagstuk 16.9 bv Heavy Metal
a
Balans per 1 januari 2020, na verwerving kapitaalbelangen (bedragen × € 1.000)
Immateriële vaste activa
Goodwill
400
Materiële vaste activa
20.000
Financiële vaste activa:
Deelneming A
1.600
Deelneming B
1.100
Deelneming D
4.200
–––––
6.900
Vlottende activa:
Voorraad
2.000
Effecten C
750
Liquide middelen
4.250
–––––
7.000
––––––
34.300
Eigen vermogen:
Aandelenkapitaal
Algemene reserve
Winst 2020
Lang vreemd vermogen
Overlopende passiva
5.000
18.000
100
––––––
23.100
11.000
200
––––––
34.300
Toelichting:
• Onderneming A is een deelneming waarin waarschijnlijk invloed van betekenis
wordt uitgeoefend. Gewaardeerd wordt op nettovermogenswaarde (artikel 389.1);
de betaalde goodwill ad € 400.000 wordt geactiveerd (RJ 216.218).
• Onderneming B is een deelneming waarin waarschijnlijk geen invloed van
betekenis wordt uitgeoefend. Gewaardeerd wordt op de historische kostprijs ad
€ 1.100.000 (artikel 384.1).
• Onderneming C is een belegging omdat het doel van de kapitaaldeelname gelegen
is in het realiseren van koerswinst en niet in het duurzaam dienen van de eigen
bedrijfsuitoefening. Deze wordt gerubriceerd onder de vlottende activa en
gewaardeerd op beurswaarde, dit is de aankoopprijs ad € 750.000 (RJ 226.203).
• Onderneming D is een deelneming waarin waarschijnlijk invloed van betekenis
wordt uitgeoefend. Gewaardeerd wordt op nettovermogenswaarde (artikel 389.1);
van de negatieve goodwill ad € 300.000 wordt € 100.000 direct ten gunste van het
resultaat gebracht en € 200.000 als overlooppost gepassiveerd (RJ 216.235).
• Liquide middelen: € 12.000.000 – € 7.750.000 (totaal aankoopprijs belangen) =
€ 4.250.000.
b
Balans 31 december 2020 (bedragen × € 1.000)
Immateriële vaste activa:
Goodwill
380
Materiële vaste activa
15.000
Financiële vaste activa:
Deelneming A
1.880
Deelneming B
1.100
Deelneming D
4.320
–––––
7.300
Vlottende activa:
Voorraad
2.000
Effecten C
800
Liquide middelen
14.250
––––––
17.050
––––––
39.730
Eigen vermogen:
Aandelenkapitaal
Wettelijke reserves
deelnemingen
Algemene reserve
Winst 2020 (saldopost)
Lang vreemd vermogen
Overlopende passiva
5.000
280
17.720
5.550
––––––
28.550
11.000
180
––––––
39.730
Toelichting:
•
•
19
= € 380.000
20
Hierbij is uitgegaan van de door de RJ vastgestelde maximale afschrijvingstermijn
(RJ 216.221).
Materiële vaste activa: € 20.000.000 × 75% = € 15.000.000
Goodwill: € 400.000 ×
76
© 2020 | Noordhoff Uitgevers bv
Gedownload door: elisedentz | elise.dentz@outlook.com
Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar.
Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen
•
Financiële vaste activa:
– Deelneming A:
Stand 1 januari 2020
Resultaat
–
•
•
€ 1.600.000
€ 280.000 +
––––––––––
€ 1.880.000
€ 800.000 × 35% =
Stand 31 december 2020
Deelneming D:
Stand 1 januari 2020
Resultaat
€ 200.000 × 60% =
€ 4.200.000
€ 120.000 +
––––––––––
€ 4.320.000
Stand 31 december 2020
Effecten C: 0,1% van € 800.000.000 = € 800.000
Liquide middelen:
Saldo 1 januari 2020
Ontvangsten
Uitgaven
€ 4.250.000
€ 70.000.000 +
€ 60.000.000 –
–––––––––––
€ 14.250.000
Saldo 31 december 2020
•
•
•
Wettelijke reserve deelnemingen:
Uitkering van de ingehouden winst van deelneming A is door Heavy Metal niet te
bewerkstelligen omdat het een minderheidsdeelneming betreft: ter grootte van de
winst ad € 280.000 wordt ten laste van de algemene reserve een wettelijke reserve
gevormd. Deelneming D betreft een meerderheidsdeelneming: vorming van een
wettelijke reserve voor de ingehouden winsten is niet aan de orde, ervan uitgaande
dat winstuitkering zonder beperking kan worden bewerkstelligd.
Algemene reserve: € 18.000.000 – € 280.000 = € 17.720.000
Overlopende passiva: € 200.000 × 9/10 = € 180.000
Resultatenrekening over 2020
Omzet
Lonen, interest en materieel
Afschrijvingen
Winst uit eigen activiteiten
Resultaat uit A
Afschrijving goodwill A
Resultaat uit C
Resultaat uit D
(Vrijval) negatieve goodwill D
c
€ 20.000.000 × 25% =
€ 800.000 × 35% =
1
=
€ 400.000 ×
20
€ 800.000 – € 750.000 =
€ 200.000 × 60% =
1
× € 200.000 =
€ 100.000 +
10
€ 70.000.000
€ 60.000.000 –
€ 5.000.000 –
–––––––––––
€ 5.000.000
€
280.000 +
€
20.000 –
€
€
50.000 +
120.000 +
€
120.000 +
–––––––––––
€ 5.550.000
Balans begin januari 2021 (bedragen × € 1.000)
Immateriële vaste activa:
Goodwill
380
Materiële vaste activa
15.000
Financiële vaste activa:
Deelneming A
1.796
Deelneming B
1.100
Deelneming D
4.290
–––––
7.186
Vlottende activa:
Voorraad
2.000
Effecten C
780
Liquide middelen
12.428
––––––
15.208
––––––
37.774
Eigen vermogen:
Aandelenkapitaal
Wettelijke reserves
deelnemingen
Algemene reserve
Winst 2021
Lang vreemd vermogen
Overlopende passiva
5.000
196
21.354
44
––––––
26.594
11.000
180
––––––
37.774
77
© 2020 | Noordhoff Uitgevers bv
Gedownload door: elisedentz | elise.dentz@outlook.com
Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar.
Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen
Toelichting:
• Financiële vaste activa:
– Deelneming A:
Stand 31 december 2020
Dividend
–
•
•
Stand begin januari 2021
Deelneming D:
Stand 31 december 2020
Dividend
€ 240.000 × 35% =
€ 1.880.000
€
84.000 –
––––––––––
€ 1.796.000
€ 50.000 × 60% =
€ 4.320.000
€
30.000 –
––––––––––
€ 4.290.000
Stand begin januari 2021
Effecten C: € 800.000 – 0,1% × € 20.000.000 = € 780.000
Liquide middelen:
Saldo 31 december 2020
Ontvangen dividend:
– A:
– B: (8% × € 550.000)
– C:
– D:
Betaald dividend
•
Saldo begin januari 2021
Wettelijke reserve deelnemingen:
€ 280.000 – € 84.000 = € 196.000
Algemene reserve:
Stand 31 december 2020
Vrijval wettelijke reserve
Gereserveerde winst 2020
•
Winst 2021: dit betreft het dividend van B.
•
€ 14.250.000
€
84.000 +
€
44.000 +
€
20.000 +
€
30.000 +
€ 2.000.000 –
–––––––––––
€ 12.428.000
€ 17.720.000
€
84.000 +
€ 3.550.000 +
–––––––––––
€ 21.354.000
d Balans begin januari 2021, na verkoop kapitaalbelangen (bedragen × € 1.000)
Materiële vaste activa
15.000
Vlottende activa:
Voorraad
2.000
Liquide middelen
20.558
––––––
22.558
––––––
37.558
Eigen vermogen:
Aandelenkapitaal
Algemene reserve
Winst 2021
5.000
21.550
8
––––––
26.558
11.000
––––––
37.558
Lang vreemd vermogen
Toelichting:
• Liquide middelen:
Saldo begin 2021
Ontvangsten uit verkoop kapitaalbelangen
•
Algemene reserve:
Stand begin 2021
Vrijval wettelijke reserve ingehouden winsten deelnemingen
•
Winst 2021:
Dividend B
Winst bij verkoop van:
– A
€ 2.200.000 – € 1.796.000 – € 380.000 =
– B
€ 1.150.000 – € 1.100.000 =
– C
€ 780.000 – € 780.000 =
– D
€ 4.000.000 – € 4.290.000 + € 180.000 =
€ 12.428.000
€ 8.130.000 +
–––––––––––
€ 20.558.000
€ 21.354.000
€
196.000 +
–––––––––––
€ 21.550.000
€ 44.000
€ 24.000
€ 50.000
€
0
€ 110.000 –
––––––––
€ 8.000
78
© 2020 | Noordhoff Uitgevers bv
Gedownload door: elisedentz | elise.dentz@outlook.com
Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar.
Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen
17
Consolidatie
Vraagstuk 17.1 AC-concern
De IASB schrijft voor dat moedermaatschappijen een geconsolideerde jaarrekening
opnemen (IFRS 10.4), waarbij al hun subsidiaries (kapitaalbelangen waarover zij de
zeggenschap ('control') heeft) in de consolidatie worden betrokken (IFRS 10.5 en
volgende).
Beslissende zeggenschap vloeit normaliter voort uit het houden van meer dan de helft van
de gewone aandelen, maar kan ook worden uitgeoefend door het houden van
prioriteitsaandelen, waardoor de meerderheid van de directieleden benoemd c.q.
ontslagen kan worden.
Dit betekent dat A moet consolideren en in de consolidatie zichzelf, B, C, B1, B2 en C1
moet betrekken.
Daarnaast hebben in beginsel de subholdings B en C eveneens consolidatieplicht en
moeten in hun geconsolideerde jaarrekening – naast zichzelf – B1 en B2 respectievelijk
C1 consolideren. Subholdings (B en C) hebben echter een vrijstelling van de
consolidatieplicht, indien wordt voldaan aan de volgende twee voorwaarden (IFRS 10.4):
1 De betreffende subholding mag niet aan een effectenbeurs genoteerd zijn.
2 De geconsolideerde jaarrekening van het grotere geheel waarin de subgroep is
opgenomen (in dit vraagstuk de geconsolideerde jaarrekening van A) moet zijn
opgesteld overeenkomstig de standards van de IASB.
Vraagstuk 17.2 UniSchelp
a
De consolidatieplicht rust op:
• rechtspersonen die, alleen of samen met andere groepsmaatschappijen, aan het
hoofd van hun groep staan (artikel 406.1).
• rechtspersonen die niet aan het hoofd van een groep staan, maar die in die groep
één of meer dochtermaatschappijen hebben of andere rechtspersonen waarop hij
een overheersende zeggenschap kan uitoefenen of waarover hij de centrale leiding
heeft (artikel 406.2).
H staat aan het hoofd van de UniSchelp-groep en is op grond van artikel 406.1
consolidatieplichtig.
Aan het hoofd van een groepsdeel staan volgens artikel 406.2, en dus
consolidatieplichtig zijn: SH1 en SH3. Zij hebben alle één of meer
dochtermaatschappijen in hun groepsdeel.
b In de consolidatie moeten in beginsel worden betrokken (artikel 406): de
rechtspersoon zelf, de dochtermaatschappijen die tot de groep c.q. het groepsdeel
behoren, andere groepsmaatschappijen en andere rechtspersonen waarop hij een
overheersende zeggenschap kan uitoefenen of waarover hij de centrale leiding heeft:
• H moet zichzelf en alle rechtspersonen en vennootschappen die onder hem liggen
met uitzondering van BUI consolideren.
• SH1: SH1, W1, W2 en W3
• SH3: SH3, W4, W5 en W6
79
© 2020 | Noordhoff Uitgevers bv
Gedownload door: elisedentz | elise.dentz@outlook.com
Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar.
Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen
c
De volgende vrijstellingen van consolidatie kunnen worden toegepast, zij het onder
voorwaarden:
• SH1, SH3: deze sub- of tussenholdings kunnen gebruikmaken van een vrijstelling
van consolidatie van hun groepsdeel, indien voldaan is aan de voorwaarden
neergelegd in artikel 408.
• SH2: H is niet verplicht om de financiële gegevens van SH2 in de consolidatie te
betrekken vanwege de bedoeling om het belang in SH2 in het kader van een
reorganisatie over te dragen aan derden (artikel 407.1c).
• W1: H en SH1 zijn niet verplicht om de financiële gegevens van W1 in de
consolidatie te betrekken omdat de nodige gegevens slechts met grote vertraging
te verkrijgen zijn (artikel 407.1b).
d Ja, indien wordt voldaan aan de in artikel 408 gestelde voorwaarden kan consolidatie
achterwege blijven. Het feit dat de moedermaatschappij in Canada is gevestigd, is niet
bepalend. Relevant is in dit kader de voorwaarde (artikel 408.1c) dat de
geconsolideerde jaarrekening en het bestuursverslag van de Canadese
moedermaatschappij zijn opgesteld overeenkomstig de voorschriften van de EG/EUrichtlijnen inzake het vennootschapsrecht of, indien deze voorschriften (zoals in dit
geval) niet behoeven te worden gevolgd, op gelijkwaardige wijze.
Vraagstuk 17.3 Tegel bv
a
1
2
3
4
5
Het belang in A betreft een belegging (er wordt niet voldaan aan de criteria voor
een deelneming) met een duurzaam karakter; de aandelen worden derhalve
gerubriceerd onder de financiële vaste activa ‘overige effecten’ (artikel 367e): als
waarderingsgrondslag komen in aanmerking de verkrijgingsprijs en de actuele
waarde (artikel 384.1).
Bij het belang in B is sprake van een belegging die niet duurzaam is bedoeld; deze
wordt gerubriceerd onder de vlottende activa ‘effecten’ (artikel 364.3): gewaardeerd
dient eveneens te worden tegen verkrijgingsprijs of actuele waarde (artikel 384.1).
C is een deelneming (er wordt voldaan aan de vereisten: voor eigen rekening,
duurzaam bedoeld en ten dienste van de eigen werkzaamheid); omdat Tegel 60%
van de stemrechten heeft, mag tevens worden aangenomen dat C is aan te
merken als een groepsmaatschappij (Tegel heeft immers beslissende
zeggenschap in C): rubricering dient plaats te vinden onder de financiële vaste
activa ‘aandelen, certificaten van aandelen en andere vormen van deelneming in
groepsmaatschappijen’ (artikel 367a).
Omdat Tegel waarschijnlijk invloed van betekenis op het zakelijke en financiële
beleid van C uitoefent (wettelijk vermoeden bij 20% of meer van de stemrechten),
dient gewaardeerd te worden op nettovermogenswaarde (artikel 389.1).
Wettelijk is het belang in D te kwalificeren als een deelneming (artikel 24c.2).
Gezien de relatieve omvang van het belang heeft Tegel geen beslissende
zeggenschap in D en is D daarom niet aan te merken als groepsmaatschappij:
rubricering dient plaats te vinden onder de financiële vaste activa ‘andere
deelnemingen’ (artikel 367b).
Omdat Tegel waarschijnlijk geen invloed van betekenis op het zakelijke en
financiële beleid van D uitoefent dient gewaardeerd te worden op verkrijgingsprijs
of op actuele waarde (artikel 384.1).
Omdat het belang in E niet voldoet aan de criteria van een deelneming, is er
sprake van een belegging. De rubricering en waardering zijn gelijk aan die van de
aandelen van nv B, genoemd bij punt 2.
b In de consolidatie moeten op grond van de artikelen 406.1 en 406.2 – naast Tegel zelf
– in beginsel de onder de vennootschap vallende groepsmaatschappijen worden
betrokken.
Tegel kan – door een meerderheid van de stemrechten – beslissende zeggenschap
uitoefenen in bv C en nv E, dit zijn derhalve groepsmaatschappijen. Op grond van
artikel 407.1c geldt de verplichting tot consolidatie van E echter niet omdat deze
slechts wordt gehouden om het te vervreemden.
Dit betekent dat alleen C in de consolidatie moet worden betrokken, dat wil zeggen dat
de activa en passiva van C afzonderlijk in de geconsolideerde balans van Tegel
worden opgenomen, en dat A, B, D en E op dezelfde wijze in de geconsolideerde
balans worden opgenomen als in de enkelvoudige balans van Tegel.
80
© 2020 | Noordhoff Uitgevers bv
Gedownload door: elisedentz | elise.dentz@outlook.com
Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar.
Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen
Vraagstuk 17.5 Veló-groep
Opmerking vooraf: In de enkelvoudige jaarrekening van Frame is de intercompany-winst
conform RJ 260 (zie paragraaf 16.2 van het theorieboek) geëlimineerd.
a
Eliminatieposten in de vorm van journaalposten:
Aandelenkapitaal
Winstreserve
Winst 2020
Aan Kapitaalbelang Bidon
€ 200.000
€ 5.700.000
€ 133.600
Winst 2020
€
25
× € 2.232.000)
(
125
Aan Voorraden
€ 6.033.600
446.400
€
Langlopende schulden
Aan 7%-lening Bidon
€ 5.000.000
446.400
€ 5.000.000
Geconsolideerde balans Vélo-groep per 31 december 2020 (bedragen × € 1.000)
Materiële vaste activa
Voorraden
Liquide middelen
27.699
3.129,6
1.406
–––––––
32.234,6
Aandelenkapitaal
Winstreserve
Langlopende schulden
Kortlopende schulden
Winst 2020
b Eliminatieposten in de vorm van journaalposten:
Winst kapitaalbelang Bidon
Aan Winst
Omzet
100
× € 2.232.000)
Aan Kostprijs van de omzet (
125
Aan Winst
€
133.600
1.000
18.782
8.000
2.890
1.562,6
–––––––
32.234,6
€
133.600
€ 2.232.000
€ 1.785.600
€
Omzet
Aan Kostprijs van de omzet
€ 25.401.000
Financiële baten
Aan Financiële lasten
€
350.000
446.400
€ 25.401.000
€
350.000
Geconsolideerde resultatenrekening Bidon over 2020 (bedragen × € 1.000)
Omzet
Kostprijs van de omzet
Verkoopkosten
Algemene beheerskosten
10.809
20.096
––––––
Financiële lasten
Winst
99.751
66.643,4
––––––––
33.107,6
30.905
––––––––
2.202,6
640
––––––––
1.562,6
81
© 2020 | Noordhoff Uitgevers bv
Gedownload door: elisedentz | elise.dentz@outlook.com
Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar.
Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen
Vraagstuk 17.6 bv Noord
Geconsolideerde balans Noord-Zuid Groep per 31 december 2020 (bedragen × € 1)
Goodwill
Vrachtauto
Voorraden
Liquide middelen
17.100
40.000
310.000
270.000
Eigen vermogen 1/1
Belang derden
Winst 2020 (saldopost)
637.100
490.000
73.600
73.500
637.100
Toelichting:
• Goodwill: 19/20 × (€ 150.000 – € 132.000 (60% x € 220.000)) = € 17.100
• Vrachtauto: 4/5 × € 50.000 = € 40.000
• Voorraden:
Noord:
Ingekocht van Zuid: 100/125 × € 200.000 = € 160.000
Ingekocht bij derden
€ 100.000
–––––––––
€ 260.000
Zuid
€ 50.000
–––––––––
€ 310.000
• Liquide middelen:
Noord:
Saldo 31 december 2019
€ 210.000
Aankoop aandelen Zuid
€ 150.000 –
Dividend Zuid
€
6.000 +
Verkoopopbrengst vrachtauto
€
70.000 +
Omzet
€ 9.000.000 +
Inkopen bij Zuid
€ 1.000.000 –
Inkopen bij derden
€ 6.500.000 –
Bedrijfskosten
€ 1.500.000 –
––––––––––
€
136.000
Zuid:
•
•
Saldo 31 december 2019
Winstuitkering
Aankoop vrachtauto
Omzet
Inkopen
Bedrijfskosten
€ 100.000
€
10.000
€
70.000
€ 4.000.000
€ 3.000.000
€ 886.000
––––––––––
–
–
+
–
–
€ 134.000
–––––––––––
Saldo 31 december 2020
€ 270.000
Eigen vermogen 1/1: Gelijk aan het eigen vermogen van Noord per
31 december 2019
Belang derden: 40% × (€ 40.000 + € 50.000 + € 134.000) =
€ 89.600
Ongerealiseerde intercompany-winst eindvoorraad:
40% × € 40.000 (25/125 × € 200.000) =
€ 16.000 –
–––––––––
€ 73.600
Vraagstuk 17.7 nv M
a
Verkrijgingsprijs
Nettovermogenswaarde eind 2019:
• Aandelenkapitaal
• Winstreserve
• Winst 2019
€ 250.000
€ 200.000
€ 50.000
––––––––
€ 500.000 × 80% =
Betaalde goodwill
b Stand per 1 januari 2020
€
475.000
€
400.000
€
75.000
€
400.000
82
© 2020 | Noordhoff Uitgevers bv
Gedownload door: elisedentz | elise.dentz@outlook.com
Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar.
Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen
25
× € 150.000) =
125
80% × € 10.000 =
Resultaat uit kapitaalbelang N 80% × (€ 100.000 –
€
56.000
+
Herwaardering activa
€
8.000
+
€
464.000
Stand per 31 december 2020
c
Balans:
• Goodwill
• Kapitaalbelang N
• Herwaarderingsreserve
• Winst
↓ € 15.000 (€ 75.000 × 20%)
↑ € 58.000
↑ € 8.000
↑ € 41.000 (€ 56.000 – € 15.000)
Resultatenrekening:
• Resultaat uit kapitaalbelang
• Afschrijving goodwill
€ 56.000 winst
€ 15.000
d 1
Aandelenkapitaal
Herwaarderingsreserve
Winstreserve
Winst boekjaar
Aan Kapitaalbelang N
Aan Belang derden
Winst boekjaar
Aan Voorraden
2
€ 250.000
€ 10.000
€ 250.000
€ 70.000 (€ 100.000 – € 30.000)
€ 458.000
€ 122.000 (20%)
(
25
× € 150.000) €
125
Resultaat kapitaalbelang N
Winstaandeel derden
Aan Nettowinst
Omzet
Aan Kostprijs van de omzet
Aan Nettowinst
Omzet
Aan Kostprijs van de omzet
e
1
2
€
€
100
)
(
125
25
(
)
125
30.000
50.000
20.000
€
30.000
€
70.000
€
120.000
€
30.000
€ 150.000
€ 1.850.000
€ 1.850.000
Nee, proportionele consolidatie is slechts toegestaan voor maatschappijen waarin
krachtens een regeling tot samenwerking met andere aandeelhouders samen
overheersende zeggenschap kan worden uitgeoefend (artikel 409).
De posten Belang derden (balans) en Winstaandeel derden (resultatenrekening).
83
© 2020 | Noordhoff Uitgevers bv
Gedownload door: elisedentz | elise.dentz@outlook.com
Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar.
Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen
Vraagstuk 17.10
a
bv Publica
Er is sprake van: voor eigen rekening, duurzaam bedoeld en ten dienste van de eigen
activiteiten → deelneming.
Het wettelijk vermoeden van invloed van betekenis op het zakelijke en financiële beleid
ontbreekt → verkrijgingsprijs is (naast actuele waarde) toegestane
waarderingsgrondslag.
b Verkrijgingsprijs
Zichtbaar eigen vermogen
Hogere waarde gebouwen
€ 510.000 – € 252.000
Lagere waarde deelneming Shoot
Nettovermogenswaarde
60% × € 568.000 =
€ 340.000
€ 258.000 +
€ 30.000 –
––––––––
€ 568.000
Goodwill
c
€ 750.000
€ 340.800
––––––––
€ 409.200
Nettovermogenswaarde van Shoot is niet vast te stellen → zichtbaar eigen vermogen
→ waardering per 31-12-2019 wordt 22% van € 205.000 = € 45.100.
d Resultaat deelnemingen bestaat per 31 december 2019 uitsluitend uit het rechtstreeks
aan bv Publica uitgekeerde dividend van de 12%-deelneming in bv Shoot → 12% van
€ 60.000 = € 7.200.
e
f
Goodwill TopM
Goodwill Shoot:
– Verkrijgingsprijs
€ 120.000 + € 100.000 =
– Zichtbaar eigen vermogen
1
2
€ 409.200
€ 220.000
€ 45.100
––––––––
Per 31 december 2019 is TopM integraal geconsolideerd, dus komt de post
Aandeel derden in de geconsolideerde balans voor (met een bedrag van 40% van
€ 568.000 = € 227.200).
Per 31 december 2019 zijn nog geen resultaten van TopM in de consolidatie
betrokken, derhalve ontbreekt de post Aandeel derden.
g Winst TopM
–
–
–
–
€ 174.900
––––––––
€ 584.100
€ 510.000  € 210.000 € 42.000 
Hogere afschrijv. pand
−
+

15
15
6


Geen dividend Shoot
10% van € 75.000
Wel aand. res. Shoot
10% van € 95.000
1
van (€ 100.000 – 10% van € 205.000)
Afschr. Goodwill Shoot
10
€ 220.000
Aangepaste winst TopM
€ 13.000 –
€
€
7.500 –
9.500 +
€
7.950 –
––––––––
€ 201.050
Resultaat uit deelneming TopM is € 201.050 × 60% = € 120.630.
h Deelneming TopM
Aan Resultaat uit deelneming TopM
Liquide middelen
Aan Deelneming TopM
(60% van € 160.000)
€ 120.630
€ 96.000
i
40% van € 201.050 = € 80.420
j
Het verloopoverzicht betreft uitsluitend deelneming bv Shoot:
31/12/2019
Zichtbaar eigen vermogen
Aandeel resultaat
22% van € 95.000
Dividend
22% van € 75.000
31/12/2020
Zichtbaar eigen vermogen
€ 120.630
€ 96.000
€ 45.100
€ 20.900 +
€ 16.500 –
––––––––
€ 49.500
84
© 2020 | Noordhoff Uitgevers bv
Gedownload door: elisedentz | elise.dentz@outlook.com
Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar.
Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen
k
l
1
van € 584.100 = € 58.410
10
Door het overstappen van verkrijgingsprijs naar zichtbaar eigen vermogen en wegens
ontbreken voldoende zeggenschap: wettelijke reserve deelnemingen (Shoot).
Vraagstuk 17.11
a
Koninklijke FrieslandCampina nv
Er zijn drie conclusies te trekken:
1 De enkelvoudige jaarrekening is opgesteld in overeenstemming met de
Nederlandse wet- en regelgeving, terwijl de geconsolideerde jaarrekening is
opgesteld met toepassing van IFRS, voor zover aanvaard binnen de Europese
Unie.
Als gevolg van afwijkende grondslagen van waardering en resultaatbepaling tussen
de Nederlandse wet- en regelgeving enerzijds en IFRS anderzijds zou een verschil
tussen beide eigen vermogens ontstaan. FrieslandCampina past echter artikel
2:362 lid 8 BW toe, dat toestaat om in de enkelvoudige jaarrekening eveneens
dezelfde grondslagen toe te passen als in de geconsolideerde jaarrekening. Als
gevolg hiervan komen het geconsolideerde en het enkelvoudige eigen vermogen
toch overeen.
2 Deelnemingen in groepsmaatschappijen (FrieslandCampina noemt dit
dochterondernemingen) worden in de enkelvoudige balans gewaardeerd tegen
nettovermogenswaarde.
3 Eventuele intercompanyresultaten in onderlinge transacties en balansposities zijn
zowel in de geconsolideerde als in de enkelvoudige balans geëlimineerd.
b Alle dochterondernemingen van FrieslandCampina zijn in de consolidatie betrokken.
De post Deelnemingen in dochterondernemingen in de enkelvoudige balans wordt in
de geconsolideerde balans vervangen door de afzonderlijke activa en passiva van die
dochterondernemingen (subsidiaries).
c
Joint ventures en geassocieerde deelnemingen komen alleen voor in de balansen van
geconsolideerde dochterondernemingen (volgens IFRS min of meer overeenkomend
met subsidiaries).
d In de geconsolideerde balansen per 31 december 2017 en 2018 en in de
geconsolideerde winst- en verliesrekeningen over 2017 en 2018 komt de post
Minderheidsbelangen onder het eigen vermogen voor respectievelijk de regel Winst
toe te rekenen aan minderheidsbelangen. Dit geeft het deel van het getoonde
groepsvermogen respectievelijk groepsresultaat weer dat toekomt aan derdenaandeelhouders. De activa, passiva, baten en lasten van de geconsolideerde niet100% dochterondernemingen worden volledig in de consolidatie betrokken; deze
werkwijze staat bekend als de integrale methode.
e
FrieslandCampina waardeert joint ventures en geassocieerde deelnemingen op basis
van de equity-methode. Deze methode is een vorm van de
vermogensmutatiemethode, waarbij de balanswaarde volgens de gehanteerde
grondslagen overeenkomt met de verkrijgingsprijs, aangepast voor de wijziging van het
aandeel van FrieslandCampina in de netto-activa van het kapitaalbelang na overname.
Bij toepassing van de equity-methode blijft betaalde goodwill begrepen in de
boekwaarde van het kapitaalbelang.
Mogelijke af-mutaties zijn:
• ontvangen dividenden van kapitaalbelangen;
• aandeel in verliezen van kapitaalbelangen;
• aandeel in onttrekkingen aan het eigen vermogen, anders dan verliezen of
dividenden;
• aandeel in bijzondere waardeverminderingen van de in de boekwaarde van de in
de kapitaalbelangen begrepen betaalde goodwill.
f
FrieslandCampina heeft geen beleidsbepalende invloed c.q. kan geen overheersende
zeggenschap uitoefenen waardoor deze deelneming niet als dochteronderneming mag
worden aangemerkt. Het relatieve grote belang van 82,33% doet daar kennelijk niet
aan af. Integrale consolidatie blijft dan achterwege.
Een mogelijke verklaring van het ontbreken van beleidsbepalende invloed ligt in de
rechtsvorm van de deelneming, namelijk die van commanditaire vennootschap. Indien
85
© 2020 | Noordhoff Uitgevers bv
Gedownload door: elisedentz | elise.dentz@outlook.com
Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar.
Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen
FrieslandCampina geen beherend vennoot is, maar commanditair vennoot, vervult zij
alleen de rol van vermogensverschaffer. Beleidsbepalende invloed wordt in die vorm
uitgeoefend door de beherende vennoot (of vennoten).
g Ondanks het 50%-belang in DMV-Fonterra Excipients GmbH & Co. KG heeft
FrieslandCampina beleidsbepalende invloed c.q. kan overheersende zeggenschap
uitoefenen, waardoor deze deelneming als dochteronderneming moet worden
aangemerkt. De financiële gegevens van dit belang worden via de methode van
integrale consolidatie in de geconsolideerde jaarrekening opgenomen.
h Goodwill
23
Immateriële activa (niet zijnde goodwill)
12
Grond, gebouwen en installaties
6
Voorraden
12
Handelsvorderingen
13
Liquide middelen
2
Aan Latente belastingverplichtingen
Aan Overige verplichtingen
Aan Liquide middelen (betaalde vergoeding)
Aan Lang-/kortlopende verplichtingen (voorwaardelijke
verplichting)
Acquisitiekosten
Aan Liquide middelen
1
2
21
39
6
1
i
Volgens de Nederlandse verslaggevingsvoorschriften worden de
acquisitiegerelateerde kosten ad 1 aangemerkt als onderdeel van de verkrijgingsprijs.
In de journaalpost onder h vervallen de acquisitiekosten als last in de winst-enverliesrekening en neemt de geactiveerde goodwill met 1 toe.
j
Goodwill
23
Deelnemingen in dochterondernemingen
22
Aan Liquide middelen (betaalde vergoeding)
Aan Lang-/kortlopende verplichtingen (voorwaardelijke
verplichting)
k
39
6
Leningen aan dochterondernemingen dienen voor de financiering van deze
ondernemingen. Deze leningen maken deel uit van de investering in
dochterondernemingen en hebben doorgaans een duurzaam karakter. Het kortlopende
deel van deze leningen is direct opeisbaar waarna herclassificatie naar Overige
vorderingen plaatsvindt.
86
© 2020 | Noordhoff Uitgevers bv
Gedownload door: elisedentz | elise.dentz@outlook.com
Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar.
Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen
Deel 5
Overige onderwerpen
87
© 2020 | Noordhoff Uitgevers bv
Gedownload door: elisedentz | elise.dentz@outlook.com
Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar.
Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen
18
Vreemde valuta
Vraagstuk 18.1 Specula bv
Balans per 31 december 2020 (bedragen × € 1)
Pand
Voorraad B
Debiteuren
Liquide middelen
390.000
55.000
220.000
243.600
Aandelenkapitaal
Agio
Lening
Winst 2020
200.000
200.000
304.000
204.600
908.600
908.600
Toelichting:
•
•
•
•
•
39
= € 390.000
40
Voorraad B: 500 × € 110 = € 55.000
Debiteuren: 1 000 × 220 × € 1 = € 220.000
Liquide middelen:
Emissie
Opname lening
200 000 × € 2 =
Aanschaf pand
Inkoop 20/1
2 000 producten B à € 100 =
Ontvangst verkoop
1 500 × 200 × € 0,90 =
Inkoop 9/8
1 000 producten B à € 110 =
Bedrijfskosten
1
Aflossing
200 000 × × € 1,90 =
5
Interest
200 000 × 8% × € 1,90 =
Pand: € 400.000 ×
Saldo 31 december 2020
4
Lening: 200 000 × × € 1,90 = € 304.000
5
€ 400.000 +
€ 400.000 +
€ 400.000 –
€ 200.000 –
€ 270.000 +
€ 110.000 –
€ 10.000 –
€ 76.000
–
€ 30.400 –
––––––––
€ 243.600
Resultatenrekening over 2020
Opbrengst verkopen 5 april
Opbrengst verkopen 8 november
1 500 × 200 × € 1 =
1 000 × 220 × € 0,80 =
Kostprijs verkopen
2 000 × € 100 + 500 × € 110 =
€ 300.000
€ 176.000
––––––––
€ 476.000
€ 255.000
––––––––
€ 221.000
Transactieresultaat
Afschrijvingen
Interest:
Bedrijfskosten
1
=
€ 10.000
40
1/1 – 30/6: 200 000 × 8% × 1/2 × € 2 =
€ 16.000
1/7 – 31/12: 200 000 × 8% × 1/2 × € 1,90 = € 15.200
€ 10.000
–––––––
Koersresultaten:
• op de transacties:
5/4-5/6:
8/11-8/2:
• op de lening:
• op de interest:
€ 400.000 ×
1 500 × 200 × (€ 0,90 – € 1) =
1 000 × 220 × (€ 1 – € 0,80) =
200 000 × (€ 2 – € 1,90) =
200 000 × 8% × 1/2 × (€ 2 – € 1,90) =
€ 30.000
€ 44.000
€ 20.000
€
800
–––––––
€ 51.200
––––––––
€ 169.800
–
+
+
+
€ 34.800
––––––––
€ 204.600
88
© 2020 | Noordhoff Uitgevers bv
Gedownload door: elisedentz | elise.dentz@outlook.com
Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar.
Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen
Vraagstuk 18.3 nv X
a
Balans per 31 december 2020:
• Vordering: $ 1 mln × € 0,68 = € 680.000
• Effecten (optie): € 150.000
Resultatenrekening over 2020:
• Opbrengsten: Winst optie: € 150.000 – € 70.000 = € 80.000
• Kosten: Verlies vordering: $ 1 mln × (€ 0,80 – € 0,68) = € 120.000
b Balans per 31 december 2020:
• Vordering: $ 1 mln × € 0,86 = € 860.000
• Effecten (optie): € 20.000
Resultatenrekening over 2020:
• Opbrengsten: Winst vordering: $ 1 mln × (€ 0,86 – € 0,80) = € 60.000
• Kosten: Verlies optie: € 70.000 – € 20.000 = € 50.000
c
Er is sprake van een fair value hedge, omdat er – door het gelijktijdig bestaan van een
primair (de vordering in dollars) en een secundair (de valutaoptie) financieel instrument
– een automatische compensatie van winsten en verliezen plaatsvindt. Bij een
cashflow hedge wordt er een afdekkingsinstrument aangekocht voordat het primaire
financiële instrument bestaat.
Vraagstuk 18.4 bv Nedopia
a
Bij gebeurtenis 1 is er sprake van een fair value hedge, omdat er – door het gelijktijdig
bestaan van een primair (de vordering in topi) en een secundair (het
valutatermijncontract) financieel instrument – een automatische compensatie van
winsten en verliezen plaatsvindt.
Bij gebeurtenis 2 is sprake van een cashflow hedge, omdat er een
afdekkingsinstrument wordt aangekocht voordat het primaire financiële instrument
bestaat.
b Transactie 1
1 november 2020
Debiteuren
(5.000.000 × € 0,05)
Aan opbrengst verkopen
Kostprijs verkopen
Aan Voorraden
€ 250.000
€ 200.000
1 december 2020
Financiële lasten
Aan Debiteuren
(5.000.000 × € 0,01)
€ 50.000
(5 × € 14.000)
€ 70.000
(5.000.000 × € 0,008)
€ 40.000
Effecten
Aan Financiële baten
((5 × (€ 16.000 – € 14.000))
€ 10.000
Liquide middelen
Aan Debiteuren
(5.000.000 × € 0,032)
€ 160.000
Liquide middelen
Aan Effecten
(5 × € 16.000)
€ 80.000
Effecten
Aan Financiële baten
31 december 2020
Financiële lasten
Aan Debiteuren
€ 250.000
€ 200.000
€ 50.000
€ 70.000
€ 40.000
€ 10.000
€ 160.000
€ 80.000
Transactie 2
1 november 2020
Geen journaalpost (er heeft nog geen levering plaatsgevonden)
89
© 2020 | Noordhoff Uitgevers bv
Gedownload door: elisedentz | elise.dentz@outlook.com
Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar.
Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen
1 december 2020
Effecten
(10 × € 14.000)
Aan Herwaarderingsreserve
€ 140.000
31 december 2020
Effecten
((10 × (€ 16.000 – € 14.000))
Aan Herwaarderingsreserve
€ 20.000
Liquide middelen
Aan Effecten
(10 × € 16.000)
€ 140.000
€ 20.000
€ 160.000
Liquide middelen
(10.000.000 × € 0,032)
Herwaarderingsreserve
Aan Opbrengst verkopen
€ 320.000
€ 160.000
Kostprijs verkopen
Aan Voorraden
€ 420.000
€ 160.000
€ 480.000
€ 420.000
Vraagstuk 18.5 Wijo bv
a
Deelnemingen
Aan Liquide middelen
€ 52.000.000 (1,3 mld × 0,04)
€ 52.000.000
b Voor deze situatie schrijven de RJ en de IASB een set van omrekeningsvoorschriften
voor, waarvan het geheel in de literatuur veelal wordt aangeduid als het 'temporal
principle' (IAS 21.23, 21.8 en 21.30 / RJ 122.203, 122.207 en 122.209):
Balans per 31 december 2020 (bedragen × € 1 mln)
Pand
780 × 0,04 = 31,2
Machines
360 × 0,04 = 14,4
Voorraad*
23,295
Liquide middelen 350 × 0,05 = 17,5
–––––
86,395
*
Aandelenkapitaal 500 × 0,04 = 20
Agio
800 × 0,04 = 32
Vreemd vermogen 560 × 0,05 = 28
Winst 2020
6,395
–––––
86,395
Inkopen in 2020: 900 + 480 – 400 = 980, dit is per kwartaal 980/4 = 245
Eindvoorraad: 235 uit 3e kwartaal × 0,047 = 11,045
245 uit 4e kwartaal × 0,05 = 12,250
23,295
Resultatenrekening over 2020 (bedragen × € 1 mln)
Omzet
300 × 0,04 =
300 × 0,043 =
300 × 0,047 =
300 × 0,05 =
Kostprijs van de omzet
645 × 0,04 =
245 × 0,043 =
10 × 0,047 =
Transactieresultaat
Afschrijvingskosten:
Pand
Machines
Overige kosten
32,5 × 0,04 =
32,5 × 0,043 =
32,5 × 0,047 =
32,5 × 0,05 =
1,3
1,3975
1,5275
1,625
––––––
12
12,9
14,1
15
––––
54
25,8
10,535
0,47
20 × 0,04 =
40 × 0,04 =
36,805
––––––
17,195
0,8
1,6
5,85
8,25
–––––
90
© 2020 | Noordhoff Uitgevers bv
Gedownload door: elisedentz | elise.dentz@outlook.com
Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar.
Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen
Winst vóór omrekeningsverschillen
Omrekeningsverschillen
8,945
2,55
–––––
6,395
Winst
Specificatie omrekeningsverschillen (bedragen × € 1 mln)
Monetaire positie 1-1-2020
Verkopen
Inkopen
Overige kosten
Monetaire positie 31-12-2020
(260 – 560) × 0,04 =
+ 1.200
– 980
– 130
––––––
– 210
– 210 × 0,05
=
– 12
+ 54
– 44,1*
– 5,85
––––––
– 7,95
– 10,5
––––––
2,55
Verlies
* 245 × 0,04 + 245 × 0,043 + 245 × 0,047 + 245 × 0,05 = 44,1
c
Deelnemingen
Aan Resultaat uit deelnemingen
€ 6.395.000
€ 6.395.000
d Sterk punt is dat de methode neutraal werkt ten opzichte van de gekozen grondslagen
van waardering en winstbepaling; dit betekent een consistente toepassing van de
gekozen grondslagen.
Zwak punt is dat - afhankelijk van de hoogte van de netto monetaire positie en de
ontwikkelingen van de valutakoersen - in de resultatenrekening omrekeningswinsten
zijn opgenomen, die nog niet gerealiseerd zijn.
e
Voor deze situatie schrijven de RJ en de IASB een set van omrekeningsvoorschriften
voor, waarvan het geheel in de literatuur veelal wordt aangeduid als de 'closing rate
method' (IAS 21.39 en 21.40 / RJ 122.302 en 122.303):
Balans per 31 december 2020 (bedragen × € 1 mln)
Pand
Machines
Voorraad
Liquide middelen
780 × 0,05 =
360 × 0,05 =
480 × 0,05 =
350 × 0,05 =
39
18
24
17,5
––––
98,5
Aandelenkapitaal 500 × 0,04 =
Agio
800 × 0,04 =
Reserve omrekeningsverschillen
Vreemd vermogen 560 × 0,05 =
Winst 2020
110 × 0,045 =
20
32
13,55
28
4,95
–––––
98,5
Resultatenrekening over 2020 (bedragen × € 1 mln)
Omzet
Kostprijs van de omzet
Transactieresultaat
Afschrijvingskosten:
Pand
Machines
Overige kosten
1 200 × 0,045 =
900 × 0,045 =
20 × 0,045 =
40 × 0,045 =
130 × 0,045 =
54
40,5
––––
13,5
0,9
1,8
5,85
––––
Winst
8,55
–––––
4,95
Specificatie omrekeningsverschillen (bedragen × € 1 mln)
Op het eigen vermogen
Op de winst
1 300 × (0,05 – 0,04) =
110 × (0,05 – 0,045) =
13
+
0,55 +
–––––
13,55
Winst
f
Deelnemingen
€ 18.500.000
Aan Resultaat uit deelnemingen
Aan Reserve omrekeningverschillen
€ 4.950.000
€ 13.550.000
91
© 2020 | Noordhoff Uitgevers bv
Gedownload door: elisedentz | elise.dentz@outlook.com
Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar.
Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen
g Sterk punt is dat valuta-omrekeningsverschillen - omdat ze rechtstreeks in het eigen
vermogen worden verwerkt - het operationeel resultaat niet vertroebelen.
Zwak punt is dat bij toepassing van historische kosten de omrekeningskoers (actuele
koers) niet aansluit bij de waarderingsgrondslag voor de materiële activa (historische
kosten); dit leidt tot een fictieve waarde: noch de historische kosten, noch de actuele
waarde wordt weergegeven.
Vraagstuk 18.7 Neon nv
a
Investering
Zichtbaar eigen vermogen Buon 1 januari 2020:
• Aandelenkapitaal
• Algemene reserve
Stille reserves:
• Vaste activa
20% van VrV 8.000.000 =
• Voorraad goederen
10 000 × (VrV 430 – VrV 400) =
€ 50.000.000
VrV 8.000.000
VrV 3.000.000
––––––––––––
VrV 11.000.000
VrV 1.600.000
Fair value
Nettovermogenswaarde: VrV 12.900.000 × € 3 =
VrV 300.000
––––––––––––
VrV 12.900.000
Goodwill
b
€ 38.700.000
–––––––––––
€ 11.300.000
Balans Buon per 31 december 2020 (bedragen × VrV 1.000)
Vaste activa1
Voorraad goederen
Liquide middelen
8.400
5.170
6.006
––––––
19.576
1
2
Aandelenkapitaal
Algemene reserve2
8%-Hypothecaire lening
Nog te betalen interest
Winst 2020
120 7
× = VrV 8.400.000
100 8
Volgens de balans van Buon
Aanpassing stille reserves 1 januari 2020
8.000
4.900
4.200
140
2.336
––––––
19.576
VrV 8.000.000 ×
VrV 3.000.000
VrV 1.900.000 +
––––––––––––
VrV 4.900.000
Resultatenrekening over 2020 (bedragen × VrV 1.000)
Opbrengst verkopen
Kostprijs verkopen1
Afschrijvingen2
Interest
Overige kosten
22.150
1.200
364
18.000
––––––
Winst
1
2
44.050
41.714
––––––
2.336
Volgens de resultatenrekening van Buon
Aanpassing i.v.m. hogere beginwaarde
VrV 21.850.000
VrV
300.000 +
–––––––––––––
VrV 22.150.000
(of: 10.000 × 430 + 24.000 × 450 + 15.000 × 470 = 22.150.000)
120 1
VrV 8.000.000 ×
× = VrV 1.200.000
100 8
92
© 2020 | Noordhoff Uitgevers bv
Gedownload door: elisedentz | elise.dentz@outlook.com
Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar.
Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen
c
Balans Buon per 31 december 2020 (bedragen × € 1.000)
Vaste activa
8.400 × 3 =
Voorraad goederen
5 170 × 3,20 =
Liquide middelen
6.006 × 3,50 =
25.200
16.544
21.021
––––––
62.765
Aandelenkapitaal
8.000 × 3 =
24.000
Algemene reserve
4.900 × 3 =
14.700
8%-Hypothecaire lening
4.200 × 3,50 = 14.700
Nog te betalen interest
140 × 3,50 =
490
Winst 2020
8.875
––––––
62.765
Resultatenrekening over 2020 (bedragen × € 1.000)
Opbrengst verkopen
Kostprijs verkopen
44 050 × 3,20 =
140.960
10 000 × 430 × 3 + 24.000 × 450 × 3,20 +
15 000 × 470 × 3,20 =
70.020
Afschrijvingen
1.200 × 3 =
3.600
Interest
364 × 3,20 =
1.164,8
Overige kosten
18.000 × 3,20 =
57.600
–––––––
132.384,8
––––––––
Winst vóór omrekeningsverschillen
8.575,2
Omrekeningsverschillen
+ 299,8
––––––––
Winst
8.875
Specificatie omrekeningsverschillen
Monetaire positie 1-1
Verkopen
Inkopen
Interest
Overige kosten
Monetaire positie 31-12
– 1.000
+ 44.050
– 23.020
–
364
– 18.000
––––––––
1.666
1.666
×€3
× € 3,20
× € 3,20
× € 3,20
× € 3,20
=
=
=
=
=
× € 3,50 =
Omrekeningswinst
€ 3.000
€ 140.960
€ 73.664
€ 1.164,8
€ 57.600
–––––––––
€ 5.531,2
€ 5.831
–––––––––
€
299,8
–
+
–
–
–
d Mutatieoverzicht deelneming Buon
Stand 1 januari 2020
Resultaat vóór omrekeningsverschillen
Omrekeningsverschillen
Resultaat uit deelneming
€ 8.575.200
€ 299.800
––––––––––
Stand 31 december 2020
€ 38.700.000
€ 8.875.000
–––––––––––
€ 47.575.000
Vraagstuk 18.9 nv Euro
a
Investering
Zichtbaar eigen vermogen Bruce per 1 januari 2020:
• Aandelenkapitaal
• Winstreserve
Stille reserve gebouwen
Lagere voorziening
Nettovermogenswaarde
VR 1.100.000
VR 100.000
VR 600.000
–––––––––
VR 700.000
VR 250.000
VR 50.000
–––––––––
Betaalde goodwill
VR 1.000.000
–––––––––––
VR 100.000
Betaalde goodwill in euro’s: VR 100.000 × € 2,20 = € 220.000
93
© 2020 | Noordhoff Uitgevers bv
Gedownload door: elisedentz | elise.dentz@outlook.com
Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar.
Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen
b Deelneming Bruce
Goodwill
Aan Liquide middelen
c
(VR 1.000.000 × € 2,20)
€ 2.200.000
€ 220.000
€ 2.420.000
Balans Bruce per 31 december 2020 (bedragen × € 1.000)
Gebouwen
Voorraden
Liquide middelen
3.168
1.440
1.296
–––––
5.904
Aandelenkapitaal
Winstreserve
Herwaarderingsreserve
Reserve omrekeningsverschillen (saldo)
Voorzieningen
Lening NV Euro
Kortlopende schulden
Winst 2020
220
1.980
288
224
360
1.440
840
552
–––––
5.904
Toelichting:
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
24 110
×
× € 2,40 = € 3.168.000
25 100
Voorraden: VR 600.000 × € 2,40 = € 1.440.000
Liquide middelen: VR 540.000 × € 2,40 = € 1.296.000
Aandelenkapitaal: VR 100.000 × € 2,20 = € 220.000
Winstreserve: (VR 600.000 + VR 300.000) × € 2,20 = € 1.980.000
24
× 10% × € 2,40 = € 288.000
Herwaarderingsreserve: VR 1.250.000 ×
25
Voorzieningen: VR 150.000 × € 2,40 = € 360.000
Lening NV Euro: VR 600.000 × € 2,40 = € 1.440.000
Kortlopende schulden: VR 350.000 × € 2,40 = € 840.000
Winst 2020: volgens resultatenrekening (zie hierna)
Gebouwen: VR 1.250.000 ×
Resultatenrekening over 2020 (bedragen × € 1.000)
Opbrengst verkopen
Kostprijs verkopen
Verkoopkosten
Algemene beheerskosten*
Rentelasten
12.000 × € 2,30 =
10.000 × € 2,30 =
700 × € 2,30 =
1.018 × € 2,30 =
42 × € 2,30 =
23.000
1.610
2.341,4
96,6
–––––––
Winst
*
Volgens de resultatenrekening van Bruce
VR 250.000
=
Hogere afschrijvingen
25
Hogere dotatie voorzieningen
Stand per 31 december 2020
e
Deelnemingen
Aan Resultaat uit deelnemingen
Aan Reserve omrekeningsverschillen
Aan Herwaarderingsreserve
27.048
––––––––
552
VR
958.000
VR
10.000
VR
50.000
–––––––––––
VR 1.018.000
Specificatie omrekeningsverschillen
Over het begin eigen vermogen: VR 1.000.000 × (€ 2,40 – € 2,20) =
Over het resultaat: (VR 300.000 – VR 60.000) × (€ 2,40 – € 2,30) =
d Stand per 1 januari 2020
Resultaat uit deelneming
Omrekeningsverschillen
Herwaardering gebouwen
27.600
€ 200.000
€ 24.000
––––––––
€ 224.000
€ 2.200.000
€ 552.000 +
€ 224.000 +
€ 288.000 +
––––––––––
€ 3.264.000
€ 1.064.000
€
€
€
552.000
224.000
288.000
94
© 2020 | Noordhoff Uitgevers bv
Gedownload door: elisedentz | elise.dentz@outlook.com
Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar.
Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen
f
Volgens de IASB moet de herwaarderingsreserve worden overgeboekt naar de
overige reserves (zie paragraaf 8.3.1); de IASB verbiedt uitdrukkelijk om een vrijval
van de herwaarderingsreserve ten gunste van het resultaat te laten vallen (IAS 16.41
en 38.87). De wet (en in navolging daarvan de RJ) staan deze verwerkingswijze wel
toe, al dient het bedrag ervan wel in een afzonderlijke post te worden opgenomen
(artikel 390.4 / RJ 240.222).
De vrijval van de reserve omrekeningsverschillen moet volgens de IASB ten gunste
van het resultaat worden gebracht (IAS 21.48). De RJ beveelt deze verwerkingswijze
aan, maar laat het ook toe de omrekeningsverschillen over te boeken naar de overige
reserves (RJ 122.311). De wet doet in deze geen uitspraak.
95
© 2020 | Noordhoff Uitgevers bv
Gedownload door: elisedentz | elise.dentz@outlook.com
Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar.
Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen
19
Winstbelasting
Vraagstuk 19.1 bv Flex
a
Het matchingprincipe. Volgens dit principe dienen de kosten te worden toegerekend
aan de jaren waarin de oorzaak van die kosten is gelegen. Ten aanzien van de
winstbelasting, betekent dit dat de belastinglast dient aan te sluiten op het geldend
belastingpercentage toegepast op de bedrijfseconomische winst vóór aftrek van
belasting.
Balans per 31 december 2020 (bedragen × € 1.000)
b
Materiële vaste activa
Vlottende activa:
Kortlopende vorderingen:
• Fiscus*
32
• Overig
1.620
––––
Liquide middelen
*
6.000
1.652
180
–––––
7.832
Eigen vermogen:
Aandelenkapitaal
Winstreserve
1.500
6.972
–––––
8.472
– 640
Winst 2020
–––––
7.832
Vordering uit hoofde van verliescompensatie: 20% × € 800.000 = € 160.000
Te betalen vennootschapsbelasting 2019
€ 128.000 –
––––––––
€ 32.000
Resultatenrekening over 2020 (bedragen × € 1.000)
Netto-omzet
Kostprijs omzet
Verkoopkosten
Algemene beheerskosten
Schade door overstroming
Winst vóór belasting
Belasting
500
1.100
1.400
–––––
20% × 800 =
Winst
c
1
2
14.000
11.800
––––––
2.200
3.000
––––––
– 800
160
––––––
– 640
Ten aanzien van de vordering uit hoofde van verliescompensatie zal nu alleen die
wegens carry back in de balans worden opgenomen; dit betreft de compensatie
met de winst over 2019. De vordering wegens carry forward is een voorwaardelijke
vordering: zij wordt pas opeisbaar indien er in de toekomst voldoende fiscale winst
wordt gehaald.
De kortlopende vordering op de fiscus in de balans wordt nu:
• Vordering uit hoofde van carry back
20% × € 640.000 =
€ 128.000
• Te betalen vennootschapsbelasting 2019
€ 128.000 –
––––––––
€
0
In de resultatenrekening wordt de belastingbate nu: 20% × € 640.000,
compensabele winst 2019 = € 128.000.
De winst komt dan uit op: – € 672.000.
Het verband tussen de belastinglast en de bedrijfseconomische winst vóór aftrek
van belasting is verbroken; het matchingprincipe wordt losgelaten, het
voorzichtigheidsprincipe gaat hier voor.
96
© 2020 | Noordhoff Uitgevers bv
Gedownload door: elisedentz | elise.dentz@outlook.com
Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar.
Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen
3
De IASB en de RJ schrijven voor de bedragen van de verliezen die voor
voorwaartse verliescompensatie in aanmerking komen in de toelichting te
vermelden voor zover deze bedragen niet in de balans zijn opgenomen (IAS
12.81e / RJ 272.707), in casu 20% × € 160.000 = € 32.000.
Vraagstuk 19.2 Karrent bv
a
Een snelle fiscale afschrijving leidt tot een verschuiving van fiscale winst (en daarmee
van belastingbetalingen) naar de toekomst; hierdoor kan een rentevoordeel worden
verkregen. Verder geeft het speelruimte in de financiering.
b 1
2
Opbrengst verhuur auto’s
Afschrijvingskosten
Onderhoud, verzekering e.d.
Bedrijfseconomische winst vóór aftrek van belasting
€ 125.000
€ 50.000 –
€ 25.000 –
––––––––
€ 50.000
Opbrengst verhuur auto’s
€ 125.000
Afschrijvingskosten
Onderhoud, verzekering e.d.
5 × € 25.000 =
25% × 5 × € 40.000 =
5 × € 5.000 =
5 × € 25.000 =
4
× 5 × € 40.000 =
10
5 × € 5.000 =
Fiscale winst
c
1
2
d 1
2
e
€ 80.000 –
€ 25.000 –
––––––––
€ 20.000
5 × € 40.000 × 75% = € 150.000 (of: € 200.000 – € 50.000)
6
= € 120.000 (of: € 200.000 – € 80.000)
5 × € 40.000 ×
10
20% × (€ 50.000 – € 20.000) = € 6.000
20% × (€ 150.000 – € 120.000) = € 6.000
Belastinglast
(20% × € 50.000)
Aan Voorziening latente belasting
Aan Te betalen belasting (20% × € 20.000)
f
€ 10.000
€
€
6.000
4.000
Balans 31 december 2020 (bedragen × € 1)
Auto’s
Kas*
150.000
100.000
Aandelenkapitaal
Voorziening latente belasting
Te betalen belasting
Winst 2020
250.000
*
200.000
6.000
4.000
40.000
250.000
5 × (€ 25.000 – € 5.000) = € 100.000
g Jaar Bedrijfseconomische
Fiscale
winst
winst
–––– –––––––––––––––––– –––––––––––
2020
€ 50.000
€ 20.000
2021
€ 50.000
€ 40.000
2022
€ 50.000
€ 60.000
2023
€ 50.000
€ 80.000
Voorziening latente belasting
Mutatie
Stand 31 december
––––––––– ––––––––––––––––
+ € 6.000
€ 6.000
+ € 2.000
€ 8.000
– € 2.000
€ 6.000
– € 6.000
€
–
Opmerking:
Door de lagere fiscale afschrijving stijgt de winst fiscaal jaarlijks met € 20.000.
