Opzetten en optimaliseren van een qPCR voor het kwantificeren van Salmonella Geschreven door: Sang Nguyen sang.nguyen@student.fontys.nl 4312279 Elle de Lepper e.delepper@student.fontys.nl 4275381 Datum experiment: 05-10-2021, 07-10-2021 & 12-10-2021 Ingeleverd op: 16-05-2022 Cursus: Biomoleculaire Technieken Docenten: Malika Azhimi Sandra van Och Sander Kurvers Door het inleveren van dit werkstuk verklaar ik dat het werkstuk eigen werk is en dat het vrij is van plagiaat. Inhoudsopgave 1. Inleiding ........................................................................................................................................... 1 2. Materiaal en meetmethode ............................................................................................................ 2 2.1 DNA isolatie voor specificiteit controle ......................................................................................... 2 2.2 Isolatie van DNA met isolatiekit .................................................................................................... 2 2.3 qPCR programma........................................................................................................................... 2 3. Resultaten........................................................................................................................................ 3 3.1 Opzetten qPCR voor de detectie en kwantificering van Salmonella ............................................. 3 3.2 Primer optimalisatie ...................................................................................................................... 5 4. Discussie .......................................................................................................................................... 8 5. Conclusie ......................................................................................................................................... 9 6. Literatuur ....................................................................................................................................... 10 ii 1. Inleiding Tijdens dit experiment wordt een kwantitatieve Real-Time PCR (qPCR) uitgevoerd die specifiek is voor het hilA gen. Hierbij is het doel om de concentratie Salmonella DNA in een monster te bepalen. Nadat de qPCR is afgerond wordt de qPCR geoptimaliseerd door naar de primerconcentratie te kijken, zodat er betere resultaten verkregen worden. Er wordt een validatiemonster waarvan de concentratie Salmonella DNA bekend is meegenomen om de qPCR mee te valideren. Verder wordt er een negatieve controle van E. coli meegenomen, aangezien de qPCR specifiek is voor Salmonella zal het resultaat met E. coli DNA negatief zijn. Er wordt ook een validatie monster meegenomen, hierbij is de concentratie Salmonella DNA bekend, om de test te kunnen valideren. Als laatst wordt er ook nog een watercontrole meegenomen, hierbij hoort er niks gemeten te worden, als dat wel zo is heeft er contaminatie plaats gevonden. Een quantative polymerase chain reaction (qPCR) is een amplificatietechniek die gebruikt kan worden voor kwantificatie van DNA. Hierbij wordt er gebruik gemaakt van fluorescentie, een voorbeeld hiervan is SYBR Green[1]. SYBR Green bindt tussen dubbelstrengs DNA en stuurt een fluorescent signaal. Hiermee kan er bepaald worden dat er product gevormd is, maar niet specifiek welk product. Doormiddel van probes is het mogelijk om te bepalen welk stuk DNA geamplificeerd is. Gelabelde probes binden aan een specifiek stuk DNA en geven een signaal af als het DNA is omgezet. Aan het einde van de qPCR, na 30-40 cycli, kunnen de samples verder geanalyseerd worden. Er kan bijvoorbeeld een smeltcurve gemaakt worden. Doormiddel van een smeltcurve kan er achterhaald worden of er aspecifieke producten gevormd zijn[2]. De PCR producten worden langzaam verhit, hierdoor zal het DNA van dubbelstrengs naar enkelstrengs gaan, waardoor SYBR