https://en.rotterdam.info/locations/erasmusbrug/ Mechanica 3 Dynamica Tori Robeerts Kamer D1.071 t.robeerts@hhs.nl Iris Groeneveld Kamer i.groeneveld@hhs.nl Zoë Karthaus Kamer D1.082 z.j.karthaus@hhs.nl Weekplanning 2 Week 1 Kinematica van een puntmassa Week 2 Kinetica van een puntmassa: kracht en versnelling Week 3 Kinetica van een puntmassa: arbeid en energie Week 4 Kinematica van een star lichaam Week 5 Kinetica van een star lichaam: kracht en versnelling Week 6 Trillingen Week 7 Uitloop Week 8 Toets Week 9 Terugkoppeling Week 10 Herkansing Week 1 KINEMATICA VAN EEN PUNTMASSA §1.6, §1.7, §1.9 EN §1.10 3 §1.6 Beweging van een projectiel • Luchtweerstand verwaarloosd • Enige kracht: eigen gewicht • Constante neerwaartse versnelling van 9,81 m/s2 4 Hibbeler, Dynamica (13e ed.) §1.6 Beweging van een projectiel • Horizontale beweging: ax = 0 vx = (v0 ) x v = v0 + act; 1 2 x = x0 + v0t + act x = x0 + (v0 ) x t 2 v 2 = v02 + 2ac ( x − x0 ) vx = (v0 ) x • Verticale beweging: ay = –g v y = v0 y − gt v = v0 + act 1 y = y0 + v0t + act 2 2 v 2 = v02 + 2ac ( y − y0 ) 5 Hibbeler, Dynamica (13e ed.) 1 y y = y0 y + v0 y t − gt 2 2 v y2 = v02y − 2 g ( y − y0 ) Voorbeeld 1.11 Een zak glijdt van de helling met een horizontale snelheid van 12 m/s. De helling begint 6 m boven de grond. Bepaal de tijd die de zak erover doet om de grond te bereiken en de afstand R waar de zakken zich beginnen op te stapelen. 6 Hibbeler, Dynamica (13e ed.) F1.19 Een puntmassa beschrijft een parabolische baan y=0,25x2. De afgelegde afstand is x=(2t2) m, waarbij t de tijd is, uitgedrukt in seconden. Bepaal de grootte van de snelheid en versnelling van de puntmassa op t=2 s. 7 Hibbeler, Dynamica (13e ed.) 1.76 De snelheid van een puntmassa kan gedefinieerd worden met behulp van de formule 𝐯 = {16𝑡 2 𝐢 + 4𝑡 3 𝐣 + 5𝑡 + 2 𝐤} m/s, waarbij t de tijd is, uitgedrukt in seconden. De puntmassa bevindt zich ter plaatsen van de oorsprong als t=0 s. Bepaal de grootte van de versnelling van de puntmassa op t=2 s. Wat zijn de x-, y-, en zcoordinaten van de puntmassa op dit ogenblik? 8 Hibbeler, Dynamica (13e ed.) 1.79 Een auto die langs de rechte gedeelten van de weg rijdt, heeft bij aankomst in de punten A, B en C de snelheden zoals aangegeven in de figuur. Als het 3 s duurt om van A naar B te gaan, en vervolgens 5 s om van B naar C te gaan, bepaal dan de gemiddelde versnelling tussen de punten A en B en tussen de punten A en C. 9 Hibbeler, Dynamica (13e ed.) §1.7 Kromlijnige beweging: normaalcomponenten en tangentiële componenten • 𝑛- en 𝑡-coördinaten: Oorsprong op beschouwde tijdstip in puntmassa • Snelheid valt samen met raaklijn aan de baan: v = vut met v = s • Versnelling: a = v = vut + vu t a = at ut + anu n met at = v of at ds = vdv en an = 10 Hibbeler, Dynamica (13e ed.) a= at2 + an2 v2 §1.7 Kromlijnige beweging: normaalcomponenten en tangentiële componenten • Puntmassa beweegt zich langs een rechte lijn: 𝜌 = ∞ → 𝑎 = 𝑎𝑡 = 𝑣ሶ De tangentiële versnellingscomponent weergeeft de mate waarmee de grootte van de snelheid verandert. • Puntmassa beweegt zich langs een kromme: 𝑎𝑡 = 𝑣ሶ = 0 en 𝑎 = 𝑎𝑛 = 𝑣2 𝜌 De loodrechte versnellingscomponent weergeeft de mate 11 waarmee de richting van de snelheid verandert. §1.7 Kromlijnige beweging: normaalcomponenten en tangentiële componenten 12 Hibbeler, Dynamica (13e ed.) §1.7 Kromlijnige beweging: normaalcomponenten en tangentiële componenten Analyseprocedure Coördinatenstelsel • Bepaal, als de baan van de puntmassa bekend is, een set n- en t-coördinaten met een vaste oorsprong • De positieve raaklijn ligt in de richting van de beweging • De n- en t-as worden gebruikt om de snelheid en de versnelling van de puntmassa te bestuderen 13 §1.7 Kromlijnige beweging: normaalcomponenten en tangentiële componenten Analyseprocedure (vervolg) Snelheid • De richting van de snelheid v valt altijd samen met de raaklijn van de baan • De grootte van de snelheid