Vragen week 12 1. Bij een aanslagbelasting wordt er een bedrag te betalen belasting opgelegd. Bij een aangiftebelasting dient het te betalen bedrag belasting zelf worden berekend. Aangiftebelasting is dus op eigen initiatief en aanslagbelasting niet. 2. Het materieel belastingrecht regelt de hoeveelheid belasting iemand is verschuldigd, dus bijvoorbeeld de belastingtarieven en de heffingsgrondslag. Het formeel belastingrecht regelt hoe de belastingdienst en de belastingplichtige zich moeten gedragen met betrekking tot het heffen van belasting. 3. Tijdvakbelasting kan pas geheven worden aan het einde van een tijdvak, bijvoorbeeld het einde van het jaar, omdat dan pas de hoeveelheid van belastingschuld kan worden bepaald. Tijdstipbelasting wordt na een bepaalde gebeurtenis geheven, omdat er belasting is verschuldigd vanaf een bepaald tijdstip. Het gaat hier dus niet om een langere periode, bijvoorbeeld erfbelasting. 4. Een beschikking heeft betrekking op één concreet geval, bijvoorbeeld de aanvraag van een vergunning. Een besluit heeft betrekking op meerdere gevallen. 5. Vennootschapsbelasting: aanslagbelasting & tijdvakbelasting Inkomstenbelasting: aanslagbelasting & tijdvakbelasting Loonbelasting: aangiftebelasting & tijdvakbelasting Omzetbelasting: aangiftebelasting & tijdvakbelasting Schenk- en erfbelasting: aanslagbelasting & tijdstipbelasting 6. Het termijn voor het opleggen van de aanslag is 3 jaar na 1 januari na het jaar waarover aangifte is gedaan. Bijvoorbeeld als er aanslag wordt gedaan over 2022, dan is de oplegtermijn van de aanslag 3 jaar vanaf 1 januari 2023, dus 31 december 2025. Tentamen-vragen 1.1. De storting verlaagt de fiscale winst, de boete is niet aftrekbaar van de winst. Ook het feest is niet aftrekbaar van de winst. Het congres zal wel aftrekbaar zijn van de winst. 1.2. Ja, voor €30.000/5 = €6.000 per jaar. 1.3. Ali kan de aftrekbare kosten ten lasten brengen van de winst uit onderneming. Hiermee is zijn fiscale winst lager, waardoor hij minder belasting hoeft te betalen.