Green geen fluorescent signaal meer afgeeft. Het fluorescente signaal wordt uitgezet tegen de temperatuur, hieruit ontstaat de smeltcurve. Als een qPCR uitgevoerd is kan hiervan de efficiëntie berekend worden. De efficiëntie (E) staat voor de hoeveelheid template die wordt gekopieerd in één cyclus[3]. Het streven is een efficiëntie van 100%, wat wil zeggen dat tijdens elke cyclus van de qPCR de hoeveelheid van het monster DNA verdubbelt. Bij de qPCR worden de drempelwaardes (Ct-waardes) van de verdunningen van de monsters gemeten. Er wordt een grafiek gemaakt, waarbij de Ct-waardes op de y-as worden gezet tegen de logaritmes van de concentraties op de x-as. Bij een efficiëntie van 100%, zal het richtingscoëfficiënt gelijk zijn aan 3,33. Met het richtingscoëfficiënt kan de efficiëntie berekend worden, hiervoor worden formule 1 en 2 gebruikt. πΈ = 10−1/π πΆ (1) πΈ% = (πΈ − 1) × 100 (2) 1 2. Materiaal en meetmethode 2.1 DNA isolatie voor specificiteit controle Er werden 2 cupjes genomen, in beide cupjes werden er 50 50 µl nuclease vrij water ingedaan. Daarna werd een bacterie kolonie gestipt aan de LB agar-plaat. Dit werd in 1 cupje gedaan. Vervolgens werd een bacterie kolonie gestipt aan de voedingsbodem met E.coli. Dit werd in een andere cupje gedaan. Beide cupjes werden voor 10 minuten gekookt en daarna afgekoeld op ijs. Vervolgens werden beide cupjes gecentrifugeerd. Het supernatant van beide cupjes werd overgebracht in 2 nieuwe cupjes. 2.2 Isolatie van DNA met isolatiekit Er werd 3 mL van BHI-overnachtkweek gecentrifugeerd. Daarna werd er 100 µl TE buffer toegevoegd aan het cupje. Vervolgens werd er 10 µl lysozyme aan dit cupje toegevoegd. Daarna werd er op 37 graden geïncubeerd. Na incubatie werd er 100 µl TL buffer en 20 µl Proteinase K solution aan dit cupje toegevoegd. Vervolgens werd er weer geïncubeerd bij 55 graden Celsius voor 60 minuten. Na incubatie werd er 5 5 µl RNase A toegevoegd. Vervolgens werd er gecentrifugeerd. Het supernatant werd middels schudden overgebracht naar een nieuwe 1,5 mL microcentrifuge buis. Hierbij werd er 220 µl BL buffer toegevoegd. Vervolgens werd dit geïncubeerd op 65 graden Celsius. Na incubatie werd er 220 µl 100% ethanol toegevoegd. Nadien werd er een HiBind DNA Mini Column toegevoegd aan de 2 mL buis. De gehele sample werd aan deze HiBind DNA Mini Column toegevoegd. Naderhand werd er gecentrifugeerd bij 10.000 rpm voor 1 minuut. Het filtraat werd mettertijd verwijderd en overgebracht in een nieuwe 2 mL buis. Hierbij werd een nieuwe HiBind DNA mini column toegevoegd. Ook werd hierbij 500 µl HBC buffer toegevoegd. Dit werd vervolgens gecentrifugeerd op 10.000 rpm voor 1 minuut. Het filtraat werd verwijderd. Aan de buis werd 700 µl DNA Wash buffer toegevoegd. Hierna werd er weer gecentrifugeerd. Na centrifugatie werd het filtraat verwijderd en opnieuw 700 µl Wash buffer toegevoegd. De lege HiBind DNA Mini Column werd op maximale snelheid voor 2 minuten gecentrifugeerd. De kolom werd overgebracht naar een 1,5 mL cupje. Hierbij werd 50 µl elutiebuffer (65%) toegevoegd. De elutiebuffer werd druppelsgewijs toegevoegd. Dit werd nadien gecentrifugeerd. De eluaat werd opnieuw in de kolom toegevoegd en opnieuw gecentrifgueerd. Na isolatie werd de concentratie gemeten middels de nanodrop. 2.3 qPCR programma De cupjes werden in het real time PCR-apparaat gezet en met het onderstaande programma: 1. 5 minuten 94°C ο 2. 1 min 94 °C ο 3. 1 min 65 °C ο fluerescentie meting ο 4. 1 min 72 °C. Stap 2 t/m 4 werden 34x herhaald. ο 5. 