MAURITS VAN ORANJE , VAN PRINS NASSAU, IN ZYN LEVEN, WAARDIGHEDEN EN VERDIENSTEN VOORGESTELD DOOR MR. C. M. VAN DERDE DER KEMP. DEEL. TE ROTTERDAM , BIJ VAN DER MEER & VERBRUGGEN. 1843. 0 BIBLIOTHECA REGLA KONACENSIS GEDRUKT BIJ D. J. MENSING , TE ROTTERDAM. INHOU D. MAURITS BEDRYF DEN HANDEL 1 OVER GEDURENDE HET TWAALFJARIG BESTAND . 1606-1609. Pogingen des vijands tot vredehandel sedert 1598. Bl. 1 . Gezindheid daartoe hier te lande. Bl. 2. OLDENBARNEVELD'S geheime pogingen . Bl. 2 , 97. --Overkomst alhier van WITTENHORST en GEVAERTS . Bl . 3 . Hun voorstel in January 1607. Bl . 5. -- Antwoord der Staten. Bl. 5 , 98-102 . - Overkomst van NEYEN in Fe bruary. Bl . 6. -— MAURITS handelwijze ten dezen. Bl . 6 , 102 . - Verschil tusschen MAURITS en de Staten over het bezetten van het Tolhuis. Bl . 7 , 103-107 . ―― Voorstel van NEYEN. Bl. 8 , 107-111. - Wapenstilstand gesloten . Bl. 10 , 111. MAURITS toestemming. Bl. 10 , 112. — Bededag uitgeschreven . Bl. 10 , 112-114. - NEVEN'S onverwachte terugkomst . ding van den stilstand . Bl. 11 , 114-119. Uitbrei Bl . 12 , 119–121 . — NEVEN'S Bl . 12 , 121 . - poging om AERSSEN om te koopen . Overkomst der Fransche gezanten en hun last . Bl . 13 , 121. ――― Hun eerste gesprek met MAURITS en OLDENBAR NEVELD . Bl . 14. --- MAURITS afkeer van den Koning van Engeland. Bl. 16 , 121. --- MAURITS lof van ge matigdheid en onbaatzuchtigheid . Bl. 17 , 122. - Ko ning HENDRIK wantrouwt OLDENBARNEVELD , maar is sterk voor den vrede. Bl. 17 , 122.-. Der Fransche gezanten IV INHOUD. oprechtheid. Bl. 18. -- Bl . 18. -MAURITS ijver tegen den vrede. Zijne eenstemmigheid met Graaf WILLEM . Zijne verzoening met OLDENBARNEVELD . Bl . 20 , 123 . De Fransche gezanten neigen tot een bestand . Bl . 20. --- Maatregelen van MAURITS tegen den vrede. Bl. 20 . - Verzoek van SPINOLA Voor VERREYKEN Bl. 21. - Voorstel van dezen en be om hier te komen. Bl. 19. Nieuw voorstel van Bl . 22 , 123. Verdeeldheid tusschen MAURITS Bl. 24. + sluit der Staten . VERREYKEN . T en OLDENBARNEVELD . Bl . 25. gezanten . Bl . 27. Gezindheden der vreemde Dood van BUZANVAL . Bl. 124. --- Uitstel aan den vijand verleend . Bl . 28 , 125. Acte van ratificatie . Bl . 28. Poging tot herstel . der Roomsche Bl . 28. Beraadslaging over de godsdienstoefening. Adviezen over het han acte van ratificatie . Bl. 29. delen met den vijand . Bl. 126 . Over de hoedanigheid van 's vijands Commissarissen. Bl. 31. De list gebruikt om SPINOLA onder hen toe te laten . Bl. 31 , 134. Benoeming der Commissarissen en verschil over SPINOLA. Bl. 32 , 135. Verbond met Frankrijk. Bl. 32. FL I 1 E 1 Overkomst der Spaansche gemachtigden : hun gehoor : benoeming der gemachtigden dezerzijds : en de wijze van onderhandeling. Bl . 33 , 137-143. MAURITS handelwijze jegens OENEMA . Het verhaal van Bl. 140. Het -- Verschil eerste artikel van het verdrag. Bl. 34 , 143. — MAURITS afkeer over den Indischen handel . Bl. 34. van een bestand. Bl. 35. NEYEN's vertrek naar Spanje. Bl. 145 . -Bl . 36. Het inmiddels verhandelde . MAURITS Voorstand van de belangen van zijn Bl. 36 , 148-154. — Wapenstilstand verlengd . 154. ning. Huis. Bl . 36 , Vordering tot herstel der Roomsche godsdienstoefe Bl . 38. De vredehandel afgebroken . Bl . 38 , 156. Voorstel der gezanten tot een langdurig bestand . Bl . 39 . MAURITS daartegen . Bl ." 39. De Spaansche gemach tigden vragen uitstel om nieuwen last. Bl . 39 , 160. -- 1 INHOUD. MAURITS daar sterk tegen. Bl. 40. - Besluit daartoe. Bl. 40 , 162. ――― MAURITS redenen tegen een bestand. Bl. 41. - Een geschenk van Koning HENDRIK door OL DENBARNEVELD aangenomen . Bl . 43 , 165. Bl. 44 , 166. — MAURITS tegen een bestand . Graaf WILLEM . Bl. 44 , 174. - Brief van Brief van Nieuwe brief van MAU RITS en vertrek der Spaansche gemachtigden . " Bl . 45 , 177-183 . -- De gezanten drijven door. Bl. 46 . JEANNIN geeft MAURITS in zijn verzet geen ongelijk. Bl. 47 , 183. 1 De achtergelaten instructie der Spaansche gemachtigden. Bl . 47 , 184. - Hevige twist van MAU RITS met WINWOOD. Bl. 48 , 185. - woord op MAURITS brief. derantwoord. Bl. OLDENBARNEVELD . JEANNIN'S ant Bl. 49 , 185. ―――― MAURITS We 50 , 187. - Gevonden brieven tegen Bl. 51. ― MAURITS klacht over OL DENBARNEVELD'S aantijgingen . Bl . 53 , 217. Geschrif ten van OLDENBARNEVELD en MAURITS over het bestand. Gronden voor het vermoeden van OL Bl . 54 , 218. DENBARNEVELD'S Spaanschgezindheid. Bl. 54 , 228. Verlof voor PHILIPS WILLEM van Oranje om hier te komen. Bl. 56. Verschil tusschen hem en het Huis van Nassau over het beheer van Breda enz . Bl . 56 , 230. ―――――――― MAU Schrijft RITS bezoekt de steden van Holland. Bl . 57. — aan Koning HENDRIK. Bl. 57 , 232. handel over het bestand toe. Stemt in den Bl. 58 , 233. Poging der gezanten om ook Zeeland tot toestemming MAURITS en OLDENBAR te bewegen. Bl . 59 , 235. NEVELD met elkander verzoend . Bl. 59. - Der gezanten achting voor den eersten hooger dan voor den anderen . Bl. 60. Zeeland geeft toe. Bl . 61 . F MAURITS vrees voor een nadeelig bestand . Bl. 61. ――――――― Gemeenschappelijk Bl. 62 , 244. besluit. Yver van MAURITS tot afhan deling. Bl. 62. Bemoeiïngen van Koning HENDRIK ter vermeerdering van MAURITS gezag . Bl . 63. - Be Bl. 64 , 246. ―――― langeloosheid van MAURITS ten dezen . INHOUD. VI Hij verlangt schadevergoeding . Bl . 65 , 246. Het be ――― De schadeloosstellingen voor Bl . 67. stand geteekend . MAURITS en zijn Huis. Bl . 67 , 248. - MAURITS dankt Bl. 67 , 253. - Zijn wantrouwen tegen OL DENBARNEVELD. Bl. 67. de Staten. MAURITS geschil met PHILIPS WILLEM over de heerlijk heden in Luxemburg. Bl. 68 , 257. - Begunstigers van PHILIPS WILLEM. Bl. 69. Onder dezen ook OLDEN OLDENBARNEVELD's poging om BARNEVELD. Bl. 69. Breda neutraal te maken. Bl. 69 , 258. - Zijne be moeiïngen aangaande de Magistraats-bestellingen te Breda enz . Bl. 69 , 259. ―――――――― Zijne briefwisseling met PHILIPS WILLEM. Bl. 69. ― Beoordeeld. Bl. 71. Betrekking tusschen PHILIPS WILLEM en UITENBOGAART. Bl. 263. JEANNIN zoekt de herstelling van den Roomschen gods dienst. Bl . 71. - MAURITS sluit zich aan de Herv. Gees telijkheid. Bl. 72. — JEANNIN ontraadt hem dit en zet hem op tegen de Staten. Bl. 72 . Voorstel ter regeringsverandering . Bl . 74 , 265. Oude regeringsvorm . Bl . 74. - Voorslag om MAURITS Gouverneur Generaal te maken. Bl. 75 , 265. - OL DENBARNEVELD er tegen. Bl. 75 , 267. - Voorval des wege tusschen de Prinses Weduwe en OLDENBARNEVELD . - MAURITS houding ten dezen. Bl . 76 , 268 . Bl . 76 , 267. — MAURITS BEDRYVEN GEDURENDE 1609-1614. Kerkelijke twist te Alkmaar door VENATOR. Bl . 78. — Begunstigd door OLDENBARNEVELD. Bl. 78. - Regerings verandering op het einde van 1609. Bl. 79. - Verzet van de Capiteinen der schutterij . Bl . 79 , 269. - Com missarissen der Staten naar Alkmaar . Bl . 80. - Afge vaardigden der partijen naar den Haag. Bl . 80 , 269 . OLDENBARNEVELD miskent MAURITS gezag. Bl . 81. - De Regering te Alkmaar weder veranderd in den zin van VE 1 VII INHOUD. NATOR. Bl. Bl. 82. 81 , 269. - HILLENIUS uit de stad gezet . MAURITS ten dezen beoordeeld . Bl. 82. Oproerige Regeringsverandering te Utrecht in het begin van 1610. Bl . 82 , 270.- MAURITS naar Utrecht af Bl . 83 , 270. --- Onderhandelingen te Woer den. Bl. 84 , 280. Besluit tot geweld tegen Utrecht. --Bl. 84 , 290. De stad onderwerpt zich . Bl . 86 , 291 . Twisten over Gulik en Kleef. Bl. 86. - Der Staten gevaardigd. besluit tot weigering een leger om naar Gulik. Bl. 87. Hunne " MAURITS aan het hoofd van het leger te plaatsen . Bl . 88 , 296. - OLDENBARNEVELD'S bedoelin MAURITS houding ten dezen. Bl . 90 , gen . Bl. 89. ― MAURITS 296. Der Staten toestemming. Bl. 90. C rukt naar Gulik. Bl. 90 , 301. De stad bemachtigd. Bl. 91 , 303. MAURITS roem ten dezen. Bl. 91 . MAURITS benoeming tot Ridder van de Orde van den Kousseband. Bl . 92 , 308. - Weêrzin van OLDENBARNE VELD en de Staten. Bl. 92 . ――― Inhuldiging . Bl. 93 , 314 . MAURITS benoemt OLDENBARNEVELD'S Zoon tot Luite Wil ook de verwijdering nant Houtvester. Bl. 93. van den gezant AERSSEN. Bl . 94. - Het voorgevallene met dezen ter Staten Generaal. Bl. 317. Bl . 94. L SPI NOLA'S veroveringen aldaar. Bl . 95 , 327. - MAURITS veroveringen aldaar. Bl. 95 , 332 . ―――― Zijne terugkomst . Bl. 96 , 334. Twist over Gulik en Kleef in 1614 . 28 E B FR MAURITS PRINS VAN VAN ENZ. MAURITS BEDRYF ENZ. NASSAU, ORANJE , ENZ. GEDURENDE DEN HANDEL OVER HET TWAALFJARIG BESTAND . 1606-1609. De e langdurigheid van den krijg , de onheilen , daar uit voortvloeiënde , de groote kosten , daaraan verbonden , deden van weerszijde eenen sterken trek naar vrede gebo ren worden . Vooral bestond die zucht aan den kant des vijands , waar sedert 1598 de Aartshertog van Oostenrijk ALBERTUS met zijne gemalin ISABELLA, dochter des Konings van Spanje, het souverein gezag oefende , altoos echter on der eene zekere verplichting en verband aan Spanje. AL BERTUS had reeds verscheidene malen voorstellen tot vre dehandeling laten doen. Bij het ontvangen der Nederlanden in 1598 schreef hij brieven aan de Staten dezerzijds , met aanmaning om hem op het voorbeeld der overige Provin cien tot Landsheer te ontvangen en alzoo den vrede te bewerken. Door den Prins van Oranje en andere Heeren werden dergelijke brieven aan MAURITS geschreven. Maar · noch de Staten noch MAURITS verwaardigden zich daarop te antwoorden (1) . In den jare 1600 kort na den slag van Nieuwpoort werd er weder een voorstel tot vrede van wege de Staten van de andere zijde gedaan . Deze begaven zich daartoe naar Bergen op Zoom , waar zij door de Sta ten Generaal der III DEEL . Vereenigde Provincien gehoord werden. 1 2 MAURITS BEDRYF GEDURENDE DEN HANDEL Wij hebben reeds vroeger gezien , hoe ook deze poging tot vrede door de medewerking van OLDENBARNEVELD , die D eene eerste hoofdrol daarin speelde , vruchteloos bleef (2) . In het jaar 1603 weigerde men de overkomst van een paar Gedeputeerden van de andere zijde om over vrede handel te spreken (3) . En ten jare 1605 werd een der gelijke voorslag , door den Keizer en het Duitsche Rijk * aan de Staten Generaal gedaan , door dezelven afgesla gen (4). Hoezeer men zich dus hier te lande opentlijk ongezind tot vredehandel toonde , was dit echter minder in het ge heim . Die oude hartige mannen , die het Spaansche juk D ondervonden hadden , waren meest allen gestorven , zoodat de regering nu niet zoo wel van zulke ijveraars voorzien was. Er waren er ook die dit heimelijk verlangen naar vrede aankweekten en bevorderden , omdat hun het hoofd naar zulk eenen handel hing en zij er wat anders onder zochten (5) . Dan daar zij de natie in het algemeen en T de Gereformeerde Geestelijkheid , dien hefboom der natie , D sterk tegen Rome en Spanje ingenomen , zoo ook onze beide Stadhouders MAURITS en WILLEM LODEWYK met het oor logsvolk moesten ontzien , durfden die vredesgezinde Regen ten nog niet zoo opentlijk voor den dag komen . Onder die Regenten behoorde ook OLDENBARNEVELD , de leidsman der Staten . Ofschoon er zijn , die hem ten dezen van verkeerde en verraderlijke oogmerken verdenken , is E H het evenwel mogelijk , dat hij bij den jammerlijken toestand van 's lands geldmiddelen , in waarheid den ondergang des Staats op handen zag , zoo er niet door het ophouden des oorlogs in voorzien wierd . Te berispen echter is hij daar in , dat hij , eenmaal zijn oordeel gevestigd hebbende , het C zelve bij alle mogelijke , niet altijd evenzeer geoorloofde middelen zocht door te drijven , en ten einde zijne tegen standers om den tuin te leiden , ging. niet oprechtelijk te werk Het is erkend , dat hij doorgaans degenen , wier OVER HET TWAALFJARIG BESTAND, 3 medewerking en toestemming hij noodig had , zoo kunstig wist te belezen , dat zij , eer zij ' t dachten , tot zijn gevoe len waren overgegaan (6) . Om de Wethouders der steden in de land-provincien tot vrede te stemmen , had hij be werkt , dat zij sints eenigen tijd van behoorlijken onderstand verstoken waren gebleven (7) . Ten einde in dit opzicht ook op het volk te kunnen werken , begunstigde hij het sedert een paar jaren uitgebroken Arminianisme , (waarvan wij in het vervolg nader spreken zullen , ) en kreeg alzoo een goed deel predikanten aan zijne zijde . En om alle nieuwe oorzaken tot voortzetting des oorlogs weg te ne men , verhinderde hij de oprichting der Westindische-Com pagnie , welke moest dienen om aan Spanje in de Westindien afbreuk te doen , en waartoe op het einde des jaars 1605 reeds zoo goed als besloten was (8) . Door dit een en an der dus was er ten jare 1606 voor OLDENBARNEVELD maar eene geringe aanleiding noodig , om eenen vredehandel te bewerken en tot stand te brengen. Deze gelegenheid bood zich aan , toen in Mei 1606 wal RAVEN VAN WITTENHORST , Heer van der Horst , in 's Gra venhage kwam om de gemoederen deswege te ondertasten . Dat MAURITS hiervan kennis gedragen en met hem gespro ken heeft , vindt men niet gemeld (9) . dat OLDENBARNEVELD , tot Maar dit is zeker , wien WITTENHORST zich ver voegde , hem ried de reden zijner komst nog voor dien tijd bedekt te houden en hem toeliet Holland en Gelderland te doorkruissen en in het geheim dezen en genen voor den vredehandel te winnen . Zijne ontvangst was hier te lande zoo gunstig geweest , dat hij , na den uitslag der krijgs verrichtingen van dit jaar afgewacht te hebben , vergezeld van JOHAN GEVAERTS , Secretaris van Turnhout , in het laatst van December terug kwam met een dadelijk voorstel van vrede . Daartoe vertoonden zij eene instructie van de Aartshertogen , houdende derzelver genegenheid om einde te maken aan dien langen bloedigen oorlog , en dit 1* 4 MAURITS BEDRYF GEDURENDE DEN HANDEL op zoo billijke voorwaarden , dat de landen er genoegen van zouden hebben ; te weten , daar de Staten de recht vaardigheid kenden van de eischen der Aartshertogen , die niets begeerden dan wat hun toekwam , zoo moesten de Staten maar voorslaan hetgeen zij verlangden : hun zou daarin alle redelijke voldoening geschieden , om het even of zij vrede of bestand voor vele jaren wilden : indien de Sta ten maar tijd en plaats voor den handel bepaalden , zouden de Aartshertogen er zich naar voegen . Vreemd moet al aanstonds deze zoo onverwachte en over groote inschikkelijkheid van den anderszins hooghartigen vij and voorkomen ; en men wordt onwillekeurig gedrongen tot de gedachte , dat de vijand in de verzekering stond daarmede niets te wagen , maar hier te lande eenen Advo 1 caat van gezag en invloed te bezitten , die zijne belangen niet benadeelen zou. Ook is het opmerkelijk , dat de af gezondenen des vijands geene brieven aan de Staten mede brachten : hetgeen hun vermoedelijk door OLDENBARNEVELD bij hunne vroegere komst herwaarts zal zijn aangeraden , die liever bedektelijk en onder weinigen den handel tot r eene zekere hoogte wilde voorbereiden , om dan vervolgens met des te meer kracht op de Staten te kunnen werken . Nu echter MAURITS aanwezig was , die onmogelijk buiten het geheim kon gehouden worden , had er eene on derhandeling plaats tusschen hem , Graaf WILLEM , OLDEN BARNEVELD en eenige anderen in klein getal (10) . er al over en weder gesproken is , weet men Wat niet : doch , uit aanmerking der verdere gebeurtenissen , mag men het voor zeker stellen , dat MAURITS en Graaf WILLEM zich tegen allen handel verklaard hebben , maar door OLDENBARNEVELD en de zijnen tot toegeven zijn be wogen geworden en het toen daarhenen hebben gestuurd , ten minste alle bedekte • handel werd afgeslagen . dat Daarop begaf zich een der afgezondenen naar Brussel en bracht van daar in het begin van January 1607 eene acte S OVER HET TWAALFJARIG BESTAND. 5 van commissie der Aartshertogen op beide terug , waarbij zij gelast werden om ter eerste vergadering der Staten Ge neraal , van der Aartshertogen wege , voor te dragen , dat zij bereid waren tot vrede te verstaan , daarvan te handelen , Commissarissen te benoemen , en den Staten alle redelijk genoegen te geven , of dat , zoo de Staten liever tot een bestand wilden verstaan , ook zij daarmede te vreden wa ren voor zulken tijd , als beraamd zou worden. Dien ten gevolge , na eerst een afzonderlijk gehoor bij MAURITS gehad te hebben (11 ) , openden zij op den 13den January hunnen last in de vergadering der Staten Gene raal . Al dadelijk werd hun bij monde hartig geantwoord , en vervolgens een antwoord in schrift ontworpen , hetwelk de volle goedkeuring van MAURITS en den Raad van State wegdroeg. Hetzelve werd den 27sten January vastgesteld , en aan den Heer WITTENHORST geleverd , hoezeer de Ge deputeerden van Vriesland verlangd hadden , dat het aan hunne Meesters vooraf ware medegedeeld (12) . was de taal daarin voorkomende. er was voorgevallen , Krachtig Na een verhaal van wat verklaarden de Staten Generaal te merken , dat de Aartshertogen alsnog vasthielden aan hunne ongegronde beweringen , dat hun eenig recht in of tot de Vereenigde Nederlanden zou toekomen , daar nochtans de Staten voor alle de wereld kennelijk , duidelijk en onweder sprekelijk hielden , dat de Aartshertogen geenen anderen titel dan dien van geweld en oorlog hadden , om eenig recht in of tot de Vereenigde Nederlanden voor te wenden : ook hadden de Staten Generaal altijd met het volste recht beweerd , dat zij tot de Unie mochten zoeken terug te bren gen hetgeen daarvan , bij geweld of list was afgescheurd : bij een plechtig besluit hadden zij zich in 1581 voor eenen vrijen Staat verklaard en waren daarin 25 jaren lang be vestigd geworden ook door de erkenning der grootste Mo gendheden ; en dus konden zij thands geen ander antwoord geven , dan zij vroeger aan den Keizer en de Duitsche Vor 6 MAURITS BEDRYF GEDURENDE DEN HANDEL sten gegeven hadden , te weten , dat zij verklaarden , dat er noch goddelijk noch eerlijk noch met verzekerdheid konde gehandeld worden met hen , die tegen het besluit van af zwering en het gevestigd recht der Vereenigde Nederlanden iets in of tot dezelven zouden voortgaan te pretenderen : protesterende zij voorts van alle onheil , dat aan het Neder land in de uitvoering eener zoo rechtvaardige zaak zou mo gen overkomen (13). F Het was voor degenen , die niet in het geheim zaten , naauwelijks te denken , dat de Aartshertogen zulk eene vor dering zouden toegeven , en de vredehandel scheen dus voor gekomen te zijn : dan reeds kort daarop werd bij de Staten een brief van de voornoemde afgezondenen , die inmiddels vertrokken waren , ontvangen , inhoudende , dat het geens zins der Aartshertogen meening was door den handel iets op de Vereenigde Nederlanden te winnen of te pretenderen , maar ze te laten zoo zij waren , en dat , indien der Staten meening mocht vallen zoo te handelen , zij gaarne daartoe zouden verstaan. De waarheid toen op het laatst van van dit schrijven bleek , 橱+ February van der Aartshertogen wege herwaarts kwam een Monnik JAN NEVEN , zijnde Commissaris Generaal der Minderbroeders , een Zeeuw van it geboorte , wiens vader de zijde van Prins WILLEM gevolgd L had , een man wel ter tale , niet onbedreven in staatszaken , door de Hoven van Spanje en Brussel nu en dan in ge wichtige aangelegenheden gebruikt , naar het uiterlijke open hartig van aard , maar tevens zeer listig en tegen schaamte gewapend , ook niet bijster bekommerd voor afwijzing en smaadheid (14). Aan dezen Jezuït had MAURITS paspoort verleend , om herwaarts te komen ( 15) . Met welken weerzin voor een man van zulk een open karakter als MAURITS , die daar enboven van den vredehandel afkeerig was , laat zich licht begrijpen. Hij was er door het schoonspreken van OLDEN BARNEVELD toe gedrongen geworden , die hem had wijs OVER HET TWAALFJARIG BESTAND. 7 gemaakt , dat de handel nergens anders toe dienen zou , dan om Frankrijk en Engeland , welke gaarne de voort during van den Nederlandschen oorlog ter krenking van Spanje's macht aanzagen , tot meerder onderstand te bewe gen en alzoo den oorlog des te beter te kunnen voortzet ten (16) . OLDENBARNEVELD namelijk had begrepen , dat MAURITS bezwaarlijk tot den vredehandel zou kunnen be wogen worden , en het daarom listiglijk geraden gevonden hem eerst tot het hooren van den vijand over te halen en allengskens verder in te wikkelen (17) . Intusschen begon MAURITS , naar het schijnt , te bemer ken , dat men hem om den tuin leidde . Te vergeefs drong hij aan op de voltallighouding des legers (18) . En toen hij in het laatst van February tijding kreeg van eenen ver moedelijken tocht des vijands naar de Betuwe , en hij dus ter vergadering van de Staten Generaal liet voorslaan , om 20 vendelen krijgsvolk naar het Tolhuis te zenden en zich van hetzelve meester te maken , keurden de Staten echter dit voorstel af, eenparig oordeelende , dat men dus doende den vijand zou verbitteren , en het beter ware de Admira liteiten te gelasten de stroomen met oorlogsschepen te be zetten , en den Generaal DU BOIS derwaarts te zenden , om in geval van nood de bezettingen der omliggende plaatsen tegen den vijand te gebruiken . MAURITS en de Raad van State dien ten gevolge verzocht zijnde zich nader hierop te beraden , zoo liet reeds den volgenden dag MAURITS ver klaren , dat hij bij zijn gevoelen bleef, overmits hij wel wist , dat er waren , die het opwaarts zenden van het volk , om particuliere inzichten , niet goedvonden , maar dat hij zich evenwel wilde schikken naar het goedvinden der Staten Generaal : terwijl de Raad verklaarde , dat de meerderheid dier vergadering MAURITS gevoelen omhelsd had , mits maar het krijgsvolk in schepen geplaatst wierd , ten einde de in gezetenen van het Tolhuis te verschoonen . Doch de Staten veranderden hun oordeel niet , verzochten den Raad en 8 MAURITS BEDRYF GEDURENDE DEN HANDEL MAURITS de zaak nog eens te willen overwegen , en gaven , zonder deze overweging af te wachten , nog ten zelfden dage last tot het bezetten der stroomen en het doen der voorzieningen naar hunnen eigenen zin hoewel bij zijne meening blijvende , besluit onderwierp (19) . waarop MAURITS , zich aan der Staten Wij zien hem dus hier weder , gelijk altijd , met zijn gevoelen rond voor den dag ko mende , maar zich ook aan der Staten volstandig oordeel met onderdanigheid onderwerpende. MAURITS nu in de komst vAN NEYEN bewilligd heb bende , kon niet wel weigeren woord te staan . Ten einde alle opspraak onder het volk hem te hooren en te te stillen , besloten de Staten Generaal de onderhandeling met hem in het geheim te doen plaats hebben door middel van eenige gemachtigden . Het oogmerk zijner komst was de verzekeringen , die WITTENHORST gegeven had , nader te bevestigen , en te vernemen , hoedanige verklaring de Staten van de Aartshertogen verlangden om in onderhandeling te treden. Hij werd een en andermaal gehoord , ook door MAURITS , die zekerlijk met kracht op de voorloopige er kenning van de vrijheid en onafhankelijkheid des lands zal hebben aangedrongen , een punt , omtrent welks noodzake lijkheid ook OLDENBARNEVELD scheen in te stemmen . Hoe moet het MAURITS verwonderd hebben , toen de Monnik zoo gereedelijk aannam de Aartshertogen daartoe te zullen bewegen , en toen hij kort daarop de gevorderde verkla ring , den 13den Maart gedagteekend , overlegde . Deze ver klaring hield in , dat de Aartshertogen , moede van oorlog , gezind waren met de Staten Generaal der Vereenigde Ne derlanden , in qualiteit en als dezelve houdende voor vrije Landen , Provincien en Staten , waarop zij niet pretendeer den , in onderhandeling te treden over eenen eeuwigen vrede of over een bestand van 12 , 15 of 20 jaren ter keuze der Staten , op redelijke voorwaarden , onder ande ren , dat elk zou blijven bezitten hetgeen hij tegenwoordig OVER HET TWAALFJARIG BESTAND . bezat , ten ware men wederzijds geraden vond eenige steden of landschappen te verwisselen : voorts wilden zij Neder landers machtigen tot den handel , en verzochten dat de Staten een gelijk getal wilden benoemen en plaats en tijd tot de bijeenkomst verkiezen : ook sloegen zij ter bevorde ring van de onderhandeling van nu af eenen stilstand van wapenen voor te water en te land , in Spanje en hier , voor den tijd van acht maanden ; terwijl men zich omtrent de voorname handeling niet zou behoeven te verklaren vóór den 1sten September (20) . Begrijpelijk is het , hoe verblijd de voorstanders van vre de met deze verklaring waren , en hoe vreemd de tegen standers daarentegen hebben opgezien (21 ) . Die verklaring toch scheen alles te bevatten , wat men voorloopig ter on derhandeling verlangd had , en stopte alzoo den mond van diegenen , welke te recht hadden mogen verwachten , dat de anderszins zoo trotsche vijand tot zulk eene vernederende verklaring niet zoude gekomen zijn. Met dit al is het niet te ontkennen , dat zij in dubbelzinnige woorden vervat was. Het handelen met de Staten als dezelven houdende voor vrije volken , kon of voor eene volledige erkenning hunner vrijheid genomen worden , of slechts beteekenen , dat men hen gedurende de handeling als vrijen zou aan merken. Niet te pretenderen op deze landen was ook geene. duidelijke erkenning , dat men er geen recht toe had , maar kon uitgelegd worden van hetgeen men dadelijk deed , zonder bepaling wat men te eeniger tijd zou kunnen of mo gen doen (22) . Dan de Staten Generaal oordeelden best de verklaring der Aartshertogen als voldoende aan te ne men en daarop de onderhandelingen aan te vangen : hoe zeer de Staten van Vriesland en Zeeland van den beginne af alle handeling tegenstonden en zich eerst op den 11den April met de overige Provincien vereenigden : verkla rende die van Zeeland zeer verwonderd te zijn over de wijze , waarop men tot nu toe tegen de be 10 MAURITS BEDRYF GEDURENDE DEN HANDEL palingen der Unie van Utrecht was te werk gegaan , en te L verlangen dat men voorts de Provincien daarop beschrijven E en gedurende den voorgenomen wapenstilstand de grenzen behoorlijk verzekeren zou ( 23) . Alzoo dan kwamen op den zelfden dag de Staten eendrachtig met NEYEN overeen in E eenen wapenstilstand voor acht maanden , onder de volgende bepalingen , dat de Aartshertogen de Vereenigde Nederlanden E hielden voor vrije landen , waarop zij niet pretendeerden ; dat t de stilstand zou ingaan den 4den Mei dezes jaars en betreffen alle belegering en inneming van steden en sterkten , invallen of inlegeringen van Provincien en quartieren , en het maken van nieuwe schansen ; dat de Staten het aanbod der Aarts hertogen zouden mededeelen aan wie het behoorde , 2 en vóór den 1sten September hunne verklaring ten antwoord C E aan de Aartshertogen doen weten ; en dat laatstgenoemden binnen drie maanden van deze handeling de goedkeuring L des Konings van Spanje en eene gelijke verklaring , zoo veel hem aanging , aan de Staten Generaal zouden indie C E nen (24) . In deze overeenkomst werd door MAURITS , nu reeds in C Dat hij dit evenwel f den handel ingewikkeld , bewilligd . niet zonder weerzin gedaan heeft , mag men daaruit aflei den , dat hij , nog vóór het treffen derzelve , den vijand alle mogelijke afbreuk wenschte gedaan te hebben : hetwelk hem echter door de Staten niet toegestaan werd (25) . Inmiddels schreven de Staten Generaal eenen algemeenen vaste- en bededag uit tegen den 9den Mei. Zij verklaar den in hunnen brief , dat zij met de Aartshertogen eenen stilstand van wapenen voor acht maanden hadden aange gaan , om in nadere onderhandeling over eenen eeuwigen vrede of een langdurig bestand te kunnen treden : dat zij besloten hadden daarvan mededeeling te doen aan de Ko ningen van Frankrijk , Engeland en Denemarken , alsmede aan de Keurvorsten en Vorsten des Duitschen Rijks , met welke zij in vriendschap waren , ten einde derzelver goe OVER HET TWAALFJARIG BESTAND . den raad ten beste dezer landen te verstaan 11 en dat zij dus den Heere God almachtig wilden gebeden hebben om die handeling te doen strekken ter eere van Zijnen heiligen naam , behoud en verbreiding van Zijn Woord en van den Christelijken Gereformeerden godsdienst , ook tot wel vaart en verzekering der Vereenigde Nederlanden en derzel ver goede ingezetenen . Deze brief was door OLDENBARNE VELD ontworpen : wij zien er uit , welken ijver hij er tot welstand der Gereformeerde Kerk in aan den dag legde , hoewel hij te gelijker tijd door de verkorting harer rechten en de bescherming der Arminianen alles deed om haar in verwarring en ondergang te brengen (26) . De wisseling der verbandbrieven betreffende den stilstand , door de Staten* en de Aartshertogen geteekend , had vervol gens behoorlijk plaats te Lillo tusschen NEYEN en den Com mies VAN DER DOES , door de Staten hiertoe afgezonden. Te gelijker tijd echter vroeg NEVEN verlof om herwaarts te komen , ten einde eenig voorstel te doen. Hierover was verschil van gevoelen : MAURITS verklaarde zich tegen de toelating , alvorens men wiste wat NEVEN in last had te verhandelen. De Provincien waren ten dezen ook verdeeld , doch besloten eindelijk op den 4den Mei den Monnik niet toe te laten , dan na vooraf het verslag van VAN DER DOES ge hoord te hebben. Maar ziet ! onverwachts den volgenden dag verscheen hij te scheep voor Delfshaven , en verzocht op nieuw te worden toegelaten . Dit verwekte groote ver bitterdheid in de vergadering der Staten Generaal. De af gevaardigden van Zeeland weigerden alle toestemming : en toen het besluit der meerderheid viel het verzoek toe te staan , betuigden zij er krachtig tegen , oordeelende dat het tegen de Unie streed ten dezen met meerderheid van stem men te besluiten. Zelfs verzochten zij , maar te vergeefs , dat MAURITS en de Raad van State vooraf zouden gehoord worden. Dat MAURITS het met Zeeland eens was , bleek duidelijk genoeg : althands , hij oordeelde , dat men niet zoo 12 MAURITS BEDRYF GEDURENDE DEN HANDEL haastig en onberaden in zaken van zoo groote aangelegen heid moest te werk gaan Het (27) . doel van NEYEN'S komst was eene verklaring of liever uitbreiding van den gemaakten stilstand te bewerken en inmiddels den staat dezer landen te doorsnuffelen en heimelijk ter bevordering van den vredehandel te arbeiden . Reeds den 7den Mei werd hij in MAURITS en den Raad van tegenwoordigheid van State ter Staten-vergadering gehoord (28) . Doch hier wilde thands zijn verzoek zoo gemakkelijk niet vlotten. MAURITS verklaarde er zich krach tig tegen , zeggende dat men zoo doende zou afgaan van het eerstgenomen besluit , en dat de ingezetenen van alle oorlogsvoorzieningen zouden worden afgetrokken. In dit gevoelen stond ook Zeeland : maar alle de andere Provin cien waren op de hand van OLDENBARNEVELD , die aan het verzoek van NEYEN wilde voldaan hebben . Eindelijk be— greep MAURITS , wel ziende dat de andere Provincien voor waarts gaan en zich om Zeeland niet bekreunen zouden , zelf te moeten toegeven en ook Zeeland tot toegeeflijkheid vermanen , ten einde alle scheuring tusschen de Provincien te verhoeden. Alzoo werd dan aan het verzoek van NEYEN, ofschoon met eenige beperkingen voldaan , en het verdrag daartoe op den 1sten Juny geteekend ; waarna de Monnik weder vertrok (29) . Intusschen had NEYEN den Griffier der Staten Generaal AERSSEN zoeken om te koopen : dewelke terstond dien toe leg aan MAURITS had ontdekt en met dezen goedgevonden , dat hij zich houden zou , als er wel ooren naar te hebben , en hij dus hetgeen hem door NEYEN werd aangeboden , zou aannemen. Het aanbod bestond in eenen kostelijken diamant en eenen aanzienlijken schuldbrief , geteekend door SPINOLA. AERSSEN dit een en ander ontvangen hebbende , verzocht nu MAURITS hetzelve in zijne bewaring te willen nemen. Dan deze weigerde dit , zekerlijk ten einde alle opspraak bij het ruchtbaar worden der zaak te ontgaan : OVER HET TWAALFJARIG BESTAND . 13 hoezeer hij toch wenschte , dat de zaak nog geheim bleef en dat AERSSEN ook het geld van den schuldbrief zou zoe ken te verkrijgen. Maar deze , hiermede niet gerust , gaf ruchtbaarheid aan de zaak en veroorzaakte alzoo , dat ook MAURITS haar bracht in de volle vergadering der Staten Generaal. Het schijnt MAURITS doel geweest te zijn , om door de sprekendste bewijzen van de listige practijken des vijands de vredehandeling te stremmen : doch OLDENBARNE VELD liet zich er niet door afschrikken : en de vredesge zindheid der Staten , die slechts besloten de geschenken des vijands te bewaren om ze te gelegener tijd terug te geven , bleef dezelfdę (30) . Onderwijl waren , op de uitnoodiging deswegens gedaan , den 24sten Mei als Fransche gezanten de President JEANNIN en de Heer VAN BUZANVAL overgekomen , om benevens den gewonen gezant de Heer VAN RUSSY deel te nemen aan de vredesonderhandelingen. Koning HENDRIK IV verlangde wel de voortzetting des oorlogs tot afbreuk van Spanje , van welk Rijk hij eenen innerlijken afkeer gevoelde ; maar hij begreep tevens , dat zulks niet anders geschieden kon dan door zijnen jaarlijkschen onderstand aanmerkelijk te vermeerderen , waartoe hij echter niet besluiten kon , tenzij ook de Koning van Engeland zich tot eenen dergelijken onderstand zou willen verbinden : en daar dit laatste naau welijks te verwachten was , meende hij op het maken van vrede te moeten aandringen , vooral daar hij zag , dat de gemoederen hier te lande over het algemeen meer tot vrede gestemd waren. Hij gelastte dus zijne gezanten de voort zetting des oorlogs wel op den voorgrond te stellen , ten einde eenen onberadenen vrede voor te komen , maar er 4 toch niet sterk op aan te dringen , indien zij bemerkten , dat men daar volstrekt niet henen wilde (31 ) : in dit geval moesten zij liever tot eenen eeuwigen vrede , dan tot een langdurig bestand raden : in allen gevalle moesten zij de verschillende partijen hier te lande zoeken te vereenigen 14 MAURITS BEDRYF GEDURENDE DEN HANDEL tot een eenstemmig besluit , hoe dit besluit dan ook wezen mocht , of tot oorlog , of tot vrede , of tot bestand. Aan dezen last werd door hen op eene allerbekwaamste wijze voldaan : en wij vinden ons , vooral door de uitgege ven vertrouwelijke brieven , welke JEANNIN bijna dagelijks aan zijn Hof schreef of in antwoord ontving , in staat ge— steld , den loop der onderhandelingen , de gezindheid der partijen en den goeden en oprechten handel van MAURITS gade te slaan . Het eerste werk der gezanten was de gemoederen der verschillende hoofden van den Staat te polsen . Daags na hunne aankomst bezochten zij MAURITS , om hem 's Konings brieven over te leveren ; en daar zij wisten , dat hij ten eenen male voor den oorlog was , openden zij hem terstond 's Konings gevoelen , dat de oorlog een veel verzekerder middel was om deze landen voor ondergang te bewaren , dan de bedrieglijke en gevaarlijke vrede , die hun door den Spanjaard werd aangeboden en nergens toe strekte dan ter herkrijging van het verloren gezag. MAURITS gaf hun da― delijk zijne toestemming : hij zeide , dat gantsch Zeeland en Amsterdam van hetzelfde gevoelen waren ; dat Gelderland en Vriesland, met zijn krijgsvolk bezet , geheel van zijnen wil afhingen ; en dat de meeste verstandigsten insgelijks meenden , dat er geene zekerheid in eenen vrede zijn zou : dat evenwel eene menigte menschen zich door de schoonschijnende aanbiedingen des vijands lieten wegsle pen , even als of men uit eenen oorlog , hoe lang ook , niet meer mocht hopen , dan nu wierd aangeboden : en dat , zoo de onberaden drift der vredesgezinden niet ge er onvermijdelijk verdeeldheid ontstaan zou : om hen tegen te houden , hij het beste re stuit wierd , weshalve , kende , dat de Koning zijne genegenheid te kennen gaf om deze landen bij te staan en te helpen in het voort zetten des oorlogs , maar niet om mede te werken tot den vrede , die den ondergang des Staats berokkenen zou . De OVER HET TWAALFJARIG BESTAND. 15 gezanten betuigden hem daarop hunne en des Konings een stemmigheid , maar tevens hun oordeel , dat zij zulke ronde verklaring niet doen moesten in hun eerste gehoor ter Al gemeene Statenvergadering , maar wel in de bijzondere bij eenkomsten , die zij te dezer zake met de gemachtigden der Staten Generaal houden zouden. MAURITS zijne instemming. En hiermede betuigde Ook met OLDENBARNEVELD hielden zij een gelijk gesprek , waarin zij het voortzetten des oorlogs op den voorgrond stelden , en verklaarden , dat de Koning nimmer zou willen medewerken tot den aangebo den vrede , als oordeelende , dat dezelve den lande schadelijk zijn zou. OLDENBARNEVELD toonde zich over deze verkla ring verwonderd ; hij betuigde , ja , insgelijks voor den oor log te wezen , zoo maar de Koning van Frankrijk zich opentlijk tegen Spanje wilde verklaren en de verdediging dezer landen op zich nemen ; maar dat hiertoe zulk eene machtige som gelds vereischt werd , dat hij daartoe den Koning den voorslag niet zou durven doen , en ook deze er niet in zou willen treden : weshalve hij het eenigste redmiddel vond in eenen wel verzekerden vrede bij tusschen komst van Frankrijk en Engeland. Uit deze gesprekken maakten de gezanten op , dat beide , MAURITS en OLDEN BARNEVELD , in hunne gevoelens vast stonden , maar toch ter goeder trouw waren : en daar zij voor scheuring vrees den , zochten zij , overeenkomstig hunnen last , de beide partijen te matigen , door aan OLDENBARNEVELD hoop te geven op een verbond met Frankrijk en Engeland tot den oorlog tegen Spanje , en hem te vermanen de voorstanders des vredes in hunnen onbesuisden loop wat te beteugelen ; terwijl zij MAURITS de voordeelen van eenen vasten vrede boven eenen onzekeren oorlog voor oogen stelden , de eens gezindheid met het algemeene lichaam des Staats aanpre zen en hem alle dadelijkheid tot scheuring ontrieden , waartoe zij vreesden dat hij , ofschoon wijs en bedaard zijnde, toch moeds genoeg hebben zou . MAURITS liet zich 16 MAURITS BEDRYF GEDURENDE DEN HANDEL gezeggen en verklaarde geen vast besluit te willen nemen , dan na alvorens den raad van zijnen Neef Graaf wILLEM LODEWYK , dien hij binnen kort uit Vriesland verwachtte (32) , te hebben ingenomen : maar hij voegde er bij , dat de Sta ten zich bedrogen in hunne hoop , dat zij in hoedanigheid van vrijen Staat eenen vasten vrede van den Koning van Spanje zouden verwerven , dewijl hij zeker wist , dat de Koning niet meer dan een bestand voor 12 of 15 jaren zou toestaan , om in dien tusschentijd op de gemoederen des volks in zijn voordeel te kunnen werken en vervolgens zijne oude souvereine rechten zoo mogelijk te herkrijgen : tot welk bestand hij , MAURITS , betuigde nimmer zijne toestemming te zullen geven. De Fransche gezanten pols ten ook dien van Engeland , RUDOLF WINWOOD , die ver klaarde in last te hebben eenstemmig met hen te handelen : en ofschoon hij voor zijn persoonlijk gevoelen betuigde , dat een onderling verbond tusschen de beide Rijken tot oor log met Spanje het beste zijn zoude , gaf hij echter niet onduidelijk te kennen , dat Koning JACOB meer tot den vrede helde (33) . Ondertusschen was de zin van Koning HENDRIK , ziende de overgroote moeilijkheden van het voortzetten des oor logs , weder tot vrede gekeerd . MAURITS , hiervan niets wetende , deed alles om de gezanten in hunne reeds geuite meening te houden . Hij verklaarde hun , dat , zoo dẹ Ko ning den oorlog wilde vervolgen , hij , MAURITS , wel de meeste Provincien van gevoelen zou doen veranderen , mits zij maar goeden onderstand van den Koning genoten , eenen onderstand , die door hem minder hoog gesteld werd dan door OLDENBARNEVELD gedaan was . Met minachting sprak hij van den Koning van Engeland en noemde hem , zijne gemalin en een deel zijner Ministers Spanjaarden in hun hart , zeggende , dat Koning JACOB het er meer op toelegde om de Nederlanden weder onder Spanje te brengen , dan om ze in hunne vrijheid en onafhankelijkheid te handha 17 OVER HET TWAALFJARIG BESTAND . ven (34) : hij bleef dan ook met warmte bij de gezanten op een onderling verbond ter ondersteuning des oorlogs aan dringen en er het nut en de zekere hoop op goed gevolg van verheffen , konde (35). als of er volstrekt geen twijfel aan zijn Evenwel toonde hij al spoedig van die veranderde ge zindheid des Konings iets bemerkt te hebben : doch hij openbaarde zijn argwaan en misnoegen met zoo veel ge matigdheid en terughouding , dat de Fransche gezanten zelven hulde deden aan zijne gevoelens en wijze van han delen . Zij verklaarden aan hun Hof , dat het ook niet zonder reden was , dat MAURITS hun zoo dikwijls de be zwaren van eenen vrede voorstelde , dewijl zij inderdaad groot waren , en dat men dus beter deed zijne voorzich tigheid en oordeel te prijzen , dan zijne vrees te berispen ,, vooral ook omdat hij in geen zijner mengde van zijn eigen belang , gesprekken iets waarvoor hij nochtans , als van zelf sprak , bezorgd wezen moest (36) . Koning HENDRIK was eigentlijk meer op de hand van MAURITS dan op die wantrouwde zoo om van OLDENBARNEVELD , wien hij zijne natuurlijke geaardheid , als om eenen geheimen briefwissel , dien hij met Engeland en den Aartshertog had (37) . Evenwel daar de Koning van En s geland voor den vrede was en tegen een onderling ver bond met Frankrijk ter ondersteuning der Staten , was het dien ten gevolge , dat ook Koning zoo HENDRIK , ziende de algemeene vredesgezindheid hier te lande , en niet willende alleen de kosten des oorlogs dragen , zijne gezanten gelastte om nu voorts ronduit op den vrede aan te dringen , maar zich tevens stellig tegen een langdurig bestand te verklaren , daar deze ' s lands ondergang be rokkenen zou. Voor het overige billijkte hij zeer het ge voelen van MAURITS , die zich tegen het uitstrekken van den wapenstilstand ook ter zee verklaard had , en ver wonderde zich zeer , dat OLDENBARNEVELD het van zijne III 2 18 MAURITS BEDRYF GEDURENDE DEN HANDEL wijsheid en vaderlandsliefde had kunnen verkrijgen een tegenovergesteld gevoelen te omhelzen (38) . De gezanten , wier oprechte zucht voor 's lands welzijn men niet verdenken kan , vooral daar zij in eenen ver trouwelijken brief aan hun Hof schreven , dat het alle hunne zorg en begeerte was te kunnen weldoen en ge lukkig te slagen ; dat het eene moest afhangen van hunne vlijt , moeite en getrouwheid , maar dat het God alleen ช was , D die eene gelukkige uitkomst kon geven en hunne handelingen zegenen , hetgeen zij ook van Zijne genade verhoopten , dewijl het een goed werk was en diende om dit land tot rust te brengen en een vuur uit te do ven , dat anders lichtelijk de gantsche Christenheid in vlam kon zetten (39) : de gezanten , zeg ik , werkten dan nu tot vrede en openbaarden zich daartoe aan MAURITS . Dan A deze liet zich niet overtuigen van de meerdere voordeelen des vredes boven den oorlog. Hoe nader het tijdstip kwam , dat de Koning van Spanje zich omtrent den han B del verklaren moest , hoe meer werk MAURITS maakte e om tegen den vrede , op welke voorwaarden ook te ma ken , te spreken . En op nieuw verklaarden de gezanten aan hun Hof, dat , hoe raadzaam het ook voor MAURITS ware zich naar het algemeene verlangen der Staten te voegen , nochtans zijn gevoelen veel beter was dan dat der Staten , en dat hij daarin nimmer zijn eigen belang mengde , zich daarover volstrekt niet wilde uitlaten , en alle zijne woorden alleen maar het algemeen belang be troffen . Met dit al vreesden zij , dat ook het eigenbelang eené heimelijke drijfveer was , welke hem tegen den vrede opzette , en zij oordeelden daarom , dat , om hem tot andere inzichten te brengen , het noodig was reeds voor loopig eenige bepalingen te beramen , waardoor zijn ge zag , dat anders gewisselijk verminderd zou worden , ge durende den vrede bewaard en versterkt wierd. Daartoe dan deelden zij hem in vertrouwen een ontwerp mede. Y 19 OVER HET TWAALFJARIG BESTAND . Doch hij toonde daar niet veel aan te hechten : wel vond hij het ontwerp goed , maar betuigde tevens van al het geen hem persoonlijk raakte , niets goeds te hopen , zoo er niet te gelijker tijd dat de vrede gemaakt werd , in voorzien wierd hij verklaarde reeds dikwijls genoeg door. den vijand en den Aartshertog te zijn aangezocht met aanbieding van groote voordeelen , ja zelfs van de souve` rainiteit over de Vereenigde Nederlanden ; dat hij ook wist , hoe grooten invloed hij hier te lande bezat om zich meerder gezag te kunnen bezorgen : maar dat hij nooit de aanbiedingen des vijands had willen aanhooren , nim mer zijn welzijn bij den vijand zou zoeken noch tegen zijn eer en plicht iets doen ten nadeele des lands , voor hetwelk hij zoo veel moeite en gevaren getrotseerd had (40). Hoe edel en groot komt hier weder MAURITS voor , die met warmte zijne hartelijke overtuiging tot welzijn des lands voorstond , maar ook weder toonde , dat het hem niet om OLDENBARNEVELD'S gezag te doen was. Zelfs hadden de Fransche gezanten , toen zij nog tegen den vrede waren , hem aangemaand om middelen te zoeken , ten einde het gezag van hen , die hem tegenstonden , te verzwakken , met aanbod hem daarin te willen onder steunen : maar hij was daartegen geweest en had een voudig ten antwoord gegeven , dat het verlangen naar vrede bij hen , die aan het hoofd der zaken stonden , zoo sterk was , dat hij geene kans zag hen daarvan af te brengen (41 ) . WILLEM , gezien Eenstemmig met hem was zijn Neef Graaf met wien wij hebben (42) : hem steeds hartelijk verbonden maar deze was minder vurig van geest en veel buigzamer om ter verhoeding van grooter kwaad aan de gebiedende omstandigheden toe te geven. Ook MAURITS gaf steeds toe , maar minder gemakkelijk en niet dan in groote noodzakelijkheid . Zoo ook thands. Er was reeds eene zichtbare verwijdering tusschen hem 2* en 20 MAURITS BEDRYF GEDURENDE DEN HANDEL OLDENBARNEVELD ontstaan , waardoor zij elkander naau Te welijks toespraken. Doch de Fransche gezanten , voor ver deeldheid beducht , namen Graaf WILLEM in den arm en bewerkten door dezen eene , althands uitwendige , verzoe ning (43). Met dit al bleef MAURITS , in de Koning van onzekerheid , of de Spanje de voorwaarden der vredehandeling zou willen aannemen , voortgaan om tot oorlog aan te zetten , terwijl er van der Staten zijde , als of zij zich van eene gunstige verklaring des Konings verzekerd hiel den , geene voorzieningen ten oorlog gemaakt werden. Dit deed hij des te meer , daar hij wel merkte , dat de vijand niet zoo zeer op vrede , als wel op een langdurig bestand oogde , daarhenen en neigde . ook Ic Omtrent de Fransche gezanten , die F veler gezindheid hier te lande nu OLDENBARNEVELD's plan in de hand werkten , werd d hij hoe langer zoo achterhoudender ; en waarlijk niet zonder reden : want daar zij hoofdzakelijk tot eensge zindheid werkten , zelfs bij wege van en der Staten verlangen een bestand , bemerkten , reeds hunnen Koning , die een bestand verklaard had , naar rust hadden zij zich meermalen stellig tegen overgehaald om toe te stemmen , ingeval men geenen goeden ook hierin vrede be dingen kon (44) . De maatregelen , door MAURITS in het werk gesteld om eene aanzienlijke partij voor den oorlog te stemmen , waren onder anderen zijne pogingen , om , terwijl reeds Zeeland op zijne hand was , ook Vriesland en Groningen , als het meest met krijgsvolk bezet , in hetzelfde gevoelen over te halen , en op die wijze , zoo mogelijk , ook de andere vier Provincien door vrees voor scheuring te be wegen hetzelfde gevoelen te omhelzen en van het voor nemen van vrede af te brengen. Reeds had Graaf WILLEM verklaard , dat geheel Vriesland tegen den vrede was (45) . Maar OLDENBARNEVELD hield het integendeel daarvoor , le OVER HET TWAALFJARIG BESTAND . 21 dat beide Vriesland en Groningen ook vredesgezind wa ren , maar uit vrees voor het krijgsvolk daar niet opent lijk voor durfden uitkomen (46) . moeden , waarin Ook was er sterk ver dat MAURITS schuld had aan de moeilijkheid , De zich de Staten ten dezen tijde bevonden . grootste schuldeischers van den Staat namelijk vorderden op eens de terugbetaling hunner gelden , terwijl de Staten onvermogend waren daaraan te - voldoen. OLDENBARNE VELD zeide wel te weten , dat deze onordelijkheid bedacht en beraamd was door de voorstanders des oorlogs , ten einde alzoo den vijand minder handelbaar te maken en den vrede tegen te werken . Wel noemde hij geene na men van hen , dien hij er de schuld van gaf , maar toonde toch genoeg , welke personen hij bedoelde , hoezeer de Fransche gezanten aan hun Hof schreven , die personen daaraan onschuldig te kennen . Trouwens van de reeds bekende braafheid en heuschheid van MAURITS mogen wij niet verwachten , dat hij in het verwekken van die onge legenheid eenig deel gehad heeft (47) . Terwijl men alzoo hier te lande in hoop en vrees over het uit Spanje verwacht wordende antwoord leefde , ont vingen MAURITS en de Staten eenen brief van SPINOLA , van den 16den July , waarbij hij hun berichtte , dat ' s Ko nings ratificatie van den wapenstilstand was aangekomen , en hij paspoort verzocht voor den Audiencier VERREYKEN , om de daartoe betrekkelijke stukken aan de Staten over te leveren en verder het een en ander ter voortzetting van den vredehandel voor te dragen . MAURITS , die er terstond de Fransche gezanten over sprak , was van oor deel , dat volgens het tijdens den wapenstilstand genomen besluit de Aartshertog gehouden was een geteekend af schrift van 's Konings ratificatie aan de Staten over te zenden , ten einde zij in de vergadering der Staten Gene raal onderzocht en vervolgens . naar de Provincien gezon den wierd , om eindelijk te besluiten , of men daarop in 22 MAURITS BEDRYF GEDURENDE DEN HANDEL den vredehandel al dan niet treden zou ; dat men alvorens geene voorstellen of openingen van den vijand moest aan hooren en nog veel minder VERREYKEN alhier toelaten , daar deze , als een man van gezag en invloed , door listige middelen veel kwaad doen konde. Doch de Fransche ge I zanten , wel voorziende , dat de ijveraars voor den vrede bedachten E eenen middenweg , waarbij men VERREYKEN Wel zou toe laten in persoon zijn voorstel te doen , maar hem den volgenden dag weder wegzenden met het antwoord , dat t den H 1sten September hun besluit , aan de Aartshertogen mede deelen. MAURITS alweder bewilligde , verklaarde dit in 1 dezen voorslag al te streng zoude de Staten er op zouden vinden , en raadplegen nog vóór den Raad van State voor zijn advies ; de Raad van State en de Staten Generaal vonden dien voorslag ook goed , nadat zij vooraf het advies der Franschen gezanten hadden ingenomen ; en het verzochte verlof werd VERREYKEN toe L van P gezonden (48) . Men ziet hier een nieuw bewijs MAURITS inschikkelijkheid , die , hoezeer hij in groote vrees nopens den vredehandel verkeerde , zich echter , naar het getuigenis der Fransche gezanten , zeer wel ten dezen ge dragen had (49) . begeerte zijn jacht Met dit al weigerde hij op der Staten te leenen , OM VERREYKEN te doen afhalen (50) , ofschoon hij het vroeger zelfs tot twee rei zen toe voor NEYEN geleend had (51) . Als dan VERREYKEN den 23sten July in den Haag was gekomen , werd hij den volgenden dag ter Staten Generaal in de tegenwoordigheid van MAURITS gehoord . verde ' s Konings acte van ratificatie over , Hij le doch slechts ter inzage en verlangde haar terug : voorts verzocht hij de terugroeping der Staatsche schepen van de kusten van Spanje, welke daar inmiddels eene heerlijke overwinning onder den Admiraal HEEMSKERK behaald hadden (52) , en · beklaagde zich (vreemd genoeg) , dat de Staten het verdrag van wapenstilstand hadden doen drukken en verspreiden P OVER HET TWAALFJARIG BESTAND . 