Uploaded by larsvlugt

aantekeningen ONS

advertisement
ONS
Sociologie
Wat is sociologie (contigentie)?
-
In het kort gezegd ‘de wetenschap van het sociale’
de feitelijke sociologiebeoefening komt neer op een drieledig gebeuren dat pendelt tussen
theorievorming, empirisch onderzoek en (het ondersteunen van) sociale sturing
(sociologische driehoek)
Basisvragen binnen de sociologie:
1.
2.
3.
4.
Hoe is geordend samenleven mogelijk?
Hoe werkt het samenleven door in individuele levens?
Hoe zien de basiscontouren van onze samenleving eruit?
Hoe komen we tot een algemene, tevens empirisch onderbouwde sociologische kennis?
Sociologische belangstelling is voornamelijk gefocust op het heden
Onderzoeksmethoden
Kwalitatief: onderzoek in ‘de diepte’, minder representatief maar verdiept binnen een gekozen
afbakening (Participerende observatie, diepte interview) -> Ontdekken en verdiepen
Kwantitatief: in cijfers/harde data aan te tonen sociale ontwikkelingen (denk aan een
Enquête/survey), soms worden belangrijke ontwikkelingen gemist. -> toetsing theoretische
hypotheses/opnieuw testen bestaande bevinding
`
sociale betrekkingen berusten steevast op sociaal handelen van de kant van twee of meer
deelnemers, bij sociaal handelen is het handelen van een actor georiënteerd op het handelen van
een of meer andere actoren.
Een actor is stelt handelingen en heeft dus een bepaald handelingsvermogen
Er bestaat een verschil tussen Individuele en collectieve actoren (persoon/organisatie,bedrijf etc.)
Bij een sociale relatie, verhouding of betrekking raken de sociale handelingen van twee of meer
actoren met elkaar verweven.
Sociale verhouding= samenhandelen van 2 of meer actoren
Wederzijdse orientatie??
Kenmerken van samenhandelen
-
Wederzijdse oriëntatie
Zelfreferentialiteit
Dynamisch, tijdsgebonden proces
Open en onvoorspelbaar karakter
Participerende actoren (psychische of/en bewuste betrokkenheid) = de reflexieve monitoring
van handelen??
afhankelijkheidsverhouding of sociale binding= Actoren hebben elkaar nodig
-
Cognitieve binding (leraar, cursist, etc.)
Economische binding (bakker, slager, etc.)
Politieke binding (overheid/burger)
Affectieve binding (rela, prela, kwarrel)
Sociaal verband= Samenhangend geheel van sociale bindingen met een zekere duurzaamheid en
voor derden observeerbare grenzen. (vriendengroepen, schoolklassen, verenigingen, organisaties)
Politiek verband= Politieke Partijen/bewegingen
Affectieve band= gezin/communes
veralgemeende of gegeneraliseerde afhankelijkheid: we zijn van bijzonder veel gespecialiseerde
beroepsbeoefenaren, gaande van bakkers en dokters tot bijvoorbeeld entertainers, een beetje
afhankelijk.
Sociaal netwerk= een ketting van lang lopende afhankelijkheden
Soorten Netwerken
-
Economisch netwerk
Politiek netwerk
Sociaal netwerk
verdinglijking of reïficatie= een autonoom object dat buiten ons om bestaat en een eigen
werkzaámheid bezit (‘de Economie’, ‘de maatschappij’)
de maatschappij of samenleving: het momentane geheel van alle sociale relaties, bindingen,
verbanden en netwerken
een nationale of regionale samenleving = met territoriale en vaak ook politieke grenzen
Globalisering/Monadialisering= de verruiming, verdieping en versnelling van wereldwijde
verbondenheid in alle dimensies van het hedendaagse sociale leven, van het culturele tot het
criminele, van het financiële tot het spirituele
Met als gevolg:
1. Er zijn almaar meer sociale relaties en bindingen tussen geografisch verafgelegen actoren
2. de sociale netwerken én verbanden met een transcontinentaal en in tendentie mondiaal of
wereldomspannend karakter groeien
De wereldmaatschappij verwijst naar de ontwikkeling van lokaal en regionaal verbanden/netwerken
naar Internationaal/ transnationaal en zelfs mondiaal. Hierdoor groeit het Kosmopolitisme (een
wereldbewustzijn)
We hebben in de huidige samenleving een egocentrisch maatschappijbeeld ontwikkeld, waarin het
beeld dat iedereen in zijn eigen bubbel leeft die gecentreerd is rond ‘IK’  sociale blindheid
Bij sociologie is het doel deze egocentrische bril af te zetten en een decentrering (niet enkel in sociale
cirkels denken die uitgaan van ‘mij’) toe te passen. Hiervoor in de plaats komt sociologische
verbeeldingskracht
het vermogen om zichzelf te observeren als een knooppunt van én in menigvuldige sociale bindingen,
verbanden of netwerken die het eigen denken en handelen mede vormgeven. ‘’Charles Wright Mills’
doordat mensen met sociologische verbeeldingskracht de sociale context blootleggen en zo tegen dat
ego ingaan komt er veel victim blaming voor, denk hierbij bijvoorbeeld aan een verkrachting die je
ook in de sociale context als maatschappelijk probleem kunt bestempelen.
