2a Restauratievademecumbladen A-H

advertisement
Dakbedekking,
UDC 69.024.15:691.214
lei
Slating
RVblad 01 - 1
Het verspreidingsgebied
Rijndak en het Maasdak
van het
The area of distribution of German
slating and rectangular slating
G. Berends
Natuurleien zijn in ons land zeker
sedert de 13de eeuw als dakbedekking toegepast. Zij werden
aangevoerd over de Rijn uit
Duitsland en Luxemburg en over
de Maas uit België en NoordFrankrijk. Sedert het begin van de
17de eeuw kwamen ze ook van
overzee uit Engeland.
Over de Rijn werden vooral schubvormige leien aangevoerd en over
de Maas rechthoekige. Aan die
rivieren ontlenen die twee hoofdvormen dan ook hun naam,
Rijnleien en Maasleien, die
respectievelijk het Rijndak en het
Maasdak opleveren.
Die benamingen worden al in of
voor de 17de eeuw gebruikt naast
de termen koeverdak
respectievelijk vierkant dak.
Het Rijndak wordt gekenmerkt
door de schuin oplopende lijnen,
die gevormd worden door de
rechte onderranden van de leien,
die overigens een scheve schubvorm hebben. Het Maasdak valt op
door horizontale rijen van leien
met verticale naden die per rij
verspringen. Meestal vormen de
rechte onderkanten van de Maasleien doorlopende rechte lijnen.
Zijn de onderkanten afgesnoten of
afgerond, dan ontstaan diverse
kartelvormen. Het Maasdak
overheerst ten zuiden van de grote
rivieren en het Rijndak ten noorden
daarvan. Het vroegere beeld wordt
thans verstoord doordat vrijwel alle
neo-gotische kerken van meet af
aan een Maasdak hadden en
doordat bij restauraties veel
Rijndaken door Maasdaken zijn
vervangen, al kwam het omgekeerde ook wel voor (Breda,
Spanjaardsgat).
Gepoogd is een zuiverder beeld van
de vroegere verspreidingsgebieden
RDMZRV1997/39-8
y.
'
8
j'
._'\.I'
x Rijndak
8 Maasdak
Verspreidingsoverzicht van het Rijndak (x) en het Maasdak (m),volgens foto’s van vóór 1900
van gebouwen uit de 17de eeuw en ouder:
te verkrijgen door af te gaan op
oude afbeeldingen. Tekeningen
kwamen daarbij niet in aanmerking omdat een Rijndak daarop
niet met zekerheid onderscheiden
kan worden van een dak van Maasleien met een puntige of ronde
onderkant. Alleen oude foto’s
kwamen dus in aanmerking,
waarbij foto’s van na 1900 buiten
beschouwing werden gelaten.
Teneinde relatief jonge leidaken
zoveel mogelijk uit te sluiten
werden bovendien foto’s van
gebouwen van na 1700 buiten
beschouwing gelaten. Zodoende is
het overzicht ontstaan op bijgaand
kaartje van Nederland. De grens
tussen het Rijn- en het Maasdak
loopt daarop langs de Waal en de
Merwede en vervolgens door ZuidHolland en het zuiden van NoordHolland met menggebieden aan
weerszijden. Omdat de ouderdom
van de leidaken op foto’s moeilijk te
schatten is en bovendien in de loop
der tijd veel fluctuaties zullen zijn
opgetreden, mag dit overzicht niet
Dakbedekking,
lei
RVblad 01-2
als een onveranderlijk beeld van
het verspreidingsgebied van het
Rijn- en het Maasdak in het
verleden worden beschouwd.
Literatuur
H. Janse e.a., Leien op Monumenten,
Zeist/Baarn 1986, p. 20 - 29,
60 - 65
J. Beisterveld en A.A. Kok, Het
monumentale dak, Amsterdam 1948,
p. 75 e.v.
Summary
Slate has been used as roofing
material in The Netherlands since
at least the 13th century. It was
imported from abroad via the
Rhine and the Maas rivers. Chiefly
scale-shaped slate was transported
over the Rhine, and rectangular
slate came over the Maas,
producing roofs in German slating
and rectangular slating,
respectively.
By means of 19th century
photographs of buildings dating
prior to 1700, an attempt has been
made to create a picture of the
earlier areas of distribution of these
two forms. Becausc of the difficulty
of estimating the age of slate roofs
on photographs, and also because
many changes have probably
occurred in the course of time, this
survey should not be considered as
an unalterable picture of the area of
distribution of German and
rectangular slating in the past.
Download