23 met de bijvoeging dat de Aartshertogen deze landen voor vrij hielden en er niets op pretendeerden . Het was dus reeds voorshands duidelijk , waar de schoen bij Spanje wrong en dat de Koning alles wilde beproeven , om die verkla— * ring van der landen vrijheid en onafhankelijkheid zoo lang mogelijk uit te stellen . Nog duidelijker bleek dit , toen men de acte zelve inzag : de vereischte woorden waren er niet in te vinden , en de vorm der acte en der ondertee kening des Konings was even als die , waarin hij zijne Men was placaten aan zijne eigene onderdanen richtte . het dan ook eenstemmig eens , dat die acte niets deugde : en VERREYKEN , na eerst door flaauwe uitvluchten be proefd te hebben haar als voldoende te doen aannemen , verzocht eenige dagen uitstel , binnen welken hij , hier blijvende , eene betere acte van de Aartshertogen , die eene uitgebreide volmacht des Konings bezaten , zou bezorgen naar een voorschrift , hetwelk hij wilde hem geven zouden ; verzoekende dat de Staten voorts , dat de Staten inmiddels de vloot van de kusten van Spanje zouden terug roepen en hierdoor ook den Koning tot meerdere inschik kelijkheid en toegeeflijkheid bewegen . Hierop werd er eene Commissie , aan wier hoofd OLDENBARNEVELD stond , gezonden naar de Fransche gezanten om hun oordeel in te winnen en op dezer raad was men het eens , aan VERREYKEN Vijf of zes dagen te vergunnen , en hem , in dien hij er op aandrong , de overgeleverde acte van rati ficatie terug te geven. Dan over de beide andere punten , de terugroeping der vloot en het ontwerpen eener rati ficatie , kon men het niet zoo dadelijk eens worden. Reeds bevorens hadden zich de gezanten afzonderlijk aan OLDEN BARNEVELD tegen het eerste dier twee punten verklaard : doch laatstgemelde wilde hetzelve toegestaan hebben en zocht het hun met alle mogelijke redenen te beduiden , hoezeer hij hierin door werd tegengesproken. den afgevaardigde van Zeeland De gezanten namen tijd van be 24 MAURITS BEDRYF GEDURENDE DEN HANDEL Deze verklaarde zich raad en spraken er MAURITS over. terstond vierkant tegen de beide punten , betuigende nooit te zullen toestemmen in de terugroeping der vloot , daar het dwaas zoude zijn iets te doen ten believen des vijands , die zijn woord niet gehouden had ; dat die maatregel vreesachtigheid zou verraden , als of men den vijand niet beleedigen durfde ; dat het vroegere besluit , om de vloot niet " terug te roepen , met toestemming van al de Provin cien genomen was en dus niet dan met gelijke toestem ming mocht veranderd worden ; en dat anderszins twee Provincien en ook meerdere afgevaardigden in de Staten Generaal zich zonder twijfel daartegen verzetten zouden : voorts dat ook het ontwerpen eener ratificatie , als aan onoverkomelijke zwarigheden onderhevig , geheel verwor pen moest worden . De gezanten waren het ten dezen geheel eens met MAURITS : doch vreezende , dat hun dien overeenkomstig advies door de Staten niet gevolgd zou worden , zochten zij MAURITS , op grond van vrees voor verdeeldheid , waartoe hij konde (53) , tot eenige echter niet en deden zij inschikkelijkheid dan te schoorvoetende bewegen , besluiten ook wederkeerig OLDENBARNE VELD onder de hand verzoeken , om het oordeel van MAU RITS te volgen en daartoe bij de Staten te arbeiden . Voorzichtigheidshalve dan verklaarden zij zich ten dezen van het geven van advies te onthouden. En hierop be sloten de Staten , die over het algemeen wel genegen schenen beide punten toe te geven , na eene levendige beraadslaging ten gevolge van de tegenkanting van Zee land en Vriesland , om VERREYKEN zes dagen uitstel te gunnen ter bezorging eener betere ratificatie , hem zelven het ontwerp daarvan te doen stellen , en het punt over de terugroeping der vloot fot na die zes dagen te ver schuiven (54). VERREYKEN antwoord uit Brussel ontvangen hebbende , werd den 2den Augustus ter Staten Generaal in tegen OVER HET TWAALFJARIG BESTAND . woordigheid van MAURITS en den 25 Raad van State ge hoord , en verklaarde , dat , indien de Staten de overge leverde ratificatie , ofschoon , naar zijn oordeel , voldoende , niet wilden aannemen , de Aartshertogen bereid waren naar Spanje te schrijven ter verkrijging eener betere acte , mits maar de Staten alvorens hunne vloot te huis ontboden . De Fransche gezanten , hierover geraadpleegd , waren sterk tegen het verzoek en meenden , dat de vloot eer der behoorde versterkt te worden : dan met dit advies wilde OLDENBARNEVELD zich volstrekt niet vereenigen , die ook verklaarde , dat gantsch Holland op de terugroeping der vloot aandrong. MAURITS , als men licht begrijpen kan , bleef bij zijn oud gevoelen , dat men het verzoek van VERREYKEN ten eenen male moest afstaan (55) . Zonder omwegen toonende alle voorslagen van vrede te verwer pen , kwam hij zoo opentlijk en rond voor zijn gevoelen uit , dat de gezanten hem rieden zich niet zoo geheel te ontlasten , dewijl hij daardoor allen invloed bij het volk verliezen zou , hoewel zij anders zijn advies toestonden. Hierdoor was er op nieuw eene groote verwijdering tus schen MAURITS en OLDENBARNEVELD ontstaan : hetgeen vele moeite aan de gezanten gen invloed van komen , veroorzaakte , die den machti den laatsten niet wetende te boven te steeds , uit vrees voor verdeeldheid , bij MAURITS op toegevendheid aandrongen , en daarin ook nu alweder slaagden , ten duidelijke blijke dat deze in zijnen ijver niet door persoonlijken haat tegen OLDENBARNEVELD , maar door hartelijke en vaste overtuiging van de gegrondheid zijner gevoelens gedreven werd . De gezanten brachten hen , ook vooral door middel van Graaf WILLEM , weder te samen : MAURITS sprak den anderen met alle 'heuschheid toe , en de uitwendige eenheid werd hersteld , voor zoo ver dit mogelijk was tusschen Staatsmannen van geheel verschillende inzichten. Dien ten gevolge stemde hij ook toe in den raad hem door de gezanten gegeven , om , 26 MAURITS BEDRYF GEDURENDE DEN HANDEL indien hij de terugroeping der vloot niet wist tegen te houden , alsdan aan te dringen op de volgende beperkin gen , dat de vorm der ratificatie door de Staten zou wor den ontworpen , dat de acte zelve binnen eenen korten termijn zou worden overgeleverd , of dat de Staten an derszins eene nieuwe vloot in zee zouden mogen zenden en alle verdere openingen van vrede afslaan . In dezen zin viel dan ook , na een langdurig en hevig verschil , het besluit der Staten : zij verklaarden hunne vloot slechts ten believen der Aartshertogen terug te roepen , zij bepaalden den termijn ter overlevering der ratificatie op zes weken , en ontworpen , door de pen van OLDENBARNEVELD , eene acte , welke de gezanten goedkeurden , ofschoon deze haar in nog sterkere en meer bepaalde woorden gewenscht hadden en oordeelden , dat zij in eene zeer slechte taal en stijl vervat Evenwel de bijvoeging , dat men na zes weken was. geene openingen van vrede meer zoude aannemen , bleef achterwege. VERREYKEN hield zich met dit een en ander vergenoegd en vertrok den 12den Augustus (56) . De gestelde zes weken liepen ten einde en nog was er geen antwoord uit Spanje gekomen . Er gingen zelfs ge ruchten , dat de Koning de ratificatie niet wilde geven , althands niet in dien vorm en met die bepalingen , als de Staten begeerd hadden. MAURITS en de zijnen waren hierover uitermate verheugd , hopende dat alzoo de oorlog zou worden voortgezet ; terwijl het aan OLDENBARNEVELD en1 de zijnen tegenviel , die reeds voorsloegen om in zulk geval alleen met de Aartshertogen tot vrede te handelen , hetgeen weder door MAURITS en vele anderen sterk werd tegengestaan (57) . MAURITS meende voor zijn gevoelen ter voortzetting des oorlogs sterkte te vinden in de bijzondere verklaringen der Engelsche gezanten , die inmiddels waren overgekomen , maar die toch niets deden of aanboden ter wezentlijke ondersteuning en inderdaad zich geheel ver eenigd betoonden met de raadslagen der Fransche gezan 27 OVER HET TWAALFJARIG BESTAND . ten. Deze waren daarentegen thands meer dan ooit tot vrede gestemd , en daar zij geen wanvertrouwen koester den tegen de vaderlandsliefde van den schoonsprekenden en goede woorden gevenden OLDENBARNEVELD , Zoo begonnen zij zich , beide ofschoon altijd een zeker partijen midden tusschen de houdende , meer tot OLDENBARNEVELD te wenden , wiens ijver zij slechts een weinig beteugelden , en van MAURITS af te wijken , met wien zij nu geheel in advies verschilden (58) . Met dezen hadden zij dien ten gevolge vele moeite : zij hielden hem zijn eigen belang voor , dat hij zeer benadeelde door zich langer tegen de zoo blijkbare begeerte der Staten te verzetten , daar hij zoo doende zijn gezag en invloed · verminderde , welke hij integendeel bij eenen goeden vrede , ook door ' s Konings genegenheid te hemwaart , vermeerderen konde. Dan hij liet zich van zijn gevoelen voor den oorlog niet afbrengen , • hoezeer hij zich matigde vooral op den raad van Graaf WILLEM , die veel op hem vermocht. Hoe belangloos voor zich zelven hij in dit alles te werk ging , vinden wij her haalde malen door de Fransche gezanten getuigd . Naar de aanbiedingen des Konings om zijnen staat bij vrede te helpen bevorderen , opende hij naauwelijks de ooren : de welwillendheid der Staten , die hij zich door het voorstaan van den vrede konde bezorgen , en die hem in zijn per soonlijk belang zoo te pas kwam , zocht hij niet ten koste zijner gemoedelijke overtuiging : hij verklaarde steeds , zich niet dan door eigene deugd te willen staande houden en geenszins door eenige vleiërijen : ja hij ging daarin zoo ver , dat Koning HENDRIK , welke die zuivere belangloos heid voor zich zelven niet kende , vermoedde , dat MAURITS heimelijk van eenig ander ontwerp ter verheffing van zijnen staat zwanger ging (59) . Onderwijl waren er op den 24ten September brieven van VERREYKEN en NEYEN gekomen , waarbij zij , vermits de gestelde zes weken ten einde waren geloopen , evenwel 28 MAURITS BEDRYF GEDURENDE DEN HANDEL verzekerden , dat de ratificatie des Konings komen zou , en dus nog eenig uitstel verzochten. een En hoezeer hun hierop hartig antwoord werd gegeven , waarbij de Staten verklaarden te twijfelen aan de oprechtheid der Aartsher togen , die de handeling schenen sleepende te houden , werd den vijand echter het verzochte verlof , zelfs zonder eenige tijdsbepaling toegestaan (60) . Het was eerst op den 24sten October , dat VERREYKEN en NEYEN in den Haag kwamen met de lang verwachte ratificatie des Konings (61 ) . In den vorm was zij niet zoodanig , als door de Staten was opgegeven : en de in houd behelsde een allerbedenkelijkst bijvoegsel , te weten , dat zij nul en van geener waarde zou zijn , indien het hoofdverdrag over vrede of langdurig bestand niet tot stand mocht komen , en de partijen het zoo over het punt van godsdienst als alle andere niet eens konden wor den (62) . Het grootste struikelblok in deze acte bestond in het gewag , dat er van den godsdienst in gemaakt was . Dui delijk was het , dat de vijand het meerdere of mindere herstel van de Roomsche kerk hier te lande zou zoeken te bewerken. gelijke En hierover hadden de Fransche gezanten inzichten , hadden op daar zij van hunnen Koning in dat herstel het zij onder , vredehandel aan te dringen . het zij last na den Deze rieden dus den Staten de overgeleverde ratificatie als voldoende aan te nemen. Doch hiertoe was het niet zoo gemakkelijk de Staten te bewegen , die , hoe vredesgezind ook , echter nog huiverig waren eenige verandering in de godsdienstoefening hier te toe te laten . Ook MAURITS , als licht te begrijpen lande is , kantte zich ten sterkste tegen dien voorslag aan en begeerde , dat de Fransche gezanten hun advies ten dezen zouden inhouden , totdat zich de Provincien zouden ver klaard hebben. Dan hieraan wilden de gezanten niet , en MAURITS (men bewondere zijne gematigheid !) toonde liever 29 OVER HET TWAALFJARIG BESTAND. hun gevoelen niet te willen tegenspreken , dan wel over tuigd en overreed te zijn . Eenstemmig met hem was Graaf WILLEM . Maar OLDENBARNEVELD dacht gants an 4 ders : hij vond er geene de minste zwarigheid in , om de oefening van den Roomschen godsdienst onder eenige be palingen toe te laten in die steden , waar zich een groot getal Roomschen bevonden , als te Utrecht, Haarlem , Am sterdam en elders. Doch met deze meening , die hij den Franschen gezanten uitte , durfde hij niet opentlijk in de Staten-vergadering voor den dag komen (63) . De vraag over het al of niet aannemen der acte van ratificatie werd op den 30sten October bij de Staten Gene raal in beraad gelegd in tegenwoordigheid van MAURITS , Graaf WILLEM en den Raad van State. MAURITS ver klaarde voor zijn advies altijd zwarigheid gevonden te heb ben en nog te vinden in de handeling met den vijand , als die niets anders zocht dan ons te bedriegen : evenwel daar hij , MAURITS , zag , dat de Provincien tot de hande ling genegen waren , zoo wilde hij zich er niet tegen stel len, maar vertrouwde dat de Staten op alles behoorlijk 1 zouden letten. Graaf WILLEM sprak in gelijken zin maar breeder en krachtiger : ook hij verklaarde geen vertrouwen te kunnen stellen op eenen vijand , die tot stelregel had , aan ketters en rebellen geen geloof te houden : met dit al , om den Staten genoegen te geven , wilde ook hij de han deling goedvinden , mits men zorgde voor de souverainiteit en den godsdienst , en in het vertrouwen , dat men met gelijken ijver en moed , als vroeger , den oorlog hervatten zou , indien de handeling niet mocht gelukken . De Raad van State oordeelde , dat , alvorens in handeling te treden , de gebreken in de acte van ratificatie moesten verholpen worden . Van de Provincien wilde alleen Gelderland, dat men , niettegenstaande die gebreken , terstond de handeling zoude aanvangen : maar Holland sloeg voor , en werd daarin door de overige Provincien gevolgd , dat men eerst 30 MAURITS BEDRYF GEDURENDE DEN HANDEL nog de afgevaardigden des vijands over de gebreken der acte zou onderhouden , om ze zoo mogelijk te doen her stellen , en daarna met advies der vreemde gezanten over het al of niet aanvangen der handeling Onbekend is het , besluiten zou . of en op welke wijze dat onderhoud met ' s vijands afgevaardigden heeft plaats gehad : maar op den 2den November werd het besluit genomen , om de overgeleverde acte van ratificatie aan te nemen , behoudens de goedkeuring der Provincien , waartoe een termijn van zes weken bepaald werd (64) . Onbekend is het , wat er nu hieromtrent in de Provin cien en ook door MAURITS gehandeld is (65) . Op den 20sten December kwamen de Staten Generaal met den last hunner onderscheidene Provincien weder bijeen . geen merkelijk verschil van gevoelen. Er was Allen stemden in de handeling toe , ofschoon Zeeland er op aandrong en ook andere Provincien zulks wenschten , dat er alvorens een ver dedigend verbond met Frankrijk en Engeland zou worden aangegaan , waartoe evenwel de vreemde gezanten nog niet verstaan wilden . Opmerkelijk is het , dat , behalven Gel derland en Holland , al de overige Provincien vorderden , dat , vóór het nemen van een eindbesluit , men de adviezen van MAURITS , Graaf WILLEM en den Raad van State zoude innemen. Men zou hieruit bijkans kunnen besluiten , dat er bij die beide Provincien , die het sterkste op vrede aan drongen , geene groote genegenheid bestond tot het vragen van raad aan hen , die zij wisten dat een tegenzin in den vredehandel hadden . hield stand. Dan het gevoelen der meerderheid MAURITS dien ten gevolge in de vergadering komende , verzettede zich evenwel niet tegen den handel , maar drong er op aan , dat men , alvorens daartoe aan de Aartshertogen te schrijven , zou ontwerpen en vaststellen het artikel van den vrijen staat van den lande , zoo als de Staten verstonden het te handhaven , of , bij den onwil des vijands , daarop te breken ; en dan dat artikel te stellen in 31 OVER HET TWAALFJARIG BESTAND. den brief aan de Aartshertogen , ten einde zij zich zouden kunnen beraden daarop al dan niet hunne Commissarissen te zenden. In dit gevoelen stonden ook Graaf WILLEM en de Provincie Zeeland. Dan hiertoe wilde de meerder heid niet verstaan , die slechts ten hoogste tot eene acte van onderlinge belofte en verbindtenis nopens ' s lands vrij heid besluiten kon , zonder zelfs hiervan eenige melding in den voornoemden brief te maken : zoodat , toen op den 22sten December het ontwerp van dien brief aan MAURITS en Graaf WILLEM werd medegedeeld , zij beide hunne vorige bezwaren herhaalden zoo op de acte van verbind tenis als op den brief, hoezeer zij eindelijk de zaak over lieten aan het oordeel der vergadering (66). Omtrent de hoedanigheid der Commissarissen , Aartshertogen die de zouden behooren af te zenden , maakte deze brief geene melding dan eene verwijzing tot het aanbod der Aartshertogen zelven van den 13den Maart , dat zij daar toe slechts Nederlanders benoemen zouden (67) . Dan reeds op den 30sten November hadden NEYEN en VERREYKEN ter Staten Generaal verzocht , dat er onder die Commissarissen ook een of twee personen , geen Nederlanders wezen de , van wege den Koning van Spanje zouden mogen be noemd worden. Dit in overweging genomen , was er den 21sten December besloten , dat men ook eenen Spanjaard , niet wezende in krijgsdienst , zou toelaten : hetwelk den 23sten December nader bevestigd werd , door de min strenge bepaling , dat die Spanjaard niet zoude mogen behooren onder de voornaamste officieren van oorlog : welk besluit bij een afzonderlijk briefje in den brief aan NEYEN en VERREYKEN gesloten werd (68) . • De reden , waarom men de voornaamste krijgsoversten uitzonderde , was in den veldheer SPINOLA gelegen , dien men over ' t algemeen niet gaarne in ons land wilde toe laten , en die men wel voorzien kan dat anders door den vijand benoemd zou worden . Minder zeker is het , waarom } 32 MAURITS BEDRYF GEDURENDE DEN HANDEL men ter kennisgeving van dit besluit zulk een zijdelingsch middel , als een ingestoken briefje , bezigde ; hoewel het algemeen daarvoor gehouden wordt , dat het een loos be 20 leid van OLDENBARNEVELD was , die gaarne SPINOLA onder L 's vijands Commissarissen verlangde , daartoe het tegen PC overgestelde verlangen der Staten in dubbelzinnige woor den vervatte , en het aangewende middel verkoos , opdat D MAURITS , D Graaf WILLEM en de Raad van State er geene kennis van dragen zouden. De dubbelzinnigheid van het briefje lag daarin , dat het slechts eenen Spanjaard weerde , die een krijgsoverste zijn zou , terwijl SPINOLA geen Span Gelijk het te begrijpen is , maakten de Aartshertogen A # hiervan gebruik en benoemden tot hunne Commissarissen , 1 jaard , maar een Italiaan was (69) . behalven NEYEN en VERREYKEN , hunnen Veldheer SPINOLA , den Spanjaard MANCICIDOR en den Bourgondier RICHAR— J Hiervan aan de Staten kennis gegeven zijnde , C viel er al dadelijk een groot bedenken op de toelating van SPINOLA. 0 DOT (70) . De vreemde gezanten , om raad gevraagd , ver a klaarden zich er tegen , doch lieten de zaak aan de Staten over . Even zoo deden ook MAURITS , Graaf WILLEM en " In de Staten-vergadering was aan Pr de Raad van State. vankelijk verdeeldheid , daar de Provincie Zeeland er zich tegen de toelating verklaarde : maar OLDENBARNEVELD's in vloed overwon , en op den 11den January werd besloten in de gedane benoeming van ' s vijands Commissarissen ge noegen te nemen (71). Aan den vredesijver der Staten was nu geen stuiten meer. Ook werd dezelve gevoed door de Fransche gezan— ten , die nu geheel in OLDENBARNEVELD's zin werkten en met dit oogmerk bezig waren een verdedigend verbond tusschen Frankrijk en de Staten , voor het geval van vrede met Spanje , op te rechten . Dit verbond wilden zij nu reeds tot stand gebracht hebben , opdat het den vredesijver nog meer zou aanwakkeren en aan de oorlogsgezinde partij ♪ 33 OVER HET TWAALFJARIG BESTAND. een wezentlijk bezwaar tegen de vredehandeling ontne men. Uit dien hoofde was dan ook OLDENBARNEVELD even sterk voor dezen maatregel , als MAURITS en Graaf WILLEM , Voor wie nog zoo vele andere bezwaren bestaan bleven , zich er tegen verklaarden , hoezeer de gezanten alle moeite deden , om hun te beduiden , dat juist zulk een verbond den Spanjaard afkeerig van vrede maken moest . En alzoo kwam hetzelve den 25sten January 1608 tot stand (72) . De Spaansche overgekomen , gemachtigden , werden , op den 1sten lijkheid ingehaald en verwellekomd (73) . het February ook door MAURITS , met alle hof reeds zoo ver gekomen was , had , MAURITS , nu ofschoon steeds bij zijn gevoelen tegen den vrede blijvende , besloten de on derhandelingen daartoe niet tegen te werken , maar af te wachten , wat zij zouden opleveren. werden 's vijands gemachtigden ter tegenwoordigheid van MAURITS , Den 5den February Staten Generaal , in Graaf WILLEM en den Raad van State , ten plechtigen gehoore ontvangen , en den volgenden gen (74) . dag reeds begonnen de onderhandelin– Deze werden door Commissarissen uit de Sta ten Generaal , waaronder ook Graaf WILLEM , gevoerd . MAURITS was er wel toe verzocht geworden , maar had zich daarvan verschoond en Graaf WILLEM aangewezen (75) . Deze Commissarissen moesten van alle de beraadslagingen verslag geven en steeds de beslissing der Staten Generaal op ieder punt afwachten. Gewoonlijk namen dan de Sta ten de adviezen in van MAURITS , Graaf WILLEM en den Raad van State : doch de beslissing van alles bleef aan de Staten. * Wij zullen de gevoerde onderhandelingen niet stuk voor stuk opgeven , maar alleen voor zoo ver men er MAURITS gezindheid en handelwijze uit kan nagaan . Men zal be vinden , dat hij , hoezeer zich nimmer een voorstander des vredes betoonende , echter alleszins gematigd te werk 3 III 34 MAURITS ging en zijne BEDRYF GEDURENDE DEN HANDEL adviezen slechts op wantrouwen tegen ' s vijands oprechtheid en eerlijkheid gegrond waren . Reeds vooraf , op den 4den February , hadden de Staten Generaal het eerste artikel van het tractaat , over de vrij heid en onafhankelijkheid des lands geregeld , ten einde daarvan in de onderhandeling niet af te wijken . Of Mau RITS tegen het ontwerp van hetzelve eenige aanmerkingen gemaakt heeft , vindt men niet vermeld ; maar wel dat er door den Raad van State aanmerkingen op gemaakt zijn : hoezeer men zich , ten einde reeds in het begin geene oor zaak van twist te geven , over die aanmerkingen heeft heen gezet en het ontwerp eenparig goedgekeurd (76) . Na de goedkeuring der wederzijdsche lastbrieven (77) , en het beginnen der onderhandelingen , viel er al spoedig tusschen de beide partijen een groot verschil over de vrij heid van den Indischen dat de handel. De Spaanschen wilden , Staten geheel van dien handel zouden afzien : de Staten daarentegen , en bijzonder Holland en Zeeland , die er het voornaamste voordeel van hadden , weigerden , van die vrijheid , welke zij zich door de wapenen verworven hadden en nu metterdaad genoten , iets het minste af te staan . Dit verschil had al dadelijk de onderhandelingen kunnen doen afbreken : en daar de Fransche gezanten hier voor ten uiterste bevreesd waren , stelden zij alle moge lijke middelen te werk om de partijen tot onderlinge toe gevendheid te bewegen , volgens welke de Staten zich met die vrijheid slechts voor den tijd van veertien jaren , dat de Oostindische Compagnie nog duren moest , zouden ver genoegen , en Spanje hun die vrijheid gedurende dien tijd zou toekennen . schil ? En hoe gedroeg zich MAURITS in dit ge Naar het getuigenis van JEANNIN , bleef hij altijd met ijver staan op de geheele vrijheid van den Indischen 1 handel , maar hield hij zich evenwel uit eerbied voor den Koning van Frankryk , die toegeeflijkheid wilde , in , dan hij wel anders zoude gedaan hebben (78) . meer 35 OVER HET TWAALFJARIG BESTAND. In dien gematigden ijver bleef hij voortgaan . Reeds voorzagen de Fransche gezanten , dat er geen vrede zoude kunnen getroffen worden , en deden zij dus onder de hand Voorslagen tot een langdurig bestand , meenende , dat het MAURITS slechts om oorlog , als zoodanig , te doen was , en hij dus veel gemakkelijker tot een bestand , hetwelk de uitzichten op het vernieuwen des oorlogs overliet , zoude te brengen wezen dan tot eenen vrede. Doch ook hierin bedrogen zij zich , daar MAURITS een langdurig be stand nog veel sterker afkeurde dan eenen vasten vrede : zoodat zij nu weder vervielen tot de gedachte , dat die afkeuring voortkwam uit vrees , dat een bestand lichter dan vrede te treffen zijn zoude. verklaren , En nochtans moesten zij dat hij zich ook hierin wijsselijk gedroeg en veel achting toonde voor de raadgevingen en bevelen , die hun van den Koning gedaan werden (79) , En toen hij in de maand dezes jaars aan den Koning van Frankrijk eenen brief had geschreven , om het voortzetten des oor logs boven het maken van vrede , vooral van bestand , aan te prijzen , en de Koning hem in antwoord hierop vrede of bestand boven oorlog had aangeraden , schreef JEANNIN aan zijn Hof terug , dat MAURITS dat antwoord ten goede had opgenomen en ook niets tegen ' s Konings verlangen doen zou , hoezeer hij toch nimmer een voorstander des vredes worden zou (80) . Met dit al kwam MAURITS steeds voor zijn gevoelen , strekkende ter voortzetting des oorlogs , met zulk eene belangelooze openhartigheid en onverzet telijkheid uit , dat JEANNIN er zich ten hoogste over ver wonderde en hem gedurig zijn belang voor oogen stelde om zich toch wat in te houden en te veinzen , daar hij , bij den algemeenen wensch tot vrede , zich anderszins on gelijk deed en door het aan den dag brengen van zijn onvermogen , zijnen invloed bij het volk verliezen zou (81 ) . Het punt van den Indischen handel was een onoverko melijk struikelblok , en zou alle onderhandeling hebben doen 3* 36 MAURITS BEDRYF GEDURENDE DEN HANDEL afbreken , indien niet de Spaanschen besloten hadden NEVEN naar Spanje te zenden , om nieuwe bevelen te halen . Hij vertrok den 2den April en beloofde binnen 38 dagen terug te zijn (82). In dien tusschentijd en wel op den 4den April leverde MAURITS aan de Staten Generaal een paar geschriften over , behelzende de punten , die hij zoo voor zich zelven als voor zijn Huis verzocht dat bij de onderhandeling zouden behartigd worden (83) . De verplichting der Staten ten dezen sprak van zelve , weshalve zij de belangen van het Huis van Nassau reeds onder de punten , waarover ge handeld moest worden , vervat hadden . Op den 18den en 19den namen de Staten die geschriften in overweging en beloofden met voor MAURITS en zijn Huis vleijende woor den , dat zij er te gelegener tijd op letten zouden (84) . De wapenschorsing , die onder alle deze handelingen eerst voor zes weken , vervolgens weder voor twee maan den verlengd was , stond op nieuw in Mei te eindigen. Maar deze omstandigheid veroorzaakte een nieuw verschil. OLDENBARNEVELD en de zijnen , die het grootste deel der Staten uitmaakten , wilden met alle hardnekkigheid de wa penschorsing tot het einde des jaars verlengd hebben : daarentegen wilden MAURITS , de met hem steeds eenstem mige Graaf WILLEM , de Raad van State en de Provincie Zeeland die verlenging slechts tot het einde van July , terwijl ook Utrecht en Vriesland tot dit laatste gevoelen overhelden. Daarenboven wilde de eerste partij reeds da delijk eene afdanking van krijgsvolk , waartegen de andere partij zich krachtig verzette . De beraadslagingen over dit een en ander waren onstuimig. OLDENBARNEVELD verde digde zijn gevoelen met eene hem niet passende hevigheid , die den haat zijner tegenstanders tegen hem vermeerderde en waardoor hij zelfs bij meer gematigde lieden , welke voor den vrede waren , in opspraak en eenige verdenking kwam . De vreemde , vooral Fransche gezanten hielden OVER HET TWAALFJARIG BESTAND . 37 zijn gevoelen 1 voor onzinnig , en daar zij er zich met alle kracht van redenen tegen stelden , zoodat er zelfs bittere woorden gewisseld werden , sloeg hij eindelijk eenen mid denweg voor , om namelijk de wapenschorsing tot aan het einde des jaars te verlengen onder bepaling evenwel , dat vóór het einde van July de vrede zou getroffen zijn , of anders alle onderhandeling worden afgebroken. vond algemeene Dit voorstel goedkeuring ook bij MAURITS en Graaf WILLEM , die het nog beter oordeelden dan hun eigen ge voelen en alzoo werd het in een besluit veranderd (85) . Wat nu hier weder ten laste van MAURITS te brengen? De Fransche gezanten prezen op nieuw bij hun Hof MAU RITS lijdzaamheid en gezeggelijkheid , waardoor hij , bij zijn gevoelen tegen den vrede volhardende , en verwachtende dat NEYEN met een ongunstig antwoord uit Spanje terug zou keeren , zich inmiddels naar het verlangen des Konings schikte en de vredesonderhandelingen haren loop liet gaan , zonder ze tegen te werken , niet als of hij niet altoos arg waan bleef koesteren tegen de hevige voorstanders des vre • des , van wier goede trouw hij zich niet overtuigen kon ; maar omdat hij , door het bedrieglijk spreken van OLDEN BARNEVELD misleid , de vredesonderhandelingen te ver had laten komen , zonder zich er vroeger , toen hij zulks had 1 kunnen doen , met kracht tegen verzet te hebben (86) . Gedurende de afwezigheid van NEYEN werden de beraad slagingen over de andere punten , die nog te vereffenen waren , voortgezet . Geenszins beviel dit aan de voorstan ders des oorlogs , die vreesden , dat , als men het over deze punten zou zijn eens geworden , men ook niet zoo sterk meer op de vrijheid des Indischen handels zoude staan blij ven : weshalve zij verlangden , dat men de Spaansche ge machtigden inmiddels vertrekken liet. partij , Doch daar de andere gesterkt door den invloed der Fransche gezanten dezen voorslag afkeurde , hadden de onderhandelingen ha ren voortgang (87) . Evenwel toen ook JEANNIN , de voor 38 MAURITS BEDRYF GEDURENDE DEN HANDEL naamste beleider der zaken , op den 20sten Juny eenen keer naar Frankrijk deed en eerst op den 15den Augustus terug kwam , had er in dien tusschentijd niets zonderlings meer plaats . En ofschoon de tijd der vredehandeling slechts tot den 31sten July bepaald was geweest , schijnt men echter door die afwezigheid genoopt te zijn geworden , om , bij de nog altijd gehoopte terugkomst van NEYEN uit Spanje , op dien gestelden termijn niet zoo naauw te letten , maar dien stilzwijgend te verschuiven. Eindelijk dan bij den terug keer van JEANNIN , werd men langer uitstel moede en be sloot men op den 20sten Augustus de onderhandelingen met de Spaansche gemachtigden op nieuw aan te vangen. En het was alstoen , dat deze met hunnen eisch ter herstelling van de openbare oefening van den Roomschen godsdienst hier te lande voor den dag kwamen. teederst punt. Dit was een aller Ook de Fransche gezanten hadden van hun→ nen Koning in last dien eisch des vijands eenigermate te ondersteunen. Doch de algemeene geest zelfs van de voor standers des vredes was hiertegen , zoo zelfs dat , indien Spanje dezen eisch had voorop gezet , van onzen kant alle vredesonder handeling zou zijn afgeslagen geweest. OLDEN BARNEVELD evenwel was daarop niet zoo gemoedelijk , ge lijk wij reeds vroeger gezien hebben (88) : en wel begrij pende , dat men dien eisch nu althands nog in geenen deele zou toegeven , verzocht hij den Franschen gezanten hun voorstel daartoe tot nå den vrede te verschuiven , verwach tende , dat men dan wel ten gevalle des Konings iets tot herstel van den Roomschen godsdienst doen zou (89) . Doch de Spaanschen , onderwijl bepaalden last van hunnen Koning gekregen hebbende , wilden van hunnen eisch niet afzien : en het gevolg was , dat op den 23sten Augustus bij een plechtig besluit der Staten (90) de vredehandel werd af gebroken (91) . Reeds lang hadden de Fransche gezanten deze uitkomst voorzien en dus van hunnen Koning , die daaromtrent vroe OVER HET TWAALFJARIG BESTAND . 39 ger een ander gevoelen gehad had , in last gekregen , om in dat geval op het treffen van een langdurig bestand aan te dringen (92) . Daartoe dan deden zij hun voorstel op den 27sten Augustus (93) . Hierover rees een groot ge schil. De voorstanders des vredes dreven ' s lands nood en behoefte zoo hoog , dat vrede of althands langdurig bestand eene noodzaak voor den lande scheen. MAURITS en de zij nen daarentegen rekenden dien nood en behoefte minder hoog , ja sommigen gaven reeds te kennen , dat indien zij van hunne bondgenooten verlaten wierden , zij dan de uiter ste deelen des lands , die hen meer verzwakten dan ver sterkten , moesten laten varen , als wanneer zij machts ge noeg zouden hebben om den vijand het hoofd te bieden en het binnenland te verdedigen : ook waren er die meen den , dat het voorstel weder naar de Provincien moest ge zonden worden (94) . kwamen de Staten Eindelijk op den 30sten Augustus Generaal , uitgenomen de Provincie Zeeland , die allen verderen handel weigerde , daarin over een , dat men den voorslag tot een langdurig bestand op goede voorwaarden moest aannemen , onder bepaling dat zoo door den Koning van Spanje als door de Aartsherto gen de vrijheid en souverainiteit des lands voor altijd , uit drukkelijk verklaard moest worden (95) . Doch hierin kon door de Spaansche gemachtigden , zonder nieuwen last van hunnen Koning , niet worden getreden , en zij verzochten dus alweder een uitstel tot het einde der maand Septem ber , daar zij reeds om nieuwen last naar Spanje gezonden hadden. Deze vertraging verdroot den Staten grootelijks : niet slechts de voorstanders des oorlogs , maar ook zelfs vele vredesgezinden oordeelden of begonnen nu te oordee len , dat zij door den vijand bedrogen werden (96) . Men vroeg der vreemde gezanten advies , en deze waren , na veel verschil , dewijl zij allen de schadelijkheid van een vernieuwd uitstel erkenden , eindelijk vredeswille het eens , om den Staten het toestaan van dat verzoek aan te raden. 40 MAURITS BEDRYF GEDURENDE DEN HANDEL Dit advies ter vergadering der Staten Generaal , waarbij ongeveer tachtig leden , ook MAURITS en Graaf WILLEM , tegenwoordig waren , uitgebracht zijnde , verwekte aldaar hevige woorden en groote beroering. MAURITS vertoonde dadelijk met groote hevigheid en warmte , dat niemand meer dan hij belang had bij het welzijn des lands ; dat zijn vader er het leven voor gelaten en ook hij zelf het zijne zoo dikwijls gewaagd had , gelijk hij er alsnog toe bereid was , hetgeen door niemand in twijfel kon getrokken wor den ; dat des vijands verzoek om uitstel niet was dan loos heid en bedriegerij , om den tijd der wapenschorsing nut teloos te laten voorbijgaan , zijne geheime practijken voort te zetten en den Staten te beletten in hunne zaken te voorzien ( 97) . Ja , hij nam nu eene gants andere houding aan dan vroeger , toen over het treffen van vrede gehandeld werd. Toen bepaalde hij zich slechts bij het uiten van zijn advies : maar nu stelde hij alle middelen in 't werk om een ieder te overtuigen , dat een bestand de ondergang des Staats zou wezen , dat de Spanjaarden hen wilden be driegen , dat de Koningen van Frankrijk en Spanje zich door het onderling uithuwelijken hunner kinderen zouden vereenigen tot verderf van den Gereformeerden Godsdienst , en dat het eenige middel om zulks te beletten bestond in het vernieuwen des oorlogs , dewijl alsdan de Koning van Frank rijk en eers- en belangshalve hen zou dienen te ondersteu nen (98) . Twee dagen werden er met deze beraadslaging versleten. De afgevaardigden van Zeeland weigerden het gantsche bestand en wilden niet langer bij de vergaderingen ⚫ tegenwoordig zijn , vóór en aleer de Spaansche gemachtig den zouden vertrokken wezen . Ook in Holland waren er verscheidene stemmen in dienzelfden zin : terwijl de overige Provincien en ook het grootste deel van Holland in het verzochte uitstel over het bestand toetraden . Door alle deze botsing viel er dan eindelijk op den 13den September een vrij scherp besluit , dat de Staten , slechts ten believen OVER HET TWAALFJARIG BESTAND . 41 der vreemde gezanten , het verzochte uitstel tot het einde der maand verleenden , maar ook zonder verandering wil den , dat de Spaansche gemachtigden op den 1sten October zouden vertrekken , zoo zij binnen dien tijd van den Ko ning van Spanje geenen volkomenen last ontvingen , om ' s lands vrijheid en souverainiteit voor altijd , en dus ook na het verstrijken van het bestand , te erkennen (99) . Dit besluit echter deed MAURITS den moed niet zakken noch tot het einde der maand stil zitten , maar porde hem te meer in zijnen ijver , en dit op eene wijze , dat de Fransche gezanten gedrongen waren hulde te doen aan zijne hartelijke vaderlandsliefde . Opmerkelijk is daartoe hun brief aan Koning HENDRIK van den 20sten September (100) . » Wij hebben , (dus schrijven zij , ) U. Maj . dikwijls be >> richt gegeven van de zorg en ijver van den Heere Prins >> MAURITS , om dezen Staat van Spanje af te scheiden , en >> door alle mogelijke middelen te beletten , dat dezelve na >> maals niet weder in de macht van Spanje valle. Langen » tijd heeft hij gemeend , dat er geen beter middel was dan » de oorlog , en echter heeft hij zich laten overhalen door >> de gronden , die men voor den vrede aanvoerde . Maar >> omtrent het bestand is hij volstandig in deze meening ge >> weest , dat hetzelve niet te maken was zonder den Staat >> te bederven en dien onder de Spaansche overheersching te » rug te brengen , op welke voorwaarden het ook getroffen >> wierde. Zijnc redenen zijn voornamelijk deze : dat men >> niet weet , of deze landen na het einde van het bestand 1 >> wel dezelfde vrienden zullen hebben , als thands , om hen te >> ondersteunen ; dat de Koning van Spanje alsdan meer mid >> delen zal hebben om den oorlog te vernieuwen , dan thands , >> nu zijne geldmiddelen zijn uitgeput ; dat het volk , door het >> bestand aan rust gewend, liever het Spaansche juk zal dul >> den , dan den oorlog hervatten ; dat men gedurende het be >> stand het benoodigde geld niet zal willen opbrengen tot on >> derhoud der garnizoenen , die eindelijk zoo gering zullen wor 42 MAURITS BEDRYF GEDURENDE DEN HANDel >> den , dat men onmogelijk de Provincien en grenssteden zal >> kunnen bewaren en verzekeren uit hoofde van de menigte >> aldaar wonende Catholieken , die vijanden zijn van de sou >> verainiteit , waaronder zij door geweld en niet met vrijen >> wil gekomen zijn. Mitsdien moet men zich op hunne >> trouw niet verlaten bij de verzwakking der garnizoenen , >> maar om hen eenigermate in plicht te houden , zou men , >> behalven tamelijke garnizoenen , hun de oefening van hun >> nen godsdienst moeten toestaan . Waartoe zich nochtans » de Staten niet gaarne schikken zullen , uit vrees van al te >> groot nadeel aan de algemeene verzekerdheid en aan de >> wetten van hun land , gevestigd op eenen grondslag , die >> geene verscheidenheid in de openbare godsdienst -oefening » dulden kan. Bij deze redenen voegt hij nog , dat er reeds >> zaden van tweedracht tusschen de Provincien en de steden » bestaan , welke bij de ledigheid en rust zullen aanwassen » en tot opentlijke verdeeldheid komen en waardoor de vij >> and middel zal krijgen om heimelijke aanslagen te maken » en de kwalijkgezinden of degenen , die reeds tot hem over » hellen , om te koopen. Alle deze gronden zet hij breeder >> uiteen in den brief , dien hij U. Maj . schrijft , in de zekere >> verwachting , dat , zoo het Haar behage daarop te letten >> en door Haar gezag mede te werken ter verhindering van » dit bestand , althands Haren gezanten te bevelen zich meer » in te houden , een iegelijk hetzelve bestand zal verwerpen , >> en dat alzoo het land behouden zal wezen , terwijl hij er >> anders den ondergang van voorziet en dien reeds als zeker >> en onvermijdelijk oordeelt , ofschoon hij zich overtuigd » houdt , dat U. Maj . dezen ramp evenzeer bevreest als hij ." In eenen anderen brief van denzelfden dag schrijft JEANNIN , dat de redenen van MAURITS wel verdienen in overweging genomen te worden , en dat hij , JEANNIN , het voor zeker houdt , dat MAURITS vrees van te eenigen dage weder on der de overheersching van Spanje te vallen , hem die rede nen als vast en gegrond doen voorkomen ; dat zijne voor 43 OVER HET TWAALFJARIG BESTAND . naamste reden is gelegen in zijn wantrouwen tegen de Roomschen , die het grootste deel der bevolking van Gel derland , Utrecht , Vriesland , Overijssel en Groningen uit maken ; en dat dit wantrouwen , vooral bij eene aanstaande vermindering der garnizoenen , gegrond is : weshalve JEAN NIN oordeelde , dat hetzelve niet anders kon worden weg genomen dan door de herstelling van de openbare uitoefe ning van den Roomschen godsdienst , zoo niet overal , dan toch in enkele steden en plaatsen. De gezant wilde dus , dat de Koning in zijn antwoord aan MAURITS toonen zou , hoe zeer hij zijne redenen , zijnen ijver en voorzichtigheid op prijs stelde , maar hem tevens met dienende redenen zou antwoorden , zonder evenwel nog op het herstel van den Roomschen godsdienst aan te dringen , omdat de Staten daar nog geene genegenheid toe hadden , en er velen waren , die , ziende , dat deze Provincien zich niet anders zouden kunnen staande houden gedurende het bestand , beter keurden hetzelve niet te treffen dan den Roomschen godsdienst te herstellen (101). Wij zien dus , hoe veel er aan het maken van een bestand vast was , en hoe zeer MAU RITS moest toezien , als verplicht in zijne Stadhouderlijke waardigheid , om voor de veiligheid van de grondzuilen des Staats te waken. Reeds bevonden wij het , hoe daarentegen OLDENBARNEVELD van het herstellen van den Roomschen godsdienst , vooral na het treffen van vrede of bestand , niet wars was en opmerkelijk is het , dat juist op dezen tijd Koning HENDRIK , die , om zijnen ijver tot dien godsdienst te toonen , deszelfs herstel hier te lande zocht te bewerken , door zijnen gezant aan OLDENBARNEVELD in het geheim een geschenk van 20000 gulden liet doen , en dat hetzelve door dezen werd aangenomen (102) . Ook aan MAURITS en de overige Nassausche Vorsten moest JEANNIN naar bevind van zaken dergelijke aanbiedingen doen : doch het blijkt niet , dat hij ze gedaan heeft : trouwens hij had reeds meermalen van MAURITS onbegrijpelijke belangloosheid geschreven : en 44 MAURITS BEDRYF GEDURENDE DEN HANDEL wij mogen het dus voor zeker houden , dat de slimme ge zant daarin zwarigheid gemaakt heeft (103) . MAURITS intusschen meende niet genoeg te doen met het uiten van zijn gevoelen in de Staten-vergaderingen en bijzondere gesprekken , maar zond op den 21sten September aan alle de steden van Holland , alsmede aan de Provincien Gelderland, Utrecht en Overijssel eenen brief , ten doel hebbende om , daar Zeeland reeds op zijne hand was , ook alle de overige Provincien , in 't bijzonder Holland , voor zijn gevoelen te winnen. Daarbij vertoonde hij , hoe de vijand van den beginne af , onder het deksel van vredehan— deling , niets anders dan een bestand beoogd had , en dat · hetzelve bestand den vijand voordeelig , ons land niet dan nadeelig zijn konde ; dat echter , nu men besloten had van bestand te handelen , men insgelijks behoorde te bedingen de volstrekte souverainiteit des lands- en wel in die woor den als men reeds in het eerste artikel der vredehandeling bepaald had , hoezeer reeds eenigen begonnen voor te slaan , dat het niet • noodig was daarop aan te dringen ; dat , in dien men het gevoelen van de zoodanigen aannam , er groote reden van vrees zou zijn , dat men zich ten eenigen tijde weder met den Koning van Spanje zoude verzoenen ; hetwelk met alle onderlinge verbonden en genomene be sluiten strijden zoude ; dat hij in dit alles niet zag op zijn belang of dat van zijn Huis , maar alleen op de welvaart van het land ; dat hij dus verlangde , dat men van de fun damentele besluiten , vooral betrekkelijk ' s lands vrijheid en souverainiteit niet zoude wijken : `verzoekende hij eindelijk , dat men met hem goede correspondentie houden zou (104) . Weinige dagen vroeger had Graaf WILLEM eenen dergelij– ken brief gezonden aan de Provincien van zijn gouverne ment Vriesland en Groningen , maar , hoewel korter van bewoordingen , nog veel krachtiger dan die van MAURITS , tegen een bestand in ' t algemeen ( 105) . Beide deze brieven leveren duidelijke blijken van den 45 OVER HET TWAALFJARIG BESTAND . ijver , oprechtheid en doorzicht zoo wel van MAURITS als Graaf WILLEM (106) . Bondige redenen paren zich van aan eene hartige , mannelijke , deftige taal , welke de warm ste , belangelooste vaderlandsliefde ademt. Gewisselijk zul len er de voorstanders des oorlogs in hun gevoelen door versterkt , en vele gemoedelijke tegenstanders aan het wan kelen gebracht zijn , terwijl daarentegen sommige Re genten , gewoon ter dagvaart van Holland te verschijnen , er zich mede beleedigd achteden , dingen in vonden , die omdat zij er aandui hunne trouw in het volbrengen van hunnen last , verdacht maakten bij hunne medebroe— ders (107) . Ondertusschen begon de gestelde termijn voor het ver blijf der Spaansche gemachtigden hier te lande op het einde te loopen. Over het punt der souverainiteit konde men het maar niet eens worden , daar de Koning van Spanje wei gerde hetzelve in dien vorm toe te geven , als de Staten verlangden. MAURITS deed weder al zijn best om de ge moederen tot oorlog te stemmen (108) , en schreef eenen nieuwen brief aan de steden van Holland om het bestand te ontraden (109) . En hoezeer de vreemde gezanten met OLDENBARNEVELD oordeelden , dat men , niet beter kunnen de , aan den eisch der Spaansche gemachtigden ten deze moest toegeven ( 110) , was ook hun echter het besluit . van den 13den September , bij den krachtigen wederstand van MAURITS en de zijnen en bij het vertrek der Zeeu wen , die niet langer beraadslagen wilden , te dat men er weder van konde afgaan. sterk , dan Ook verwachteden zij de tegenstrevers van het bestand gemakkelijker te zullen winnen , wanneer de Spaanschen vertrokken zouden wezen . Hiertoe dan werd , na onderling beraad met de vreemde gezanten, besloten : en ' s vijands gemachtigden namen be hoorlijk afscheid van de Staten , in allen schijn als of hielden 2 hoffelijk en vertrokken den 30sten September , met alle zij hiermede alle verdere handeling verbroken 46 MAURITS BEDRYF GEDURENDE DEN HANDEL heid bejegend zijnde door MAURITS , die hen dagmaal ontving en hun een eind weegs deed (111 ) . ten mid uitgeleide Intusschen hadden zij kwaad zaad genoeg achtergelaten (112) . Het is licht te begrijpen , dat zoo wel dit vertrek van ' s vijands gemachtigden , als de tegenkanting van Zeeland , waardoor volgens de Unie van Utrecht een verdrag met den vijand werd onmogelijk gemaakt , MAURITS veel genoe gen gaven. Maar aan den anderen kant moest " het hem bitter vallen , dat de Fransche gezanten , wier invloed hier te lande zoo machtig groot was , bleven dringen en aan houden. Op den 1sten October verschenen zij ter vergade ring der Staten Generaal verzoekende , dat men die van Zeeland zou uitnoodigen terug te komen , ten einde de handeling over het bestand te kunnen voortzetten . Ter stond daarop gingen zij bij MAURITS met het verzoek om ook zijnen invloed daartoe te bezigen : maar hierop ont vingen zij een kenmerkte. hevige antwoord , hetwelk zijnen warmen ijver Vol van drift en toorn voerde hij hun met woorden te gemoet , dat een bestand voor slaan was den Staat in den grond te booren ; te dat hij zich verzekerd hield , dat Holland en Zeeland er nimmer in bewilligen en deze Provincien de overige wel tegen haren zin dwingen zouden ; dat , als er zelfs maar drie of vier steden waren , die het bestand verwierpen , met dezelven ' s hij lands vrijheid zou verdedigen ; er bijvoe gende , dat , al wierden zij zelfs door niemand ondersteund , zij nog des te meer zouden stand houden en eerlijker om komen dan door een bestand , hetwelk hen in weinige maanden weder onder Spanje zou brengen ; dat dit het oogmerk was dergenen , die dit werk begonnen hadden ; en dat hij had besloten er zich met alle mogelijke midde len , zelfs ten koste van zijn leven , tegen te verzetten (113) . Duidelijk is het , dat dit laatste voornamelijk op OLDEN BARNEVELD zag en MAURITS hem van Spaanschgezindheid OVER HET TWAALFJARIG BESTAND . 