William Ryan = Zwarte amerikaanse socioloog die het boek ‘blaming the Victim’ schreef als reactie op
een politiek invloedrijk feitenloos rapport wat uitgaat van persoonlijke kenmerken van deze zwarte
mensen. Ryan weet de kansenongelijkheid in sociale context te plaatsen.
Dat ‘ik’ sentiment werkt in vele facetten van de culturele wereld door, denk aan schilders of schrijvers
van romans die we vaak op de persoon loven. Echter is hun werk ook afhankelijk van veel
afhankelijkheidsrelaties (producent, leverancier, uitgever, collega’s) en is daarom eigenlijk Joint
Product (Howard Becker)
Waarderingsvrij= geen oordeel fellen als het gaat om sociale (on)gelijkheid. waarderingsvrij
sociologisch onderzoekswerk is dus eventueel wel waardebetrokken, maar niet direct
waardegeladen.
kritische of geëngageerde sociologiebeoefening= Sociale ongelijkheid?  standpunt onderdrukte
innemen. (standpunttheorie)
De standpunttheorie neemt nadrukkelijk afstand van het dominante wetenschapsethos en zijn eis
van een waarderingsvrije kennis
principe van de scheiding tussen feiten en waarden: strikt empirische vaststellingen zijn mogelijk en
staan los van hun eventuele waardering of evaluatie
Sociaal Reformisme= niet maatschappelijke orde omver werpen maar streven naar bescheiden
beleidsmatige hervormingen
Soms heeft overheidsbeleid of interventie in beleid onbedoelde gevolgen. De uitkomsten vallen dan
anders uit dan de bedoeling was, met de onbedoelde gevolgen van dien.
Als het beleid het tegenovergestelde te weeg brengt dan dat de bedoeling was dan worden deze
effecten perverse effecten genoemd.
Het Matheuseffect: refereert naar een na-oorlogse beleidsbeslissing die als intentie had mensen
onderaan de samenleving ook mee te kunnen laten doen in OA studie, cultuur. Het beleid had echter
een slecht effect en de beter gesitueerden profiteerden een stuk meer dan de doelgroep. ‘’aan hem
die geeft, zal gegeven worden’’
Paradox van de sociale verbeeldingskracht: men kan leren afhankelijkheden en hun effecten te
doorgronden - maar men verkrijgt tegelijkertijd een verhoogd bewustzijn van de weerbarstigheid van
het sociale, wat de eventuele sociale veranderingszin tempert.
Zelf weerleggende/vernietigende voorspelling (self denying prophesy): een aanvankelijk correcte of
ware voorspelling zorgt onbedoeld voor een handelen dat de voorspelling tenietdoet.
Thomas-theorema: 'If men define situations as real, they are real in their consequences' ('Wanneer
mensen situaties als reëel definiëren, hebben die reële gevolgen'). Het Thomas-theorema ziet af van
het feitelijke waarheidsgehalte van een situatiedefinitie, of de interpretatie van een verschijnsel die
zegt 'wat het geval is'.
Zichzelf waarmakende/bevestigende voorspelling (self furfilling prophesy): een aanvankelijk onware
situatiedefinitie resulteert onbedoeld in handelen dat de oorspronkelijk onware voorstelling van
zaken waarmaakt
Sociale vooroordelen/stereotype: een geschematiseerde collectieve voorstelling van een sociale
groepering en haar leden.
sociale geloofscirkel= de onbewijsbare definitie van een toekomstige situatie is geloofwaardig omdat
ze van geloofwaardige voorspellers komt, en leidt daarom tot een handelen dat de voorspelling
bevestigt, waardoor de geloofwaardigheid van de voorspellers toeneemt
gefundeerde theorie: het inductief ontwikkelen van begrippen en conceptuele uitspraken vanuit
concreet onderzoek.
theorie met een beperkte reikwijdte of een 'middle-range theory': een empirisch toetsbaar geheel
van abstracte concepten en uitspraken dat zich situeert tussen de louter empirische beschrijving van
sociale fenomenen en een alomvattende theorie van het sociale.