20 minuten 72 °C 2 3. Resultaten 3.1 Opzetten qPCR voor de detectie en kwantificering van Salmonella Tijdens het experiment is de concentratie van Salmonella DNA in de 100 oplossing bepaald middels een nanophotometer. De resultaten die daaruit zijn gekomen zijn zichtbaar in figuur 1. Figuur 1 Nanodrop resultaten In figuur 1 is in grote witte cijfers de concentratie van DNA af te lezen, deze is 44,050 ng/µl. Daaronder zijn de ratio’s A260/280 en A260/230 te zien, deze hebben te maken met de zuiverheid. De ratio A260/280 is 1,847 en de ratio A260/230 is 1,622. Er is in het experiment een qPCR uitgevoerd voor de detectie en kwantificering van Salmonella, in figuur 2 is de amplificatiecurve die hieruit is gekomen weergegeven. Hierbij is er ook een smeltcurve gemaakt deze is weergegeven in figuur 3. Naast deze figuren is er in tabel 5 een legenda zichtbaar, waarin weergegeven staat waar de gekleurde lijnen in figuur 2 en 3 voor staan. Kleur Cupje Inhoud 1 E.coli (neg. Controle) 2 Salmonella (pos. Controle) 3 Monster 100 4 Monster 10-1 5 Monster 10-2 6 Monster 10-3 7 Validatiemonster 8 Watercontrole Figuur 2 Amplicatiecurve qPCR 3 Figuur 3 Smeltpunt qPCR Doormiddel van figuur 2 en 3 zijn de Ct-waarden en de smeltpunten bepaald. Deze waarden zijn weergegeven in tabel 6. Tabel 6: Inhoud bijbehorende ct-waardes en smeltpunt Cupje 1 2 3 4 5 6 7 8 Inhoud E.coli Salmonella 100 101 102 103 Validatiemonster Watercontrole Ct-waarde n.v.t. 16,45 11,84 15,79 19,41 23,22 16,67 32,47 Smeltpunt n.v.t. n.v.t. 82.20 82.80 83.00 83.00 83.00 n.v.t. Van alle cupjes zijn de concentraties DNA bepaald, deze zijn zichtbaar in tabel 7. Tabel 7: Bijbehorende concentraties van elke cupje Inhoud E. coli Salmonella Monster 100 Monster 10-1 Monster 10-2 Monster 10-3 Validatiemonster Watercontrole Ctwaarde n.v.t. 16,45 11,84 15,79 19,41 23,22 16,67 32,47 Concentratie (pg/µl) n.v.t. 44,05 4,405 0,4405 0,04405 - LN(concentratie) 3,785325 1,48274 -0,819845 -3,12243 - Er is een grafiek geplot met de Ct-waarden en de bijbehorende concentraties van de verdunningsreeks. De grafiek die hieruit is geplot is zichtbaar in figuur 4. 4 Figuur 4 Ct-waardes en bijbehorende concentraties De procentuele efficiëntie is bepaald doormiddel van de volgende formule: %πΈπππππëππ‘ππ = (πΈ − 1) ∗ 100% Hierbij is de gemiddelde Ct-waarde gebruikt, deze is 4,07. Hiermee kan de efficiëntie berekend 1 1 worden doormiddel van de volgende formule: 10πΆπ‘−π€πππππ . De formule invullen geeft: 104,07 = 1,76. De efficiëntie is dus 1,76. Hiermee kan de procentuele efficiëntie berekend worden. De formule invullen geeft: %πΈ = (1,76 − 1) ∗ 100% = 76,03%. De procentuele efficiëntie is dus 76,03%. De concentratie van het validatiemonster is bepaald en berekend met behulp van Excel. Hieruit is een concentratie van 2,40 pg/µl gekomen. 3.2 Primer optimalisatie Er is in het experiment een qPCR uitgevoerd voor de detectie en kwantificering van Salmonella, nadat deze uitgevoerd was is er naar de primerconcentratie gekeken. Er zijn verschillende primerconcentraties gebruikt om te kijken wat dit met de efficiëntie doet. Hierbij is er een qPCR amplificatiecurve gemaakt en deze is weergegeven in figuur 5. Hierbij is er ook een smeltcurve gemaakt deze is weergegeven in figuur 6. Naast deze figuren is er in tabel 8 een legenda zichtbaar, waarin weergegeven staat waar de gekleurde lijnen in figuur 5 en 6 voor staan. 5 In de onderstaande grafiek is de qPCR amplicatiecurve weergegeven: Figuur 5: qPCR amplificatiecurve van primer optimalisatie In tabel 8 is de inhoud per cupje weergegeven: Tabel 1: Legenda figuur 5 en 6 Kleur Cupje Inhoud 1 Monster 10-1 met primer concentratie 100 nM 2 Monster 10-1 met primer concentratie 500 nM 3 Monster 10-1 met primer concentratie 750 nM 4 Monster 10-3 met primer concentratie 100 nM 5 Monster 10-3 met primer concentratie 500 nM 6 Monster 10-3 met primer concentratie 750 nM 7 Watercontrole (primer concentratie 500 nM) 8 Ethanolcontrole (primer concentratie 500 nM) 6 In figuur 6 is de smeltcurve van de qPCR weergegeven: Figuur 6: Smeltcurve van primer optimalisatie Doormiddel van figuur 5 en 7 zijn de Ct-waarden en de smeltpunten bepaald van de monsters met de verschillende primer concentraties. Deze waarden zijn weergegeven in tabel 9. Tabel 2: Ct-waarden en smeltpunten primer optimalisatie Cupje Ct-waarde