47 verdacht (114) . Trouwens zijn haat tegen 's lands Ad vocaat vermeerderde iederen dag , en • er was geene mo gelijkheid hem dien te ontnemen , dan zoo zich Oldenbar NEVELD ten opzichte van het bestand naar zijnen zin voegen wilde (115) . JEANNIN , die , behoudens zijne slimme staatkunde , even wel oprechtelijk het beste voor ons land scheen te willen , verwonderde zich ten hoogste over den hevigen toon , welke MAURITS voerde , en bevroedde maar geenszins , dat zui vere , belangelooze , hartelijke vaderlandsliefde er de drijf veer van zijn konde. Hij meende , dat , daar MAURITS zich vroeger bij het handelen over vrede bepaald had tot het uiten van zijn gevoelen , zonder zich er verder mede in te laten , iemand hem het hoofd moest hebben warm gemaakt . En evenwel hield hij het er voor , dat , welke sterke taal MAURITS en de zijnen ook voerden , even als of hij tot de onzinnigste plannen besloten had , hij echter te verstandig en te braaf was om zulks te doen. Ja zelfs verklaarde hij MAURITS ijver niet geheel te kunnen mis→ dewijl er gegronde redenen van wantrouwen bestonden , en het bestand zelf aan vele bezwaren onder billijken , hevig was , ingeval men den Roomschen godsdienst op sommige plaatsen niet herstelde , hetgeen hij voorzag dat nimmer , althands niet lichtelijk , geschieden zou (116) . Ge wisselijk dus had MAURITS , die waarlijk het herstel van dien godsdienst niet wenschen kon of mocht , alle reden om zich ten sterkste tegen het bestand te kanten . In dezen zin voelde hij zich bekrachtigd door de in structie , welke de Spaansche gemachtigden bij hun ver trek van hier , ' t zij met opzet of uit achteloosheid , had den achtergelaten. Dezelve kwam in handen van MAURITS , die , na haar gelezen te hebben , haar op den 2den October bracht in den Raad van State , welke haar schijnt gesteld te hebben in handen der Staten Generaal , gedrukt en overal gestrooid werd (117) . waarna zij Uit dezelve bleek 48 MAURITS BEDRYF GEDURENDE DEN HANDEL het , hoe de Spaansche gemachtigden , onder anderen , had den moeten aanhouden op het herstel van den Roomschen godsdienst , en op eene zekere hereeniging met de Provin cien , onder de gehoorzaamheid van den Aartshertog we 1 zende , hetzij door hem tot beschermheer aan te nemen , het zij door een onderling verbond van bescherming (118) . De voorstanders van het bestand vonden grooten steun in het aanhouden der vreemde gezanten , zonder welke zij lichtelijk voor MAURITS het onderspit zouden gedolven heb ben ( 119) . Dat dit wrevel tusschen dezen en hen te weeg bracht , laat zich begrijpen. Het meest ondervond dit de Engelsche gezant WINWOOD , die omtrent dezen tijd in den Raad van State , waarin hij zitting had , het bestand aan prijzende en onder anderen aanmerkende , dat zijn Meester en de Koning van Frankrijk er waarborgen van wezen zouden , terstond van MAURITS ten antwoord ontving , dat groote Koningen zich niet altijd ernstig genoeg de veron gelijkingen hunner vrienden aantrokken ; dat zij zelfs som tijds redenen konden hebben , om de beleedigingen , hun nen eigenen personen en onderdanen aangedaan , te ont veinzen ; dat men zulks nog onlangs gezien had in den Koning van Engeland, wien men met vrouw en kinderen en de voornaamsten des Rijks had zoeken om te brengen , die ook geweten had , dat hem dit onheil door Spanje gebrouwd was , en evenwel niet had nagelaten de vriend schap van dat land te zoeken , en te verspreiden , dat hij zich verzekerd hield , dat die aanslag uit dien hoek niet gekomen was. Zelfs liet MAURITS zich woorden ontvallen , die Koning JACOB lafhartigheid of gebrek aan moed sche nen aan te wrijven (120) . dat de Men mag hieruit opmaken , twist hoog liep , en dat MAURITS , die een man was van een open karakter en steeds sprak zoo als hij het meende (121 ) , zich werkelijk heeft vergeten , hoezeer het ook mogelijk is , dat WINWOOD zelf op eene min of meer aanstootelijke wijze (122) de redenen van MAURITS 49 OVER HET TWAALFJARIG BESTAND. tegen het bestand bejegend had. Hoe het zij , WINWOOD werd , als te begrijpen valt , zeer toornig en schreef alles over aan zijnen Koning , op wiens klachte MAUrits door de Staten , die de zaak zoo veel mogelijk bedekt hiel den , bewogen werd zich in eenen brief bij den Koning te verschoonen. Deze evenwel hield zich daar gants niet mede voldaan en wilde , dat MAURITS in den Raad van State ( zelven het gesprokene zou terugnemen : dan waar toe deze volstrekt niet te bewegen was (123) . De zaak is naderhand geschikt ; doch op welke wijze , is on bekend. De botsing tusschen MAURITS en de vreemde gezanten werd hoe langer zoo sterker . Vooral was hij uiterst verstoord op JEANNIN , die de hoofdleider van den gant schen handel was (124) . En deze wederom gevoelde zich zoo gekrenkt voornamelijk door den boven vermelden brief aan de steden van Holland , dat hij er in haast een ant woord op ontwierp , waarin hij , uit spijt , vele voor MAU RITS grievende uitdrukkingen bezigde , die hij echter bij de bekoeling der eerste drift sedert veel veranderde ( 125) . Alzoo veranderd bracht hij het , mede uit naam der overige vreemde gezanten , op den 13den October (126) in de vergadering der Staten Generaal. Wij behoeven het niet te ontleden : genoeg , dat er eenige spijtige uitdruk kingen tegen MAURITS en de zijnen in voorkwamen ; dat de gezanten niet konden ontveinzen , dat ook een bestand aan vele bezwaren onderhevig was , en dat JEANNIN zorg vuldig zijn oordeel vermeed , dat die bezwaren niet anders dan door verandering in het stuk van godsdienst zouden kunnen worden weggenomen : voor ' t overige diende het geheel , om den Staten het aanbod des vijands aan te prij zen , die een bestand voor tien jaren wilde onder eene verklaring zoo uit naam des Konings van Spanje als uit dien der Aartshertogen , van te handelen met de Staten als met vrije landen , waarop zij niets pretendeerden ; zon III 4 50 MAURITS BEDRYF GEDURENDE DEN HANDEL der bijvoeging altijd erkenden , evenwel , dat zij derzelver vrijheid voor welke woorden de vijand volstandig wei gerde te gebruiken (127) . MAURITS was bij die voordracht van JEANNIN ter Staten Generaal tegenwoordig geweest. Hij begeerde van de ge zanten nadere opening , waarin hem echter Holland en het grootste deel der overige Provincien tegenstonden (128) . Ware die opening verkregen geweest , vele gemoedelijke voorstanders • van een bestand zouden wel denkelijk van gevoelen veranderd zijn (129) . Hierdoor geraakt , konde hij het niet van zich verkrijgen , om zijne gemoedelijke Ten dien overtuiging door stilzwijgen te onderdrukken. einde stelde hij zijne bedenkingen tegen de gedane voor dracht der gezanten op schrift , en zond ze aan de ste den van Holland met eenen begeleidenden brief van den 21sten October , waarin hij zijne bezwaren tegen een be stand nog meer dan vroeger uiteen zette , en vooral ver maande om toch in geenerlei opzicht te wijken van het formulier over ' s lands souverainiteit , hetwelk bij de vre dehandeling , ook voor het geval van een langdurig be stand , vastgesteld en aangenomen was (130) . Beide deze stukken toonen weder MAURITS hartelijken ijver voor den welstand des lands. Wij vinden er geene onbezonnen oorlogsdrift in , zoo als men hem gaarne wil aanwrijven , welberaden maar een bedaard en aangenomen en goedgekeurde beroep op algemeen grondstellingen , besluiten en verbindtenissen , niet om ter voortzetting des oorlogs te doen vernietigen hetgeen nu reeds daartegen vastelijk besloten was , maar om te vermanen zich geene verdere afwijkingen te veroorloven. Wat men ook over de in wendige waarde van MAURITS redenen oordeelen moge , zeker is het , dat zij alle behartiging verdienden , dat zij de strekking hadden om ' s lands onafhankelijkheid te handhaven , beschuldigen en alleszins bewijzen , dat hij is van een koppigen geenszins en stijfzinnigen te oor OVER HET TWAALFJARIG BESTAND. logsdrijver geweest 51 te zijn , die niet dan eigen roem en eer beoogde. Intusschen was de verdeeldheid tusschen MAURITS en OL DENBARNEVELD hoe langer zoo grooter geworden , en kwa men zij tot persoonlijke aantijgingen. De aanleiding hiertoe was het volgende . Op den 14den October 's morgens vroeg waren er op straat drie namelooze brieven gevonden , ge richt aan de Staten Generaal , de Staten van Holland en den Heer REINIER PAUW , Burgemeester van Amsterdam. In dezelven werd het bestand als eene listige uitvinding des vijands uitgekreten en OLDENBARNEVELD als den dood verdienende voorgesteld , wijl hij slinksche middelen bezigde om het door te drijven. Deze brieven , terstond in de vergadering van Holland gebracht en gelezen , verwekten daar , als te begrijpen is , eene hevige verontwaardiging , zelfs bij het meeste verschil van gevoelens ; ook MAURITS oordeelde , dat de schrijver moest opgezocht en vastgezet worden. Doch deze brieven , gevoegd bij allerlei geruch ten , die men tegen OLDENBARNEVELD uitstrooide , gaven hem thands eene heerlijke aanleiding , om zich weder van hetzelfde middel , reeds meermalen met vrucht gebezigd (131) , te bedienen , namelijk om ontslag van zijn ambt te ver zoeken en zich evenwel tot voortzetting van hetzelve te laten verbidden , ten einde alzoo voor het vervolg met meerder invloed te kunnen werken. Hij vertoonde den Staten zijnen eenendertigjarigen dienst , zijne gedragingen ten beste van ' s lands belangen en van die van MAU RITS en het Huis van Nassau , zijne bereidvaardigheid om daarin voort te varen ; maar tevens zijne bevinding , dat men het op hem gemunt had , weshalve hij den Staten in beraad gaf , of het voor ' s lands dienst en zijnen persoon niet geraden ware die stormen te ontwijken en zich voor een tijd stil te houden , als waartoe hij bereid was , zon Den der evenwel voor eenige bedreigingen te vreezen . volgenden morgen bleef hij uit de vergadering , 4* om de 52 MAURITS BEDRYF GEDURENDE DEN HANDEL Staten over zijn voorstel te laten beraadslagen . Lichtelijk kon hij gissen , wat er het gevolg van zijn zou. Zelfs zijne tegenstanders deinsden terug voor de gedachte , zulk eenen bekwamen Staatsman vooral in die bezwaarlijke tijds omstandigheden te zullen missen . Men besloot dus hem bij plechtige bezending te verzoeken zijnen dienst te willen voortzetten , voorts hem in bescherming te nemen en bij placaat onderzoek naar den schrijver dier brieven te laten doen : terwijl men ten laatste ook bij bezending van dit en ander kennis gaf aan MAURITS , die de vergadering voor deze mededeeling liet bedanken en verklaarde zich te gedragen tot hetgeen dezelve had goedgevonden . Het geene moeite , om OLDENBAR NEVELD tot voortzetting van zijn ambt te bewegen : en ook waarlijk kostte dan des namiddags kwam hij in de vergadering terug tot aller T immers zonder dat diegenen , die hem tegen zich opentlijk verklaren durfden . Het was na genoegen , waren , tuurlijk , dat hem dit gebeurde meerdere gezeggelijkheid en mindere tegenkanting in de Hollandsche Staten-verga dering bezorgde (132) . OLDENBARNEVELD werd leur gesteld. in zijne verwachting niet te Van de 18 stemmende steden van Holland had hij bereids 12 benevens het lichaam der Edelen voor zijn gevoelen . De zes overigen , waaronder , als de voor naamsten , Delft en Amsterdam , verschilden niet zoo zeer over het beginsel zelf om bestand te maken , veelmeer over de voorgeslagen voorwaarden . derheid van stemmen als Die meer nu gaf hem moed stouter te spre ken , meer door te tasten en alzoo de geheele partij van MAURITS , dien einde ware 't mogelijk , te onder te krijgen . Ten dan deed hij op den 18den October in het bijzijn van éénen uit de Edelen en negen of tien uit de Steden van Holland eene geheime opening van zijne be denking op de bedoelingen der Zeeuwen in het verwerpen van het bestand ( 133) . Wat hij bepaaldelijk in die bij . OVER HET TWAALFJARIG BESTAND . eenkomst heeft voorgedragen , 53 is onbekend ; maar zeker schijnt het , dat hij er tegen MAURITS het vermoeden ver wekt heeft van te staan naar de souverainiteit en daartoe door Zeeland op de overige Provincien te willen werken , en dat hij , tot bewijs van dit vermoeden , aan de verga dering vertoond en voorgelezen heeft eenige minuten van brieven , tusschen wijlen den Heer VALCK , Thesaurier vạn Zeeland , en wijlen den Heer KINSCHOT , Thesaurier van MAURITS , omstreeks het jaar 1602 op dat stuk gewis seld (134) . Hoe het zij , drie dagen daarna verscheen MAURITS ter vergadering van Holland en vorderde , als Stadhouder des lands , mededeeling van zeker geschrift , opgesteld om het bestand aan te prijzen , en voorts ope ning van zeker vermoeden , in de vergadering ten nadeele van hem en zijn gantsche Huis voortgebracht ; waartegen hij aanbood ook schriftelijk te willen opgeven , wat grond hij had om te vermoeden , dat zij , die zulke onwaarheden verspreidden , regelrecht naar Spanje wilden . Het behoeft geen betoog , dat hij hiermede het oog bijzonder op OL DENBARNEVELD had , en dat er hevige woorden over en weder gewisseld zijn . Immers men ontkende , dat er iets ten zijnen nadeele gezegd was : en toen men hem vroeg , of hij hierin zeker ging , antwoordde hij eenvoudig , dat , zoo hij het niet wel wist , hij in de vergadering niet zoude verschenen zijn : op welke woorden , kennelijk met toorn en drift uitgesproken , hij de vergadering verliet . Men be sloot dus hem door eenige Gedeputeerden te doen ant woorden , dat men bereid was hem over te leveren al wat voor en tegen het bestand geschreven was ; dat de ver gadering geene kennis had van iets , ten zijnen nadeele voorgedragen ; en dat men hem verzocht nadere opening te doen van hetgeen hij tegen eenig lid der vergadering Doch dit antwoord behaagde hem zoo hebben mocht. weinig , dat de afgevaardigden voor bescheid terugbrach ten , dat hij bleef bij zijne gedane aangifte en alle ope 54 MAURITS BEDRYF GEDURENDE DEN HANDEL ning zijner vermoedens weigerde , voor en aleer men hem de verzochte opening zou gedaan hebben (135) . Men vindt niet , dat dit voorval eenig ander gevolg gehad heeft , dan dat men MAURITS het bedoelde geschrift , door OLDENBAR NEVELD gesteld , en houdende de redenen voor het be stand (136) , heeft medegedeeld , en dat hij hetzelve twee dagen daarna heeft beantwoord bij eenen brief , waarin hij tot zijnen vorigen brief verwees en verklaarde , dat alles , wat in dat geschrift vervat was , slechts bestond in ijdele woorden en beloften van in toekomende tijden orde te zullen stellen (137) . Op welke gronden MAURITS zijn vermoeden van OLDEN BARNEVELD'S Spaanschgezindheid gevestigd heeft , is onbe kend. Maar dit is zeker , dat er alleszins redenen waren , die , zoo zij reeds toenmaals allen aan MAURITS zijn be kend geweest , in hem eenen gegronden argwaan verwek ken mochten. Reeds had OLDENBARNEVELD in het ge heim een aanzienlijk geschenk van wege den Koning van Frankrijk ontvangen om hem aan diens belangen te ver binden (138) . Hoogst bevreemdend ook , zegt men , zou zijne houding geweest zijn , toen de Griffier AERSSEN hem ontdekt had , welke pogingen tot omkooping door Pater NEYEN in het werk gesteld werden (139) . En toen 's vijands gemachtigden op het einde van September op hun vertrek stonden , hadden zij eene slede met eenige man den met geld ten zijnen dat geld (gelijk hij huize doen bezorgen , hoezeer naderhand in 1618 voor zijne rech 1 ters beweerd heeft) moge gediend hebben tot betaling hun ner verteringen , en hij , zeer verstoord dat men het ten zijnen huize gebracht had , het terstond naar den Ont vanger Generaal gezonden had ( 140) . Reeds boyen zagen wij , dat Koning HENDRIK kennis droeg van eene geheime briefwisseling tusschen OLDENBARNEVELD en den vijand. En bij gelegenheid zijner terechtstelling in 1618 was men een pak brieven en andere papieren , in cijfer geschreven , OVER HET TWAALFJARIG BESTAND . 55 machtig geworden , waaruit het bleek , dat hij reeds vóór het bestand eene geheime briefwisseling hield met een voor naam koopman , in ' s vijands land wonende , wiens weduwe deze geschriften had te voorschijn gebracht. Zij hielden den gantschen loop der ontwerpen en maatregelen voor het bestand in , alsmede vele zaken , welke aanleiding gaven te gissen , dat hij het land onder Spanje's heerschappij heeft zoeken terug te brengen. Deze papieren zijn de grondslag geweest , ben , waarop zijne rechters verklaard heb hoe groot bedenken er was , dat hij zijne oogen naar den vijand gehad had en zijne handelingen daarhe nen gericht om aan 's vijands zijde niet alleen geen aan stoot te geven , maar die integendeel te begunstigen (141 ) . Even zoo onderhield hij ook eene briefwisseling met den Prins van Oranje , PHILIPS WILLEM , die ijverig Roomsch was en de Spaansche zijde hield . Er zijn van dezen aan genen nog eenige brieven voorhanden , die de duidelijkste blijken dragen eener innige verstandhouding , en waarin de ·Prins niet alleen met bittere klachten tegen zijnen broeder betrekkelijk het vrij beheer en genot zijner goederen , OL DENBARNEVELD's hulp en medewerking verzoekt , maar ook in geheimzinnige woorden nog meer schijnt te verlangen en op OLDENBARNEVELD'S ondersteuning te rekenen. De eerste dezer brieven is van den 12den Juny 1608 , maar toont reeds , dat de verstandhouding van veel vroeger dag teekent (142) . Wanneer men nu in verband met dit alles beschouwt en OLDENBARNEVELD's dwaze oorlogsplannen , die hij sedert 1600 voorstond en dikwijls doordreef, en zijn hevig en meermalen sluw aanhouden op een be stand met den vijand , en zijne begunstiging van het reeds veld winnende Arminianisme tegen de leer en de onaf hankelijkheid van 's lands Gereformeerde Kerk , dan kan men niet ontkennen , dat er alleszins redenen van wan trouwen tegen hem bestonden , en MAURITS hem van 2 Spaanschgezindheid mocht verdenken , ook zeggen , gelijk 56 MAURITS BEDRYF GEDURENDE DEN HANDEL van hem omtrent dezen tijd verhaald wordt , dat OLDEN BARNEVELD alles overhoop zocht te werpen , beide het ker kelijk en het politiek (143) . Bij dit alles kwam nog , dat de Staten Generaal alsnu aan den Prins van Oranje verlof gaven , om in het land te komen , ten einde over de verdeeling der vaderlijke nalatenschap met MAURITS en de overige leden van het Huis van Nassau te handelen . genaam geweest getrouwe volger Dat dit aan MAURITS aan is , kan men naauwelijks denken . van zijns vaders voetstappen , Als was hij bereids in zoo.groote ongunst geraakt , dat hij verwach ten mocht , dat zijne vijanden ' s volks deelneming voor den oudsten ongelukkigen zoon van vader WILLEM zouden opwekken , vooral bij eene persoonlijke kennismaking en bij de ervaring van zijnen zachten en liefderijken inborst , buigzamer voorwaar en voor eenen trotschen en weinig eerbiedigen OLDENBARNEVELD ( 144) handzamer dan de in borst van den volijverigen en vurigen MAURITS. Reeds ten jare 1606 was PHILIPS WILLEM door de Staten Ge neraal op zijn verzoek en met gereede toestemming van MAURITS , hoezeer met tegenkanting der overige leden van het Huis van Nassau in het vrij en onbelemmerd bezit gesteld zijner Heerlijkheden van Breda, Oosterhout en Steen bergen , waarover MAURITS tot nu toe het beheer gehad had (145) . in die Door zijne komst alhier en zijne inhuldiging Heerlijkheden , zou zijn aanzien aldaar evenzeer rijzen als dat van MAURITS dalen moest. Met dit al , gelijk het niet bekend is , hoe dat verlof om hier te komen ver kregen is , zoo weet men nog minder , zich eenigermate tegen gekant heeft . of MAURITS er De zaak was ook van te teederen aard : hoe zou hij , bij het aandringen op het algemeen belang , hetwelk de verwijdering des Prin sen scheen te vorderen , zich hebben kunnen vrijwaren van de beschuldiging van liefdeloosheid jegens zijnen oudsten ongelukkigen broeder ? Hoe het zij , het verlof gegeven OVER HET TWAALFJARIG BESTAND . 57 zijnde , hield alle tegenzin van MAURITS op : hij ging zijnen broeder te gemoet en bracht hem den 13den November in den Haag ( 146) . Intusschen had hij van deze gelegenheid gebruik gemaakt om de steden van Holland te bezoeken en in persoon te overtuigen van het nadeelige van een bestand , waarbij niet met uitdrukkelijke woorden de vrijheid en souverai niteit des lands voor altijd erkend zou zijn . Hoe hij daar onthaald is , wat hij er bijzonderlijk verricht heeft , en hoe hij is beantwoord geworden , vindt men nergens aangeteekend (147) . MAURITS deed thands alles , om het bestand tegen te houden , en toonde daarin eenen ijver en moeite , dat het scheen , als of hij het geschil tot de hevigste verdeeldheid en tweespalt brengen wilde. En met dit al schreef JEAN NIN herhaaldelijk aan zijn Hof , dat hij MAURITS een te wijs en edeldenkend man rekende , dan dat hij het tot zulk een verderfelijk uiterste zou laten komen (148) . Onder de redenen , waarvan hij zich bediende , was voor namelijk deze , dat , wat men ook van wege den Koning van Frankrijk zeggen mocht , deze landen evenwel bij het vernieuwen des oorlogs door hem niet zouden verlaten worden. Hij scheen in de vaste overtuiging te staan , dat de Fransche gezanten het bestand sterker dreven , dan 's Konings eigentlijke meening was ; een vermoeden waar lijk , waartoe het Fransche Hof alle reden gegeven had. Dien ten gevolge had hij den Koning op den 21sten Sep tember eenen brief geschreven , waarbij hij hem de nadee len van een bestand openlegde en verzocht , dat de Koning zijnen gezanten beteren last geven wilde : en met dezen brief had hij eenen zekeren LAMBERT (149) afgevaardigd , die , volgens medegegeven lastbrief , den inhoud breeder uiteen moest zetten . Dan dezelve deed zulks op eene zoo hevige en alles overdrijvende wijze , dat de Koning er zeer door geërgerd wierd en niet wist , wat van den staat der 58 MAURITS BEDRYF GEDURENDE DEN HANDEL zaken hier te lande te denken , daar hij van zijne gezanten anders bericht was ( 150) . MAURITS , zuiks vernemende , was er zelf over gebelgd en bewees , dat de medegegeven lastbrief anders luidde (151 ) . Hoe het zij , de Koning schreef hem dien ten gevolge op den 23sten October eenen vrij scherpen en meesterachtigen brief (152) , waarin hij zich zoo sterk voor het bestand verklaarde en allen onderstand in geval van oorlog weigerde , dat MAURITS er een weinig door werd ne dergezet , als wel begrijpende , dat er aan het voortzetten des oorlogs zonder vreemden bijstand ' niet te denken viel (153) . Met dit gewonnen. al was hij nog geenszins voor het bestand Zijne meeste kracht zat thands nog in den sterken tegenstand van Zeeland , zonder wier toestemming hij oordeelde dat de overige Provincien bij meerderheid geen verdrag met den vijand mochten aangaan . hij zijne vrees , dat de onderhandelingen eindelijk leiden zouden tot een bestand van 20 vijand had Ook uitte of 25 jaren , gelijk de aangeboden , zonder eenige erkenning der vrij heid ; en dat het bestand gemaakt zijnde , men niet meer voor het onderhoud der benoodigde garnizoenen zou zor Doch hij liet zijne tegenwerking varen , en ver gen. klaarde herhaaldelijk , dat hij , ziende het bestand niet te kunnen beletten , den Staten hunnen gang zou laten gaan , zonder er voor zijnen persoon mede in te stemmen , opdat een ieder in het vervolg zou mogen weten , dien raad niet gedeeld had (154) : dat hij in en daar ook hij zelf voor niets meer dan voor scheuring tusschen de Provincien beducht was , zoo schijnt hij het geweest te zijn , die de Provincie Zeeland heeft overgehaald , om weder ter Staten Generaal te verschijnen , geschiedde. gelijk op den 11den November Op den 14den November bracht hij dien ten gevolge zijne goedwillige verklaring ter Staten Generaal uit ; als wanneer alle leden eenstemmig waren voor eene han deling met den vijand tot het aangaan van een bestand , terwijl alleen Zeeland verschilde (155) . OVER HET TWAALFJARIG BESTAND . 59 De afgevaardigden dezer1 Provincie hadden in uitdrukke lijken last het bestand met alle macht tegen te houden , en zich daartoe te gronden op de Unie van Utrecht , die een tractaat met den vijand buiten algemeene toestemming verbood en bij verschil tusschen de Provincien aan de Stad houders de beslissing opdroeg. Dit bewoog de vreemde gezanten om op den 18den November in de Staten-verga— dering te komen , en aldaar de Unie van Utrecht op hunne wijs te verklaren , op het bestand aan te dringen , en in het bijzonder namens hunne Meesters de verzekering te geven , dat de Staten , het bestand verwerpende , geene re kening moesten maken op voortdurenden onderstand (156) . Dit had uitwerking : de Zeeuwsche afgevaardigden ziende , dat hunne pogingen niets hielpen , verzochten en verkregen eenige dagen uitstel en gaven hoop op nieuwen last (157). Van dit uitstel maakten de gezanten gebruik , om Mau RITS en OLDENBARNEVELD , die in langen tijd elkanderen niet schijnen te hebben toegesproken , weder te vereenigen . Reeds eenige dagen vroeger was zulks door UITENBOGAART ten verzoeke van Graaf WILLEM beproefd ; dan MAURITS had er niet van willen hooren en zich op eene bittere wijze , zoo het schijnt , ten nadeele van OLDENBARNEVELD uitgelaten (158) . Ook thands nog kostte die bevrediging groote moeite . MAURITS vreesde altijd , dat de hande lingen van OLDENBARNEVELD zoo al niet de bedoeling , dan toch de strekking hadden , om het land weder onder Spanje te brengen : en alleen het bidden en aanhouden der gezanten kon hem eindelijk bewegen zich te Dit geschiedde op de volgende wijze. verzoenen , • Den 19den No vember kwamen de gezanten bij MAURITS : daar zijnde , verscheen ook OLDENBARNEVELD , als uit zich zelven , maar toch volgens afspraak. Na eene wijl over ' s lands aan gelegenheden gesproken te hebben , verzocht hij MAURITS geen geloof te willen hechten aan de kwade geruchten , die er tegen hem in omloop waren ; dat hij altijd den 60 MAURITS BEDRYF GEDURENDE DEN HANDEL Staat trouw gediend en zich eenen hevigen vijand van Spanje getoond had en van gevoelen niet veranderd was , en dat zijn aandringen op het bestand niet voortkwam uit welwillendheid jegens Spanje , maar uit behartiging van ' s lands welzijn . Men sprak vervolgens over de gelden ter onderhouding der garnizoenen gedurende het bestand en over de sterkte van het krijgsvolk , dat in dienst moest blijven en door MAURITS op 30000 man in de eerste jaren berekend werd : OLDENBARNEVELD stemde hierin toe : en te vreden ging men uit een (159) . Wij zien in dit alles weder MAURITS welwillendheid ten aanzien van zijnen tegenstander , tegen wien hij evenwel argwaan bleef voeden : en de gezanten moesten het aan hun Hof verklaren , dat zijne vermoedens geenszins on gegrond waren , maar dat zij hoopten tegen alle bezwaren te zullen kunnen voorzien ( 160) . Ook is het opmerke lijk , dat zij meer vertrouwen in de eerlijkheid van Mau RITS , dan in die van OLDENBARNEVELD stelden , hoezeer zij des eersten staatkundige inzichten tegen- , die des laat sten voorstonden. >> Wij oordeelen , schrijft JEANNIN OP den 20sten November , dat er geene de minste veinzerij of bedektheid is in hetgeen de Prins ons gezegd heeft , daar hij een man is van een zeer open karakter en ge heel vreemd van valschheid : zeker is het , dat bij geen oogmerk heeft ; A maar wel is hij al te open en hardnekkig in het volgen van het advies , dat hij het beste kwaad keurt (161 ) ." steeds MAURITS zoodanig , Spaanschgezindheid dat gevoelens men hem verdenken en verlangens waren onmogelijk van kon ; terwijl eenige daarentegen OLDENBARNEVELD'S handelingen tot eene verzoening met Spanje zouden kunnen leiden , indien zij niet tot eene zekere hoogte gestuit wierden : en daarom schreef de Fran sche Minister VILLEROY aan JEANNIN , dat men zich meer op MAURITS dan op OLDENBARNEVELD verlaten kon , dewijl de eerste minder gemakkelijk , dan de laatste tot eene 61 OVER HET TWAALFJARIG BESTAND . verzoening met den vijand zoude te brengen zijn (162) . Dit maakte dan ook , dat JEANNIN steeds zorgvuldig op alle de handelingen van OLDENBARNEVELD lette : en hoe zeer hij herhaalde malen schreef geen kwaad te vermoe den , maar hem voor een oprecht en eerlijk Staatsdienaar te houden , kan dit echter , na al hetgeen wij reeds van OLDENBARNEVELD vernomen hebben , niets meer bewijzen dan uitnemende de schranderheid , waarmede hij zijne ware gevoelens op den bodem zijns harten wist te ver bergen (163) . MAURITS nu niet meer tegenwerkende , waren Delft en Amsterdam spoedig voor het bestand gewonnen : en daar alzoo zes Provincien het geheel eens waren , besloot ook Zeeland, op het uitdrukkelijk aanraden van MAURITS , aan de gebiedende noodzakelijkheid ter vermijding van scheu Een vernieuwd blijk zijner geven (164) . vaderlandsliefde , die na eerst alle wettige middelen ter handhaving zijner gemoedelijke overtuiging nopens het ring toe te heil het des lands te vergeefs beproefd te hebben , eindelijk hoofd in de schoot legde scheuring. of hij uit vreeze voor gewisse Men moet dit evenwel niet zoo opvatten , als nu van eenen hevigen tegenstander een ijveraar voor het bestand wierd , of ook dat hij zich uit wrevel geheel aan de handeling onttrok. Niet dan met weerzin gaf hij toe aan het gedane voorstel der vreemde gezanten , bijzonder met betrekking tot de verklaring nopens dezer landen vrijheid , terwijl hij nu voorts zorgde , dat men zich geene verdere afwijking veroorloofde en een bestand aan nam , waarin volstrekt geene verklaring van vrijheid zou voorkomen. Voor dit laatste was hij thands zeer beducht : er waren vele Staatsleden , die daartoe overhelden , in geval de Koning van Spanje geene verklaring van vrijheid doen wilde : en de vorige handelingen hadden het reeds doen zien , hoe men vervoeren , zonder op zich al verder en verder had laten vroeger gemaakte bepalingen te 62 MAURITS BEDRYF GEDURENDE DEN HANDEL blijven vast staan . Het was deze vrees , welke hij gedurig voor den dag bracht , ongegrond noemde , welke ook JEANNIN alles behalven en waartegen deze , in overeenstem ming met zijn Hof , oordeelde dat met alle mogelijke mid delen gewaakt moest worden (165) . De bemoeiïngen van JEANNIN , van MAURITS , van Graaf WILLEM en van anderen , die zich vroeger tegen alle be stand verzet hadden , hadden dan ook medewerking van OLDENBARNEVELD , door de ijverige die nu niet verder durfde doordrijven (166) , ten gevolge , dat de Staten Ge neraal eindelijk in het midden van January 1609 een een parig besluit namen , waartoe ook Zeeland ten laatste toe trad (167) , om , ingevolge het besluit van den 23sten De cember 1607 betrekkelijk de vredehandeling genomen , in geval van den voortgang des bestands , het eerste punt van het verdrag op deze wijze te doen stellen , dat de Aartshertogen zoo wel in hunnen naam als in dien des Konings van Spanje verklaarden , te vreden te zijn , met de Staten der Vereenigde Provincien te handelen in hoe danigheid en als dezelven houdende voor vrije landen , ge westen en staten , op welke zij niets pretendeerden , en dat zij met hen in de gemelde namen en hoedanigheden een bestand aangingen : voorts besloten zij niet te gedoogen , dat er eenige kerkelijke of wereldlijke zaken , strijdig met de vrijheid , werden voorgeslagen , noch nieuw uitstel ge zocht ter oorzake van den Indischen handel of andere pun ten ; en zoo het tegendeel van wege den Koning van Spanje of de Aartshertogen gedreven werd langer dan acht dagen , alsdan de handeling af te breken en met gemeene macht , kon het zijn met hulp der Koningen , Vorsten en Staten , begunstigers der goede zaak , de wapenen wederom op te vatten (168) . Nu drong MAURITS bij de Fransche gezanten sterk aan op de spoedige bewerkstelliging van het bestand naar de thands gemaakte bepalingen : hij vreesde alle lankwijligheid OVER HET TWAALFJARIG BESTAND . 63 Blijkbaar sproot deze zijn ijver geenszins en uitstel (169) . voort uit veranderd inzicht over de waarde van het bestand , noch ook uit eenige hoop op der gezanten medewerking ter vermeerdering zijner macht , maar doordien hij zag , dat reeds vijf Provincien niet afkeerig waren van een be stand ook zonder verklaring van der landen vrijheid , en hij dus te recht meende , dat staatkundige wijsheid vor derde , ter vermijding van een erger kwaad , een minder kwaad te omhelzen , bemerkende , dat hij zijn oorspronke lijk gevoelen toch niet kon doordrijven (170) . Ook kwam er bij , dat reeds de Staten van Holland voornemens waren → een goed aantal krijgsvolk af te danken , indien zij niet ten spoedigste door den Koning van Frankrijk , die er niet gaarne aan wilde , met geld ter betaling van hetzelve onder steund wierden : en deze afdanking geschiedende , was het lichtelijk te voorzien , dat de Koning van Spanje in zijne eischen stouter zou worden en minder gereedelijk der lan den vrijheid erkennen (171) . MAURITS zocht dan nu door zijne eenstemmigheid en medewerking met de gezanten de vriendschap des Konings van Frankrijk en zulks uit zuivere vaderlandsliefde en niet uit Franschgezindheid of eigenbelang. hiervan weder luisterrijke bewijzen . JEANNIN levert ons Koning HENDRIK was , voor zoo ver wij zien kunnen , oprechtelijk welgezind je gens deze landen : maar het blijkt ook , dat dit eene niet. geheel belanglooze welwillendheid was , en hij eene verdere bedoeling had , namelijk om eenmaal de souverainiteit der zelve of althands meerder gezag daarin te verkrijgen ( 172) . Wij kunnen hem dit geenszins ten kwade duiden , daar het de vraag is , of een Koning als zoodanig wel immer het belang van vreemden zoo zeer mag behartigen , dat hij zijn eigen belang , hetwelk met dat zijns volks zoo naauw ver bonden is , geheel uit het oog verlieze . Hoe dit zij , Ko ning HENDRIK verlangde alzoo vuriglijk eene geheele los making dezer landen van de kroon van Spanje , en eene 64 MAURITS BEDRYF GEDURENDE DEN HANDEL vermeerdering van MAURITS gezag , in wien hij zulk eenen sterken haat tegen Spanje bespeurde , en dien hij hoopte , door hem dat meerdere gezag zoo mogelijk te bezorgen , • aan zich te zullen verbinden (173) . Dan bij MAURITS vond 16 F hij ten dezen geenszins de gehoopte medewerking. Reeds in October 1608 had JEANNIN aan zijn Hof geschreven , J hoe hij aan MAURITS had voorgesteld , dat , wilde hij onder E stand des Konings hebben , hij dan deze landen geheel E Fransch moest maken , P en hoe deze hem daarop geant woord had , dat daar nog geen denken aan was , en dat 6 degeen , die er van sprak , de Staten eerder Spaansch dan Fransch maken zou (174) . Ook begreep de Fransche Mi I nister VILLEROY , dat , indien MAURITS Souverein des lands F wierd , hij zich eerder aan Engeland dan aan Frankrijk f zou aansluiten , hoezeer hij steeds eenen sterken afkeer van 0 . Koning JACOB betoonde (175) . Het is waar , naar hetgeen JEANNIN in April 1609 schreef , scheen MAURITS geheel ge negen , C om deze landen onder Frankrijks souverainiteit te zien (176) maar als men zich voorstelt de hoogst moei lijke omstandigheden , waarin MAURITS toen ten tijde en zich zelven en het land geplaatst rekende , zoodat hij vrees de , dat de zaken eindelijk op eenen terugkeer tot Spanje 0 zouden uitloopen ; dan kan men die genegenheid niet an ders opvatten dan in dezen zin , dat hij om den drang der noodzakelijkheid een minder kwaad boven een erger stelde en hetzelve ook niet anders wilde , dan wanneer hij zeker zou zijn , dat het land zich op eigene krachten niet zou kunnen staande houden. Zelfs OLDENBARNEVELD had er op deze wijze met JEANNIN over gesproken : en dus kan men in dien wensch van MAURITS niet met recht iets verkeerds vinden . Van MAURITS belangloosheid hebben wij reeds bo ven verscheidene verklaringen van JEANNIN aangetroffen , en die vinden wij nu weder versterkt. MAURITS moest bij het bestand veel van zijnen invloed , dien hij nog bezat , en van zijne geldelijke inkomsten , die hij nu genoot , ver J 65 OVER HET TWAALFJARIG BESTAND . liezen. JEANNIN begreep zulks : en meenende , dat dit ver lies' eene beweegreden voor MAURITS was om tegen het be stand te zijn , wilde hij daarin reeds , vóór dat hetzelve getroffen werd , voorzien hebben . MAURITS evenwel ver klaarde zich bereid om die geldelijke voordeelen op te ge ven , al had hij nog geene de minste zekerheid van schade vergoeding. Hij maakte er geene klachte van : en daarom deed JEANNIN het voor hem , oordeelende , dat niets zoo redelijk was dan hem daarvoor te vergoeden , en dat an derszins de Staten zich aan eene te groote ondankbaarheid Herhaalde malen sprak JEANNIN zouden schuldig maken . er met OLDENBARNEVELD en andere personen van invloed over ; dan hij vond bij hen geene groote opgewektheid : zij verlangden , dat MAURITS zich op der Staten welwillendheid zou verlaten , om hem na het bestand te bevoordeelen , niet bij wege van verplichting , maar bij wege van onge houden milddadigheid : en MAURITS alweder , (zoo schreef JEANNIN) ging in hetgeen zijn belang raakte , met zoo veel zedigheid en eerbiedigheid te werk , dat hij verdiende , dat men voor hem zorgde. Ook waren er sommigen van MAU RITS aanhangers , die oordeelden , dat , als er een bestand met de verklaring van 's lands vrijheid getroffen werd , het land in een Vorstendom ten voordeele van MAURITS behoor de verheven te worden : zelfs zou OLDENBARNEVELD eenigen tijd vroeger in dien geest geoordeeld hebben (177) : maar JEANNIN schreef nog in het laatst van December 1608 , dat MAURITS zelf van zulke oogmerken vreemd was , als zijnde van een bedaard en gematigd karakter , die van zijne krach ten oordeelt door rede en zonder drift (178) . Bij het ontwerp van het verdrag waren ook bepalingen gemaakt ten voordeele van het Huis van Nassau , betrekke lijk de door den vijand verbeurd verklaarde goederen , aan hetzelve toebehoorende . Volgens dat ontwerp moest het ge not dier goederen gedurende het bestand aan de eigenaren worden teruggegeven . Dan MAURITS verlangde meer , na III 5 66 MAURITS BEDRYF GEDURENDE DEN HANDEL schadevergoeding voor verscheidene in melijk f 400000 komsten , die aan zijnen Vader eertijds onder den Hertog van ANJOU uit Braband en Vlaanderen waren toegelegd voor de onkosten door hem ten behoeve der gemeene zaak gemaakt . Geheel onbillijk , wel is waar , oordeelden de Fransche gezanten deze vordering , die zij wellicht vreesden dat weder belemmering geven zou : doch dat dit hun oor bleek en uit de waarachtigheid van Te deel verkeerd was , den grond , waarop de vordering steunde , en uit de moeite , die de gezanten zelven bij de Spaansche gemachtigden deden om haar voldaan te krijgen , en uit de erkenning des vijands zelven , die eerst slechts de helft aanbood , maar eindelijk door het aanhouden der gezanten f 300000 toestond , waarbij het bleef. MAURITS , het is waar , toonde zich hierover onvergenoegd , verzocht zelfs Graaf WILLEM , die le onder de Staatsche gemachtigden was , het verdrag niet te D teekenen , maar liet zich ook spoedig door JEANNIN omzetten Men beschouwe deze en tot inschikkelijkheid bewegen . 10 e tegenstribbeling niet als in tegenspraak met hetgeen wij hierboven reeds van MAURITS belangloosheid verhaald heb ben. Want zeker behoefde hij deze gezindheid niet zoo P n ver uit te strekken , dat hij zich zelven in hetgeen hem 10 rechtmatig toekwam , geheel en al vergat : hij mocht al het redelijke en mogelijke in het werk stellen , om het zijne en het blijkt niet , dat hij in ernst gewild te bekomen heeft , dat het bestand uit dien hoofde zou worden tegen C gehouden (179) .. Daar nu alle tegenkanting van de zijde van MAURITS op De had de handel eenen gereeden voortgang. hield , vreemde gezanten , daartoe van de Staten gemachtigd , be legden eene samenkomst met de Spaansche gemachtigden te Antwerpen , waar zij het eindelijk over de voornaamste punten eens werden . Toen lieten zij de Staten-vergadering te Bergen op Zoom beschrijven , deden aldaar verslag van hun verrichte , namen van daar de Staatsche gemachtigden C OVER HET TWAALFJARIG BESTAND. mede , 67 en brachten eindelijk het Twaalfjarig Bestand te wege , waarvan het verdrag op den 9den April 1609 te Antwerpen geteekend werd (180) . Vóór dat het tot stand was gekomen , hadden de gezan ten , hoezeer niet zonder moeite , gezorgd , dat MAURITS en het gantsche Huis van Nassau behoorlijk schadeloos gesteld werd (181 ) . Deze schadeloosstelling bestond voornamelijk in de verhooging der jaarwedden (182) . MAURITS hield er zich mede voldaan , zoo zelfs , dat hij in persoon ter Staten-vergadering verscheen , er zijnen dank voor betuigde • en verklaarde , dat hij gedurende het bestand met gelijke genegenheid het land zou dienen , als hij gedaan had tijdens den oorlog , verzoekende de Staten te willen gelooven , dat de door hem in de zaak van het bestand opgeworpen zwarig heden alleen voor den welstand van het land gestrekt hadden en niet tot eenig ander einde ( 183 ) . Wij zeggen hem dit met vollen gemoede na , en houden ons verzekerd , dat zon der den door hem geboden tegenstand de onderhandelingen (om het minst te zeggen) gants niet zoo voordeelig voor den lande zouden zijn afgeloopen . JEANNIN wilde geenszins ontveinzen , dat de voordeelige bepalingen van het bestand voornamelijk aan MAURITS houding te danken waren ( 184) . Het bleef met dit al MAURITS grieven in de zaak van het bestand voor OLDENBARNEVELD het hoofd te hebben moeten bukken , en gelijk hij rond en openhartig was , (zoo als JEANNIN al weder te kennen geeft , ) liet hij niet na zijn misnoegen deswegens gedurig aan den dag te leg gen. Welke moeite JEANNIN ook te werk stelde , om eene volle eensgezindheid Staat , tusschen die twee hoofden van den zoo verschillende in karakter en bedoelingen , tot stand te brengen , aan welke moeite MAURITS , zoo veel hij kon , beantwoordde , een volkomen onderling vertrouwen was er tusschen hen niet te bewerkstelligen ( 185) . Men duide dit MAURITS niet ten kwade. Het verschil over het bestand op zich zelf was niet van die aangelegenheid , om 5* 68 MAURITS BEDRYF GEDURENDE DEN HANDEL daaruit factien en verdeeldheden te onderhouden (186) . Maar hij zag verder en bevroedde wel , dat voor dien door drijver en hoofdbeleider van het bestand hetzelve slechts strekte tot een middel om verdere voor den staat des lands niet zeer voordeelige plannen ten uitvoer te brengen (187) . Duidelijk genoeg bleek hem OLDENBARNEVELD'S ware ge zindheid , behalven uit hetgeen reeds met en sedert den Vlaamschen tocht in 1600 gebeurd was , uit de behande ling van nog drie punten , welke , als in eenige betrekking tot het bestand staande , Koning HENDRIK zijnen gezanten gelast had zoo mogelijk te bemiddelen . Het eerste punt betrof de verdeeling der nalatenschap van Prins WILLEM , waaromtrent tusschen PHILIPS WILLEM en MAURITS een merkelijk verschil was over het bezit van het Graafschap Vianden en van de Heerlijkheden St Vit ( 188) , Daesburg en andere goederen in Luxemburg. PHILIPS WIL LEM beweerde , dat zijn vader die goederen bij wege van fideicommis bezeten had en ze nu aan hem vervallen waren : MAURITS daarentegen beriep zich op de huwelijksacte zijns vaders met ANNA VAN SAXEN en op diens uitersten-wilsbe schikking , waarbij die goederen hem vermaakt waren . Door de bemoeiïng der Fransche gezanten kwamen de par tijen eindelijk op den 27sten Juny 1609 tot eene overeen komst van scheiding en verdeeling , waarbij onder anderen de betwiste goederen in eigendom aan MAURITS , in vrucht gebruik aan PHILIPS WILLEM werden toegekend (189) . Wij kunnen en behoeven ons over de waarde der wederzijd sche beweringen ten dezen niet uit te laten : genoeg blijkt het , dat die van MAURITS gants niet ongegrond gerekend werd , terwijl hij er ook zoo sterk op stond , dat hij in de overeenkomst niet heeft willen toestemmen , zoo hem niet de f 25000 jaarlijksche rente , in geval van huwelijk toegedacht , terstond en zonder dat beding door de Staten Generaal gegeven werden , gelijk ook geschied is (190) . Het geschil was hooggaande geweest : en verwondering OVER HET TWAALFJARIG BESTAND . 69 mag het baren , dat , terwijl PHILIPS WILLEM toch eindelijk zoo veel afstond , hij hetzelve zoo sterk gedreven had. Al aanstonds mag men vermoeden , dat er hieronder door som migen geroeid werd . Althands het verwekte ook buiten de belanghebbenden groote verdeeldheid : en zoo JEANNIN als Koning HENDRIK rekenden het hoognoodig , dat er een einde aan kwam , dewijl er verscheidenen hier te lande waren , die PHILIPS WILLEM , als 's vaders oudsten zoon , wilden begunstigd hebben boven den verdienstelijken MAU RITS (191) . Onder die begunstigers van PHILIPS WILLEM mag men uit hetgeen wij reeds vroeger verhaald hebben , in de eerste plaats OLDENBARNEVELD rekenen ( 192) . de handeling over het bestand was Ook gedurende zulks gebleken , toen OLDENBARNEVELD niet ongenegen scheen , om op 's Prinsen verzoek Breda neutraal te maken en zich alzoo van eenen sterken voormuur voor ons land te ontdoen (193) . Maar men had hier niet aan gewild en dus was het verzoek zon der gevolg gebleven. Evenwel was er nieuwe vrees voor ontstaan , toen in het begin van 1609 vernomen werd , dat PHILIPS WILLEM eerlang naar Breda zou gaan , om zoo al daar als te Steenbergen den Magistraat te veranderen. De Raad van State vond hier groot bezwaar in , liet de zaak MAURITS aandienen , en besloot , eenstemmig met dezen , alles voor te dragen en over te laten aan de Staten Ge neraal , die , wat Breda betrof , de moeilijkheid onder de hand schikten , en ten opzichte van Steenbergen , voor zoo veel men vinden kan , geen besluit namen , denkelijk wel door toedoen van OLDENBARNEVELD , die scheen de zaak niet gaarne ter tafel der Staten Generaal gebracht te zien , en haar van weinig belang te rekenen (194). OLDENBAR NEVELD'S geheime verstandhouding met PHILIPS WILLEM leert men vervolgens ook duidelijk kennen uit een paar brieven , door laatstgenoemde aan den eerste geschreven uit Breda en Brussel op den . 23sten Augustus en den 4den Sep 70 MAURITS BEDRYF GEDURENDE DEN HANDEL tember 1609 (195) . In den eersten brief gewaagt de schrij ver van zijne billijke verwachtingen , onheilen , verliezen en lasterlijke vervolgingen , betuigt , dat hij door den raad van OLDENBARNEVELD , dien hij altijd gevolgd heeft en volgen zal , is geholpen ; verzoekt hem dringend hiermede voort te varen en tevens te bewerken , dat hij er de vruchten `van plukken moge ; zegt , dat zijn verlangen billijk is en over eenkomt met de waardigheid van den Staat , die zich al te ondankbaar jegens hem zou gedragen , nadat hij zoo zware ongelukken had doorgestaan , indien hij van wege denzelven geene blijken van erkentenis , genegenheid en edelmoedig heid mocht ondervinden , als zijnde hij de oudste zoon van hem , aan wien deze Staat zijn aanwezen en grootheid te danken had ; en vertrouwt , dat OLDENBARNEVELD zijne macht en gezag zal aanwenden , om de tragen op te wek ken , en denzulken , die de diensten zijns vaders mochten vergeten hebben , ze weder levendig voor den geest te bren Deze brief was overgebracht door eenen zekeren RE gen. VEMANS , welke in last had des schrijvers bijzondere oog merken en verlangens nader aan OLDENBARNEVELD te ope nen . In den tweeden brief meldt de Prins , dat REVEMANS hem OLDENBARNEVELD'S gevoelen over zijne afreize her waarts had overgebracht , en dat hij , kennende de wijsheid van diens raadgevingen en de genegenheid , die hij jegens hem voedde , ook dien raad zal volgen ; betuigt voorts door overhaasting niets te zullen bederven ; wenscht , dat , daar hij de vestiging van den Staat stelde boven zijn bijzonder verlangen , en eerst nadat dezelve tot onwankelbaren stand zoude gebracht zijn , men acht geve op zijnen persoon , zoo zeer als iemand aan het heil en den dienst van Neder land verbonden ; verklaart dus OLDENBARNEVELD'S nadere meening en raad betrekkelijk zijne overkomst te zullen af wachten , zoodra het hiertoe de tijd zal wezen , gelijk mede betrekkelijk zijne plichten , die hij zal hebben te vervullen , en de diensten , die hij zal hebben te bewijzen ; en bedankt OVER HET TWAALFJARIG BESTAND. 71 hem eindelijk voor het fraaië geschenk , van OLDENBARNE VELD ontvangen , hetwelk hij aannam als´een blijk zijner vriendschap , die hij steeds zou hoog schatten , wachtende naar gelegenheid tot gepaste wedervergelding . Deze brieven , vooral in verband gebracht met hetgeen wij reeds van elders omtrent OLDENBARNEVELD weten , ge Duidelijk is het , ofschoon ven stof tot velerlei nadenken . niet met leesbare letteren uitgedrukt , dat de Prins in eene hooge betrekking het vaderland dienen wilde en dat OLDEN BARNEVELD dien wensch door zijne pogingen begunstigde. Maar hoe aan eene vervulling daarvan te denken , dan door de verwijdering , beneden althands achteruitzetting van MAURITS , wien men dan toch zijnen ouderen broeder niet plaatsen kon ? En hoe dien gemoedelijk Roomschgezinden Vorst in eene hooge betrekking hier te lande te stellen , zonder cene geheele of gedeeltelijke herstelling van den Roomschen godsdienst (196) ? Gaarne willen wij gelooven , dat OLDENBARNEVELD nog geen vast beraamd plan had , en wilde afwachten , wat de tijd baren zou : maar wij zien toch bedoelingen koesteren en aanvankelijk te werk -stellen , welke alleszins nadeelig waren voor den zoo ver hem dienstelijken MAURITS en in volstrekten tweestrijd stonden met de grondregelen van het toenmalig staatsbestuur , ja die den vijand gants niet ongevallig zijn konden (197) . Het tweede punt , waarop JEANNIN nog namens zijnen Koning moest aandringen , • was de herstelling der uitoefe ning van den Roomschen godsdienst. Reeds vroeger zagen wij , dat OLDENBARNEVELD hiervoor gunstiger was dan MAU RITS en de Staten in ' t algemeen , die zoo zeer op de uit sluitende handhaving van den Gereformeerden godsdienst stonden , dat OLDENBARNEVELD zelf verklaarde geene kans te zien , om iets ten gunste der Roomschgezinden te be werken dan eerst na den vrede ( 198) . MAURITS dus , zoodra hij zag het bestand niet meer te kunnen tegenhou den , bewerkte eene meer gestrenge handhaving der placa 72 MAURITS BEDRYF GEDURENDE DEN HANDEL ten tegen de uitoefening van den Roomschen godsdienst , welke bij oogluiking meer en meer was toegenomen (199) . Niet moeilijk was hem zulks bij den algemeenen geest der Natie en bij de vrees van OLDENBARNEVELD en die partij , om zich door tegenstand nog meer verdacht te maken , te meer daar hunne blijkbare begunstiging van het reeds veld winnende Arminianisme geen klein vermoeden gaf , dat men eene verandering zocht in den Gereformeerden godsdienst ten gunste van Rome en Spanje. MAURITS dus , om dit tegen te gaan , stelde tegen den haat , waarin de Gerefor meerde geestelijkheid bij OLDENBARNEVELD stond , zijne welwillendheid en vriendschap over , meer dan hij zulks wel vroeger gedaan had , ten einde alzoo de Natie in die godsdienstige , van Rome en Spanje afkeerige gezindheid te Wat hij bepaaldelijk hiertoe te werk stelde , we bewaren . ten wij niet : denkelijk waren het slechts loutere verklarin gen zijner goede genegenheid voor den welstand der Gere formeerde Kerk , betuigingen van afkeer tegen het Armi nianisme , opentlijk aan den dag gelegden tegenzin tegen de maatregelen van OLDENBARNEVELD en van de Staten van Holland in het kerkelijke : meer toch vermocht hij toen niet. Dat hij hieraan kwalijk deed , zal niemand in ge moede zeggen kunnen : ook waren ten dezen met hem een stemmig Graaf WILLEM (200) , de Staten van Zeeland (201 ) en het Engelsche Gouvernement . (202) . Natuurlijk was deze houding van MAURITS geenszins welgevallig aan JEAN NIN , wiens oogmerken ter begunstiging der Roomschgezin zij rechtstreeks tegenwerkte. De gezant dus , hem den hierover aansprekende , stelde hem het gevaar voor oogen om met de predikanten te heulen , daar hij zoo doende verdacht zou worden bij degenen , die hem eerzuchtiger achteden , is (203) . dan hij misschien (dus schrijft JEANNIN) wel JEANNIN meende , dat het eigenbelang van MAU RITS hieronder speelde , en dat zijne aansluiting aan de pre dikanten slechts ten doel had hem in zijn thands kwijnend OVER HET TWAALFJARIG BESTAND . 73 gezag te doen herstellen en zijnen ouderen broeder verwij derd te houden , omtrent wien men hem deed vermoeden , dat hij hem den voet zocht te lichten . Mogelijk is het , dat ook deze bedenkingen MAURITS eenigzins gedreven heb ben : maar zekerlijk was zijn welzijn thands zoo naauw aan dat van Nederland verbonden , dat hij de belangen van den Staat niet konde behartigen , zoo hij zijne eigene geheel Welk antwoord MAURITS gegeven over het hoofd zag. heeft , is onbekend ; maar , naar JEANNINS schrijven , had hij dezes vermaning ten goede opgenomen . Vermoedelijk is het , dat zijn antwoord zeer onbepaald geweest is , zoo om niet door eene stellige weigering den gezant en Koning HENDRIK , wiens gunst hem en den lande zoo noodig was , te vergrammen , als omdat hij wel merkte , dat de gezant nu eenen gants anderen toon sloeg , dan wel vroeger , en hij hem dus niet zeer vertrouwde. In het verschil over het bestand had JEANNIN bij MAURITS steeds aangedrongen op eensgezindheid met OLDENBARNEVELD en de Staten , op toegevendheid en inschikkelijkheid , om niet zoo op eigen oordeel en inzicht tegen den algemeenen wensch te blijven staan en geene verdeeldheden te verwekken. En aan deze vermaningen had MAURITS steeds , hoezeer met weerzin , ten langen laatste voldaan . Maar , nu MAURITS en de Staten het ter wering van den Roomschen godsdienst eens waren , zocht JEANNIN , gelijk hij zelf schrijft , der Staten doen bij MAURITS verdacht te maken door hem hunne verdeeldheid in het stuk der Gereformeerde leer (dit zag op de toen reeds sterk gevoerd wordende Arminiaansche twisten) voor oogen te houden. Dit een en ander moest hem dus leeren ook voor de slimme staatkunde van den Franschen gezant op zijne hoede te zijn , zonder zich aan hem bepaaldelijk voor of tegen de herstelling van den Roomschen godsdienst uit te laten , hoezeer hij duidelijk genoeg te kennen gaf , wat hij wilde (204) . Aan den anderen kant echter scheen JEANNIN ' van OLDENBARNEVELD en zijne medestanders de 74 MAURITS BEDRYF GEDURENDE DEN HANDEL toezegging te hebben , dat in de bestaande moeilijkheid , om met den blijkbaren weerzin der Natie de uitoefening van den Roomschen godsdienst wettelijk te herstellen , men haar wel bij meerdere of mindere oogluiking allengskens zoude toelaten (205) . JEANNIN dus geene kans ziende , om thands iets meer ten behoeve der Roomschen uit te richten , deed nog wel , op uitdrukkelijk verlangen zijns Konings , daartoe een voorstel in de Staten Generaal (206) : maar daar men weigerde hetzelve publiek te maken en naar de Provincien te verzenden , zoo deed hem zulks van alle verdere bemoeiïng ten dezen afzien. Hoe het zij , men merkt ook hieruit , hoe ver de staatkundige inzichten van MAURITS en OLDENBARNEVELD uit elkander liepen . Het derde punt , aan JEANNIN door den Koning aanbe volen , was de verbetering van den regeringsvorm . zag er inderdaad allerzonderlingst uit. Deze Indien men ge bleven ware bij de beginselen der Unie van Utrecht , vol gens welke de slechts ééne souverainiteit der landen , Provincie , rechten , uitmakende , behoudens als te samen ieders privilegien en bij het lichaam der Staten Generaal berustte , en tevens de wijze bepaald was , waarop de ver schillen tusschen de Provincien moesten worden uitgemaakt , dan ware er geene groote verbetering in den regerings Maar men had al spoedig een vorm noodig geweest . ander beginsel in werking gebracht , dat der provinciale souverainiteit , en daardoor eene verwarring in de onder linge betrekking der verschillende Staatsmachten veroor zaakt. Dit had reeds tot groote ongelegenheden aanleiding gegeven en zou er nog grootere gegeven hebben , zoo niet de vrees voor den gemeenen vijand , de schranderheid van OLDENBARNEVELD , de welwillendheid van MAURITS zulks tot nog toe verhoed hadden . Dan zoodra men op het ma ken van vrede met den vijand bedacht werd , scheen men algemeen de noodzakelijkheid te begrijpen , dat de regering op eenen beteren en vasteren voet gesteld wierde . Daartoe ( OVER HET TWAALFJARIG BESTAND . 75 diende in de eerste plaats de Unie van Utrecht herzien te worden ; waartoe men al dadelijk bij de eerste opening van vredehandel besloten afdoend gevolg (208) . had (207) , doch zonder eenig En toen eindelijk in November 1608 de Provincie Zeeland op de ten uitvoer legging van dat besluit aandrong , verklaarden de overige Provincien , dat er geene reden bestond om eene verandering in den bestaanden regeringsvorm te maken (209) . Intusschen werd de zaak levendig gehouden vooral door de Fransche ge zanten. teit Zij wilden wel niet aan MAURITS de souveraini hebben opgedragen , maar , ten einde voor hunnen Koning nog zoo mogelijk eenig uitzicht op die waardigheid open te houden , sloegen zij voor , dat er een Raad van State met MAURITS aan het hoofd zou worden opgericht , welke het geheele bewind in handen hebben zou (210) . Het was dien ten gevolge , dat in het midden van Maart 1609 door de Commissie der Staten Generaal , benoemd om eene voorraming te maken van de belooningen en schadevergoedingen , die men het Huis van Nassau , in geval het bestand tot stand - kwam , geven zoude , onder anderen werd voorgeslagen , MAURITS te maken Gouver neur Generaal van alle de Provincien (211 ) . Dan de voorslag kreeg geenen bijval : men vond niet goed eenige verandering in ' s lands regering te maken : zoodat , toen dezelve in Augustus van datzelfde jaar op nieuw ter tafel der Staten Generaal gebracht werd , men dien weder in advies hield en er sedert niet meer aan dacht (212) . Deze afloop der zaak schijnt aan niemand gereeder dan aan OLDENBARNEVELD te moeten worden toegeschreven . JEANNIN toch ontveinsde zich niet de groote moeilijkheid , welke hij in dit geheele plan vond , door den invloed en het gezag van OLDENBARNEVELD , die niet gaarne zien zou , dat aan de Staten Generaal of Provinciaal , waarin hij bijna alles vermocht , het meeste deel van ' s lands bestuur onttrokken en op eenen Raad van State met MAURITS aan MAURITS BEDRYF GEDURENDE DEN HANDEL 76 het hoofd overgebracht werd . Wel is waar , had JEANNIN dit bezwaar zoeken te boven te komen , door aan OLDEN BARNEVELD het voorzitterschap van dien Raad te doen toe kennen ; maar desniettemin had hij wel gemerkt , dat oL DENBARNEVELD , pende , het zou , ofschoon het plan niet dadelijk verwer echter , omdat er zijn gezag toch bij lijden eer zou tegenwerken dan bevorderen , en had het dus , om de geschillen niet te verwarren , uitgesteld tot na de sluiting van het bestand (213) . Toen , wel is waar , had JEANNIN er nader op aangedrongen ; maar ziende , dat de gemoederen er niet zeer gestemd toe wa ren , had hij niet doorgedreven , en zich vergenoegd met OLDENBARNEVELD's verklaring , dat hij in het begin des vol genden jaars de zaak in beraadslaging brengen zou (214) . Het moge dan waar zijn , dat OLDENBARNEVELD zelf het voorstel , verheffen , ter om MAURITS tot Gouverneur vergadering der Generaal te Staten Generaal gedaan heeft (215) ; men mag het er nochtans veilig voor hou den , dat hij zulks alleen om den schoonen schijn gedaan heeft , wel wetende of ook onder de hand bewerkende , dat het voorstel , door hem niet ernstig ondersteund wor dende , zoude worden afgeslagen (216) . Trouwens dat hij tegen MAURITS verheffing geweest is , vindt zich nader versterkt door een verhaal , hetwelk algemeen voor ge loofwaardig gehouden wordt , dat namelijk omstreeks dezen tijd MAURITS tot zijne verheffing door middel van zijne stiefmoeder aanzoek heeft laten doen bij OLDENBARNEVELD , die het echter zoodanig had afgeraden , dat de Prinses er overtuigd door geworden was , en MAURITS er dien ten gevolge van had afgezien (217) . En hoe gedroeg zich deze onder dat alles? Wij zien hem niet alleen werkeloos nederzitten , niets doende ter zijner verheffing , maar zelfs weigeren aan de aanzoe ken van JEANNIN om daartoe mede te werken , gehoor te verleenen (218) : ten hoogste , zoo men wil , heeft hij OVER HET TWAALFJARIG BESTAND . 