Overzicht Nederlands literatuur geschiedenis Periode 1180-1914 Stroming Vroeg modernisme: Tachtigers, symbolisme, Naturalisme 1914- Modernisme Literatuur geschokt door WOI Jaren ‘20 Vorm of vent Vitalisme: Opbloei economie Kenmerken Poëzie: tachtigers: L’art pour l’art, geen moralistische gedichten, individuele expressie van individuele emotie. Symbolisme: dichten voor contact met hogere werkelijkheid. (geen weergave of expressie, autonoom) Proza: naturalisme: Neerzetten van realiteit zonder oordeel. Menselijke psyche. Stream of consciousness. Avant-Garde: vraagstukken over beschrijven werkelijkheid. (vorm) Expressionisme: weg van vorm, spontane ervaring van de werkelijkheid. Je moet alles uit het leven halen, we hebben wel invloed. Optimisme. Escapisme wil juist ontsnappen aan de werkelijkheid. Fascisme komt op. De nieuwe zakelijkheid: WOII Functionele vormgeving, reportagestijl (scenisch). (Vent) poëzie over gewone gebeurtenissen, parlando. Overig In de kunst impressionisme. Schrijvers opzoek naar nieuwe taal. Determinisme, eigenlijk kunnen we nergens over bepalen door race, milieu, moment. Fatalisme. Werken Gedichten tachtigers. Binocle, Louis Couperus. Dada: kunst maken van antikunst (vrijheid van de maker). Nijhoff doet lekker zijn eigen ding. Kiest voor de vorm maar gebruikt veel stijlen. Vind dat gedichten autonoom en objectief moeten zijn. Het uur u Bordewijk, Neoromantiek: Sommigen blijven bij traditie. Reactie op machine wereld en koele observaties naturalisme. Meer schrijvers gaan zich uitspreken tegen fascisme, communisme. Generatie schrijvers sterft. Verwerking Sterkte reactie tegen racisme/fascisme. Existentialisme Voortzetting nihilisme (alles is zinloos). Hermans: oorlog en Pessimisme, Enige ding dat we hebben chaos is natuurlijke is vrijheid, komt met bepaalde staat mens. verantwoordelijkheid. Thema’s: Verlies, onbegrip Illusie,