2024-11-27T16:27:14+03:00[Europe/Moscow] nl true Marktaandeel :, Penetratiegraad verbruiksgoederen :, Penetratiegraad gebruiksgoederen :, Cumulatieve penetratiegraad :, Marktpotentieel :, Cumulatieve penetratiegraad :, Percentage herhalingsaankopen, Verbruiksintensiteit, Marktaandeel (Parfitt & Collins), Verandering berekenen :, Totale Marktaandeel (MA) :, Primaire vraag :, Secundaire vraag :, Marktaandeel :, Numerieke distributie (DS) :, Marktbereik (MB) :, Selectie Indicator (SI) :, Omzetaandeel (OA) :, Direct Product Profit :, Verkoop per eenheid :, Brutowinst per stuk :, Nieuwe prijs :, Brutowinst :, Afzetverandering :, Prijselasticiteit van de vraag :, Kruislingse prijselasticiteit :, Inkomenselasticiteit van de vraag :, Margeberekening :, Integrale fabricagekostprijs :, Bezettingsresultaat :, Opslag :, Winst (Contributiemarge) :, Winst (verkoopresultaat) :, Winst :, Consumentenpremie :, Bezettingsgraad :, Werkelijke bezetting :, Normale bezetting :, Omzetsnelheid :, Vendor Rating :, Break-even punt (BEP) :, Break-even omzet :, Marktaandeel bij Break-even :, Prijs per eenheid bij BEP :, Productiebedrijf winst :, Handelsbedrijf winst :, Winstbijdrage :, Return on Investment (ROI) :, Gemiddeld geïnvesteerd vermogen :, Kost van verkochte goederen (KVG) :, Brutomarge (BM) :, Structuurpercentage :, Structuurpercentage opbrengst :, Structuurpercentage kost :, Rentabiliteit van het eigen vermogen na belastingen (REV) :, Rentabiliteit van het totale vermogen voor belastingen (RTV) :, Rente van het vreemde vermogen (RVV) :, Solvabiliteitspercentage :, Debt ratio :, Rentendekkingsgetal :, Current Ratio :, Quick Ratio :, Netwerkkapitaal : flashcards
fin management

fin management

  • Marktaandeel :
    Marktaandeel = (Eigen omzet / Totale marktomzet) * 100
  • Penetratiegraad verbruiksgoederen :
    Aantal afnemers dat dit goed in een bepaalde periode ten minste 1 keer hebben gekocht / Het totale aantal mogelijke afnemers * 100
  • Penetratiegraad gebruiksgoederen :
    Het feitelijke aantal eigenaren / Het totale aantal potentiële eigenaren * 100
  • Cumulatieve penetratiegraad :
    Aantal afnemers dat dit goed in een bepaalde periode ten minste 1 keer hebben gekocht / Het totale aantal mogelijke afnemers * 100
  • Marktpotentieel :
    Effectieve vraag + Potentiële vraag
  • Cumulatieve penetratiegraad :
    Totaal aantal afnemers van merk x in een bepaalde periode / Potentiële aantal afnemers
  • Percentage herhalingsaankopen
    Hoeveel mensen blijven kopen / Hoeveel mensen hebben het minstens 1 keer gekocht
  • Verbruiksintensiteit
    Het gemiddelde verbruik van een afnemer van een niet-duurzaam goed in relatie tot het gemiddelde verbruik van alle afnemers van dat product in een bepaalde periode (hoeveelheid per jaar / gem. hoeveelheid in die productgroep per jaar)
  • Marktaandeel (Parfitt & Collins)
    Cumulatieve penetratiegraad * Herhalingsaankopen * Verbruiksintensiteit
  • Verandering berekenen :
    (Afzetnieuw – Afzetoud) / Afzetoud * 100
  • Totale Marktaandeel (MA) :
    (MA x Initiële vraag) + (MA x Vervangingsvraag)
  • Primaire vraag :
    Gebruikers * Aantal
  • Secundaire vraag :
    Merkgebruikers x Aantal x Meerverbruik x Helft
  • Marktaandeel :
    DS x SI (MB/DS) x OA = MB x OA
  • Numerieke distributie (DS) :
    Aantal verkooppunten van merk / Totaal aantal mogelijke verkooppunten van merk
  • Marktbereik (MB) :
    Totale omzet / Volume van retailers van een bepaald merk gedeeld door de totale omzet van die productsoort
  • Selectie Indicator (SI) :
    MB / DS
  • Omzetaandeel (OA) :