77 er OLDENBARNEVELD onder de hand over laten aanspre ken (219) . Hij wachtte als onverschillig af, wat het be sluit baren zoude : dat besluit evenwel baarde niets : de regeringsvorm bleef die hij was (220) ; maar veranderde in zoo verre in uitwerking , dat , terwijl MAURITS gedu rende den oorlog nog zeer veel gezag en invloed gehad had , hij nu bij het bestand veel daarvan verloor en OL DENBARNEVELD inderdaad oppermachtig werd. MAURITS BEDRYVEN GEDURENDE 1609-1614. Wij hebben MAURITS tot nog toe in een aanhou dend bedrijvig leven gezien , mindere mate de waarbij hij in meerdere of algemeene aangelegenheden des lands mede beheerschte : thands zullen wij hem gedurende eenige jaren eene meer lijdelijke rol zien aannemen , alles doende ter believing der Staten zonder eenigen wederstand , en ook zelfs menige verdragende. miskenning Hij had nu , van bij dien kant geduldig het ophouden des oor-. logs , geenen bepaalden werkkring meer : bij de souve rainiteit der Staten , die altijd tegenwoordig waren en zich door hunnen bekwamen aanvoerder OLDENBARNEVELD krachtig wisten te doen gelden , kon een Gouverneur of Stadhouder eigentlijk gemist worden ; en de Staten be dienden zich dan ook van hem of slechts welstaanshalve , of alleen om meerdere klem aan hunne maatregelen bij te zetten , in gevalle en zoo ver hun zulks noodig was. Reeds sedert verscheidene jaren bestond er in de Kerk van Alkmaar eene groote verdeeldheid door de woelingen van haren predikant ADOLPHUS VENATOR , die zich in leer en leven hoogst de ergerlijk gedroeg en al in 1604 door Synode van Edam in zijnen, dienst geschorst , doch desniettemin door de stedelijke Regering was gehandhaafd geworden. Er zijn duidelijke blijken , dat de Staten van Holland toen nog geenszins op zijne hand waren (221 ) . Maar bij het ontstaan van het Arminianisme werd de zaak van VENATOR daarmede vereenzelvigd , en begon dus gunst te vinden in de oogen van OLDENBARNEVELD , die der Ge MAURITS BEDRYVEN GEDURENDE 1609-1614 . 79 reformeerde Kerk geenszins genegen en der Arminiaansche partij sterk toegedaan was. Door deze begunstiging werd de verdeeldheid te Alkmaar gaandeweg vermeerderd : waar door de Classe in September 1608 bewogen werd tot herstel der kerkelijke orde zelve handen aan het werk te slaan en alle hare leden tot eene nieuwe onderteekening der Nederlandsche Geloofsbelijdenis en Heidelbergschen Ca techismus te verplichten . Gereedelijk werd hieraan door allen voldaan , behalven door VENATOR en nog vier andere predikanten , die dus op nieuw geschorst werden. Deze wierpen zich nu in de armen der Staten , die hun gelijk gaven en der Classe oplegden hen weder in haar midden . te ontvangen. Niet onwaarschijnlijk is het , dat MAURITS , dien wij evenwel in dezen twist nog niet gemoeid vinden , op eene verbetering der stedelijke Regering ter te gemoet koming der verdrukte Kerk te Alkmaar is bedacht geweest . Bij de verandering der Wet op het einde van 1609 had hij als Stadhouder volgens de gewoonte de keuze uit een dub beltal , hem door de Stad voorgedragen : en nu viel zijne keuze voor het grootste gedeelte op tegenstanders van VENATOR en voorstanders van den waren , oprechten , zui veren , aangenomen Gereformeerden Godsdienst , die dan ook , als op wettige wijze gekozen , den 24sten December beëedigd werden tot genoegen , zoo het scheen , der bur gerij , daar alles stil en vreedzaam , als naar ouder ge woonte , afliep. Maar zes dagen daarna kwamen de Capiteinen der schut terij onverwachts met een verzoekschrift aan de Regering voor den dag , waarbij zij klaagden , dat de benoeming , als op ongeschikte personen , ook op bloedverwanten in den verboden graad gevallen , streed tegen de privilegien der stad , verklaarden vernomen te hebbe " dat de stad met inlegering zou bezwaard worden , en dus verzochten een dadelijk antwoord tot herstel van het eerste grief en 3 80 MAURITS BEDRYVEN tot verlof om de stad door de schutterij te doen bewaken. Dit stoute verzoekschrift gaf verbazing , dewijl de voor gestelde grieven of ingebeeld of ongegrond waren : en alle schijn was er , dat dit te voren zoo was beraamd geweest , ten einde de schutterij in de wapenen te krijgen en door dat middel de aangestelde Regenten door voorstanders van VENATOR weder te doen vervangen (222) . Immers zonder het antwoord der Regering af te wachten , riepen de Ca piteinen de schutterij in de wapenen , maakten zich mees ter van het kruidhuis en de sleutels der stad , namen het Stadhuis voor zich in en zonden eenige afgevaardigden naar den Haag aan de Staten van Holland met een ver toog hunner grieven . Dit drong de Regering om zich insgelijks schriftelijk tot MAURITS en de Staten te wenden . Het gevolg was , dat er vier Commissarissen , aan wier hoofd OLDENBARNEVELD's schoonzoon , naar Alkmaar wer den gezonden , om de twisten zoo mogelijk neder te leg gen of anders verslag te doen . met gezag te werk te Dan deze in plaats van gaan en den wettig ingestelden Magistraat de hand boven het hoofd te houden , deden allerlei vergeefsche voorslagen van bemiddeling , tot eindelijk de beide partijen in het midden van January 1610 over eenkwamen de beslissing der geschillen aan de Staten van Holland en MAURITS over te laten . Met dit al weigerden de Capiteinen der schutterij de wapenen te doen neder leggen , vóórdat de Magistraat zou veranderd zijn , een blijk genoeg , dat zij van hooger hand ondersteund wer den (223) . Toen nu de Commissarissen der Staten onverrichter zake vertrokken waren , besloten de welmeenende leden der Vroedschap eenigen hunner naar den Haag af te zenden , om de rechtvaardigheid hunner zaak te betoogen en op het afleggen der wapenen door de schutterij , aan te drin gen. Dan te vergeefs : slechts bij MAURITS , die hen even wel niet helpen kon , vonden zij een toegenegen oor , terwijl GEDURENDE 81 1609-1614. zij overal elders , bijzonder bij ' OLDENBARNEVELD merkten dat hunne tegenpartij de meeste gunst genoot , en dat er op eene geheele afzetting der wettig gekozen en aangestelde Regering gedoeld werd (224) . Inmiddels werden de afgevaardigden der goedgezinden in de volle vergadering der Staten van Holland gehoord , en verzochten , dat , daar MAURITS naar Utrecht vertrok en de partijen de beslissing der geschillen gezamentlijk aan hem en de Staten hadden overgelaten , dezelve mitsdien tot zijne wederkomst zou worden uitgesteld . VELD , Maar OLDENBARNE der Staten leider en woordvoerder , antwoordde , dat het den Staten toekwam op de eenigheid der steden en leden des lands te letten en daarin te voorzien , dat zij daartoe op MAURITS wederkomst niet behoefden te wachten , en dat zij ten dezen MAURITS last en gezag op zich namen , daar de zaak geen " uitstel lijden kon (225) . Wij zien hieruit , welk werk OLDENBARNEVELD van MAURITS maakte ; hoe hij den Stadhouder slechts hield voor een persoon om figuur te maken , in de regering gesteld met hoogen titel , doch zonder eenige zelfstandige macht of ge zag , met wien de Staten leven konden naar welgevallen : de Staten van Holland trouwens waren naar zijne mee ning de Souverein , die , als altijd tegenwoordig , eigentlijk geenen Stadhouder behoefde. Wij lezen niet , dat MAURITS zich tegen deze hem beleedigende handelwijze eenigermate verzet of verklaard heeft. Het gevolg van dit alles was , dat eindelijk de Staten kwamen tot hetgeen , waartoe die gantsche wanorde van den beginne af blijkbaar was aangelegd geweest , en dat zij op den 22sten February door hunne Commissarissen , uit naam en van wege de hooge Overheid van den lande van Holland en Westvriesland , de geheele , door MAURITS wettig gekozen Regering ontbonden , en den volgenden dag eene nieuwe Regering aanstelden , waaronder slechts zes van de welgezinde partij , die daarenboven altemaal III 6 MAURITS BEDRYVEN 82 boven de 70 jaren oud waren en dus niet lang meer dienen konden , terwijl alle de overigen , ten getale van 21 , de partij van VENATOR waren toegedaan (226) . Zoo werd dan al dadelijk te Alkmaar de waarheid van MAURITS zeggen bevestigd , dat OLDENBARNEVELD alles over hoop zocht te werpen , het politieke en het kerkelijke (227) . Het eerste was thands geschied , nu moest ook het andere volgen. St Aan den rechtzinnigen predikant HILLENIUS , een werd de stad ontzegd : de tegenstander van VENATOR , kerkeraad werd afgezet en door eenen naar VENATOR's zin vervangen en alzoo bleef deze oproermaker , gerugsteund door OLDENBARNEVELD , geheel meester. Wat nu in dit alles aan MAURITS te laste te leggen ? Misschien ja al te groote lijdelijkheid in hetgeen door OLDENBARNEVELD zoo onrechtmatig bewerkt werd ; mis schien al te groote vrees , dat door ijverig de goede zaak , waaraan hij zich wel genegen betoonde , te handhaven , de onrust en verdeeldheid nog erger gevolgen hebben zou : maar zeker geenszins eenige de minste poging , om , als men zegt , in dit troebel water te visschen en zich eene partij te verwerven , die hem de souverainiteit of meer dere macht , dan hij bezat , bezorgen kon . Genoegzaam ten zelfden tijde was er eene dergelijke beweging te Utrecht , die echter op eene krachtiger wijze gestild werd , doch waarin ons de ware bedoelingen der handelende personen niet recht duidelijk zijn . In October 1609 was de Wet als naar gewoonte veranderd . Maar op het laatst van February kwam onverwachts de bur gerij op en vorderde met zoo veel geweld , dat de Re gering zou aftreden , dat deze aan dien eisch voldeed. Daarop werd door de oproerige burgerij eene nieuwe Re gering gekozen en tot Burgemeester benoemd DIRK KAN TER , die zich reeds vroeger meermalen als een onrus tigen geest had laten kennen , en HENDRIK VAN HELSDIN— GEN (228) , beide de voornaamste opruiërs der burgerij 20 GEDURENDE 1609-1614 . 83 en den Roomschgezinden niet ongenegen (229) . Tot deze Regeringsverandering was de bevestiging van MAURITS , als Stadhouder van Utrecht , noodig , die daartoe het advies der Staten Generaal innam en slechts weinige dagen na het gebeurde , overeenkomstig dat advies , den Schout der stad machtigde om de nieuw benoemde Regenten te be ëedigen. Over de beweegredenen hiertoe is niets bekend , en dus behoeft men geenszins te stellen , dat MAURITS die oproerige Regeringsverandering met goede oogen heeft aan gezien , zijnde het veeleer om zijne raadpleging met de Staten Generaal , waartoe hij anders toch geenszins ver plicht was , waarschijnlijk , dat hij zelf in de bekrachtiging der nieuwe Regering vele zwarigheid gevonden en haar , slechts om erger kwaad te schuwen , gegeven heeft , gelijk zij ook niet verleend is dan op uitdrukkelijke en hooge betuiging van de Regering der stad , dat er onder al die beweging geene factie noch papisterij vermengd was , en dat hiermede het volk uit de wapenen en alles in stilte gebracht zou worden . Dan deze hoop werd niet vervuld. Want de Utrecht sche onlusten raakten niet enkel de stad , maar ook de Staten der Provincie , in welke zich de Heer VAN BRAKEL zocht in te dringen , terwijl men voorts op vermindering van lasten en verandering van bestuur aandrong en de Regering der stad zich genoodzaakt zag daaraan eeniger mate toe te geven . Om hiertegen te voorzien , was het op verzoek dier Staten , dat de Staten Generaal reeds in het begin van February 1610 MAURITS met eenige ge machtigden uit hun midden en uit den Raad van State zonden , met last om alle verandering in den godsdienst , staat en regering der Provincie te verhoeden en de oude lasten zoo mogelijk te herstellen (230) . Dan hoezeer MAURITS en zijne medeafgevaardigden met moeite groote buitensporigheden bedwongen , het herstellen der orde was hun onmogelijk. Opmerkelijk is het , dat , terwijl de bur 6* 84 MAURITS BEDRYVEN gerij naauwelijks iets van de Staten Generaal wilde hooren , zij echter aan MAURITS gants genegen was en aan hem alleen de beslissing der twistpunten wilde hebben opgè dragen : zelfs waren er , die hem in de stad zochten te houden en zijn vertrek te beletten . Nergens vindt men gemeld , welke oorzaak en bedoeling deze goede gezindheid had : misschien wel rekende men op zijne bekende zacht zinnigheid en toegeeflijkheid ; misschien ook had hij zich over de eischen der burgerij niet gants ongunstig uitge laten . Dat het oproer ten zijnen voordeele verwekt of hij er onder is geroeid heeft , daarvan is geen blijk hoe genaamd voorhanden . (231 ) . MAURITS keerde dan met zijne medeafgevaardigden on verrichter zake terug op het verlangen der Staten Generaal , die inmiddels te Woerden vergaderden en ` aldaar de par tijen , te weten de Staten en de Stad , beschreven . De Stad , die eerst gehoord werd , vorderde niet alleen MAU RITS terugkomst , daar anders het volk uit de wapenen niet te brengen zou zijn , maar ook bijzonderlijk zijn ontslag van den eed , waarbij hij als Stadhouder aan zijne instruc tie verbonden was , alleenlijk voor de punten in geschil , en verder niet , wier beslissing de Stad hem wilde opgedra gen hebben om meerder gezags wille. Doch de Staten der Provincie , vervolgens gehoord , schenen beducht voor MAU RITS oordeel en wilden de beslissing aan de Staten Generaal In dezen laatsten zin viel dan ook het verbleven hebben . besluit en aan de Stad , waar inmiddels groote ongere geldheden plaats hadden , werd te kennen gegeven en zij vervolgens ook door MAURITS zelven schriftelijk aangemaand , om binnen vier dagen hare afgevaardigden in den Haag te zenden en de zaak aan het oordeel der Staten Generaal te onderwerpen (232) . Dan de Stad aan deze aanmaning niet voldoen willende , besloten de Staten Generaal tot dwangmiddelen over te gaan . Aan MAURITS , die wegens ongesteldheid ter verga GEDURENDE 85 1609-1614. dering der Staten niet had kunnen tegenwoordig zijn (233) , werd van het genomen besluit om krijgsvolk naar Utrecht te zenden , kennis gegeven , en werd hij verzocht eenen Overste over hetzelve te benoemen , indien zijne ongesteldheid hem verhinderen mocht in eigen persoon mede te gaan . Dan klaarlijk bleek het , dat hij in dien sterken maatregel geen genoegen vond. Aanstonds vroeg hij nadere verklaring , of de Staten voorhadden de stad rondom in te sluiten , of er alleenlijk den toegang van te bezetten , of haar met geweld aan te tasten : voorts verschoonde hij zich zelven van het bevel over het krijgsvolk op grond zijner ongesteldheid , en zijnen broeder Graaf HENDRIK OP grond zijner jonkheid (234) , en sloeg Graaf ERNST VAN NASSAU voor tot Opperbevelhebber , meenende echter , dat de stad vooraf nog eens tot onderwerping vermaand moest Doch niets van dit alles werd goedgevonden : worden. integendeel besloot men zonder verwijl de stad aan te tasten en het beleid van den aanslag en het bevel over krijgsvolk op te dragen aan Graaf HENDRIK , wien Graaf ERNST als tweede persoon werd toegevoegd (235) . het Dat OLDENBARNEVELD alweder de doordrijver van dezen sterken maatregel geweest is , kan naauwelijks betwijfeld worden , als men ziet , dat de Staten van Holland dien sterk Wij zijn niet genoeg omtrent den aard Voorstonden. der Utrechtsche geschillen en de deswege gevoerde raad plegingen ingelicht , om zijne ware bedoelingen ten de zen te doorgronden : maar vreemd is het toch , dat hij zich zoo vierkant tegen het zachtere en meer gematigde gevoelen van MAURITS verzette en aan het hoofd van den aanslag Graaf HENDRIK deed stellen , als het ware om oneenigheid tusschen de beide broeders te verwekken en al het kwaad , dat de stad overkomen mocht , aan het Huis van Nassau , aan hetwelk de burgerij niet ongene gen was , te doen toerekenen. Ook zien wij , dat hij de door hem beweerde provinciale souverainiteit in de ove 86 MAURITS BEDRYVEN rige Provincien niet zeer eerbiedigde , en aan de Staten Generaal het recht toekende om zich met de inwendige verdeeldheid eener Provincie te bemoeiën en haar met geweld tot reden te brengen. De aanslag had alzoo voortgang en Graaf HENDRIK (236) , gevolgd door den Raad van State , vertrok den laatsten Maart aan het hoofd van eenig krijgsvolk naar Utrecht. Wel scheen de stad zich in eenigen tegenweer te wil len stellen , maar gaf spoedig toe , en er werd op den 6den April een verdrag gesloten , waarbij onder anderen bepaald werd , dat de thands bestaande Regering zou aan blijven tot de gewone Regeringsverandering toe , de stad een genoegzaam aantal krijgsvolk innemen , en de geschil IN len verbleven worden aan de uitspraak der Staten Gene D raal (237) . Doch moeilijk was het de burgerij tot het nederleggen der wapenen te brengen , en de geschillen ver nieuwden zich. Gelijk vroeger , was ook nu weder MAU Je RITS tot alle zachtheid en toegeeflijkheid gestemd (238): 0 doch alle middelen tot overreding werden te vergeefs be proefd , totdat eindelijk op den 6den Mei de Staten Gene raal , ook met MAURITS toestemming , besloten de nieuwe Regering weder door de oude te doen vervangen , en dit besluit door den Raad van State ten uitvoer gebracht werd (239). Uit dezen gantschen handel blijkt dus tot eer van MAURITS , dat hem , tot zachtheid gestemd , de strenge handeling , met de stad gehouden , tegen de borst geweest is niet en dat , hoezeer hij gants ongunstig scheen , hij der nieuwe Regering evenwel niets gedaan heeft , om zich binnen die stad eene partij te verschaffen , gelijk hem dit ook , naar wij weten , nimmer is te laste gelegd (240) . Kort hierna ontstond er een ernstig verschil tusschen MAURITS en de Staten Generaal. In Maart 1609 name lijk was de Hertog van Cleef en Gulik zonder kinderen 10 GEDURENDE 1609-1614. komen te overlijden . scheidene Vorsten 87 Op deszelfs landen werd door ver aanspraak gemaakt : de voornaamsten waren de Keurvorst van Brandenburg, de Hertog van Nieuwburg en de Keizer , welke laatste beweerde , dat die landen als Rijksleenen thands1 aan hem waren vervallen . Meest alle de naburige Staten namen deel aan den hier uit ontstanen twist , daar het hun geenszins onverschillig was , wie Souverein dier landen worden zou. hadden de Intusschen beide eerstgenoemde Vorsten hunne belangen tegen den Keizer vereenigd ; en daar zij het Protestan tisme waren toegedaan , zoo vonden zij al dadelijk steun bij onze Republiek en bij den Koning van Frankrijk , die zich stellig tegen de aanspraak des Keizers , zoo naauw met Spanje en Rome verbonden , verklaarden . Evenwel kwam men niet spoedig tot het leenen van daadwerkelijke hulp . Terstond na den dood des Hertogs had MAURITS begrepen , dat Frankrijk en onze Staat zich onverwijld in het bezit der opengevallen landen moesten stellen , ten einde er den Keizer en die met hem waren , buiten te houden en hoezeer ook de Koning van Frankrijk in dat gevoelen gedeeld had , veranderde hij echter , toen hij zag, dat de Staten er afkeerig van waren uit vreeze van alzoo den vijand , met wien zij pas een bestand hadden gesloten , weder in 't harnas te zullen jagen : en deze bevreesdheid der Staten schijnt zoo groot geweest te zijn , dat Maurits duchtte , dat zij nimmer om deze zaak in de wapenen zouden komen , vooral toen zij terstond na het treffen van het bestand een aanzienlijk deel van hun leger hadden afgedankt (241) . Terwijl nu inmiddels aan de eene zijde de beide Vorsten van Brandenburg en van Nieuwburg de landen van Cleef en Gulik in bezit hadden genomen , had ook aan de an dere zijde de Keizer een leger derwaarts gezonden en de stad Gulik bemachtigd . Dit deed de Staten en Frankrijk op eigen behoud bedacht zijn , en besluiten om in den 88 MAURITS BEDRYVEN zomer van 1610 met een leger in Gulik te rukken en den Keizer te bedwingen. Dan nu rees er verschil , wien aan het hoofd des legers te zetten. " Frankrijk en de Duitsche Vorsten zagen het opperbevel aan niemand liever dan aan MAURITS , die het ook verlangde , opgedragen : maar bij de Staten vond dit tegenkanting . Van den be ginne af hadden zij er Graaf HENDRIK toe bestemd met oogmerk hem Graaf ERNST toe te voegen : en wat men ook van de andere zijde aanhield , de Staten besloten bij hun besluit te volharden (242) . De redenen , die voor dit besluit voortgebracht werden , schenen zeer eervol voor MAURITS . Men vreesde de trouw loosheid der Aartshertogen , die , als MAURITS buiten het land zijn , zou , eene kans zouden mogen wagen om in het land te vallen : wat had ook de Guliksche tocht zulk eenen grooten veldheer als MAURITS van noode ? nader inzicht blijkt het , Dan bij dat deze redenen den Staten naauwelijks ernst en welgemeend kunnen geweest zijn. Vernederend toch op zich zelf was het voor MAURITS , dat , terwijl er een zoo aanzienlijk leger van den Staat in een naburig land voor eenen zoo gewichtigen veldtocht , waarbij de Staten een zoo groot belang hadden , werd weggezon den , MAURITS , die zoo beroemde krijgsoverste , staande aan het hoofd van der Staten legers , zou moeten te huis blijven , enkel en alleen om een wakend oog te houden op den vijand , wiens trouweloosheid ja toch geenszins waarschijnlijk was. mogelijk , maar Aan het welgelukken van dien tocht was den Staat ten hoogste gelegen , gelijk er ook bij eene mislukking groofe zwarigheid te voorzien was : en waarom dan niet eenen MAURITS , die reeds zoo vele heldenproeven gegeven had , aan het hoofd geplaatst , terwijl men voor de loutere bewaring des lands mindere veldheeren , vooral bij de tegenwoordigheid der Staten zelven , die zich in zaken van oorlog wijs genoeg waan den , gebruiken kon ? En wat zou MAURITS , hoe be GEDURENDE 1609-1614 . 89 kwaam en kundig ook , met het overige leger tot ' s lands verdediging kunnen uitrichten , indien hij soms SPINOLA , die thands wel 30000 man bijeen had , door over vallen en daarenboven nog het Guliksche leger geslagen wierd ? Maar welke waren dan de ware bedoelingen der Sta ten? Wanneer men bemerkt , dat het de Staten van Hol land geweest zijn , welke voor die redenen zulk eenen overwegenden invloed bij de Staten Generaal hebben we ten te verwerven , dan mag men veilig uit OLDENBARNE VELD'S gezindheid jegens MAURITS tot de ware bedoelingen der Staten ten dezen besluiten . Dat hem de vrees bezield heeft , dat MAURITS aan het hoofd eens legers aanleiding geven zou tot verbreking van het bestand met den vijand , kan men naauwelijks stellen . Veeleer strookte het met zijne overige handelwijze , MAURITS te vernederen , aan zij nen oorlogsroem palen te zetten , hem zijne afhankelijk heid van OLDENBARNEVELD'S invloed te doen gevoelen , en 1hem eenen nieuwen tegenstander in zijnen jongeren broe der te verwekken , die daartoe in de hoogte getild moest worden , even als OLDENBARNEVELD vroeger MAURITS te genover LEYCESTER geplaatst en verheven had . Opmer kelijk toch is het , dat OLDERNARNEVELD thands zoo veel werk maakte van den jongen FREDERIK HENDRIK en zulks tegen den uitdrukkelijken zin van MAURITS , wiens inner lijke genegenheid voor het belang zijns broeders toch niet te betwijfelen valt . Had men nog onlangs Graaf HEN DRIK in dẹn aanslag tegen Utrecht aan het hoofd geplaatst , hoezeer MAURITS hem nog te jong keurde , nu moest hij zelfs in een zeker opzicht aan MAURITS voorgetrokken wor- . den. Laat het zich niet met veel grond vermoeden , dat OLDENBARNEVELD , die steeds den bodem zijns harten wist verborgen te houden , ook ten dezen geene zeer gunstige oogmerken voor MAURITS gehad heeft ? En hoe gedroeg zich deze onder die bejegening? 90 MAURITS BEDRYVEN Gelijk men zulks van zijne bekende rechtschapenheid ver wachten mocht , beklaagde hij zich ernstig over het grief, dat men hem wilde aandoen , drong sterk aan op de hand having zijner eer , maar gaf verder zijn belang geduldig over , toonende zich niet te willen verzetten tegen hetgeen de Staten Generaal mochten goedvinden . zag hij , hoe de aanzoeken op Met ongenoegen zijnen persoon ten dezen opzichte door ' s lands Regering van de hand werden ge wezen , en de keuze op zijnen jongeren broeder gevestigd bleef: dan daar hij voor eerst geene kans zag daarin ver andering te bewerken , schijnt hij den spijt eenen geruimen tijd te hebben opgekropt tot in het begin van July , toen het leger bijeen trok en het beslotene tot dadelijkheid stond gebracht te worden . Toen was het , dat hij op eens den vollen boezem lucht gaf, en wel zoo sterk , dat de Staten Generaal eindelijk na veel onderhandeling en moeite besloten hem zijn verlangen toe te geven en hem het opperbevel over het leger te vergunnen (243) . • Na dit besluit behoefde men hem niet te porren om spoed te maken. Reeds den 11den July had hij 's Graven hage verlaten en bevond zich den 13den in het leger , het welk, bij Schenkenschans vereenigd , sterk was 136 vende len te voet en 38 cornetten te paard met 30 stukken ge schut , al te maal kloek en fraai volk en wel in orde (244) . Hiermede trok hij den 16den de grenzen over in gezelschap van zijnen broeder Graaf HENDRIK : maar in zijn verlangen om ook Graaf WILLEM bij zich te hebben , werd hij te leur gesteld (245) . Nabij Rhijnberk werd hij door den Spaan schen Gouverneur der stad , op last der Aartshertogen , die verklaard hadden zich onzijdig te willen houden , feestelijk begroet met aanbod van vrijen doortocht langs den Rhijn en over het land. (246) . Den 29sten July kwam hij voor Gulik. hij de stad insluiten schoon zijn leger nog en de slechts gravingen Terstond liet beginnen , of met 4000 man van den GEDURENDE 1609-1614. Vorst van Anhalt versterkt was. 91 Het Fransche leger toch , onder het bevel van den Maarschalk DE LA CHASTRE , nabij Trier liggende , weigerde , niettegenstaande de gemaakte bepalingen , te komen , het zij beducht voor het Spaansche leger onder bevel van SPINOLA , het zij misnoegd , dat mau RITS zonder de Franschen de belegering begonnen had (247) . MAURITS namelijk had zich zoo gehaast , omdat hij ver nomen had , dat de Maarschalk in last had de bewaring der stad over te nemen (248). Maar toen MAURITS gedurig al meer en meer op de besloot de stad won , Den 18den Augustus Maarschalk niet langer te dralen . eindelijk kwam hij er met zijn leger voor. Den volgenden dag werden van wederzijde de beide legers gemonsterd , en wel met dien uitslag , dat de Maarschalk , na de betere uitrusting van MAURITS leger boven het zijne gezien te hebben , allen voorgaanden na ijver tegen onzen Vorst liet varen , hem alle eer bewees en verklaarde hem het beleid der geheele belegering over te laten. Alzoo deed MAURITS dapper en met goede orde voortwerken , kwam al nader en nader , deed de stad op den 28sten Augustus , ofschoon te vergeefs , opeischen , en dwong eindelijk op den 31sten de bezetting , die zich dap per verdedigd had , spraak te verzoeken , en na eenige on derhandeling de stad op den 2den September bij verdrag over te geven (249) . Toen het Fransche leger op zijn vertrek stond , liet MAURITS Vooraf den Maarschalk nog eens zijne Nederland sche troepen in oogenschouw nemen , om hem hunne be kwaamheid in den krijgshandel te vertoonen. Met groote opgetogenheid werd dit door den Maarschalk aangezien . In het geheel , MAURITS had weder grooten roem ver worven , die en door den Maarschalk en door de belang hebbende Duitsche Vorsten volkomen erkend werd . Den 18den September brak hij met zijn leger op , bracht het terug naar Schenkenschans en verdeelde het van daar in 92 MAURITS BEDRYVEN de garnizoenen. Den 27sten bevond hij zich weder in Arn hem , van waar hij met goedvinden der Staten Generaal de frontiersteden in Gelderland , Zutphen en Overijssel ging bezoeken (250) . Toen op den 27sten October de Vorst van Anhalt de Staten Generaal in tegenwoordigheid van MAURITS begroette en voor de verovering van Gulik be dankte , noemde hij onzen held , en niet zonder alle recht , den eersten Capitein van geheel Europa (251 ) . Hoe weinig deze gelukkige uitkomst , voor zoo ver er MAURITS roem op nieuw door verhoogd werd , OLDEN BARNEVELD gesmaakt hebbe , laat zich lichtelijk denken . Doch hoe dit zij , MAURITS zeker heeft ten dezen niets gedaan , dat berispelijk wezen zou . Ten jare 1612 genoot hij de eer van door Koning JACOB van Engeland benoemd te worden tot Ridder van de vermaarde Orde van den Kouseband , en zulks in plaats van den overledenen Koning van Frankrijk. Doch het kostte zeer veel moeite om de toestemming der Sta ten Generaal daartoe te verkrijgen . Zij namen tot voor wendsel de verplichtingen , waaraan de Ridders bij eede verbonden werden jegens den Koning van Engeland en de aldaar gevestigde Kerk , verplichtingen , die met den band , waarmede MAURITS aan deze landen gehecht was , niet ་ wel vereenigbaar waren. Dan het was bekend , dat vreemde Vorsten aan die verplichtingen niet gehouden waren en daarvan ontheven werden , gelijk ook ten opzichte MAURITS uitdrukkelijk door den klaard werd. Engelschen En daar men evenwel van gezant ver voortging zwarig heden voor te wenden , zoo bleek het , dat er geheime redenen bestonden , waarom men het voor MAURITS ZOO eervolle aanbod des Konings wel wenschte van de hand slaan , vooral daar MAURITS , naar deze geheele zaak lijdelijk gedroeg. het schijnt , zich in Deze redenen laten zich slechts gissen en uit de gezindheid van OLDENBARNE VELD , der Staten leidsman , verklaren , van wien het ze 1 GEDURENDE 93 1609-1614 . ker is , dat hij persoonlijk tegen de aanneming van het vereerende aanbod was. OLDENBARNEVELD namelijk kon met geene goede oogen de verheffing van MAURITS aanzien aanschouwen , te minder nu deze verheffing kwam van de zijde des Konings van Engeland, die in het godsdienstige reeds eenen gunstigen zin en invloed met betrekking tot 's lands Gereformeerde OLDENBARNEVELD Fransche nader Kerk ten toon meer Gouvernement blijken zal (252) . spreidde , terwijl invloed aan het Roomschgezinde wilde hebben toegekend , gelijk Evenwel daar men met deze redenen niet opentlijk voor den dag konde komen en alle de geopperde zwarigheden door den Koning van Engeland werden weggeruimd , zag men zich wel genoodzaakt zich MAURITS benoeming te laten welgevallen (253) . Op den 4den February 1613 had de plechtigheid der inhuldiging plaats , waarbij OLDENBARNEVELD , als toen ten tijde Voor zitter der Staten Generaal , (zekerlijk niet zonder innigen weerzin) hunnen dank aan den Koning en hunne ge lukwensching aan MAURITS betuigde in eene aanspraak , waarin hij wel gewag maakte van Gods eer , de verhoo ging van MAURITS doorluchtig Huis en de handhaving van de gerechtigheden ijver der landen , maar niets van MAURITS en godvruchtigheid tot vordering van den Gerefor meerden godsdienst , waarvan echter en de Koning en 's Konings gezant zoo opzettelijk hadden gewaagd als eene der redenen om MAURITS zoo hoog te vereeren (254) . Intusschen , deed MAURITS ZOO veel hij mocht , om OL DENBARNEVELD te believen . Al kort na het Bestand had hij diens oudsten zoon REINIER Heer van Groeneveld tot zijnen Luitenant-Houtvester verheven : en toen hem hier Over PHILIPS WILLEM van Oranje zijne verwondering be- ' tuigde , antwoordde hij , dat OLDENBARNEVELD een man " die den Staat lief had en daarom ook in zijne kin deren beloond moest worden , en dat dezelve bekwamer was dan alle anderen , en dus het land in verwarring zou 94 MAURITS BEDRYVEN komen , indien het zulk eenen man kwame te missen (255) . En bij gelegenheid van het verschil , dat er op het einde van 1613 tusschen de Staten der verschillende Provincien bestond over het al of niet terugzenden van onzen Am bassadeur AERSSEN naar Frankrijk , waar hij met schran der beleid de geheime oogmerken van het Roomschgezinde Hof aan zijne Meesters ontdekt had , was MAURITS raad ten eenen male in den zin van OLDENBARNEVELD , die met alle macht de verwijdering van den verdienstelijken gezant doordreef, met dat gevolg dat in diens plaats benoemd werd de Heer VAN BOETSELAAR , en dat OLDEN BARNEVELD's schoonzoon , de Heer VAN DER MYLE inmiddels als buitengewoon gezant werd afgevaardigd (256) . Met dit al bleek het toen en sedert , dat , terwijl OLDENBARNEVELD AERSSEN's verwijdering verlangde , op grond , dat deze gezant de bedoelingen des Advocaats met betrekking - tot het Fransche Hof veeleer tegen dan in de hand werkte , MAURITS daarentegen , AERSSEN's verdiensten op prijs stel lende , zijne verwijdering niet wilde , dan om hem en den lande eene beleediging besparen , van wege het Fransche Hof te en hem voorts in eene andere bediening te gebruiken. Ten jare 1614 was er groote vrees , dat er weder een oorlog zou uitbarsten en het Bestand verbroken worden , en dit ter zake van het bezit van het Hertogdom van Gulik en Cleef, waarover men reeds in 1610 in de wa penen " geweest was (257) . De beide bezittende Vorsten namelijk waren met elkanderen in tweespalt geraakt we gens den godsdienst , daar die van Brandenburg de Ge reformeerde leer was toegedaan en zich daarom naauw aan onze Staten en andere Protestantsche Vorsten aansloot : terwijl de Vorst van Nieuwburg , ofschoon een Lutheraan , echter naar den Roomschen godsdienst overhelde , zelfs eerlang daartoe de Roomsche overging , Vorsten , en zich bijzonder alzoo naauwer aan aan den Koning van GEDURENDE Spanje 1609-1614. en de Aartshertogen aansloot. 95 Hierdoor was de argwaan en twist gaandeweg vermeerderd , en waren er zelfs dadelijkheden tusschen de beide Vorsten gepleegd , en daar nu de Aartshertogen volk wierven met oogmerk , zoo het scheen , om den Vorst van Nieuwburg te ondersteu nen , · zoo was het op verzoek van den Keurvorst van Brandenburg, dat MAURITS met goedvinden der Staten eenig krijgsvolk in Gulik bracht , ten einde stad en kasteel tegen de andere partij te verzekeren . den de Inmiddels vergader Aartshertogen een aanzienlijk leger onder bevel van SPINOLA , gelijk ook van wege de Staten door MAU RITS gedaan werd , die een leger had van 10000 man \ voetvolk (258) en 2500 man ruiterij , fraai volk en wel uitgerust. Van beide zijden echter schijnt men beducht geweest te zijn om het voorkomen te hebben het tusschen de Staten en de Aartshertogen gemaakte bestand te willen breken en met elkander slaags te raken. Dan SPINOLA was MAURITS voorgekomen en had reeds bezit genomen van Aken , Berchem , Caster , ' s Grevenbroek , Orsoy , Duisburg , Mulheim en eindelijk ook Wesel , toen juist MAURITS in het begin van September met zijn leger aanrukte om laatstge melde stad te hulp te komen (259) . Men heeft het sedert OLDENBARNEVELD en UITENBOGAART te laste gelegd , dat zij zijdelings tot het verlies van Wesel zouden hebben medege werkt (260) . Hoe dit zij , na onder het beleid van Graaf HENDRIK eene sterke bezetting in Gulik gezonden te heb ben , en nam MAURITS terstond bezit van Emmerik en Rees , naderhand nog van Goch , terwijl SPINOLA zich inmiddels ter maakte. nog van Xanten mees Dit alles geschiedde wederzijds zonder slag of stoot (261 ) . bij Cranenburg en Gennep, Hoezeer MAURITS bij Rees , en SPINOLA Wesel lag , en dikwijls de soldaten der wederzijdsche legers elkander ontmoeteden , kwam het echter tusschen beide tot geene vijandelijkheid : alleen hield men elkander in het oog (262) . Onderwijl hadden de Koningen van MAURITS BEDRYVEN GEDURENDE 1609-1614 . 96 Frankrijk en Groot-Britannie hunne gezanten daarhenen gezonden , om gezamentlijk met de gevolmachtigden der Staten in ' t leger en met MAURITS en Graaf WILLEM (die nu " mede in 't leger was) de verschillen tot een goed einde te brengen. En hoezeer dit scheen te zullen ge Jukken en er reeds een verdrag gemaakt en geteekend was , bleven echter de zaken in den stand , waarin zij waren , daar de Koning van Spanje , die in het verdrag wilde begrepen zijn , eene spaak in ' t wiel stak . Met dit al werden de beide legers door het hooge water genood zaakt het veld te ruimen : iedere partij bleef behouden hetgeen zij bezat , en MAURITS kwam in het begin van December in den Haag terug (263) . En hiermede werden zijne krijgsverrichtingen gestaakt tot na het einde van het Twaalfjarig Bestand . Hij had zich tot nog toe een ijverig en getrouw handhaver en beschermer van ' s lands vrijheid en onafhankelijkheid tegen den gemeenen vijand , den Spanjaard , betoond. Nu zul len wij hem eenen eenigzins nieuwen werkkring binnen ' s lands geopend zien . AANTEEKENINGEN. (1) (2) (3) VAN AN METER. , f. 384a. Zie ons II D. , bl . 89. VAN METER. , f. 467d. (4) (5) (6) VAN METER. , f. 494b . VAN METER. , f. 522c . IX , 284. JEANNIN , Negot. , III , 234 >> Si le Charme (OLDENBARNEVELD) étoit de cet WAG. , schrijft : avis , je prévois , que les artifices dont il sait user pour persuader ces peuples , et la créance qu'il s'est acquise parmi eux , pourroient être cause d'en tirer une partie à le >> C'est suivre." En p. 301 schrijft hij van denzelfden : celui seul qui pourroit faire du mal , s'il en avoit la volonté , pour la grande créance qu'il a parmi ces peu ples , et les artifices dont il sait user envers eux pour leur persuader ce qu'il veut." (7) WAG. , IX , 242. (8) VAN METER. , f. 528c. WAG . , IX , 229. OLDEN- . BARNEVELD heeft in zijn verhoor op den 22sten November 1618 , op Vr . 101 , luidende : Waarom hij geen gehoor heeft willen geven dengenen , die de Westindische Compagnie zoo dikwijls hem voorgeslagen hebben ?, onder anderen geant woord : Dat hij , die spreekt , t' andere tijden en gedu rende den oorlog tot het formeren en octroyeren van dezelve Compagnie is geaffectioneerd geweest en het inwilligen van dien geraden heeft op hope van de Spaansche vloten en sche pen , komende uit de Oost- en Westindien , Brazilie en an dere plaatsen , afbreuk te doen tot schade van den Koning III 7 98 AANTEEKENINGEN en onderzaten 8-12 . van Spanje en Portugal : maar bij tijde van vrede of stilstand van hostiliteit met de Spanjaards en Portugezen heeft hij geene redenen verstaan of kunnen be grijpen , hoe dezelve Compagnie voor de landen of ingezetenen dienstig of profjtelijk geformeerd of gepractiseerd zoude mo gen worden , maar wel dat dezelve geformeerd en gepracti seerd wordende , naar zijn verstand (onder reverentie en cor rectie) wel zal mogen strekken om de Spanjaards te invec teren of irriteren tot herneming van den oorlog , daartoe hij (onder reverentie en correctie als voren) meent dat men van wege deze landen niet zeer behoort te arbeiden. Enz . (9) VAN METER. , f. 532b en WAG. , IX , 237 willen , dat MAURITS met vele Gedeputeerden der Staten alstoen in het leger te velde was. Het is mogelijk , dat hij af K wezig geweest is ; maar naar het leger te velde is hij eerst vertrokken in het begin van July. bl. 520. ( 10) JEANNIN , I , 3. (11) Res. St. Gen. , COENDERS presiderende Zie ons D. II , J 10 January 1607. refereert , >> De dat de Heer VAN Heer DER 0 HORST en Secretarius van Turnhout hem aangegeven hebben , dat zij brieven hebben van de Aartshertogen aan de Heeren Staten Generaal , die zij begeeren aan H. M. Ed. te pre senteren , verzoekende tot dien einde audientie , mitsgaders om te proponeren . ' t geen dat zij van H. Hooghe". in last hebben tot continuatie van de voorgaande ontgonnen vre dehandeling ; daarop dat de voorz . Heer President heeft verzocht te verstaan der Heeren Staten goede meening en resolutie. Is uitgesteld hierop te resolveren , totdat men zal gehoord hebben , wat dat de voorz. Heer VAN DER HORST en Secretaris Z. Exc. zullen hebben voorgedragen , mitsgaders wat dat Z. Exc. hun zal hebben geantwoord ." (12) Res. St. Gen. , 13 January 1607. >> Compareren Jonker WALRAVEN VAN WITTENHORST Heer VAN DER HORST , Drossaart van den lande van Kessel , en Meester JOHAN GEVAERTS , Licentiaat in de rechten en Secretaris van Turn hout : hebben na overlevering van hare opene commissie en autorisatie , van den Aartshertog en Aartshertogin , ge f AANTEEKENINGEN 12. 99 geven tot Brussel onder H. Hooghen. naam en secreet ca chet , gedateerd den 3den dezes , geproponeerd , gelijk zij daarna ter begeerte van de Heeren Staten schriftelijk heb ben overgegeven met de voorz. opene commissie , mits gaders van zekeren brief , bij Z. voorn . Hoogh. aan den voorz. Heer VAN DER HORST geschreven den 12den De cember 1. 1. en des voorz. VAN DER HORST instructie van den 6den Mei. Nadat alles was gelezen en daarop gedeli bereerd , is goedgevonden , dat men den Comparanten zoude deduceren het recht van 't land en dezelven onderrichten , dat zij , (wezende landzaten , als de Heer VAN DER HORST een Geldersch Edelman , en GEVAERTS een Brabander , die altijd boven alle de andere Provincien zorgvuldig zijn ge weest , om hare privilegien en gerechtigheden te conser veren, ) gehouden zijn ' t voorz. recht te helpen mainteneren ; mitsgaders van het ongelijk , dat zij hebben , daartegen alsnu bij de voorz. propositie te doen en te verzoeken , dat deze Provincien met de Aartshertogen zouden handelen , die bij het eerste lid van de instructie der Comparanten zeggen , dat zij niet als het hare pretenderen , daar zij dat nochtans met recht niet kunnen gedoen , en nog veel min bij het meerendeel van alle hare acten de Vereen . Provincien te schelden voor rebellen , die nooit hare onderzaten en sub jecten zijn geweest , overmits dat het alle de wereld notoir en kennelijk is , dat de Koning van Spanje deze landen tot zulke extremiteit met onrecht en geweld gebracht had , dat zij hem verlaten en afgezworen , en dezelve landen tot een vrijen Staat gesteld en bij eed beloofd hebben , den zelven alzoo te zullen met Godes hulp mainteneren , daar naar dat ook elk een van deze vergadering particulierlijk gehouden en verplicht is ; zijnde ook de Vereen. Provin cien voor eenen vrijen Staat gehouden geweest bij den voorgaanden Koning van Frankrijk en Koningin van En geland h. m. en jegenwoordig nog worden bij de Koningen van Frankrijk , Groot-Britannie , Denemarken en Zweden en andere Heeren , daarvan de Heeren Staten Generaal niet van meening zijn te wijken , zoo ten regarde van ' t voorz . verkregen recht , als dat , om ' t zelve te mainteneren , zoo 7* 100 AANTEEKENINGEN 12.. veel bloeds gestort en daartoe zoo veel goeds der landzaten geëmployeerd is: hebbende H. M. Ed . veel meer redenen te sustineren , dat de Aartshertogen de afgewekene Provin cien met geweld en practijken bezitten , als de Aartsherto gen doen hen te schelden voor rebellen , en te zeggen , dat de Vereen . Provincien hen toekomen : betoonende ook H. Hooghen. , dat dezelve in dezen practijkelijk procederen , daar zij verklaren , dat zij in dezen willig zijn secretelijk te handelen , in dien regarde dat H. Hooghen. de komste van de voorz. Comparanten zoo ruchtbaar gemaakt hebben , dat men ter beurze tot Antwerpen op den peis opentlijk wed dingen gedaan heeft , gelijk ook insgelijks daarin , dat de Comparanten uitgeven , dat zij genoeg hebben de blanche kaarte , daar ter contrarie dezelve gevraagd wordende , of H. Hooghen. de Vereen. Provincien begeeren te erkennen voor eenen vrijen Staat , dezelve niet zouden weten , wat te zeggen : blijkende mede uit de overgegeven stukken , dat de Heer VAN DER HORST zijnen last en komst alhier zelver gevoorderd en geprocureerd heeft. Alle welke H. M. Ed . den Heeren Comparanten goedgevonden hebben voor te hou den en meteenen te verklaren , dat de zaken van deze lan den (God lof ! ) • in zulke vervallen punten niet zijn , als H. Hooghen, of zij meenen , door eenen kleinen tegenspoed , om daaruit zulke bezending en propositie te doen , of dat zij zulke commissie zouden hebben behooren aan te nemen : niettemin dat H. M. Ed. verzoeken , dat de Heeren Compa ranten hare gedane propositie schriftelijk willen overgeven , en de gepresenteerde stukken ter vergadering laten , om daarop gedelibereerd en geresolveerd te worden naar behoo ren en vereisch der zaken." 24 January. >> Is goedgevonden , dat men Z. Exc. en den Raad van State zal verzoeken in de vergadering te compareren , om preparatoir met derzelver advies te for meren 't antwoord op de propositie van den Heer VAN DER HORST en Secretaris van Turnhout ter vergadering van wege de Aartshertogen gedaan . >> Is - geproponeerd , of de Gedeputeerden van de Pro vincien bij form van advies preparatoir goedvinden te hoo ( AANTEEKENINGEN 12 . 101 ren elkanders opinie op de antwoorde te geven op de propositie: en goedgevonden , dat men deze zaak zal uit stellen tot de komst van de Gedeputeerden , die uit Gelder land , Utrecht en Overijssel alsnog verwacht worden." 25 January . » Is gelezen het concept van de antwoorde op de propositie : - en goedgevonden , dat men ' t zelve concept Z. Exc. en den Raad van State zal communiceren , om daarop te verstaan derzelver advies , en daarvan doen maken zeven copien voor de Gedeputeerden van de Pro vincien , en eene voor den Raad van State ." 26 January. » Compareren de Heeren Raden van State , en is H. Ed. opening gedaan van de propositie , die - den 13den dezes gedaan is , en voorts gedaan lecture en com municatie van derzelver instructie , commissie en brieven , die zij hebben overgegeven , van de antwoord , mitsgaders van het concept daarmede dat de Heeren Staten van meening zijn den voorn. Heer VAN DER HORST en GEVAERTS af te vaardigen , ten einde om daarop rijpelijk te letten en te formeren haar advies." Post prand. » De Secretaris HUYGENS rapporteert , dat de Heeren van den Raad van State , rijpelijk gelet heb dezelve zoo bende op het concept van de antwoord , wel en behoorlijk vinden ingesteld , dat H. Ed . daar af noch toe weten te doen , en overzulks hun daarin met de Heeren Staten Generaal conformeren.” 27 January. » De Griffier rapporteert , dat Z. Exc. ge visiteerd en gelet hebbende op het concept van de ant woord , hem verklaard heeft , dat hij dezelve antwoord goedvindt en hem daarmede conformeert. En is mitsdien op het arresteren van dezelve antwoord gedelibereerd , maar uitgesteld voor alsnog om eenige consideratien dezelve te besluiten ." Post prand. >> Is gearresteerd de antwoord : ―― en is de Griffier gelast de voorz . antwoord aan den Heer VAN DER HORST te leveren . Hebbende die van Gelderland verklaard , dat zij gaarne gezien hadden , dat men met het arresteren en leveren van de voorz . antwoord had opgehouden tot de komst van alzulke Gedeputeerden , als er nog uit Gelder 102 AANTEEKENINGEN land verwacht worden , 12-15. bij zoo ver als dat had kunnen geschieden zonder prejudicie van den dienst van den lande : maar alzoo de andere Provincien het langer ophouden van de voorz. antwoord voor de Generaliteit nadeelig achten , dat zij voor hare personen in ' t arresteren en leveren van dezelve accorderen , voor zoo veel in hen is. En die van Vriesland , dat zij zwarigheid maken in 't arresteren van de voorz. antwoord te accorderen zonder voorgaande com municatie met hare principalen : doch dat zij niet kunnen 18 beletten , dat de andere Provincien daarin doen , gelijk de zelve voor den dienst van ' t land zullen goedvinden." DE GROOT , bl. 531 . (13) VAN METER"" . f. 532c. b WAG. , IX , 238. (14) DE GROOT , bl. 531 . P (15) Zoo leest men uitdrukkelijk in Lev, van Oldenb. bl. 52 : dan dit wordt twijfelachtig door de vragen aan OLDENBARNEVELD gedaan in zijn verhoor op den 28sten No vember 1618. Vr. 240. » Of hij niet degeen is geweest , die gepro cureerd heeft de paspoort voor Pater JAN NEYEN , om hier secretelijk in 't land te mogen komen ?" L Antw. » Zegt , dat hij gelooft met den Griffier AERSSENS hiervan met Z. Exc. gesproken te hebben , en dat naar 6 zijn beste onthoud Z. Exc . op dezelve communicatie de paspoort voor Pater NEYEN heeft gedepecheerd . Vr. 241. » Bij wiens last en waarom hij 't zelve alzoo heeft geprocureerd ? Antw. » Zegt , dat hij niet zoude weten pertinent te ver klaren , of deze zaak te dier tijd verder is gecommuniceerd geweest , dan dat hij daarop met Z. Exc. gecommuniceerd heeft , gelijk hij 20 jaren te voren altijd in secréte zaken tot der landen dienst had gedaan. Vr. 242. » Op wiens begeerte , verzoek of beleid hij zulks heeft gedaan ? Antw. » Zegt daarop niet anders te kunnen zeggen , als op ' t voorg. art. is verklaard : doch dat te voren hier was een CRAUWEL , die kennis had met den Griffier AERSSENS , aan denwelken de eerste opening hiervan is gedaan , en t AANTEEKENINGEN 15-18. 103 door denzelven Griffier AERSSENS aan hem die spreekt : en is de voorn . CRAUWEL voor Z. Exc. ontboden en gehoord geweest naar zijn beste onthoud. Vr. 243. » Waarom hij zulke wichtige zaak alleen over hem genomen en met niemand van de Regering gecommu niceerd heeft? Antw. » Zegt , gelijk hiervoren verhaald is , dat in zulke en gelijke secrete zaken hij de voorgaande 20 jaren tot meermaals met Z. Exc. gecommuniceerd en dienstelijk tot contentement beleid had , en dat hij niettemin meent , over mits onlangs te voren de Heer VAN DER HORST met assis tentie van den Secretaris van Turnhout GEVAERTS publieke propositie van vredehandel van wege de Aartshertogen ge daan had en met antwoord bejegend was , aan eenige andere Heeren daarvan communicatie heeft gedaan , zonder dat hij daarvan zekere memorie heeft of iemand van dien zoude kunnen noemen , alzoo de zaak omtrent 12 jaren geleden is." (16) DE GROOT , bl . 530. JEANNIN , (III , 106 ) schreef op den 13den November 1608 aan zijn Hof : » Lorme (Mau RITS) m'a encore dit , qu'il veut écrire derechef au Roi , parcequ'il lui semble que la lettre de S. Maj . l'accuse et blâme de ce qu'il ne s'est opposé au commencement de ces troubles , jugeant par là , qu'elle n'a pas été bien avertie de tout ce qui s'est trève fut faite passé. La vérité est , que la première avec son consentement , et qu'au même temps de l'ouverture faite du côté des ennemis , elle lui fut communiquée avant que l'assemblée des États en eût rien sû; ce qu'il confesse bien ; mais il dit qu'il fut trompé en ce qu'on lui faisoit entendre lors que ce n'étoit pour traiter en effet , mais seulement pour induire S. Maj . et le Roi d'Angleterre à leur donner un plus grand secours ; et qu'ayant connu depuis qu'on vouloit passer plus oûtre à ce traité , il y avoit résisté pareillement vrai." (17) de tout son pouvoir , ce qui est WAG. , IX , 244. (18) Res. Raad v . St. , 22 February 1607. » De Secre taris HUYGENS rapporteert , dat Z. Exc. hem ontboden heb bende , hem wel ernstelijk belast had den Raad wel serieu 104 AANTEEKENINGEN 18-19. selijk aan te zeggen , dat Z. Exc. daarnaar groot verlangen heeft , dat boven de recruten der 170 compagnien , die te velde gedestineerd zijn , ook nog de andere compagnien mochten vermeerderd en vervuld worden , en ook dat de aanneming van 6000 soldaten : want hij wel mochte van nu af verzekeren , dat de vijand geenszins zal kunnen anders en in zijn geweld belet worden , of hij zal de rivieren passeren , en dat het alsdan te laat zal wezen : dat Z. Exc. wel wist , dat het bij den Raad niet staat , maar dat de Heeren Gen. Staten ' t zelve moeten resolveren , doch dat hij ' t zelve nog aan den Raad deed ook aangeven tot zijner kwijting ; dat hij ook zelfs ' t zelve nog aangeven zoude aan de Heeren Gen. Staten , en ' t zij dan wat er ge schiede , dat hij hem zal houden voor gekweten , en t' zij ner ontlasting zal opteekenen op zijn memorieboek ' t zelve alzoo aangegeven te hebben." (19) Res. St. Gen. , 27 February 1607. De Heer VAN LOENEN presiderende proponeert , dat Z. Exc. goed zoude vinden tot voorkoming van des vijands passage over de stroomen , dat men 20 vendelen knechten provisionelijk zoude schikken en houden omtrent het Tolhuis ; item dat men iemand zoude committeren om daarover te commanderen , voorslaande het innemen van het Tolhuis : verzoekende , dat de Heeren Staten zouden gelieven daarop te resolveren en Z.1 Exc. H. M. Ed . goede meening te laten weten , om hem daarnaar te reguleren. Na dat communicative hierop was gedelibereerd en geadviseerd , is goedgevonden , alvoren te resolveren , dat men eerst den Raad van State." zoude hooren het advies van Post prand. » Compareren de Heeren van den Raad van State : en H. Ed . voorgehouden wezende , dat Z. Exc. be geert te verstaan , of men zoude goedvinden , dat er 20 compagnien voetknechten worden gezonden bij het Tolhuis , om den vijand te verhinderen zijne passage in de Betuwe ; 'ingeval ja , wie dat men zal stellen om daarover te com manderen ; en ten derde , of het Tolhuis niet zal dienen ingenomen en bezet : is na deliberatie met gemeen advies verstaan , dat men met minder kosten en geschals , mits AANTEEKENINGEN 19. 105 gaders met minder jalousie van den vijand , om ook het platte land niet te ruineren en de neutralen te miscontenteren , het zenden van het voorgeslagen volk naar het Tolhuis en het innemen van dezelve plaats voor alsnog zoude mogen ophouden , en vooreerst de Collegien ter Admiraliteit lasten de stroomen in diligentie met schepen en jachten van oorlog te bezetten en de vlotten bij 's Gravenweert te doen leggen ,, en dat men de garnizoenen te ' s Gravenweert , Nijmegen , Arnhem en andere in die quartieren zoude behooren te ver sterken en eenen Commandeur in die quartieren zenden , daartoe dat men den Intendant DU BOIS , als de beste ken nis en experientie in dezelve quartieren hebbende , zoude mogen gebruiken en hem autoriseren , om naar de occur rentien en vereisch der zaken de garnizoenen uit dezelve steden te mogen lichten . Dan alzoo dit is eene zaak van oorlog en teêr om te handelen , is goedgevonden , dat de Raad van State hierop nader met Z. Exc. zullen commu niceren en adviseren , en daarin doen , gelijk voor den mees ten dienst van den lande zal bevonden worden te behooren." 28 February. » Compareren de Heeren Raden van State ,` rapporteren , dat H. Ed . bij eenige Gedeputeerden Z. Exc . hebben doen communiceren de resolutie , gisteren genomen op ' t geen dat Z. Exc. had doen proponeren aangaande het opzenden van eenige compagnien naar het Tolhuis , om daarbij provisionelijk te verhinderen des vijands passage over Rhijns , met de redenen , die de Heeren Staten en Raad van State gemoveerd hebben het zenden van de voorz. compagnien mitsgaders het innemen van ' t voorz. Tolhuis niet goed te vinden ; maar dat Z. Exc. niettegenstaande alle dezelve redenen had verklaard , dat hij te meer reizen hierop had gelet , (overmits dezelve wel wist , dat er waren die het opwaarts zenden van ' t voorz . volk om particuliere inzichten niet goed zouden vinden (1 ) , ) en evenwel geen beter noch expedienter middel wist om des vijands voor nemen te verhinderen , als bij het zenden en leggen van (1 ) VAN WYN , Bijv. op Wag. , 9 St. , bl . 97 heeft verkeerdelijk goed vonden. 