97
© 2020 | Noordhoff Uitgevers bv
Gedownload door: elisedentz | elise.dentz@outlook.com
Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar.
Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen
Vraagstuk 19.3 bv Promotie
a
Balans per 31 december 2020 (bedragen × € 1)
Goodwill
Kantoorinventaris
Deelneming BV Print
Liquide middelen
12.600
22.500
84.000
27.000
Aandelenkapitaal
Te betalen vennootschapsbelasting*
Winst 2020
100.000
5.120
40.980
146.100
146.100
Toelichting:
• Goodwill: 90% × [€ 80.000 – (60% × € 110.000)] = € 12.600
• Kantoorinventaris: 75% × € 30.000 = € 22.500
• Deelneming bv Print: 60% × (€ 110.000 + € 30.000) = € 84.000
• Liquide middelen:
Saldo 1 januari 2020
Aanschaf kantoorinventaris
Omzet
Diverse kosten
Aankoop deelneming bv Print
Saldo 31 december 2020
€ 100.000
€ 30.000
€ 400.000
€ 363.000
€ 80.000
––––––––
€ 27.000
–
+
–
–
Resultatenrekening over 2020
Omzet
Afschrijvingskosten:
• Kantoorinventaris: 25% × € 30.000 =
• Goodwill: 10% × [€ 80.000 – (60% × € 110.000)] =
Huur
Loonkosten
Kosten bijwonen congres
Opbrengst deelneming bv Print
60% × € 30.000 =
Winst vóór aftrek van belasting
Belastinglast**
Winst
*
€ 400.000
€ 7.500
€ 1.400
––––––
€ 8.900
€ 35.000
€ 310.000
€ 18.000
€ 18.000
––––––––
€ 46.100
€ 5.120
––––––––
€ 40.980
–
–
–
–
+
–
Fiscale resultatenrekening over 2020
Omzet
Afschrijvingskosten:
• Kantoorinventaris
• Goodwill (deelnemingsvrijstelling)
Huur
Loonkosten
Kosten bijwonen congres
€ 18.000 – € 4.500 =
Opbrengst deelneming bv Print (deelnemingsvrijstelling)
Investeringsaftrek
28% × € 30.000 =
Fiscale winst
€ 400.000
€ 7.500
€
–
€ 35.000
€ 310.000
€ 13.500
€
–
––––––––
€ 34.000
€ 8.400
––––––––
€ 25.600
–
–
–
–
–
Te betalen belasting: 20% × € 25.600 = € 5.120
** Omdat alle verschillen tussen bedrijfseconomisch en fiscaal resultaat zijn aan te
merken als definitieve winstverschillen, is de belastinglast gelijk aan de over 2020
verschuldigde belasting.
98
© 2020 | Noordhoff Uitgevers bv
Gedownload door: elisedentz | elise.dentz@outlook.com
Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar.
Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen
€ 5.120
× 100% = 11,1%; het toepasselijke of
€ 46.100
nominale belastingtarief is 20%: er is per saldo sprake van onderdruk als gevolg van
(meerdere) definitieve winstverschillen.
b De effectieve belastingdruk is
c
De IASB eist een cijfermatige aansluiting tussen het toepasselijk belastingtarief en de
effectieve belastingdruk (IAS 12.81c). De RJ beveelt deze informatieverstrekking aan,
waarbij deze informatie beperkt mag blijven tot de geconsolideerde jaarrekening (RJ
272.704).
Vraagstuk 19.4 bv Holiday Out
a
Omzet
Loonkosten
Afschrijving pand
Boekwinst verkoop busje
Afschrijving busje
Afschrijving inventaris
5% × € 1.500.000 =
€ 17.000 – € 8.000 =
€ 80.000 × 1/5 =
20% × € 500.000 =
Bedrijfseconomische winst vóór aftrek van belasting
b Bedrijfseconomische winst vóór aftrek van belasting
Verschillen in resultaat:
• Boekwinst verkoop busje (tijdelijk winstverschil):
Bedrijfseconomisch
Fiscaal
•
Afschrijving busje (tijdelijk winstverschil):
Bedrijfseconomisch
Fiscaal
€ 71.000 × 1/5 =
•
Afschrijving inventaris (tijdelijk winstverschil):
Bedrijfseconomisch
Fiscaal
4/15 × € 500.000 =
•
Investeringsaftrek (definitief winstverschil):
Bedrijfseconomisch komt deze niet voor
Fiscaal
€ 3.000.000
€ 2.500.000
€
75.000
€
9.000
€
16.000
€
100.000
––––––––––
€
318.000
€ 318.000
€
9.000
€
0
––––––––
€ 16.000
€ 14.200
––––––––
€ 100.000
€ 133.333
––––––––
1
2
Bedrijfseconomische winst vóór aftrek van belasting
Investeringsaftrek (definitief winstverschil)
Belastinglast: 20% × € 302.467 = € 60.493,40
Fiscale winst
Tijdelijke winstverschillen:
• Boekwinst verkoop busje
• Afschrijving busje
• Afschrijving inventaris
Busje:
Waardering bedrijfseconomisch (zie e)
Waardering fiscaal: € 71.000 × 4/5 =
Inventaris:
Waardering bedrijfseconomisch (zie e)
Waardering fiscaal:
9.000 –
€
1.800 +
€ 33.333 –
€ 318.000
€ 15.333 –
––––––––
€ 302.467
€ 261.934
€ 9.000 +
€ 1.800 –
€ 33.333 +
––––––––
€ 302.467
Belastinglast: 20% × € 302.467 = € 60.493,40
d 1
€
€ 15.533 –
––––––––
€ 261.934
Fiscale winst
c
–
–
+
–
–
€ 64.000
€ 56.800
––––––––
20% × €
7.200 =
€
1.440
€ 350.000
99
© 2020 | Noordhoff Uitgevers bv
Gedownload door: elisedentz | elise.dentz@outlook.com
Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar.
Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen
6/15 × € 500.000 + € 50.000 =
€ 250.000
––––––––
20% × € 100.000 =
€ 20.000
€ 21.440
2
Stand per 1 januari 2020
In 2020 uitgestelde belasting als gevolg van tijdelijke
verschillen tussen bedrijfseconomische en fiscale winst:
• Boekwinst verkoop busje
€ 9.000 +
• Afschrijving busje
€ 1.800 –
• Afschrijving inventaris
€ 33.333 +
20% × € 40.533 =
Stand per 31 december 2020
€ 13.333
€
8.107
€ 21.440
Balans per 31 december 2020 (bedragen × € 1.000)
e
Pand:
Aanschafprijs
Afschrijving
Busje:
Aanschafprijs
Afschrijving
Inventaris:
Aanschafprijs
Afschrijving
Liquide middelen
1.500
375
–––––
80
16
––––
550
200
––––
1.125
Aandelenkapitaal
500
Winstreserve
1.194,667
Voorziening latente belastingverplichtingen
21,44
Te betalen vennootschapsbelasting
52,3868
Winst 2020
257,5062
64
350
487
–––––
2.026
Toelichting:
• Afschrijving pand: € 300.000 + € 75.000 = € 375.000
• Afschrijving inventaris: € 100.000 + € 100.000 = € 200.000
• Liquide middelen:
Saldo 1 januari 2020
Omzet
Inruil busje
Loonkosten
Aankoop inventaris
•
–––––––
2.026
€ 100.000
€ 3.000.000
€
63.000
€ 2.500.000
€
50.000
–––––––––
Saldo 31 december 2020
€ 487.000
Te betalen vennootschapsbelasting: 20% × € 261.934 = € 52.386,80
+
–
–
–
100
© 2020 | Noordhoff Uitgevers bv
Gedownload door: elisedentz | elise.dentz@outlook.com
Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar.
Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen
Vraagstuk 19.5 Maxtax bv
a
Bij stijging van de actuele waarde wordt in de bedrijfseconomische balans de
boekwaarde van de taxi's aangepast aan het actuele prijspeil; de waardestijging wordt
verwerkt in een herwaarderingsreserve. Het bedrag dat op de herwaarderingsreserve
geboekt wordt, geeft het bedrag aan dat bij realisatie als afschrijvingen boven de
historische kosten ten laste van het resultaat zal worden gebracht. Fiscaal worden
deze kosten niet geaccepteerd. In de (ongerealiseerde) herwaarderingsreserve (=
eigen vermogen) zit dan ook een belastingclaim die op grond van een juiste
vermogenspresentatie via een voorziening voor latente belastingen (= vreemd
vermogen) wordt weergegeven.
b Taxi’s
€ 16.000 (€ 400.000 × 4/5 × 5%)
Aan (Ongerealiseerde) Herwaarderingsreserve
€ 12.800 (80%)
Aan Voorziening latente belastingverplichtingen
€ 3.200 (20%)
c
Omzet
Afschrijvingen € 400.000 × 1/5 =
Overige bedrijfskosten
Winst vóór aftrek van belasting
Belasting
€ 200.000 × 20% =
Nettowinst
d
€ 600.000
€ 80.000 –
€ 320.000 –
€ 200.000
€ 40.000 –
€ 160.000
Bedrijfseconomische balans per 31 december 2020 (bedragen × € 1)
Taxi’s
Liquide middelen
252.000
595.000
847.000
Aandelenkapitaal
475.000
Herwaarderingsreserve
9.600
Overige reserves
163.200
Latente belastingverplichtingen
2.400
Te betalen belasting
40.000
Winst 2020
156.800
847.000
Toelichting:
• Taxi’s: € 400.000 × 3/5 × 1,05 = € 252.000
• Liquide middelen:
Saldo 1 januari 2019
Omzet 2019 en 2020
Overige bedrijfskosten 2019 en 2020
Vennootschapsbelasting 2019
Saldo 31 december 2020
• Herwaarderingsreserve: € 16.000 × 3/4 × 80% = € 9.600
• Overige reserves:
Winst 2019
Gerealiseerde herwaardering: € 16.000 × 1/4 × 80% =
•
€
75.000
€ 1.200.000 +
€ 640.000 –
€
40.000 –
€ 595.000
€ 160.000
€ 3.200
€ 163.200
Latente belastingverplichtingen: € 16.000 × 3/4 × 20% = € 2.400
Bedrijfseconomische resultatenrekening over 2020 (bedragen × € 1)
Omzet
€ 600.000
Afschrijvingen
€ 400.000 × 1,05 × 1/5 =
€ 84.000 –
Overige bedrijfskosten
€ 320.000 –
Winst vóór aftrek van belasting
€ 196.000
Belasting
€ 196.000 × 20% =
€ 39.200 –
Nettowinst
€ 156.800
Journaalpost verwerking winstbelasting 2020
Belastinglast
€ 39.200
Voorziening latente belastingverplichtingen €
800 (€ 16.000 × 1/4 × 20%)
Aan Te betalen belasting
€ 40.000
(Ongerealiseerde) Herwaarderingsreserve
Aan Overige reserves
€ 3.200 (€ 16.000 × 1/4 × 80%)
€ 3.200
101
© 2020 | Noordhoff Uitgevers bv
Gedownload door: elisedentz | elise.dentz@outlook.com
Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar.
Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen
e1 Balans:
• Overige reserves
Winst 2019
Gerealiseerde herwaardering: € 16.000 × 1/4 =
•
€ 160.000
€ 4.000
€ 164.000
€ 156.000
Winst 2020 (saldopost)
Resultatenrekening:
• Belastinglast
• Nettowinst
€ 40.000
€ 156.000
2 Belastinglast
Aan Te betalen belasting
€ 40.000
(Ongerealiseerde) Herwaarderingsreserve
Voorziening latente belastingverplichtingen
Aan Overige reserves
€ 40.000
€ 3.200
€
800
€ 4.000
Vraagstuk 19.8 Agri nv
a
Zichtbaar eigen vermogen
Stille reserve gebouwen
Aanpassing voorzieningen naar schatting van Agri
Ontstaan belastinglatentie
20% × € 2.500.000 =
€ 2.000.000
€ 500.000
––––––––––
€ 2.500.000
€ 500.000
––––––––––
Nettovermogenswaarde per 1 januari 2020
Investering
Nettovermogenswaarde
1 000 × € 9.750 =
c
(1 000 × € 1.000)
(1 000 × € 8.750)
€ 8.000.000
€ 1.750.000
€ 1.000.000
€ 8.750.000
In de enkelvoudige balans is de voorziening voor latente belastingverplichtingen
(impliciet) verwerkt in de nettovermogenswaarde.
In de geconsolideerde balans is de post Deelneming Culture vervangen door de
achterliggende activa en passiva van Culture, zodat de voorziening voor latente
belastingverplichtingen dan wel als afzonderlijke post voorkomt.
d Resultaat Culture volgens officiële jaarrekening
1
=
Hogere afschrijving gebouwen
€ 2.000.000 ×
20
Hogere toevoeging aan de voorzieningen
Lagere winst vóór aftrek van belasting
Lagere belastinglast
20% × € 600.000 =
€ 1.280.000
€ 100.000
€ 500.000
––––––––
€ 600.000
€ 120.000
––––––––
Resultaat uit deelneming
e
€ 2.000.000
––––––––––
€ 8.000.000
€ 9.750.000
€ 8.000.000
––––––––––
€ 1.750.000
Goodwill
b Deelneming Culture
Goodwill
Aan Aandelenkapitaal
Aan Agio
€ 6.000.000
Stand 1 januari 2020
Afwikkeling over 2020
Stand 31 december 2020
€ 480.000
––––––––––
€ 800.000
€ 500.000
€ 120.000 –
––––––––
€ 380.000
Of:
Boekwaarde gebouwen op herrekende balans van Culture:
102
© 2020 | Noordhoff Uitgevers bv
Gedownload door: elisedentz | elise.dentz@outlook.com
Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar.
Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen
19
=
20
Boekwaarde gebouwen op officiële balans van Culture:
19
€ 5.000.000 ×
=
20
€ 7.000.000 ×
€ 6.650.000
€ 4.750.000
––––––––––
€ 1.900.000
Boekwaardeverschil
Latentie: 20% × € 1.900.000 = € 380.000
f
Opbrengst
Boekwaarde deelneming Culture:
Stand 1 januari 2020
Resultaat uit deelneming over 2020
Boekwaarde goodwill
Boekwinst
€ 1.750.000 ×
€ 12.500.000
9
=
10
€ 8.000.000
€ 800.000
––––––––––
€ 8.800.000
€ 1.575.500
––––––––––
€ 10.375.000
–––––––––––
€ 2.125.000
Vraagstuk 19.9 bv Tax
a
De onjuistheden zijn:
1 de fiscaal lagere garantievoorziening leidt niet tot een passieve, maar tot een
actieve latentie.
2 de fiscaal niet aftrekbare kosten zijn definitieve winstverschillen, en leiden daarom
niet tot een latentie.
De juiste hoogte van de voorziening voor latente belastingverplichtingen per 31
december 2020 bedraagt € 700.000, de samenstelling hiervan is als volgt:
1
€ 105.000 (fiscaal gevormde herinvesteringsreserve)
2 – € 70.000 (fiscaal lagere garantievoorziening dan bedrijfseconomisch)
3
€ 455.000 (waardering materiële vaste activa in de bedrijfseconomische balans
tegen actuele waarde)
4
€
–
5
€ 210.000 (fiscaal kortere afschrijvingstermijn dan bedrijfseconomisch voor het
machinepark)
b De voorziening voor latente belastingverplichtingen dient per 31 december 2020
aangepast te worden aan het nieuwe tarief van 18% (IAS 12.47 / RJ 272.401),
2
× € 700.000 = € 70.000.
hetgeen een verlaging tot gevolg heeft van
20
Deze verlaging komt ten gunste van:
• het resultaat voor zover het tijdelijke verschillen betreft tussen fiscaal en
2
bedrijfseconomisch resultaat, in casu:
× (€ 105.000 – € 70.000 + € 210.000) =
20
€ 24.500; destijds is dit bedrag immers ook ten laste van het resultaat gevormd.
• de (ongerealiseerde) herwaarderingsreserve voor dat deel dat het gevolg is van
waardering tegen actuele waarde omdat dat deel van de voorziening ook is
2
× € 455.000 =
gevormd ten laste van de herwaarderingsreserve, in casu:
20
€ 45.500.
103
© 2020 | Noordhoff Uitgevers bv
Gedownload door: elisedentz | elise.dentz@outlook.com
Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar.
Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen
Vraagstuk 19.10
Vion Food Group
Bedragen luiden in duizenden euro’s, tenzij anders vermeld.
a
Belastinglast (WV)
Uitgestelde belastingvorderingen (B)
Aan Te betalen belasting (B)
Aan Uitgestelde belastingverplichtingen (B)
Uitgestelde belastingvorderingen (B)
Uitgestelde belastingverplichtingen (B)
Aan Eigen vermogen (B)
b
c
2.864
412
152
379
1.128 (890 + 238)
2.148
531
2.864
× 100% = 21,95%, afgerond op 22%
13.047
Het gewogen gemiddelde belastingtarief is een gemiddelde van het in Nederland
geldende belastingtarief van 25% en in het buitenland geldende belastingtarieven in
landen waarin geconsolideerde groepsmaatschappijen zijn gevestigd. Het gewogen
( 3.364 − 923 ) × 100% =
gemiddelde wordt berekend als volgt:
18,7%
13.047
d Mogelijke oorzaken van belastingoverdruk in verband met verliescompensatie:
• het in het verslagjaar niet opnemen van een actieve latentie voor fiscaal
compensabele verliezen over datzelfde jaar;
• verdamping van fiscaal verrekenbare verliezen na een aantal jaren na het ontstaan
daarvan, mits hiervoor destijds een actieve latentie is opgenomen;
• uitkomst van herbeoordeling van beschikbare fiscale verliezen waardoor de
omvang dan wel het belastingtarief lager uitkomen.
e
Mogelijke oorzaken van onderdruk in verband met verliescompensatie:
• het in een later jaar alsnog activeren van nog te verrekenen verliezen uit
voorgaande jaren, mits daarvoor in het verleden geen actieve latenties zijn
opgenomen;
• het terugnemen van een afwaardering in een eerder jaar van een uitgestelde
belastingvordering voor verrekenbare verliezen wegens een gewijzigde inschatting
van de mogelijkheden tot verrekening (optimistischer inschatting).
f
Onder IFRS is het stelselmatig afschrijven van goodwill niet toegestaan. (Wél kan
sprake zijn van een bijzondere waardevermindering die kan volgen uit een impairment
test). Fiscaal wordt een deelneming doorgaans gewaardeerd tegen de verkrijgingsprijs
inclusief goodwill, en komt afschrijving van goodwill niet voor.
Van een definitief of permanent winstverschil is derhalve geen sprake en ontstaat er
geen belastingoverdruk.
g 2017: 170.850 / (1.036.343 + 54.396) × 100% = 15,7% afgerond
2018: 179.258 / (1.083.031 + 58.953) × 100% = 15,7% afgerond
h De wijziging van het belastingtarief raakt alleen de fiscaal verrekenbare verliezen die
vervallen in de jaren 2020 tot en met 2023. Het belastingtarief voor de waardering van
de onbeperkt verrekenbare fiscale verliezen is ongewijzigd, waardoor de waardering
geen aanpassing behoeft. Berekening van het belastingeffect van de tariefswijziging
vindt plaats naar de stand van de uitgestelde belastingvordering eind 2018. Na
verwerking van het effect van de tariefswijziging wordt de uitgestelde
belastingvordering gewaardeerd tegen 13.269.
