Uploaded by 1hamzaali1998

hemato-onco aanvalsplan-3

advertisement
Algemene vaardigheden
tractus anamnese kort
- circ: dyspnoe d’effort, hartkloppingen, nycturie, polyurie, pob
- resp: hoesten, dyspnoe (d’effort), pijn bij ademen
- dig: reflux, buikpijn, def
- urogen: plasproblemen
- locomotorius: pijn spieren, gewrichten
- hemat: nachtzweten, afvallen, koorts, infecties
- neuro: uitval motor, senso
anamnese met vpk en patient: hoe gaat het, eten, drinken, plassen, poepen en vit para, pijn,
op indicatie: gewicht (diuretica)
lo bij hemato-onco: acuut ziek ogend of niet, hh: mucositis bij chemo en vergrote
halslymfeklieren, evt hydratie; long, abd: +hepatospleno, extr: PNP en lymfeklieren in oksels
en liezen
glucosedagcurve
- normaal glucose 4-7; dm diagnsoe als 2x>7nuchter of 1xrandom >11
- 4 punt: voor ontbijt, voor lunch, voor avondeten en voor slapen
- 7 punt: voor en na ontbijt, voor en na lunch, voor en na avondeten, voor slapen
- 2,4,6 regel: als glucose>15: om de 2u meten, 4EH bijspuiten als >15eh, 6eh
bijspuiten als glucose >20
- hypo verschijnselen: zwak gevoel, zweten, licht in het hoofd, tremor, suf en insult
- definitie: <3.9
- o/te veel insuline of SU ingespoten, weinig eten, te veel lichamelijke activiteit
- r/staken/verminderen=overslaan van su of insu, bijvoeding: boterham en
druivensuiker, glucosedagcurve, ernstige hypoglyk: glucose 10gr bolus iv in
glucose 10%
- hyper verschijnselen:
- mild of matige hyper (15-25 zonder of met milde verschijnselen: urie/dipsie):
voldoende drinken: halve liter in eerste uur en 100-200ml/u en bijspuiten
- ernstige hyper (braken/diarree en zeer ernstig: dehydratie met anurie/oligurie
en soporeus): opname voor iv behandeling tgv te hoog suiker in bloed
normaalwaarde egfr
- <60jr: 90 of hoger
- 60-70: 80
- 70+: geleidelijk dalend elke 10jr met 10 punten
Elektrolyten
normaal natrium: 135-145
normaal k: 3.5-5
elektrolytstoornissen - hyperkaliemie
-
-
o/meds (acei,arb,ksparend, nsaid, bb), dieet met kalium (draagt bij: aardappelen,
groente met groene bladeren, fruit), acidose (denk aan h+k+atpase-acidotisch
milieu), dm, AKI/CKI
s/n/v, spierzwakte
ecg: verhoogde t top
r/asymp: k beperkt dieet, staak meds die hyperkaliemie geven (acei, arb, k sparend)
r/symp: insuline-glucose: 10EH insuline in 50ml 50% glucose, ca gluconaat,
natriumpolystyreensulfonaat
specifieke situaties: hypervolemie: lis, hypovol: infuus, oligurie/anurie door AKI of
CKI: dialyse
monitoring asymp: 1dd monitoren geen ecg, symp: met ecg, 2dd?
sondevoeding: moet eerst langs dietiste - als die vindt dat je niet genoeg kilocal binnenkrijgt
dan kom je er in aanmerking voor
hypokal
- normaal k: 3.5-5
- o/lis of thiazide, dieet, shift hypokal (intracel opname uit bloed):
- GI: diarree/braken/lax
- med: diuretica en b2-agonisten (saba/laba)
- hormonaal: insuline, catecholamines
- metabolisch: alkalose
- hypomagnesiemie
- s/spierzwakte of paralyse, n/v, obstipatie, polyurie
- r/
- asymp: KCL drank of slow k
- symp of ecg afwijkingen (st depressie): perifeer infuus kcl
- vermijd insuline en glucosehoudende vloeistoffen omdat die shift hypokal
geven
- specifieke situaties: hypokal+acidose: fix hypokal-hoge ph=daling k natriumbicarbonaat
hyponatriemie
- s/matig-ernstig: n, verward, hp
- ernstig: braken, somnolent
- ao: osmolaliteit bloed en urine
- r/
- asymp, hyponat, hypovol:
nacl 0.9%
- asymp, hyponat, hypervol:
vochtbeperking
- symp-matig-ernst: sterk
zout=nacl 3% (n, hp)
- ernstig: sterk zout
meerdere keren per dag
hypernat
- s/n/v, suf of juist prikkelbaar, dorst
- r/
- hypovol: nacl inf 0.9% en water oraal
- hypervol: lis
- te langzame correctie: trombose, te snel: hersenoedeem
pneumonie
- d/xt, resp pakket naar virussen, urine sneltest
- na opname: in principe amoxi iv maar bij chemo: cef
hartfalen
- d/xt, lo
- r/wegen, furo indien overvulling longen of perifeer
ECG wat doe ik ermee
- notitie: ritme (sr/af), slagen p/min, hartas, geleidingstijden, top morfologie, ischemie
- ritme
- p-qrs-t - dep boezem, dep ventrikels, herstel ventrikels
- hf 60-100
- aritmie: sinustachy of brady, asystolie=geen systole→pt gaat snel dood onwss
- sinusaritmie
- frequentie
- geleidingstijd
- pq: 0.1-0.2: verlengd = av blok 1e (pq iets verlengd altijd gevolgd door qrs),
2e graads: verlengd en soms wel en soms niet gevolgd door qrs, 3e
- qrs: normaal 0.1
- qt: <0.45
- hartas
- I en II het hoogst: intermediair
- I en AVL hoogst: linkszijdig hartas: li ventrikelhypertrofie, onderwandinfarct,
pacemakerritme, fysiologisch op oudere leeftijd, li btb
- III het hoogst en avf ook: rechtszijdig: re ventrikelhypertrofie, re btb, re
ventrikelbelasting bij LE
- p top
- niet als AF
- qrs morfologie: pathologische q golven na hartinfarct = elektrisch gat - ingezakte q
golf; li en re ventrikelhypertrofie
- st segment: elevatie st: MCI en andere dingen
- voorwandinfarct: v1-6
- lateraalinfarct: i, avl, v5 en v6
- onderwandinfarct: ii, iii, avf
- achterwand: v7-v9
obstipatie
- macrogol zn 2 stuks per dag
- bisacodyl als 2e stap tablet of zetpil
-
klysma bij fecale impactie (RT volle ampul waarbij poep niet uit wil → colex of microklysma
globaal-hemato onco
feiten en cijfers
- incidentie: huid-borst-long-prostaat-darm-hema kanker
- sterfte: long-darm-hema
picc lijn voor chemo ipv centrale veneuze katheter
- picc: laag invasieve plaatsing - ver van organen, vroeger ontslag: picc kan je ook mee naar
huis of in woonzorgcentra verzorgd maar meer kans op occlusie en dvt tov cvc → als dat
gebeurt: lmwh 5dgn en 3mnd doac
cancer staging
- stage I kan al met lokale pos lymfeklieren zijn - daarom wil je altijd ct thorax/abdomen
en fdg pet doen?
- stage 4 is any t, any n, maar met m1
- c: clinical stage (TNM) preoperatively gebaseerd op LO en of imaging en of biopsie maar soms is tumor anders dan verwacht dus daarom moet je p ook gebruiken, p:
pathologic stage postoperatively, y: pathologic stage post-neoadj therapie
- NX: regionale lymfeklieren kunnen niet worden beoordeeld bijv omdat ze zijn
verwijderd
- tnm stage: T zegt iets grootte tumor en of over diepte van groei
lagen van weefsel
- mucosa
- muscularis mucosa
- submucosa
- muscalaris propria=echte
spier=spieringroei
- serosa (doorgroei naar
andere organen)
stamceltransplantatie
- wanneer effect te verwachten
- de dip: stamcellen
groeien niet direct uit
nadat je ze hebt, duurt
2-3wkn, heet ‘de dip’ krijgt in die periode
ook g-csf voor
versneld uitgroeien
- afweersysteem en
algehele conditie is
daarna nog niet
hersteld, duurt lang:
na auto sct half jaar en allo 1jr
- eerste 3mnd controles op infecties, gvhd
-
allogeen: graft vs host, stamcellen van donor, voorafgegaan door lage dosis chemo
graft vs host: acuut of chronisch
- acuut:
- definitie: ontstaan bij <+100 dagen
- o/bloedgroepantagonisme of rhesusantagonisme
- orgaansystemen: huid (maculopapulaire rash <25% → gegeneraliseerde
erytrodermie+bullae), lever: lage bili → hoge bili, GI: weinig diarree/dag tot
>2L diarree
- d/huid: evt huidbiopt, diarree: banale kweek+cdiff en virus
- types: gr 1-4 obv ernst van sympts
- r/graad 1: huid: cortico creme 1-2dd klasse 2/triamci of 3/betametha,
graad 2 (darm en leverklachten): prednison met doseringen obv ernst
- ondersteunende maatregelen: levofloxacine bij intestinale gvhd en
voriconazol ivm immuunsup
- chronisch: bloedgroep of rhesus?