106 AANTEEKENINGEN 19 . de voorz. compagnien op het Tolhuis , doch dat Z. Exc. te vreden is hem te reguleren volgende het goed bevinden van de Heeren Staten en Raad van State , bij zoo verre als H. M. Ed . dat anders begeeren . Verklarende de Heeren van den Raad (gevraagd wezende) voor advies , dat H. Ed. gelet hebbende op de redenen en motiven van Z. Exc. tegen de resolutie met gemeen advies genomen , goed heb ben gevonden bij pluraliteit van stemmen hen met de opinie van Z. Exc. te conformeren , om alle perikelen voor te komen , in dien verstande nochtans , dat men , om de in gezetenen van het Tolhuis te verschoonen , eene quantiteit van samoreuschepen aldaar zoude mogen zenden en houden tot accommodatie van de soldaten . ― Hierop gedelibereerd wezende is verstaan , dat de redenen , ten beide zijden ge moveerd , zijn van consideratie , doch dat de Heeren, Staten gaarne zouden zien , dat de zaak te helpen ware , gelijk voorgeslagen is : - vindende daarom H. M. Ed . nog goed , dat de Raad deze zaak zullen resumeren en op morgen • collegialiter haar wederom bij Z. Exc. laten vinden , om Z. Exc. te bewegen en zulks te onderrichten , dat dezelve goedvinde het volk te leggen in de garnizoenen met de voor beraamde en voorgeslagen orde : achtende de Heeren Staten kwalijk practicabel en van te zeer groote kosten , dat men de soldaten op het Tolhuis in samoreuschepen zoude accom moderen. >> Te schrijven aan de Collegien ter Admiraliteit in Hol land , dat dezelve in diligentie op de stroomen willen zen den en houden de schepen van oorlog en jachten , gelijk die tot elks last zijn gerepartieerd ." 1 Maart. >> Compareren de Heeren van den Raad van State , rapporteren , dat H. Ed . Z. Exc. collegialijk ge communiceerd hebben de resolutie , met gemeen advies geno men op het geproponeerde van wege Z. Exe. ―――― met alle de redenen en consideratien , die daartoe hebben bewogen , en dat Z. Exc. aangenomen heeft dezelve resolutie naar te komen en te effectueren : maar alzoo Z. Exc. evenwel blijft in zijne gemoveerde difficulteiten en zwarigheden , --- dat Z. Exc. de Heeren van den Raad verzocht heeft deze zaak AANTEEKENINGEN 19-21 . 107 nog eens den Heeren Staten Generaal voor te houden : ver klarende de Heeren van den Raad voor H. Ed . advies , dat dezelven alsnog goedvinden , dat men de gedestineerde com pagnien naar het Tolhuis opwaarts zal zenden ." Enz. 2 Maart. >> Is gedelibereerd op het rapport van den Raad van State , gisteren gedaan , van dat Z. Exc. en H. Ed. goedgevonden hebben , dat men de compagnien , die voorgeslagen waren te zenden naar het Tolhuis , pro visionelijk ins' Gravenweert , Nijmegen , Arnhem en andere steden en 1 forten in die quartieren in garnizoen zoude leg gen , en den Intendant DU BOIS , gecommitteerd om daarover te commanderen , autoriseren om naar de occurrentien ad viezen en vereisch der zaken de voorz , en andere com pagnien uit de voorz. steden te lichten en te employeren." · (20) Res. Holl. , Maart 1607 , bl. bl. 77. 77. V. METER. , f. 532d. (21) In de Verhooren van Oldenb. leest 28sten November 1618 : men op den Vr. 244. » Of hij niet zelfs eerst geconcipieerd , inge steld en aan denzelven JAN NEYEN geleverd heeft eene acte , dat de Aartshertogen zouden moeten verklaren deze landen te houden voor vrije landen , eer men opentlijk met hem handelen zoude kunnen? Antw. » Zegt naar zijne memorie en geheugenis , dat , nademaal bij de leste antwoord aan de voorschr. Gecom mitteerden van de Aartshertogen en ook te voren aan de Gecommitteerden van den Keizer en 't Rijk gegeven , was geinsisteerd en gesustineerd , dat men in geene handeling konde of wilde treden , zoo lang de Koning van Spanje en de Aartshertogen wilden sustineren recht tot de Vereen. Landen te hebben , en overzulks impugneerden het decreet van de Heeren Staten op hare vrijheid , dat zulke acte ten overstaan • van Z. Exc . hem en den voorz. Griffier (AERSSENS) is ingesteld : maar twijfelt niettemin , of , vóór 't overgeven van dien , uit elke van de Provincien één bij Z. Exc. is geweest op de resumtie en examinatie van dien , en die goedgevonden hebben. Vr. 245. » Waarom hij de acte aan Pater NEYEN heeft 108 AANTEEKENINGEN 21-23 . gegeven zonder voorweten , kennis of consent van de andere Provincien? Antw. » Zegt op 't voorg. hierop niet anders te kunnen zeggen , als art. gezegd is , het geschrifte bij leverd geweest .. en dat naar zijn onthoud Z. Exc. zelfs aan Pater NEYEN is ge Vr. 246. » Of hij niet zelfs de voorz . acte heeft gecon cipieerd en aan Z. Exc. geleverd ? Antw. » Zegt naar zijn onthoud niet te weten , dat hij de acte zelfs geconcipieerd , nochte ook dat hij de minute aan Z. Exc. heeft geleverd : maar ZOO ver hij iets heeft ingesteld , dat hetzelve te voren bij Z. Exc. was goed gevonden. Vr. 247. » Wie de Gecommitteerden van de andere Pro vincien waren , met dewelken hij meent dat de voorz . acte zoude zijn gecommuniceerd? • Antw. .)) Zegt hem ' t zelve nu niet te gedenken ! dan meent daarvan secrete notitie gehouden te zijn bij voorz. Griffier AERSSENS ." den (22) WAG . , IX , 247. Op den 6den Mei 1607 schreef de Agent AERSSEN uit Parijs : >> Z. Maj . beklaagt , dat U. E. M. de declaratie van den Aartshertog over de re nuntiatie van zijne pretensien niet bij eene acte speciaal en wat breeder geëxtendeerd , hebben verzocht , omdat ' t gene nu geschied is , genoeg captieus en aan de navolgende conditien van paix of treves te maken , gebonden schijnt. Dan ik heb Z. Maj . daarin 't best mij mogelijk gecon tenteerd." (23) Res. Raad v. St. , 29 Maart 1607. De Raad is zeer vroeg ontboden in de vergadering der Heeren Gen. Staten , alwaar ter presentie van Z. Exc. gehandeld en ge delibereerd is op ' t schrift , daarmede overgenomen zal mogen worden de schriftelijke presentatie van de Aartsher togen tot cessatie van wapenen , en hoe en in wat form de brieven in behoorlijke form van wederzijden zullen mogen gedepecheerd worden : ook op het concept van den last te geven aan den Agent AERSSENS , om daarmede te trekken naar den Koning van Frankrijk.” AANTEEKENINGEN Namiddag. » Geresumeerd het van den Agent AERSSENS , is ' t vonden , en de Secretaris gelast Staten alzoo aan te zeggen . 't 23 . 109 concept van de depeche zelve alzoo 1 passabel ge ' t zelve den Heeren Gen. Welk de Secretaris ver klaart alzoo ook gedaan te hebben', namelijk aan den Pre siderende , terwijl hij nog geen inkomen in de vergadering der Staten heeft kunnen hebben." Res. St. Gen. , 31 Maart 1607. van >> Alzoo de meerendeel de Gedeputeerden van de Provincien verklaren van meening te zijn naar de Provincien te vertrekken , om aan hare principalen respective te doen rapport van ' t gene dat alhier gepasseerd , gebesogneerd en geresolveerd is op de presentatie , die de Aartshertogen den Heeren Staten hebben doen doen door eenen JOHAN NEYEN , Commissaris Generaal van de Minderbroeders , zijn dezelve Heeren Gedeputeerden serieuselijk vermaand ter vergadering wederom te willen keeren precies in de eerste week na Paschen (1) , met last om het geresolveerde te effectueren , bij zoo ver als daarop met den voorz . Commissaris Generaal verdragen wordt : item op de bezending in Frankrijk , Engeland en Dene marken volgende de resolutie , daarop genomen , daarmede item om te resume de Agent AERSSEN verafscheid is : ren• de Nader-Unie van de Provincien en dezelve bondiger te maken in de punten , die dat vereischen , tot oprichting van eene goede en vaste regering : item op het stellen van de limiten , bij zoo ver als de beraamde stilstand voor acht maanden van alle belegeringen ofi surprisen van steden of sterkten , invasien of inlegeringen van Provincien of Quar tieren en het maken van nieuwe forten besloten wordt : en voorts om op alle voorvallende zaken.' benevens de Ge deputeerden van de andere Provincien te besogneren en resolveren , gelijk voor den welstand en conservatie van den staat van den lande zal bevonden worden te behoo ren." 11 April. » De Gedeputeerden van Vriesland , gevraagd wezende , hebben verklaard gelast te zijn te accepteren de (1) Paschen viel toen op den 15den April. 110 AANTEEKENINGEN 23. laatste aanbieding van de Aartshertogen , met de andere Provincien te conformeren . en hen daarin >> Is geproponeerd , nademaal dat alle de Provincien , be halven die van Zeeland , geresolveerd zijn te accepteren de presentatie van de Aartshertogen , zulks dat de zaak alleen is hangende aan dezelve Provincie van Zeeland , of voor den dienst van den lande niet geraden is die van Zeeland daarover te bezenden en H. Ed . te verzoeken derzelver resolutie hierop te spoedigen . En na deliberatie geresol veerd , dat men de geproponeerde bezending nog voor twee dagen zal uitstellen , en ondertusschen verwachten op eenig nader advies uit Zeeland : maar is goedgevonden den Heer MAGNUS te verzoeken aan zijne principalen te willen adver teren van de verklaring bij die van Vriesland hiervoren gedaan , en H. Ed. te willen resolveren ." Post prand. recommanderen haar insgelijks te » De Gedeputeerden van Zeeland , name lijk de Heeren MAGNUS , VAN DER HOOGH , WERKENDETH en JOACHIMI , zijn verzocht , nademaal goedgevonden wordt , dat men den Pater Commissaris zal afvaardigen , dat dezelve bij hare principalen op de besogne met den voorz. Pater genomen , tot dien einde willen openen en verklaren , gelijk de Gedeputeerden van alle de andere Provincien gedaan hebben. Hetwelk dezelve gedaan hebben als volgt: de resolutie , >>> De ordinarise Gedeputeerden van Zeeland , beneffens de » Heeren ADRIAAN VAN DER HOOGH , Oud-Burgemeester der >> stad Middelburg , en LIEVEN WERKENDETH , Burgemeester » der stad Zierikzee , inbrengende rapport op de zaak van >> den stilstand , verklaren , dat de Heeren Staten van Zee » land zeer verwonderd zijn geweest te verstaan de manier >> van procederen in deze zaak gebruikt tegens de Unien , » en dat zij wel redenen hebben om hun daartegens te >> opponeren. Nochtans overmits de zaak zoo ver is geko » men en om alle scheuring te eviteren , zoo is 't dat zij >> van wege heure principalen hun conformeren met de an >> dere Provincien , met dien verstande nochtans , dat niet >> voorders in deze zaak zal worden geprocedeerd dan in 23-24 . AANTEEKENINGEN 111 >> conformité van de Unien en nadat de Provincien daarop » zullen wezen beschreven ; en dat men gedurende dezen >> stilstand alle devoir zal doen , om de frontieren en quar >>> tieren van de Geun . Provincien zoo te water als te » lande in goede verzekerdheid te stellen , daartoe die van » Zeeland presenteren zoo veel te contribueren , als in >> hun vermogen zal wezen ." >> De voorz. opening van de resolutie van de Provincie van Zeeland geschied zijnde in conformité van de adviezen van de andere Provincien , en geproponeerd wezende , of men den Pater Commissaris volgende den beraamden voet zal afvaardigen , is , na gedane lecture van de geprojec teerde acte van acceptatie en brief van verbande , met eenheilige stemmen van de Gedeputeerden van alle de Pro vincien daarin bewilligd en geconsenteerd , en goedgevonden dat men den Pater Commissaris in de vergadering zoude ontbieden en de voorz . resolutie aanzeggen , gelijk dat ge schied is. Dan alzoo dezelve zwarigheid heeft gemaakt absolutelijk te consenteren in den verbandbrief, is goed gevonden , dat men de bewerpen daarvan in de Duitsche en Françoische spraak zal stellen in zijne handen , om die te teekenen als Gedeputeerde van H. Hooghen. op dezelve H. Hooghen, welbehagen ; en de Griffier dezelve mede te teekenen als Gedeputeerde van de Heeren Staten Generaal : en dat men van elk een , geteekend als voren , alhier zal houden , en van den Pater Commissaris overnemen de ori ginele acte van presentatie van de Aartshertogen met de overlevering van de acte van acceptatie van de Heeren Staten aan den voorz . Commissaris. >> Is geaccordeerd , dat de wisseling van den verband brief, in behoorlijke form volgende den inhouden van den zelven geteekend en gezegeld wezende , zal geschieden den 24sten Aprilis , en dat de stilstand zal ingaan den den Mei , beide naastkomende." (24) VAN METER. , f. 532d. DE GROOT , bl. 532. Op den 17den Mei schreef de Agent AERSSEN uit Parijs : >> Men bekommert hem hier dagelijks meer en meer in de opening en presentatie , die U. E. M. bij de Aarts 112 24-26. AANTEEKENINGEN hertogen gedaan is van in nadere communicatie op eenen vasten peis of langdurig bestand te treden , omdat men begint te gevoelen , wat een interest dat vele Prinsen in 't succes van deze handeling zullen hebben , die gedurende U. E. M. oorlog daarop ZOO naauw niet hebben gelet , of ten minste 't zelve willen bekennen . ――― Z. Maj . kan zich niet wel contenteren over de conclusie van de treves , zonder daarvan geadverteerd geweest te zijn dan met den slag ; en gelooft zekerlijk , dat deze handel van peis , daar van gesproken wordt , al over twee jaren bij sommigen in den Staat beraamd is geweest , zelfs dat ik daarvan zoude hebben geweten , Spanje met geleden een jaar , toen VERRÉYKEN naar dezen Commissaris trok , omdat ik alstoen Z. Maj. adverteerde , dat hij gezonden was om te zien , door wat middel men den peis in de Nederlanden zoude kunnen maken : daarmede Z. Maj . toen ter tijd spottede , meenende betere adviezen te hebben . En nu moet het nochtans zoo gezegd worden , zonder te gelooven , dat deze opening casuelijk en zonder voorraad is geschied." (25) Res. St. Gen. , 7 April 1607. >> Is gelezen een brief bij den Drost van Salland geschreven aan Z. Exc. , daarbij dezelve voorgeeft het innemen van Veenbrugge vóór het ingaan van den stilstand tegen des vijands brandschat in Vriesland , Overijssel en Drente ; hetwelk Z. Exc . ge heel goed en dienstelijk vindt . En geordonneerd daarop te verstaan het advies van den Raad van State." 9 April. » Is gelezen het advies van den Raad van State , ― houdende , dat H. Ed. hun laten bedunken , dat het grootelijks zoude strekken tot nadeel van de goede re putatie van deze zijde , dat in deze gelegenheid zulk exploit , al ware't schoon van meerder importantie , zoude voor genomen en ook uitgericht worden . En daarop gedelibe reerd wezende , hebben de Heeren Staten Generaal hun daarmede geconformeerd , en den Griffier gelast ' t zelve in handen van Z. Exc. te stellen ." (26) Res. St. Gen. , 12 April 1607. 1607 . Is gecommuni– ceerd en geadviseerd op den voet , dien men zal nemen om de Provincien van het voorz. gebesogneerde te adver AANTEEKENINGEN 26 . 113 teren met den aankleve van dien , en de Heer Advocaat • van Holland verzocht de voorgeslagen twee formen van brieven te concipiëren , om daarna geëxamineerd en gear resteerd te worden , gelijk bevonden zal worden voor den meesten dienst van den lande te behooren." 13 April. » Zijn gelezen en gearresteerd twee concepten van brieven aan de Provincien rakende het gehandelde van den Pater Commissaris op den stilstand ." 21 April. » Compareren de Heeren Raden van State , en is H. Ed. aangezegd , dat de Heeren Staten Generaal bij het rapport van den Secretaris HUYGENS voor den mid dag verstaan hebbende , dat de Raad had geresumeerd den brief, dien H. M. Ed. aan de Provincien hebben geschre ven , om op de acht punten , daarin verhaald ( 1 ), geresol veerd te komen den 6den Mei naastkomende , en daarin voornamelijk te vier punten geremarqueerd , als weten rakende de bezending te doen in Frankrijk , Engeland etc. , de vernieuwing van de Unie van de Vereen . Provincien tot Utrecht besloten , de liquidatie van de consenten , en eene gestadige regering , die wel zouden requireren eenige preparatoire besogne , om daarna daarop de Provincien te bezenden , H. M. Ed . goedgevonden hadden den Raad te verzoeken in de vergadering te komen , om daarop met H. Ed . te communiceren en dezelven te berichten van de redenen , die tot het voorz . schrijven en het dresseren van den brief , gelijk dezelve ligt en luidt , bewogen heb ben , ten einde de Raad , daartegen eenige consideratien hebbende , dezelve den Heeren Staten zouden gelieven te openen , om daarop te letten , naar dat de dienst van den lande voorz . zal vereischen. berichting Welken volgende is gedaan : en nadat den anderen hadden gesproken dezelve verklaard , nademaal brief en beschrijving van de den Raad de H. Ed . daarop met en gedelibereerd , zij verstaan , dat hebben de voorz . Provincien niet dient , om van de Provincien op de voorz. punten te krijgen volkomen resolutie , maar alleen om hare Gedeputeerden te zenden (1 ) Vgl . hierboven Res. St. Gen. , 31 Maart 1607 , bl . 109 . 8 III 114 AANTEEKENINGEN 26-27. en lasten ter vergadering te besogneren op de bezending en anderszins in præparatoriis , dat H. Ed. hen het voorschr. 2 schrijven wel laten gevallen ." 23 April. » Ontvangen eenen brief van de Gecomm. 3 Raden van de Heeren Staten van Zeeland van den 20sten dezes , daarbij H. Ed . adverteren , dat zij - den Heeren 1 Staten wel hebben willen aandienen , dat zij meenen geheel ondienstig voor den lande zoude wezen den geordonneerden vaste De 12 D el to en bededag in dien form , als dezelve de Provincien is aangeschreven , alom te doen publiceren en de gemeenten kondig te maken (1 ): verzoekende daarom dat de voorz. uitschrijving mocht worden geredresseerd en alzoo de Pro vincien van nieuws toegezonden , opdat alom eenpariglijk en op éénen voet en manier , gelijk altijd vóór dezen , tot D meerder verbindtenis van de gezamentlijke Provincien God de Heere van alle de ingezetenen geloofd en gedankt mag worden : zijnde H. Ed . intentie in de Provincie van Zeeland die copie niet over te zenden , maar haren uitschrijfbrief conformelijk ' t gunt voorz . den leden toe te schikken . Is daarop geordonneerd te antwoorden , dat men vertrouwt , dat H. Ed. zullen achtervolgen ' t geen dat bij de Generali teit goedgevonden is , alhoewel der Heeren Staten meening niet is geweest H. Ed. mate te stellen om de copie van H. M. Ed. brief aan de leden van H. Ed. Provincie over te diesaangaande zullen mogen D gelijk dezelve dat zullen 0 te zenden , alzoo dat H. Ed. doen en haren brief dresseren , goedvinden , H. Ed. zeer serieuselijk recommanderende alles zins te willen trachten en de zaken te helpen beleiden , gelijk H. M. Ed . H. Ed. dat toevertrouwen , en voor den welstand en verzekerdheid van den staat van den lande ten hoogste , bijzonder bij deze gelegenheid , noodig is." (27) DE GROOT , bl. 533. VAN METER. , f. 533b. WAG. , IX , 249. VAN WYN , Bijv. op Wag . , 9 St. , bl. 97 , 98. (1 ) De Staten van Zeeland wilden er uitgelaten hebben , gelijk zij er ook uitlieten , hetgeen aangaat den stilstand van wapenen , de legatie naar de Koningen , en 't geen verder den staat van den lande concerneert. Res. Zeel. , 1 Mei 1607. e AANTEEKENINGEN 27. 115 met den Raad Res. St. Gen. , 21 April 1607 . » Is van State in deliberatie gelegd , of men een of meer perso nen zal committeren tot de wisseling met de Gecommitteer den van de Aartshertogen van de verbandbrieven : nadat daarop was gelet , verstaan en geresolveerd , en dat men daartoe geene solemniteiten zal gebruiken , maar alleen een gequalificeerd persoon committeren en lasten , om hem tot Lillo den 26sten of 27sten dezes met de voorz. verband brieven van de Heeren Staten Generaal te vinden en aldaar de komst van de Gecommitteerden van de Aartshertogen met gelijke brieven , van wege H. Hooghen geëxpedieerd , tot den 29sten dezes incluis te verwachten , om , dezelve ge komen , en bij pertinente collatie de verbandbrieven in de Duitsche en Françoische spraak bevonden wezende van woorde te woorde met malkanderen te accorderen , ― de wisseling te effectueren. » En indien de voorz. Commissaris JAN NEYEN of iemand anders tot de voorz . wisseling bij de Aartshertogen gecom mitteerd , (de wisseling gedaan zijnde of niet , ) zoude willen in de Vereen. Provincien komen , zal de voorz. Gecommit teerde verklaren , geenen last te hebben daarin te consente ren , en dat hij niet goedvindt , dat iemand , zonder goed of behoorlijk paspoort , in de Vereen. Landen zal komen : doch dat hij niettemin zal aannemen van hare begeerte aan de Heeren Staten Generaal rapport te doen , om bij dezelven daarop geresolveerd te worden naar behooren. En is ten einde voorz. gecommitteerd M¹. DIRK VAN DER DOES , Licen tiaat in de rechten en Commies van de Tresorie van de Heeren Staten Generaal." 27 April. » Ontvangen twee brieven van den Commies M'. DIRK VAN DER DOES , geschreven voor Lillo den 25sten en 26sten dezes : dewelke gelezen met een briefken bij den Heer Commissaris JAN NEYEN aan den Heer Advocaat van Holland geschreven om een paspoort , om in Holland te mogen komen , is geresolveerd daarop te antwoorden , dat de Heeren Staten te vreden zijn , dat hij aldaar zal wachten volgende zijne instructie zonder de wisseling te weigeren of difficulteren , of in den brief van de Aartshertogen staat in 8* 116 AANTEEKENINGEN 27 . de aggreatie des Konings van Spanje , leur Seigneur et Frère , dat de brieven van de Heeren Staten niet houden : maar wat belangt de paspoort , die de voorz . Heer Commissaris NEYEN verzoekt , dat de Heeren Staten daarop niet verstaan te resolveren , vóór dat de wisseling zal zijn gedaan , en H. M. Ed. het rapport van den Commies VAN DER DOES zullen hebben gehoord." T 30 April. » Ontvangen twee brieven van den Commies Mr. D. v. D. DOES geschreven tot Lillo den 27sten met eenen anderen brief van den Pater Commissaris van den 28sten de zes , daarbij dezelve Pater alsnog insisteert om paspoort om hier te mogen komen en den Heeren Staten Generaal voor te houden eenige zaken , die H. Hooghen hem bevolen heb ben , dienende tot explicatie en verklaring van het provi sioneel verhandelde. Is goedgevonden hierop eerst te ver staan het advies van Z. Exc. bijzonder ten regarde dat de Pater schijnt iets te hebben aan te dienen rakende de neu traliteit van Meurs." Post prand. >> Ontvangen een brief van den Commies S V. D. DOES geschreven tot Lillo den 27sten Aprilis na den 16 middag , daarbij hij adviseert , dat de wisseling , hem ge last , is geëffectueerd , en dat de Commissaris NEYEN ver wacht op zijne begeerde paspoort . Hierop gehoord het rap 1 port van den Griffier van dat Z. Exc. voor zijn advies daarin zwarigheid maakt , zonder eerst te zien de punten , die de Commissaris alhier in last heeft te verhandelen , is goedgevonden , dat men deze zaak zal houden in bedenken ." 2 Mei. » Is gelezen een brief geschreven bij den Com mies V. D. DOES den 29sten Aprilis uit Lillo , daarbij hij ad— viseert , dat de Commissaris JAN NEYEN alsnog verwacht op antwoord op zijne begeerde paspoort om alhier te mogen komen. - Maar daarop geadviseerd wezende , is daarin ein delijk niet kunnen eenpariglijk verdragen worden , zulks dat deze zaak is uitgesteld tot t' avond." Post prand. » Is anderwerf in deliberatie gelegd , of men den Pater Commissaris - paspoort zal zenden : - en na deliberatie goedgevonden te committeren de Heeren ROECK en Griffier , om Z. Exc. voor te dragen de adviezen , die 1 AANTEEKENINGEN 27. 117 daarop zijn verklaard , en deszelfs advies daarop te verstaan , om etc." 3 Mei » De Heeren ROECK en Griffier AERSSEN doen rap port van het goed bedunken en advies van Z. Exc. op de paspoort , die bij den Pater Commissaris JAN NEYEN verzocht wordt om alhier te mogen komen : dan is nog dezen dag uitgesteld daarop te resolveren ." 4 Mei. » Te schrijven aan den Pater Commissaris JOHAN NEYEN , dat men zijnen brief van den 28sten Aprilis heeft ontvangen , en alsnog goedgevonden Z. Ed . in conformité van der Heeren Staten voorgaande te adverteren , dat H. M. Ed. daarop zullen resolveren , zoo wanneer als ter wederkomst van den Commies Mr. D. v . D. DOES , tot de ge dane wisseling gecommitteerd , dezelve H. M. Ed. deszelfs rapport zullen hebben gehoord ; verhopende , dat daarentus schen de Gedeputeerden , die naar hare Provincien zijn ver trokken , wedergekeerd zullen wezen." 5 Mei. » Compareert de Commies Mr. D. v. D. DOES heeft overgebracht en overgeleverd de gewisselde verbandbrie ven , en voorts gedaan rapport van zijn gebesogneerde , mitsgaders hoe dat de voorz. Commissaris Generaal tot voor Delfshaven gekomen was liggende op den stroom , - alwaar dezelve zal verwachten de paspoort , bij hem verzocht : ――― verklarende dat hij VAN DER DOES den voorz . Commissaris zijne komst met geene redenen had kunnen afgeraden , en dezelve ten laatste toegestaan te hebben om beters wil : ―――――――――― verzoekende overzulks de voorz . V. D. DOES , dat de Heeren Staten zouden gelieven zijne goede intentię ten beste te ver staan en op de voorz . paspoort te resolveren . En is na deliberatie daarop geresolveerd , dat men den voorz . Com missaris Generaal zal accorderen de verzochte paspoort voor en dat hem en WERNER CRUWEL met derzelver dienaars , men de voorz . paspoort zal geven in handen des voorz . V. D. DOES om die bij hem te houden , zonder die den Com missaris over te leveren als met nader orde , en den voorz . V. D. DOES lasten denzelven Commissaris te brengen binnen Delft: - blijvende niettemin H. M. Ed. geheel ten regarde dat de voorz. v. D DOES zijne instructie zoude hebben geëx 118 AANTEEKENINGEN 27. t cedeerd , gelijk dezelve voor den dienst van den lande zullen bevinden te behooren. Dies verklaren die van Zee land , dat zij meenen , dat de Monnik JAN NEYEN hier komende en de Commies v. D. DOES hem medebrengende , beide hen hebben ontgaan en misgrepen , en dat men be hoort te nemen advies van Z. Exc. en Raad van State op 't geen in deze zaak voorder dient gedaan : sustinerende van wege hunne principalen , dat zij in het punt van het geven of nemen van het paspoort aan den Monnik niet kunnen of mogen overstemd worden , als wezende hetzelve eene inleiding tot nieuwe of voordere handeling met den vijand . En alzoo de andere aanwezende Provincien , onaan gezien de voorz. opinie en verklaring van de Gedeputeerden van die van Zeeland voorz. , als bij pluraliteit van stemmen concluderen , dat voor den Monnik paspoort gemaakt en in handen van den Commies v. D. DOES gesteld zoude worden om hem te brengen tot Delft , beklagen hen de voorz. Gedeputeerden en protesteren , dat men met hunne princi– palen en henl. in dezen niet handelt , gelijk men met bond genooten volgende de Unien en onderlinge verdragen , mits e gaders ' t gebruik van deze vergadering behoort en gewoon lijk is te handelen , en dat men henl. kleinigheid aandoet ten opziene dat men in eene zoo gewichtige zaak , als de jegenwoordige is , niet begeert op haar verzoek te hooren het advies van Z. Exc. en van den Raad van State , ' t welk in alle zaken , hoe klein die zijn , als zulks bij de eene of de andere van de Provincien wordt begeerd , dagelijks wordt genomen , en kunnen ook niet verstaan , dat de Commies V. D. DOES tot vermindering van de gemeene auto riteit en reputatie van de vergadering worde wederom bij nieuwe commissie geëmployeerd en consequentelijk zijne actie geapprobeerd , eer men dezelve volkomelijk onderzocht en daarop behoorlijk gedelibereerd heeft : verklarende dat zij verstaan , dat geene van de voorz. acten den lande noch hunnen principalen in eenigen, deele behooren te prejudi ciëren." HANDJ Over hetgeen NEYEN zou voorstellen werden de Gedepu teerden van Zeeland door hunne Staten gelast zich te regu 1 AANTEEKENINGEN leren naar het advies van Z. Exc. 27-29. 119 Deze had hun onder andere propoosten verklaard , dat men principalijk behoorde voor te zien , dat men voortaan niet zoo precipitantelijk en zonder volkomen deliberatie handelde in zaken van zoo groote consequentie. Res. Zeel. , 1 , 8 Mei 1607. (28) Op Maandag den 7den Mei des morgens werd be paald , dat hij den volgenden morgen vroeg ten 7 uren zou gehoord worden . Evenwel (om welke redenen , wordt niet gemeld , ) had dit gehoor reeds dienzelfden namiddag plaats , gelijk blijkt en uit Res. St. Gen. en uit Res. Raad v . St. VAN METER. , f. 533c stelt dit gehoor op den 8sten Mei ; WAG. , IX , 258 op den 11den Mei ; VAN WYN , Bijv. op Wag. , 9 St. , bl. 97 op den 6den Mei : allen verkeerd. (29) VAN METER. , f. 533c. JEANN. , I , 130 , 205. Res. St. Gen. , 22 Mei 1607. >> Is gelezen en commu nicative gebesogneerd en geadviseerd op de propositie van den Pater Commissaris , en goedgevonden , alvoren finalijk te resolveren , daarop eerst te hooren het advies van Z. Exc. en des Raads van State , en dat men Z. Exc. en den Raad van State zal verzoeken tot dien einde t' avond ter klokke vijf uren te willen compareren in de vergadering." Post prand. >> Compareren Z. Exc. en de Heeren van den Raad van State , en na de lecture van de propositie van den Pater Commissaris , is daarop gecommuniceerd en geadviseerd , maar niet eindelijk voor alsnog geresolveerd ." 23 Mei. >> Is wederom gecommuniceerd , gedelibereerd en geadviseerd met Z. Exc. - maar niet eindelijk voor alsnog daarop geresolveerd . " Res. Raad v. St. , 24 Mei. >> Is gemaakt zeker concept op de interpretatie van de acten van stilstand van wapenen tusschen de Gen. Staten en de Aartshertogen van Oostenrijk, namelijk belangende ' t woord van insinuatie (1 ) , en de tre ves te water en ter zee , en de ' limiten van denzelven stil stand , om te zien Z. Exc. daarop hem te doen conforme ren met de andere Provincien , uitgenomen Zeeland : daar toe gedeputeerd zijn de Heeren WINWOOD , BRIENEN , BUT , (1 ) Men moet lezen invasie. 120 AANTEEKENINGEN 29. BIE en de Secretaris HUYGENS : dewelke wedergekeerd rappor teren , dat Z. Exc. dienthalve nog al zwarigheid maakt (1).” 26 Mei. » Alzoo de Heeren WINWOOD , BRIENEN , BUT en DE BIE als Gedeputeerden wederom bij Z. Exc. hebben geweest om dezelve ten beste te onderrichten op de inter pretatie van ' t woord invasie en anderen begrepen , in ' t on derling contract tusschen de Gen. Staten en de Aartsherto gen op den stilstand der wapenen , en dat de Heeren Gen. Staten , des gevraagd zijnde door den Secretaris HUYGENS , hadden verstaan , dat dezelve vier Gedeputeerden zouden rapport doen van heur gebesogneerde in de volle vergade ring der Gen. Staten en niet aan eenige Gedeputeerden van dezelven , zoo de Raad door HUYGENS had doen aan geven ; zoo zijn daartoe de voorz . vier Heeren bij de Gen. Staten boven gegaan , en wedergekeerd hebben rapport ge daan zulks gedaan te hebben." Res. St. Gen. , 26 Mei 1607. >> ―― En nadat daarop was gecommuniceerd en geadviseerd , is de Heer Advocaat van Holland verzocht de resolutie schriftelijk te vervatten , om op morgen met de limiten , die de Gedeputeerden van de Provincien elk bij memorie schriftelijk zullen instellen en overleveren , gearresteerd te worden naar behooren." Op den 28sten Juny 1607 schreef de Agent AERSSEN uit Parijs : >> 't Heeft den Koning eerst wat vreemd gedacht , dat U. E. M. den stilstand ter zee op 't verzoek van U. E. M. vijanden , zonder eenigen dringenden nood , heb ben geaccordeerd , omdat hij estimeert , dat U. E. M. de reputatie van hare victorie daarin verongelijken . dert dat ik heb vertoond , Dan se dat deze conventie is geschied op conditien dat de Koning van Spanje die zal ratificeren binnen den tijd van twee maanden en dat zij zes weken daarna eerst zal plaats krijgen , zulks dat er drie maanden ten minste zullen passeren , voor aleer de hostiliteit zal cesseren , binnen denwelken tijd 't wintersaisoen aanko (1) Het stuitte MAURITS vooral tegen de borst , dat men met zulke haast voorder was handelende , zonder der naburige Koningen consent of advies. Res. Zeel. , 27 Juny 1607. AANTEEKENINGEN 29-35. 121 mende , U. E. M. schepen , voor geenen langeren tijd voor zouden van zelfs moeten inkomen , onder tusschen dat de haringvaart van nu af vrij wordt gelaten , zien wezende , die jaarlijks zeer werd beschadigd ; zoo heeft Z. Maj . zich eenigzins laten contenteren , doch acht dat U. E. M. te zeer grooten ijver tot den peis toonen , doordien U. E. M. deze nieuwe handeling hebben gesloten , voor aleer de Ko ning van Spanje de eerste heeft geaggreëerd." (30) VAN METEREN , f. 545c . Vgl. over dit geval de ver klaring van AERSSEN zelve bij gelegenheid van OLDENBAR NEVELD'S rechtspleging , bij WAG . , X , 348 : waarmede hoofdzakelijk overeenkomt wat wij aantreffen in Oldenbarne veld's Verhooren , op den 24sten November 1618 , art . 175 , op den 28sten November , art. 225 , op den 11den Maart 1619 , art. 1-10 , op den 12den Maart , art . 50-54. (31 ) Volgens WAG . , in last , de Staten eer IX , 268 hadden de gezanten tot vrede dan tot oorlog , doch allerminst tot bestand te raden . Doch • zoo luidde hunne instructie : gedurende hunne reis herwaarts was hierin eenige verandering gekomen. JEANN . , I , 99 , 110 . (32) Van het gevoelen van Graaf WILLEM vindt men nog niets gemeld . Deze was , wegens het overlijden zijns vaders , in het begin dezes jaars naar Duitschland vertrok ken en eerst in het begin van Mei hier te lande terug gekeerd. (33) JEANN. , I , 97–112. (34) In Juny 1607 werd er door de Staten Generaal tot een gezantschap naar Engeland besloten , om ' s Konings medewerking in de vredehandeling te verzoeken , en werd de voor de gezanten ontworpen instructie in handen van den Raad van State en van MAURITS gesteld om te dienen van advies. Doch MAURITS antwoordde den Raad , niet te begeeren , dat zijn naam tot het goedvinden der instructie vermeld wierd. Zie Res. Raad v. St. , 26 Juny 1607. Tot dit gezantschap werd door de Staten van Zeeland de Heer VAN MALDERE benoemd op het welbehagen van MAURITS , die zijne toestemming gaf. Res. St. Gen. , 29 , 30 Juny 1607. (35) JEANN. , I , 134–137. 122 (36) AANTEEKENINGEN JEANNIN , I, 145. 36-37. >> Ce n'est aussi sans raison , qu'il (MAURICE ) nous représente souvent les inconvénients de la paix , qui sont à la vérité si grands , qu'il y a plus d'occasion de louer sa prévoyance et son jugement , que blâmer sa crainte , attendu même qu'il ne mêle rien à tous ses discours de son intérêt et péril dont la raison veut qu'il soit touché.” (37 ) De Fransche Minister DE JEANNIN op den 15den Juny 1607 : VILLEROY schreef aan » Nous nous défions un peu de la secrète correspondance qu'a en Angleterre le Sieur DE BARNEVELT et particulierement avec l'Archiduc : Prenez-y garde donc , s'il vous plait." JEANNIN , I , 174. Op den 26sten Juny schreef de Koning : » Je loue grande ment toute votre conduite envers le Prince MAURICE , ――― et même que vous avez réconcilié le Sieur BARNEVELT avec lui : mais prenez garde que cette réconciliation soit en tière et sans feintise , principalement du côté DE BARNE VELT, car il est plus résolu que l'autre. Il faut craindre qu'ayant employé ledit Prince à son désir , sous prétexte et espoir de procurer et obtenir ensemble les conditions de la paix que vous avez projettées , - ledit BARNEVELT ne le conduise et oblige insensiblement à en recevoir par nécessité et contrainte d'autres moins honorables , sures et utiles , comme seroient celles d'une trêve à longues années." JEANN. , I , 193. En op den 5den Augustus schreef DE VILLEROY : Il me semble que S. Maj . désireroit que le Prince MAURICE se découvrit à elle plus confidemment et familièrement qu'il n'a fait jusques à présent , afin de pouvoir mieux le favoriser ; mais j'attribue cette froideur à son naturel plus qu'à autre chose. Le Roi se défie plus de l'esprit DE BARNEVELT que de l'autre , et croit que s'il parvient à son but , qu'il ne favorisera après les intentions ni les affaires de la France , s'appuyant du côté d'Angleterre. Il vous prie d'y prendre garde , et ne juger du tout de son courage par ses paroles : car il y remarque de l'industrie pour fa voriser son prix fait , disant que ses effets en sa conduite ne répondent aux protestations qu'il fait de sa volonté." JEANN. , I, 298. AANTEEKENINGEN 38-55 . (38 ) JEANN. , I , 153-163 , 167-173 . (39) JEANN. , I , 210. (40 ) JEANN. , I , 182-186 . (41) JEANN. , III , 107. 123 (42) Zie ons I Deel , bl. 146 , 104. (43) Op den 20sten Juny schreef JEANNIN , ( I. 186) : >> Nous avons réconcilié Monsieur DE BARNEVELT avec lui (MAURICE) par le moyen et avec l'aide de Mr. le Comte GUILLAUME DE NASSAU qui s'y est entremis très-volontiers , les a fait parler ensemble à coeur ouvert et mettre hors de leurs esprits tous soupçons et défiances ." ( 44 ) JEANN. , I , 200 , 202 , 205 , 209 , 213 , ' 214 , 218 , 224-226 , 231 , 239 , 249. (45) JEANN. , I , 144. (46) JEANN. , I , 254. (47) JEANN. , I , 252-254. (48) JEANN. , I , 259. (49) JEANN. , I , 262. (50) (51 ) Res. St. Gen. , 19 July 1607. VAN METER. , f. 532d, 533a. Op den 22sten Mei had de Agent AERSSEN uit Parijs geschreven : >> Hier is extraordinaris groote blijdschap over de victorie , die de Admiraal HEEMSKERKop de Spaansche vloot gehad heeft. - De Ambassadeur van Venetie kreeg (52) daar ook gisteren confirmatie af uit Spanje van den Ambas sadeur aldaar , houdende dat men in ' t Spaansche Hof zegt , dat men SPINOLA diende den kop af te houwen , omdat hij zulke treve geaccordeerd heeft." (53) MAURITS verzocht zijnde in de Staten van Holland te komen om te adviseren over de terugroeping der vloot , heeft aldaar verklaard niet goed te vinden de voorz. revoca tie , maar dat hij verstond , dat men met den vijand precies moest handelen zonder iets toe te geven : doch zeide daar jegens niet te zullen wezen , om den ondank niet te hebben , indien den ingezetenen dezer landen eenige schade over kwam. Res. Holl. , 1607 , bl. 210. (54) JEANN. , I , 269-278 . (55 ) Uit de Res. St. Gen. blijkt niet van het verschil 124 AANTEEKENINGEN 55-58. lend gevoelen van MAURITS , maar slechts dat over deze zaak op den 7den , 8sten en 9den Augustus in tegenwoordigheid van MAURITS , WILLEM LODEWYK en den Raad van State beraad slaagd is en het besluit genomen . De Gedeputeerde van Zeeland deed weder tegen het besluit eene sterke betui ging. (56) JEANN . , I. 301-312 , 389. VAN METER. , f. , 534 . DE GROOT , bl. 542. WAG . , IX . 279. Op den 22sten Augus tus schreef de Agent AERSSEN uit Parijs : » Ik heb met hen (de Raden des Konings) gesproken , om den derden termijn (van het secours) te vorderen ; maar vind , dat generalijk een iegelijk daarin U. E. M. contrarie is , om dat men opinie heeft , dat U. E. M. een dessein tegens · den Koning hebben , als inclinerende tot den peis door 't beleid van Engeland alleen , of zelfs om eene ligue met den Koning van Spanje aan te gaan. Inzonderheid is Z. Maj . ten uiterste verstoord jegens U. E. M. , gelijk de Heeren SULLY , SILLERY , VILLEROY , BETHUNE en Mevrouw de Prinses van Oranje , elk apart , mij hebben verklaard , overmits U. E. M. tot het herroepen van U. E. M. vloot ten verzoeke van U. E. M. vijanden buiten nood zouden hebben geconsenteerd : concluderende daaruit , dat U. E. M. den peis willen hebben ' t zij goed ' t zij kwaad. Ik heb van dit herroepen nog geen advies , en kan tot de excuse niet geadmitteerd worden : 't welk mij niet is wedervaren , zoo 1 lang ik in dienst ben geweest : en evenmin kan ik tot geene declaratie op ' t secours gekomen , omdat Z. Maj . zegt , dat men met hem spot geld te eischen en tegens zijnen raad te doen ." Op den 25sten Augustus echter schreef AERSSEN : >> De Heer SILLERY heeft mij nu terstond ver klaard , dat Z. Maj . in ' t herroepen van U. E. M. vloot beter gerust is , overmits hem de redenen en motiven per tinentelijk wel zijn gededuceerd .” (57 ) JEANN . , I , 405 . (58) JEANNIN , I , 409. Op den 1sten September was de Fransche gezant BUZANVAL overleden . De Staten Generaal besloten terstond hem plechtig te doen begraven en daartoe ook MAURITS , WILLEM LODEWYK en HENDRIK FREDERIK te AANTEEKENINGEN 125 58-63 . verzoeken , er echter bijvoegende , dat men hierop niet zal insisteren , bij zoo verre als Z. Exc. ' t zelve zoude difficul teren. Res. St. Gen. , 1 en 3 September 1607. Welke reden er was om zwarigheid bij MAURITS te vermoeden , wordt niet gemeld : ook vindt men niet , dat hij ze ge maakt heeft. De begraafnis had plaats op den 6den Sep tember. Het lijk volgden eerst de Fransche en Engelsche gezanten , daarop de voornoemde en nog twee andere Vor sten van Nassau , eindelijk de Staten en de verdere Col legien. JEANN . , I , 387. De overledene is begraven te 's Gravenhage in het koor van de Groote Kerk. (59) JEANN. , I , 331 , 373 , 413 , 414. (60) Res. St. Gen. , 24 , 27 , 28 September , 1 October 1607. Het ontworpen antwoord werd aan MAURITS , Graaf WILLEM en den Raad van State in handen gesteld , die verklaarden , dat zij het concept goedvonden , maar den Staten in bedenken stelden , of men eenige woorden of punten niet wat courtoiser zoude mogen stellen en eenigen tijd expresseren , binnen den welken dat de acte van aggreatie zoude behooren gezonden te worden , te weten van 14 dagen , 3 of 4 weken. Dan de Staten bleven bij hun ontwerp , niet goedvindende eenigen tijd te prefigeren : en deelden het daarop mede aan de vreemde gezanten , die er zich ook mede vereenigden . Met dit al schreef JEANNIN aan den Minister DE VILLEROY : >> Vous trouverez , comme j'estime , la reponse des États assez rude et mal bâtie : mais c'est le stile et façon de procéder , et nous les laissons faire." JEANN . , I , 419. (61) Op den 14den October was daartoe een SPINOLA gekomen , verzoekende om paspoort voor Dit werd den volgenden dag met advies van de van MAURITS , WILLEM LODEWYK en den Raad eenparig toegestaan. Res St. Gen. brief van die beide. gezanten , van State Sommigen echter had den niet ongaarne gezien , dat men de acte van ratificatie slechts had doen toezenden , althands dat NEYEN niet zou worden toegelaten , wegens zijne poging om AERSSEN om te koopen. JEANN. , I , 434. (62) JEANN. , I , 451. (63) JEANN. , II , 278 , 399. 126 AANTEEKENINGEN 64. (64) JEANN. , I , 455-468 , II , 10-20. VAN METER. , f. 537. WAG. , IX , 285-290. Res. St. Gen. , 30 October 1607. >> Zijn gecompareerd Z. Exc. , de Welgeb. Heer Graaf WILLEM en Raad van State : en hebben de Heeren Gedeputeerden , gecommitteerd om te besogneren met de Heeren gezanten van Frankrijk en Groot-Britannie , gerapporteerd , in wat voege dat H. Ed. denzelven Heeren gezanten gecommuniceerd hebben de propositien van den Pater Commissaris en Audiencier VERREYKEN , met de acte van aggreatie des Konings van Spanje; en voorts verhaald het advies , dat dezelve Heeren gezanten hun daarop eerst bij monde verklaard en daarna schriftelijk tot haarl. begeerte en requisitie bij memorie gegeven hebben , daarin in substantie bestaande , dat de Heeren gezanten de voorz. propositien en acte van aggreatie rijpelijk geëxamineerd en bewogen hebbende , H. Ed . niet tegenstaande de defecten , die geremarqueerd worden in den form en substantie van dezelve , en de gevoegde clausulen van reserve in 't einde van dier , H. Ed. de voorz. acte evenwel suffisant en genoegzaam achten , om daarop tijd en plaats te nemen en te noemen , om met de Aartshertogen te treden in onderhandeling , en dat H. Ed. niet schadelij ker voor den dienst van 't land vinden , als deze zaak langer te traineren en dezelve te houden in onzekerheid om te komen tot eenen vrede of in den oorlog , en dat hun daarom bedunkt , dat de Heeren Staten hen behooren dadelijk te bedenken en te resolveren op de conditien van de handeling en dezelve zoo redelijk te stellen en zoo glimpig , als eenigzins kan geschieden voor de verzekerd heid van den staat van 't land en het contentement van H. Majton ; item voorts te resolveren op eenen goeden en vasten voet van regering in oorlog of in peis ; en ten derde op eene ligue defensive te maken met H. Majten in peis ; en dat alles vóór de handeling , is 't doenlijk : en al is 't zoo dat de Heeren rapporteurs hun voorgehouden heb ben de difficulteiten , die zij in de voorz. acte hebben ge remarqueerd , dat evenwel H. dat dezelve maar zijn Ed . hen hebben verklaard , pointilles , en dat zij daarom van AANTEEKENINGEN 64. 127 advies niet kunnen veranderen om H. Majten niet te mis contenteren. >> Hierop geproponeerd wezende , (nademaal dat de voorz . defecten in de voorz . acte van aggreatie niet alleen in den form , maar ook in de substantie bevonden worden , en dat dezelve daarenboven bij de laatste clausulen aan de hande ling gerestringeerd is , ) wat dat men hierin en op het advies van de voorz. Heeren gezanten voorder zal behooren te doen. >> Z. Exc. heeft hierop , verklarende zijn advies , den Heeren Staten voorgehouden de zwarigheden , die dezelve altijd gemaakt heeft voor den staat van ' t land , in deze handeling te treden , daarin bestaande dat de vijand daar mede niet anders voorheeft , als ons te bedriegen , en dat dezelve zwarigheden hem alsnog moveren om daarin voorts te procederen : evenwel dat Z. Exc. (bemerkende dat de Heeren gezanten bij haar advies en de t'samentlijke Pro tot de voorz. handeling inclineren ,) dat hij daar tegen vorder niet begeert te zeggen of te zijn , maar hem gedraagt tot ' t gene de Heeren Staten daarin zullen doen en resolveren , vertrouwende dat dezelve op alles zullen vincien letten naar behooren. » Graaf WILLEM heeft in ' t lange vertoond de redenen en consideratien , waarom dat hem bedunkt , dat men mag gelooven , dat de vijand bewogen is geweest in het midden van zijne victorien den Heeren Staten zulke offres en pre sentatien te doen , gefundeerd op de kortheid van zijne middelen , de langdurigheid van den oorlog met het klein voordeel , dat hij daarin gedaan heeft , de gelegenheid van deze landen verre van zijne Rijken ; item in de resolutie en constantie van de Provincien , en dat die ten leste bij desperatie haar zouden geraken te werpen in de protectie van H. Majten ; edoch daarna ook voorgesteld , zekerlijk moet gelooven en daartegen dat men wel bewegen, dat veeleer de nature zal veranderen , als dat de vijand zal verlaten zijne maxime essentieel , te weten , dat den ketters en rebellen geen geloove is te houden , en dat hij daarom zal arbeiden , om met practijken en bedrog te verkrijgen , 128 AANTEEKENINGEN daartoe dat hij met alle zijne macht 64 . en geweld niet is kunnen gekomen , daarvoor dat hij in zulken gevalle zijne zaken bekomende , bij den Paus en andere Koningen en Prinsen van zijn gevolg en adhærenten grooten roem en eere zal behalen ; zulks dat hem bedunkt , dat deze rede nen en consideratien suffisant zijn om de andere te over wegen ; doch dat Z. L. evenwel tot contentement van de t'samentlijke Provincien , mitsgaders van H. Majten op het advies van de voorz . Heeren gezanten , dezen allen niette genstaande , goedvindt , dat men in handeling zal treden , vertrouwende , bij zoo verre als de Heeren Staten hare verzekerdheid en contentement van het beloofde bij den vijand , van denzelven niet kunnen verkrijgen en wederom ten oorloge zouden moeten keeren , dat dezelven door de genade des Heeren courage en middelen genoeg zullen heb ben met hulp en assistentie van H. Majten dezelve oorloge te continueren en voorspoedelijk uit te voeren ; wel ver staande nochtans dat men eerst den gezanten van de Aartshertogen zal vertoonen en doen verstaan de defecten , die in de acte van aggreatie zoo in den form als substantie en de clausulen van restrictie , daarin geinsereerd , bevonden worden , en aanzeggen , dat men verstaat , dat dezelve be hooren geredresseerd en de acte in forme , gelijk die toe gezeid is , uitgebracht te worden , en dat de Provincien haar zullen verbinden , dat dezelven van de souverainiteit en de religie niet zullen wijken , en met goede conditien toezien , dat dezelven niet worden bedrogen , en dat de Gedeputeerden , die in de Provincien zullen vertrekken om rapport te doen , hare principalen respective daartoe zullen animeren en dezelven tot den oorlog en vrede wel dis poneren. >> Die van den Raad van State adviseren kortelijk , dat Ed. op alles met behoorlijke consideratien gelet heb bende , voornamelijk op de geinsereerde restrictien in de H. acte van aggreatie , rakende den vrijen staat en religie , die daarbij gedifficulteerd worden , bedunkt , dat men bij Ge deputeerden van de Heeren Staten , van de gezanten van de Aartshertogen de meening nader daarop behoort te doen AANTEEKENINGEN 64. 129 afvragen en verstaan van den Koning van Spanje en Aarts hertogen en bij zoo verre dezelve gezanten daarop geenen naderen last hebben , en de meening van den Koning van Spanje en Aartshertogen is daarbij te blijven , dat men de zelve gezanten dadelijk behoort terug te zenden , om te zien , of zij naderen last zouden kunnen gekrijgen : dewijl zij niet verstaan , dat men van de souveraineté en religie in eenige manieren behoort te wijken. >> Die van Gelderland adviseren , .dat zij wel geremar queerd hebben alle de defecten in de acte van aggreatie niet alleen in den form en substantie van dezelve , maar ook gewogen hebben • de gevoegde restrictie en reserve : doch dat zij evenwel hun conformeren met het advies van de Heeren gezanten van H. Majten , wel verstaande nochtans , dat men den gezanten van de Aartshertogen bij Gedeputeer den uit deze vergadering eerst zal doen remonstreren de voorz. defecten , mitsgaders de consideratien en zwarighe den , die daaruit resulteren , om van dezelven daarop nader te hooren de meening des Konings van Spanje en van de Aartshertogen , en van dezelven te verstaan , of dezelven geenen naderen last hebben . >> Die ván Holland , zonder alsnog in de zaak ten prin cipale te treden , verstaan en adviseren , dat men zal treden in nadere conferentie met de gezanten van de Aartshertogen en k denzelven vertoonen de defecten en difficulteiten , die in de overgebrachte acte van / aggreatie bevonden worden , om derzelver meening daarop nader te hooren en te verstaan , om , het rapport daarvan gehoord , alles met de aanwezende Heeren gezanten van H. Majten nader te communiceren , en daarna op alles geresolveerd te worden naar behooren . >> Die van Zeeland en voorts alle de andere Provincien vinden den voorgeslagen voet en geadviseerde van Holland goed , te weten , dat men den gezanten van de Aartsher togen zal aanwijzen de fouten en defecten , die in de acte van aggreatie mitsgaders in de clausulen van reserve en restrictie worden bevonden , om die te doen repareren en voorts van dezelven te trekken dat men kan , om , het rapport daarvan gehoord , den Heeren gezanten van H. Majten III 9 130 AANTEEKENINGEN 64-66. alles te communiceren en met derzelver advies den gezanten van de Aartshertogen afscheid te geven , gelijk bevonden zal worden te behooren : verstaande de t'samentlijke Provin cien , dat men ondertusschen behoort bij der hand te nemen de voorgeslagen ligue : en zijn hiertoe gecommitteerd uit elke Provincie één." Het volgens deze adviezen ontworpen antwoord aan de afgevaardigden des vijands werd op den 2den November ter Staten Generaal in tegenwoordigheid van MAURITS , Graaf WILLEM en den Raad van State overwogen en met derzelver advies goedgevonden : zoodat , toen het ook door de vreemde gezanten was goedgekeurd , men het onnoodig achtte het 2 rapport hiervan aan MAURITS , Graaf WILLEM en den Raad S van State te vernieuwen. Res. St. Gen. , 2 November 1607. Op den 30sten November 1607 schreef de Agent Aerssen uit Parijs : » De Koning neffens zijnen Raad meent , dat U. E. M. vijanden anders niet zoeken dan om U. E. M. in onzekerheid te slepen en de occasien van divisien en anderszins tegens U. E. M. te menageren , zonder dat zij I Tr den peis meenen of begeeren , maar wel eene treves , als zij in de verhoopte scheuring zouden komen te missen." De brieven van JEANNIN , in December geschreven , ontbreken . En de Resol. St. Gen. zijn slechts kort en be helzen niets bijzonders omtrent MAURITS. Men had nog . (65) eenige moeite met de afgevaardigden des vijands nopens het hoezeer zonder beding overgeven der acte van ratificatie , Ook voldeden. Staten der verlangen het zij eindelijk aan viel er moeite over het maken van een verdedigend verbond met Frankrijk en Engeland. (66) VAN METER. , f. 538. De groot , bl. 545 . Res. St. Gen. , 21 December 1607. >> Compareren Z. Exc. , de Welgeb. Heer Graaf WILLEM en de Heeren van den Raad van State , volgende de resolutie gisteren genomen : is na voorgaande resumtie van de adviezen , die gisteren op de - propositien van wege de Provincien geopend en ver klaard zijn , op alles naar behooren gelet , geresolveerd , dat men , niettegenstaande de defecten , die in de voorz . acte van aggreatie bevonden worden , op den voet , verklaringen S D AANTEEKENINGEN 66. 131 en onder de protestatien en restrictien begrepen in de ant woord van de Heeren Staten , die den Commissarissen van H. Hooghen op derzelver propositie schriftelijk is gegeven , zal treden in communicatie en onderhandeling met de Com missarissen van de Aartshertogen , mits dat de Provincien haar eerst bij acte zullen verbinden , dat men van de sou veraineté van den lande , (de religie daaronder begrepen , ) niet zal wijken , en daarop stuiten en breken , bij zoo ver als de vijand daartegen zoude insisteren en persisteren : item dat men in de missive dezenaangaande te schrijven , de voorz. verklaringen en protestatien van de antwoord zal aantrekken , om bij de Aartshertogen daarop zijne Commis sarissen gezonden te worden , item dat men de treves zal mogen prolongeren den tijd van ééne maand of zes weken ; en in de onderhandeling eenen Spanjaard admitteren , niet wezende in krijgsdienst ; dat men voorts zal adverteren , dat men van dezer zijde tot de voorz . onderhandeling zal com mitteren zeven of acht personen , behoorlijk gequalificeerd volgende de offres : en is voorts goedgevonden , dat men zal committeren uit elke Provincie één , om te concipiëren de voorz. acte van verbindtenis van de Provincien , mits gaders de voorz . missive dezenaangaande te schrijven : ver staande , dat men , alvoren op de voorz. punten finalijk te resolveren , alles zal communiceren met de aanwezende Heeren gezanten van de Koningen. mainteneerd en daarop Hebbende Z. Exc . ge geinsisteerd , dat men , alvoren de voorz. brieven van insinuatien af te zenden , zal concipiëren en arresteren het artikel van den vrijen staat van den lande , zulks als de Heeren Staten verstaan dat te mainteneren of daarop te breken , en ' t zelve te stellen in den insinuatie brief van de Heeren Staten aan H. Hooghen, ten einde dezelve verdacht mogen zijn , of zij hare Commissarissen daarop zullen begeeren te zenden." 