Super Theorie?? Start als grondslagenonderzoek (gebruik basisbegrippen)
Hoorcollege 1
Sociologie kan ons helpen begrijpen
-
hoe bepaalde problemen grote maatschappelijke vraagstukken worden
en hoe we tot verandering komen
Dat is toch gewoon zo  hoe is het zo gekomen en kan het ook anders?
Het belang van het bovenstaande perspectief voor de kijk naar publieke vraagstukken begrijpen.
Charles Wright Mills (socioloog)
Socioloog op progressieve school en zette zich af tegen de gevestigde orde, oorlog had veel leed en
trauma meegebracht en hier moest de heersende macht van leren.
Sociologische verbeeldingskracht -> hoe je jezelf kunt begrijpen in sociale context
-
problemen die we meemaken is het interessant om te kijken hoe het in de sociale context
staat IPV het op jezelf te reflecteren. Mills legt een verbinding tussen zijn persoonlijke
‘troubles’ en ‘public issues’ te vergelijken, als synoniem zou je troubles kunnen zien als ‘mijn
biografie’ en public issues als ‘geschiedenis’.
Quality of Mind
personal troubles ---- Biografie
Public issues ------- Geschiedenis
Abnormaliseren/defamiliariseren= Dat wat je in je dagelijks leven ziet als normaal of vanzelfsprekend
actief gaan bevragen en kunt zien dat het ook vreemd zou kunnen zijn uit een ander perspectief.
Hoe doen we dat?
-
Vergelijken
Historiseren
Goede vragen leren stellen  vanzelfsprekendheden weg laten in de vraagstelling
Gurminder K. Bhambra (socioloog)
In de Nederlandse sociologie ligt er een flinke verbinding met de staat (verzorgingsstaat, groot
onderwerp in sociologie in ambtenarij), Maar daar begint steeds meer verandering in te komen.
Kritische vragen kan ook de overheid in de toekomst helpen
Guminder legt focus op koloniaal verleden en hoe patronen uit die tijd doorwerken in huidige
maatschappelijke ontwikkelingen (brexit, toeslagen)
Hoorcollege 2
De staat van Nederland-SCP
2 ledige betekenis: Input voor het Bestuur(staat der nederlanden)/stand van zaken (top down
perspectief)
De stand van nederland:
-
Kwantitatief onderzoek (databestanden, trends),
onderzoek betrekt niet alle ‘nederlanders’, goed om altijd de bronvermelding te bekijken en
te beseffen over wie het gaat
Statistiek – Leer voor de staat
Kwantitatief onderzoek heeft 2 kanten:
-
Voordelen
Breed beeld van sociaal/maatschappelijke staat
Veel mensen ondervragen
Trends worden duidelijk
Nadelen
-
De door onderzoekers gekozen vragen kan hokjes en stereotype in de hand werken
Self-furfulling prophesy kan door deze hokjes en stereotype aangestuurd worden (altijd
belangrijk om die hokjes goed te toetsen)
De staat der Nederlanden
Soevereine staat (via representatieve democratie bezit van Nederlands territorium)
Samenleving =/ Natiestaat
10-10-2010= Caribisch gebied wordt van ‘de Antillen’ wordt koninkrijk der Nederlanden. Bestaande
uit 4 landen (Nederland, Aruba, Curaçao, Sint Maarten) en 3 bijzondere gemeente (Bonaire, Sint
Eustatius en Saba)
Aruba, Curaçao en sint Maarten zijn niet volledig soeverein, Den haag ligt nog steeds verbonden met
deze landen. Ook de bijzondere gemeente hebben niet dezelfde rechten als burgers van gemeente op
west Europees Nederlands grondgebied.
Toeslagenschandaal
Parlementaire Enquête Fraudebeleid
Kern van het probleem: mensen die recht hadden op kinderopvangtoeslag en vanuit etnisch
profileren uit het fraude beleid werden mensen ten onrechte aangemerkt als Fraudeur.
26.000 ouders waren aangemerkt als fraudeur, en er werd niet naar geluisterd en konden geen
beroep gedaan worden. Deze 26.000 waren bijna allemaal niet westerse Nederlanders, die
aangemerkt werden door ‘risicoprofielen’ en etniciteit was daar een factor in (institutioneel Racisme).