- s/huid, droge ogen, oropharynx
- klachten: uitslag huid, icterus, droge ogen en mond, moeite slikken, bloed in
urine
- r/immuunsupp
- autoloog vs allogeen
- autoloog: eigen cellen: geen graft vs host reactie, geen risk van rejectie door
lichaam, maar: lagere kans dat je eigen afweer de tumor nu opeens wel
aankan, mogelijk dat kanker opnieuw mee wordt getransplanteerd
- allogeen: grotere kans dat er graft vs tumor reactie komt, maar: graft vs host
mogelijk, risk op rejectie
- infectieprofylaxe na sct of bij chemo
moet je vanaf dag 0 tijdens chemo ook preventief breed ab starten?: geeft profylactisch ab
(cipro:gramneg+feni:grampos-smalspectrum) en bij koorts: ceftazidim
- profylaxe voor: enterobacterien, pseudomonas, s aureus, schimmels en gisten: dus
je geeft ab tegen gramneg en gram pos en antischimmel:
voriconazol+cipro+feneticilline
- bij koorts onder abs: ceftazidime
- 1x/wk monitoren van igm virussen, bij igm: start antiviraal herpes simplex en vzv
profylaxe: val en aciclovir
- sdd: selectieve darmdecontaminatie: geven van abs om bacterien te
verwijderen/enterobac waardoor infectie; pdd: profylactische darm decotaminatie met
feni-cipro https://www2.hematologie-amc.nl/JHM-INF-020_infectieprofylaxe
- schade aan mucosa in de darmen door mucositis door chemo geeft vnl bij
neutropenie, hoge risk op infectie door commensalen? of pathogene
bacterien of schimmels; omdat weinig neutrofielen, kan koorts enige response
zijn op infectie; (neutropenie: <1.5)
anemie bij kankerpatienten
- sympt anemie: zoek naar oorzaak: bloedverlies, hemolyse, ijzer of foliumzuur/vb11 of
vb12 tekort
- r/vul tekorten op, ga hemolyse tegen, bij erytropoese probleem: EPO, bij groot tekort:
rbc transfusie
chemo geinduceerde nefrotoxiciteit (vnl cisplatin), AKI
- s/stijging van kreat, elektrolytstoornissen
- r/preventief: iv nacl0.9 om diurese te stimuleren
- r/staken van nefrotox meds: nsaid, aminoglycosides, verlaag de dosis of staken (bij
matig-ernstige AKI), cisplatin analoog=carboplatin
- elektrolytstoornis opvullen
transfusiegrenzen: tr<30, hb<4.3
diarree bij chemo: mg 2g, geen loperamide?
virale infectie bij immuuncomp: druppel isolatie en breed resp pakket naar virale verwekkers
vervolgen van cmv, vzv en andere virussen omdat??: reactivatie mogelijk van virussen bij
verminderd afweermogelijkheden - je meet voordat je chemo geeft of iemand igg? pos is, als
nee: klaar, als ja: reactivatie mogelijk en daarom monitoring met igm?: igm pos =
behandelen met antivirale medicatie - doe je 1x/wk tot dag +100
selectie van een donor bij allo sct?
colleges
bestraalde bloedproducten: tegengaan van gvhd doordat je allo t cellen uitschakelt te geven
bij <1jr post allo of <6mnd post auto
https://www2.hematologie-amc.nl/MATCH-CMV-005_CMV
https://vademecum.hematologie.nl/artikelen/allogene-hpc-transplantatie/monitoringprofylaxe-en-behandeling-van-cmv-reactivatie/
Basis principes in onco
radiotherapie
- acute effecten: van sneldelende cellen: huid, gi tractus, beenmerg erytheem/sunburn (heet en jeukend, vervelling), orale mucosa: droge mond, gi
tractus: oesofagitis, diarree, n/v
- late effecten: langzaamdelende cellen: hart, nier, cns - somnolentie, hoesten en
dyspnoe
- types
- radicale radiotherapie: hoogste tolereerbare dosis, accepteerbare acute
toxiciteit is hoog want survival benefit is wss, vaak meerdere dagelijkse
fracties van 2gy - krijgt wel acute maar weinig late effecten
- palliatieve radiotherapie: lage dosis geven voor vnl symptom relief: weinig
acute en geen late effecten; evt kan je hoge doses rt geven als chir niet
mogelijk is
chemotherapie
- reden: micrometastases die ongezien blijven doden
- hoe combinatie chemo treatment:
- verschillende mechanismes van activiteit
- niet overlappen van toxiciteit patronen
- werken op verschillende momenten in cel cyclus: tumor bestaat uit
asynchroon celdelende cellen
- multi drug resistance
-
-
-
types: alkylerende middelen: bindt covalent aan dna met crosslinking en stopt
celdeling: melfalan, cyclofosfamide, busulfan, temozolamide
anti tumor antibiotica: anthracyclines=doxorubicin oa
anti metaboliet: mtx, fluoruracil
cisplatin en carboplatin
intake: kleine hapjes en hogere frequentie/minder groot eten en meer energiehoog
voedsel: chips enzo
resistentie: klinisch (BBB), tumorfysiologisch (slechte doorbloeding tumor waardoor
weinig deling), wordt cel uitgepompt
combinatietherapie: resistentievorming tegengaan en bijw. verminderen tgv hoge
doses monotherapie
veelvoorkomende bijw:
- GI: N/V, diarree (wv loperamide)
- type acuut braken: <24u chemo (vnl <2u) bij absentie van profylactica
- vertraagd braken: >24u, vaak door cisplatin
- anticipatoir braken: pts die meerdere chemo behandelingen hebben
gehad en geconditioneerd zijn om te braken bij chemo
- meest ematogeen: doxorubicin en cisplatin, cyclofosfamide
- behandelen:
- erg emetogeen: combinatietherapie
ondansetron/granisetron+nk1r-anta+olanzapine+dexa op dag
1 en dag2-4: dexa+ola profylactisch
- laag emetogeen: dexa of onda/granisetron als monotherapie
profylactisch
- minimaal emetogeen: geen profylaxe
- anticipatoir emesis: r/geen emesis hebben; sympt: benzo
Huid: hand-voetsyndroom: rode en pijnlijke handpalmen en voetzolen; hitte maakt
erger: dosisvermindering chemo, koelen, niet sporten, pijnstilling,
aki:
- preventie: hyperhydratie, veel drinken >2l/dag en urineproductie>2l/dag
- dd prerenaal: hypovol (v/diarree, bloeding), laag circ volume:
ascites/peritonitis, verminderd hf: hf, lage bloedtoevoer: nierarteriestenose en
hypotensie
- dd renaal: nefrotox meds oa chemo, auto immuun nefritis, neerslag van
eiwitten en kristallen (uraat/oxolaat)
- dd postrenaal (bladderen): ureterobstructie (niersteen), blaasobstructie
(prostaathyperplasie), urethraverstopping (verstopte blaaskatheter)
- r/weeg pt (vloeistofophoping?), CAD alleen op indicatie, optimale
vullingstoestand, staken nefrotox meds oa nsaid/acei/arb/chemo/abs
- r/behandel evt hyperkal, hyperfosfat, acidose
neurotox (motor en sensor, dosis en freq? gerelateerd); verbetert door dose/freq
vermindering over weken-mnd;
pulm tox: dyspnoe en hoest vaak self limiting evt glucocorticoid bij pneumonitis (op
imaging)
hepatotox (alat, asat, ggt?)
