Stappenplan CKV 2021-2022 4 Havo Domein A Individueel 1. Vragenlijst persoonlijke opvattingen en ervaringen tot nu toe. Schrijf aan de hand van de vragen een uitgebreid- en lopend verhaal. Gebruik dit Word- document in Magister. Welke ervaring heb ik met kunst? Wat versta ik onder kunst? Welke kunst ken ik? Ik heb ervaring met kunst met mona lisa, eiffeltoren en vrijheidsbeeld. Ik versta onder kunst meer tekeningen en portretten van dingen of mensen Mona lisa Belangstellingstabel Zet een kruisje in de kolom die jij van toepassing vindt. Discipline Vind ik vreselijk X Beeldende kunst; Autonoom Architectuur Design Theater X Dans X Muziek Fotografie Film Opmerkingen Vind ik niets aan Gaat wel Vind ik leuk Vind ik heel leuk Vind ik geweldig X X X X X Mijn Top 3: Welke ervaring met kunst is mij het meest bijgebleven? Discipline 1e 2e Toelichting Vrijheidsbeeld Toren van pizza 3e Eiffeltoren Schrijf aan de hand van de richtvragen een lopend verhaal in je eigen woorden. Wat heeft, en hoe is mijn kunstervaring- en kennis tot nu toe bepaald en gevormd? Hoe verhouden mijn opvattingen over kunst zich tot die van klasgenoten en van andere leeftijdsgenoten? Hoe verhouden mijn opvattingen over kunst zich tot die van de volwassenen om mij heen? Wat weet ik van de opvattingen over kunst van professionals, zoals experts, kunstenaars en recensenten? Door meerendeels vakantie is mijn kunstervaring grotendeels bepaald Ze opvatten ongeveer het zelfde Die opvatten ook hetzelfde als ik Domein A wordt ingeleverd bij de begeleidende kunstdocent van Onderzoek I: 4101, uiterlijk week 37 Domein BC1 Groepswerk of individueel 2. Wat heb je gezien? (Culturele Activiteit door Professionals=CAP) Gebruik het Word- document in Magister. Wat heb je gezien? Wanneer en waar heb je dit gezien? Wat waren jouw verwachtingen? 3. Verzamelen van gegevens Inhoud, de maker en zijn context 1. Afbeelding(en) en informatie. 2. De reden waarom je dit hebt gekozen. 3. Beschrijf de inhoud: het verhaal/de voorstelling in je eigen woorden. 4. Beschrijf in je eigen woorden wie is/zijn de maker/makers? Voeg zoveel mogelijk informatie toe en vermeld de bronnen. 5. Geef in je eigen woorden informatie over de maker/makers in de vorm van interviews, eerdere werken of recensies. Voeg alle informatie toe en vermeld alle bronnen. 6. Vertel over de specifiek gebruikte technieken bij het kunstwerk. Geef een hiervan voorbeeld ter illustratie. 4. Verzamelen van gegevens Vorm, de analyse 1. Met welke middelen heeft de maker het kunstwerk gemaakt? Maak een uitgebreide analyse van de manier waarop het kunstwerk is gemaakt. Gebruik het Groene Boekje als naslagwerk. 5. Ontvangst Hoe wordt het kunstwerk ontvangen? a. door publiek b. door de recensenten c. door jouwzelf Voeg minimaal twee recensies toe en vermeld de bron. Geef aan of je het eens of oneens bent met de recensenten en leg uit waarom. 6. Kies minimaal één dimensie uit die je/jullie het best bij het kunstwerk vindt/vinden passen. Onderzoek wat de betekenis van het kunstwerk is in het kader van de dimensie(s). Gebruik dit Word- document in Magister. Dimensies: Feit en Fictie Schoonheid en Lelijkheid Autonoom en Toegepast Ambachtelijk en Industrieel Amusement en Engagement Digitaal en Analoog Individueel en Coöperatief Traditie en Innovatie Herkenning en Vervreemding Monodisciplinair/Multidisciplinair/Interdisciplinair Lokaal en Globaal 7. Op basis van jullie associaties en onderzoek formuleren jullie een stelling of onderzoeksvraag. TIP: Associeer met trefwoorden, trefwoorden leiden tot vragen, en vragen leveren een stelling