Het hierin begrepen belastingeffect van de tariefswijziging bedraagt 2.913. Deze
belastingoverdruk wordt als volgt berekend: 13.269 × 4,5 / 20,5.
i
De tariefswijziging betreft niet alleen de gewaardeerde fiscaal verrekenbare verliezen,
maar ook tijdelijke winstverschillen mits deze verschillen leiden tot waardering.
j
Het opnemen van een latente belastingvordering uit hoofde van toekomstig fiscaal
verrekenbare verliezen is verplicht voor zover het waarschijnlijk is dat toekomstige
fiscale winst beschikbaar zal zijn waarmee verliezen kunnen worden gecompenseerd
en verrekeningsmogelijkheden kunnen worden benut (IAS 12.34/RJ 272.311).
104
© 2020 | Noordhoff Uitgevers bv
Gedownload door: elisedentz | elise.dentz@outlook.com
Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar.
Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen
k
Gesaldeerd opnemen van uitgestelde belastingvorderingen en uitgestelde
belastingverplichtingen in de balans is voorgeschreven indien en voor zover zij met
elkaar kunnen worden verrekend. Dit is het geval indien en voor zover de
rechtspersoon
• beschikt over een deugdelijk juridisch instrument om de vordering en de
verplichting gesaldeerd en simultaan af te wikkelen;
• het stellige voornemen daartoe heeft.
Dit is doorgaans het geval indien per saldo kan worden afgerekend met dezelfde
belastingautoriteit, zoals bij het bestaan van een fiscale eenheid (IAS 12.74).
l
Het fiscaal verliesgevend zijn behoeft niet per definitie te betekenen dat de
onderneming ook bedrijfseconomisch verliesgevend is, bijvoorbeeld door de
aanwezigheid van fiscaal onbelaste resultaten van deelnemingen. Daarnaast kunnen
de compensabele verliezen zijn geleden door groepsmaatschappijen in het buitenland
die fiscaal niet kunnen worden verrekend met winsten in Nederland en daarom niet in
de balans mogen worden opgenomen.
105
© 2020 | Noordhoff Uitgevers bv
Gedownload door: elisedentz | elise.dentz@outlook.com
Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar.
Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen
Hoofdstukoverstijgende vraagstukken
V1
bv Rokershoestje
a
Balans Rokershoestje per 31 december 2020 (bedragen × € 1)
Immateriële vaste activa:
Ontwikkelingskosten
Materiële vaste activa:
Bestelauto
Droogkast
Vlottende activa:
Voorraad
Debiteuren
Liquide middelen
135.000
25.000
20.000
1.720.000
400.000
258.405
Eigen vermogen:
Aandelenkapitaal
Wettelijke reserve
Winstreserve
Vreemd vermogen:
Leaseverplichtingen
Schuld Bolknak
Vooruitontvangen bedragen
Winst 2020
200.000
135.000
1.075.000
20.905
60.000
540.000
527.500
2.558.405
Toelichting:
•
•
•
•
•
•
•
•
Ontwikkelingskosten: € 150.000 ×
2.558.405
4,5
= € 135.000
5
3
= € 25.000
6
4
Droogkast: € 25.000 × = € 20.000
5
Voorraad: Stand 1 januari 2020
Inkopen
Verkopen
(80% × € 4.100.000)
Bestelauto: € 50.000 ×
Stand 31 december 2020
Liquide middelen:
Saldo 1 januari 2020
Verkoop deelneming
Verkoop partij 1 en 4
Leasetermijn droogkast
Reclamecampagne
Inkopen
Loonkosten
€ 500.000
€ 4.500.000 +
€ 3.280.000 –
–––––––––
€ 1.720.000
€ 600.000
€ 375.000
€ 4.240.000
€
6.595
€ 150.000
€ 4.500.000
€ 300.000
–––––––––
Saldo 31 december 2020
€ 258.405
Wettelijke reserve: opgenomen in verband met geactiveerde ontwikkelingskosten
Winstreserve: € 1.210.000 – € 135.000 = € 1.075.000
Leaseverplichtingen: € 25.000 – (€ 6.595 – 10% van € 25.000) = € 20.905
+
+
–
–
–
–
106
© 2020 | Noordhoff Uitgevers bv
Gedownload door: elisedentz | elise.dentz@outlook.com
Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar.
Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen
Resultatenrekening over 2020
Opbrengst verkopen
Kostprijs verkopen
€ 3.700.000 + € 400.000 =
€ 4.100.000 × 80% =
Transactieresultaat
Afschrijving:
•
Ontwikkelingskosten
•
Bestelauto
•
Droogkast:
0,5
=
5
3
€ 50.000 × =
6
1
€ 25.000 × =
5
€ 150.000 ×
Loonkosten
Overige bedrijfskosten (proces)
€ 60.000 – € 40.000 =
Bedrijfsresultaat
Interestlasten € 25.000 × 10% =
Boekwinst verkoop Deelneming Smoke
€ 375.000 – € 300.000 =
Winst
€ 4.100.000
€ 3.280.000
––––––––––
€ 820.000
€
15.000 –
€
25.000 –
€
5.000 –
€ 300.000 –
€
20.000 –
––––––––––
€ 455.000
€
2.500 –
€
75.000 +
––––––––––
€ 527.500
b De IASB (IAS 38.69) en de RJ (RJ 210.235) laten niet toe dat reclamekosten worden
geactiveerd. De Nederlandse wet laat zich in deze niet over activering uit.
V2
Mirror bv
a
De directe kosten moeten worden geactiveerd. De indirecte kosten mogen worden
geactiveerd (voor zover het gaat om een redelijk deel). De rente mag worden
geactiveerd voor zover het betaalde rente over vreemd vermogen betreft, het activeren
van gecalculeerde rente over eigen vermogen is niet toegestaan (artikel 388.2).
b Volgens de RJ dient de stijging van de beurskoers in de resultatenrekening te worden
verantwoord (RJ 226.203). De wet geeft twee alternatieven: opname in de
resultatenrekening of verwerking in een herwaarderingsreserve (artikel 384.7 en
390.1).
c
Door de overboeking van gerealiseerde herwaardering naar de overige reserves, is de
herwaarderingsreserve geheel ongerealiseerd en is derhalve volledig aan te merken
als een wettelijke reserve.
d Voorziening latente belastingen totaal
Uit hoofde van herwaardering
€ 130.000
20
× € 240.000 =
80
€ 60.000
––––––––
€ 70.000
Uit hoofde van tijdelijke winstverschillen
e
De wet stelt dat de grondslagen van waardering en winstbepaling slechts wegens
gegronde redenen mogen worden veranderd (artikel 384.6). Het verkrijgen van een
betere vergelijking van de jaarrekening met die van andere ondernemingen in de
bedrijfstak wordt algemeen als gegronde reden gezien: de voorgenomen
stelselwijziging is wettelijk toelaatbaar.
f
Herwaarderingsreserve
Voorziening latente belastingen
Aan Materiële vaste activa
(
100
× € 240.000)
80
€ 240.000
€ 60.000
€ 300.000
g Van langlopende schulden moeten worden vermeld de rentevoet en het bedrag met
een resterende looptijd van langer dan vijf jaar (artikel 375.2).
h Ja, in artikel 362.9 is aangegeven dat indien een onderneming uitgaat van de
voorschriften van de IASB onder meer artikel 390 evenzo moet worden toegepast.
Overigens schrijft de IASB zelf deze overboeking niet voor, al is de overboeking wel
toegestaan (IAS 16.41 en 38.87).
107
© 2020 | Noordhoff Uitgevers bv
Gedownload door: elisedentz | elise.dentz@outlook.com
Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar.
Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen
V6
Kazo nv
a
Investering
1.000 × € 9.600 =
Zichtbaar eigen vermogen
Hogere waarde gebouwen
Hogere (bestaande) voorzieningen
Treffen reorganisatievoorziening
Nettovermogenswaarde
€ 6.500.000
€ 2.000.000 +
€
500.000 –
€
700.000 –
––––––––––
Goodwill
b Goodwill
Deelneming MDS
Aan Aandelenkapitaal
Aan Agio
c
€ 9.600.000
€ 7.300.000
––––––––––
€ 2.300.000
€ 2.300.000
€ 7.300.000
1.000 × € 1.000 =
1.000 × (€ 9.600 – € 1.000) =
€ 1.000.000
€ 8.600.000
Geconsolideerde balans Kazo-MDS Groep per 1 oktober 2020 (bedragen ×
€ 1.000)
Goodwill
Gebouwen
Machines
Voorraden
Debiteuren
Liquide middelen
2.300
15.500
12.300
5.700
7.000
4.500
––––––
47.300
Aandelenkapitaal
Agio
Overige reserves
Winst 2020 (tot 1 oktober)
Voorzieningen
Schulden
4.000
13.600
6.000
1.000
9.700
13.000
––––––
47.300
Toelichting:
• Gebouwen: € 8.500.000 + € 7.000.000
• Aandelenkapitaal: € 3.000.000 + € 1.000.000
• Agio: € 5.000.000 + € 8.600.000
• Voorzieningen: € 6.000.000 + € 2.500.000 + € 500.000 + € 700.000
d Resultaat MDS over 2020
Resultaat MDS tot 1 oktober 2020
Resultaat MDS vanaf 1 oktober 2020
Correcties:
• Door MDS ten laste van de winst gebrachte
reorganisatievoorzieningen
• Verschil in afschrijving gebouwen:
1
3
×
=
(€ 7.000.000 – € 5.000.000) ×
20 12
• Verschil in berekening voorzieningen:
Berekening
Kazo
––––––––––
Stand 1-10-2020
€ 3.000.000
Stand 31-12-2020
€ 3.100.000
––––––––––
Toename
€ 100.000
€ 225.000 –
€ 500.000 +
––––––––
€ 725.000 –
€ 950.000 +
€ 25.000 –
Berekening
MDS
––––––––––
€ 2.500.000
€ 2.700.000
––––––––––
€ 200.000
€ 100.000 +
––––––––
€ 300.000 +
Resultaat uit deelneming MDS
e
Opbrengst
Boekwaarde deelneming MDS (nettovermogenswaarde):
• vastgesteld op 1 oktober 2020
€ 7.300.000
• correctie nettovermogenswaarde met
terugwerkende kracht per 1 oktober 2020 in
verband met extra reorganisatievoorziening € 250.000
• resultaat deelneming over 2020
€ 300.000
––––––––––
237
=
Boekwaarde goodwill: € 2.550.000 ×
240
Boekresultaat
€ 13.000.000
–
+
€ 7.350.000 –
€ 2.518.125 –
––––––––––
€ 3.131.875
108
© 2020 | Noordhoff Uitgevers bv
Gedownload door: elisedentz | elise.dentz@outlook.com
Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar.
Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen
V7
Hol nv
a
Investering
10 000 × € 5.200 =
Eigen vermogen Buit 31 december 2019:
• Aandelenkapitaal
• Overige reserves
Zichtbaar eigen vermogen
Meerwaarde gebouwen
30% van BV 7.000.000 =
Meerwaarde voorraad goederen
8 000 × (BV 540 – BV 500) =
Voorziening reorganisatie
€ 52.000.000
BV 6.000.000
BV 4.000.000
––––––––––––
BV 10.000.000
BV 2.100.000 +
BV
320.000 +
BV
800.000 –
––––––––––––
BV 11.620.000
Nettovermogenswaarde:
80% × 11.620.000 BV × € 2,50 =
€ 23.240.000
––––––––––
€ 28.760.000
Goodwill
b Deelneming Buit
Goodwill
Aan Aandelenkapitaal
Aan Agio
(10 000 × € 500)
(10 000 × € 4.700)
€ 23.240.000
€ 28.760.000
€ 5.000.000
€ 47.000.000
Balans per 31 december 2020 (bedragen × BV 1.000)
c
Gebouwen
Voorraad goederen
Liquide middelen
7.800
5.220
5.160
––––––
18.180
Aandelenkapitaal
Overige reserves
Reorganisatievoorziening
7%-Banklening
Crediteuren
Winst 2020
6.000
5.620
400
2.500
2.000
1.660
––––––
18.180
Toelichting:
•
•
•
•
•
•
130 6
× = BV 7.800.000
100 7
Voorraad goederen: 9 000 × BV 580 = BV 5.220.000
Overige reserves:
Officiële balans Buit 31 december 2019
Aanpassingen bij overname per 31-12-2019 in verband met
bepaling fair value:
– Meerwaarde gebouwen
– Meerwaarde voorraad goederen
– Voorziening reorganisatie
Gebouwen: BV 7.000.000 ×
BV 4.000.000
BV 2.100.000 +
BV 320.000 +
BV 800.000 –
–––––––––––
BV 5.620.000
Reorganisatievoorziening: BV 800.000 – BV 400.000 = BV 400.000
7%-Banklening: BV 3.000.000 – BV 500.000 = BV 2.500.000
Crediteuren:
BV 1.000.000 + BV 15.680.000 + BV 12.760.000 – BV 27.440.000 = BV 2.000.000
Resultatenrekening over 2020 (bedragen × BV 1.000)
Opbrengst verkopen
Kostprijs verkopen
Afschrijvingen
Interest
Overige bedrijfskosten
27.540
1.300
210
15.000
––––––
Winst
45.710
44.050
––––––
1.660
109
© 2020 | Noordhoff Uitgevers bv
Gedownload door: elisedentz | elise.dentz@outlook.com
Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar.
Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen
Toelichting:
• Opbrengst verkopen: BV 23.400.000 + BV 22.310.000 = BV 45.710.000
• Kostprijs verkopen: 8 000 × BV 540 + 28.000 × BV 560 + 13.000 × BV 580 = BV
27.540.000
130 1
× = BV 1.300.000
• Afschrijvingen: BV 7.000.000 ×
100 7
Balans per 31 december 2020 (bedragen × € 1.000)
d
Gebouwen
7.800 × 2,50 =
Voorraad goederen
5.220 × 2,80 =
Liquide middelen
5.160 × 2,90 =
19.500
14.616
14.964
––––––
49.080
Aandelenkapitaal
Overige reserves
6.000 × 2,50 = 15.000
5.620 × 2,50 = 14.050
Reorganisatievoorziening
400 × 2,90 =
1.160
7%-Banklening 2.500 × 2,90 = 7.250
Crediteuren
2.000 × 2,90 = 5.800
Winst 2020
5.820
––––––
49.080
Resultatenrekening over 2020 (bedragen × € 1.000)
Opbrengst verkopen
Kostprijs verkopen
Afschrijvingen
Interest
Overige bedrijfskosten
23 400 × 2,60 + 22 310 × 2,80 =
8 000 × 540 × 2,50 + 28 000 × 560 × 2,60
+ 13 000 × 580 × 2,80 =
72.680
1.300 × 2,50 =
3.250
105 × 2,60 + 105 × 2,80 =
567
10.000 × 2,60 + 5.000 × 2,80 =
40.000
––––––
Resultaat voor omrekeningsverschillen
Omrekeningsverschillen
Winst
Specificatie omrekeningsverschillen (bedragen × 1.000)
Monetaire positie 1-1*
– 1.800 × € 2,50 =
Verkopen 1e halfjaar
+ 23.400 × € 2,60 =
Verkopen 2e halfjaar
+ 22.310 × € 2,80 =
Inkopen 1e halfjaar
– 15.680 × € 2,60 =
Inkopen 2e halfjaar
– 12.760 × € 2,80 =
Interest 1e halfjaar
–
105 × € 2,60 =
Interest 2e halfjaar
–
105 × € 2,80 =
Overige bedrijfskosten
1e halfjaar
– 10.000 × € 2,60 =
2e halfjaar
– 5.000 × € 2,80 =
––––––
+
260
Monetaire positie 31-12
260 × € 2,90 =
Omrekeningsresultaat
*
Liquide middelen
Reorganisatievoorziening
7%-Banklening
Crediteuren
€
€
€
€
€
€
€
123.308
116.497
–––––––
6.811
– 991
–––––––
5.820
4.500
60.840
62.468
40.768
35.728
273
294
–
+
+
–
–
–
–
€ 26.000 –
€ 14.000 –
––––––––
€ 1.745
€
754
–––––––
–€
991
BV 3.000.000
BV 800.000
BV 3.000.000
BV 1.000.000
–––––––––––
– BV 1.800.000
+
–
–
–
110
© 2020 | Noordhoff Uitgevers bv
Gedownload door: elisedentz | elise.dentz@outlook.com
Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar.
Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen
e
Balans per 31 december 2020 (bedragen × € 1.000)
Gebouwen
7.800 × 2,90 =
Voorraad goederen
5 220 × 2,90 =
Liquide middelen
5.160 × 2,90 =
22.620
15.138
14.964
––––––
52.722
Aandelenkapitaal
Overige reserves
6.000 × 2,50 = 15.000
5.620 × 2,50 =
Reserve omrekeningsverschillen
(saldo)
Reorganisatievoorziening
400 × 2,90 =
7%-Banklening 2.500 × 2,90 =
Crediteuren
2.000 × 2,90 =
Winst 2020
1.660 × 2,70 =
14.050
4.980
1.160
7.250
5.800
4.482
––––––
52.722
Resultatenrekening over 2020 (bedragen × € 1.000)
Opbrengst verkopen
Kostprijs verkopen
Afschrijvingen
Interest
Overige bedrijfskosten
45 710 × 2,70 =
27 540 × 2,70 =
1 300 × 2,70 =
210 × 2,70 =
15 000 × 2,70 =
74.358
3.510
567
40.500
––––––
Winst
Specificatie omrekeningsverschillen (bedragen × € 1.000)
Op eigen vermogen
11.620 × (2,90 – 2,50) =
Op het resultaat
1.660 × (2,90 – 2,70) =
f
123.417
118.935
–––––––
4.482
4.648
332
–––––
4.980
De functionele valuta van Buit (de BV) is een andere dan die van Hol (de euro): voor
deze situatie schrijven de IASB en de RJ omrekening volgens de closing-rate method
voor (IAS 21 / RJ 122).
g De wet geeft geen specifieke voorschriften voor de wijze van omrekening, er is alleen
voorgeschreven dat de grondslagen die voor de omrekening worden gehanteerd en de
wijze waarop koersverschillen zijn verwerkt, in de toelichting worden vermeld (artikel
384.5).
h De jaarrekening dient opgesteld te worden in de nationale geldeenheid (in casu: de
euro), tenzij de werkzaamheid van de rechtspersoon of de internationale vertakking
van de groep het rechtvaardigt dat een vreemde geldeenheid als rapporteringsvaluta
wordt gehanteerd (artikel 362.7).
i
De posten van de jaarrekening moeten in de Nederlandse taal worden omschreven,
tenzij de algemene vergadering tot het gebruik van een andere taal heeft besloten
(artikel 362.7).
j
Nee, voor de gepubliceerde jaarrekening is de keuze van een vreemde taal beperkt tot
het Frans, Duits of Engels (artikel 394.1).
111
© 2020 | Noordhoff Uitgevers bv
Gedownload door: elisedentz | elise.dentz@outlook.com
Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar.
Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen
V9
Promotion bv
a
1
2
Gebouw
• exclusief groot onderhoud € 900.000 × 24/25 = € 864.000
• groot onderhoud
€ 100.000 × 4/5
= € 80.000
––––––––
€ 944.000
Latente belastingvordering uit hoofde van het gebouw:
Bedrijfseconomische waardering gebouw
€ 944.000
Fiscale waardering gebouw
€ 1.000.000 × 24/25 = € 960.000
––––––––
€ 16.000 × 20% = € 3.200
Latente belastingverplichting uit hoofde van de inventaris:
Bedrijfseconomische waardering inventaris
€ 30.000
Fiscale waardering inventaris € 50.000 × 50% × 50%= € 12.500
––––––––
€ 17.500 × 20% = € 3.500
–––––––
Per saldo latente belastingverplichtingen
€ 300
b De latente belastingvordering dient volledig in de balans opgenomen te worden, indien
het waarschijnlijk is dat voldoende fiscale winst beschikbaar zal zijn voor volledige
verrekening (RJ 272.306).
c
De wet stelt dat de grondslagen van waardering en winstbepaling slechts wegens
gegronde redenen mogen worden veranderd (artikel 384.6). Aansluiting bij de
richtlijnen van de Raad voor de Jaarverslaggeving geldt als een gegronde reden (RJ
140.206): de stelselwijziging is toelaatbaar.
d Effecten
Aan Overige reserves
Aan Latente belastingverplichtingen
e
Investering
Zichtbaar eigen vermogen
Stille reserve inventaris
Aanpassing voorzieningen naar
schatting van Promotion
Ontstaan belastinglatentie:
20% × € 22.000 =
€ 15.000
€ 12.000
€ 12.000
€ 3.000
€100.000
€ 10.000
––––––––
€ 22.000
€ 4.400
––––––––
Nettovermogenswaarde per 1 januari 2016
€ 17.600
––––––––
Betaalde goodwill
f
€ 150.000
€ 117.600
––––––––
€ 32.400
In de enkelvoudige balans is de voorziening voor latente belastingverplichtingen
(impliciet) verwerkt in de nettovermogenswaarde.
In de geconsolideerde balans is de post Deelneming Tours vervangen door de
onderliggende activa en passiva van Tours, zodat de voorziening voor latente
belastingverplichtingen dan wel als afzonderlijke post voorkomt.
g Resultaat volgens de grondslagen van Tours
Correcties:
• Hogere afschrijving inventaris (1)
• Grotere toevoeging aan voorzieningen (2)
Lagere belastinglast (20%)
€
€ 4.000 −
€ 5.000 −
––––––––
€ 9.000 −
€ 1.800 +
––––––––
25.000
€
7.200 −
––––––––
€ 17.800
112
© 2020 | Noordhoff Uitgevers bv
Gedownload door: elisedentz | elise.dentz@outlook.com
Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar.
Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen
(1) Promotion € 72.000
Tours
€ 100.000
× 1/3 =
× 1/5 =
€ 24.000
€ 20.000
––––––––
€ 4.000
(2) Promotion € 30.000
Tours
€ 35.000
− € 20.000 =
− € 30.000 =
€ 10.000
€ 5.000
––––––––
€ 5.000
h Resultatenrekening Promotion over 2020
Omzet
Afschrijvingskosten:
• Gebouw:
- exclusief groot onderhoud
- groot onderhoud
• Inventaris
• Goodwill
Overige bedrijfskosten
Beleggingsresultaat
Resultaat uit deelneming Tours
€
€ 900.000 × 1/25 =
€ 100.000 × 1/5 =
€ 50.000 × 1/5 =
€ 33.500 × 1/10 =
€
36.000
€
20.000
€
10.000
€
3.350
€ 350.000
€
15.000
€
18.250
––––––––––
€ 113.900
€
25.330
––––––––––
€
88.570
€ 130.000 − € 115.000 =
Winst vóór aftrek van belasting
Belastinglast *
Nettowinst
*
Nominale druk
Overdruk:
• Afschrijving goodwill
• Niet-aftrekbare bedrijfskosten
Onderdruk:
• Resultaat uit deelneming
• Investeringsaftrek
i
Waardering per 31 december 2020:
• Gebouw:
Bedrijfseconomisch:
- exclusief groot onderhoud
€
- groot onderhoud
€
•
•
€ 113.900
× 20% =
€
3.350
€ 30.000
–––––––––
€ 33.350 × 20% =
€ 17.800
€
2.800
–––––––––
€ 20.600 × 20% =
500.000
−
−
−
−
−
+
+
–
€ 22.780
€
6.670
€ 4.120
–––––––––
€ 25.330
900.000 × 23/25 =
100.000 × 3/5 =
Fiscaal
€ 1.000.000 × 23/25 =
Inventaris:
Bedrijfseconomisch
€ 50.000 × 2/5 + € 10.000 =
Fiscaal € 50.000 × 50% × 50% × 50% + € 10.000 =
Effecten:
Bedrijfseconomisch
Fiscaal
+
−
€ 828.000
€ 60.000
–––––––––
€ 888.000
€ 920.000
€ 30.000
€ 16.250
€ 80.000
€ 60.000
Latenties:
• Gebouw 20% × (€ 888.000 − € 920.000) = € 6.400 actief
• Inventaris 20% × (€ 30.000 − € 16.250) = € 2.750 passief
• Effecten 20% × (€ 80.000 − € 60.000) = € 4.000 passief
j
Stand 1 januari 2020
Afwikkeling
Stand 31 december 2020
€ 4.400 (zie vraag e)
€ 1.800 (zie vraag g)
–––––––
€ 2.600
113
© 2020 | Noordhoff Uitgevers bv
Gedownload door: elisedentz | elise.dentz@outlook.com
Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar.
Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen
Of:
Verschil boekwaarde herrekende balans en officiële balans van Tours:
• Inventaris
€ 48.000 − € 40.000 = € 8.000
• Voorzieningen € 35.000 − € 30.000 = € 5.000
–––––––
20% × € 13.000 = € 2.600
V11
Diervoeders bv
a
1. Onderzoekskosten (RR)
Aan Liquide middelen
€ 125.000
2. Ontwikkelingskosten (B)
Aan Liquide middelen
€ 100.000
3
Overige reserves / Winstsaldo 2020
Aan Wettelijke reserves
€ 100.000
Rechten van intellectuele eigendom (B)
Aan Liquide middelen
€ 150.000
b Machine
Afschrijvingskosten
Rentekosten
Aan Leaseverplichtingen
Aan Leasekosten
c
€ 125.000
€ 100.000
€ 100.000
€ 150.000
€ 120.000 (€ 150.000 × 4/5)
€ 30.000 (€ 150.000 × 1/5)
€ 15.000 (€ 150.000 × 10%)
€ 125.430
(€ 150.000 – € 24.570 (€ 39.570 – € 15.000))
€ 39.570
In de toelichting moet melding worden gemaakt van belangrijke, niet in de balans
opgenomen, financiële verplichtingen die de onderneming voor een aantal toekomstige
jaren is aangegaan (artikel 381.1); deze verplichting vervalt nu de verplichtingen uit de
balans blijken.
d Over de machine moet nu melding worden gemaakt van het feit dat Diervoeders van
de (in de balans opgenomen) machine niet juridisch eigenaar is (artikel 366.2), bij offbalanceverwerking – als operational lease – is dit niet aan de orde.
e
Het afsluiten van het financial leasecontract leidt niet tot een mutatie in het
kasstroomoverzicht; er is immers sprake van een niet-kastransactie.
f
Kasstroom uit operationele activiteiten
Betaalde interest
€ 15.000 –
Kasstroom uit financieringsactiviteiten
Aflossingen langlopende schulden
€ 24.570 –
g Liquide middelen
Boekresultaat verkoop bestelauto’s
Aan Bestelauto’s
Aan Overlopende passiva
€ 180.000
€ 15.000 (€ 125.000 – € 110.000)
€ 125.000
€ 70.000 (€ 180.000 – € 110.000)
h De machine wordt in de balans per 31 december 2018 opgenomen voor € 90.000.
(de realiseerbare waarde ad € 90.000 is lager dan de boekwaarde ad € 125.000)
Posten in de resultatenrekening over 2018:
- Afschrijvingskosten
- Bijzonder waardeverminderingsverlies
i
€ 25.000 (€ 200.000 / 8)
€ 35.000 (€ 125.000 – € 90.000)
De machine wordt in de balans per 31 december 2020 opgenomen voor € 75.000.
(Boekwaarde:
€ 90.000 × 3/5 = € 54.000
Boekwaarde zonder waardeverminderingsverlies: € 200.000 × 3/8 = € 75.000)
Posten in de resultatenrekening over 2020:
- Afschrijvingskosten
- Terugneming bijzonder
waardeverminderingsverlies
€ 18.000 (€ 90.000 / 5)
€ 21.000 (€ 75.000 – € 54.000)
114
© 2020 | Noordhoff Uitgevers bv
Gedownload door: elisedentz | elise.dentz@outlook.com
Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar.
Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen
j
1
2
Geheel: de uitgaven worden gelijkmatig aan alle gebruiksjaren toegerekend.
Gedeeltelijk: de uitgaven worden gelijkmatig toegerekend aan de gebruiksjaren 1
t/m 20, de gebruiksjaren 21 t/m 25 worden echter niet belast.
115
© 2020 | Noordhoff Uitgevers bv
Gedownload door: elisedentz | elise.dentz@outlook.com
Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar.
Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen
Uitwerkingen casussen
116
© 2020 | Noordhoff Uitgevers bv
Gedownload door: elisedentz | elise.dentz@outlook.com
Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar.
Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen
Casus C3 Greenfeed
(bedragen luiden in € 1.000)
a
Kakigroen
Kapitaalbelang Kakigroen
Immateriële vaste activa: goodwill
Aan Liquide middelen
6.000
4.000
Redcotrade
Kapitaalbelang Redcotrade (40% van 20.000)
Immateriële vaste activa: goodwill
Aan Liquide middelen
8.000
4.000
10.000
12.000
b 1 Kakigroen
Kakigroen moet worden gekwalificeerd als een deelneming met invloed van betekenis,
tevens een groepsmaatschappij. Dit houdt het volgende in:
• balanspresentatie als Deelneming in groepsmaatschappij onder Financiële vaste
activa (artikel 367a);
• waardering volgens de vermogensmutatiemethode i.c. tegen nettovermogenswaarde
(artikel 389);
• de volledige winst van Kakigroen komt als resultaat deelnemingen tot uitdrukking in de
enkelvoudige resultatenrekening;
• opnemen van een verloopoverzicht voor deelnemingen in groepsmaatschappijen
onder vermelding van de ongerealiseerde herwaardering (artikel 368);
• opstellen geconsolideerde jaarrekening waarin opgenomen de financiële gegevens
van Kakigroen (artikel 406.1);
• opnemen van NAW-gegevens van Kakigroen en de omvang van het belang in
Kakigroen in de gecombineerde lijst van kapitaalbelangen/geconsolideerde
deelnemingen (artikelen 379 en 414).
2 Redcotrade
•
•
•
•
•
•
c
presentatie in de enkelvoudige en geconsolideerde balans als Andere deelneming
onder Financiële vaste activa (artikel 367b);
waardering tegen actuele waarde (artikel 384.1);
wijziging in de Reserve herwaardering deelneming als gevolg van vermogensmutaties
bij Redcotrade;
alleen het van Redcotrade ontvangen dividend wordt in de enkelvoudige en
geconsolideerde resultatenrekening opgenomen als resultaat deelnemingen;
opnemen van een verloopoverzicht voor andere deelnemingen onder vermelding van
de ongerealiseerde herwaardering (artikel 368);
opnemen van NAW-gegevens van Redcotrade, de omvang van het belang in
Redcotrade, alsmede eigen vermogen en winst van Redcotrade in de lijst van
kapitaalbelangen (artikel 379).
Waarderingsmethodiek Kakigroen
De volledige zeggenschap over Kakigroen berust bij Groenvoer.
Waardering geschiedt daarom volgens de vermogensmutatiemethode tegen
nettovermogenswaarde. Dit houdt in dat Groenvoer en Kakigroen beide dezelfde
grondslagen van waardering en resultaatbepaling hanteren. Alle mutaties in het eigen
vermogen van Kakigroen komen tot uitdrukking in de post Deelnemingen op de balans
van Groenvoer.
Waarderingsmethodiek Redcotrade
Groenvoer heeft ondanks het belang van 40% geen zeggenschap in Redcotrade. De volle
zeggenschapsrechten berusten namelijk bij de derde-aandeelhouder.
In dat geval vindt waardering plaats volgens artikel 384.1, te weten verkrijgingsprijs of
actuele waarde (in dit geval actuele waarde gegeven de door Groenvoer gekozen
grondslagen).
117
© 2020 | Noordhoff Uitgevers bv
Gedownload door: elisedentz | elise.dentz@outlook.com
Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar.
Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen
d
Toelichting: mutatieoverzicht
Aankoopprijs
Betaalde goodwill
Kakigroen
Redcotrade
10.000
4.000
––––––
6.000
400
12.000
4.000
––––––
8.000
Fair value per 1 januari 2020
Waardestijging deelneming
idem: 40% van (22.100 – 20.000)
Aandeel in resultaat over 2020
Interimdividend 2020
800
–
Boekwaarde 31-12-2020
Som der herwaarderingen eind 2020
Toelichting: lijst van kapitaalbelangen
Eigen vermogen eind 2020
Winst over 2020
840
300
––––––
6.900
–
––––––
8.840
400
840
Tegenrekening
Liquide middelen
Immateriële vaste
activa
Herwaardering
deelnemingen
Resultaat
deelneming
Liquide middelen
of Vordering
22.100
2.500
Balans per 31-12-2020
Immateriële vaste activa: goodwill
Financiële vaste activa:
Deelneming in groepsmaatschappij
Andere deelneming
3.600
5.900
3.600
8.840
Resultatenrekening over 2020
Resultaat deelneming
idem: 40% van 1.200
Afschrijving immateriële vaste activa
e
800
400
480
400
Op grond van artikel 389.6 moet Groenvoer deze wettelijke reserve vormen voor de
ingehouden winsten van haar deelnemingen onder voorwaarde dat
• de uitkering daarvan niet door Groenvoer kan worden bewerkstelligd en
• de desbetreffende deelnemingen worden gewaardeerd volgens de
vermogensmutatiemethode.
Voor de deelneming in Kakigroen betekent dit dat geen wettelijke reserve behoeft te
worden aangehouden. Weliswaar vindt waardering van deze deelneming plaats volgens
de vermogensmutatiemethode, maar gezien de volledige zeggenschap zou Groenvoer de
uitkering van de ingehouden winst zonder belemmering kunnen bewerkstelligen.
Voor de deelneming in Redcotrade betekent dit dat eveneens geen wettelijke reserve
behoeft te worden aangehouden en wel op grond van het feit dat deze deelneming niet
wordt gewaardeerd volgens de vermogensmutatiemethode.
Derhalve bedraagt deze wettelijke reserve eind 2020 nihil.
f
Waarderingsmethodiek
Kakigroen: overeenkomstig vraag c, maar gezien het feit dat Groenvoer nu historische
kosten als waarderingsgrondslag hanteert, dienen de uitkomsten van Kakigroen te worden
aangepast aan de grondslagen van Groenvoer.
Dit betekent voor de balans eliminatie van de ongerealiseerde herwaardering, en voor de
resultatenrekening eliminatie van de gerealiseerde waardestijging.
Redcotrade: Groenvoer heeft geen zeggenschap in Redcotrade.
In dat geval vindt volgens artikel 384.1 waardering plaats tegen verkrijgingsprijs of actuele
waarde (in dit geval verkrijgingsprijs gegeven de door Groenvoer gekozen grondslagen).
118
© 2020 | Noordhoff Uitgevers bv
Gedownload door: elisedentz | elise.dentz@outlook.com
Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar.
Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen
Kakigroen Redcotrade
Toelichting: mutatieoverzicht
Aankoopprijs
Betaalde goodwill
Fair value per 1 januari 2020
Aandeel in resultaat over 2020:
• winst o.b.v. actuele waarde
• gerealiseerde waardestijging
• aangepast resultaat
Interimdividend 2020
10.000
4.000
––––––
6.000
800
100
–––
–
Boekwaarde 31-12-2020
Toelichting: lijst van kapitaalbelangen
Eigen vermogen eind 2020
Winst over 2020
900
300
––––––
5.600
12.000
–
––––––
12.000
Tegenrekening
Liquide middelen
Immateriële vaste
activa
Resultaat deelneming
Liquide middelen
of Vordering
22.100
2.500
Balans per 31-12-2020
Immateriële vaste activa
Financiële vaste activa:
Deelneming in groepsmaatschappij
Andere deelneming
3.600
5.600
12.000
Resultatenrekening over 2020
Resultaat deelneming
idem: 40% van 1.200
Afschrijving immateriële vaste activa
900
400
480
119
© 2020 | Noordhoff Uitgevers bv
Gedownload door: elisedentz | elise.dentz@outlook.com
Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar.
Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen
Casus C5 bv GreenGreen
Tenzij anders is aangegeven, luiden de bedragen × € 1.000.
a
Verloop boekwaarde machines
1-1-2020
Aanschafprijs
2020
Afschrijving
31-12-2020
2021
Boekwaarde
Afschrijving
31-12-2021
2022
Boekwaarde
Afschrijving
31-12-2022
Verdere afloop:
2023 tot en met 2029
Boekwaarde
31-12-2029
Boekwaarde
Afschrijving
Resultatenrekening over
Winst vóór afschrijving en aftrek belasting
Afschrijving machines
Winst vóór aftrek van belasting
Belastinglast 20%
Belastingschuld 20%
Belastinglatentie:
• 31-12-2020: 20% van (9 – 5)
• 31-12-2021: 20% van (8 – 0)
BE
10.000
1.000
––––––
9.000
1.000
––––––
8.000
1.000
––––––
7.000
7.000
––––––
0
Fisc
10.000
5.000
––––––
5.000
5.000
––––––
0
Verschil
4.000
–––––
4.000
4.000
–––––
8.000
– 1.000
––––––
–––––
7.000
800
–––––
800
800
–––––
1.600
–
200
–––––
1.400
– 7.000
–––––
0
– 1.400
–––––
0
––––––
0
2020
BE
6.000
1.000
–––––
5.000
1.000
Latentie
2021
Fisc
6.000
5.000
–––––
BE
6.000
1.000
–––––
Fisc
6.000
5.000
–––––
1.000
5.000
1.000
1.000
200
800
200
1.600
2022 (prognose)
BE
Fisc
Winst vóór afschrijving en aftrek van belasting 6.000
6.000
Afschrijving machines
1.000
0
–––––
–––––
Winst vóór aftrek van belasting
5.000
6.000
Belastinglast 20%
1.000
Belastingschuld 20%
1.200
Belastinglatentie 31-12-2022: 20% van (7 – 0)
1.400
b
Afwijkingen tussen effectieve belastingdruk en belastingdruk volgens het toepasselijke
tarief kunnen, bezien vanuit bedrijfseconomisch en fiscaal resultaat, de volgende oorzaken
hebben:
• permanente of definitieve verschillen tussen bedrijfseconomisch en fiscaal resultaat
doordat de fiscus:
– bepaalde faciliteiten verleent, zoals de toepassing van de deelnemingsvrijstelling,
investeringsaftrek en dergelijke (onderdruk);
– bepaalde bedrijfslasten niet als zodanig erkent die bedrijfseconomisch wél als last
zijn behandeld, zoals boetes (overdruk);
• permanente of definitieve verschillen tussen bedrijfseconomisch en fiscaal resultaat uit
hoofde van toepassing van actuele waarde in de bedrijfseconomische jaarrekening, en
wel in de variant waarbij de overdruk ten laste van het resultaat komt;
• het effect van verliescompensatie in de volgende situaties:
– in een jaar waarin fiscaal verlies optreedt, ontbreekt de mogelijkheid om dit te
compenseren met fiscale winsten uit het voorafgaande boekjaar en uit
voorzichtigheidsoverwegingen geen actieve latentie wordt opgevoerd (overdruk);
– in een jaar waarin winst wordt gecompenseerd met fiscaal verlies uit het verleden
waarvoor destijds geen actieve latentie was opgenomen (onderdruk);
• tijdelijke verschillen tussen bedrijfseconomisch en fiscaal resultaat welke leiden tot een
actieve latentie (vertraagde verwerking als last in de bedrijfseconomische
jaarrekening); de actieve latentie over deze verschillen wordt voorzichtigheidshalve
niet of niet geheel opgenomen op de balans;
120
© 2020 | Noordhoff Uitgevers bv
Gedownload door: elisedentz | elise.dentz@outlook.com
Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar.
Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen
•
•
•
c
effecten van wijzigingen van het belastingtarief met betrekking tot passieve en actieve
belastinglatenties en tot waardering gebrachte verrekenbare verliezen;
meer betaalde belasting dan beschikbaar was in de voorziening, bijvoorbeeld omdat
deze was berekend tegen contante waarde;
correcties van de belasting over voorgaande jaren waarvoor op dat moment een niet
toereikende of te hoge balanspost was opgenomen.
Eind 2021 beloopt het te verrekenen verlies € 10 mln. De fiscale winst over 2022 bedraagt
€ 6 mln, zodat eind 2022 nog een te verrekenen verlies van € 4 mln resteert. GreenGreen
neemt eind 2022 uit hoofde van dit compensabel verlies een actieve latentie op, en wel
voor 20% van € 4 mln = € 0,8 mln.
De opbouw van de voorziening voor latente belastingen eind 2022 is dan als volgt:
Passieve latentie u.h.v. machines
Actieve latentie u.h.v.
• reorganisatiekosten
1.500 × 20% =
• voorwaartse verliescompensatie
1.400
300
800
–––––
Saldo passieve belastinglatentie eind 2022
d
Resultatenrekening over 2022
BE
6.000
1.000
1.500
–––––
3.500
Winst vóór afschrijving en aftrek van belasting
Afschrijving machines
Reorganisatiekosten
Winst vóór aftrek van belasting
Belastinglast
• nominale druk: 20% van 3.500 =
• onderdruk a.g.v. gebruikmaking van voorwaartse
verliescompensatie in 2022:
20% van 6.000 (verrekend met winst over 2022)
• onderdruk a.g.v. het alsnog waarderen van
resterende compensabele verliezen (zie vraag c)
– 1.200
–
Journaalposten
Inzake belastingverwerking 2022
Vpb last
Vpb latentie
• vrijval door lagere fiscale afschrijving
• vorming actieve latentie a.g.v. reorganisatiekosten
Aan Vpb schuld
Inzake verliescompensatie in 2022
Vpb schuld
Aan Vpb bate
Inzake verliescompensatie in 2022 of later
Vpb latentie
Aan Vpb bate: 20% van 4.000
Fisc
6.000
0
0
–––––
6.000
700
Winst na belasting
Belastingschuld
e
1.100
–––––
300
800
–––––
– 1.300
–––––
4.800
0
700
200
300
1.200
800
1.200
1.200
800
Toerekening in casu matching
Als doel van het opvoeren van zowel actieve als passieve latenties wordt in de literatuur
wel genoemd het presenteren van een belastingbedrag in de resultatenrekening dat via
het geldende belastingtarief in een causale relatie staat tot het resultaat vóór belasting.
Indien het fiscale resultaat naar verwachting tijdelijk afwijkt van het bedrijfseconomische
resultaat, en men niettemin kiest voor het opnemen van een belastinglast in relatie tot het
bedrijfseconomisch resultaat, dan kan men er niet omheen om voor het verschil tussen de
belasting over het fiscale resultaat en die over het bedrijfseconomische resultaat een
actieve dan wel passieve latentie te vormen. Deze redenering is dan in principe ook van
toepassing op fiscale verliezen die in de toekomst kunnen worden verrekend met fiscale
121
© 2020 | Noordhoff Uitgevers bv
Gedownload door: elisedentz | elise.dentz@outlook.com
Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar.
Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen
winsten (carry forward). Dit leidt dan tot het opnemen van een actieve latentie over het
compensabel verlies.
In 2022 neemt GreenGreen evenwel een belastingbate op uit hoofde van
verliescompensatie ter hoogte van € 2 mln, zijnde 20% van het in 2022 of later nog te
verrekenen verlies ad € 10 mln. Hiermee doorbreekt GreenGreen het matchingbeginsel.
De vennootschap heeft namelijk in het verliesjaar 2017, gegeven de tot en met 2021
gehanteerde grondslagen van waardering en resultaatbepaling, dit fiscaal compensabele
verlies niet tot waardering gebracht voor zover dit verlies kon worden verrekend met
toekomstige fiscale winsten. Ook in het verliesjaar was derhalve geen sprake van een
goede matching.
Zie ook het antwoord op vraag b, de derde bullet.
Realisatie en voorzichtigheid
Volgens het realisatiebeginsel zou de belastingbate uit hoofde van voorwaartse
verliescompensatie, groot € 1 mln, pas als gerealiseerd mogen worden aangemerkt op het
moment dat deze vordering zal worden verrekend met een toekomstige belastingschuld.
Deze verrekening zal naar verwachting pas plaatsvinden in het jaar 2023 of later.
Het reeds in 2022 verantwoorden van de daarmee samenhangende actieve latentie als
belastingbate is derhalve in strijd met het realisatiebeginsel.
Daarentegen handelt GreenGreen wél voorzichtig hetgeen is terug te voeren op het
volgende. GreenGreen houdt bij de waardering van de actieve latentie uit hoofde van
voorwaartse verliescompensatie tot en met 2021 geen rekening met eventuele,
toekomstige fiscale winsten. In latere jaren activeert de vennootschap weliswaar
vorderingen uit hoofde van verliescompensatie, maar alleen dan voor zover het
waarschijnlijk is dat er toekomstige fiscale winst beschikbaar zal zijn waarmee de
verliezen kunnen worden verrekend.
Continuïteit
Het waarderen van activa met toepassing van de ‘going concern’-gedachte (zie toelichting
op machines in de casus) betekent dat de toekomst van de onderneming niet in gevaar
komt. Een indicatie hiervoor ligt in de verwachting van het behalen van
bedrijfseconomische winsten. Gegeven deze gedachte zou het fiscale resultaat voor 2023
en 2024 € 0,25 mln per jaar hoger zijn dan het bedrijfseconomische resultaat. In deze
jaren valt immers de fiscale afschrijving van € 1 mln weg, maar is er daarentegen een
extra fiscale last in verband met reorganisatie van € 0,75 mln.
Voor de jaren 2025 tot en met 2029 zou het fiscale resultaat zelfs € 1 mln per jaar hoger
zijn dan het bedrijfseconomische resultaat omdat dan de fiscale reorganisatiekosten
eveneens wegvallen.
Saldering en compensatie
Volgens RJ 115.305 is saldering van actieve en passieve latenties verplicht indien en voor
zover
• de vennootschap over een deugdelijk juridisch instrument beschikt om het actief en de
post van het vreemd vermogen gesaldeerd en simultaan af te wikkelen en
• de vennootschap het stellige voornemen heeft om het saldo van vordering en
verplichting simultaan af te wikkelen.
Als argument vóór het salderen van actieve en passieve latenties wordt wel aangevoerd
dat het toekomstige vorderingen op en toekomstige schulden aan de fiscus betreft, die
dan als het ware in een ‘rekening-courant-verhouding-op-termijn’ worden verrekend.
Argumenten tegen berusten op het feit dat de oorzaken van de aanwezige actieve en
passieve latenties veelal van elkaar verschillen. Door salderen vertroebelt men in feite het
inzicht in de achterliggende redenen en in de betekenis voor de financiële positie. Tevens
ontbreekt inzicht in de langetermijnverhouding met de fiscus. Dit nadeel kan worden
geneutraliseerd door het in de toelichting vermelden van de opbouw van de latentie.
Indien de looptijden te veel uiteenlopen, moeten actieve latenties afzonderlijk worden
opgenomen onder de rubriek Financiële vaste activa of Vlottende activa, en passieve
latenties onder de post Voorzieningen. Bij de latentie onder de voorzieningen moet
worden toegelicht in hoeverre de latentie langlopend is.
f
RJ 272.604, 272.607 en 115.305 schrijven voor dat een rechtspersoon (latente)
belastingvorderingen en -verplichtingen dient te salderen indien het mogelijk is om de
vordering en verplichting tegelijkertijd af te wikkelen én indien daartoe het stellige
voornemen bestaat. In de situatie van herwaardering zal daar geen sprake van zijn.
122
© 2020 | Noordhoff Uitgevers bv
Gedownload door: elisedentz | elise.dentz@outlook.com
Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar.
Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen
Daarnaast zijn er nog enkele meer specifieke redenen aan te voeren op grond waarvan
saldering niet toelaatbaar is:
1 Een actieve latentie uit hoofde van een tijdelijk winstverschil zal vroeg of laat tot een
kasafrekening met de fiscus leiden in de vorm van minder verschuldigde belasting. Dit
geldt in principe ook met betrekking tot carry forward. De voor compensatie
noodzakelijke, tegengestelde kasstroom blijft bij een passieve latentie uit hoofde van
herwaardering evenwel achterwege.
2 Het compenseren van een actieve latentie met een passieve latentie uit hoofde van
herwaardering leidt tot – gedeeltelijke – realisatie van een waardestijging die nog niet
in de vorm van een hogere kostprijs of afschrijving ten laste van het resultaat is
gebracht. Dergelijke compensatie is dus strijdig met het realisatiebeginsel.
3 Op grond van artikel 390.3 is de herwaarderingsreserve (eventueel samen met de ten
laste daarvan gevormde latentie) niet hoger dan de waardestijging die op dat moment
nog in de desbetreffende activa is begrepen. Elke vermindering van de passieve
latentie betekent een doorbreking van de wettelijke bepaling.
4 Indien de resterende passieve latentie tezamen met de herwaarderingsreserve
onvoldoende is om waardedalingen te kunnen opvangen, leidt saldering van een
actieve latentie uit hoofde van verliescompensatie met een passieve latentie uit hoofde
van herwaardering tot aantasting van het voorzichtigheidsbeginsel.
123
© 2020 | Noordhoff Uitgevers bv
Gedownload door: elisedentz | elise.dentz@outlook.com
Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar.
Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen
Casus C7 Timber and Building Supplies Holland N.V.
a
Stelselwijziging van actuele waarde naar historische kosten
Materiële stelselmatigheid: de wijziging betreft de toepassing van andere grondslagen van
waardering.
Gelijktijdige stelselmatigheid: door de prospectieve verwerking van de overgang van
actuele waarde naar historische kosten bevatten de materiële vaste activa vanaf 2018
bedrijfsmiddelen die de actuele waarde op moment van overgang representeren, terwijl
nieuw aangeschafte bedrijfsmiddelen tegen verkrijgingsprijzen worden gewaardeerd.
Reclassificatie van activa en passiva
Formele stelselmatigheid: de wijziging betreft de herrubricering en herpositionering van
activa en passiva (en resultaten).
Volgtijdelijke stelselmatigheid: de rubricering van activa en passiva (en resultaten) wordt
van het ene op het andere jaar gewijzigd.
b TABS verwerkt geen cumulatief effect bij de wijziging van de waardering van materiële
vaste activa omdat de onderneming kiest voor prospectieve verwerking van de
stelselwijziging. De RJ staat deze werkingsmethode in deze situatie toe (RJ 212.802).
c
Het cumulatief effect wordt berekend naar de stand aan het begin van het jaar waarin de
stelselwijziging wordt doorgevoerd, in dit geval per 1 januari 2018.
Op 1 januari 2018 bedraagt de herwaarderingsreserve voor de desbetreffende materiële
vaste activa 16.489, overeenkomend met het cumulatief effect.
d Herwaarderingsreserve
Latente belastingen (20%, salderend bepaald)
Aan Bedrijfsgebouwen en terreinen
Aan Activa niet aan het productieproces dienstbaar
e
16.489
4.122
20.373
238
De afschrijving is op twee manieren te berekenen:
a door afleiding uit de wijziging van de herwaardering begrepen in de boekwaarde van
de tot 2018 geherwaardeerde materiële vaste activa, en
b door afleiding uit de vrijval uit de herwaarderingsreserve
Methode a
Herwaardering begrepen in de boekwaarde 31-12-2018
idem 1-1-2018
20.600
20.611
Vrijval door hogere afschrijving 2018
Afschrijving 2018 ten laste van resultaat (1.899 + 44) 1)
11
1.943
Afschrijving 2018 op basis van historische kosten
1.932
ad 1) Afschrijvingen 2018 zijn berekend op basis van een mengeling van voormalige
actuele waarden (de ‘nieuwe’ historische kosten als gevolg van de prospectieve
verwerking) en historische kosten (nieuwe investeringen in 2018).
Methode b
De herwaardering die is begrepen in de afschrijving materiële vaste activa 2018 bedraagt
10 × 100/80
13
Afschrijving geherwaardeerde materiële vaste activa 2018
1.943
Afschrijving 2018 op basis van historische kosten
1.930
Toelichting
De afschrijving geherwaardeerde materiële vaste activa 2018 is berekend deels op basis
van actuele waarden en deels op basis van historische kosten (zie uitleg bij methode a).
De afschrijving 2018 op basis van actuele waarde is hoger dan die op basis van
historische kosten. Het hogere bedrag leidt tot een realisatie van herwaardering; hiervoor
vindt een overboeking plaats van de herwaarderingsreserve naar de overige reserves.
Deze overboeking bedraagt voor 2018 een bedrag van 10.
124
© 2020 | Noordhoff Uitgevers bv
Gedownload door: elisedentz | elise.dentz@outlook.com
Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar.
Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen
Dit is de netto gerealiseerde herwaardering in 2018. Deze is berekend tegen 80% van de
herwaardering die is begrepen in de afschrijving 2018.
Alternatief is om bij de berekening van de bruto herwaardering een belastingtarief van
21,3% te hanteren, het tarief waartegen de belastinglatentie eind 2018 wordt
gewaardeerd. De (afgeronde) uitkomst van 13 wijzigt daardoor overigens niet.
f
Herwaardering begrepen in de boekwaarde 31-12-2018
waarvan opgenomen in herwaarderingsreserve
en als latente belastingen
20.600
16.211
4.389
Of: 20.600 à 21,3% = 4.388 (afrondingsverschil van 1)
g Berekening vanuit de overboeking binnen het eigen vermogen
Voor 2018 bedraagt deze overboeking van gerealiseerde herwaardering 10. Dit is de netto
herwaardering berekend tegen 80%. De bruto gerealiseerde herwaardering bedraagt 11
(of 13); zie vraag e. Het verschil van 1 (of 3) is het belastingeffect dat wordt onttrokken
aan de voorziening latente belastingen.
Berekening door afleiding uit het verloopoverzicht materiële vaste activa
Belastinglatentie over herwaardering
- begin 2018: 20.611 × 0,20 (zie d)
4.122
- eind 2018: 20.600 × 0,21,3 (zie f)
4.389
Toevoeging aan latente belastingen in 2018
267
Deze toevoeging bestaat uit:
- een onttrekking aan de herwaarderingsreserve t.g.v.
de latente belastingen inzake tariefswijziging
(zie toelichting herwaarderingsreserve)
- onttrekking aan latente belastingen a.g.v. gerealiseerde
herwaardering
268
–1
267
h Aanwijzing voor overdruk ten laste van het eigen vermogen is gelegen in het feit dat de
overboeking van herwaarderingsreserve naar overige reserve ad 10 is berekend op basis
van netto-herwaardering à 80%. De overige reserves worden niet aangevuld met restant
van 20% om het brutoniveau te bereiken.
i
Volgens de grondslagen voor waardering van activa en passiva waardeert TABS de
voorziening latente belastingen tegen het gewogen gemiddelde nominale toekomstige
vennootschapsbelastingtarief (21,3% voor 2018). Deze grondslag wijkt voor de waardering
van de belastinglatentie inzake bedrijfsgebouwen en terreinen af van 2017 waarin dit deel
van de belastinglatentie wordt berekend tegen contante waarde.
Dit betekent een stelselwijziging van waardering tegen contante waarde naar nominale
waarde. Deze is in de jaarrekening 2018 niet als zodanig toegelicht.
j
Herwaarderingsreserve
aan Voorziening latente belastingen
268
Herwaarderingsreserve
aan Overige reserves
10
k
268
10
TABS beschouwt de negatieve goodwill als een voordeel ontstaan door een ‘lucky buy’.
Dit voordeel valt vrij ten gunste van de winst- en verliesrekening naar rato van de
gewogen gemiddelde resterende levensduur van de verworven afschrijfbare activa.
Deze behandeling geldt dat deel van de negatieve goodwill dat niet hoger is dan de reële
waarde van de identificeerbare niet-monetaire activa.
TABS neemt over de afwikkeling van negatieve goodwill de volgende passage op in haar
grondslagen: “De negatieve goodwill valt vrij over de resterende afschrijvingstermijn van
de vaste activa.”
125
© 2020 | Noordhoff Uitgevers bv
Gedownload door: elisedentz | elise.dentz@outlook.com
Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar.
Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen
l
IFRS 3 bepaalt dat negatieve goodwill direct ten gunste van het resultaat wordt gebracht.
Geconsolideerde balans per 31 december 2018
Kortlopende schulden en overlopende passiva neemt af met
Onverdeeld resultaat neemt af met
Overige reserves nemen toe met
Geconsolideerde winst-en-verliesrekening 2018
Overige bedrijfskosten nemen toe met
Nettoresultaat na belastingen neemt af
26.066
1.803
27.869
1.803
1.803
126
© 2020 | Noordhoff Uitgevers bv
Gedownload door: elisedentz | elise.dentz@outlook.com
Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar.
Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen
Casus C9 Coöperatie Koninklijke Cosun U.A.
Tenzij anders vermeld, luiden bedragen in miljoenen euro’s.
a
Cosun activeert slechts onderhoudskosten indien zij de gebruiksduur van een object
verlengen.
Bij toepassing van de componentenbenadering wordt de aanschafprijs opgedeeld in
afzonderlijke componenten met verschillende gebruiksduren. Deze gebruiksduren worden
vooraf geschat. Zich naderhand voordoende uitgaven voor groot onderhoud worden
wederom afgeschreven over de geschatte gebruiksduur hetgeen op zich niet leidt tot
verlenging van de gebruiksduur van het object.