myelosuppressie: neutropenie → infectie en febriele neutropenie (koorts door infectie) wv
cipro+fene en G-CSF en voriconazol, anemie wv transfusie, tr penie wv tr transplantaat of
cyklokapron/tranexaminezuur indien tr<10
-
-
mucositis in de mond:
- sucralfaat/basisch mondspoelsel en fysiologisch zout spoelen
- ice chips in de mond voor 30min tijdens chemo geven als preventie of als
therapie - begint als inflammatie met branden in de mond en breidt uit naar
ulceraties met onvermogen om eten en drinken
gewichtstoename - vet vnl postmenopauzale vrouwen - diet en bewegen
alopecia: pruik bij onco vpk en hoofdkoeling met mutsje
hand-voet syndroom: corticos tegen schilferen en ontsteking, vette creme tegen
droogheid (ook preventief)
opvliegers, hoofdpijn, vaginale droogheid
Endocriene therapie
- castratie chirurgisch of medisch met gnrh agisten = medische castratie: eerst veel
afgifte van sex hormonen die soms (prostaat, borst, endometrium)
tumorgroeistimulerend werken en later: afname van sex hormoonaanmaak door
testes en ovaria tot castraatlevels
- steroid productie inhibitie/aromatase inhibition; voorkeur bij borstca
- steroid antagonist/steroid receptor blokker bijv tamoxifen van ER
- combination therapy werkt net als combination chemo beter dan monotherapie
- resistance: net als bij chemo: mutaties bijv in receptoren of in tumorcellen waardoor
meds de cel uit worden gepompt
Targeted therapy
- vaak oraal te geven, goede effecten en weinig bijw
- TKI
- EGF oa her2neu receptor
monoklonale antilichaam
- trastuzumab: bindt her2neu
- bevacizumab: anti vegf
activerende immuuntherapie
- stimuleert een reactie op tumor met cytokines, interferons, tnf
palliative care
- meeste gemeta solide tumoren zijn incurable
- doel: maximalizeer QOL, pallieer sympts
n/v
-
veelvoorkomende oorzaken: hyponatriemie, siadh, hypercalciemie obstipatie, en
buikpijn; opioid, abs, cytostatica, obstipatie/ileus
r/
- acuut braken <24u na start chemo: ondansetron en dexa
- chemo >24u: metoclopramide
- anticipatoir: lorazepam
obstipatie
- oorzaken: med: opioid, anticholinerg; water/vezels/beweging, anorexie, onvermogen
te kunnen persen, hypercalciemie, obstructie door maligniteit
- behandeling:
- water, vezels, bewegen
- macrogol, psylliumvezels, 2dgn geen ontlasting: colex klysma
diarree
- oorzaken: inf (noro/cdiff, kweek van bacterie), morfine/loperamide
cachexie/anorexia
- laag gewicht/weinig eetlust
- veel en freq maaltijden, klein, hoog calorisch en laag volume
- sporten
dyspnoe
- o/longtumor, pleurale meta, pulmonary oedeem
- dyspnoe verminderen: opioiden, benzo, o2
jeuk
-
o/uremie, icterus, meds: ab, opioiden
r/koelzalf of andere creme
symptomatisch handelen bij end of life
- pijncontrole: who ladder, vaak met oxycodon voor doorbraakpijnen, fentanyl voor
langere tijd als pleister, morfine
- stop alle non essentiele meds
- sc infusie > oraal of iv
- delier/angst: haloperidol
primaire hemostase
schade bloedvat→vaatspasme→tr activatie: vwf van tr bindt aan vaatwand en ADP: activatie en
aggregatie
sec hemostase
stollingscascade waarbij stollingsfactoren worden
geactiveerd
prostolling: TF, 7,10,11,12, 2
anamnese bij bloedingen
- sinds geboorte of later verkregen
hematomen of andere
bloedingen=aangeboren of verworven
- hematomen, spierbloeding,
gewrichtsbloeding, epistaxis, menstruatie,
bloeding na ingrepen: kiesextractie,
bevalling, operatie: transfusies, duur
bloeding in uren/dagen, latent interval
- menstruatie: stolsels, leidend tot anemie,
ijzersupp gehad, dagen per maand
- medicatie: nsaid, coumarine, tr remmers en ssri
- fam am
d/aptt, pt, tr
primaire hemostase: slijmvliesbloedingen (tandvlees, neus, darm, lang menstrueren) en lang
nabloeden bij wondjes na ingrepen
prim hemostase
- trombocytopenie: aanmaak, verbruik=itp/ttp, meds, maligniteit en infectie
- tr agg stoornis: oa nsaid, glanzman
- afwijking vaatwand: vasculitiden
- ziekte van vw
sec hemostase kenmerken
- gewricht, spierbloeding, spontane inwendige bloeding, nabloeden na traumata en
ingrepen, hersenbloeding
Allogene SCT
Autologe SCT
Anemie
- micro:
- chronische ziekte: ferr hoog, bse hoog → evt transfusie als diepe anemie
- dieet, bloedverlies: maligniteit/menstruatie, lage opname ijzer: ibd en
coeliakie
- als >50: ontlastingspatroon, hematemesis, melena
- ijzertekort: ferr laag - ferrofumaraat
-
-
normo
-
hemoglobinopathie: thalassemie
acuut hemolyse: ongeconj bili verhoogd, ldh hoog, reti N
acuut verlies: imaging? normale andere waardes
nierfalen: lage egfr <45, lage EPO, lage reti → epo
aplastische anemie: schade van beenmerg met uitval van alle bloedlijnen door
straling/erfelijk: lage leuko/tr/hb, reti laag + lage dichtheid in beenmergbiopt →
r/bloedtransfusie, groeifactornen, sct
- hematologische maligniteit: leuko hoog of laag, tr hoog of laag → sct
macrocytair
- lage vb11: foliumzuurdeficientie: vaak voorkomend - treedt snel op vnl bij
ouderen met malnutritie en veganisten
- normaal in groene bladgroentes oa spinazie, boerenkool etc
- o/lage intake van groene bladgroentes, hoog verbruik in
zwangerschap of hoog celturnover bij hemolyse en maligniteit,
coeliakie
- d/vb11 laag en mcv hoog
- r/vb11 supp
- lage vb12
- o/vb12 tekort door auto immuun gastritis waarbij IF niet wordt
uitgescheiden; megaloblastair bb en leuko en tr penie
- d/mcv hoog, vb12 laag, reti laag
- o/malnutritie, tekort aan IF bij pernicieuze anemie gastritis of
helicobacter pylori, terminale ileum resectie, ziekte van crohn
- r/vb12 injecties en behandelen van onderliggend lijden
- medicatie: cytostatica, mtx, immuunsupp
- alcoholabusus
- chronisch hemolyse: reti hoog
pernicieuze anemie
- o/lage vb12 inname bijv alcoholabusus en strikte vegetariers en lage opname van
vb12 bij AI gastritis, HP, crohn
- s/anemie sympts+glossitis
- r/vb12 injecties
- d/antistoffen vs IF of parietale cellen
AIHA
- o/antistoffen vs ery bij SLE/RA/hematologische b cel maligniteit=hodgekin of non
hodgkin lymfoom of (b)cll, infectie of meds
- autoantistoffen binden aan ery → lysis bij koude <30 of warme temperaturen >37
- s/sympts bij anemie, icterus + hepatosplenomegalie bij hematologische maligniteit,
roodbruine urine: intravasc hemolyse
- d/anemie, bili, icterus, ldh, reti hoog, mcv normocytair, haptoglobine laag (hb bindt
hapto waardoor dat daalt), directe coombstest (AIA vs ery) pos en AIA pos
- r/
- koude antistoffen: in warmte blijven evt warme plasmaferese
- warme antistoffen: corticos, rituximab
hemolytische anemie
- s/anemie+hyperbili: moe, zwak, duizelig, dyspnoe, tachycardie, bleke huid en conj,
geelzucht
- o/
- erfelijk: sferocytose, g6pd, pyruvaatkinasedef, hb pathie: sikkelcelziekte en
thalassemie
- verworven: immunologisch: AIHA, incompatibele bloedtransufie, meds,
mechanisch: hart en vaatklepprothese, infectie: malaria
- d/mcv hoog/N/laag, ongeconj bili/ldh hoog, hapto laag, evt AIA en pos coombs;
genetisch onderzoek op erfelijke aandoeningen, reti’s altijd hoog
thalassemie
- hemoglobinopathie: slecht gemaakte rode bloedcellen die zichzelf afbreken → anemie
- alpha-thalassemie: alpha globuline ontbreekt of beta bij beta-thalassemie
- d/dna onderzoek, mcv laag, ferr normaal, serumijzer en ijzerbindingscapaciteit
normaal
- r/foliumzuursupp (meer hb maken) en regelmatige bloedtransfusies
g6pd def
- schade aan ery door ROS
- mediterrane afkomst
sikkelcelziekte
- afrikaanse afkomst
- abnormale vorm ery = hoge afbraak
- reti en ldh hoog, mcv N
hemochromatose
- ijzerstapeling in lever, hart en pancreas: primair/erfelijk of sec
- d/ferritine hoog en ijzerverzadiging hoog
- r/prim: aderlating, sec: meds of behandeling van onderliggende oorzaak
- s/hepatomegalie, cirrose en leverfalen, pancreasafwijkingen
trombocytopenie
- immuun trombocytopenische purpura
- o/AIA vs tr → tr verwijderd door milt
- petechien en purpura, hematomen, slijmvliesbloeding, epistaxis
- r/verminderen van antistofproductie door corticos, splenetctomie, IV IGs:
binden autoimmuunantistoffen, TPO receptorantagonisten