Smeltpunt 1 19.41 82.00 2 17.11 82.00 3 16.16 82.50 4 30.07 81.50 5 n.v.t. n.v.t. 6 26.18 82.00 7 n.v.t. n.v.t. 8 n.v.t. n.v.t. 7 4. Discussie In figuur 2 is er zichtbaar dat er bij de watercontrole op het einde een kromme curve is. Dit wil zeggen dat er dus wel DNA in de watercontrole zat en dat er dus contaminatie heeft plaatsgevonden, een mogelijke wijze waarop dit is gebeurd is door aerosolen. Ook bij E. coli de negatieve controle is er op het einde een kleine curve aanwezig, wat wil zeggen dat er Salmonella DNA aanwezig was. Dit is vermoedelijk gekomen door aerosolen. Bij de positieve controle Salmonella is te zien dat de lijn vroeg af vlakt. Dat deze lijn vroeg afvlakt komt door een handelingsfout. Er is 46 µl van de reactiemix toegevoegd, hierdoor is er een verkeerde concentratie aan Salmonella en aan primers aanwezig. Doordat de controles afwijken, mogen de resultaten als niet als betrouwbaar beschouwd worden. Doormiddel van de nanophotometer is de concentratie van Salmonella DNA in de 100 oplossing bepaald en daarnaast zijn de ratio’s A260/280 en A260/230 bepaald. Er is bepaald dat de concentratie DNA 44,05 ng/µl is. Verder is er voor ratio A260/280 bepaald dat deze 1,847 is en voor ratio A260/230 is bepaald dat deze 1,622 is. De A260/280 ratio van 1,847 geeft aan dat er puur DNA van Salmonella aanwezig was. Als de A260/230 ratio lager is dan 1,8 wil dat zeggen dat er mogelijk contaminatie heeft plaatsgevonden met producten die bij een golflengte van 230 nm absorberen. Er is een ratio van 1,622 bepaald, wat wil zeggen dat er dus contaminatie heeft plaatsgevonden.\ De uiteindelijke Ct-waardes liggen hoger dan 3,32, dit wil zeggen dat de qPCR geen hoge efficiëntie had. Een mogelijke oorzaak hiervoor is dat er geen optimale primer voor deze omstandigheden is gebruikt. was. Verder is het mogelijk dat de reactieomstandigheden ook niet optimaal waren of dat de concentratie reagentia in de PCR niet optimaal was. De hogere Ct-waardes geven aan dat de aanwezigheid van het doelmonster minder was. In figuur 5 is zichtbaar dat de lijn van cupje 2 niet omhoogkomt, wat wil zeggen dat er geen DNA aanwezig was. Dit komt hoogstwaarschijnlijk doordat er een pipetteerfout is gemaakt en het monster 10-3 niet in het cupje is gepipetteerd. Ook is in figuur 2 zichtbaar dat de lijnen van de monsters met een lage primer concentratie eerder afvlakken. Dit wil zeggen dat de monsters met een hogere primer concentratie dus later afvlakken en dus de effectiviteit hoger is bij een hogere primerconcentratie. De Ct-waardes lagen lager bij de hogere concentratie, dit resulteert in een hogere aanwezigheid van het monster product en efficiëntie. 8 5. Conclusie Het doel van dit experiment was het opzetten van een qPCR die specifiek is voor het hilA gen die Salmonella detecteert. Nadat de qPCR afgerond was, werd er naar de primerconcentratie gekeken om de qPCR te optimaliseren. Doormiddel van dit experiment is er een concentratie Salmonella DNA in het monster bepaald van 44,05 ng/µl. Verder is er uit de resultaten een Ct-waarde van hoger dan 3,32 gekomen, wat als gevolg een lagere efficiëntie heeft. De uiteindelijke Ct-waardes waren gemiddeld 4,07, dit had een efficiëntie van 76,03%. De efficiëntie is dus lager dan de efficiëntie rond de 100% die was verwacht. Daarnaast kan er geconcludeerd worden dat de Ct-waardes lager zijn bij een hogere primerconcentratie, waardoor de efficiëntie hoger is. 9 6. Literatuur [1] I. M. Mackay, K. E. Arden, and A. Nitsche, “Real-time PCR in virology,” Nucleic Acids Res., vol. 30, no. 6, p. 1292, Mar. 2002, doi: 10.1093/NAR/30.6.1292. [2] “Interpreting melt curves: An indicator, not a diagnosis.” [3] D. Svec, A. Tichopad, V. Novosadova, M. W. Pfaffl, and M. Kubista, “How good is a PCR efficiency estimate: Recommendations for precise and robust qPCR efficiency assessments,” Biomol. Detect. Quantif., vol. 3, p. 9, Mar. 2015, doi: 10.1016/J.BDQ.2015.01.005. 10