Met het gebruik van het woord ‘slechts’ sluit Cosun de activering van andere
onderhoudskosten uit, dus ook toepassing van de componentenbenadering.
b RJ onderkent (voor boekjaar 2018) drie manieren van verwerken van groot onderhoud in
de jaarrekening: de componentenbenadering, het vormen van een voorziening groot
onderhoud en het rechtstreeks als resultaat verwerken van kosten groot onderhoud in de
winst- en verliesrekening (de laatste methode is met ingang van boekjaren die beginnen
op of na 1 januari 2019 overigens niet meer toegestaan).
Indien Cosun niet voor één van beide eerstgenoemde methoden zou hebben gekozen,
resteert de methode van het rechtstreeks verwerken in de winst- en verliesrekening.
c
Bij het antwoord op vraag b is geconcludeerd dat Cosun de kosten van groot onderhoud
rechtstreeks in de winst- en verliesrekening verwerkt. Door het fiscaal vormen van een
voorziening voor groot onderhoud wordt de kosten fiscaal eerder genomen dan
bedrijfseconomisch en ontstaat er daardoor een latente belastingverplichting, die ten laste
van het resultaat wordt gevormd.
d Met ingang van boekjaar 2019 moet Cosun een stelselwijziging toepassen naar een
alternatieve methode:
• componentenbenadering: verwerking geschiedt prospectief, dus zonder verwerking
van cumulatief effect.
• vormen van voorziening groot onderhoud: verwerking geschiedt retrospectief, met
verwerking van het cumulatief effect in het eigen vermogen, rekening houdend met
belastingeffect.
Bij overgang naar de componentenmethode blijft een belastinglatentie bestaan, die
overigens niet gelijk hoeft te zijn aan de passieve belastinglatentie eind 2018.
Bij overgang naar de voorzieningenmethode verdwijnt de eind 2018 aanwezige passieve
belastinglatentie wel, mits de bedrijfseconomische en fiscale voorziening na verwerking
van de stelselwijziging per 1 januari 2019 overeenkomen.
e
In de toelichting op de geconsolideerde balans onder Financiële vaste activa geeft Cosun
bij de toelichting op de post Deelnemingen informatie over de participatie in het fonds voor
€ 1,5 mln. Aangegeven wordt dat dit belang – omdat er geen invloed van betekenis (op
het zakelijke en financiële beleid) wordt uitgeoefend – wordt gewaardeerd tegen
verkrijgingsprijs minus eventuele bijzondere waardeverminderingen. De aankoop van de
participatie is derhalve in de balans opgenomen voor de verkrijgingsprijs van € 1,5 mln.
f
indien Cosun zelf de aankoop van het belang in GreenProtein had gedaan, zou dit als
mutatie zichtbaar moeten zijn in de toelichting op de enkelvoudige jaarrekening bij de
posten Goodwill en Deelnemingen in groepsmaatschappijen. Dergelijke mutaties
ontbreken in de enkelvoudige jaarrekening. Daarentegen komt in de geconsolideerde
jaarrekening onder de post Goodwill een investering van € 1,5 mln voor, hetgeen
overeenkomt met de betaalde goodwill bij de aankoop van de aandelen GreenProtein.
Hieruit valt af te leiden dat de aankoop van het belang door een geconsolideerde
groepsmaatschappij van Cosun moet zijn gedaan.
127
© 2020 | Noordhoff Uitgevers bv
Gedownload door: elisedentz | elise.dentz@outlook.com
Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar.
Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen
g Goodwill
Materiële vaste activa
Voorraden
Vorderingen
Liquide middelen (meegekocht)
aan Voorzieningen
aan Schulden
aan Liquide middelen (betaalde overnamesom)
1,5
2,1
0,6
0,3
1,8
h Aankoop participatie CV
Aankoop GreenProtein
Liquide middelen, begrepen in nettovermogenswaarde
2,5
1,9
1,9
1,9
1,8
1,5
Kasuitstroom per saldo
0,1
Kasuitstroom investering twee belangen
1,6
Participatie CV: uitgaande kasstroom komt overeen met de verkrijgingsprijs.
GreenProtein: uitgaande kasstroom is overnamesom minus ontvangen geldmiddelen.
i
De mutatie ‘Aandeel in resultaat deelnemingen en ontvangen dividend -0,5’ is het saldo
van twee componenten, namelijk het aandeel in het resultaat en het ontvangen dividend.
Het aandeel in het resultaat betreft de niet-geconsolideerde deelnemingen waarin Cosun
invloed van betekenis op het zakelijke en financiële beleid kan uitoefenen. Cosun
waardeert deze deelnemingen tegen nettovermogenswaarde. Bij toepassing van deze
methode wordt het aandeel in het resultaat gemuteerd in de boekwaarde van de
deelneming met gelijktijdige verwerking in de winst- en verliesrekening. Voor 2018
bedraagt het aandeel in het resultaat deelnemingen € 0,2 mln positief.
Per saldo resteert het ontvangen dividend 2018 van € 0,7 mln, zijnde het verschil tussen
de mutatie van € 0,5 mln negatief en het aandeel in het resultaat van € 0,2 mln positief.
j
1
2
In de geconsolideerde winst- en verliesrekening 2018 is een negatief bedrag van
1,8 mln opgenomen als Aandeel derden in resultaat. Dit betreft een correctie op
volledig meegeconsolideerde positieve resultaten van niet-100%
groepsmaatschappijen waarvan een deel toekomt aan derden-aandeelhouders; of
In de toelichting op de geconsolideerde balans is het verloop van de post
Minderheidsbelang derden over 2018 opgenomen. Hierin staat een mutatie van 1,8
positief wegens ‘Aandeel in resultaten’; met dit bedrag neemt de boekwaarde van het
aan derden toekomende deel van de nettovermogenswaarde van volledig
geconsolideerde, niet-100% groepsmaatschappijen toe. Dit is het geval indien deze
groepsmaatschappijen per saldo een positief resultaat genereren.
128
© 2020 | Noordhoff Uitgevers bv
Gedownload door: elisedentz | elise.dentz@outlook.com
Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar.
Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen
Casus C11 Swinkels Family Brewers Holding N.V.
a
In haar geconsolideerde winst- en verliesrekening hanteert Swinkels het categoriale
model. Hierin staan de kostensoorten die verband houden met de productie en niet de
kosten die zijn gerelateerd aan de verkopen. Als de niveaus van productie en verkoop niet
overeenstemmen (hetgeen doorgaans het geval is) ontstaat een mismatch van kosten en
opbrengsten. Om deze foutieve matching te repareren, neemt Swinkels ter grootte van de
geldswaarde van beschreven niveauverschil een correctiepost op onder de
bedrijfsopbrengsten, namelijk Mutatie voorraden product in bewerking en gereed product.
b Voorraden 31-12-2018
- product in bewerking
- gereed product
Voorraden 31-12-2017
- product in bewerking
- gereed product
7.743
33.795
41.538
5.832
29.072
34.904
Toename voorraden
6.634
Deze toename van de voorraden in 2018 komt overeen met het positieve bedrag van de
Mutatie voorraden product in bewerking en gereed product in de geconsolideerde winsten verliesrekening 2018.
c
De uitgaande kasstromen in het geconsolideerde kasstroomoverzicht 2018 als gevolg van
verwerving groepsmaatschappijen bedraagt 11.273.
In toelichting 25 Deelnemingen in groepsmaatschappijen van de enkelvoudige
jaarrekening ontbreekt een toevoeging wegens een investering in een deelneming.
Dit betekent dat in 2018 niet de vennootschap zelf de aankoop van het belang in Bier &
Co heeft gedaan, maar dat deze aankoop elders in de groep door een
dochtermaatschappij van Swinkels moet hebben plaatsgevonden.
d Om de journaalpost te kunnen maken, zijn gegevens nodig over de verkrijgingsprijs (zie
onder de grondslagen kopje Fusies en overnames: 11.273), de reële waarde van de
identificeerbare activa en verplichtingen (niet gegeven in de casus) en de uit beide
bedragen afgeleide goodwill (zie toelichting 1 Immateriële vaste activa kopje Goodwill:
11.267). Met behulp van deze gegevens is de verwerking in de jaarrekening van de
desbetreffende dochtermaatschappij, in journaalpostvorm:
Deelneming in groepsmaatschappij Bier & Co (saldo)
Goodwill
Aan Liquide middelen
6
11.267
11.273
e
De eerste waardering van het belang in Bier & Co bestaat uit het saldo van reële waarden
van de identificeerbare activa en verplichtingen. Swinkels neemt de financiële gegevens
van dit belang volgens de integrale methode op in haar geconsolideerde jaarrekening.
Deze methode houdt in dat de onderliggende activa en verplichtingen volledig in de
consolidatie worden betrokken. Voor twee actiefposten komt dit tot uitdrukking via de
toelichting op afzonderlijke posten van de geconsolideerde jaarrekening onder de kopjes
Immateriële vaste activa en Materiële vaste activa. Hierin staan twee regels Nieuwe
consolidatie, respectievelijk 360 en 180, beide deel uitmakend van de eerste waardering
(overigens samen met andere, hier niet benoemde posten).
f
Volgens de toelichting op de immateriële vaste activa schrijft Swinkels betaalde goodwill
lineair af over de geschatte economische levensduur van twintig jaar.
Aankoop van het belang in Bier & Co vindt plaats op 3 oktober 2018. Over 2018 bedraagt
de afschrijving van dit deel van de goodwill: 11.267 / 20 × 3/12 = 141.
g Van de afschrijving goodwill 2018 ad 1.405 kan 1.264 (1.405 – 141) worden toegerekend
aan goodwill, ander dan die van Bier & Co. De aanschafwaarde begin 2018 bedraagt
4.433; bij een economische levensduur van twintig jaar zou de afschrijving voor 2018 222
129
© 2020 | Noordhoff Uitgevers bv
Gedownload door: elisedentz | elise.dentz@outlook.com
Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar.
Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen
moeten bedragen hetgeen belangrijk afwijkt van 1.264. Laatstgenoemd bedrag past
eerder bij een economische levensduur van nog net geen vier jaar.
h Voor een mogelijke reden om het 51%-belang in Kestedemena niet mee te consolideren
kan worden teruggevallen op artikel 2:407 lid 1 BW dat vrijstellingen inzake de
consolidatiekring behandelt:
• het belang is van te verwaarlozen betekenis voor het geheel. Swinkels voert in de
toelichting deze reden aan.
• de benodigde financiële gegevens zijn slechts tegen onevenredige kosten of met grote
vertraging te verkrijgen of te ramen.
N.B. De consolidatievrijstelling op grond van voorgenomen vervreemding van het belang
is bij Swinkels niet van toepassing. Om hiervan gebruik te maken moet aan een aantal
voorwaarden worden voldaan die bij Swinkels niet van toepassing zijn.
i
Niet-100% integraal geconsolideerde deelnemingen hebben in 2017 en 2018 gezamenlijk
en per saldo een positief resultaat behaald. In de geconsolideerde winst- en
verliesrekeningen over 2017 en 2018 toont de post Aandeel derden in resultaat namelijk
negatieve bedragen van respectievelijk 2.937 en 1.495. Deze bedragen betreffen het
aandeel in de volledig meegeconsolideerde positieve resultaten van niet-100%
groepsmaatschappijen; dit aandeel komt niet toe aan Swinkels.
j
Het minderheidsbelang derden en aandeel van derden in resultaat in boekjaar 2018
betreffen:
• Habesha Breweries SC te Addis Abeba. Dit is een 61%-deelneming waarvan de activa
en de verplichtingen, alsmede de resultaten volledig zijn meegeconsolideerd. 39%
daarvan komt evenwel niet toe aan Swinkels hetgeen via de posten
Minderheidsbelang derden en Aandeel van derden in resultaat wordt gecorrigeerd.
• Latis LLC te Richfield. Dit is een 90%-deelneming waarvan de activa en de
verplichtingen, alsmede de resultaten volledig zijn meegeconsolideerd. 10% daarvan
komt evenwel niet toe aan Swinkels hetgeen via de posten Minderheidsbelang derden
en Aandeel van derden in resultaat wordt gecorrigeerd.
Swinkels vermeldt deze niet-100% integraal geconsolideerde deelnemingen in toelichting
25 Deelnemingen in groepsmaatschappijen van de enkelvoudige jaarrekening.
N.B. Consolidatie van het belang in Palm N.V. leidt volgens Swinkels wegens een 100%
economisch belang in deze onderneming niet tot het opnemen van een belang van
derden, zowel in de geconsolideerde balans als in de geconsolideerde winst-enverliesrekening. Zie toelichting 25 van de enkelvoudige jaarrekening. Zie ook vraag k.
k
De inleidende tekst over de overname van Palm in 2016 spreekt van de volgende
afspraken over de overname: overdracht van 60% van de aandelen in 2016 en de
resterende 40% in 2021.
Bij de verwerking van een minderheidsbelang zijn de op balansdatum verworven rechten
op economische voordelen van Palm doorslaggevend. De casus verstrekt geen verdere
bijzonderheden over de overname, zodat geen duidelijkheid bestaat over een eventuele
overgang van deze rechten op de koper. De benadering van Swinkels om Palm, ondanks
het juridische belang van 60%, economisch als 100% eigendom van de groep te
beschouwen, suggereert deze overgang wel. Deze veronderstelling rechtvaardigt het
integraal consolideren, evenwel zonder minderheidsbelangen op te nemen. Zonder
kennisneming van de afspraken tussen beide partijen is het niet vast te stellen of de
houders van de resterende 40% aandelen over de jaren 2016 tot en met 2021 een
vergoeding van nihil accepteren. Tevens bestaat onduidelijkheid over de risico’s van de
bedrijfsvoering bij Palm; zijn deze ook voor rekening van Swinkels?
Uit de jaarrekening 2018 valt af te leiden dat in 2016 het belang in Palm voor 100% is
geactiveerd. Betaling geschiedt deels in 2016 en deels in 2021. Voor het resterende deel
van de koopsom is in de balans een uitgestelde betalingsverplichting opgenomen.
Conclusie: indien feitelijk alle rechten op economische voordelen en risico’s van de
bedrijfsvoering bij Palm vanaf 2016 voor rekening van Swinkels zijn, dan is het nietopnemen van minderheidsbelang derden in de geconsolideerde jaarrekening van
Swinkels verdedigbaar.
l
Swinkels waardeert de uitgestelde betalingsverplichting tegen contante waarde, echter
zonder vermelding van de disconteringsvoet. Deze valt af te leiden uit de toename van de
amortisatiewaarde eind 2018 (37.631) ten opzichte van eind 2017 (37.264). Hieruit volgt
een oprenting van 1%, tevens de disconteringsvoet.
De verplichting vervalt op 9 mei 2021; de omvang van de uiteindelijke betaling wordt
bepaald door jaarlijks de verplichting op te renten met 1%.
130
© 2020 | Noordhoff Uitgevers bv
Gedownload door: elisedentz | elise.dentz@outlook.com
Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar.
Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen
Verplichting 31-12-2018
Oprenting 2019 1%
37.631
376
Verplichting 31-12-2019
Oprenting 2020 1%
38.007
380
Verplichting 31-12-2020
Oprenting tot 1-5-2021
1% gedurende 4 maanden
38.387
Verplichting 9 mei 2021
38.515
128
m Belastingen (WV)
11.777
Voorziening latente belastingverplichtingen (B)
2.008
Aan Te betalen belastingen (B)
Bedragen zijn terug te vinden in toelichting 13 Belastingen.
13.785
n1 Effectieve belastingdruk 2018: 11.777 / 49.476 × 100% = 23,8%
2 Gewogen gemiddelde toepasselijke belastingtarief 2018:
(12.349 + 131) / 49.476 × 100% = 25,2%
o De voorziening latente belastingverplichtingen wordt vóór de daling berekend tegen 25%.
In de balans is dit deel van de totale voorziening berekend tegen 23%, een daling van 2%,
met een equivalent bedrag van 192.
Het deel van de voorziening, na toepassing van de tariefsdaling, bedraagt:
192 × 23/2 = 2.208.
p Mogelijke verklaringen voor het verschil tussen belastinglast en betaalde belasting:
• mutatie in de voorziening latente belastingverplichtingen (toelichting 13)
• toe- en/of afneming te betalen/te vorderen belasting in 2018
• nieuwe consolidatie van belastingen in balans en winst- en verliesrekening in verband
met overnames
q Het aandeel in resultaat deelnemingen van 120 heeft betrekking op niet-geconsolideerde
deelnemingen die worden gewaardeerd tegen nettovermogenswaarde, een vorm van de
vermogensmutatiemethode. Dit zijn deelnemingen waarop invloed kan worden
uitgeoefend op het zakelijk en financieel beleid; dit wordt verondersteld bij zeggenschap
van tenminste 20%. In 2018 betreft dit de volgende niet-geconsolideerde deelnemingen
volgens toelichting 3:
• Brouwerij De Molen B.V. 35%
• Kestedemena Beverage Products Import & Export PLC 51%
r
Deelnemingen in groepsmaatschappijen
Aan Resultaat deelnemingen
Aan Reserve omrekenverschillen
Aan Overige reserves
s
Reserve omrekeningsverschillen
Verwijzing naar toelichtingen 3 (mutatie koersresultaat deelnemingen), 25 (mutatie
omrekenverschillen) en 29 (mutatie in eigen vermogen).
37.321
36.849
406
66
Andere wettelijke reserves (waaronder wettelijke reserve ingehouden winst deelnemingen)
Verwijzing naar toelichting 3 (aandeel in resultaat deelnemingen met 35% en 51% belang,
waarvan de winstuitkering door het ontbreken van beslissende zeggenschap niet kan
worden bewerkstelligd).
N.B. Swinkels noemt in de toelichting op de Andere wettelijke reserves nog een andere
oorzaak: de winst of vermogensvermeerdering door de deelneming zelf is niet verwerkt in
haar eigen jaarrekening. Deze verklaring zou inhouden dat Swinkels ten behoeve van
aanpassingen naar nettovermogenswaarde van deelnemingen resultaten heeft gecreëerd
die de deelneming zelf niet kent, en derhalve ook niet kan uitkeren.
t
Binnen het eigen vermogen overboeken van de reserve omrekenverschillen naar de
overige reserves.
131
© 2020 | Noordhoff Uitgevers bv
Gedownload door: elisedentz | elise.dentz@outlook.com
Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar.
Stuvia - Koop en Verkoop de Beste Samenvattingen
u Nettoresultaat (toekomend aan de rechtspersoon)
Verwateringsresultaat deelneming
Omrekeningsverschillen buitenlandse deelnemingen
Totaalresultaat van de rechtspersoon
v
36.324
66
406
36.796
De jaarrekening heeft als doel informatie te verschaffen over de financiële prestaties van
de onderneming. De winst- en verliesrekening draagt bij aan dit doel door het weergeven
van baten en lasten gedurende een boekjaar. De wet- en regelgeving benoemen evenwel
bepaalde baten en lasten die buiten de winst- en verliesrekening mogen dan wel moeten
worden gehouden, en die rechtstreeks in het eigen vermogen worden verwerkt.
Teneinde een goed inzicht te geven in de door de onderneming geleverde prestaties in
een boekjaar worden baten en lasten die zijn verwerkt in de winst- en verliesrekening,
samen met baten en lasten die rechtstreeks in het eigen vermogen zijn verwerkt, in één
overzicht gepresenteerd; het overzicht van het totaalresultaat.
132
© 2020 | Noordhoff Uitgevers bv
Gedownload door: elisedentz | elise.dentz@outlook.com
Dit document is auteursrechtelijk beschermd, het verspreiden van dit document is strafbaar.
Powered by TCPDF (www.tcpdf.org)
Download