- trombotische trombopenische purpura
- o/intravasale trombocytaggegatie door antistoffen vs adamts-13
- r/plasmaferese en fresh frozen plasma met ADAMTS13
- s/begin: malaise, trombocytopenie: petechien, purpura, hematomen,
epistaxis, microvasc tr aggregatie: nierfunctieverlies en hersenproblemen:
insult, verward
- d/adamts13 verminderd
- medicatie: komt vaak voor
- purpura
-
-
-
o/aggregatie van tr bij heparine, asa, nsaid
heparine antistoffen (5dgn na heparine), asa, bepaalde antibiotica
(sulfonamides, vanco)
- r/staken meds
infectie: regelmatig
- s/purpura, infectie, koorts
- o/hiv, hepatitis, ebv, HP, sepsis, parasiet oa malaria
- r/geen
maligniteit: regelmatig
- s/purpura en sympts maligniteit
- o/lymfoom, leukemie, myelodysplastisch syndroom
hemofilie A
- meest voorkomend
- o/genetische afwijking voor f8
- d/pt normaal, aptt hoog, factor viii/antistollingsfactor laag, vwf normaal
- s/afh van stollingsactiviteit f VIII
- <1%: freq hematomen vanaf geboorte, rec hemartrose, spontane
spierbloedingen
- 1-5%: drnstige bloeding na letsel
- >5% activtietit=milde hemofilie: bloeding alleen na letsel of chir
- profylac dosering f8 en bolus bij bloedingen
hemofilie b
- o/genafwijking f9
- s/bloeding na letsel of chir, hematomen, gewricht en spierbloedingen
primaire hemostase aandoening: slijmvliesbloeding+acuut heftig bloeden: epistaxis,
tandvlees, menorragie, purpura en petechie, hematomen
sec hemostase: spier en gewrichtbloeding + lang nabloeden bijv na operatie
tr filie
- DIS: fibrineklompen sec bij andere ziekte bijv sepsis, trauma, maligniteit, obstetrisch,
immunologisch: allergie en transplantaatafstoting
- lab: tr en fibrinogeen omlaag; pt, aptt, d dimeer omhoog
- r/onderliggende oorzaak behandelen
- factor v leiden: door genmutatie kan protrombotisch fv niet inactief worden gemaakt =
blijvend stollen
sec trombofilie: maligniteit, immobil, postoperatie, oestro gebruik, zwanger/kraambed
ziekte van vwf: prim hemostase; r/desmopressine: stimuleert vwf en f8 synthese (bij
hemofilie a)
all/acuut lymf leukemie
- wat: woekering van b of t voorlopercellen=b-all of t-all
-
-
-
AML
-
-
-
o/verworven dna schade bijv straling of chemicalien of cumulatie van genetische
mutaties
risk: kind en jongvolwassenen
a/hoofdpijn, botpijn, moe/anemie, buikpijn/volle buik (hepatosplenomegalie), infecties
lo/anemie (bleke huid en sclerae), hematomen/bloedingen/purpura/petechien
(epistaxis/mondslijmvlies/menorragie), lymfadenopathie, hepatosplenomegalie, laag
gewicht
lab: hb/tr laag en leuko normaal met blasten in perifeer bloed; gouden std:
beenmergpunctie: >20% blasten, immunofenotypering (markers van aanwezigheid
van celopp receptoren), cytogenetica, moleculaire diagnostiek
r/chemotherapie voor remissie inductie en corticos, hoog risk: allogene
stamceltransplantatie
p/behandeling bij kids succesvoller dan volwassenen, maar afh van type mutaties,
leeftijd
a/eerder contact met radio of chemotherapie, familiair voorkomen van aml/mds
woekering van myeloblasten (voorloper van monocyten en granulocyten)
s/infecties, anemie, botpijn, tandvleeszwelling
lo/petechien en hematomen, koorts/infecties, anemische symptomen,
hepatosplenomegalie, lymfadenopathie
d/
- vnl: BM biopsie (vaste deel opzuigen vs aspiraat: vloeistof deel opzuigen) en
>20% blasten in perifere bloed OF beenmerg
- lab: hb laag, tr laag, leuko hoog maar neutro laag - leuko op zich zegt niets
- SDD: surveillancekweken
- na diagnose monitoring: k, fosfaat en nucleinezuren komen vrij door TNS→
ureumkristallen die neerslaan in nier=ACI), vnl bij tumoren met hoge
celturnover=hemato-onco aandoeningen=leukemie en lymfoom
- meten: k, fosfaat, calcium, gfr, BUN, fosfaat, leverfunctie
r/chemo tot remissie inductie en daarna consolidatie en daarna allogene sct (vroeg
donor zoeken); je kan ook auto sct doen bij weinig risico op terugkeer van ziekte en
CR bereikt
- remissie inductie met chemo via centraal veneuze katheter
- effect: CR (<5% blasten in beenmerg), PR (5-10% blasten), refractair
(>10%) dmv bone marrow aspiration
- bijw chemo: n/v, diarree, ulcus mond, cytopenie en infecties, tumor
lysis syndrome
- assessments: vaak aantal dagen na therapie met aspiratie
- consolidatie therapie (geen vindbare aplastische cellen)
- kort na CR: opnieuw hoge dosis chemo met cytarabine+autologe of
allogene SCT - assessment van geslaagde consolidatie als er geen
blasten zijn op FC
- preventie: ACI: iv hydratie en diuretica, hyperkaliemie: ECG en
regelmatige bloedcontroles
- geen vind
r/allogene sct
-
-
-
alleen als slechte prognose op aml, er een donor is en de patient sct aankan vaak jongere patient <60jr met slechte prognose=relapse na CR (graft vs host
en graft vs leukemia reacties)
- assessment: complete remission: post remission therapy alsnog nodig om
alle onvindbare blasten af te maken - anders altijd relapse, complete
remission with incomplete recovery of normal neutrophil or platelet counts,
partial remission, resistant disease=refractaire ziekte - met flow cytometry
- autologe sct op aml wordt niet gedaan
r/supporting therapie
- bij koorts bij bekende aml leukemie ondanks leukocytose, neem je bk af +
geef iv ab breed
- bij leukostase = sympt hyperleukocytose: dyspnoe en verlaagd bewustzijn prednison en chemo nodig cave TLS
- rbc en platelet transfusie vaak wel
- centraal veneuze katheter: meer bewegingsvrijheid, blijft langdurig zitten,
geschikt voor hoge doses geconcentreerde chemo
- n/v: oral hydration, cave: mallory weiss tear van braken en GI bloeding –
metoclopramide, domperidon en diarree
- allopurinol of rasburicase bij uraat
p/
- 70% <60jr: krijgt CR; 50% met cr krijgt relapse vnl in eerste 2-3jr
Goals AML
- life ending disease for most patients maar treatment for short and long term
outcomes
- complete remission/CR = <5percent blast cells in bone marrow and complete blood clearance
→ gecorreleerd met langere survival, betere QOL en nodig voor genezen van AML
- soms niet mogelijk doel: hoge leeftijd, comorbiditeit
MRD: minimal residual disease: <10-4 blasten in beenmerg bepaald met FC
transfusiereacties
- vroeg:
- ernstig: imm gemedieerd: hemolytische transfusiereactie: hapto verlagd,
hemoglobulinemie en hemoglobinurie=rode urine met ACI; niet ernstig: koorts
- niet immunologisch: bacteriologische verontreiniging=sepsis
- laat: imm: uitgestelde hemolytische transfusie reactie; niet imm: virale infecties
- bruine urine vanwege bilirubinemie, geen ACI
neutropene koorts
- door chemo gaat leuko productie stuk, bij infectie krijg je koorts maar
leukopenie=neutropene koorts
- dus koorts door bacterie/virus na chemo waarbij weinig leuko/neutro
MDS/myelodysplastisch syndroom
- een of meerdere cellijnen sterven af
-
CML
-
-
-
-
CLL
-
s/afh van ernst en type: vermoeid, rec infecties, bloedingsneiging met auto
immuunfenomenen?: vasculitis, myositis en vasculitis
lab: pancytopenie, beenmerg: dysplastische cellen, cytogenetica: 50% heeft
specifieke chromosomale afwijkingen
r/mild: symptoombestrijding: groeifactoren, transfusies (van bloedcellen?); ernstig:
intensieve chemo en allogene sct
wat: woekering van volwassen granulocyten: neutrofiel, eosino, baso
fases: chronische/indolente fase=85% presenteert hierin na routine volledig bb of bij
klachten van anemie en buikpijn/volle buik - <10% blasten in perifere bloed,
acceleratiefase=10-20% blasten van wbc in perifere bloed, blastaire fase
=blastencrisis=>20% blasten van perifere bloed WBC
translocatie op chromosoom met philadelphia chromosoom → bcr abl tyrosine kinase
vorming → veel celdeling van myeloide stamcel = veel monocyten, granulocyten,
eosinofielen en basofielen en weinig ery
d/lab en beenmerg biopt: celrijk: leukocytose vaak 100 met normale hb en tr,
cytogenetica: philadelphiachromosoom en bcr abl: cytogenetica; beenmerg
onderzoek: hyper
e/piekleeftijd: 60jr
r/
- tki=imatinib: target bcr abl - geen proliferatie van bcr abl pos cellen - kan je
meteen mee beginnen zonder overige indicatie?
