1.1. Het beleid van de Belgische Volksvertegenwoordigers1 kamer van Dit deel is geciteerd uit het beleid van de Belgische kamer van Volksvertegenwoordigers. Over de invoering van de IOS-procedure schreef de kamer het volgende; “Het inschakelen van de gerechtsdeurwaarders in een louter administratieve procedure impliceert niet alleen dat deze procedure niet ingewikkeld hoeft te zijn maar ook dat ze snel afgehandeld kan worden en dat ze ook relatief weinig zal kosten. Dit is in de eerste plaats voordelig voor de schuldeiser, voor wie de drempel om een schuld terug te vorderen aanzienlijk wordt verlaagd. Maar langs de andere kant komt het ook de schuldenaar ten goede aangezien die uiteindelijk toch de kosten moet dragen. Tot slot is het ook voordelig voor de rechterlijke macht die ontheven wordt van taken die niets te maken hebben met haar kerntaak, zijnde het beslechten van rechtsgeschillen. Dat de bijkomende vergoedingen worden beperkt tot ten hoogste 10 % van de hoofdsom van de schuld is een derde waarborg. Het is inderdaad aangewezen een forfaitaire, maar objectieve en eenvoudig toepasbare bovengrens te bepalen voor de vergoeding van de bijkomende schade die een schuldeiser kan lijden. Dit moet uiteraard binnen de geldende wettelijke en contractuele grenzen blijven. Om er op deze manier voor te zorgen dat de beoordeling die bepaald wordt door de artikelen 1153, vijfde lid en 1231 van het B.W., niet meer vereist is. Ten slotte wordt er ook van uitgegaan dat het bestaan van dit eenvoudige en goedkope systeem op zich al voor een heilzaam effect zal zorgen. Te veel onbetwiste schulden worden niet betaald omdat de schuldenaar ervan uitgaat dat de schuldeiser opziet tegen de plichtplegingen en de door hem voor te schieten kosten van het dagvaarden van zijn schuldenaar, terwijl de schuldeiser overigens niet altijd zeker is van de solvabiliteit van de schuldenaar.” Bovenstaande beleidstekst bespreekt de verschillende kenmerken van de IOS-procedure. Om op zoek te gaan naar welke impact de invoering op de IOS-procedure heeft gehad moet gekeken worden naar wat de bedoeling is van de wetgever. De verschillende voordelen van de IOS-procedure worden besproken. Dit zijn vooral socioeconomische voordelen zoals de lage kost en drempel voor de schuldeiser en schuldenaar en het ontheven van de hoge werkdruk op de rechtbank. Wij zijn akkoord dat dit soort zaken geen rechterlijke toets nodig hebben omdat er gewoon weg geen geschil is. Dergelijke procedures mogen echter niet gebruik worden om louter op kosten te besparen bij justitie. De bovengrens van 10% wordt gezien als een waarborg om misbruiken te vermijden. Deze bovengrens moet inderdaad binnen de wettelijke en contractuele grenzen blijven. Wij denken dat het gebruik van barema’s een beter waarborg kunnen bieden. Als een barema gemaakt wordt 1 WETSONTWERP houdende wijziging van het burgerlijk procesrecht en houdende diverse bepalingen inzake justitie,Parl.St, Kamer 2014-15, nr. 1219/001,p27 met dezelfde parameters die rechters gebruiken in hun uitspraak, kan dit een betere waarborg bieden. Op die manier is er een beter correlatie tussen het bedrag en de bijkomende vergoedingen. Tot slot beweert de kamer dat een eenvoudiger en goedkoper voor een heilzaam effect zal zorgen. Hierin geloven wij ook. Er is een algemene maatschappelijke tendens waarbij administratief niet-rechterlijk werk onttrokken wordt van de rechtbanken (vb. GAS-boetes). Deze tendens kunnen we alleen maar toejuichen om naar een moderner justitie toe te werken. Als we het getouwtrek tussen de verschillende actoren over hun positie in de IOS-procedure wegdenken kunnen we concluderen dat deze procedure alleen maar de gezondheid van de economie in de hand kan werken.