Financial Management samenvatting Hoofdstuk 1 Het belang en de omgeving van financieel management 1.1 Financieel management in brede zin en bedrijfsvoering Financieel management: - De kunst en wetenschap van financieel beheer Het managen van welk deel van de inkomsten worden uitgegeven, gespaard en geïnvesteerd Taken van de financieel manager binnen de organisatie Financiële dienstverlening: - Opstellen en verstrekken van advies en financiële producten aan particulieren, bedrijven en de overheid Financieel manager: - Beheert de financiele zaken van de organisatie Taken als → planning, kredietverstrekking, goedkeuring van grote uitgaven en het genereren van cash voor de operationele activiteit van het bedrijf Rechtsvormen: - Eenmanszaak → Een bedrijf dat door een enkel iemand wordt gerund, ten behoeve van zijn of haar eigen inkomsten (groothandel, detailhandel, dienstverlening en bouw) Persoonlijke aansprakelijkheid → Totale vermogen van een eenmanszaak of een partner in vennootschap onder firma kan door schuldeisers worden gevorderd Maatschap → een bedrijf dat bestaat uit 2 of meer eigenaars die zakelijk samenwerken en de winst daaruit met elkaar delen (notaris- en advocatenkantoren) Maatschapscontract → Contract waarmee een maatschap formeel wordt opgericht (In een V.O.F. zijn alle partners onbeperkt aansprakelijk) Naamloze vennootschap → Een zelfstandige rechtspersoon Rechtsvormen met beperkte aansprakelijkheid: - Besloten vennootschap (BV), Commanditaire vennootschap (CV), Naamloze vennootschap (NV) → eigenaren zijn beperkt aansprakelijk Aandeelhouders: - Eigenaren van een vennootschap Eigendom/vermogen bestaat uit gewoon aandelenkapitaal of preferent aandeelkapitaal Gewoon aandelenkapitaal: - Meest zuivere elementaire vorm van eigendom in een vennootschap Dividend: - Periodieke verdeling van inkomsten aan aandeelhouders van de vennootschap Raad van bestuur: - Een groep mensen met eindverantwoordelijkheid voor de activiteiten van het bedrijf Gekozen door aandeelhouders Chief Executive Officer (CEO): - Bestuurder die eindverantwoordelijk is voor de dagelijkse gang van zaken en uitvoeren van door het bestuur opgestelde beleid 1.2 Het belang van financieel management CFO, financieel directeur: - Geeft leiding aan de treasurer en controller Treasurer: - Verantwoordelijk voor uitvoeren van financiële activiteiten (financiële planning, fondsenwerving, kapitaalinvesteringen, kredietbeheer) Begrip van economische structuur Kunnen inspelen op economische veranderingen Economische theorieën gebruiken voor efficiënte bedrijfsvoering Meer extern werk (t.o.v. controller) Houdt zich bezig met financiële analyse, planning, investeringen en financieringen Controller (boekhouder): - Houdt zich bezig met accounting (boekhouding, belastingen, financiële administratie) Intern werk Valutamanager: - Verantwoordelijk voor in de gatenhouden van vatbaarheid van het bedrijf voor valutaschommelingen Marginale analyse: - Bepaalde financiële beslissingen alleen moeten worden genomen als de additionele baten hoger zijn dan de kosten Verschil tussen finance en boekhouding: - Finance is gericht op de kasstromen en boekhouding op het beslissingsproces Periodieke toerekening methode: - Berekend de uitgaven en opbrengsten op het moment van verkoop, al dan niet voldaan, ten behoeve van het opstellen van financiële overzichten Voor de controller Kasstelsel: - Berekend de inkomsten uitgaven alleen wat betreft de bijbehorende in- en uitstroom van de kas Voor de treasurer 1.3 Bedrijfsdoelstellingen Winstmaximalisatie: - Niet het doeleinde Houdt geen rekening met het moment van rendement, voor de