- aanvullend: allopurinol bij TLS en leukoferese indien leukostase
woekering van b lymfocyten
a/who performance, koorts, gewichtsverlies, nachtzweten, inf
lo/lymfeklieren, lever, milt
d/lymfocytose van vaak 20 met normale hb, tr, neutro in beginstadium
r/
- in principe alleen behandelen bij sympt ziekte: lymfocytose+hb<7 of
trombocytopenie <100
- chemo+immuno, allo sct: recidief of refractair na chemo immuno of lage kans
op 2jr survival
- cave: tumorlyse: iv hydratie, urinezuurkristalafbrekend enzym, diuretica
- cave: bacteriele infectie: antibiotica - PJP: cotrim; neutropenie: evt g-csf
- warmte auto immuun anemie of trombocytopenie: prednison → rituximab bij geen
respons → geen respons: cll behandeling met chemo+immuno→all sct
- koude antistoffen: rituximab → cll behandeling
- rec lwi: ab on demand: cotrim of azitro of doxy
essentiele trombocytemie
- toegenomen megakaryopoese=meer tr
- o/jak2 mutatie, mpl mutatie
- a/asymptomatisch vaak
- ao/hoog tr; beenmergpunctie: megakaryocyten, tr, cytogenetica: jak2 en mpl mutatie
-
r/cvrm, asa vs tr agg; hoog risk: asa+cytoreductieve therapie bijv inf-a
comps mogelijk: dvt, le, tia/cva
polycythemia vera
- aanmaak ery, leuko en tr is toegenomen
- a/hoofdpijn, rode extremiteiten in warme omgeving, cyanose acra, botpijn, b sympts
- lo/rood gelaat, splenomegalie
- lab: ery, leuko en tr is toegenomen; beenmerg: celrijk beenmerg
- r/cvrm, 1e keuze: aderlaten; verder: asa, cytoreductieve therapie: inf a
myelofibrose
- beenmerg vervangen door bindweefsel
- lab: hb laag, leuko hoog, traandruppelcellen; beenmerg:
- r/cvrm, asa als veel tr
hodgkinlymfoom
- wat: woekering b lymfocyten
- stagering: ann arbor staging system: een orgaan of lymfeklier aangedaan, 2
organen/lymfeklieren aangedaan aan zelfde kant van diafragma (boven of onder),
orgaan of lymfeklieren aan beide kanten van diafragma aangedaan boven en onder,
widespread disease
- s/b symptomen: nachtzweten, koorts, afvallen, infecties, LO/lymfadenopathie en
hepatosplenomegalie
- ao/histologie lymfeklierbiopt: reed sternbergcellen, fdg pet ct: stadiering: in zit ziekte
in 1 of meerdere lymfeklierstations
- lage stadia: chemo, hoge: intensieve chemo; refractair/niet reagerend op chemo:
autologe sct
- nieuwe behandeling: brentuximab: grijpt aan op cd30 van reed sternbergcellen
- goede prognose
- d/lo, lab: volledig bb, bse, nier en lever, ldh, hepatitis bc hiv
- d/histologisch biopt van lymfeklier niet beenmerg?→ bij diagnose: fdg pet/ct
- ki67: marker die zegt iets over snelheid waarmee cellen zich delen - sneller delende
ziekte is sensitiever voor chemo
- r/immuno-chemotherapie met r-chemo→restaging→salvage chemo of allo sct
non hodgkinlymfoom
- maligniteit van b, t of nk cellen waarbij geen reed sternbergcellen
- 50 verschillende types oa chronische lymfatische leukemie, hairy cell leukemie en
prolymfocyten leukemie
- d/vnl histologische diagnose door excisie biopt van lymfeklier
- meest voorkomend: CLL; zie beneden
- leeftijd >60, proliferatie van monoklonale b lymfo en vaak bij toeval ontdekt
- s/vermoeid, anemie sympts, rec infecties, asymptomatisch
- lo/lymfadenopathie en hepatosplenomegalie
- lab: hb, tr, granulo laag; lymfo hoog; beenmergpunctie celrijk
- behandelindicaties: laag tr/hb of lymfocytose; laag stadium: wait and see
- chemo, rituximab; jonge pts: sct
folliculair lymfoom
- indolent: traag groeiend/niet agressief; bij diagnose vaak al in hoog stadium
- o/mutaties met translocatie 14,18 en bcl2 overexpressie
- ao/compleet bloedbeeld=cytopenie, lymfeklierbiopt, fdgpet/ct=stadiering
- a/asymp soms b symptomen; lo/lymfadenopathie
- r/curatief niet mogelijk met chemo: R-chemo=R-CHOP; wel in principe mogelijk met
allo sct
- maar indien geen behandelsindicatie (asymptomatich), eerst wait and see, dan
behandeling bij sympts: chemo, rt, rituximab; dan sct
- indicatie behandeling: b sympts (afvallen, infecties, koorts, nachtzweten), cytopenie,
bedreigd orgaan bijv lever, compressie van structuren door groei
diffuus grootcellig b cellymfoom
- wat: agressief snelgroeiend b cellymfoom
- s/b sympts, lo/lymfadenopathie en hepatospleno
- lab: cbc, lymfeklierbiopt, fdgpetct vnl voor staging via ann arbor staging system (in
HL en NHL) pre en posttreatment voor response assessment (false pos bij
inflammation of infectie)
- r/meteen behandelen: chemo, rituximab=R-CHOP of R-chemo varianten, hiermee
geneesbaar
salvage therapy
- wat: therapie wnr initiele therapie faalt - 2nd line
- hogere doses en andere chemo
diagnostiek bij lymfoom vs leukemie
- bij lymfoom is alleen lymfeklierexcisie + onderzoek nodig voor diagnosestelling, petct met ann arbor stagering voor classificatie; vnl omdat HL en NHL preseteren met
(asymptomatische) lymfadenopathie
- hebben van b sympt correleert met ernst van ziekte
- leukemie: beenmergbiopt en of aspiratie; geen stagering?∂
ziekte van waldenstrom
- productie van igm paraproteine door plasmacellymfoom
- a/b sympts, sympts van hyperviscositeit=suf, concentratieproblemen, epistaxis en
dyspnoe
- r/wait and see, chemorituximab; hyperviscositeit=plasmaferese
- ao/hb laag
multipel myeloom
- ziekte van kahler=woekering plasmacellen in beenmerg die monoklonaal eiwit
maken=m proteine
- crab=hypercalciemie (dorst, n/v, verwardheid), nierfunctiestoornis, anemie door
myeloom in beenmerg-verdrukt, botproblemen=fracturen - plasmacellen groeien in
botten, breken die af, waarbij calcium vrijkomt en complexen worden gevormd van
mineralen die neerslaan in nieren; daarbij geven antistofcomplexen nierschade
- a/botpijn, vermoeid, infecties, bloeding; lo/bleek en kloppijn wervelkolom
- lab: kreat en calcium en totaal eiwit en m proteine en vrije lichte ketens hoog
-
beenmergcytologie: monoklonale plasmacellen
fdg pet/ct: waar zijn haarden
r/>65: proteasoomremmer en immunomodulatoire middelen en evt daratumumab, sct
rt: palliatief op bothaarden
hypercalciemie: hydratie, diuretica
diagnostiek
- bcr abl: pcr
- m proteine: gelelektroforese
- sferocyt: bloeduitstrijk
- transpositie 8,21 of andere: cytogenetisch onderzoek
oncogenen
- bcl2: is antiapoptotisch en heeft soms overexpressie: lymfoom, melanoom, borst
- bcr abl: tyrosine kinase: geeft veel celdeling, mutatie bij cml
- braf: stimuleert celdeling
- her2neu: stimuleert groei en celdeling van tumorcellen, trastuzumab
- nmyc: geeft celproliferatie
kanker en diagnostiek
- blaas: urethrocystoscopie: in de blaas en urethra kijken
- cervixcarcinoom: hrhpv test als screening bij uitstrijkje, cytologische beoordeling na
uitstrijkje
- crc: ifobt prim screening → coloscopie of ct colografie met contrast
- erfelijke tumoren: dna onderzoek met wanguitstrijk op mutaties
- SCLC: FDG/pet met radioactief glucose
- mammaca: mammografie
- melanoom: dermatoscopie geen biopsie?