22 December. >> Compareren Z. Exc. , Graaf WILLEM en Raad van State : en gelezen zijnde de concepten ― van de acten van verbindtenis , mitsgaders van den brief te schrij ven aan den Commissaris JOHAN NEYEN en den Audiencier VERREYKEN , is geproponeerd en in deliberatie gelegd , of 9* 132 . AANTEEKENINGEN 66 . men dezelve concepten goedvindt en zal arresteren : maar is daarop finalijk niet kunnen geresolveerd worden , omdat Z. Exc. , Graaf WILLEM en die van Zeeland verstaan , dat men eerst zal arresteren het artikel van den vrijen staat van den lande , gelijk men dat verstaat te mainteneren , en 't zelve insereren in de voorz . acte of resolutie van ver bande : artikel , maintenerende alsnog alzoo Z. Exc. dat men 't voorz. gearresteerd wezende , aan de Aartshertogen behoort te zenden , om zijne Gecommitteerden daarop gelast te zenden : maar is goedgevonden , dat men deze zaak in bedenken zal houden tot t' avond ; behalven dat met plu raliteit van stemmen verstaan en geresolveerd is , dat men aan H. Hooghen zelven zal schrijven en copie van den brief zenden aan den voorz. Commissaris Generaal en Audiencier , en H. Ed. verzoeken den brief van de Heeren Staten aan H. Hooghen te willen presenteren." Post prand. >> In nadere deliberatie gelegd zijnde , of men op het antwoord den 2den November 11. aan de Ge committeerden van de Aartshertogen van Oostenrijk gegeven , tot de communicatie en besogne op de aangeboden hande ling van vrede of bestand voor veel jaren , zal verstaan , hebben de Gedeputeerden van de t' samentlijke Provincien eendrachtelijk , oprechtelijk en ter goeder trouw elkanderen beloofd en beloven mits dezen , dat bij voortgang van de zelve handeling en besogne in ' t eerste artikel van dien klaarlijk en uitdrukkelijk zal moeten gesteld en toegestaan worden de qualiteit der Vereen. Landen als vrije land schappen , daarop noch de Koning van Spanje , noch de Aartshertogen niet pretenderen , en dat in den besten form , zonder dat jegens de voorz . vrijheid eenige punten in de voorz. handeling toegestaan of geaccordeerd zullen worden noch in kerkelijke noch in wereldlijke noch in andere zaken en in gevalle van wege Hoogged . Koning of Aarts hertogen daartegen gepersisteerd wordt , dat de handeling gebroken , de voorz. Koning en Aartshertogen in haar on gelijk gesteld , en voorts met ernst en gemeene macht der t' samentlijke Provincien , en , is ' t doenlijk , te impetreren van de Koningen , Potentaten en Stenden , hare zake toe AANTEEKENINGEN 66 . 133 gedaan , het oorlog hervat en door Gods genade en goede orde tot eene Christelijke , eerlijke en verzekerde uitkomst gebracht zal worden." Concept-brief aan de Aartshertogen . >> Doorluchtigste Aartshertogen ! Op U. Doorl Hooghen >> offren ons den 13den Martii II . gedaan , hebben wij rij >> pelijk gelet , ook op de handeling en brieven van ver >> band van den 12den en 24sten Aprilis tusschen U. Hooghen >> en ons daarop gevolgd , lestelijk op de brieven des Groot >> machtigsten Konings van Spanje van den 18den September >> en de propositie van U. Hooghen Gecommitteerden in >> onze vergadering den 26sten October gedaan , mitsgaders >> ons antwoord op dezelve van den 2den November , en om >> redenen in ons voorz . antwoord verhaald , ook onder de » verklaringen en protestatien daarin vervat , en dat wij >> daarvan noch van de beloften van U. Hooghen in de >> voorz. brieven van den 24sten April gedaan , niet verstaan » te wijken , hebben wij goedgevonden met U. Hooghen >> Gecommitteerden alhier in den Hage in onderhandeling te » doen treden tot welken einde wij zeven of acht per- . » sonen , (gequalificeerd volgens de voorz. offren , ) zullen >> committeren en autoriseren , indien wij bij brenger dezer >> met brieven van U. Hooghen verwittigd worden , dat , >> deze onze brieven gezien , derzelver meening is binnen >> tien dagen na de receptie derzelver gelijk of minder >> getal van personen (gequalificeerd volgens de voorz. of >> fren) te committeren en alhier in den Haag te zenden >> met volkomen last , om zoo van wege de Hoogstged. » Kon. Maj . van Spanje als U. Hooghen een goed en kort >> besogne en besluit te maken . Doch zullen U. Hooghen >> gelieven te letten , dat de gemaakte stilstand den 4den Ja » nuary eerstkomende is expirerende , en of niet dienstelijk >> zal wezen dien voor ééne maand of zes weken te ver >> lengen , ingeval U. Hooghen goedvinden in onderhande Daartoe zal >> ling op den voorz. voet te doen treden. >> deze dienen voor ons consent van ' t verlengen des voorz. >> stilstands te water en te lande , indien bij U. Hooghen >> voorz. brieven zoo uit den naam van Hoogstged. Ko 134 AANTEEKENINGEN 66-68 . • » ning van Spanje als dezelve U. Doorl. Hooghen van ge » lijke geconsenteerd wordt. Hiermede , Doorl. Aartsher >> togen , bidden wij den Almogende U. Doorl. Hooghen te >> houden en bewaren in zijne heilige protectie met volko >> men gezondheid. U. Doorl. Hooghen zeer dienstwillige , >> De Staten enz." 23 December. >> De Griffier rapporteert , dat hij gisteren avond na het scheiden van de vergadering het concept van de voorz. missive volgende den last hem gegeven , eerst aan den Raad van State heeft gecommuniceerd , die ' t zelve hebben goedgevonden , en daarna aan Z. Exc. en Graaf WILLEM , dewelke wederom hebbende kortelijk gemoveerd hare consideratien van gisteren voor den middag zoo wel op de acte van verbindtenis als de voorz. missive , einde C lijk de zaak geremitteerd hebben aan de Heeren Staten Ge neraal om daarop te resolveren en doen , gelijk H. M. Ed . zullen goedvinden : alzoo dat de voorz. acte , na behoor lijke deliberatie , gearresteerd. " (67) gelijk die hiervoren staat geinsereerd , is Zie bov. bl. 8. 3 (68) Res. St. Gen. , 23 December 1607 , post prand. » Op ' t geproponeerde , of een of twee van andere natien als naturels van den lande onder de Gecommitteerden van H. Hooghen zullen mogen wezen , is goedgevonden , dat een van de Spaansche natie , niet wezende van de principale Officiers van den oorlog , onder de Gecommitteerden zal mogen wezen ; en dat men deze resolutie bij een kalfken zal sluiten in den brief, die geordonneerd is te schrijven aan den Pater Commissaris en Audiencier VERREYKEN , en dat men dezen brief zal superscriberen aan elk van hen bijzonder." Het kalfken , hier gemeld , leest men in Res . Holl. , 1607 ,. • bl. 361 . >> Eerwaardige Enz. Dit ingelegde kalfken dient , om » U. L. te adverteren op ' t gene dat dezelve ons hebben >> geproponeerd , of een of twee van andere natien als >> naturels van den lande onder de Gecommitteerden van >> H. Doorl. Hooghen zullen mogen wezen , dat goedgevon E AANTEEKENINGEN 135 68-71 . >> den is dezelve H. Hooghen daarin te believen , zulks >> dat een van de Spaansche natie , (niet wezende van de >> principaalste Officiers van der oorloge, ) onder de Gecom >> mitteerden zal mogen wezen . Actum den 23sten Decem » ber 1607." (69) VAN METER. , f. 547b spreekt slechts van dat kalf ken als een vreemd beleid. DE GROOT , bl. 546 brengt dat vreemde beleid ten laste van eenige Regenten in Hol land , die den vrede zochten . WAG. , IX , 293 onder die Regenten uitdrukkelijk OLDENBARNEVELD. wel moet men niet meenen , noemt Even dat dit beleid buiten weten der Staten Generaal geschied is . Ook vindt men het mid del van een ingesloten kalfken , ten einde den inhoud van den brief te wijzigen , reeds vroeger door de Staten Gene raal gebezigd. (70) Zie Res. St. Gen. , 18 February 1603 . RICHARDOT was reeds in 1598 en 1599 door de Koningin van Engeland en de Staten genoemd een door slepen bedrieger ´en een echo des vredes , als de oorlog het allernaaste is en het meest gemeend wordt. BOR , 35 B. , f. 4a , 5a , 36 B. , f. 37b , 57a. (71) Res. Raad v . St. , 8 January 1608. fier AERSSENS in den Raad >> De Grif ingelaten , verklaart last te hebben den Raad te communiceren den brief , nu door de wederkomst der trompetters gekomen van de Aartshertogen aan de Heeren Gen. Staten : en leest alzoo denzelven brief , eenzamentlijk de brieven van den Pater Commissaris NEYEN en den Audiencier VERREYKEN ZOO aan de Heeren Gen. Staten als aan hem Griffier in ' t particulier geschreven , ten einde de Raad daarop wilde adviseren , en namelijk op ' t punt , daar de Aartshertogen aannemende ' t geen bij een kalfken aan den voorz. Pater Commissaris en VERREY KEN bij de Heeren Gen. Staten was geschreven , nu schrij ven , dat zij den Marquis SPINOLÁ onder anderen hebben gedeputeerd eenen van de Commissarissen tot de peis handeling. En hierop gedelibereerd , hoewel beter geacht wordt , dat 't voorz. kalfken zoo had geschreven geweest , dat men daaruit de voorz. deputatie op SPINOLA niet had mogen doen , nochtans , nademaal dit nu zoo geschied is AANTEEKENINGEN 136 en met reputatie nu niet 71 . wel kan veranderd worden , zoude de Raad van advies zijn , dat SPINOLA zoude mogen toegelaten worden : doch dat alvorens , eer dit advies in de vergadering der Heeren Gen. Staten te openen , gehoord zal worden het discours en advies van de Ambassadeurs der Koningen en Prinsen en van Z. Exc . en Graaf WILLEM etc. , om daarna nog nader de zaak te resumeren , om te zien , of er verandering vallen ." Res. St. Gen. , van Z. Exc. , 10 in 't voorz . advies zoude mogen January 1608. >> Is ter presentie Graaf WILLEM en den Raad van State in deliberatie gelegd , of men de deputatie , bij de Aartsher togen gedaan tot de aanstaande handeling , van den persoon des Marquis SPINOLA zal toelaten of niet . vraagd zijnde het advies van Z. en van den Raad , En daarop ge Exc. , van Graaf WILLEM hebben dezelven hen gerefereerd tot 't gene dat de Provincien daarop zullen resolveren . Die van Gelderland en Holland hebben ten aanzien van de voorz. relatie aan de Provincien , gelijk insgelijks gedaan hebben de Heeren aanwezende gezanten , deze deliberatie genomen in nader bedenken . Die van Zeeland hebben ver klaard , al is ' t zoo dat zij van gelijke wel zouden mogen doen , dat H. Ed . nochtans hare opinie goedgevonden heb ben hierop te openen , om daarop gelet te worden , voor zoo veel men dienlijk en goed zal achten : daarin bestaande dat men om redenen en consideratien , bij hen geallegeerd , behoort te persisteren bij het gehandelde en de genomen resolutie , en volgende dezelve den Marquis SPINOLA onder de Gedeputeerden van de Aartshertogen tot de voorz . han handeling niet te admitteren. Die van Utrecht , Vriesland , Overijssel , Stad Groningen en Ommelanden hebben aange nomen hen te bedenken en de verhaalde redenen bij die van Zeeland, te examineren. WILLEM en Raad van State Hierna zijn Z. Exc. , Graaf verzocht opening te willen doen , bij zoo verre als dezelven eenige zwarigheden hebben in de admissie van de voorschr. deputatie. Daarop dat Z. Exc. en Graaf WILLEM verklaard hebben , dat zij eerst begeeren te verstaan de adviezen van de Provincien op de AANTEEKENINGEN 137 71-74. redenen bij die van Zeeland gemoveerd : anderszins dat dezelven alsnog deze zaak remitteren ter dispositie van de Heeren Staten. Die van den Raad hebben deze zaak ge nomen in nader bedenken." (72) JEANN. , II , 60 , 69 , 81 , 91 , 101. In Res. St. Gen., 22 , 23 January 1608 vindt men slechts , dat de Griffier gelast is de concepten aan Z. Exc. en Graaf wIL LEM te communiceren , om er hunne consideratien op te verstaan , en dat die communicatie ook heeft plaats gehad. (73) Bij de vermelding van hunne aankomst zeggen de Res. Holl. » God almachtig geve daaruit wat goeds te komen voor zijne kerk en ons gemeene vaderland . Amen ! " (74) Secr. Res. St. Gen. , 4 February 1608 (1 ) . » Is goedgevonden , dat men Z. Exc. , Graaf, WILLEM en den Raad van State zal bescheiden , om op morgen ter klokke negen uren in de vergadering te verschijnen ter audientie van de Heeren Gedeputeerden van de Aártshertogen : en is de Agent VALKENBURG gelast denzelven Heeren Gedeputeer den aan te zeggen , dat men denzelven op morgen ten tien uren zal geven audientie." 5 February. » President (2) et presentes de ordinaris en extraordinaris Gedeputeerden van de Provincien ongeveerlijk sterk 130 personen. Is geproponeerd , hoe dat men de Gedeputeerden van de Aartshertogen , ter vergadering com parerende , in dezelve vergadering zal introduceren , en daar . H. Ed. in ' t Walsch proponeren , of men dezelve in ' t Ne derlandsch zal antwoorden : en verstaan en eenpariglijk geresolveerd , dat men drie uit de eerste Provincien zal committeren , om de voorz. Heeren Gedeputeerden in de vergadering te brengen , en dat men dezelven in ' t Neder duitsch zal antwoorden , proponeren. bij zoo ver als zij in ' t Walsch >> Compareren de Marquis SPINOLA , President RICHARDOT , MANCICIDOR , Commissaris Generaal JOHAN NEYEN en Audi (1) VAN WYN , Bijv. op Wag. , 9 St. , bl . 104 verklaart het Se creetboek der Staten Generaal niet gezien te hebben. (2) AYLVA , Gedeputeerde van Vriesland. AANTEEKENINGEN 138 74. encier VERREYKEN : heeft de voorz . Heer President in sub stantie verklaard , alzoo 't den Heeren Staten Generaal heeft beliefd eenigen uit het midden van H. M. Ed . te committeren om hen te begroeten en verwellekommen , item te beklagen de incommoditeiten , P m R die zij op de reize her d waarts hebben gehad bij deze vorst , en te excuseren de sobere accommodatien en commoditeiten , die zij alhier heb ben , dat de Heer Marquis en zij hebben geacht haar devoir 07 te te vereischen , dat zij in deze honorabele vergadering zou e den verschijnen , om de Heeren Staten van harent wege I insgelijks te begroeten , en te verklaren , dat zij zeer gaarne de reis om eene zoo goede zaak , als is deze landen uit den T T oorlog te helpen , voor het gemeene best van dezelven heb ben aangenomen ; dat zij van geene incommoditeiten op zee Z weten te spreken , overmits H. M. Ed . in alle plaatsen tot hare passage en overkomst behoorlijke orders hebben gege ven , en in alle steden , daar zij zijn gepasseerd , zoo eerlijk ´ en wel ontvangen en getracteerd zijn geworden , en name lijk hier ook ter plaatse bij Z. Exc . en de Heeren Gedepu teerden van de Heeren Staten ontvangen zijn , niet als vijanden , die zoo lange jaren tegen malkanderen in oorlog zijn geweest , maar als vrienden , confedereerden en gealli eerden , zulks dat zij meerder recueil niet zouden kunnen gewenschen of begeeren ; vindende hen ook wel gelogeerd en geaccommodeerd , daarover dat de Heer Marquis en H Ed. de Heeren Staten en Z. Exc. daarvoor grootelijks bedanken , niet anders kunnende denken , voorgenomen werk , dat zoo of God de Heere zal het wel begonnen is , en voorts alles tot een goed en vast accoord laten succederen , dewijl dat ook haar Koning en Prinsen daartoe zeer genegen zijn , en zij mede , voor zoo veel in haar is , alle goede devoiren ten zelven effecte zullen doen : voegende , bij zoo verre als het gevalt , dat eenige Gedeputeerden van de Heeren Staten in hare quartieren komen , dat dezelven bij hare Prinsen met een goed onthaal ontvangen en gecaresseerd , en bij hen , comparanten , denzelven alle adres en dienst gedaan zal worden ; bereid wezende ten principale in besogne te tre den , als den Heeren Staten zal gelieven hun den tijd en d D T to h 1 AANTEEKENINGEN 74. 139 plaats te laten weten. Is geantwoord (1) in substantie bij monde van den Heer Advocaat van Holland ter begeerte van den Heer President , dat de Heeren Staten , Z. Exc . en Raad van State , zeer gaarne hebben verstaan , dat de Heer Marquis en zij Heeren comparanten contentement hebben in de orde , die alom is gegeven geweest tot hare passage en om dezelven te ontvangen en tracteren , naar dat de gelegen heid heeft toegelaten ; dat hun leed is , dat de commoditei ten en accommodatien alhier in den Haag niet beter zijn ; edoch verhopen , M dat zij die ten beste zullen nemen en daar mede geduld hebben , van de plaatse ; in consideratie van de gelegenheid vertrouwende , dat de Heer Marquis en H. Ed. bij H. Hooghen gecommitteerd en alhier gezonden zijn , om de handeling , die er begonnen is , te brengen tot een gewenscht en gelukkig einde , niet alleen voor deze Vereenigde en de andere Nederlanden , maar ook voor de gantsche Christenheid , hetwelk de Heeren Staten , Z. Exc. en Raad van State hun dat ook inbeeldende , en in den cours , dien de zaken hebben genomen , verblijd zijnde , denzelven naar haar uiterste vermogen gesecondeerd hebben en nog zullen , zoo veel als zij , vermogen , om de zaak te brengen tot eene goddelijke , eerlijke en verzekerde uitkomst , ver klarende , dat de plaats van besogne genomen is alhier in het Hof , bij zoo ver als den Heer Marquis en den anderen Heeren dezelve aangenaam is. Daarop dezelve verklaard heb ben , dat zij hun die laten gevallen , en bereid zijn alhier te compareren , zoo wanneer zij daartoe wete zullen hebben . (1) Dit antwoord schijnt onmiddellijk zonder beraadslaging gegeven te zijn. Men had toch den vorigen dag den gemachtigden doen af vragen , of zij iets hadden te proponeren , waarop zij hadden geant woord daartoe geenen last te hebben , maar dewijl de Staten hun de eer gedaan hadden hen te komen begroeten en verwellekommen " te begeeren van gelijke van hunnent wege te doen. In zulk geval nu werd er wel meerdere reizen een onverwijld antwoord gegeven. Zoo besloot men op den 11den Mei 1610 den gezant van Venetie den volgenden dag ter vergadering te hooren , en bij zoo ver zijne pro positie bevonden wierd alleenlijk te bestaan in complimenten , hem incontinent daarop te bejegenen . Res. St. Gen. 140 AANTEEKENINGEN 74. Zijn tot de besogne van de vredehandeling bij de Pro vincien genomineerd ." Enz. Volgens een uittreksel uit een onuitgegeven Dagboek van den Vrieschen Geschiedschrijver FURMERIUS , te vinden bij TYDEMAN , Mnemosyne , XV , 261 , zou er in deze zitting een opmerkelijk voorval hebben plaats gehad. Het uittrek sel luidt als volgt : » Anno 1608 , Januarius d. Mart. 26. >> Hispanici Legati in conventu publico auditi et petitio >>> eorum in deliberationem accepta. Quam cum Princeps » Auraniae MAURITIUS apud Conventum repeteret et pacem >> amplectendam >> ejus TINCO suaderet , interrupit imprudenter orationem OENEMA SCOTANUS , >> generali Ordinum Frisiorum concilio assessor ( 1 ) , delegatus in affirmans bellum >> potius persequendum , quam pacem acceptandam , quod » bello Provinciae magis florerent , quam unquam in pace >> floruissent. Cumque MAURITIUS rogaret , annon satis esset >> profusum sanguinis , et annon satis multi opibus eversi >> essent , respondit interturbator , Provinciis adhuc satis esse >> virium bello sustinendo. Vos igitur Frisii ita , inquit >> MAURITIUS , potentes estis ? unde igitur evenit , ut in >>> tributis solvendis sitis postremi , >> sublevationibus indigeatis ? >> lum suades , quod ne et aliarum Provinciarum Itane tu princeps Frisiae bel minimo quidem >> dispendio sustentare velis aut possis ? patrimonii tui Simul homini iras >> cens alapam impingit , eundem ense percussurus , ni fuisset >> retentus a circumstantibus." Doch welk geloof aan dit verhaal te hechten ? MAURITS wordt er in voorgesteld als een hevige voorstander des vredes tegen den oorlog , hoe zeer dit door de gantsche historie wedersproken wordt. Wel moge TYDEMAN op BILD. , Gesch. d. Vad. , VII , 277 , ter op heffing van dit bezwaar , het verhaal zoo voorstellen , als of OENEMA op het maken van een bestand heeft aangedron gen ; en daarentegen BEELAERTS VAN BLOKLAND , Proeve van bevred. , bl. 18-20 , met hetzelfde oogmerk de voorstelling doen in dezer voege , dat beide MAURITS en OENEMA Voor den oorlog ijverden , maar MAURITS vertoornd werd over de (1) Deze had in Juny 1607 zitting ter Staten Generaal genomen. AANTEEKENINGEN 74. 141 walgelijke wijze , waarop оENEMA dat gevoelen verdedigde en voorstond : beide1 deze voorstellingen worden door het duidelijke verhaal van FURMERIUS wedersproken Wedersproken , volgens hetwelk MAURITS den vrede , aangeraden. Daarbij OENEMA wil FURMERIUS , den oorlog hebben dat het voorstel van 's vijands gemachtigden handelde over de vraag van vrede of oorlog en dat hetzelve in beraad gelegd is : terwijl het boven reeds gebleken is , dat de aanspraak van den Presi dent RICHARDOT eene loutere plichtpleging was , die geene beraadslaging vorderde ; en het ook schijnt te blijken uit het verhaal van VAN METEREN , f. 548b, dat met het ver trek dier gemachtigden MAURITS mede vertrokken is en hen vergezelschapt heeft. Hiermede komen de Res. St. Gen. en Res. Raad v. St. overeen , die niets vermelden van eenige beraadslaging gedaan in tegenwoordigheid van MAURITS , maar wel aantoonen , dat hij bij de eerstvolgende na het vertrek der gemachtigden genomen resolutie niet meer tegenwoordig geweest is: immers men vindt in Res. St. Gen. terstond na het gegeven antwoord , dat men is overgegaan tot het benoemen van Commissarissen voor de onderhandelingen , en dat de Heeren , gecommitteerd om bij Z. Exc. dezen middag te vergezelschappen de Heeren Gedeputeerden van H. Hooghen , verzocht en gecommitteerd zijn om Z. Exc. te verzoeken de moeite te willen aannemen , om van wege de Heeren Staten Generaal te compareren op de aanstaande vredehandeling, en daar Z. Exc. hem zoude geraken daarvan te excuseren, daartoe te verzoeken den Welgeb. Heere Graaf WILLEM. Dan wat hier ook van zijn moge , hoe is het mogelijk , dat MAU RITS , die , gelijk tot nog toe gebleken is , een beschaafd , zachtzinnig , toegevend Vorst was , in ' s lands achtbaarste vergadering , bestaande uit ongeveer 150 personen , zich tot zulk eene verregaande drift en onbeschoftheid heeft kunnen laten vervoeren , als FURMERIUS verhaalt , en zulks omtrent een lid der Staten Generaal en wel uit Vriesland , welke Provincie niet eens onder zijn gouvernement stond ? Hoe is het mogelijk , dat zulk een verregaand schandaal niet alleen zonder eenige de minste gevolgen gebleven is , (althands FURMERIUS vermeldt ze niet , ) maar zelfs niet eens algemeen 142 74-75. AANTEEKENINGEN ruchtbaar is geworden ? MAURITS stond in zijnen tijd en sedert genoeg aan allerlei laster en opspraak ten doel : maar van dit voorval vindt men , buiten FURMERIUS , geen schijn of schaduw. Reeds hebben wij van eene dergelijke laster lijke aantijging , volgens welke MAURITS , na de overwinning bij Nieuwpoort , aan OLDENBARNEVELD een oorveeg gegeven zou hebben , gesproken in ons II D. , bl. 88. En hierna zullen wij bevinden , dat MAURITS l'asterlijk is nagegeven zijnen hofprediker UITENBOGAART met den ponjaard gedreigd te hebben. Zie inmiddels UITENB. Lev. , bl . 113 (1 ). Ein delijk FURMERIUS is wegens zijne lichtgeloovigheid bekend. Zie DE WAL , Orat. de clar. Fris. Jctis , p. 169. En hoe dan hem , die geen ooggetuige was , verhaal , dat in zich zelf uiterst te gelooven in een onwaarschijnlijk is , in bijkomende omstandigheden blijken van onwaarheid heeft , en waarvan elders geen spoor hoegenaamd voorkomt ? Wen schelijk ware het , zoo ons over den aard en de waarde van dat Dagboek van FURMERIUS iets werd medegedeeld . (75) Secr. Res. St. Gen. , 5 February 1608 post prand. >> Verklaart -de Heer Avocaat , dat de Heeren Gedepu teerden , daartoe gelast , Z. Exc. opening gedaan hebben , dat de Heeren Staten goedgevonden hebben Z. Exc. te doen verzoeken , dat hem gelieve van H. M. Ed. wege en bij derzelver commissie te compareren en besogneren met de andere Heeren Gecommitteerden uit de Provincien op de vredehandeling , en dienvolgende Z. Exc . verzocht daartoe te verstaan ; maar dat Z. Exc. hem daarvan geëxcuseerd en Graaf WILLEM voorgesteld heeft , en dat mitsdien H. Ed. volgende de resolutie van de Heeren Staten Graaf WILLEM daartoe verzocht en verwilligd hebben , verklarende Z. L. (1) Evenwel van het geven van oorvegen en het trekken van den degen bij verregaande oploopendheid vindt men meerdere voor beelden. Nopens PHILIPS WILLEM zie men dezenaangaande VAN CAPELLE , Fil. Will. , bl. 23 , 45. BILDERD. , Gesch. d. Vad. , VI , 251 , 255. En nopens den Graaf van Egmond zie men GROEN V. PR. , Archiv. , Tom. I , 1e Edit , p. 112 , hoezeer men het daar vermelde in de 2e Edit. niet terug vindt. AANTEEKENINGEN 143 75-76: dat dezelve daartoe bereid was op het begeeren Heeren Staten. van de >> Rapporteert mede de voorz . Heer Advocaat , dat Z. Ed. den Heer Audiencier VERREYKEN voorgehouden heeft , alde wijl H. Hooghen bij consent van de Heeren Staten tot de vredehandeling gedeputeerd hebben den Heer Marquis haar principaal Hoofd van het beleid van de oorloge , dat de Heeren Staten goedgevonden hadden ook van harent wege daartoe te employeren Graaf WILLEM , vertrouwende dat de Heeren Gedeputeerden van de Aartshertogen ' t zelve aangenaam zullen vinden : en dat de voorz . Audiencier daarop verklaard heeft , dat daarin geene zwarigheid zal wezen , al ware 't ook dat H. M. Ed. Z. Exc. en den Heer Graaf hadden." (76) beide tot de voorz. besogne gecommitteerd Res. Raad v. St. , 4 February 1608. >>> De Raad verzocht en gegaan zijnde in de vergadering der Heeren Gen. Staten , is aldaar mede ter presentie van Z. Exc. en Graaf WILLEM VAN NASSAU Voorgelezen het concept van den 1sten artikel van de aanstaande handeling van peis , namelijk belangende den vrijdom van deze Vereen, Lan den etc. En daarop gevraagd de opinie van den Raad , is geantwoord , dat , of wel de Raad daarop wel eenige pun . ten hadden geconsidereerd , daarop wel nader en particulier lijk zoude dienen voorzien , nochtans , terwijl ontwijfelijk de Heeren Gen. Staten in ' t concipieren van dien op alles zonderling hebben gelet , dat men zich daarom ' t zelve liet gevallen : want wat het aflaten van den titel en de wape nen van deze Vereen. Provincien belangt , ook de amnestie en ..... (1 ) belangt , dat gevoeglijk dit 1ste punt met de minste disputen afgedaan zijnde , daarop alsdan in 't ver volg zal mogen verhandeld worden : dan dat men daarop moest letten , dat geene clausulen , in ' t tractaat te stellen , ons zullen mainteneren noch verzekeren , als wij ons zelven niet verzekeren met goede voorziening op onze goede defen sie , om tegen al hetgeen de vijand t' eeniger tijd zoude (1) Dit open wit vindt zich ook in het Register. 144 AANTEEKENINGEN 76-77 . voornemen , gereed te zijn ; verzoekende den Heeren Staten daarop zonderling te willen letten." willen Secr. Res. St. Gen. , 4 February 1608 (1 ). >> Compare ren Z. Exc. Graaf WILLEM en Raad van State : en gere monstreerd wezende , nademaal het fundamentele punt van 1 de aanstaande vredehandeling daarop berust , dat de Vereen. Provincien verklaard en erkend worden voor eenen vrijen Staat , daarop de Koning van Spanje en Aartshertogen niet pretenderen , (daarvan dat de t'samentlijke Provincien mal kanderen verzekerd en verbonden hebben niet te zullen wijken , ) en dat tot dien einde het 1ste artikel van dezelve handeling de voorz . qualificatie zoude houden , en dat , om 1 hetzelve te concipiëren , een uit elke Provincie gecommitteerd zijn geweest , die dat ingesteld en alhier gerapporteerd heb ben : zijnde goedgevonden , dat men daarop Z. Exc. Graaf WILLEM en des Raads van State advies zoude hooren en verstaan , en daarna X ook van de Heeren aanwezende Ge zanten van Frankrijk , Groot-Britannie etc. om voorts ge arresteerd te worden naar behooren : is ' t voorz . concept gelezen , en nadat behoorlijk was gedelibereerd , is hetzelve , de adviezen van Z. Exc. , van Graaf WILLEM en des Raads van State gehoord , om geene oorzaak in ' t beginsel te geven tot disputen , eendrachtiglijk , gelijk dat ligt , goed gevonden , en de Griffier gelast in de Françoische spraak te translateren , om bij eenige Gedeputeerden den voorz. Heeren Gezanten ten fine voorz . gecommuniceerd te worden. >> Is voorts ook goedgevonden , dat men in het volgende 2de artikel het denombrement zal brengen van de Provincien , steden en plaatsen met de limiten , mitsgaders van gelijke (daar dat bekwaamst zal dienen , ) de renunciatie van den Koning van Spanje en Aartshertogen van de wapenen en titel van de Vereen. Provincien." (77) Secr. Res. St. Gen. , 7 February 1608. » Zijn ter vergadering gecompareerd Z. Exc. , Graaf WILLEM en Raad van State , en heeft de Heer HILLEMA kortelijk verhaald 't geen dat er in de conferentie tusschen de Gedeputeerden (1) De Gedeputeerden , thans tegenwoordig , waren slechts 94 personen . W B 0 AANTEEKENINGEN 77-82 . 145 van de Aartshertogen en van de Heeren Staten gisteren is gepasseerd en voorgevallen en voorts gebesogneerd is , en dat ten beide zijden de procuratien geëxhibeerd en overge 1 geven zijnde , het afscheid genomen was , " dat men dezelve zoude examineren , om te letten , of daarin iets considera bels geremarqueerd mochte worden dat zoude behooren geredresseerd te worden , of dat die suffisant zijn : dat tot dien einde deze vergadering was gelegd , en Z. Exc. , Graaf WILLEM en Raad van State alhier bescheiden , om de Heeren Staten daarop te adviseren verzoekende overzulks , dat Z. Exc. , Z. L. en H. Ed. de lecture van die zouden gelieven te hooren. >> Hierna zijn de voorz . procuratien van den Koning van Spanje en Aartshertogen gelezen en geëxamineerd , en de adviezen van Z. Exc . , Graaf WILLEM en Raad van State daarop gehoord : en na behoorlijke deliberatie is met een drachtige stemmen verstaan en geresolveerd , dat men die procuratien zal admitteren en aannemen , voor zoo veel als + dezelve zijn conform de verklaringen en beloften van H. Hooghen , mitsgaders van de protestatien van de Staten Generaal. Enz. Heeren >> Is daarna in deliberatie gelegd de continuatie van de treves , en eenpariglijk goedgevonden , dat de Heeren Gede puteerden tot de vredehandeling in de eerste conferentie daarop zullen mogen handelen , om die te laten continueren tot den laatsten Maart naastkomende. " (78 ) JEANN. , II , 157. (80) JEANN . , II , 169 , 187 , 188 . JEANN. , II , 200 , 217. (81 ) JEANN . , II , 320. (82) Secr. Res. St. Gen. , 15 February 1608. (79) lezen het >> Is ge concept van de artikelen ingesteld bij de Heeren Gedeputeerden tot de vredehandeling , dienende tot het voorder progres van dezelve handeling , - rakende het punt van oblivie van alle gepasseerde hostiliteiten gedurende den oorlog , en het stuk van trafiek . En nadat daarop was gedelibereerd en ' t zelve concept goedgevonden , is de Grif fier gelast geworden dat den Raad van State te communi 10 III 146 AANTEEKENINGEN ceren en H. Ed . aan te zeggen , 82. dat de Heeren Staten verzoeken , dat zij ' t voorz . concept nog vóór den middag willen examineren en H. M. Ed . doen aandienen , of de zelven daarin iets bedenkelijks bevinden , daarop nader zoude dienen gelet ; mitsgaders een ander dubbel van ' t voorz. concept aan Z. Exc. en Graaf WILLEM ook ten einde voorz. te communiceren. >> De Griffier rapporteert , dat Z. Exc. en Graaf WILLEM 't voorz. concept gelezen hebbende en verstaande de rede nen , die gemoveerd hebben om dat alzoo in te stellen " Z. Exc. evenwel verklaard heeft , dat hij ' t voorz. concept duister vindt , en dat men in deze zaak behoort klaar te spreken , en tot dien einde te letten op de clausule van reserve , staande in het 2de artikel van 't voorz. concept aldus luidende : mits onderhoudende de wetten etc. alzoo 07 OF Z. Exc. verstaat , dat men daarmede uitsluit den handel van Oostindie , dien men hiermede meent te conserve ren , omdat de wetten aldaar houden , dat er niemand la mag handelen , als Portugeezen : doch dat Z. Exc . hem ge OV draagt tot het goed bevinden van de Heeren Staten , in dien H. M. Ed . dat anders verstaan : dat de Heer Graaf D WILLEM ' t voorz . concept wel vindt , maar alzoo Z. Exc. ander bedenken daarin heeft , dat Z. Gen. bedunkt , dat Sp daarop dient nader gelet. Za TA >> De Secretaris HUYGENS rapporteert , dat de Raad ' t voorz. concept ook gevisiteerd hebbende , ' t zelve bevindt wel en la Te wijsselijk ingesteld ; hebbende alleenlijk gemoveerd , of eenige woorden daarin niet zouden beter dienen veranderd. ――― Op 20 ta de voorz. consideratien van Z. Exc. en ' t gemoveerde van eenige Provincien mitsgaders bij den Raad van State gede libereerd zijnde , is ' t voorz . concept volgende ' t eenparig goed bevinden van alle de Provincien gedresseerd en gear resteerd (1)." 4 Maart. >> Is geproponeerd , nademaal als gisteren goed 10 (1 ) Uit het gearresteerde concept blijkt , dat men MAURITS aanmer king heeft goedgevonden : althands de door hem afgekeurde woorden worden er niet in gevonden. OT AANTEEKENINGEN gevonden is , dat men met 82. 147 de Commissarissen van de Aartshertogen zal treden in conferentie op de geresolveerde twee punten ( 1) , of de Heeren Staten verstaan , dat men dienvolgende dezelve conferentie zal voornemen , of eerst Z. Exc. , Graaf WILLEM en den Raad van State daarop • hooren : en na deliberatie verstaan , dat men in achtervolg van den voet , dien men tot nog toe hierin heeft gehouden , Z. Exc. , Graaf WILLEM en Raad van State deze zaak zal communiceren en derzelver advies daarop hooren. Dezen volgende Z. Exc . , Graaf WILLEM en Raad van State ter vergadering gecompareerd en geproponeerd wezende , alzoo men in eenige dagen geene bijeenkomst met de Heeren Commissarissen van de Aartshertogen heeft gehad en ook ondertusschen van dezelven geene opening heeft gekregen op de punten van het laatste reces , maar dat H. Ed . hebben gezwegen , of daarover niet geraden is , zonder langer te verwachten , dat men wederom in conferentie kome en met alle goede redenen en middelen op de voorz. overlevering van alle hare punten tseffens aanhoude : doch indien dezelven , na alle gedane devoiren , daartoe niet zou den zijn te brengen , of men van dezer zijde zal mogen pre senteren gelijke overlevering te doen tot vordering van de zake , opdat den voorz . Commissarissen geene oorzaak gege ven worde hen te beklagen van ongelijk en iniquiteit. Is na behoorlijke deliberatie eenpariglijk verstaan en geresol veerd , dat de Heeren Gedeputeerden tot den vredehandel , zonder langer tijd te verliezen , met de Heeren Commissa rissen in conferentie zullen treden en met alle devoiren daartoe trachten , dat H. Ed . alle hare punten tseffens over leveren : maar bijaldien dezelve daartoe met geene redenen zullen zijn te verwilligen , consenteren de Heeren Staten , dat de voorz. Heeren Gedeputeerden zullen mogen presen teren van harentwege gelijke overlevering van alle hare punten te doen ." Res. Raad v. St. , 22 Maart 1608. » De Secretaris HUY (1 ) T. w. het punt van den handel op de Indien , en dat van de overlevering van alle de overige stukken van onderhandeling. 10* 148 AANTEEKENINGEN 82-83. GENS belast zijnde te spreken in ' t particulier met den Heer NICOLAAS BERK , alsnu presiderende in de vergadering der Heeren gesteld Gen. Staten , dat den Raad mocht ter hand worden nu tijdelijk het geschrift of memorie bij. de Gedeputeerden der wederpartij eergisteren geëxhibeerd , 't welk gisteren geresolveerd was te veranderen in zulke . termen als des lands dienst en verzekerdheid vereischte , om 't zelve te mogen overzien en daarop letten en alzoo te beter geresolveerd te mogen komen , zoo wanneer de Heeren Gen. Staten den Raad daarop zouden verzoeken in heure vergadering te komen : rapporteert hem bij den voorz . Heere BERK tot antwoord gegeven te zijn zulks niet noodig te zullen zijn , terwijl hij wist , dat den Raad noch ook Z. Exc. daarop heur advies niet zal gevraagd worden , alzoo toch gisteren de resolutie was , dat ' t zelve zoude ingesteld en gecorrigeerd worden , zoo als ' s lands dienst en verzekerd heid vereischt." Secr. Res. St. de geredresseerde Gen. , 25 Maart 1608. » Zijn gelezen de resolutie voor concepten , volgende leden Vrijdag genomen , en daarop gedelibereerd zijn dezelve eenpariglijk alzoo goedgevonden : - zijnde , zonder noodig geacht is , dat men daarop eerst zal komen in communicatie met Z. Exc. , Graaf WILLEM en den Raad van State , dewijl dat bij het voorz . redres geene dat veranderingen in de substantie van de voorgaande concep ten is geschied." (83) » Punten , op dewelke Z. Exc . » Mijn Heere Prinse MAURITS van wege » den Huize van Z. V. Gen. Mijn Heere >> den Prinse h. m. verzoekt dat Mijne >> Heeren de Gen. Staten gelieven te re » solveren en behoorlijk contentement en » verzekering te doen , eer dat zij ein » delijk de handeling met den vijand be >> sluiten. >> Eerstelijk verzoekt Z. voorz . Exc. afdoening en indem » niteit van de groote schulden , schaden en ' t achterheid , >> veroorzaakt door de heirtochten en andere krijgsexpedi AANTEEKENINGEN 83. 149 » tien , bij Z. V. Gen. h. m. tot fundament 1 van de vrijheid >> dezer landen te wege gebracht en gedaan. » En namelijk dat de erfgenamen van wijlen den Welgeb. » Heere Graaf JOHAN VAN NASSAU , dien nog merkelijke >> som resteert van penningen ten behoeve van de gemelde >> heirtochten opgebracht en op interest gelegd , ter oorzake » van welke Z. voorz. Exc. en andere Leden nog dagelijks >> aangesproken worden , mogen bevredigd en betaald wor >> den tot ontlasting van ' t Sterfhuis van Z. V. Gen. >> Dat mede Z. voorn. Exc. en de andere Leden mogen >> bevrijd en ontlast worden van de penningen bij Hoogged. >> Heere Prinse zoo van wege den Heere Paltsgrave als >> andere Graven en Heeren tot de voorn. heirtochten op >> genomen. >> Dat mede Z. Exc. en anderen Leden vergoeding mag » geschieden van de schade en interest bij Z. V. Gen. in » de voorn. tochten aan zijne eigene goederen geleden , >> alzoo daartoe mede alle vassellen , baggen , juwelen , tapij >> ten en andere kostelijkheden van Z. V. Gen. Huize zijn >> geëmployeerd geworden en nog verscheidene betalingen >> uit Z. V. Gen. goederen gedaan ." >> Punten , dewelke Z. voorn . Exc. >> Mijn Heere Prinse MAURITS verzoekt >> besproken te worden in de handeling » met den vijand. de Heeren Staten Generaal gelieven dat eerste >> In den >> te bevorderen en te bedingen , dat er behoorlijke revo >> catie zal gedaan worden van de reprochen en proscrip >> tien en bannen tegens den persoon van den Doorl. en Oranje h. m. gepubliceerd , >> Hooggeb. Heere Prinse van >> de eerste gedateerd den 15den Martii 1580 , en al het >> gevolg van dien , met cassatie en annullatie van alle >> sententien , decreten en alle andere acten en schriften , >> die tot nadeel van Z. V. Gen. zouden mogen ştrekken >> of in eeniger maniere geduid worden ; en dat dezelve >> mitsgaders alle schriftelijke proceduren , acten en actita >> ten , daarvan zijnde , vernield en in de registers ge >> royeerd zullen worden in alle Hoven en Gerechten , 150 AANTEEKENINGEN 83 . >> zonder dat noodig zij daartoe ander bescheid te hebben D >> of provisie te verwerven dan dit tegenwoordig tractaat. >>> Item dat de Heeren Staten mede gelieven te bevorde >> ren of te bedingen ' t gene tot redintegratie van ' t voorn. >> Sterfhuis mag strekken : » Namelijk dat alle steden , landen , kasteelen , heerlijkhe >> den en goederen met de actien en andere gerechtigheden , >> den Huize van Nassau toekomende , geen uitgezonderd , >> welke bij den Koning van Spanje of de Aartshertogen >> bij titel van confiscatie , annotatie of anderen den Huize >> zijn afgenomen of onttrokken , volkomentlijk zullen wor >> den gerestitueerd in zulker voege , als die bij wijlen den >> Heere Prinse RENÉ DE CHALON zijn bezeten en in ' t jaar » 1544 nagelaten geweest , en Mijn Heere den Prinse van » Oranje h. m. hadden behooren gevolgd te worden : >> Zonder dat de voorz. goederen van den Huize uit >> krachte van eenige mainlevéen , giften of cessien , bij de >> Aartshertogen gedaan , zullen worden gepossedeerd en ge >> noten : maar dat dezelve acten van mainlevéen , giften en >> cessien zullen worden gecasseerd en geannulleerd. >> Item dat van gelijke mede zullen worden gecasseerd , >> geannulleerd en gerevoceerd alle extinctien , consolidatien >> of incorporatien aan de domeinen , ook mede alle aliena >> tien , oppignoratien of andere verandering of verhandeling , >> die men zoude mogen pretenderen gedaan te zijn. >> En inzonderheid mede , dat volkomene restitutie aan >> Z. voorn. Exc. zal gedaan worden van de deelen in de >> Saulune tot Salmes , de bosschen en andere partijen van » 't Huis van Chalon , niettegenstaande ook eenige renun » tiatien of cessien of approbatien , die de Heere PHILIPS » WILLEM Prinse van Oranje nu jegenwoordig , of anderen bij renversbrieven of anderszins zouden mogen gedaan of >> gegeven hebben , onder wat clausulen , conditien en re >>> strictien zulks geschied zoude mogen zijn. » Item nadien de gerechtigheid van Z. V. Gen. h. m. >> klaar en liquide is aangaande de heerlijkheden van Cha » teaubelin , Monet , Orgelet , Montagu , St. Julien , Aubin , » Rochefort en andere heerlijkheden , die in de processen D AANTEEKENINGEN 83 . 151 >> vervat mogen zijn , dat dezelven zonder vorder trein van >> proces aan Z. voorz . Exc . zullen worden gerestitueerd . >> Wijders dat de lasten en renten op alle de steden , lan » den , heerlijkheden en goederen van den Huize staande , >> gedurende de confiscatie of annotatie verschenen , of bij » den Koning van Spanje of Aartshertogen daarop gesteld , >> bij de Aartshertogen zullen worden afgedragen , zulks dat >> noch de goederen noch de Leden van ' t Sterfhuis dien >> aangaande niet zullen in recht getrokken of gemolesteerd >> mogen worden : ook dat het 蘩 Huis gerembourseerd zał » worden van ' t gene bevonden zal worden betaald te zijn >> aangaande de lasten en renten gedurende de confiscatie >> of annotatie gevallen. >> Dat ook Z. voorn . Exc. en anderen Leden van den >> Huize niet zullen mogen worden geobjicieerd prescriptie >> of eenig verloop van tijd tegens de actien , die haar com » peteren 1 en zij geraden vinden te vervolgen ' t zij tegens >> den Koning van Spanje of de Aartshertogen en anderen , » en dat haar recht en justitie zal gedaan worden bij ordi >> naris wege zonder beletsel. » Wordt mede begeerd , nadien de stad en heerlijkheid » Lingen den 29sten Novembris 1578 bij de Heeren Gen. >> Staten Z. V. Gen. h. m. in betaling is gegeven van ze >> kere afrekening van tractementen , dezelve competerende , >> en mede tot voldoening van f 3000 jaarlijks bij H. Ed . >> geaccordeerd , vereerd op den doop van Z. V. Gen. doch » ter CATHARINA BELGICA Gravinne van Hanau etc. dat >> Mijne Heeren de Staten gelieven te bedingen , dat de • >> voorschr. stad en heerlijkheid met het geschut , ' t welk >> in de voorz. stad ten tijde van ' t overgaan is geweest , >> alzoo 't zelve geschut Z. Exc. in ' t particulier is toe » komende , mitsgaders alle appendentien en dependentien » van de voorz. heerlijkheid weder aan Z. voorz. Exc. ge >> restitueerd en ingeruimd zal worden , inzonderheid mede >> ten opziene van de groote onkosten der fortificatie bij » Z. voorn. Exc. daaraan gedaan. >> Voorts nadien mede blijkt , dat Z. V. Gen. h . m. ten >> tijde van de regering van den Hertog van Anjou als 152 AANTEEKENINGEN 83. >> Heer van den Lande zoo bij Z. Altesse zelfs als bij de » Staten van Braband en Leden van Vlaanderen , de Graaf >> schap van Alst , de Abdij Affeigem , item van Wijnoks » bergen , item de Abdij van Duinen met de Proostdij van » Eversem , item het Graafschap en Abdij van Moesene , >> mitsgaders van Wastene en Vormeseele , item van de Abdij » van Rijmeren , Geertsbergen etc. , Adaans en Eversem , in » regard van de langdurige voornoemde diensten en perike >> len gegeven en gecedeerd zijn , worden de Heeren Staten » mede verzocht in de handeling te willen bedingen , dat » de voorz. Graafschap van • Alst aan Z. voorz . Exc. gere >> stitueerd zal worden : en zoo verre bij den vijand zwa >> righeid gemaakt wordt om de voorz . geestelijke goederen >> te restitueren , zal den Heeren Staten gelieven te stipule >> ren , dat het Huis vergoeding zal gedaan worden naar » de waarde van dezelve geestelijke goederen. >> Dat voorts alle giften en renten en anderen hij de >> Heeren Staten Generaal of van eenige particuliere Pro >> vincien onder de gehoorzaamheid van de Aartshertogen gelegen , of eenige Leden en Staten van dien zijn gedaan >> aan , de dochters van Z. V. Gen. , zullen haar volkomen >> effect sorteren en betaald en voldaan worden zonder eenige >> contradictie. >> En nadien H. Ed. mede bekend is de gelegenheid van » de giften van het Marquisaat van Bergen op den Zoom, >> en dat daarenboven bij Z. voorz . Exc. veel penningen >> verschoten zijn tot de fortificatie van Willemstad , als bij >> deugdelijke rekening zal blijken , worden H. Ed . mede >> verzocht deze zaak zulks te handelen , dat Z. Exc. recht >> niet worde voorbijgegaan. >> Item nadien de Aartshertogen boven hope , niettegen » staande de beloofde en bewilligde neutraliteit nog twee » forten houden in de Graafschap Meurs op den bodem1 » van het Rijk tot groote schade en ruine van Z. voorschr. >> Exc. domeinen en onderzaten en groote interest publiek , >> wordt begeerd , >> mede dat H. Ed . in de handeling believen te bespreken , dat de schansen gedemolieerd en >> de Graafschap Meurs in volle vrijheid mag gesteld wor AANTEEKENINGEN 83-84. 153 » den , als , andere landen en luiden onder het Rijk gele >> gen of gezeten . " (84) Res. St. Gen. , 18 April 1608. » Zijn gelezen de punten , op dewelke Z. Exc. van wege den Huize van Z. Pr. Exc. h. m. van Oranje verzoekt , dat de Heeren Staten zouden gelieven te resolveren en behoorlijk conten tement en verzekering te doen , aleer dat zij eindelijk de handeling met den vijand besluiten. >> Item de punten , die Z. Exc. Graaf MAURITS verzoekt be sproken te worden in de handeling met den vijand . En is daarop in ' t lange gecommuniceerd en geadviseerd , maar niet eindelijk geresolveerd : dan zijn eenpariglijk bij alle de Pro vincien geroemd de groote weldaden en beneficien , die deze landen met de hulp van God almachtig ontvangen en genoten hebben door het beleid , de courage , magnanimiteit en con stantie van Z. Exc . den Prins van Oranje h. m. en bij toedoen van deszelfs Z. Exc. bloedverwanten en vrienden , die ook daarvoor haar bloed gestort hebben : bekennende , dat dezelve t' samentlijke Provincien daarvoor ten aller- . hoogste gehouden zijn zulke weldaden met alle behoorlijke dankbaarheid te erkennen , voor , zoo veel als de staat van 't land dat eenigzins kan gelijden , gelijk insgelijks de dien Z. Exc. Graaf MAURITS dezen landen gedaan sten , die heeft en is overzulks goedgevonden , aldewijl hier te vo ren van wege eenige Provincien gehandeld is op de ver goeding van de kosten , bij Z. Exc . h. m. gedaan , om te wege te brengen zijne gedane heirtochten , dat dezelve Provincien opening zullen doen , wat zij daartoe beloofd en betaald hebben , en dat men serieuselijk zal vermanen haar restant daarvan te willen voldoen , gebrekelijk zijn : zijnde die daarin alsnog voorts goedgevonden , dat men op morgen de voorschr . punten zal resumeren en daarop letten en resolveren , gelijk voor den meesten dienst en welstand van den lande ten meesten contentemente van Z. Exc. zal bevonden worden te behooren. " 19 April. » Is anderwerf gedelibereerd op de punten overgegeven bij Z. Exc.; en goedgevonden , dat de Gede puteerden tot de vredehandeling dezelve . zullen resumeren 154 AANTEEKENINGEN en die instellen in 84-85. conformité van de adviezen , bij de Gedeputeerden van de Provincien in deze en de voor gaande deliberatie daarop verklaard , en zulks als hun zal bedunken , dat men dezelve den Heeren Commissarissen van de Aartshertogen zal mogen voordragen , om het beste effect daarvan te verkrijgen , om daarna dezelven alhier ter ver gadering geëxamineerd en voorts daarop geresolveerd te worden naar behooren." Secr. Res. St. Gen. , 9 Juny 1608. » Z. Exc. heeft schrif telijk overgegeven zekere memorie van zwarigheden , die de zelve van wege het Huis van Nassau bevindt in het artikel nopende de wisseling der plaatsen , ten einde de Heeren Staten zouden gelieven daarop zulks te letten , dat het Huis van Nassau aangaande de punten van ' t voorz. geschrift niet worde geprejudicieerd . Is na lecture van ' t voorz. ge schrift verstaan , dat men ' t zelve pertinentelijk zal exami– neren en vorderen naar behooren." (85) Secr. Res . St. Gen. , 16 Mei 1608 (1). >> Is ge proponeerd de prolongatie van de treves , die den lesten dezes zullen komen te expireren : en bij den meerendeel van de Provincien verstaan , dat men in de naaste confe rentie met de Heeren Commissarissen van de Aartshertogen , dezelven daarop zal sonderen en ondertusschen daarop ook communiceren met de Heeren Gezanten van de Koningen en Duitsche Vorsten en H. Ed . voorhouden den voorslag en adviezen , die daarop verklaard zijn , te weten , dat eenigen verstaan , dat men de treves behoort te continueren tot het einde dezes jaars , en anderen alleen twee maanden , met de redenen , die ten beide zijden daartoe zijn geal legeerd." 1 Post prand (2). >> Is geresumeerd de deliberatie voor den middag gevallen op de prolongatie van de treves ; en goedgevonden , dat de Heeren Gedeputeerden tot den vrede handel hierop zullen communiceren met de aanwezende Heeren Gezanten en H. Ed . voorhouden de adviezen , die (1) Present waren Z. Exc. , Graaf WILLEM en de Raad van State. (2) Ter presentie als voren. AANTEEKENINGEN 85. 155 daarop worden verklaard met de redenen en consideratien , die daartoe worden voortgebracht en gededuceerd tot de lange en korte continuatie , om derzelver Heeren Gezanten advies daarop te verstaan en daarna in de eerste conferentie met de Commissarissen van de Aartshertogen gesondeerd te worden , waartoe dat dezelven zullen zijn genegen , om , het rapport daarvan gehoord , daarop geresolveerd te worden "" naar behooren .' 20 Mei. >> De Heeren Gedeputeerden tot den vredehan del rapporteren , dat de Heeren Gezanten des Konings van Frankrijk, van Groot-Britannie , van Denemarken en van de Duitsche Vorsten , gedelibereerd hebbende op de diver siteit van de opinien , die tusschen de Provincien gevallen is op de continuatie van de treves tot den lesten December naastkomende , verklaard hebben , dat H. Ed . hen in de de impor diversiteit niet verwonderen , tantie en gewichtigheid van de zaak , en omdat altijd ver staan is geweest , dat van de vredehandeling ten eenen of ten anderen een kort einde behoorde gemaakt te worden , voorz . overmits overmits dat er niet schadelijker was voor den staat van den lande als het dilayeren en het protraheren van dezelve , en dat H. Ed . bewegende de consideratien en de redenen , hun voorgehouden , waarop dat voorgeslagen wordt de voorz. continuatie van de treves tot het einde van het loopende jaar , hun daarmede wel begeeren te conformeren , onder twee conditien , te weten , eerst dat men na het besluit van de voorz . treves de Commissarissen van de Aartsher togen zal aanzeggen en doen verstaan , dat de resolutie van de Heeren Staten is van de vredehandeling ten eenen of ten anderen binnen een maand , zes weken of twee maan den een besluit te maken van vrede of tot breken : en voor de tweede conditie , dat de Heeren Staten gedurende de treves geen krijgsvolk zullen afdanken , immers niet binnen Daarop dat de voorz. twee maanden van de handeling. H. Ed. geantwoord hebben , voor zoo veel de eerste con ditie aangaat , dat zij dezelve goedvinden : vertoonende op de tweede conditie den jegenwoordigen bezwaarlijken staat van den lande , om zoo veel krijgsvolk met hare eigene 156 AANTEEKENINGEN 85-91 . middelen te onderhouden , en de perikelen , die stonden te gerijzen , bij zoo ver als door kwade betaling het krijgs volk geraakte te vallen in mutinatie en verloop ; doch dat men niet laten zal , voor ZOO veel de twee maanden aangaat , hem te evertueren , naar dat het vermogen van 't land eenigzins zal kunnen gestrekken , op hope dat H. Majen , Keur- en Vorst. Doorlen de Heeren Staten ook daartoe zullen assisteren. Hierop gedelibereerd zijnde , is met gemeen advies en eenpariglijk verstaan , dat de Heeren rapporteurs na den middag met de Heeren Com missarissen van de Aartshertogen op de voorz. en an dere geresolveerde punten zullen treden in conferentie , con formerende hierin de Heeren Staten met de antwoord van de voorz . Heeren Gedeputeerden op de voorz . twee voor gestelde conditien van de Heeren Gezanten." JEANN. , II. 334-349. (86) JEANN. , II. 355-362. (87) JEANN. , II. 232. (88) Zie bov. bl . 