    Omzet van ons merk / Totale omzet
  • Direct Product Profit :
    Brutomarge van het product – Directe kosten (variabele kosten)
  • Verkoop per eenheid :
    (Brutomarge per eenheid – Verwerkingskost per eenheid) / Ruimtebeslag
  • Brutowinst per stuk :
    Brutomarge % * Kostprijs = € 000 -> Aantal stuks * € 000
  • Nieuwe prijs :
    Kortings andere deel * Kostprijs = Kosten contant -> Brutomarge = € 000 – Andere deel kosten constant = € 111
  • Brutowinst :
    Brutowinst voor actie = € 111 * Aantal stuks -> Aantal stuks = Stuks
  • Afzetverandering :
    Nieuwe aantal stuks / Oude aantal stuks -> %
  • Prijselasticiteit van de vraag :
    (Δ Vraag % / Δ Prijs %)
  • Kruislingse prijselasticiteit :
    (Δ Vraag product A / Δ Prijs product B)
  • Inkomenselasticiteit van de vraag :
    (Δ Vraag / Δ Inkomen)
  • Margeberekening :
    Inkoopprijs + Marge = Verkoopprijs
  • Integrale fabricagekostprijs :
    C / N + V / W
  • Bezettingsresultaat :
    (W – N) * C / N
  • Opslag :
    Kostprijs * (1 + Op) = Verkoopprijs
  • Winst (Contributiemarge) :
    Omzet – Variabele kosten
  • Winst (verkoopresultaat) :
    Omzet – Integrale kosten
  • Winst :
    Winst = Verkoopresultaat + Bezettingsresultaat
  • Consumentenpremie :
    (P * Q) + (P * Q) + (P * Q) – (Totaal Q * Stabilisprijs)
  • Bezettingsgraad :
    Bezettingsgraad * Productcapaciteit
  • Werkelijke bezetting :
    Marktaandeel * Jaarlijkse afname op korte termijn
  • Normale bezetting :
    Productcapaciteit * Normale bezettingsgraad
  • Omzetsnelheid :
    Omzet (in inkoopprijs) / Gemiddelde voorraad
  • Vendor Rating :
    Kwaliteit: 50% * Score + Betrouwbaarheid: 20% * Score + Prijs: 20% * Score + Vestigingsplaats: 10% * Score
  • Break-even punt (BEP) :
    BEP = C / (P - V)
  • Break-even omzet :
    BEP excl * Verkoopprijs = … * BTW (1,06 bv)
  • Marktaandeel bij Break-even :
    BEP Omzet / Totale markt
  • Prijs per eenheid bij BEP :
    Constante kosten / (P - Variabele kosten)
  • Productiebedrijf winst :
    Omzet - Variabele kosten = Contributiemarge – Vaste kosten = Winst
  • Handelsbedrijf winst :
    Omzet – Inkoopwaarde van de omzet = Brutomarge – Variabele kosten = Winst – Vaste kosten = Winstbijdrage
  • Winstbijdrage :
    Omzet – Totale kosten
  • Return on Investment (ROI) :
    Winst / Vermogen
  • Gemiddeld geïnvesteerd vermogen :
    (Vermogen begin periode + Vermogen eind periode) / 2
  • Kost van verkochte goederen (KVG) :
    COGS = Kost van aankopen – Stijging van de voorraad (in waarde)
  • Brutomarge (BM) :
    Gross profit (GP) = Bedrijfsopbrengsten – KVG
  • Structuurpercentage :
    Bedrag actief- of passiefpost / Balanstotaal
  • Structuurpercentage opbrengst :
    Soort opbrengst / Totale bedrijfsopbrengsten
  • Structuurpercentage kost :
    Soort kost / Totale bedrijfskosten
  • Rentabiliteit van het eigen vermogen na belastingen (REV) :
    Winst na belasting / Gemiddeld eigen vermogen * 100
  • Rentabiliteit van het totale vermogen voor belastingen (RTV) :
    bedrijfsresultaat/ Gemiddeld eigen vermogen * 100
  • Rente van het vreemde vermogen (RVV) :
    Betaalde interest / Gemiddeld geïnvesteerd vreemd vermogen * 100
  • Solvabiliteitspercentage :
    Eigen vermogen / Vreemd vermogen * 100
  • Debt ratio :
    Vreemd vermogen / Totaal vermogen
  • Rentendekkingsgetal :
    Bedrijfsresultaat / Rente vreemd vermogen * 100
  • Current Ratio :
    Vlottende activa / Vlottende passiva
  • Quick Ratio :
    (Vlottende activa – Voorraad) / Vlottende passiva
  • Netwerkkapitaal :
    Vlottende activa – Vlottende passiva