- metas: botscan met radioactief technetium
- schildklier: schildklierscintigrafie
- pancreas: ERCP en ca19-9 voor monitoring
T classificering
Tis: in het epitheel,
niet in spier
t1: lamina propria
t2: muscularis
propria
t3: door serosa
t4: in omliggende
structuren
namen
-
c voor: klinisch/radiologisch bewijs voor classificering
p voor: classificatie na pathologisch onderzoek: betrouwbaarder
y voor: classificatie na neoadj therapie
G achter: histologische gradering
R achter: radicaliteit van chir resectie
stadiering
S0: Tis, n0m0
radiotherapie: vnl goed als sneldelende tumorcellen, niet als langzaamdelend (glioblastoom);
vnl in lage doses en veel fracties
kleincellig longcarcinoom
- wat: erg agressief, vaak al gemetastaseerd bij diagnose >90%
- s/hoest, hemoptoe, dyspnoe, sputumproductie, evt: heesheid (n laryngeus recurrens
aanraken, niet larynxcarcinoom die zwelling van larynx geeft), stridor, dysfagie,
horner syndroom
- vena cava superior syndroom: afsluiting van vcs waardoor dyspnoe en
zwelling gezicht
- pancoast syndroom: pijn schouders
- horner syndrome (ptosis, miosis, anhydrosis), botafbraak
- paraneosplastisch syndroom: hypercalciemie, siadh, neurologische
stoornissen
- lo/cervicale, axillaire lymfadenopathie
- meta: bot, brein (hp, braken, neuro uitval)
- risk: roken, hoge leeftijd, beroep: asbest, arseen, chroom
- o/fijnstofophoping in longen door roken of beroep
- d/
- vaak wel begonnen met CXR → low suspicion → niks
- suspicioous: doorverwijzing en CT thorax/abdomen door longarts/specialist
- iv contrast: verbetert beoordeling van mediastinale meta, lymfeklieren
- chest ct vs pet ct: chest ct met contrast heeft betere imaging
kwaliteit/resoultie tov pet ct
- beoordelen van T stadium (puur afh van grootte), vinden van
pathologisch vergrote nodes voor biopsie en beoordelen van
metastase (risico)
- bronchoscopie (flexibele scopie door je trachea naar de kleinste bronchie
waar ziekte is) bij een centrale laesie of percutane naald biopsie echo of ct
geleid bij een perifere laesie
- wordt preoperatief altijd? gedaan
- roesje=sedatie: je bewustzijn wordt verminderd, bent wel
aanspreekbaar, herinnert je niks van de ingreep, alleen bij ingrepen
die niet heel pijnlijk zijn: vaak diagnostische ingrepen zoals scopie en
hartkatherisatie, zelfde meds als narcose maar in lage doseringen, je
ademt zelf
- narcose=algehele anesthesie: kan niet zelf ademen: gebeurt met
ondersteuning, diepe slaap, mogelijk dat CAD of sonde wordt
geplaatst tijdens de narcose
-
-
-
-
fdg pet: lymfekliermeta en overige meta vaak preoperatief voor staging en om
te kijken of een operatie uberhaupt wel waard is - niet bij gemeta ziekte, CI:
metformine en nierinsuf
- als je geen verdere radicale behandeling wil doen als chirurgie,
radicale radiotherapie - dan hoef je mogelijk geen petct te doen
- ct met iv contrast + fdg pet is vaak beste om TNM stage zo goed
mogelijk te bepalen ook al is de info overlappend
- als je stage iii of iv cancer ziet op ct: doe je altijd pet ct; bij localized
cancer stage i of ii, kan je overwegen pet ct te doen - dus false pos
(infectie/inflam/false pos) vs occult disease vinden
- indien klinische verdenking meta: mri/ct hersenen, bot: xray/botscan
ebus/eus: mediastinale lymfeklieren; mri hersenen: hersenmeta
- ebus=endobronchiaal vaak gedaan als er op ct scan geen meta’s zijn maar je
wil weten of er N+ is (als wel: uitgezaaide ziekte, daarom geen curatieve
therapie mogelijk en heeft chir minder zin) maar je kan ook pet doen neem ik
aan om pos N+ te vinden; eus/endoscopic ultrasound door slokdarm door mdl
arts wordt minder gedaan
- probleem: vergrote ct lymfeklieren of fdg opnemende nodes zijn niet
100% sensitief om kanker te vinden, N+ wel
- comps: bleeding, pneumothorax of sedatie related: hypotensie, resp
falen
- mri brein: verdenking hersenmeta met klachten of std bij s3-4 op chest ct
lab: elektrolyten, nierfunctie, calcium (botafbraak), vbb, AF (botafbraak)
r/
- i/ii: volledige chir resectie, alternatief als niet wenselijk om chir te doen: RT
- bij SCLC is dit onwss - vaak al gemetastaseerd dus weinig resecties
- resectie: een kwab: lobectomie (meestal), segment: kleiner, wig:
kleinst (t1n0m0) - doel: clear margins
- ii/iiia: +adj chemo
- dit komt vaker voor bij SCLC en vaak wordt dan ook RT toegevoegd
- iv: +chemo en immuno; isolated brain metastasis: rt of resectie
- chir resectie 1e keus meestal niet mogelijk, chemo, rt
- egfr pos: erlotinib
- indien recurrence: sterft uiteindelijk vaak
chemo: s3-s4
radical radiotherapy: unfit voor surgery; palliatief: symptoombestrijding
Benodigde info stadium nsclc I-III
- whole body fdgpet+diagnostische ct thorax met iv contrast
- indien opname in mediastinale klieren dan ook bronchoscopie met
transbronchiale naaldaspiratie via bronchoscopie of EUS of EBUS met
biopsie
MRI hersenen als S3 of hoger
- EUS/ebus/bronchoscopie indien verricht (mediastinale klieren pos
- PA verslagen indien verricht?