29. JEANN. , II. 398 , 402 , 410. (90) VAN METER. , f. 570. (89) (91) Secr. Res. St. Gen. , 21. Augustus 1608. » De Heeren Gedeputeerden tot den vredehandel rapporteren ter presentie van Z. Exc. en des Raads van State , dat zij volgende de resolutie van de Heeren Staten Generaal met gemeen advies genomen , gisteren zijn geweest in conferentie met de Heeren Commissarissen van de Aartshertogen , en vooreerst verhaald hebben de voorgaande delayen , die in deze handeling waren gevallen met de verklaring , die van wege H. M. Ed. hen was expresselijk gedaan in ' t accor deren van de leste treves voor dit geheele jaar , van dat dezelven geresolveerd waren van de handeling een eind te maken binnen den tijd van twee maanden , die geëxpireerd zijn den lesten July 11. , daarna dat nog zoo vele dagen waren gepasseerd , zonder iets te vernemen van het afscheid en wederkomst van den Pater Commissaris : waarover dat H. M. Ed. niet twijfelden , of de Heeren Commissarissen hadden op alles last ontvangen , denwelken zij verzocht AANTEEKENINGEN 91 . 157 hebben dat H. Ed. hun zouden gelieven te openen. Daarop 1 H. Ed . promptelijk verklaard hebben , dat zij even zoo grooten mishagen hadden in de longeurs als de Heeren Staten , en met meer redenen als H. M. Ed . omdat zij zoo ver van huis en van hare commoditeiten waren ; dat zij geene zekerheid van de komst van den Pater Commissaris , maar wel last ontvangen hadden , daarbij men zoude ver• staan , dat de geruchten , die er geloopen hebben , van dat de Koning van Spanje de souverainiteit van deze landen niet zoude overgeven noch quiteren , onwaarachtig zijn , overmits zij ter contrarie gelast zijn dezelve souveraineté den Heeren Staten volkomelijk vrij en vrank te laten , het welk zulk een parel en kostelijk juweel is , dat nooit Prins vóór hem van gelijke gequiteerd heeft ; daarvoor dat Z. Maj . goud noch zilver , noch steden of eenige andere zaken van waarde begeerde , als alleen ' t geen dat hij schuldig was tot genoegdoening en gerustheid van zijne conscientie tot God , te weten , het retablissement in deze landen van de Catho lieke Apostolieke Roomsche religie ; hetwelk men hem met geene redenen behoort te weigeren : en wat belangt de Oost indische vaart , nademaal dat deze landen daartoe geene ge rechtigheid hadden , en dat ook geen ander Prins daartoe pretendeert , dat Z. Maj . verstond , dat deze landen daarvan zullen behooren te desisteren. Dat deze verklaring gedaan zijnde , zij Heeren rapporteurs met den anderen hebben gesproken , en gedelibereerd , of zij iets meer daarop zouden zeggen of dat daarbij laten , en dat goedgevonden is dat daarbij te laten , maar te verklaren , dat zij meenden , dat zij ook niet waren gelast de andere differentiale punten nader te accommoderen. Daarop de Heeren Commissarissen zeiden , dat zij verstonden , dat zij hen in alle redelijkheid op de voorz . punten hadden verklaard en geaccordeerd , zulks dat zij hen daarin voorder niet zouden kunnen accom moderen. Dat zij Heeren rapporteurs daarop wederom met den anderen hebben gesproken en gedelibereerd , of zij den Heeren Commissarissen hare voorz. verklaring schriftelijk zouden afvorderen of niet , maar beter gevonden , dat men dat alzoo zoude laten , en alleenlijk verklaren , dat men hare 158 AANTEEKENINGEN 91 . gedane opening geloofde en aan de Heeren Staten daarvan rapport zoude doen om hen te seconderen tot eene korte besogne: daarop de Heeren Commissarissen zijn gescheiden met eene goede contenantie. » Op ' t voorz. rapport gedelibereerd zijnde , is eenpariglijk in conformité van ' t advies van Z. Exc. , van Graaf WILLEM en des Raads van State verstaan , dat het voorstel of geproponeerde van de Heeren Commissarissen van de Aartshertogen directe lijk is strijdende tegen de souveraineté en vrijdom van den lande , daarover dat men occasie heeft dezelve wel te be jegenen : maar alvoren daarop eindelijk te resolveren , is goedgevonden , dat de Heeren rapporteurs het voorz . ge proponeerde aan de Heeren Gezanten van de Koningen van Frankrijk en Groot-Britannie , mitsgaders aan de Keur- en Vorsten zullen communiceren ." Enz. 22 Augustus. » De Heeren Gedeputeerden tot de vrede handeling hebben ter presentie van Z. Exc . , van Graaf WILLEM en des Raads van State gerapporteerd het advies van de Heeren Gezanten des Konings van Frankrijk , van Groot-Britannie en van de Keur- en Vorsten des Rijks , elk apart , op de verklaring en propositie van de Heeren Commissarissen van de Aartshertogen , gedaan in de leste conferentie met dezelven gehouden den 21sten dezes (1 ) . Op 't voorz. rapport gedelibereerd zijnde , is met gemeen ad vies (2) van Graaf WILLEM en des Raads van State alsnog eenpariglijk verstaan , dat het voorstel van de Heeren Com missarissen van de Aartshertogen directelijk is strijdende tegen de souveraineté en vrijdom van den lande : en over zulks geresolveerd , nademaal dezelve Heeren Commissarissen dat men dienniettegenstaande evenwel daarbij persisteren , de voordere besogne op den vredehandel zal afsnijden en deze resolutie schriftelijk instellen in conformité van de ad (1) In Res. Raad v. St., 22 Aug., leest men , dat het advies der Ge zanten was genoeg conformelijk dat de Roomsche religie niet behoorde ingeruimd te worden : doch dat de Ambassadeur van Frankrijk , de President DE JEANNIN , had geadviseerd eenigzins gunstelijk voor de Roomsche religie. (2) Hier is denkelijk vergeten , van Z. Exc. AANTEEKENINGEN 91 . 159 viezen en opinien daarin verklaard , vermeldende het gepas seerde in deze zaken en stellende de voorz. Heeren Com missarissen in haar ongelijk , om daarna hetzelve concept in de vergadering geresumeerd en den Heeren aanwezenden Ambassadeurs van de Koningen mitsgaders van de Keur- en Vorsten gecommuniceerd , en aan dezelven verklaard te wor den , dat ' t zelve is de resolutie van de Heeren Staten , en die voorts met alle behoorlijk respect alzoo te excuseren en justificeren , dat de Hoogst- en Hooggem. Koningen , Keur en Vorsten en de Heeren Gezanten mogen hebben contente ment en dezelve ten beste verstaan en aannemen voor den dienst , welstand en verzekerdheid van den lande." Enz. 23 Augustus. staat van den » Is ter presentie van Z. Exc. , van Graaf WILLEM en des Raads van State gelezen het concept van de antwoord , ingesteld , volgende de resolutie gisteren genomen , bij de Heeren Gedeputeerden tot den vredehandel : ―― en met eenheilige overeenstemming van de t'samentlijke Pro vincien , mitsgaders van Z. Exc . , Graaf WILLEM en des Raads van State gearresteerd ." Enz. 26 Augustus. » De Heeren Gedeputeerden tot den vre dehandel ter presentie van Z. Exc . , van Graaf WILLEM en des Raads van State rapporteren , dat zij in de conferentie van gisteren , met de Heeren Commissarissen van den vijand gehouden , denzelven Heeren Commissarissen eerst mondeling ⚫ hebben voorgehouden het inhouden van de resolutie op haar afscheid genomen , en daarna schriftelijk geleverd in de Duitsche en Françoische sprake : dat dezelve daarna van woord tot woord gelezen zijnde , de Heeren Commissaris sen verklaard hebben , dat zij hen daarop begeerden te bedenken , om in de naaste conferentie hare meening te verklaren : daarop bij hen , Heeren rapporteurs , gezegd werd , dat H. Ed. wisten , dat zij met hen hadden ge besogneerd als Gedeputeerden in alle de conferentien , maar dat bij de voorz. resolutie de Heeren Staten Generaal zelven spreken , wezende dezelve resolutie behoorlijk geparapheerd en geteekend , alzoo dat haar last uit was : daartegen de Heeren Commissarissen zeiden, dat H. M. Ed. tijd hadden gehad 160 AANTEEKENINGEN 91-95.. om deze resolutie te formeren , dat zij ook tijd moesten hebben om daarop te bedenken. Hierop gedelibereerd zijnde en verklarende die van Holland , dat zij nog niet waren geresolveerd , is goedgevonden , dat men zal inzien tot morgen , of de Heeren Commissarissen daarentusschen iets zullen verzoeken : ingeval ja , zal alsdan gedelibereerd worden , of men dezelven alhier ter vergadering of voor En aldewijl eenigen , daartoe te deputeren , zal hooren. de zaken staan in apparentie van rupture , zijn de t' sament lijke Provincien serieuselijk vermaand te willen letten op de conservatie van den staat van den lande , en vooreerst tot dien einde eene goede resolutie nemen op de betaling van het ongerepartieerde krijgsvolk : daartoe de Gedepu teerden van de Provincien verklaard hebben haar devoir te zullen doen ." (92) Zie bov. bl . 13 , 17 , 20. (93) Dit voorstel is te lezen bij JEANN. , II , 412. (94) JEANN. , II , 318 , 424 , 427. (95) V. METER. , f. 571b. Res. Raad v. St. , 28 Augustus 1608. >>> Geresumeerd de propositie bij de Heeren Ambassadeurs der Koningen , Keur- en Vorsten eerst bij monde en daarna schriftelijk in de vergadering der Heeren Gen. Staten gedaan , ten einde , (terwijl toch de vrede niet heeft kunnen getroffen worden , ) de Heeren Gen. Staten wilden aannemen eene treves van vele jaren op zulke conditien , als bij dezelve Heeren • Ambassadeurs worden gespecificeerd : en gedelibe reerd , wat advies (des gevraagd zijnde , ) bij den Raad aan de Heeren Gen. Staten daarop zal mogen gegeven worden , is goedgevonden en geresolveerd , dat bij H. M. Ed . den voorz. Heeren Ambassadeurs zal mogen ter antwoord ge geven worden , dat , nademaal denzelven Heeren Ambassa— deurs genoeg bekend is , hoe vermetelijk en onbeschaamde lijk van wege den vijand gedisputeerd en _expresselijk gepretendeerd is worden op de principale hoofdpunten of conditien , die van dezer zijde waren zoo solemnelijk bespro ken en uitbezonderd , aleer men in handeling had willen komen , namelijk de pure en volkomene souverainiteit , AANTEEKENINGEN daaronder notoirlijk begrepen is 95. de religie 161 en de vrije navigatie alom , dat daarom onze Staat niet mag lijden op dezelve treves wederom in nieuwe handeling te treden ; of de Gedeputeerden der wederpartij hier langer onnoodelijk te laten verwachten , ten zij dezelve Gedeputeerden der wederpartij alvorens te duidelijk verklaren volkomelijk gelast zijn dezelve principale hoofdpunten ook alsnog in 't ge heel te laten en ' t zelve ook dadelijk onder heure signatu ren te confirmeren : alles onder correctie van H. M. Ed." Secr. Res. St. Gen. , 30 Augustus 1608. » Is ter pre sentie van Z. Exc. , van Graaf WILLEM en des Raads van State gedelibereerd op de propositie bij de Heeren Ambas sadeurs - gedaan : - en op alles met behoorlijk respect en consideratien gelet zijnde , met derzelver Z. Exc. , Gen. en des Raads van State advies goedgevonden , alvoren op de voorz. propositie ten principale finalijk te resolveren , dat men bij Gedeputeerden met de welgem. Heeren Gezan ten zal komen in communicatie , die H. Ed . vooreerst zullen onderrichten en vertoonen , hoe grootelijks dat de Heeren Sta ten Generaal H. Majen en Keurvorst. Hooghen en Vorst. Excen defereren , ook de personen zelfs van de Heeren Gezanten en hare adviezen , en daarna van H. Ed. verzoeken klaarlijk en rondelijk te weten , of H. Ed . meening niet is in de voorgestelde conditien van de geproponeerde treves voor lange jaren , dat de Koning van Spanje en Aartshertogen de Vereen. Provincien zullen quiteren en laten de pure en volkomene souveraineté van den lande , zonder daarop iets te pretenderen en het punt van de religie te querelleren of disputeren mitsgaders de vrije navigatie op Indien en alom : - ingevalle ja , zullen H. Ed. verder verzoeken te willen van de Heeren Commissarissen van de Aartshertogen verstaan , of dezelve ook volkomelijk gelast zijn de voorz. hoofdpunten en conditien bij de treves alzoo in ' t geheel den Heeren Staten te accorderen en te laten. - Behalven dat die van Zeeland verklaard hebben , dat zij haar niet vinden gelast tot eenige handeling van treves , en overzulks gedifficulteerd hebben hierin te adviseren , niettegenstaande dat H. Ed . te meer reizen zijn verzocht haarl. dezenaan III 11 162 AANTEEKENINGEN gaande met de ren." Enz. andere Provincien 95-99. te willen conforme 1 September. » De Heeren Gedeputeerden tot den vre dehandel hebben gerapporteerd , dat H. Ed . de resolutie van den 30sten Augustus van de Heeren Staten den Heeren aanwezenden Gezanten hebben geopend , maar is goed gevonden voor alsnog op te houden te rapporteren haar wedervaren , overmits eenige heftigheden , die bij den Heer JEANNIN in de communicatie gebruikt zijn ( 1).” (96 ) JEANN. , II , 433. (97) JEANN. , II , 457. (98 ) JEANN. , II , 459. (99) JEANN. , II , 457-466 . Van Meter. , f. 571d. Secr. Res. St. Gen. , 10 September 1608. >> Is ter pre sentie van Z. Exc. , van Graaf WILLEM en des Raads van State gedelibereerd op de antwoord en verklaring van de Commissarissen van de Aartshertogen : hebbende Z. Exc. , Z. Gen. en Raad daarop verklaard voor advies , nademaal dat bij de voorz . verklaring en proceduren van de voorz. Commissarissen bevonden wordt , dat dezelven hoe lang zoo meer achterwaarts gaan en niet zoeken tijdwinning , hetwelk altijd geoordeeld is geweest te strek ken tot prejudicie van den staat van den lande , en den vijand tot voordeel , dat men alle voordere besogne met dezelve Heeren Commissarissen behoort af te snijden en dezelven te laten vertrekken , de zaken voorts open latende , of zij beter resolutie uit Spanje mochten krijgen op de conditien H. Ed . voorgesteld ; en tot dien einde concipieren en in te stellen de resolutie daartoe dienende , om dezelve de Heeren aanwezende Gezanten gecommuniceerd en aangezegd te worden , ten einde H. Ed. gelieve zulks goed te vinden en dezelve ten beste af te nemen . Maar is daarop niet eindelijk kunnen geresolveerd worden door de verscheidenheid van de adviezen van de Provincien , die daarop verklaard zijn : dan is de voordere deliberatie de zenaangaande uitgesteld tot morgen voor den middag : heb (1) Vgl. JEANNIN , II , 451. 0 als longeurs en 0 a 0 AANTEEKENINGEN bende die van den Raad 99. 163 van State de Provincien zeer serieuselijk vermaand , gelijk ook de Provincien malkanderen hebben gedaan , nademaal de zaken meer schijnen te incli neren tot den 4 oorlog als tot den vrede , dat men zoude letten op de conservatie van den staat van den lande en tot dien einde voornemen en resolveren op den brief van den 12den Aprilis schreven (1)." in ' t jaar 1607 aan de Provincien ge 11 September post prand. » Volgende de resolutie voor den middag genomen (2), zijn de Heeren Gezanten van de Koningen , Keur- en Vorsten ter vergadering gecompareerd , en is H. Ed . ter presentie van Z. Exc . en van Graaf WILLEM ( 3) het geresolveerde voor den middag met een ordentlijk lang verhaal van de gepasseerde zaken in de vredehandeling voorgehouden , en zijn H. Ed . daarna ver zocht den Heeren Staten daarop met te deelen haren goe den raad en advies ." » De voorz . Heeren Gezanten zijn hierna vertrokken , en wedergekeerd zijnde , hebben verklaard , dat H. Ed . hadden geëxamineerd en wel bewogen ' t geen haar was voorge dragen , en geconsidereerd , gelijk zij ook moesten beken nen , dat de Heeren Staten groote redenen hadden in achterdenken te nemen en suspect te houden de proceduren des Konings van Spanje en Aartshertogen ; dat die niet corresponderen met hare offres en presentatien en de voor gaande verklaring van de Aartshertogen , hebbende deze (1) Vgl. bov. bl. 112. (2) Deze resolutie was genomen in afwezigheid van Z. Exc. , Graaf WILLEM en Raad van State . Om de adviezen der Provincien ten beste voor den dienst van den lande te accommoderen en vereeni gen , kwam zij daarop neder , dat men het advies der Gezanten zou innemen. (3) De Raad van State schijnt niet tegenwoordig geweest te zijn . In deszelfs Res. 11 September namiddag vinden wij slechts aange teekend : » De Secretaris HUYGENS is bij een ongeluk overvallen , zulks dat hij , aan zijne beenen en voeten zeer geslagen zijnde door het stooten van eenen balk , daarover eenige weken het bed en zijn huis heeft moeten houden." 11* 164 AANTEEKENINGEN 99 . handeling getraineerd den tijd van acht maanden , en voor namelijk met de laatste verklaring van de Heeren Com missarissen : maar dat evenwel H. Ed . niet mochten laten , als alhier bij hare Koningen en Prinsen gezonden , om de Heeren Staten Generaal met haren goeden raad voor den meesten dienst van den lande te assisteren , H. M. Ed . alsnog te raden en te bidden , den Heeren Commissarissen te gunnen het delai , dat dezelven verzocht hebben van 19 of 20 dagen , hetwelk klein is ten respecte van den tijd van de voorgaande handeling , en tot dien einde te willen bedenken , dat het breken van deze handeling im porteert niet een oorlog van eenen kleinen tijd , maar voor ons , onzer kinderen en kinderkinderen leven : daarover H. Ed. bij haren voorgaanden gegevenen raad en advies persisteerden , en verklaarden expresselijk , bij zoo ver als de Heeren Staten andere resolutie nemen , dat hare Konin gen en Prinsen daarin groot misgenoegen zullen hebben en hen houden geoffenseerd , en dat de Koning van Frankrijk de weigering zal houden voor een mepris. Hiertegen heeft Z. Exc. verscheidene difficulteiten en zwarigheden gealle geerd , daaruit hij infereerde , dat deze zaak zal geraken te veroorzaken eene combustie onder de Provincien , ver klarende , dat hij was een dienaar van H. Majen en Hooghen, maar dat hem toekomt te letten op de conservatie en verzekerdheid van den staat van 't land , daarvoor zijn Heer Vader zijn leven heeft gelaten en hij voor zijnen persoon zoo veel gedaan ; vermanende de Provincien hierop ook te willen letten , alzoo deze zaak en het perikel eenen iegelijk zoo wel en na raakt als hem zelven , daarover hij hem zelven niet verstond te verliezen . En nadat nog tusschen den Heer President JEANNIN en Z. Exc . ´ eenige woorden en redenen waren gevallen , zijn de voorz . Heeren Gezanten bedankt. " voor 13 September post prand. hare comparitie en advies >> Is in deliberatie gelegd , of men de resolutie voor den middag genomen op het advies Is daarin van de Heeren Gezanten - zal overleveren . geaccordeerd , behalven dat de Gedeputeerden van de Pro AANTEEKENINGEN 165 99-102. vincien van Gelderland (1) , Utrecht , Vriesland , Overijssel , Stad Groningen en Ommelanden verklaard hebben , dat zij in ' t verzoek van delai accorderen , in voege bij de Heeren Ambassadeurs geraden en verzocht , en dat de souverai niteit en religie gehouden zullen worden buiten dispute , en de principale handeling blijven ongeprejudicieerd , en te mogen lijden , dat dienvolgende het antwoord worde over geleverd. En die van Zeeland hebben alsnog bij hare ver klaring van voor den middag gepersisteerd , te weten , dat zij niet zijn gelast om de Heeren Commissarissen van de Aartshertogen langer alhier te laten blijven , noch tot eenige handeling van treves. >> De Gedeputeerden van de Provincien , vertrekkende om te doen rapport aan hare principalen van het gebesogneerde en geresolveerde op de geproponeerde treves sedert de resolutie genomen op de rupture van de vredehandeling , verklaren , dat zij niet verstaan , dat men gedurende haarl. absentie in de voorz. zaak met den aankleve van dien iets zal resolveren , dat tot prejudicie van haarl. principalen zoude geraken of mogen strekken. respectieve >> Is voorts verstaan en goedgevonden , dat de Gedepu teerden van de Provincien , naar hare principalen vertrek kende , alhier behoorlijk gelast wedergekeerd zullen moeten zijn van Maandag naastkomende in 14 dagen , zaken geen langer uitstel kunnen lijden." JEANN . , II , 479 . (101 ) JEANN. , II , 480-482, (102) WAG. , IX , 367-370. dewijl de (100 ) Wag. , 9 St. , bl. 102. 66 , 74 , II , 475 , 498. VAN WYN, BILD . , VII , 215. Bijv. op JEANN. , I , Uit deze beide laatst aangevoerde plaatsen van JEANNIN blijkt , dat de gift , door OLDENBAR NEVELD aangenomen , eene marchandise was , ten einde hem aan den Koning te verplichten . In zijn verhoor op den 27sten November 1618 , art. 215 , verklaarde OLDENBARNE VELD , dat de Koning hem reeds in 1598 eene vereering beloofd had wegens alstoen bij gelegenheid van zijn ge (1) Hier is denkelijk Holland vergeten. 1 166 AANTEEKENINGEN 102-104. zantschap in Frankrijk aan den Koning gedane diensten , en dat hem daartoe in 1608 van wege den Koning onder anderen eene gift in geld gedaan was door den President JEANNIN , die hem serieuselijk vermaande bij order van den Koning , dat hetzelve secreet mochte gehouden worden. Voorts had hij geene giften of gaven ontvangen , in ' t bijzonder niet van den Keurvorst van Keulen en den Graaf van Arenberg , gelijk hij den volgenden dag verklaarde ; art. 218-221 . Nochtans is ' t hem bij zijn vonnis te laste ge legd , dat hij , tegen zijn eed en instructie , van eenige uitheemsche Potentaten , Heeren en Collegien diverse groote sommen van penningen en presenten heeft ontvangen , zon der aan iemand , daar ' t behoort , daarvan kennis te doen. Toen na het sluiten van het bestand de Aartshertogen aan JEANNIN een aanzienlijk geschenk lieten aanbieden , weigerde hij hetzelve aan te nemen zonder voorkennis en goedkeuring van zijn Hof , waaraan hij schreef: » Je veux toujours préférer le devoir au profit , qui ne m'a jamais tenté et que je peux dire véritablement avoir plutôt méprisé que recherché. Aussi est- il trop tard pour me changer , encore que je sache bien , que par les moeurs de notre temps on doive tenir pour niaiserie et simplicité rustique plutôt que vraie vertu cette façon de vivre." JEANN. , IV , 109. (103) Na het sluiten van het bestand heeft MAURITS een aangeboden pensioen van 30000 kroonen geweigerd. Prins HENDRIK maakte mindere zwarigheid . JEANN. , I , 74. NY HOFF , Bijdr. , III , 95. (104) Men leest dezen brief zeer gebrekkig bij VAN METER. , f. 572 : volgens een gelijktijdig afschrift , te vinden in de Leidsche Bibliotheek , luidt dezelve , als volgt : >> Eerzame , Wijze en Discrete , Lieve , Bijzondere ! Al » zoo men tegenwoordelijk in handeling staat over hetgeen , >> daaraan het gantsche wel- of kwalijkvaren >> >> >> » der Vereen . Provincien voor altijd is dependerende , zoo hebben wij geacht onzes ambts te wezen de Heeren Edelen en Ste den van deze Provincie wel te informeren van ons ge voelen zoo over de voorz . handeling , als mede hoe » dezelve ten meesten dienste en verzekerdheid der landen 104. AANTEEKENINGEN >> voortaan beleid behoort te worden : ten einde 167 U. Ed . >> daarover delibererende ook de volgende redenen van ons >> gevoelen ernstelijk examineren en t' haren meesten oorbaar » (daartoe wij ze alleen gemeend hebben) gebruiken mogen. » ' t Is U. Ed . bewust , dat de vijand volgens zijne oude >> bedrieglijke manier in den aanvang voorgesteld heeft zeer >> specieuse conditien , om de Heeren Staten daardoor maar >> aan ' t handelen te brengen , te weten , dat zoo wel bij » tractaat van peis als lange treves van 15 of 20 jaren » deze landen niet alleen bij de Aartshertogen , maar ook » bij den Koning van Spanje gehouden zouden worden >> voor eenen vrijen Staat , daarop dezelven niet preten » deerden , en dat men behouden zoude ' t gene men heeft. » Dan bij de handeling van vrede heeft men niet anders >> als het gewoonlijke en nu zoo dikmaals ervaren bedrog , >> en niet minder als het effect van de voorz . versproken » conditien vernomen , en daarom dezelve handeling t' eene >> maal afgesneden. In voege dat onder het specieuse en >> met zoo vele ceremonien bekleede deksel van eenen goe >> den oprechten vrede niet anders heeft gescholen als een >> stilstand , dien de vijand , hebbende de handeling van >> den vrede gebroken , met eene zonderlinge behendigheid >> heeft doen proponeren door de Heeren Gezanten der >> Koningen en Prinsen , om bij middel van dien zijne >> verloopene finantie , trafijk en andere bezwaarnissen te >> repareren en alzoo zijne macht te verdubbelen . Want >> gedurende den stilstand zoude hij in verzekerde rust en >> buiten kosten zijn ; daar ter contrarie deze landen geene >> verzekerdheid kunnende hebben als in de wapenen , beladen >> zouden moeten blijven met excessive kosten tot onderhoud » van een goed getal krijgsvolk en gestadige aanvechting >> van allerlei heimelijke en gevaarlijke aanslagen , practijken >> en treken , die den vijand bij de treves (als maar eene >> cessatie van wapenen zijnde) niet verboden worden . En >> ondertusschen zouden deze landen van alle nering en >> welvaart uitgetrokken en de steden van Braband en » Vlaanderen daarmede gestoffeerd en volgens een derde » deel der ingezetenen dezer landen , (zich alleen bij der 168 AANTEEKENINGEN 104. >> oorloge generende en derhalve tot ' s lands bescherming >> noodig zijnde , ) verdorven en verjaagd worden : mits » ' 't welk de staat en het vermogen , als ook het beleid >> van oorlog in korten tijd zoo zeer zouden komen te » declineren , en daarentegen ' s vijands , zoo in middelen >> als correspondentien en verstand , onder ons in zulker » voege toenemen , dat terstond na en misschien nog wel » vóór den uitgang van de treves oorzaak genomen zou >> worden • om malkanderen te raden en te dringen tot >> eene schandelijke reconciliatie , gevolgd met eene ondraag >> lijke slavernij en eeuwig verderf , hetwelk het profijt is , » dat ons · de treves zoude medebrengen , ook wanneer >> men schoon de voorgeslagen conditien erlangen konde. » Maar men ontziet zich ook niet te wijken van den >> voorgeslagenen voet : want men begint nu te spreken >> van vier- , vijf- , of zevenjarige treves , ja ook van pro >> longatie van de loopende voor een jaar , om die te >> beter te doen insluipen , en dat nog zonder de absolute >> souverainiteit , naar het voorgeven van eenigen , zich be >> dunken latende , dat men zich desaangaande zoude con >> tenteren met de verklaring van de Aartshertogen , daar >> men immers wel weet , dat H. Hooghen zelfs , in hare >> landen niet dan vasallen van Spanje zijnde , in ' t stuk >> van de voorz. souverainiteit gants niet vermogen : be >> halven dat nog al het krijgsvolk in eed , dienst en bezol >> ding betaald is van den Koning van Spanje , en dat » denzelven Koning gereserveerd is de successie van de >> voorz. landen. Welke en andere redenen U. Ed . Ge >> committeerden ter laatster dagvaart veroorzaakt hebben , >> om bij de acte van den 13den dezer te verklaren , dat >> men alle alzulke voorslagen verwerpen zoude. >> wij het daarvoor houden de meening van U. Zoodat Ed . te » wezen , dat de erkentenis van den vrijen souvereinen >> staat dezer landen bij tractaat van de treves behoort te >> geschieden in dezelve vorm en woorden , die na rijpe >> deliberatie en bij advies van de t' samentlijke Gezanten » en bewilliging van 's vijands Gedeputeerden zelfs gesteld » zijn in het eerste artikel van de vredehandeling , ' t welk AANTEEKENINGEN 104. 169 >> dan buiten allen twijfel en dispuut moet blijven , ten >> aanzien dat in dit stuk geen onderscheid gemaakt mag >> worden tusschen het tractaat van treves en vrede , ge in beide verstaan , en bij de acten van den » 24sten April , 2den November en 23sten December des voor >> leden jaars uitdrukkelijk verdragen en verklaard is , dat >> in beide tractaten eene eenparige erkentenis over der >> merkt >> landen vrijheid zoude moeten worden gedaan : ' t welk >> alsnu ook te meer noodig is , omdat zich de vijand , >> willende toch alleen treves maken , met de artikelen , in >> de vredehandeling geaccordeerd , in de handeling van de >> treves zal willen behelpen. >> En om de waarheid te zeggen , indien de Koning van » Spanje en de Aartshertogen sinceerlijk gemeend zijn hare >> pretensien op deze landen absolutelijk te verlaten , zoo >> zullen zij hen in de woorden niet bezwaard vinden , >> inzonderheid niet in degenigen , die bij gemeen advies >> bekwaam en noodig gevonden zijn , om alzulke absolute » verlating uit te drukken en te doen . Indien men nu >> in plaatse van dien eenige andere formule poogt op te >> dringen , dat is een gewis teeken , dat men ons de sub >> stantie wil onthouden , en in plaatse van dien ons tracht >> te bedriegen met duistere , twijfelachtige en op 1 schroeven >> gestelde woorden en termen , die zoo zeer niet verbin >> den en verzekeren. Of het nu geraden is den staat der >> landen op tweezinnige of disputabele woorden te ver >> trouwen , kunnen U. Ed . naar hare eigene discretie » lichtelijk oordeelen (1) . >> En dwalen grootelijks diegenen , die voortbrengen , dat » de landen niet van noode hebben des vijands verklaring. » Want schoon wij dezelve voor ons niet behoeven , zoo >> is zij ons hoog noodig , om allen Prinsen en volkeren >> oorzaak te geven , dat zij ons voor vrij houden , en >> allermeest om onzen eigenen ingezetenen te verzekeren , >> dat zij geene andere opgaande zon te verwachten hebben : (1 ) Reeds in September 1574 had Prins WILLEM tegen de duis tere en dubbelzinnige procuratien van Spanje gewaarschuwd. GROEN V. PR. , Arch. , V , 63. 170 AANTEEKENINGEN 104. >> ' t welk hun bij gebreke van de voorz. verklaring inge >> beeld zal worden. En nadien de treves gemeenlijk ge >> maakt wordt , >> geraken , om daardoor tot eenen goeden peis te waartoe zoude zulke treves anders dienen als >> tot eene voorbereiding om naderhand op gelijken voet , >> namelijk zonder erkentenis van de souverainiteit te han >> delen van eene deditie of reconciliatie ? En waartoe wil » de vijand van zijne pretensien geen afstand doen , als » om ons wederom te bekrijgen , daar ter contrarie de >> afstand van dien namaals den weg zoude mogen openen >> tot eenen verzekerden vrede , daartoe anderszins geene >> hopening is ? >> Wij hebben ons billijk verblijd te verstaan de goede >> resolutie , bij U. Ed. hierop genomen , ons vastelijk be >> trouwende op de standvastigheid , bij dezelven tot be >> vordering van het gemeene beste altijd bewezen . De >> importantie niettemin van de zake port ons , om U. Ed . bij dezen in haar loffelijk voornemen te versterken , te >> meer dewijl wij voorzien , dat men bij allerlei practijken » zoeken zal de gemeene resolutie te subverteren , ten wei >> nigste dezelve met subtile clausulen en moderatien te >> zwakken en te krenken , en volgens eenigen ijdelen en >> dubieusen woorden te onderwerpen , daarin misbruikende » U. Ed . gewoonlijke goedertierenheid en oprechtigheid , die >> men bij mangel van redenen eerst poogt te bestormen en » te overvallen met de exaggeratie en bezwaring van den >> nood der landen : maar even daaruit kunnen U. Ed . >> speuren , dat het den lande nadeelig is ' t geen men » U. Ed. door den nood wil persuaderen ; want goede en >> voordeelige zaken ook zonder nood aangenomen worden , » zijnde de nood niet anders als de pijnbank om iemand >> met bedwang te brengen tot hetgeen kwaad is : en door >> het bewilligen van hetgeen nadeelig is , wordt de nood >> niet verminderd , maar veeleer vermeerderd en de landen >> in grooter nood gebracht. >> Het toestaan van de souverainiteit is alleen de grond >> vest , daarop deze handeling aangelegd en U. Ed . aange » prezen is , zijnde hetzelve toenmaals zoo noodig en voor AANTEEKENINGEN 104 . 171 >> derlijk geacht , dat zich de landen daarzonder in geene >> handeling zouden " ingelaten hebben tegen die mannelijke >> resolutien , daarbij U. Ed . loffelijke voorouders sedert 30 » jaren herwaart kloekmoediglijk en in grooteren nood heb zonder te admitteren eenige inductien >> of intercessien , die tot onderscheidene malen bij meest >> ben gepersisteerd , >> alle de voornaamste Koningen en Prinsen van het Chris >> tenrijk gedaan en bij de voorz . U. Ed . voorouders niet uit ' s vijands practijken her te komen ver >> staan zijn : ten welken respecte ook de t' samentlijke >> Provincien op den 23sten December 11. eendrachtelijk , op >> rechtelijk en ter goeder trouw geresolveerd en malkan >> anders als >> deren beloofd hebben , dat men noch van vrede noch van >> treves zoude handelen , zonder te hebben verklaring van >> de souverainiteit in den besten vorm , en dat men bij >> foute van dien het oorlog hervatten zou met ernst en >> gemeene macht der Provincien en het secours (ware 't » doenlijk) te impetreren van de Koningen , Potentaten en En dewijl de Stenden , hare zake toegedaan wezende. » nood van de landen alsnu niet grooter is als te dier tijd , >> zoo is het immers buiten propoost dezelve resolutie met >> den nood te willen labefacteren . >> Een ieder kan bij zich zelf genoegzaam afnemen , dat >> men met zoo machtige vijanden geene zaken ten halve >> doen mag : want als schoon alles wel verzorgd is , mag >> men zich nog evenwel daarop niet vertrouwen ; en dat >> men daarop die voorz. en andere fundamentele resolutien , » (daarop de handeling is aangevangen) , in het geringste >> niet mag retracteren , mutileren of modereren : want die >> hier in het begin van den weg komt te wijken , verloren » gaat , gelijk als die van den eersten , gemeenlijk ook >> van alle trappen valt : bijaldien wij door de imaginatie >> van den nood komen te postponeren het allerhoogste >> punt namelijk de verzekerdheid van onze vrijheid , ZOO » zullen wij de geringere punten ook wel door de mon >> stering passeren en eindelijk in het sluiten van de rolle >> tot eene reconciliatie komen ; in ' t welk gelegen is al· >> ' t gevaar , dat onze voorouders in gelijke handeling ge 172 AANTEEKENINGEN 104. >>> vreesd , en om ' t welk wij ook des te minder daartoe » verstaan hebben . >> Uit al hetwelk U. Ed . klaarlijk begrijpen, (wij ook >> denzelven ten overvloede verzekeren mogen , ) dat wij in >> dezen niet zien op ons particulier ; begeeren ook niet >> hetzelve bij iemand onzenthalve gedaan te worden : want >> een goede vrede is ons en onzen gantschen Huize niet >> weiniger als eenigen ingezetenen dezer landen noodig. >> Wijlen onze Heer Vader h. m. en wij hebben ons nu >> over de 40 jaren in gedurigen strijd , oorlog en allerlei >> zwarigheid ten dienste van deze landen gebruikt en >> onzes Huizes welvaren daarbij opgezet met refus van >> alle avantageuse . conditien , die ons diverselijk zijn ge >> presenteerd geweest , ook als nog wel zouden volgen met >> notoir en groot voordeel van onzen Huize , indien onze >> Heer Vader en wij deze Christelijke zaak hadden willen >> verlaten : maar rust te nemen , als de vijand de landen » in onrust en grondelijk verderf zoekt te brengen , ver >> mag niet onze conscientie noch plicht , daarmede wij aan » de landen zijn verbonden. >> Daarbeneven zoo is ons voornemen niet , om ons met · » raad of daad in ' t minst te separeren of de voorschr . fun >> damentele en met behoorlijk beleid staatswijze genomen >> resolutien te impugneren of te verhinderen ; maar wel >> dezelve tegen alle listigheden en menées van den vijand >> naar ons uiterste vermogen en eisch van onzen ambte bij >> alle behoorlijke en dienelijke wegen te handhaven en uit >> voeren te helpen , U. Ed . vertrouwelijk waarschuwende , >> dat het alleen het werk van den vijand is , dezelve U. Ed. >> resolutien te contramineren , en dat hij daartoe geene lis >> ten , moeiten noch kosten zal sparen om tot zijn voor >> nemen te geraken , daarin hem de voorschr. resolutien >> alleen beletten . Waarom U. Ed . ( zoo lief hun is de >> conservatie haars lieven Vaderlands ; ) die voorschr . reso >> lutien tegen eenen iegelijk in alles moeten staande hou » den , ook zelfs over het vertrek van des vijands Gecom >> mitteerden , als van dewelken toch niet dan alle kwade >> vruchten te verwachten zijn . Inzonderheid zal U. Ed . AANTEEKENINGEN 104. 173 >> believen met ernst daarop te letten , dat de resolutien » van alle de andere Provincien gantschelijk hangen aan het » geen bij de Heeren Staten van Holland wordt goedgevon » den , en dat U. Ed . daarom bij hare resolutien in alle >> manieren moeten persisteren , zonder om iemands wil in » ' t geringste daarvan te wijken , of zich naar anderen te >> accommoderen , te min alzoo U. Ed . , als de meeste offen » sie gedaan hebbende , ook de meeste straffe zouden heb >> ben te lijden. >> Weshalve U. Ed . hiermede vermaand zullen wezen , >> om hare Gecommitteerden ter aanstaande dagvaart scher >> pelijk te lasten , dat zij preciselijk zullen hebben te » blijven bij de voorschr. fundamentele resolutien , en voor >> namelijk over de souverainiteit en vrijheid der landen >> geene andere verklaring toe te laten , dan de woorden >> van het eerste artikel van de vredehandeling zijn mede >> brengende , zonder daarin een eenig woord te laten ver >> anderen : dezelve U. Ed . Gecommitteerden ook autorise >> rende om te consenteren op de punten bij den Raad >> van State geproponeerd , alzoo anderszins en bij langer >> uitstel de staat van den lande buiten notoire confusie >> niet kan gehouden worden. >> Laatstelijk willen wij U. » om hare Gecommitteerden , Ed . wel verzocht hebben ,. die voortaan ter dagvaart >> compareren zullen , ernstelijk te bevelen , dat zij met ons >> in landszaken zullen hebben te houden alle goede cor >> respondentie en communicatie , zulks als ' t behoort en » met alle voorgaande Gouverneurs en bijzonder met wijlen >> onzen Heer Vader zal. is gepleegd , en (zonder roem te » melden) onze lange diensten genoegzaam meriteren ; ten >> einde alle zaken voortaan in confidentie , onderlinge cor >> respondentie en eenigheid ten meesten dienste van de lan >> den mogen worden beleid en alle misverstanden geweerd : » U. Ed . verzekerende , dat ons hetzelve altijd zeer aange >> naam zal wezen , en dat wij niet zullen nalaten bij alle occa >> sien metterdaad te betoonen de goede en getrouwe genegen » heid , die wij dragen tot het welvaren van den lande in 't >> gemeen en van U. Ed . stad en personen in ' t bijzonder. 174 AANTEEKENINGEN >> En hiermede ―――――― willen wij >> bevelen. 104-105. U. In ' s Gravenhage den Ed . den Almogende 21sten September 1608. >> U. Ed. goede Vriend , M. D. N." (105) De brief van Graaf WILLEM was van Septem ber 1608 , en is , naar wij weten , nimmer in druk ver schenen . 1 >> Edele Enz. Alhoewel U. Ed. uit het rapport van hare » Gecommitteerden genoegzaam vernemen zullen , in wat >> staat de zaken alhier gelaten zijn , zoo laat ik mij noch >> tans bedunken , dat ik ambtshalve schuldig ben U. Ed . » hierbij ten overvloed te verhalen , dat de vijand , gebroken >> hebbende de handeling van vrede , zeer listelijk geprac >> tiseerd heeft , dat bij de Gezanten der Koningen en Prin >> sen de treves zijn geproponeerd geworden : ' t welk gecau >> seerd heeft diverse disputen , waaruit eindelijk op den >> 13 3 dezer gevolgd is de resolutie , bij dewelke des vijands >> Gedeputeerden peremtoirlijk en voor allen delai gesteld is » de leste dag van deze loopende maand. Dewijl nu te >> bezorgen staat , dat wel eenige goede patriotten alleen uit >> gebrek van waren bericht zich wel zouden laten misleiden >> tot eene bedrieglijke en niet genoegzaam met behoorlijke >> conditien verzekerde en zeer schadelijke treves , zoo dient .>> vooral ernstelijk gelet en den goeden luiden wel inge >> scherpt , dat de vijand sedert lange jaren herwaarts niet >> als deze treves gezocht , ook alsnog niet anders voor >> heeft , om ons bij middel van dien op te houden en >> voorts buiten zorg en in den slaap , en alzoo eindelijk >> onder den voet en te gronde te brengen : gelijk dan de >> verstandigsten ervarensten van ' s vijands zijde de >> treves altijd gehouden hebben voor den eenigen en ge >> makkelijksten weg , daardoor de vijand zich absoluut mees >> .ter maken kan van deze Vereen . Landen : 't welk de >> oude en nog onlangs verstorvene patriotten wel verstaande , >> alle handeling geoordeeld hebben tot verderf en ruine der >> landen te strekken. In allen gevalle is buiten twijfel , >> dat men terstond na de treves den vijand noodzakelijk >> zoude moeten toestaan de differentiale punten en inzon » derheid de religie , of immers weder aannemen moeten AANTEEKENINGEN 105. 175 >> den oorlog , dat het voorgaande in zwarigheden , listen , >> perikelen en miserien verre zoude passeren , zoodat , of >> schoon de landen gedurende de voorz . treves eenige ver >> >> >> >> lichting mochten komen te genieten , daartoe dan in der waarheid kleine of geene apparentie is niettegenstaande alle subtilisatie ter contrarie , dezelven niettemin daardoor niet dan des te meer bezwaard zouden worden , mitsdien » de vijand zijnen staat bij wege van treves redresseren >> kan , en alzoo des te meer machts hebben zoude om ons >> te overvallen , inzonderheid wanneer men hem eenige korte >> treves kwame te accorderen , gemerkt hem een kort re >> spijt veel , en ons gants niet of weinig helpen kan ; in >> voege dat wij door de treves niet anders winnen zouden >> als ons verlies ; want toch geene hopening is , dat ons » de vijand alsdan de voorz . differentiale punten , voorna >> >> >> >> melijk de religie , zal willen accorderen ; daarop dan die genen , die de religie van harte beminnen , wel met ernst te letten hebben . Waaruit lichtelijk af te nemen staat , wat dan uit zulke treves te verwachten zoude wezen , » daarbij wij zouden missen de souverainiteit , om dewelke » te erlangen , deze handeling alleen aangevaard is , zulks >> dat diegenigen , die hiervan wijken en die de souveraini >> teit niet willen klaar en behoorlijk uitgedrukt hebben en >> dezelve onnoodig achten , den rechten weg tot conservatie >> des Vaderlands niet ingaan. Want behalven dat zulke >> treves voor dezen Staat gevaarlijk ja pernicieus zijn , zoo >> is den landen de souverainiteit ook ten hoogste noodig , >> niet alleen omdat zij van alle Koningen en Prinsen >> voor vrij gekend worden en zich van derzelver assisten >> tie daardoor verzekeren mogen , maar ook omdat de in >> gezetenen daarvan verzekerd zijnde , op geene andere >> nieuwigheden hopen , dan de landen eens in eenen vasten >> staat gebracht mogen worden , ' t welk niet kan geschie >> den , zoo lang de ingezetenen eene andere opgaande zon >> verwachten ; vooral mede omdat , zoo lang den vijand >> eenige pretensie toegelaten wordt , de staat van den >> lande in geene verzekering gesteld kan wezen. Daarom » de form van de souverainiteit noodzakelijk gehouden moet ¿ AANTEEKENINGEN 176 105-108 . >> worden , die na zeer rijpe deliberatie bij de Heeren Staten >> Generaal met advies van de t'samentlijke Gezanten in ' t >> eerste artikel van de vredehandeling gesteld , en alzoo en » niet een eenig woord anders noodig gevonden is . >> delijk dienvolgens verzoekende , Vrien dat U. Ed. hierop naar » hare voorzichtigheid rijpelijk letten , de eenigheid vooral >> behartigen en separatie mijden , en inzonderheid de tegen >> woordige constitutie van onzen Staat met het voordeel , >> dat de vijand uit de treves , en het notoire nadeel , dat » wij uit dezelve te verwachten hebben , naar hare wich » tigheid te recht overwegen , en vastelijk gelooven willen , » dat hetgeen alsnu niet wordt bedongen , naderhand met >> geene middelen ter wereld erhouden zoude kunnen wor >> den ; en dat U. Ed . daarom believen zorg te dragen , >> dat hare Gecommitteerden wederom afgevaardigd mogen >> worden met eene goede en vaste resolutie , daarmede >> ' t gemeene Vaderland verzekerd zij en de flaauwhar >> tigen gesterkt en aangepord worden kunnen tot mede >> handhaving en uitvoering van deze Christelijke en hoog >> loffelijke zake , dewijl zich te accommoderen naar eenige >> kleinmoedigen en geirresolveerden niet anders is als zich >> in de victorie zelfs den vijand over te geven. Inzon >> derheid bid ik , dat U. Ed. hare Gecommitteerden vol » komelijk en zonder eenige restrictie lasten willen op de >> punten bij den Raad van State geproponeerd , niet al >> leen ten aanzien , dat men anderszins den Staat niet » zal kunnen redresseren , maar ook dat , blijvende de » vijand alsnog in gebreke , men terstond in den aanvang >> van de hervatting des oorlogs te kort zal komen te >> vallen , daar hiertegen het eenige middel is , om deze » zaak tot eene goede uitkomst te brengen , dat men zich >> van nu af evertuere , om den vijand tot billijke , rede lijke en verzekerde conditien te dwingen. En mij des » tot U. Ed . gewoonlijken ijver gantschelijk vertrouwende , >> bidde God U. Ed . Edele." Enz. (106) (107) (108) BILDERD . , VII. 218 . WAG. , IX . 384. Res. Raad v. St. , 22 September 1608. >> De Heer AANTEEKENINGEN 108-109. 177 1 VAN SINDEREN proponeert door last van Z. Exc . , dat Z. Exc. vooral noodig vindt , dat bij den Raad gelet worde op de macht van de Provincien , en voorts gedelibereerd op de behoudenis van ' t land , ondertusschen dat de Gedeputeerden van de Provincien ter vergadering van de Staten Generaal wederom verwacht worden : ' t welk zoo bij den Raad insgelijks noodig geacht wordt , is goedgevonden Z. Exc. en den Heer Graaf WILLEM tot dien einde te verzoeken op morgen voor den noen ten tien uren in den Raad te willen komen , om ge reed te wezen tegen dat de Staten zullen verzoeken het advies van den Raad." 23 September. (Present Z. Exc. , Graaf WILLEM , Graaf HENDRIK Enz) . >> Is gedelibereerd op de middelen , noodig tot behoudenis en defensie van ' t land , communicatiefsge wijze daarop nog nader zal worden gelet en 非 gedelibereerd , en bij Z. Exc. en den Tresorier een staat beraamd." 25 September. (Present als voren) . » Z. Exc. levert over eenen staat summier , bij dezelve beraamd , van de noodige onkosten der oorloge , daarnaar dezelve acht dat met Gods hulp het land tegens des vijands geweld zoude kunnen ge defendeerd worden , indien men wederom in oorlog mochte komen . En na deliberatie is goedgevonden , dat een iegelijk van den Raad zich daarop nader zal bedenken , om op alles gedelibereerd te zijn tegens dat het te pas zal komen om de Staten te dienen van advies." (109) Dezen brief , naar wij weten , nog nimmer gedrukt , hebben wij getrokken uit eenen ongedrukten bundel stuk ken , beroerende den vredehandel , te vinden op de Leidsche Bibliotheek. >> Eerzame Enz. Wij vertrouwen , dat gijl . den inne >> houden van onzen voorgaande wel verstaan en de wich >> tigheid van dien wel overwogen zult hebben , ook voorts >> daarop eene vruchtbare en zulke resolutie nemen , als de >> conservatie van ' t Vaderland in ' t gemeen en van ul . stad >> in ' t bijzonder is vereischende. Tot vervolg van ' t welk » wij ul. wel hebben willen adverteren , dat de Audiencier » VERREYKEN op eergisteren van Brussel alhier wederge » komen is , alleen (naar dat wij voor III alsnog vernemen 12 178 AANTEEKENINGEN 109-111 . >> kunnen) met eene simpele verklaring van de Aartsherto >> gen , van dat dezelven met deze landen willen handelen >> als met eenen vrijen Staat , daarop zij niet pretenderen , >> zonder eenige mentie te maken van de aggreatie des » Konings van Spanje , anders dan dat zij verhopen dezelve » te verkrijgen . Waaruit klaarlijk is te speuren , dat de » vijand zoo lang zoo meer terug gaat van ' t gene hij in >> den beginne beloofd heeft , en niet anders zoekt als op >> dezen bedrieglijken voet en op 't verwachten van 's >> Konings van Spanje aggreatie , (daarop men nu bij de >> anderhalf jaar te vergeefs gewacht heeft , ) te continueren >> deze schadelijke treves en bij middel van dien ' t land te >> houden in gestadige onzekerheid , op hetwelk niet als >> een generale verloop van zaken zoude moeten volgen. » Dies wij ul. hierbij wel hebben willen vermanen , om >> hierop met behoorlijken ernst te letten• en ul. Gecom >> mitteerden met eene resolutie conform onzen voorgaan >> den brief alhier te zenden , opdat het land door deze >> listen en lagen niet kome te vallen in ' s vijands handen >> en volgens in eene eeuwige en ondraaglijke slavernij , >> daarvoor ul. God bewaren wil. En hiermede , Eerzame » Enz. zijt Gode bevolen. In ' s Gravenhage den 26sten Sep >> tember 1608. Ul. goeden Vriend , M. D. N." (110) JEANN. , II , 497 . 1 (111) WAG. , 9 St. , bl. 104 . IX , 388. VAN WYN , Bijv.op Wag. , Secr. Res. St. Gen. , 30 September 1608. >> Zijn in de vergadering gecompareerd , ter presentie van Z. Exc. , van Graaf WILLEM en den Raad van State , de Heeren Marquis SPINOLA , President RICHARDOT en MANCIDIDOR , wezende de Heer Audiencier VERREYKEN onpassig aan een been , alzoo dat hij niet is mede verschenen (1) : hebben verklaard in substantie (naar mijn beste onthouden en als ik heb kunnen verstaan), dat zij in de vergadering zijn gecompareerd om (1) VAN METER. , f. 573a zegt , dat VERREYKEN veinsde zich aan de schenen gekwetst te hebben en daarom zijne kamer te moeten hou den. In Res. Zeel. , 6 October leest men , dat VERREYKEN twee of drie uren te voren vertrokken was. AANTEEKENINGEN 111. 179 haar afscheid te nemen , en voorts vertoond , dat zij alhier zijn gekomen , gezonden bij den Koning van Spanje en Aartshertogen om te handelen en met de Heeren Staten te tracteren eenen goeden en vasten vrede , om daardoor een einde te maken van dezen langen oorlog , volgende de goede intentie en wil van Z. Maj . en H. Hooghen ; dat zij hen ook dienvolgende met de Heeren , die H. M. Ed . daartoe hebben gedeputeerd , sinceerlijk en getrouwelijk hebben ge employeerd en van harent wege daartoe gebracht en gedaan alles wes zij vermocht en geacht hebben tot vordering van de zake dienstelijk ; dat hen overzulks leed doet en zij be droefd zijn , dat de uitkomst evenwel zoo niet is geweest , als zij wel wenschen en hadden begeerd ; hebbende de Ko ning en de Aartshertogen , om niet na te laten , daarmede zij mochten betoonen , dat dezelven de zaak oprecht ge meend hebben , zoo ver gecedeerd in zijne reputatie , ` dat zij hen in de Vereen . Provincien hebben gezonden en laten komen , al is ' t dat de onderhandeling elders had kunnen geschieden ; en dat zij de Gedeputeerden van de Heeren Staten over hare zijde hadden mogen laten komen ; verkla rende , dat zij in de handeling het eerste punt , rakende den vrijen staat van ' t land , hebben geaccordeerd , maar dat H. M. Ed. haar hebben geoffenseerd in het tweede , ra kende het retablissement van de religie in de Vereen. Pro vincien , daarover de Pater Commissaris naar Spanje is ge zonden , die langer uitgebleven is als hun lief is , alhoewel dat men ondertusschen op andere punten heeft gehandeld ; dan dat ten laatste het punt van de religie hervat zijnde , de Heeren Staten resolutie genomen en hun verafscheid heb ben , zonder hen daarna meer te hebben willen hooren of hen eenige accommodatie of moderatie voor te houden ; voegende , dat haar last en instructie van den eersten aan is geweest te proponeren het stuk van de religie voor het eerste punt , ge lijk zij aan de Heeren aanwezende Gezanten van de Konin gen en Prinsen en aan eenige anderen (1 ), hebben laten (1 ) Aan wie ? Aan OLDENBARNEVELD ? Deze heeft er nooit iets van doen blijken . 12* el 180 AANTEEKENINGEN 111. blijken bij hare instructie en andere brieven ; maar bericht wordende van de zwarigheden , die daarin zouden vallen , dat zij hebben gedifficulteerd daarvan opening te doen , verhopende , dat ondertusschen daarin eenige verandering zoude hebben mogen vallen ; doch dat het eene kleine zaak zoude hebben geweest , dat de Heeren Staten hadden goedgevonden haar 1 te accommoderen en den Koning en H. Hooghen daarin te believen , omdat H. M. Ed . dat hadden kunnen gedoen , zonder daarom te verkorten den vrijdom van den staat van den lande , aangezien dat de Koning en H. Hooghen niet min konden begeeren in ver gelding van het quiteren van de souveraineté van den lande , als het punt van de religie , daarvan zij professie deden , tot genoegdoening van hare conscientie tot God , en om te believen de Catholieken , in zoo ver als er eenigen onder hen nog zijn ; buiten welk punt zij niet de waarde van een oortje hadden verzocht ; daarom dat zij Heeren Commissarissen hen beladen en in pijne vinden , hoe dat zij H. zullen kunnen verantwoorden bij den Koning en bij Hooghen , ' dat zij tegen haren last en instructie de handeling op het punt van de religie gelaten hebben tot het leste. Hebben voorts verklaard , dat , nadat de reso lutie van haar afscheid hun in handen was gesteld , zij hen hadden geprepareerd om te vertrekken , gelijk zij ook zouden gedaan hebben , ten hadde geweest dat de Heeren aanwe zende Gezanten van de Koningen en Prinsen ondertusschen eene treves voor lange jaren hen hadden geproponeerd en dezelve propositie bij geschrifte gegeven ; daarop dat zij hare verklaring aan dezelven hebben gedaan in conformité van ' t zelve geschrifte , gelijk de Heeren Staten dat nader van de voorz. Heeren Gezanten zullen verstaan ; dan alzoo dezelven echter daarin nog eenige zwarigheid hebben ge vonden , en dat hen de tweede resolutie van de Heeren Staten bij de voorz. Heeren Gezanten is behandigd , daarbij hun geprefigeerd wordt een precise dag tot haar vertrek , zoo verre als zij daarentusschen geenen last ontvangen con form ' t inhouden van dezelve resolutie , zonder hen hope te laten tot eenige prolongatie of andere verandering , dat AANTEEKENINGEN 111 . 