Sociale en Culturele Ontwikkelingen 2023 (SCP)
Opvallende punten:
-
-
Nederlandse gemeenten hebben een sleutelrol in het bieden van
antidiscriminatiemaatregelen aan inwoners, ze zijn hier zelfs verplicht toe
Rijk ziet een centale rol voor gemeentes voor het inpassen van diversiteit in de samenleving
Het is belangrijk dat iedereen die een rol heeft in het onderwijs (ouders, kinderen, docenten,
bestuurders, enz.) de verschillende doelen van het onderwijs onderschrijven en zeker niet als
elkaar uitsluitend zien.
investering in hulpbronnen (sociaal, cultureel, economisch en persoonlijk kapitaal) van
jongeren is en blijft essentieel.
Onderzoek naar sociale verschillen en naar sociale mobiliteit toont aan dat patronen in het
meedoen, en kansen op meedoen, gevormd worden door de hoeveelheid economisch,
sociaal, cultureel en persoonlijk kapitaal die een mens heeft.
Hoorcollege 3 - Duurzaamheid
Framing->denkkaders, geeft handelingsperspectief
Alternatieve frames en politieke verschuivingen= abnormaliseren frames
Sturingsfilosofie
Huidig
Gewenst
Overheid
Overheid
Grenzen aan de groei
Groene Groei
Burgers
Burgers
Overheid
Alternatief Frame
Duurzaamheid
(wat er nu is behouden blijven)
-
Klimaatrechtvaardigheid
(Hoe kunnen we leven op aarde rechtvaardig vormgeven)
De effecten van klimaatverandering wordt onevenredig gevoeld en ligt voornamelijk bij kwetsbare
groepen
Daphina Misiedjan
-
Kijk vanuit het frame van rechtvaardigheid
Akkoorden van parijs gelden voor europees grondgebied, caribische delen worden hier niet in
meegenomen
Het antropoceen (tijdperk van de mens)
-
Mens heeft doorslag in de aardlagen (kernactiviteit, dierextintie)
Jason Moore
-
Ontwikkelingen kapitalisme economisch systeem zijn de menselijke sporen in de aardlagen te
vinden, ook omgang met de aarde in dit systeem zorgt voor uitstoot en milieuschade.
We moeten spreken over een Kapitaloceen
Waarom zijn de caribische delen meegenomen door nederland in de klimaatakkoorden van parijs?
Opdracht frames Werkgroep
Probleemdefinitie: 55% reductie van emissies in 2035
Sturingsfilosofie= Brussel is de afspraken aangegaan en rolt de ‘green deal’ top down uit.
Nu of in de toekomst handelen??
Tegenstanders zetten de klimaatrechtvaardigheidsbril op en richt op het feit dat ‘west europa’ heel
veel geld moet betalen en gebruikt daarbij klassieke termen ‘inkomenspolitiek’ en ‘transferunie’
Voorbereidende vragen
Wat is het sociologische perspectief en waarom denk je dat we dat perspectief gebruiken in de cursus
ONS?
-
Het sociologische perspectief is de kijk naar Relaties, verbanden en netwerken. Door dit
perspectief toe te passen leer je denk ik de diepte in gaan op ontwikkelingen die nu spelen in
de nederlandse samenleving. Dit denk ik omdat ontwikkelingen altijd terug te geleiden zijn
naar individuele sociale actoren en afhankelijkheidsrelaties.
Wright Mills (Laermans 2012) beargumenteerde dat het sociologische perspectief persoonlijke
moeilijkheden in maatschappelijke vraagstukken kan vertalen. Welke stap moet de socioloog
daarvoor nemen?
Wat is het verschil tussen een maatschappelijk vraagstuk en een publiek vraagstuk?
-
Een maatschappelijk vraagstuk gaat over een vraagstuk die de samenleving als geheel raakt,
een publiek vraagstuk beperkt zich tot een vraagstuk binnen de overheid. Maatschappelijke
vraagstukken zijn niet altijd onder de aandacht in de publieke arena en er zijn tal van
belangenbehartigers die hun best hiervoor doen
Publieke Arena/issue
Belangenbehartigers
Rapport WRR
HHI index om de mate van diversiteit te meten, in nederland is deze kans 0,38 (38% kans om iemand
tegen te komen met andere achtergrond)
Rapport diversiteitsbeleid
Tentamenvraag: in de empirical reseach paper ‘Can School Diversity Policies Reduce Belonging and
Achievement Gaps Between Minority and Majority Youth? Multiculturalism, Colorblindness, and
Assimilationism Assessed’ (Laura Celeste e. a.) wordt onderzoek gedaan naar de impact van
diversiteitsbeleid op de schoolprestatie en het gevoel van erbij horen van minderheidsleerlingen.
a. In welke 3 vormen heeft Celeste het diversiteitsbeleid gerangschikt?
b. Wat waren de bevindingen?