behandeling
-
i-iia: chirurgie of stereotactische rt: hoge dosering rt van meerdere kanten, door hoge
dosis gericht toegepast, weinig fracties
iib: resectie, als irradiciaal: dan ook postop RT
III: chemort tegelijk of sequentieel en adj immunotherapie
- RT-oesofagitis: ppi bij voorkeur en pijnstilling
- radiatiedermattitis cetomacrogolcreme of andere indiff creme
i-iii sclc
- d/ct chest-abdomen, zonder fdgpet maar kan ook met + mri hersenen
- types: limited disease: 1 hemithorax en regionale lymfeklieren; vs extensive:
tumoruitbreiding buiten dat gebied
- R/
- I en II sclc: chir +adj chemo
- iii sclc: concurrent/tegelijk chemoRT
WHO vs KPS functiescores?
random euthanasie voorwaarden
- arts is overtuigd dat euthanasiewens vrijwillig is en goed over nagedacht
- uitzichtloos en ondraaglijk lijden: ongeneeslijke diagnose
- geen andere oplossing
- onafhankelijke aarts: scenarts=consulent: houdt arts aan zorgvuldigheidseisen
- medisch zorgvuldig: juiste meds
glioom
-
s/neuro uitval obv lokalisatie tumor, epilepsie, braken, hoofdpijn
risk: radiotherapie hoofd hals
d/mri met contrast en histologie
r/laaggradig: wait and see, bij groei: resectie, chemo en rt
brca mutaties
- s/mamma, ovarium of tubacarcinoom op jonge leeftijd
- risk: pos fam anamnese of genetisch
- o/mutatie in brca 1 of 2
- d/dna diagnostiek, periodiek onderzoek mammae >25jr: jaarlijks borstonderzoek +
mri
borstkanker
- Achtergrond
- stadiering: gaat vnl over grootte van tumor niet over invasiviteit door
structuren heen (ook al heeft het hier wel mee te maken), lymfekliermeta’s
maken hier niet in uit zolang er geen (oligo)meta’s zijn
- risk: brca genmutatie, vroege manarche en late menopauze, nullipara, exo
oestro
- brca: bilaterale mastectomy vermindert incidentie met 95%
- screening: BVO 50-75 om de 2jr met mammo, >30jr als genmutatiedraagster
met mammo of mri
- screening op ovarium/tuba ca gebeurt niet std
-
-
-
-
-
DCIS/ductaal carcinoma in situ: cellen die in weefsel zitten en niet invasief
groeien in overige structuren
- invasief ductaal carcinoom: meest voorkomend
- Markers: er, pr, her2 neu positief of negatief; triple neg kan = slechte
prognose
risk: chemo/rt op borst, vroege menarche/late menopauze, hormoonsupp na
overgang, pilgebruik
diagnostiek
- bij knobbel zonder aanwijzing voor maligniteit of veranderd gevoel:
mammografie als >30, anders: echo
- mammografie: birads - 4-5: hoge kans op maligniteit → biopsie
- bioptmethodes: core needle biopsy, fine needle/dunne naald biopsie, chir
biopt onder geleiding van US - dikke naald punctie meestal uitgevoerd
- T stadium bepaling, marker bepaling (gebruik je alleen als T3 en
hoger, N+, M1)
- wel pet/ct bij t3 of T4 of N+ pre neoadj therapie
Behandelsmogelijkheden en diagnostiek per stadium
DCIS en stadium 1-2 als bioptuitslag: mammasparende resectie+rt (als
mammasparend) of mamma ablatio/mastectomie zonder RT || ook SNP altijd
- als pos oksellymfeklieren dan ook axillair rt
- ablatio+RT als t4/geen vrije snijranden/eerder bestraling gehad
- comp okselklierdissectie: lymfoedeem door verwijderen lymfeklieren of axillair
RT; s/zwelling van ledemaat, non pitting oedeem, verminderde ROM;
preventie: SNP; r/infectiepreventie, elevatie, compressie met zwachtels, geen
punctie van huid; comps: lymfangitis, cellulitis en erysipeals
niet gemetastaseerd T3 of N+ of oligo-metastasis: lumpectomie of mammaamputatie+neo-adj-chemo+adj chemo
gemeta mammacarcinoom niet oligo-meta: mamma ablatio+neo-adj chemo+adj trastzumab
mits her2 pos+hormoontherapie (mits pos, voorkeur voor aromatase inhibitors=anastrozol) →
adj chemo als triple negatief
- als recidief/sympt? na hormoontherapie: adj chemo
- bij premenopauzale vrouwen die aromatase inhibitors gaan krijgen: eerst
castratie, fysiek of chemisch/gnrh agonist
- hormonale therapiemogelijkheden: AI (anastrozol etc)→receptor antagonisten
(tamoxifen etc)
- 75% van borstaknker tumoren is Er en of PR pos
- bijw: vaginale droogheid, lage libido, verminderde botdensiteit → menopauze vroeg
palliatief: RT
post treatment FU
- LO en mammografie meerdere keren in eerste jaar na behandeling en na 3 jr:
1x/jr + late-treatment complications: infertiliteit, hypertensie, dm,
hypercholesterolemie
hersenmeta
- long, borst, melanoom
Familiaire adenomateuze polyposis
- poliepen in colon en rectum met zeer hoog risk op ontwikkelen van crc
-
s/>100 poliepen in colon of rectum tussen 10-30jr
d/dna diagnostiek, periodiek coloscopie
syndroom van lynch
- crc<45jr en endometriumcarcinoom
- d/dna diagnostiek, coloscopie >25jr, tve
- risicoreducerende operaties: colectomie, profylactische hysterectomie en bilaterale
salpingo oophorectomie
prostaatca
- s/vnl symptoomloos vroeg stadium, mictieklachten: urgency of andere kalchten,
hematurie of spermie, pijn botmetastasen
- risk: leeftijd vnl>70jr, pos fam am
- d/
- rt, vanaf 50jr kan je psa uitvoeren maar moet niet
- rt en psa doe je wel als meer fam met prostaatca
- transrectale echo+echogeleide biopsie voor diagnose - neem meerdere
biopten van meerdere kwabben mits verhoogd psa en levensverwachting
>10jr
- botmeta klachten: skeletscinti
- r/
- t1-t2: radicale prostatectomie, uitwendige rt, brachytherapie
- t3-t4: inwendige+uitwendige radiotherapie en hormonale therapie
- N+: rt en androgen deprivation therapy
- m+: vnl ADT
- p/laag stadium: 80% survival, bij lymfekliermeta: 8jr, mediane overleving bij meta op
afstand: 3jr
testiscarcinoom
- e/<35jr vnl, zeer maligne maar goed behandelbaar
- types: seminoom en non seminoom
- s/pijnloze verharding of vergroting testikel, pijn in rug en of benen: meta,
gynaecomastie, gewichtsverlies, patho lymfeklieren
- risk: pos fam am, piekleeftijd: 30jr, atrofische testis of niet ingedaalde testis
- d/lab: non seminoom: bhcg en afp hoog, seminoom en non seminoom: ldh hoog
- d/ct thorax abdomen
- r/chir: orchidectomie, seminoom: adj rt regionale lymfeklierstations; meta: adj
polychemotherapie
- s4: 80% survival, s1: 100
peniscarcinoom
- e/vnl pvcc
- s/ulcus of pijnloze zwelling penis, palpabele lymfeklieren in lies
- risk: wisselende seks contacten, roken, vg met hiv of hpv, genitale wratten en uwis
- d/pathologie: biopt laesie, beeldvorming: echo en punctie verdachte lymfeklieren,
ct/mri bij verdenking afstandmeta
- r/chir: lokale excisie tis of t1, penisamputatie: t2-t4 met sentinel node procedure;
neoadj bij irresectabele tumoren
cervixca
- s/contactbloedingen en irr bloedverlies, fluorklachten, mictie en def klachten, pijn
onderbuik en rug
- d/vt, rt, speculumonderzoek, inguinale lymfeklieren en supraclav
- r/chir: cryochir, lisexcisie en conisatie
- r/rt en chemo
- CIN I: lichte dysplasie: expectatief, CIN II: matige dysplasieL lisexcisie; CIN III=CIS:
conisatie of lisexcisie
endometriumcarcinoom
- e/meest voorkomende gyn maligniteit; vnl postmenopauzaal
- s/irr bloedverlies en fluorklachten
- risk: oestro stimulatie, weinig zwanger, late menopauze/vroege menarche
- d/serum ca125, tve endometrium>4mm, pathologie: cervixcytologie en histologie met
endometriumbiopt en hysteroscopie met biopt
- r/curatief: chir: abd uterus en eadnex extirpatie, lymfadenectomie, adj chemo
ovarium
- s/irr bloedverlies, opgezette buik
- risk: <2 zwangerschap
- d/tve, ct mri
vulva
schildklier
- s/pijnloze vaste zwelling in hals die meebeweegt met slikken, hees en
stemverandering met zwelling lymfeklieren hals
- risk: ioniserende straling, palpabele schildkliernodus
- r/tot thyroidectomie, ablatietherapie met radioactief jodium
CRC
-
-
a/veranderde ontlasting, bloed ontlasting, afvallen
types: s1: darmwand, s2: door darmwand maar niet lymfeklieren, s3: in lymfeklieren,
s4: verder gelegen lymfeklieren en organen/weefsels
diagnostiek:
- coloscopie + ct thorax/abdomen/pelvis en geen std pet ct (of ct colografie als
CI: psychische stoornis en wil niet stillliggen of <5jr levensverwachting - CRC
verwijder je op optische diagnose)
- rectumtumoren: endo echo en mri abdomen/bekken?