of onderzoeksvraag op. 8. De stelling of/ onderzoeksvraag moet duidelijk verwerkt worden in een praktische of theoretische kunstzinnige verwerking. Domein BC1 wordt ingeleverd en gepresenteerd bij de begeleidende kunstdocent van Onderzoek I: 4102, uiterlijk week 43 Domein D1 Individueel Terugblik over Onderzoek I aan de hand van de richtvragen. Schrijf een uitgebreid- en lopend verhaal in je eigen woorden. Gebruik dit Word- document in Magister. Welk aspect van de kunst heb ik onderzocht? Welke onderzoeksvaardigheden heb ik toegepast? Op welke wijze is het onderzoek uitgevoerd? Welke ervaringen heb ik opgedaan? Welke kennis heb ik opgedaan? Hoe hebben deze ervaringen, interesses, kennis en opvatting bijgedragen aan mijn culturele vorming? Door welke ervaring of door welk inzicht ben ik geraakt of wellicht op andere ideeën gebracht? Wat betekent dit voor mijn verdere ontwikkeling? Domein D1 wordt ingeleverd bij de begeleidende kunstdocent van Onderzoek I: 4103, uiterlijk week 43 Domein BC2 Groepswerk of individueel 9. Wat heb je gezien? (Culturele Activiteit door Professionals=CAP) Gebruik het Word- document in Magister. Wat heb je gezien? Wanneer en waar heb je dit gezien? Wat waren jouw verwachtingen? 10. Verzamelen van gegevens Inhoud, de maker en zijn context 7. Afbeelding(en) en informatie. 8. De reden waarom je dit hebt gekozen. 9. Beschrijf de inhoud: het verhaal/de voorstelling in je eigen woorden. 10. Beschrijf in je eigen woorden wie is/zijn de maker/makers? Voeg zoveel mogelijk informatie toe en vermeld de bronnen. 11. Geef in je eigen woorden informatie over de maker/makers in de vorm van interviews, eerdere werken of recensies. Voeg alle informatie toe en vermeld alle bronnen. 12. Vertel over de specifiek gebruikte technieken bij het kunstwerk. Geef een hiervan voorbeeld ter illustratie. 11. Verzamelen van gegevens Vorm, de analyse 2. Met welke middelen heeft de maker het kunstwerk gemaakt? Maak een uitgebreide analyse van de manier waarop het kunstwerk is gemaakt. Gebruik het Groene Boekje als naslagwerk. 12. Ontvangst Hoe wordt het kunstwerk ontvangen? a. door publiek b. door de recensenten c. door jouwzelf Voeg minimaal twee recensies toe en vermeld de bron. Geef aan of je het eens of oneens bent met de recensenten en leg uit waarom. 13. Kies minimaal één dimensie uit die je/jullie het best bij het kunstwerk vindt/vinden passen. Onderzoek wat de betekenis van het kunstwerk is in het kader van de dimensie(s). Gebruik dit Word- document in Magister. Dimensies: Feit en Fictie Schoonheid en Lelijkheid Autonoom en Toegepast Ambachtelijk en Industrieel Amusement en Engagement Digitaal en Analoog Individueel en Coöperatief Traditie en Innovatie Herkenning en Vervreemding Monodisciplinair/Multidisciplinair/Interdisciplinair Lokaal en Globaal 14. Op basis van jullie associaties en onderzoek formuleren jullie een stelling of onderzoeksvraag. TIP: Associeer met trefwoorden, trefwoorden leiden tot vragen, en vragen leveren een stelling of onderzoeksvraag op. 15. De stelling of/ onderzoeksvraag moet duidelijk verwerkt worden in een praktische of theoretische kunstzinnige verwerking. Domein BC2 wordt ingeleverd en gepresenteerd bij de begeleidende kunstdocent van Onderzoek II: 4201, uiterlijk week 2 Domein D2 Individueel Terugblik over Onderzoek II aan de hand van de richtvragen. Schrijf een uitgebreid- en lopend verhaal in je eigen woorden. Gebruik het Word- document in Magister. Welk aspect van de kunst heb ik onderzocht? Welke onderzoeksvaardigheden heb ik toegepast? Op welke wijze is het onderzoek uitgevoerd? Welke