Thema 3 - Daar zit muziek in Woordenlijst woordenschat het orkest Een grote groep mensen die muziek maken. het concert Een muziekuitvoering de componist Bedenkt muziekstukken en schrijft het op met muzieknoten. het concertgebouw Het gebouw waarin het orkest een muziekuitvoering geeft voor het publiek. de concentratie Je aandacht bij één ding kunnen houden. verslappen Je aandacht wordt minder. bij de les blijven Je aandacht niet laten verslappen. noten (lezen) Noten zijn tekentjes om muziek op te schrijven. de toon(hoogte) Een muziekklank (laag of hoog) het ritme De organisatie van een patroon (snel of langzaam) Blz.1 klas 6 Thema 3 - Daar zit muziek in Woordenlijst woordenschat de dirigent Leidt een orkest of koor door de maat te geven. de orkestleden De muzikanten in een orkest. afslaan De dirigent geeft een teken met zijn dirigeerstok, dat de orkest leden moeten beginnen of stoppen met spelen. repeteren Oefenen voor een toneelstuk of muziekuitvoering. snaarinstrumenten Muziekinstrumenten met snaren. blaasinstrumenten Muziekinstrumenten die je bespeelt door erop te blazen. slaginstrumenten Muziekinstrumenten die je bespeelt door erop te slaan. bevestigen Iets ergens aan vastmaken. verplaatsen Als je iets naar een andere plaats brengt. actiefilm Een film waarin veel actie en geweld voorkomen. Blz.2 klas 6 Thema 3 - Daar zit muziek in Woordenlijst woordenschat comedy Een film of boek dat grappig is. de documentaire Een verslag op tv of radio over een gebertenis of persoon. sciencefiction Een film of boek dat zich ver in de toekomst afspeelt. de thriller Een film of boek dat eng is. de detective Een persoon die een misdaad, diefstal of moord oplost. overhalen Iets tegen iemand zeggen waardoor hij/zij het toch gaat doen. argumenteren Allerlei redenen geven waarom iets volgens jou wel of niet zo is, of zou moeten zijn. smeken Iets dringends vragen. zich lenen voor Als iets geschikt is, dan leent het zich voor. bij uitstek geschikt Het is vooral geschikt voor jou. Blz.3 klas 6 Thema 3 - Daar zit muziek in Woordenlijst woordenschat de solo Een muzikant die alleen muziek maakt. het duo Twee muzikanten die samen muziek maken. het trio Drie muzikanten die samen muziek maken. het kwartet Vier muzikanten die samen muziek maken. staren Blijven kijken naar één punt met je gedachten ergens anders. afwezig Suf of dromerig kijken. elders Ergens anders de bewondering Iemand mooi/goed/intelligent vinden. het ontzag Je hebt respect voor iemand. Blz.4 klas 6