volgt uit de tijdsafgeleide van de afgelegde weg langs de baan: 14 v = s §1.7 Kromlijnige beweging: normaalcomponenten en tangentiële componenten Analyseprocedure (vervolg) Tangentiële versnelling • • Voor rechtlijnige beweging geldt: at = v en at ds = vdv 1 2 s = s + v t + ( a ) t Als at constant is, geldt: 0 0 t c 2 v = v0 + (at ) c t v 2 = v02 + 2(at ) c ( s − s0 ) 15 §1.7 Kromlijnige beweging: normaalcomponenten en tangentiële componenten Analyseprocedure (vervolg) Versnelling in normaalrichting v2 • De grootte van de normale component is: an = • Wanneer de baan wordt uitgedrukt als y = f(x), kan de kromtestraal ρ op elk punt van de baan berekend worden uit de vergelijking: 16 = [1 + (dy / dx)2 ]3 / 2 d 2 y / dx2 F1.27 De boot beschrijft een cirkelvormige baan met een snelheid 𝑣 = (0,0625𝑡 2 ) m/s, waarbij t de tijd is, uitgedrukt in seconden. Bepaal de grootte van de versnelling op 𝑡 = 10 s. 17 Hibbeler, Dynamica (13e ed.) Voorbeeld 1.14 Wanneer de skiër het punt A op de parabolische baan bereikt, heeft hij een snelheidsgrootte van 6 m/s die met 2 m/s2 toeneemt. Bepaal de richting van zijn snelheid en de richting en grootte van zijn versnelling op dit moment. Verwaarloos bij de berekening de grootte van de skiër. 18 Hibbeler, Dynamica (13e ed.) 1.122 Het wagentje van de achtbaan start vanuit stilstand bij A en de snelheid ervan neemt toe met 𝑎𝑡 = (6 − 0,06𝑠) m/s2. Bepaal de grootte van de versnelling van het wagentje bij B als 𝑠𝐵 = 40 m. 19 Hibbeler, Dynamica (13e ed.) §1.9 Afhankelijke beweging van twee puntmassa’s ten opzichte van absolute assen • Totale touwlengte: lT • Relatie tussen plaatscoördinaten en touwlengte: s A + lCD + sB = lT • Tijdsafgeleide: ds A dsB + =0 dt dt 20 Hibbeler, Dynamica (13e ed.) of vB = − v A aB = − a A §1.9 Afhankelijke beweging van twee puntmassa’s ten opzichte van absolute assen • Relatie tussen plaatscoördinaten en touwlengte: 2 sB + h + s A = l • Uit de tijdsafgeleide volgt: 2vB = −vA , 2aB = −aA 21 Hibbeler, Dynamica (13e ed.) §1.9 Afhankelijke beweging van twee puntmassa’s ten opzichte van absolute assen • Relatie tussen plaatscoördinaten en touwlengte: 2(h − sB ) + h + s A = l • Uit de tijdsafgeleide volgt: 2vB = v A , 2aB = a A 22 Hibbeler, Dynamica (13e ed.) §1.9 Afhankelijke beweging van twee puntmassa’s ten opzichte van absolute assen Analyseprocedure • Bepaal de plaatscoördinaten met de oorsprong ter plaatse van een vast punt of een referentielijn. • Bepaal de relatie tussen de plaatscoördinaten en de lengte van het touw. • Neem de tijdsafgeleide om de relatie tussen de snelheden en versnellingen van de puntmassa’s de bepalen. 23 Hibbeler, Dynamica (13e ed.) Voorbeeld 1.22 Bepaal de snelheid van blok A als blok B een opwaartse snelheid heeft van 6 m/s. 24 Hibbeler, Dynamica (13e ed.) 1.205 Het touw wordt in de richting van de motor M getrokken met een snelheid 3 2 𝑣𝑀 = (5𝑡 ) m/s, waarbij t de tijd is in seconden. Bepaal de snelheid van de cilinder A op t = 1 s. 25 Hibbeler, Dynamica (13e ed.) §1.10 Relatieve beweging van twee puntmassa’s via translerende assen • Tot nu toe 1 assenstelsel • Vaak makkelijker om op te delen in twee of meerdere assenstelsels → Translerende assenstelsels 26 §1.10 Relatieve beweging van twee puntmassa’s via translerende assen 1.10.1 Plaats 𝐫𝐵 = 𝐫𝐴 + 𝐫𝐵/𝐴 27 §1.10 Relatieve beweging van twee puntmassa’s via translerende assen 1.10.2 Snelheid 𝒗𝐵 = 𝒗𝐴 + 𝒗𝐵/𝐴 28 §1.10 Relatieve beweging van twee puntmassa’s via translerende assen 1.10.3 Versnelling 𝒂𝐵 = 𝒂𝐴 + 𝒂𝐵/𝐴 29 §1.10 Relatieve beweging van twee puntmassa’s via translerende assen • Bij vectoroptelling ontstaat een driehoek • Max 2 onbekenden 30 Voorbeeld 1.25 Een trein die met een constante snelheid van 60 km/u rijdt, steekt een weg over. Bepaal de grootte en de richting van de relatieve snelheid ten opzichte van de auto, als auto A met een snelheid van 45 km/u over de weg rijdt. 31 Hibbeler, Dynamica (13e ed.)