ervaringen heb ik opgedaan? Welke kennis heb ik opgedaan? Hoe hebben deze ervaringen, interesses, kennis en opvatting bijgedragen aan mijn culturele vorming? Door welke ervaring of door welk inzicht ben ik geraakt of wellicht op andere ideeën gebracht? Wat betekent dit voor mijn verdere ontwikkeling in de naaste en de verre toekomst? Domein D2 wordt ingeleverd bij de begeleidende kunstdocent van Onderzoek II: 4202, uiterlijk week 2 Domein B3 Groepswerk of individueel 16. Wat heb je gezien? (Culturele Activiteit door Professionals=CAP) Gebruik het Word- document in Magister. Wat heb je gezien? Wanneer en waar heb je dit gezien? Wat waren jouw verwachtingen? 17. Verzamelen van gegevens Inhoud, de maker en zijn context 13. Afbeelding(en) en informatie. 14. De reden waarom je dit hebt gekozen. 15. Beschrijf de inhoud: het verhaal/de voorstelling in je eigen woorden. 16. Beschrijf in je eigen woorden wie is/zijn de maker/makers? Voeg zoveel mogelijk informatie toe en vermeld de bronnen. 17. Geef in je eigen woorden informatie over de maker/makers in de vorm van interviews, eerdere werken of recensies. Voeg alle informatie toe en vermeld alle bronnen. 18. Vertel over de specifiek gebruikte technieken bij het kunstwerk. Geef een hiervan voorbeeld ter illustratie. 18. Verzamelen van gegevens Vorm, de analyse 3. Met welke middelen heeft de maker het kunstwerk gemaakt? Maak een uitgebreide analyse van de manier waarop het kunstwerk is gemaakt. Gebruik het Groene Boekje als naslagwerk. 19. Ontvangst Hoe wordt het kunstwerk ontvangen? a. door publiek b. door de recensenten c. door jouwzelf Voeg minimaal twee recensies toe en vermeld de bron. Geef aan of je het eens of oneens bent met de recensenten en leg uit waarom. 20. Kies minimaal één dimensie uit die je/jullie het best bij het kunstwerk vindt/vinden passen. Onderzoek wat de betekenis van het kunstwerk is in het kader van de dimensie(s). Gebruik dit Word- document in Magister. Dimensies: Feit en Fictie Schoonheid en Lelijkheid Autonoom en Toegepast Ambachtelijk en Industrieel Amusement en Engagement Digitaal en Analoog Individueel en Coöperatief Traditie en Innovatie Herkenning en Vervreemding Monodisciplinair/Multidisciplinair/Interdisciplinair Lokaal en Globaal 21. Op basis van jullie associaties en onderzoek formuleren jullie een stelling of onderzoeksvraag. TIP: Associeer met trefwoorden, trefwoorden leiden tot vragen, en vragen leveren een stelling of onderzoeksvraag op. Domein B3 wordt ingeleverd bij de begeleidende kunstdocent van Onderzoek III: 4301, uiterlijk week 10 22. De stelling of/ onderzoeksvraag moet duidelijk verwerkt worden in een praktische of theoretische kunstzinnige verwerking. Domein C3 wordt ingeleverd en gepresenteerd bij de begeleidende kunstdocent van Onderzoek III: 4401, uiterlijk week 22 Domein D3 Individueel Terugblik over Onderzoek II aan de hand van de richtvragen. Schrijf een uitgebreid- en lopend verhaal in je eigen woorden. Gebruik het Word- document in Magister. Welk aspect van de kunst heb ik onderzocht? Welke onderzoeksvaardigheden heb ik toegepast? Op welke wijze is het onderzoek uitgevoerd? Welke ervaringen heb ik opgedaan? Welke kennis heb ik opgedaan? Hoe hebben deze ervaringen, interesses, kennis en opvatting bijgedragen aan mijn culturele vorming? Door welke ervaring of door welk inzicht ben ik geraakt of wellicht op andere ideeën gebracht? Wat betekent dit voor mijn verdere ontwikkeling in de naaste en de verre toekomst? Domein D3 wordt ingeleverd bij de begeleidende kunstdocent van Onderzoek III: 4402, uiterlijk week 22