- na verwijderen van poliep of CRC: tatoeage/inktmarkering om te laten zien
waar je bent geweest
- voor patho: tumor, meegereserceerde structuren wegens adhesie of nauwe
relatie met tumor oa buikwand, omentum majus, prostaat etc; meerdere
lymfeklieren
- mmr immunohistochemie als je adj chemo wil geven bij s2-s3
risk: lynch syndroom, fam overgedragen of FAP
r/
-
-
hemicolectomie rechts: rechter dikke darmhelft, dunne darm anastomose op
pars transversum halverwege; laparosocopisch
- ind: tumor cecum, colon ascendens, transversum prox
- extended hemicol rechts: colon transversum distaal
- comp: naadlekkage waardoor peritonitis op dag 3-4, bloeding, infectie,
pneumonie, ileus
- nabehandeling: SDD: darmdecontaminatie gaat darminfecties tegen
- hemicolectomie links: colon descendens
- s1 tumoren: endoscopische resectie en hemicolectomie zonder adj chemo
- s2 tumoren: endoscopische resectie, hemicolectomie en evt sys therapie
- s3 tumoren: scopische en chir resectie+sys therapie
- s4: geen resectie, wel palliatief chemo
- alternatief voor resectie: plaatsen van stent of stoma ivm obstipatie als
alternatief voor acute resectie (lage kps, veel comorbiditeiten)
- chemotherapie: vanaf stadium 2 en hoger met CAPOX
- meta lever: leverresectie/radiofrequency ablatie als genoeg leverkwabben
overblijven anders sys therapie
- meta peritoneum/peritonitis carcinomatosa: hipec
- post op darmfunctiestoornis: loperamide, bulkvormers, bekkenbodemft;
blaasfunctiestoornis → bekkenbodemft
- gemetastaseerd darmkanker/s4: palliatieve chemo en targeted therapy (egfr
en vegf inhibitor)
meta: lever, long, peritoneum, regionale
lymfeklieren
FU: coloscopie en cea: prognosis
d/ct
rectumcarcinoom
- d/endoscopie en markeren
- r/total excision of mesorectum: rectum +
sleeve
pancreascarcinoom
- d/bij verdenking ct abdomen; niet mogelijk: EUS
- r/
- resectie: geen resectie: meta of
- chemotherapie: als lokaal gevorderd voor resectie
- pancreasenzymen, vetoplosbare vitamines: kade
melanoom
- d/diagnostische excisie – bij geringste verdenking op maligniteit doe je diagnostische
excisie ipv biopsie
- d/na diagnostische excisie met pathologische ziekte waarneming → SNP preoperatief VOOR
therapeutische resectie (waarna meteen wijde therapeutische excisie); als neg SNP: geen N+;
pos N+: meer lymfeklieren verwijderd
-
-
SNP: rondom tumor eerst radioactief technetium inspuiten, daarna kleurstof →
kleurstof en radioactief stof worden teruggevonden in schildwachtklier en die wordt
onderzocht
alleen vanaf stadium iii: pet-ct, verder geen ct-thorax-abdomen
r/
-
gelokaliseerde ziekte: therapeutische re excisie na diagnostische excisie met
marge obv breslowdikte (in de diepte)
meta: kan naar elk orgaan, curatie vaak uitgesloten behalve bij solitaire of
enkele (sub)cutane of lymfekliermeta’s: chir is dan best; targeted therapy en
RT kan in sommige gevallen ook
oesofaguscarcinoom
- types: adeno (ontwikkelt zich vanuit een barrettoesofagus die ontstaat door
metaplasie van pvcc wat er normaal ligt onder invloed van gastro oesofageale reflux
door obesitas) en pvcc
- d/endoscopie en biopsie → biopsie → staging op T stadium → iig met CT hals-thoraxbovenbuik/abdomen (M) evt met fdgpet (ct) (N+M): alleen als je in aanmerking komt voor in
opzet curatieve behandeling (bij pos. meta’s is er geen curatieve behandeling)
- r/
- resectie: t1-t3
- chemo: cross: preoperatieve/neoadj chemoRT voor verkleining tumor en
wegnemen van micro-meta - 5 doses carboplatine en paclitaxel met RT
- >50% van oesofagocarcinoom heeft al meta
- kan chemoRT via cross geven voor langere survival
- dysfagie heel belangrijk voor QOL: stent (vnl als survival <3mnd is:
vrijwel onmiddelijke verbetering van sympts) of brachytherapie of
uitwendige RT (>3mnd levesverwachting)
- sympt behandeling
- pijn: pijnladder
- stenose: verwijzing voor gastroscopie en dilatatie
- gewichtsverlies bij kanker: dietist
- wondinfectie na operatie: overleg chir
maagcarcinoom
- anamnese en lo met verdenking → gastroscopie en biopsie → T stadium bepaling
- daarbij ct thorax-abdomen → N en M stadium bepaling, vnl metas → FDG PET mits geen
metas voor vnl N maar ook M
- diagn lap: bij twijfel over resectibiliteit van tumor als t3 en t4 - dan ook meerdere
lymfeklieren verwijderen (15)
- chir: subtotale vs totale maagresectie - geen verschil in overleving maar betere qol,
subtotaal heeft voorkeur; pancreas en miltresectie bij lokale ingroei
- chemo
- behandelingen
- pijn: pijnladder
- nabloeding na endoscopie: mdl verwijzing bij hematemesis of melena
- post chir resectie: koorts: cave naadlekkage - overleg behandelend chir
- wondinfectie: chir
-
na subtotale/totale maagresectie: vb12
post chemo
- alopecia: onco vpk voor info over pruik
- koorts: cave leukopenie na chemo
- hand-voetsyndroom=pijnlijke zwelling en erytheem van palmen hand
en voetzool met vervelling: vette indiff creme en geen heet water of
sport
- oorsuizen/tintelingen: dosisverlaging chemo
- passageproblemen: overleg chir of mdl over stentplaatsing of operatie
- ascites: oncoloog of mdl overleg over ontlastende punctie
-
melanoom
bcc
pvcc
mamma
crc
bread and butter olvg → doorkijken + uptodate
acute leukemie
beenmergkanker?
cll
cml
lymfoom
pancreas
cervix en uterus
bcc
blaas
borst
bot?
darm
eierstokkanker
maag
net
nier
prostaat
schildklier
slokdarm
testes
https://www.olvg.nl/afdelingen/hematologie/
hemonc toetsen
- tamoxifen is ER-anta
1e: kan iv contrast zijn maar dan zou je dat sneller verwachten+bloedwaardes spelen mee
2d: cone excisie is wss al genoeg maar better safe than sorry
3d:
4e: omdat je bij rectum cancer altijd TME moet doen en rectum verwijderd met anastomose
colo-anaal? zonder colostoma
5a
6b: zou eerst bk, uk en sk doen maar ok
7?
8a of c
9c - colonpoliepen wat doe je
10a, d of e: geen targeted therapy/imm
11?
12a of b
13
doornemen
- acute en chronische gvh reacties
Download