Antwoorden:
a. Multiculturalisme, kleurenblindheid en assimilatie
b. Multiculturalisme: positief effecten op zowel schoolprestatie en gevoel van erbij horen
Kleurenblindheid: hoe meer klerenblind de school is, des te minder de school prestaties.
Negatief effect op het gevoel van erbij horen
Assimilatie: negatief effect op zowel schoolprestaties als het gevoel van erbij horen
Onderzoeksonderdelen
Wat is de hoofdvraag die in dit artikel centraal
staat?
Wat is er vanuit huidig onderzoek bekend over
dit onderwerp/welke ‘gaten’ in de literatuur
probeert dit onderzoek te dichten?
Wat zijn de theoretische
concepten/veronderstellingen in dit artikel
Welke data wordt gebruikt om de hoofdvraag te
onderzoeken en wat weet je over de
onderzoeksmethode die gebruikt wordt?
Wat zijn de belangrijkste bevindingen van de
studie? Tot welke hoofdconclusie leidt dat?
Antwoorden
Wat is de invloed van verschillende
diversiteitsbeleidmaatregelen (resp.
Multiculturalisme, kleurenblindheid en
assimilatie) op het gevoel van behoren& de
nederlandse cijfers van minderheidsstudenten?
In vorig onderzoek werd enkel gefocust op
individuele percepties (ervaringen) en niet naar
meetbare resultaten van het beleid
- Multiculturalisme zal positief effect
hebben
- Kleurenblindheid staan de onderzoekers
neutraal tegenover
- Assimilatie wordt slechte score
verwacht
- Oud diversiteitsbeleid werkt door bij
verandering van beleid
Data: de uitgangspunten van het beleid en de
uitvoering hiervan. Cijfers Nederlands, gevoel
van behoren. Longitudinaal en emperisch
materiaal
- Multiculturalisme: positief effecten op
zowel schoolprestatie en gevoel van
erbij horen
- Kleurenblindheid: hoe meer klerenblind
de school is, des te minder de school
-
Schrijf een kritische noot of een vraag over dit
artikel, die je na het lezen nog hebt?
prestaties. Negatief effect op het gevoel
van erbij horen
Assimilatie: negatief effect op zowel
schoolprestaties als het gevoel van erbij
horen
Weinig te lezen over de negatieve zijde voor
meerderheidsleerlingen, als die er zijn.
Hoorcollege 4: digitalisering
Wat heb je geleerd van Gorwa?
-
Er zijn 3 soorten Governance als het gaat om het beveiligen van digitaliseren
1. Governance door government
 Burgers kunnen zichzelf organiseren als tegenmacht, vanuit europese waarde voorhand
nemen in het bouwen van eigen infrastructuur. (Jose van dijk)
 Publieke waarde die raken aan digitalisering
- Privacy
- Veiligheid
- Nauwkeurigheid
- Transparantie
- democratische controle
- gelijkheid
- non-discriminatie
- verantwoording
- onafhankelijkheid.
 Platformisering van de samenleving is de trend in de samenleving waarbij steeds meer
mensen gebruik maken en afhankelijk worden van platforms. Dit houdt in online platforms
(netwerken) waar gebruikers zelf dingen op kunnen maken/regelen/posten
 Wat is een voordeel en wat is een nadeel van platformisering van de samenleving?
Nadeel:
-
platforms vormen de gebruiker en de informatie die rondgaat en daarmee dus politiek,
cultuur en de samenleving.
Kan voor discriminatie door algoritmen zorgen.
platformbedrijven bepalen het gedrag van gebruikers.
Voordeel:
-
Connectiviteit
Toegang tot informatie en diensten
Inhoudsmoment ONS
-
Voorbereidingsvragen blackboard goed bestuderen
Samenvatting/mindmap-> gebruik elkaar
Overzicht van alles wat je moet kennen
Oefenopdrachten maken
Hoorcolleges ook belangrijk voor reproductie
Samenvatting oudejaars
Powerpoints doornemen
Ken de auteurs!!
Bereken de tijd die je nodig hebt per tentamenvraag
Stel vragen over de vraag tijdens het tentamen
-
Soms staat er een tip in de vraag
Herhaal de vraag in je antwoord
Antwoord geven:
-
Vraag lezen en onderzoekend lezen
Zo veel mogelijk geleerde begrippen gebruiken’
Check of je antwoord geeft op de vraag
Opmaak
Voorbeelden geven
Maak een punt en gebruik een quote uit het artikel
Methodes in aanpak
-
Tentamen A-Z
Tentamenvraag lezen en bepalen of je antwoord weet, anders met ster markeren
Tentamenvragen lezen  steekwoorden bedenken per antwoord  antwoord uittypen
Download