aandeelhouders beschikbare kasstromen en het risico Winst per aandeel (WPA): - Het bedrag dat tijsens een bepaalde periode voor elk uitstaand aandeel wordt verdiend Wordt berekend door de voor de aandeelhouder beschikbare totale inkomsten te delen door het aantal uitstaande aandelen Alleen als de inkomstenstijging gekoppeld is aan een hogere toekomstige kasstroom, zal de koers van een bedrijf blijven stijgen. Rendement: - Een bedrijf kan rendement halen uit de opbrengsten, daarom is het beter deze zo vroeg mogelijk te genereren. → geld kan je direct ergens anders in investeren Risico: - De kans dat daadwerkelijke resultaten verschillen van de verwachte resultaten Rendement en risico’s vormen de belangrijkste invloeden op de koers van het aandeel, die het vermogen van de aandeelhouders vertegenwoordigd. Hogere kasstromen → (vaak) hogere koers Groter risico → (vaak) lage koers Doel van bedrijf en werknemers: - Het vergroten van het eigenvermogen van het bedrijf en het verhogen van de aandeelhouderswaarde Wordt gemeten door aandelenkoers Treasures: - Nemen beslissingen die invloed hebben op de koers van de aandelen Alleen als die een stijging van de aandelenkoers tot gevolg zal hebben Maximale stijging van de aandelenkoers: - Focus op aandeelhouders Economic Value Added (EVA) Economic Value Added (EVA): - Maatstaaf om te controleren of een investering in positieve zin bijdraagt aan het vermogen van de aandeelhouder Berekend door → kosten van de voor de investering aangewende fondsen af te trekken van het resulterende bedrijfsresultaat na belasting Stakeholders: - Iedereen die een directe economische binding hebben met het bedrijf (werknemers, klanten, leveranciers, crediteuren, eigenaren) Bedrijfsethiek: - Normen en waarden die gehanteerd worden binnen de organisatie Noodzakelijk voor het realiseren van de bedrijfsdoelstellingen → verhogen van de aandeelhouders waarde Effectieve ethische procedure kan de bedrijfswaarde verhogen: - Juridische- en gerechtskosten verlagen Positief bedrijfsimago creëren Vertrouwen van aandeelhouders vergroten Inzet en respect van stakeholders verbeteren Agency probleem: - De kans dat managers hun eigen belangen voor die van het bedrijf plaatsen Agency kosten: - Kosten die aandeelhouders moeten betalen om agency problemen te minimaliseren Stimuleringsregeling: - Beloningsplannen voor het management Vaak aan aandelenkoers gekoppeld Vaak aanbieden van aandelenopties Bonussen: - Compensatie wordt gekoppeld aan maatstaven, zoals winst per aandeel (WPA), groei van WPA, en andere rendementsmetingen Prestatieaandelen: - Aandelen die aan managers worden verstrekt na het behalen van bepaalde, van te voren opgestelde, prestatiedoelstellingen Cashbonus: - Een bepaald bedrag dat na behalen van bepaalde prestatiedoelstellingen wordt uitbetaald 1.4 Financiële instellingen en financiële markten Financiële instellingen: - Tussenschakels die spaartegoeden van particulieren, bedrijven en overheden doorgeven in de vorm van leningen en investeringen Handelsbanken, coöperatieve spaarbanken, kredietmaatschappijen, verzekeraars en pensioenfondsen Particulieren klanten verstrekken grootste gedeelte van beschikbare fondsen → ze sparen meer dan ze lenen Bedrijven zijn voornaamste afnemers van banken → de lenen meer dan ze sparen Financiële markten: - Mechanisme dat mensen in staat stelt te handelen in financiële zekerheden, grondstoffen en andere gemakkelijk uitwisselbare zaken van waarde Tegen transactie kosten en prijzen die de verwachting van de beleggers omtrent kasstromen weerspiegelen Geldmarkt: - Transacties in kortlopende obligates of courante effecten