181 H. Ed. hen daarom met de meening van H. M. Ed . had den geaccommodeerd en reisvaardig zijn om dadelijk te ver trekken ; doch dat zij niet mochten laten te zeggen , dat men hen rouwelijk bij beide de voorz . resolutien had ge tracteerd buiten alle de consideratien van de qualiteit en reputatie van hare Prinsen en hare personen , 4 die anders meriteerden ten regarde van hare incommoditeiten , en dat zij haar met zulke genegenheid en goede affectie hadden laten gebruiken om de handeling te vorderen en tot een goed einde te brengen ; hebbende H. M. Ed . den tijd zoo precies genomen , dat men eenen dienaar , dien men verlooft om zijne misdiensten , zoo niet zoude tracteren , overmits men denzelven , des verzoekende , licht eenen dag langer zoude accorderen om zijne hardes tot zijn vertrek te accom moderen ; protesterende voor God en der Heeren Staten ver gadering , dat de Koning , hare Prinsen en zij oprechtelijk gemeend en daarin met alle rondeur riteit gehandeld en gebesogneerd hebben , en dat zulks van alle inconvenienten en calamiteiten van log onschuldig willen zijn . de zaken en since zij over den oor Verklarende de Heer President particulierlijk , dat hij geen Propheet was noch geboren van een Propheet ; dan dat het den Heeren Staten zal berou wen , dat men den vrede niet heeft geaccepteerd en geam plecteerd , als den lande die is gepresenteerd en heeft mogen geworden. Hierop is geantwoord , dat , hadden de Heeren Commissarissen oorzaak of redenen om hen te beklagen en te protesteren over de resolutie van de Heeren Staten , dat H. M. Ed . veel meer redenen hadden zulks te doen over de proceduren , die de Heeren Commissarissen van den aan beginne in de vredehandeling gebruikt hebben tegen de be loften , signature , zegel en brief van H. Hooghen, niettegen staande dat dezelven tijdelijk van de resolutie van de Hee ren . Staten bij monde en in geschrifte op het stuk van de religie volkomelijk zijn onderricht geweest , en dat dezelven evenwel daarop de Heeren Commissarissen alhier hebben gezonden , (hetwelk in ' t lange particulierlijk werd gede duceerd :) hebbende H. Hooghen, accorderende de souverai neté of den vrijen staat van den lande , daarentegen den AANTEEKENINGEN 182 111. Heeren Staten wet daarin willen stellen met het retablisse— ment van de Catholieke religie , directelijk tegen de ver klaring en de acte van de aggreatie van de Aartshertogen , zonder dat de resolutien van H. M. Ed. anderszins eenige rouwigheden inhebben , aangezien dat H. M. Ed . altijd eene tegenheid hebben gehad tegen de longeurs en de trai natien van de handeling , die meer als een jaar geduurd heeft , hetwelk haar Staat en J de constitutie van hare zaken langer niet heeft mogen lijden ; en dat ook H. M. Ed. heb ben geconsidereerd , dat de Heeren Commissarissen bekwa melijker en met veel meerder commoditeit de resolutie des Konings van Spanje te huis als alhier zullen mogen ver wachten , bij zoo ver als H. Ed. nog hope hebben , dat zij die zullen bekomen ; achtende de Heeren Staten , dat zij van hare zijde God , haren Staat en onderzaten genoeg heb ben gedaan , en dat men overzulks geene redenen heeft hun te imputeren de miserien en calamiteiten van den oorlog , daarvan dat zij onschuldig zijn ; verklarende H. M. Ed. dat zij geresolveerd zijn religieuselijk te observeren den geaccordeerden bestand en te doen repareren , zoo verre als van hare zijde daartegen iets is gedaan of nog gedaan zal worden ; verzoekende te weten , of de Koning van Spanje en Aartshertogen gelijke meening hebben : in zulken gevalle hebben H. M. Ed . den Heeren Commissarissen ge recommandeerd de reparatien van de schade , geschied aan eenige koopvaarders , - en van andere contraventien , die den Heeren Commissarissen bij geschrift zijn gegeven. De welke verklaard hebben , dat zij van hare zijde den stil stand volgende het gehandelde begeeren te onderhouden , belovende de hand daaraan te zullen houden , dat op de voorz. klachten behoorlijk zal worden voorzien . AEn voor zoo veel de Heeren Staten hen beklagen , als of de Ko ning en Aartshertogen haar wet hadden willen stellen in de religie , zeiden , dat zij dat niet hebben begeeren te doen , maar dat dezelve alleenlijk het stuk van de religie hebben voorgesteld bij form van conditie , om daarop te handelen , niet om den vrijen Staat of souveraineté daarmede te prejudiciëren : vermanende de voorz . Heer President de AANTEEKENINGEN 111-116. 183 Heeren Staten , aleer zij resolutie nemen den oorlog te be ginnen , elk in haren boezem te willen gaan en te bezien , met wat conscientie dat zij dat zullen kunnen gedoen en oorzaak wezen van het storten van zoo veel Christenbloeds , en dat hare vrouwen en kinderen zulke calamiteit zal over komen. Daarvan dat de Heeren Staten hen hebben ont schuldigd en de schuld gelegd op den Aartshertoge , doende tegen zijne belofte , brief en zegel (1): hetwelk H. M. Ed . niet kunnen gelooven , aangezien dat dezelve is een Duitsche Prins , eens Keizers zoon en een Keizers broeder. Daarop H. M. Ed . den Heeren Commissarissen den adieu hebben gegeven : verklarende de Heer Marquis SPINOLA , dat hij voor zijnen persoon , gelijk ook de andere Heeren Commis sarissen met een tegenheid of dégoût van hier vertrekken , dewijl zij dienelijker achteden tot vordering van eene goede uitkomst van de handeling , dat zij alhier nog hadden mo gen blijven en verwachten ; hetwelk zij van goeder harten , niettegenstaande hare incommoditeit , gedaan zouden hebben ; dan hebbende gezien , dat de tijd van haar vertrek hen precies is gesteld , afsnijdende alle hoop van prolongatie , dat zij daartegen niet begeeren te doen , en overzulks da delijk zullen vertrekken , daar bijvoegende eenige courtoise complimenten." (112) Het vertrek der Spaansche gemachtigden staat in Res. Holl. aangeteekend met dit bijvoegsel : God geve , dat zij alhier geen kwaad zaad hebben gelaten , daarvan men mettertijd de effecten gewaar worde tot ruine van dezen Staat ! (113) JEANN. , II , 504. (114) WAG . , IX , 389. (115) JEANN. , II , 505. (116) JEANN. II , 500. » Je tiens pour assuré , encore que lui ( Maurice) quand il est en colère , et ses serviteurs trop souvent , tiennent des langages , comme s'il étoit résolu de se jetter à des conseils désespérés , qu'il est trop sage et trop homme de bien pour le faire." Pag. 507. » Quant à Monsieur le Prince MAURICE , il s'est montré si sage et (1) Hier schijnt iets uitgevallen. 184 AANTEEKENINGEN 116-119. considéré du passé , que je ne saurois croire non plus qu'il veuille prendre de mauvais conseils , encore qu'il tienne à présent d'autre langage par des instructions qui sans • doute viennent d'ailleurs que de son inclination . Bien est-il cer tain , quelque résolution que les États prennent , soit de trève ou de guerre , qu'elle sera sujette à des inconvéniens. Je dis même celle de la trève qui est la meilleure , au cas qu'ils ne rétablissent l'exercice de la religion Catholique en quelques endroits , ce que je vois bien qu'ils ne feront pas . J'excuse donc ledit Sieur Prince , s'il a des soupçons , et néanmoins résiste à son dessein." (117) Men leest die instructie bij v . METER. , f. 573b- 574d. >> Is in ' t lange Res. Raad v. St. , 2 October 1608. gelezen de principale instructie voor de Gedeputeerden van · den vijand , bij de Aartshertogen geteekend op ' t stuk van den vredehandel , bij Z. Exc. in den Raad vertoond , die of door abuis of met voordacht is gelaten , en na ' t vertrek van de voorz. Gedeputeerden gevonden in ' t logies van dezelven." 13 October. » De Heer WINWOOD communiceert den Raad een gedrukt exemplaar van de instructie van de Gedeputeer den van den vijand , op ' t stuk van den vredehandel in den Hage geweest zijnde : waarin de Raad niet wel te vreden wezende , en zelfs ook in de mare , die er gaat , van dat ook gedrukt of in handen om te drukken zoude zijn de brief van Z. Exc. aan de steden van Holland geschreven , en dat er nog wat meer zoude volgen ; is na deliberatie goed gevonden dien van Holland 't zelve aan te geven , en te verzoeken daarop onderzoek te willen laten doen , om den drukker te achterhalen en alle de exemplaren te doen in trekken. 't Welk den Klerk GOOL belast is alzoo te doen. Die gerapporteerd heeft den Advocaat van Holland in 't uitgaan , (alzoo de vergadering van Holland gescheiden was , ) voorgedragen te hebben , die begeerd heeft het exemplaar hem ter handen gesteld te worden , om alsdan met de Hee ren daarvan te mogen spreken.” (118) JEANN. , II , 505 , 510 en volgg. (119) JEANN. , II , 505 . AANTEEKENINGEN 120-128. 185 (120) Wanneer dit juist gebeurd is , hebben wij niet kunnen vinden. In Res. Raad v. St. wordt er geene mel ding van gemaakt. Het voorstel van WINWOOD ter aanprij zing van het bestand aan den Raad , is door hem gedaan op den 20sten October , en twee dagen daarna werd besloten hetzelve aan MAURITS mede te deelen. Wij hebben MAURITS en WINWOOD Voor het laatst te samen in den Raad tegen woordig gevonden op den 2den October , toen de eerste de gevonden instructie der Spaansche gemachtigden in den Raad bracht. Dit was wel eene gelegenheid voor den hier vermelden twist , waarvan echter in de Resol. van dien dag geen schijn of schaduw voorkomt. Sedert vinden wij MAU RITS niet in den Raad dan op den 6den November , maar toen was WINWOOD afwezig. (121) De Fransche Minister VILLEROY schreef aan JEAN NIN : >> On nous dépeint le premier (MAURICE) , un homme très-entier en ses opinions." JEANN. , III , 59. (122) In de Préface Hist. voor de Lettr. de CARLETON , p. 14 lezen wij van WINWOOD : >> Son humeur étoit brus que et ses manières rudes ." (123) JEANN. , III , 251 , 275 ; 324. IV, 99. WAG. , IX, 408. (124) JEANN. , II , 464 . (125 ) JEANN. , II , 514. (126) (127) WAG. , IX , 395 heeft verkeerdelijk 18 October. Men vindt dat antwoord der gezanten bij JEANN. , III . 3-20 , alsmede in het Secreetboek Stat. Gen. , en , in het Hollandsch vertaald , in den bundel stukken beroerende den vredehandel , op de Leidsche Bibliotheek. Daar nu de op gave van JEANNIN soms nog al merkelijk verschilt van die van het Secreetboek , waarmede 1 de gemelde Hollandsche ver taling overeenstemt ; en het blijkt dat MAURITS in zijn wederantwoord zich van die vertaling bediend heeft , zoo zullen wij de opgave van " het Secreetboek , voor zoo veel noodig , aan den voet van dat wederantwoord van MAURITS mededeelen . (128) Secr. Res. St. Gen. , 13 October 1608. pareren de Frankrijk en Heeren Ambassadeurs >> Com van de Koningen van Groot-Britannie : hebben eerst bij monde ge 186 AANTEEKENINGEN 128 . proponeerd generalijk , en serieuselijk in 't particulier ge recommandeerd ' t geen H. Ed . schriftelijk ter requisitie van de Heeren Staten daarna hebben overgegeven. - Verklarende de Heeren Gezanten van de Keurvorsten en Vorsten , nadat de Heeren Gezanten van de Koningen hare particuliere recommandatien hadden gedaan , dat H. Ed . bij hare Over heeren alhier gezonden en gelast zijn geweest , om benevens de Heeren Gezanten van H. Majen dezen landen te helpen procureren eenen goeden , verzekerden , Christelijken peis of eene treves voor lange jaren , en hen daarin met dezelve Heeren Gezanten te voegen , gelijk zij gedaan hebben , en dat H. Ed. voor alsnog in de voorz . gedane propositie de zelve voor haar particulier goed zouden vinden en overzulks hen ook niet zouden begeeren daarin van H. Ed. te separe ren : maar alzoo de Heeren Gezanten van de Koningen na de rupture van den peis naderen last hebben ontvangen , en zij niet als hare eerste instructie , dat H. Ed . daarom hierin verder niet konden gaan of doen , als de Heeren te verzoe ken en ernstelijk te vermanen , dat H. M. Ed. op deze zaak , die van zeer groote importantie is , rijpelijk willen letten en resolveren , gelijk dezelven voor haren beste en verzekerdheid zullen bevinden te behooren. Is na deliberatie goedgevonden , dat men de Provincien van het voorz. gepro poneerde zal geven copie om daarop te letten en resolveren. Z. Exc. heeft den Heeren Staten in bedenken gesteld , of dezelven niet zouden goedvinden de Heeren Ambassadeurs te verzoeken , dat H. Ed . gelieven H. M. Ed . te communiceren den brief , dien H. Ed . , deze propositie aangaande , van de Heeren Commissarissen van de Aartsbertogen hebben ont vangen , en wat dezelven daarop aan de voorz. Heeren Com missarissen voor antwoord hebben geschreven , gelijk Z. Exc. dat voor zijn advies zoude goed bedunken , achtende , dat de voorz. brief in deze zaak eenig licht zal mogen geven. Graaf WILLEM , de Raad van State , die van Gelderland en Zeeland hebben verstaan , dat men de voorz. communicatie met beleefdheid zoude mogen verzoeken. Dan alzoo die van Holland haar advies hierop hebben opgehouden , hebben de andere Provincien van gelijke gedaan." AANTEEKENINGEN 14 October. 128-130 . >> Is wederom geproponeerd , 187 of men vol gende het voorgeven van Z. Exc. van de Heeren Ambassa deurs zal verzoeken communicatie van 'den brief, dien de Heeren Gezanten ontvangen hebben van Brussel met den lesten courrier van de Heeren Commissarissen van de Aarts hertogen , de treves aangaande : en goedgevonden , dat de Griffier eerst de Heeren Gezanten zal verzoeken , dat H. Ed. gelieve de beloofde punten bij hare propositie den Heeren Staten over te geven , om , dezelve alhier geëxamineerd we zende , alsdan gedelibereerd en geresolveerd te worden , hoe dat men de voorz. communicatie met beleefdheid zal mogen van hen krijgen , te weten , van den voorz. brief , bij de Hee ren Gezanten ontvangen : dan wordt zwarigheid gemoveerd , of men meteenen ook zal verzoeken communicatie van de ant woord , die de Heeren Gezanten daarop hebben geschreven." 17 October. >> Zijn gecommitteerd uit elke Provincie één , om de Heeren Gezanten van de Koningen en Prinsen met beleefdheid en courtoisie te verzoeken communicatie van het schrijven , dat H. Ed. ontvangen hebben van de Commissa rissen van de Aartshertogen met den lesten courrier , de treves toucherende." (129) Betrekkelijk het gehoor der gezanten ter Staten Generaal op den 13den October schrijft JEANNIN , III. 37 : » Après notre départ de ladite assemblée , ledit Sieur Prince dit , qu'il nous falloit prier de leur faire voir les lettres qu'on nous avoit écrites de Bruxelles , ensemble notre répon se , et que la lecture pourroit servir à les instruire pour mieux délibérer sur cette affaire. Son opinion fut à l'in stant suivie par quelques-uns ; puis cette délibération sursise et remise à une autre fois. Il avoit été bien informé de ce que contenoient lesdites lettres , et est certain que , si elles n'eussent été vûes , l'assemblée en eût pris un grand dégoût , peut-être eût suffi pour rompre tout." (130) Dezen brief met de bijgevoegde bedenkingen , nim mer , naar wij weten , gedrukt , vindt men in den reeds meermalen aangehaalden bundel stukken van de Leidsche Bibliotheek , terwijl dezelve brief slechts vertaald voorkomt bij JEANN. , III. 27. 188 AANTEEKENINGEN » Erentfeste , 130. Eerzame , Wijze en Discrete , Lieve , Bij >> zondere ! Bij onzen voorgaande van den 21sten September » ll . hebben wij ul. ambtshalve gewaarschouwd van hetgeen » gijl. 't uwer conservatie te considereren en te doen hebt >> in deze voorgeslagene handeling van treves , en alhoewel >> wij niet twijfelen , of gijl . zult onze trouwhartige verma >> ning , als ul. ten beste geschied , met behoorlijken ernst >> verstaan en aangenomen hebben , ook in hetgeen ul. over » deze handeling voorder zal mogen bejegenen , als oprechte >> patriotten betrachten , en dat overzulks onnoodig ware ge >> weest ul. dienaangaande wijder te onderrichten en te ver » manen , dewijl nochtans de Heeren Ambassadeurs deze >> dagen nevens hare nieuwe propositie ook overgeleverd >> hebben een groot discours , dienende om niet alleen H. Ed . >> eerste propositie , den 27sten Augustus 11. op ' t stuk van » de treves gedaan , te bevoorderen , maar ook om den » voorz. onzen brief te refuteren en volgens ul. goede reso >> lutien , daarop genomen , te enerveren , daartoe H. Ed . >> dan zeer vele specieuse redenen bijbrengen , en niettemin >> bekennen , dat daartegen ook vele wichtige wederredenen » dienen , in voege dat een oprecht liefhebber des vaderlands >> billijk bewogen wordt om zijn gevoelen daartegen te open >> baren , te meer wijl diezelve Heeren Ambassadeurs geene >> volkomene kennis hebben kunnen van den aard van onzen » Staat , noch van hetgeen tusschen ons gepasseerd is ; zoo » zijn wij daardoor veroorzaakt , om ons contrarie bedenken » ul. hierbij wederom mede te deelen en door de voorz. >> occasie wat omstandiger , als wij wel gewoon zijn , te de >> duceren de motiven , die wij hebben om den raad van de >> Heeren Ambassadeurs niet te volgen. ' t Is notoir , dat >> van den beginne dezer oorlog voor een fundament van >> onzen Staat bij de ervarensten en getrouwsten dezer lan » den altijd is gehouden geweest met den vijand niet te » handelen, en dat wij zonder verderf van onzen Staat in » geene handeling konden treden , ook schoon wanneer wij » alles , dat wij mochten begeeren , hadden mogen verkrij— >> gen : welke regel niet alleen stichtelijk (1 ) onderhouden (1 ) Misschien stiptelijk in de vertaling bij JEANNIN fermement. AANTEEKENINGEN 130. 189 >> is geweest bij eenen iegelijken , zelfs bij degenen , die nu » van een contrarie • advies zijn (1 ) ; maar men heeft ook >> bij alle wegen tegengestaan degenen , die dezen regel zoch >> ten te impugneren , houdende alzulke voor onduchtige en » schadelijke luiden in onzen Staat , en dat met zulke con >> stantie dat men ook de intercessien van den Keizer , Ko >> ningen van Frankrijk, Engeland , Denemarken , Polen , » Prinsen des Rijks , noch van iemand anders eenige plaatse >> daartegen heeft laten vinden ; zelfs niet de intercessie van » de Koningin van Engeland in den jare 1587 , als de lan >> den geinfecteerd waren met periculeuse factien , als Nij » megen , Zutphen , Deventer , Grave , Breda en Groningen >> in ' s vijands geweld waren en de ordinarise middelen van >> den lande boven 200000 gulden (2) ter maand niet uit >> brachten , zoodat men noch leger noch geschut noch rui >> terij konde te velde brengen ; en daarenboven als door >> het sluiten van de Sond de landen in de hoogste be >> naauwdheid geraakt waren. Door de autoriteit des Ko » nings van Frankrijk heeft men daartoe ook niet kunnen >> beweegd worden in den jare 1598 , • als het tractaat tot » Vervins was gesloten , niettegenstaande men wel zag , dat , » de vrede in Frankrijk getroffen zijnde , de gantsche last >> van ' t oorlog op deze landen vallen zoude , en dat onze » middelen ongelijk kleiner waren als nu , en wij van onze >> macht ter zee nog geene proeve gedaan noch gezien had » den , dat wij den Koning van Spanje daarmede tot redenen >> konden brengen . Maar sedert eenigen tijd herwaarts heeft » men beginnen voor te slaan , dat men zou mogen hande » len , als de vijand zijne pretensien tot de heerschappij » dezer landen quiteren wilde , even als of men hier voor >> maals daarop niet had gelet , toen men alle handeling en » conditien uitsloot , en dat alle zwarigheid zoude cesseren , >> als men zich niet begaf onder de regering van den vij >> and. Daardoor en vele andere wichtige redenen , hier te (1 ) Zie het gevoelen van V. D. MYLE en OLDENBARNEVELD in 1588 , in ons I Deel , bl . 84 , 86 . (2) In de vertaling leest men : onze cent francs. AANTEEKENINGEN 190 130. » lang om te verhalen , ook voornamelijk geconsidereerd is >> geweest , dat simpel het handelen pernicieus was , ten >> aanzien dat onze Staat in de alliantie van zoo vele leden , >> die onderscheiden zijn in gezindheden , voornemens en in >> teresten , is bestaande , en dat overzulks in onderlinge >> disputen gerakende , en eenig artikel gesteld zijnde , 't >> welk den eenen meer als den anderen betreffen mochte , >> ook de een meer door ' t oorlog beschadigd zijnde dan de >> ander , dat men daardoor zou komen te vervallen in con >> tentien , jalousien en suspicien , en alzoo voorts , bij ge >> breke van autoriteit om daarin te voorzien , geraken >> zoude in scheuring en eindelijk in onverwinnelijk verderf » en ruine , of immers elkanderen tot eene schandelijke >> reconciliatie dringen , overmits de vijand , onze desorder » ziende , altijd zou mogen rugwaarts gaan ; en dat wij >> daartegens eendrachtig blijvende , niet zouden kunnen ge >> broken worden , gelijk de ervarenheid van de voorgaande >> handeling had geleerd. En is ook ten andere overwogen » geweest , dat , als schoon goede conditien gemaakt en ge >> arresteerd waren , dezelve toch bij verandering van tijden >> en gelegenheden niet zouden onderhouden worden bij de » genen , dien zij zelfs aangingen . Hetwelk de vijand , >> (zijnde de wapenen eens in ' t geheel of ten deele neder » geleid , ) door zijne practijken en degenen , die hem toege » daan zijn en zelfs nog dagelijks van hem aan zijnen koorde >> getrokken zouden mogen worden , allengskens zou kunnen » te wege brengen , zoo niet overal , ten minste aan diverse >> plaatsen , geene macht of autoriteit in den lande we » zende , die daarin zoude kunnen remedieren , of eenig >> lid , bij den vijand gestijfd , bedwingen , wanneer het zijn » eigen recht , bij tractaat verkregen , zou willen afstaan. >> En nadien deze evidente zwarigheden bij den voorz. voor » slag niet zijn weggenomen , dan veel meer dat de landen >> daardoor gedreigd worden met apparente perikelen , die >> zich nader openbaren zullen ; dat wij ook tot nog toe >> geene opening hebben gehad van eenige orde , die men >> zoude mogen stellen tegen alle confusien , die de voorz. » zwarigheden zoo wel in als na de handeling onder ons AANTEEKENINGEN 130. 191 >> zouden mogen verwekken , zoo kunnen wij ons in deze >> handeling niet gerust vinden , noch vergeten hetgeen ons >> al van onze jonge jaren af is ingeprent zoo bij onzen >> Heer Vader h. m. als bij de voornaamsten van dezen >> Staat , inzonderheid wij bij de effecten bevonden wordt » de voorz . regelen niet vergeefsch te zijn. Dezen allen >> niettegenstaande is men in de vredehandeling gekomen , >> niet omdat de voorz. perikelen cesseerden , maar omdat >> men meende daarin voorzien te wezen bij twee midde >> len , namelijk dat men de handeling niet zou aanvangen >> zonder eerst en alvoren bij brief en zegel zoo van den >> Koning van Spanje als de Aartshertogen verzekerd te » wezen , dat dezelven ten eeuwigen dage op de landen >> niet zouden hebben te pretenderen eenig recht van sou >> verainiteit , ten andere dat de Provincien , steden en leden >> van dien malkanderen beloofden in geene handeling te >> treden , >> hebben. zonder eerst de voorz. brieven ontvangen te Waarop de Aartshertogen wel verleend hebben >> acte van den 24sten April 1607 en hare brieven van den >> 12den Juny daaraanvolgende , inhoudende belofte van het >> zelve bij den Koning van Spanje te doen aggreëren : >> maar deze aggreatie is tot nog toe in· ' t geringste niet >> geschied. De Heeren Staten Generaal daardoor bemer » kende , dat de Koning van Spanje deze aggreatie bij zijne >> acte in dato den laatsten Juny 1607 genoegzaam refu >> seerde , en bij zijne acte van den 16den September 1607 >> in zulker voege restringeerde , dat men klaarlijk speuren » konde , dat men dezelve van hem niet had te verwach >> ten , vonden groote zwarigheid om te consenteren van op » de voorz . acten in handeling te treden. Dan eindelijk is >> men bij advies en inductie van de Heeren Ambassadeurs » zoo wijd van de voorz. resolutien afgeweken , dat men >> den 23sten December 1607 goedgevonden heeft in handeling >> te komen , zonder op de voorz. aggreatie voorder in >> stantie te doen , mits dat de Provincien malkanderen >> eendrachtelijk , oprechtelijk en ter goeder trouw beloof » den , dat in het eerste artikel van de handeling zoo wel >> van vrede als van stilstand uitdrukkelijk zoude moeten 1 192 AANTEEKENINGEN 130. » gesteld en toegestaan worden der landen vrijheid , en dat » de Koning van Spanje en Aartshertogen daarop niet pre >> tenderen , en zulks in den besten form , en bij gebreke » van dien , dat de handeling gebroken en het oorlog met » gemeene macht hervat zoude worden : meenende zij alzoo » malkanderen wel verzekerd te hebben , doordien men zon >> der afstand van ' s vijands pretensien niet zoude hande len , en bij gebreke van dien gelijkelijk en zonder scheu >> ring den oorlog weder aannemen . Volgende ' t welk in >> de handeling van vrede gekomen zijnde , is bij een van >> de eerste artikelen van dien met advies van de voorz. >> Heeren Ambassadeurs en bewilliging van beide partijen , >> na lange beraadslaging en overweging van alle woorden , » gemaakt een formulier van de voorz . verklaring , hetwelk >> medebrengt , in wat voege beide de partijen als ook de >> Heeren Ambassadeurs verstaan hebben , dat de voorz. er >> kentenis van der landen vrijheid en afstand van ' s vijands >> pretensien behoorde te geschieden , als dezelve suffisant » en bondig zoude wezen ; inhoudende mede , dat de renun » tiatien , daartoe noodig , bij een bijzonder artikel nader » in den besten form zouden worden gesteld . Waaruit dan >> besloten wordt , dat de meening , verstand en intentie der >> beide partijen mitsgaders van de Heeren Ambassadeurs >> altijd geweest is , dat de woorden gesteld in de voorz. >> acte van den 24sten April 1607 niet suffisant waren om » te dooden de pretensien van den vijand , maar dat die » gesteld moesten worden in den besten form , dat is , van » geen titel of wapenen te voeren en voor haar en hare » nakomelingen , met behoorlijke renuntiatien en beloften >> van ten eeuwigen dage (want de vrede voor eeuwig is) >> op de landen niet te pretenderen. Nadien nu dit artikel >> eens afgehandeld en geaccordeerd is , zoo behoort in geen » dispute gesteld noch ook in ' t geringste geweken te wor >> den van hetgeen , daarop de voorz . vredehandeling zoo >> lang gecontinueerd en diverse punten ter wederzijde ge >> sloten en toegestaan zijn , en dat zoo weinig bij de Pro » vincien , steden en leden van dien , als bij den vijand >»> zelfs : want bij eenige Provincien en leden derzelven kan AANTEEKENINGEN 130. 193 » daarvan niet geweken worden , overmits zij , om zich >> tegen de voorz . inconvenienten te verzekeren , malkan >> deren beloofd hebben zoo wel de handeling van vrede >> als van treves af te snijden , bijaldien men de voorz. » verklaring in den besten form niet konde verkrijgen. En >> over den form mag nu niet gedisputeerd worden , mitsdien >> bij het voorz . artikel die form zoo solemnelijk als boven » geaccordeerd en besloten is geweest : want den form nu >> wederom in dispuut te willen brengen , is niet anders >> als de scheuring eene kleur te geven . Doch is ook tegen » die dispute , den form belangende , voorzien bij twee reso >> lutien , de eene in dato den 30sten Augustus gevolgd op >> eene resolutie van de Heeren Stater van Holland van >> den 29sten, inhoudende , dat de voorz . verklaring of er >> kentenis zal wezen voor altijd , ook na de expiratie van >> de treves , het zij dat er vrede ten principale gemaakt >> wordt of niet ; en de tweede in dato den 13den September » 1. daarbij den Gezanten van de Aartshertogen opgelegd >> wordt te vertrekken , bij zoo verre zij bij den Koning » van Spanje vóór den laatsten derzelve maand niet waren >> gelast de voorz . erkentenis te doen voor altijd : uit ' t welk >> volgt , dat , schoon men bij gemeen consent de voorz. » verbindtenis , beloften en resolutien zou mogen te niet >> doen , ' t welk - zonder 18 perikel van onzen Staat niet kan >> geschieden , nog evenwel van deze resolutien niet mag >> geweken worden zonder ' t publieke geloof te verkorten , >> ook schoon de meeste stemmen zulks verstonden . Want » de Nadere Unie van Utrecht mitsgaders ' t verbond , >> tusschen de steden en leden van Holland gemaakt , in >> zaken van dusdanige natuur geene overstemming toela >> ten ; en opdat dit avontuur van stemmen ons niet zoude >> werpen in de >>> beloften voorz. zwarigheden , zoo zijn de voorz. en verzekeringen gedaan van 't zelve niet te >> zullen stemmen , maar blijven bij de voorz . resolutien >> zonder verandering , om niet te vallen in de inconvenien » ten , die wij nu voor oogen zien . Dewijl dan de voorz . >> resolutien zijn genomen als een verbond , dienende tot » voorkoming van alle scheuringen , die uit de verscheiden 13 III 194 AANTEEKENINGEN 130. >> heid van de adviezen zouden mogen spruiten , wanneer » men van den eersten voet en zoo voorts tot andere > nieuwigheden zou willen schrijden , daarvoor in deze han » >> deling allermeest staat te vreezen , zoo moet ook volgen , » dat degenen , die zonder algemeen en eendrachtig consent >> eenigzins zouden komen te declineren van de voorz. reso >> lutien of van hetgeen met zoo goede kennis solemnelijk » met den vijand is geaccordeerd , hare beloften te buiten >> zouden gaan , en alzoo oorzaak zijn van alle disputen , >> twisten en scheuringen , die daaruit zouden mogen komen >> te rijzen , als wijkende van de resolutien , die tot hand >> houding van eendrachtigheid zijn genomen , en integendeel >> dat de eere van eendracht competeert dengenen , die be » geeren te blijven bij hetgeen eendrachtelijk is besloten : » want indien wij beginnen onze genomene resolutien te » veranderen , te buigen of te breken , zoo kunnen wij onze >> ruine niet ontgaan. De Gecommitteerden van den vijand >> kunnen ook met geen fundament bij de treves in twijfel >> trekken hetgeen bij het voorz . artikel van de vredehande >> ling is toegestaan , ofschoon de vredehandeling gebroken >> is ; gemerkt het afstaan van hare pretensien op de landen > » niet anders is dan de verklaring van eenerlei zaak , die in . >> denzelfden form toegezegd is zoo wel bij treves als vrede , >> en derhalve ook in beide gevallen in denzelfden form ge >> daan moet worden , die henl . ook niet meer bezwaart in » eer , reputatie of substantie , wanneer die gedaan wordt >> in de treves dan in den vrede : zoodat , indien zij ons >> wilden accorderen de substantie van hetgeen zij ons be >> loofd en bij de handeling van den vrede toegestaan heb zouden zich aan de woorden , bij henl . eens >> goedgevonden , nu geenszins stooten : en al hetgeen bij >> henl . nu voorgegeven wordt , zijn maar bedriegelijke pre >> ben , zij » texten. Dan , om de waarheid te zeggen , zoo wordt de » vijand daartoe alleen gemoveerd door de hope , van ons » door ijdele , donkere en op schroeven gaande woorden in >> dispute en oneenigheid en volgens in scheuring en alzoo >> eindelijk tot eene reconciliatie te brengen ; ' t welk zijn >> eenig dessein is , daartoe hij aanvankelijk deze handeling AANTEEKENINGEN 130. 195 >> heeft beleid , zonder ooit gedacht te hebben de pretensien » op deze landen ter goeder trouw te quiteren , gelijk men » bij zoo vele goede adviezen van alle kanten gewaarschuwd >> is geweest : 't welk ons immers billijk achterdenken be >> hoort te geven en bewegen van geene andere formulieren >> te hooren spreken , verzekerd , dat men het formulier >> niet zou weigeren , zoo men de substantie oprechtelijk >> wilde toestaan : invoege , dat , hoe men ditzelve meer in >> dispute trekt , hoe wij ons daarvan meer moeten verze » kerd houden , en met des te meerder standvastigheid ons >> daartegen wapenen . Wij vertrouwen vastelijk , indien de >> Heeren Ambassadeurs van deze gelegenheid wel waren >> geinformeerd geweest , dat zij ons geenszins zouden raden , >> om door verandering van de fundamentele regelen van onze >> regering , en van de resolutien en verbonden , daarmede » wij malkanderen verzekerd hebben , om te treden in eene » handeling , daarvoor wij en onze ouders zoo zeer hebben >> geschrikt , dit alles wederom te brengen in dispute en ons in hasard van tweedracht en onder » daardoor te stellen " >> gang , en dit om aan te nemen eenen stilstand van vele die zoo weinig in de wereld is gepractiseerd ge >> weest , en die de Heeren Ambassadeurs zelfs bekennen , >> niettegenstaande de redenen , bij H. Ed. aangetogen , zeer » vele zwarigheden en inconvenienten onderworpen te zijn ; jaren , >> zoodat alzoo apparent is , dat wij door denzelven stilstand >> van erger als beter conditien zouden worden. Immers is » buiten twijfel , dat de vijand daardoor in beteren en ver » zekerden staat zoude worden gesteld , en na expiratie van » de treves meer voordeels op ons hebben , als hij gedu >> rende zulken tijd van treves bij openbaren oorlog op ons >> zoude kunnen gewinnen. De autoriteit van de Koningen » en van de Heeren Gezanten , mitsgaders de beneficien , die » wij van H. Majen ontvangen hebben , verobligeren ons » billijk tot allen mogelijken respecte en dankbaarheid in » al ' t gene dat in ons vermogen , ook eerlijk en deugdelijk >> is : maar wij moeten verzekerd zijn en op hare gerechtig >> heid en goede genegenheid volkomelijk ons vertrouwen , » dat zij van ons niet begeeren , hetwelk men zoude mogen 13* ( 196 130. AANTEEKENINGEN >> verstaan anders te wezen. Zoodat in dezen niet anders >> valt te examineren , dan of deze treves en conditien , die >> ons worden geproponeerd , zoodanig zijn , dat men met >> verzekerdheid en voordeel van onzen Staat daarop zoude >> komen in onderhandeling : want indien die zoodanig be >> vonden worden , dat onze Staat daardoor zoude vallen in >> perikel en merkelijk achterdeel , zoo kan men ons niet » verdenken , dat wij op onze eigene conservatie letten , >> ook niettegenstaande onze opinie van de hare mocht ver >> scheiden zijn , doordien deze deliberatie alleen ons en >> niemand anders is incumberende . Staande dan alleen >> hier te delibereren , of men met voordeel en verzekerdheid >> van onzen Staat , behoudenis en welvaren van de goede >> ingezetenen , die daarvoor zoo veel hebben geleden , in >> handeling van den langen stilstand behoort te treden , zoo >> dunkt ons voor ons advies , dat men behoudens eer en >> >>· » » eed en de getrouwigheid , die men elkanderen bij zoo vele resolutien en verbonden heeft beloofd , en daarop men malkanderen in deze handeling heeft gebracht , mede om geene scheuring te veroorzaken door inbreuk • van >> hetgeen eendrachtelijk is besloten , niet mag wijken van >> het voorz. artikel , bij de vredehandeling op de souverai » niteit ter wederzijde geaccordeerd , maar dat men dien » volgens behoort te hebben eene verklaring van de souve 养>> rainiteit , gesteld met goede , klare en geenszins tweezinnige, >> captieuse , dan met dezelfde woorden , die in het voorz . >> artikel begrepen staan , en dat men daarom in geene han >> deling behoort te komen , vóór en aleer de Aartshertogen » dezelve verklaring bij den Koning van Spanje zullen heb >> ben te wege gebracht , zoo mits redenen voren verhaald , >> als diegenen , die wij aangeteekend hebben op elk artikel » van het discours der voorz . Heeren Ambassadeurs hierne >> vensgaande : verzoekende , dat gijl. daarop letten en resol >> veren wilt met zulken ernst en sinceriteit , als ul. eigene >> conservatie ten hoogste vereischt , wij ul . vertrouwen , en >> gijl. ' t zelve voor het vaderland en de posteriteit gedenkt >> te verantwoorden . Altijd willen wij ons hiermede tegen >> het land en ul. voor God en de wereld van ons devoir AANTEEKENINGEN 130. 197 » gekweten , en van allen onheil , die anderszins den lande >> overkomen mochte , geëxcuseerd , en voorts • alles tot ul . >> eigene voorzichtigheid , gewoonlijken ijver en zoo menigmaal >> bewezen courage en trouwigheid gesteld hebben. En hier >> mede , Erentfeste , Eerzame , Wijze en Discrete , Lieve , » Bijzondere , zijt Gode bevolen. In ' s Gravenhage den >> 21sten (1) October 1608. Ul. goede Vriend , m. d. n.” >> Consideratien van Z. Exc. en » Graaf WILLEM VAN NASSAU op de >> redenen bij de Heeren Ambassa >> deurs den 13den dezer overgegeven >> tot nadere verklaring , bewering en >> bevoordering van hare propositie , >> gedaan den 27sten Augustus 11. op » 't stuk van den stilstand voor vele >> jaren (2). » Op ' t eerste artikel , beginnende : Men zegt » ten eerste dat de liberteit , etc. (3). >> Dewijl het gantsche stuk daarin alleen bestaat , dat het >> land na eenen veertigjarigen krijg gesteld mag worden in » rust en vrijheid , zoo is ook vooral noodig , dat de sou » verainiteit uitgedrukt worde met genoegzame , klare en » geenszins twijfelachtige woorden , gemerkt de Koning van » Spanje diezelve anderszins t' allen tijde uitleggen kan t' >> zijnen voordeel. Nu kan een ieder van gezonden oordeel >> we verstaan , dat die woorden , die men ons poogt te (1) Het is mij onzeker , of men 21 , dan wel 23 lezen moet. JEANNIN heeft het eerste. (2) Vgl. bov. aant. 127. (3) >> On dit en premier lieu , que la liberté n'est pas bien assurée et pour toujours , par les mots contenus en notre écrit et en la première trève : et nous répondons , si le zèle de ceux qui sont de cette opinion , ne va qu'au public , qu'il y en a assez pour les contenter : car la trève n'étant restreinte ni limitée au temps de la tréve , mais accordée en mots généraux et indéfinis , c'est autant que si ces mots , pour toujours , y étoient ajoûtés , attendu qu'c'est un acte qui de sa nature ne reçoit temps ni condition , s'il n'est nommément dit et exprimé ." 198 AANTEEKENINGEN 130 . » doen gelooven , in geener maniere uitdrukken noch inhou >> den ' t geen men begeert. Want men niet verzoekt noch 1 » ook behoeft eenige verklaring van onze vrijheid of van >> een vrijen Staat , overmits wij altijd vrij geweest zijn ook » onder onze Prinsen , die ons wettelijk naar de rechten en » privilegien der landen geregeerd hebben. Maar om eens >> uit deze langdurige oorloge te geraken , zoo hebben wij » van noode de verklaring van onze wederpartij , van dat » zij beloven nimmermeer iets te pretenderen op de heer >> schappij dezer landen. Dan zonder dezelvige kunnen wij geere hopening hebben van t' eenigen tijde in ruste te » kunnen leven , gelijk bij alle resolutien , over deze hande » ling genomen , altijd eendrachtelijk is verstaan : anders » zins ' t geen men ons belooft zonder de voorz . verklaring , >> kan tot geen ander einde dienen , als om tot de preten >> sien te geraken en deze landen t' onder te brengen , te d dt niet te preten >> meer wijl die woorden van op de vrijhei wor happij niet wegnemen , de heersc op d » deren , de pretensienan stilst » , verscheiden zaken komt » mitsdien de vrijheid en heerschappij twee begrepenI » zijn : daarbij gevoegd , dat alles wat in een tractaat van met den uit >> stilstand begrepen wordt , komt te expirere tractaat na » gang van den stilstand ; zoodat het geheele gemaa kteli tenjkware be >> zijne expiratie gehouden wordt als niet >> de continuatie van eenig punt voor altijd expresselijk be >> dongen mocht wezen. Daarop dan des te meer gelet >> moet worden , omdat des Paus Nuntius in Frankrijk >> zijnde , en de Jesuiten hare uiterste naarstigheid den , » ten einde deze form , bij de Heeren Gezanten voorgeste >> goed en genoegzaam gevonden mag worden. Daarom ook >> ' t woord voor altijd des te meer vereischt wordt , mits » dien bij tractaten van peis gemeenlijk een artikel wordt >> gesteld , dat dezelve eeuwig zijn zal : maar indien bij een » tractaat van stilstand ' t woord voor altijd niet uitgedrukt >> is , zoo komt de souverainiteit ook uit te gaan en te >> cesseren met den stilstand . En de meening van de Hee >> ren Staten is , dat de souverainiteit zal eeuwig zijn , en » de Gedeputeerden van de Aartshertogen hebben wel ron >> delijk verklaard ter contrarie , dat hare Meesters dezelve AANTEEKENINGEN 130. 199 >> niet verstaan langer te zullen duren als voor den tijd van >> den stilstand. >> Op ' t artikel beginnende : Men moet ook con » sidereren , etc. (1). >> Wij verzoeken geen octroy of gift van vrijheid , als >> wel wetende , dåt. wij die van ons zelven hebben : maar >> hier wordt gehandeld om de wapenen neder te leggen en >> 't land in , verzekerdheid te brengen; ' t welk niet kan >> geschieden , ten zij de Koning van Spanje volkomelijk » quitere zijne pretensien op deze landen voor altijd : want >> die huiden niet pretendeert , kan morgen pretenderen : >> daaruit dan ook blijkt de captieusheid en ' t perikel in >> den voorgestelden form gelegen. » Op ' t artikel beginnende : Gijl. behoort niet « meer te begeeren , etc. (2). » Wat is dit anders te zeggen , dan dat wij de Aartsher » togen of , om klaarder te spreken , den Koning van Spanje (1) » Il faut aussi considérer , que ce n'est pas de l'octroi et con cessions des Princes avec lesquels vous traitez , que devez tenir votre liberté : car vous avez toujours maintenu que vous êtes affranchis de leur sujection par un décret public et solemnel fondé en bonne raison , et que deslors la prise des armes pour le défendre a été juste et licite ; par ainsi qu'on ne vous a pu qualifier en quelque temps que ce soit , sujets rebelles , ce que toutefois adviendroit , s'il falloit rechercher à obtenir d'eux , non une simple confession et déclaration qu'ils vous tiennent pour libres , mais le titre entier et absolu de votre liberté , lequel ne pourroit commencer en ce cas qu'au jour de la concession qui vous en auroit été faite." (2) » Vous ne devez non plus demander , qu'ils vous quitent , cèdent et remettent quelque chose du leur , pourceque les Souve rains ne sont que simples administrateurs de leurs États , et ne leur est loisible de les amoindrir au préjudice de leurs successeurs par quelque traité que ce soit , n'y ayant que la seule force qui leur puisse ôter et faire perdre ce qui leur appartient. Aussi qui conque l'occupe sur eux soit sujet ou étranger , doit pourvoir à ce que la même force qui le lui a fait acquérir , dure pour la lui conserver , du moins par un si long temps , que la possession im mémoriale et l'oubliance ou foiblesse de son ennemi l'en rende vrai maître et seigneur." 200 AANTEEKENINGEN 130. >> kennen moeten voor Sonvereinen Heer ; daartoe men bil >> lijk vreest dat deze stilstand dienen zal tot een voorbe >> reidsel? En waartoe kan dezelve anders strekken , als >> dat de vijand ons gebracht hebbende buiten zorg en >> achterdenken , en geredresseerd zijnen staat en finantie , >> ons mag overvallen en grondelijk ruineren , zonder dat » wij onze zaken alsdan zullen mogen of kunnen redden >> in eeniger maniere , ' t welk in der waarheid zijn eenig >> dessein en voornemen is : zijnde opmerkenswaardig , dat >> Keizer KAREL V zich niet heeft gecontenteerd , dat hij >> over de 70 jaren in volle en rustelijke possessie was ge >> weest van Vlaanderen , maar dat hij den Koning van » Frankrijk FRANÇOIS I heeft doen renuntieren van de sou >> verainiteit van dien , en dat wel in eenen anderen form , >> als men ons hier voorstelt. » Op ' t artikel beginnende : Gij hebt dan niet » van hen te verzoeken etc. (1 ) . >> Dit punt is hierboven beantwoord bij het eerste en >> tweede artikel , te weten , dat vooral noodig is , dat de >> souverainiteit wel uitgedrukt worde , ten opzichte van de >> nature des stilstands , dewelke expirerende , alles komt te >> cesseren , alsmede dat het land vrij is van zich zelfs , en >> in zekerheid niet gesteld kan worden, zonder dat de Koning • » van Spanje quitere en renuntiere van zijne pretensien. » Op 't artikel beginnende : Wij deden ook deze » declaratie etc. (2). (1) » Vous n'avez donc à requérir d'eux , si non qu'ils vous recon noissent ce que vous êtes sans eux et malgré eux , c'est-à-dire libres , comme un titre et qualité , sans lequel reconnu et advoué , vous n'eussiez voulu traiter avec eux ni avec autre Souverain quelqu'il´ soit. Or ce qui est contenu en ladite première trève et en notre écrit, l'exprime si clairement , que personne n'en peut doûter avec raison , et qui plus est , ces mots ajoutés à la reconnoissance de votre liberté , qu'ils ne • prétendent rien sur vous , seroient même suffisants , pour les exclure à l'avenir de tous droits de supériorité et autres quelconques , s'il y a quelque moyen de les quitter et remettre par traité." (2) » Nous fimes aussi cette déclaration dès lors qu'on commença AANTEEKENINGEN 130. 201 >> Het artikel van de souverainiteit is bij de vredehan >> deling niet alleen gesteld met voorgaande advies der Hee >> ren Ambassadeurs , maar ook bij dezelven niet genoeg » zaam dan krachteloos geacht , zonder de woorden van » jegenwoordig en toekomende , en voor haar en hare nako » melingen : hebbende ook te voren altijd verklaard , dat >> wij bij tractaat van bestand noodwendig hebben moesten >> dezelve souverainiteit voor altijd . >> Op 't artikel beginnende : Maar men objec » teert etc. (1) . >> 't Is niet genoeg , dat de vijand zegt : want ook de >> verklaring , die de Heeren Ambassadeurs gedaan hebben >> ter vergadering van de Heeren Staten Generaal op den >> 18den dezer , (als H. Ed. proponeerden en overleverden à traiter du point de la souveraineté , qu'il y en avoit assez en la première treve pour vous maintenir libres au préjudice des Archi ducs , lesquels avoient fait la reconnoissance y contenue , et qu'on en pourroit autant dire du Roi d'Espagne , quand il auroit fait la même déclaration ou ratifié celle desdits Sieurs Archiducs. Mais nous ayant été dit alors qu'on pouvoit espérer un plus grand éclair cissement , et voyant aussi que plusieurs le désiroient avec ardeur , comme s'il eût été nécessaire pour la sureté publique ; il nous sembla qu'on le devoit tenter , et nous nous rejouimes , quand l'eûtes obtenu , non toutefois quand on consentit de vous quitter les noms , titres et armes , car cette déclaration qui nous sembloit honteuse et sans exemple , faite avec si grande facilité par des Princes , qui n'étoient en état de faire chose indigne de leur grandeur , nous fut deslors suspecte , ne pouvant imaginer la cause d'une offre si spé cieuse , qui depuis nous a été connue." (1 ) » Mais on objecte , s'il est vrai que les mots contenus audit écrit , soient suffisans pour assurer votre liberté , pourquoi les députés des Archiducs font difficulté d'y ajouter l'explication requise. Ils répondent , qu'ils ne sont tenus ni obligés à rien de plus ; que c'est aussi tout ce qu'ils ont promis au nom du Roi d'Espagne et pu obtenir de lui encore avec très-grande difficulté , son Conseil étant plutôt disposé à rompre ce traité aux conditions par vous requises , que d'aider à le conclure : ainsi qu'on s'en doit contenter sans les presser outre l'obligation et le pouvoir , attendu qu'en effet il y en a assez , et que ce qu'on prétend y faire ajouter , serviroit plu tôt pour les offenser que pour assurer davantage votre liberté. " 202 AANTEEKENINGEN 130 . » de artikelen van den stilstand , ) van dat zij alle mogelijke >> devoir gedaan hadden en nog doende waren om te wege >> te brengen eene vastere en sterkere verklaring van de >> souverainiteit , als zij dan ook altijd bij de Gedeputeerden » van de Aartshertogen geinsisteerd hebben en nog insis >> teren op de woorden , Wij houden ze en verklaren ze voor , » vrije Staten , wijst klaarlijk aan eene notoire contradictie , » immers dat de voorgestelde form niet kan gehouden wor >> den voor genoegzaam , maar veeleer dat zij het doen bij >> maniere van acquit , latende ons zelfs ' t oordeel over onze >> eigene zake. En dat meer is , zoo zijn niet alleen de >> Aartshertogen gehouden hetzelve te presteren ; maar ook de Koning van Spanje heeft uitdrukkelijk beloofd bij zijne >> acte van aggreatie van den 18den September 1607 te zullen >> onderhouden en observeren en doen observeren en vol >> brengen alle en iegelijke punten zoo wel van den stil >> stand als van den vrede , daartoe zich verbindende in » Koninklijke woorden met alle generale en particuliere >> renuntiatien en obligatien , die behooren en van noode >> zijn : daarenboven hebben de voorn. Gedeputeerden zoo » in den name van de Aartshertogen , als van den Koning » van Spanje bij de vredehandeling geaccordeerd het artikel >> van de souverainiteit in den form als het ligt , die wel >> anders luidt , als dien men ons hier voorstelt. » Op 't artikel beginnende : Het is daarom dat » wij estimeren , etc. (1). >> Daar is geene apparentie , dat de stilstand worden zal >> een volkomen vrede , anders als tot voordeel van den >> vijand , als die zich bij middel van dien eindelijk meester >> maken zal van deze landen tot derzelver uiterste verderf >> en ellende. (1 ) » C'est pourquoi nous estimons , qu'on fera mieux et plus sagement de s'en contenter , qu'en voulant essayer d'obtenir ce qui n'est pas nécessaire , perdre l'occasion de faire un traité qui vous doit faire jouir d'un bon et assuré repos durant la trève , et donner aussi espérance qu'elle deviendra paix absolue , si vous vous con duisez bien ." AANTEEKENINGEN 130. 203 >> Op 't artikel beginnende : Zoo ver u deze re » denen niet contenteren etc. (1) . >> Niet genoeg is het , dat de Prinsen ons houden voor » vrij ; maar 't is noodig , dat ook alle de ingezetenen » daarvan in haar gemoed verzekerd zijn , opdat zij niet >> mogen zien naar eene andere opgaande zon : ook zijn die » Koningen en Prinsen maar verbonden gedurende den stil >> stand : maar alle de zwarigheid is gelegen in ' t uitgaan >> van dien. » Op 't artikel beginnende : Voorts zoo is het » zekerlijk etc. (2). >> Daar is groot onderscheid te bewilligen in eene souve » rainiteit , die klaar is , en in eene zoodanige , die men op >> twee zinnen kan verstaan en trekken . Want de klare » maakt de oorzaak van den krijg kleiner , en bij de an >> dere geven wij den vijand stof , om zijne pretensien te >> justificeren , en een pretext om van ons te vervreemden >> en tot zich te trekken onze Geconfedereerden zelfs , gelijk » dan bij den dood en tijd alle zaken van de wereld ko D men te veranderen. >> Op ' t artikel beginnende : Het is dan de avon » ture van wapenen etc. (3). (1) » Si ces raisons ne vous contentent , considérez à qui vous avez besoin de persuader qu'êtes vraiment libres et exempts pour toujours de la sujection d'autrui . N'est-ce pas aux Princes qui sont VOS amis et intéressés en la conservation de votre liberté ? Or ils vous déclarent par nous qui sommes leurs Ministres , qu'il y en a assez pour leur donner cette créance , et pour contenter même la raison et le jugement de quiconque voudra examiner cette affaire sans passion ." (2) » Puis il est certain , que les Princes avec lesquels vous traitez , ne vous mettront jamais en justice pour avoir l'explication de cet article , mais vous feront la guerre , si bon leur semble après la trève expirée , sans vous déclarer la cause , ni si c'est comme à sujets rebelles ou comme à justes ennemis : ils ne vous rendront non plus raison de leur victoire , si leurs armes sont heureuses , ni vous à eux de la vôtre , si l'heur est de votre côté , mais en userez d'une part et d'autre à discrétion , et ainsi qu'il vous plaira.” (3) » C'est donc le sort des armes qui doit être seul arbitre et 204 AANTEEKENINGEN 130. » Bij de klaarheid van tractaten worden niet alleen zware >> oorlogen , maar ook rechtvaardig of onrechtvaardig (1 ), en >> is daarom dezelve klaarheid gants noodig voor dezen Staat : >> en naar de rekening , bij dit artikel voorgegeven , behoef » de men geene tractaten altoos te maken , gemerkt alle dif >> ferenten beslicht zouden moeten worden door de wapenen. » Op ' t artikel beginnende : Men zegt nog , dat » de Koning van Spanje etc. (2). » Het is al te zorgelijk zich te betrouwen op deze onze » kerheden , te meer wijl de Koning van Frankrijk ons >> dienen kan tot een contrarie exempel : maar men moet >> veeleer gelooven, dat de Koning van zoo eene spáarzame >> natie en die al te groote schatten heeft om door lust of >> genoegte uitgeput te worden , gedreven wordende door >> zijne hoogmoedige en eergierige natie , schatten vergaderen >> zal om onder zijne gehoorzaamheid te brengen deze lan » den , als die hem voor een goed deel in den weg zijn >> geweest , dat hij zich niet heeft kunnen maken Monarch >> van Europa. >> Op ' t geen daar in ' t zelve artikel staat : Gij » ter contrarie, die niet zult denken etc. (3). juge souverain de ce différend , non les mots du traité qu'on inter prète toujours au dommage de ceux qui sont foibles et vaincus , quoiqu'ils soient couchés si intelligiblement que personne n'en doive doûter , et jamais au préjudice des victorieux , lesquels ont en le 29 moyen de prouver la validité de leur droit par les armes ." (1) Hier ontbreekt iets aan den zin. (2) » On dit encore , que le Roi d'Espagne aura loisir pendant cette trève de faire amas de finances pour renouveller la guerre , quand elle sera finie , avec plus de force et vigueur , qu'il ne pour roit a-présent , qu'il en est épuisé par la longueur de la guerre : mais il advient peu souvent , que les grands Rois et jeunes , comme est celui-ci , • se mettent a thesauriser , étant de leur naturel plus enclins aux prodigalités et dépenses superflues qu'à l'épargne : puis ne vous ayant plus pour ennemis , il en cherchera d'autres qui l'épuiseront aussi bien de finances et moyens que cette guerre ici : car il commande a une nation fière , ambitieuse et impatiente du repos." (3) >> Vous au contraire qui ne penserez point à vous accroitre , AANTEEKENINGEN 130. 205 >> Zoo wijd is ' t van daar , dat wij eenige schatten zou >> den kunnen verzamelen , dat ter contrarie onze middelen >> en nering zullen komen te verzwakken . Want de havenen >> van den vijand geopend zijnde , zal de nering derwaarts >> gediverteerd worden , als men alreede bij deze schorsing >> van wapenen inderdaad bevindt , en de gemeente alom >> daarover klaagt. >> Op 't artikel beginnende : Eenigen voegen ook » daarbij etc. (1). >> Niemand begeert , dat men ter zake van deze vreeze >> het oorlog continueren zal , maar die de humeuren en >> practijken van den vijand , alsmede de gesteltenis van >> onzen Staat kent , behoort dit inconvenient niet te ver >> achten. mais seulement à vous conserver , vivrez en amitié avec tous VOS voisins , et s'il y a grande apparence , qu'étant déchargés des dépenses de la guerre , et obligés seulement à l'entretènement de quelques garnisons pour votre conservation , vous éviterez toutes autres dépen ses superflues pour acquiter vos dettes et amasser quelque fonds qui vous puisse servir contre les nécessités de l'avenir , tant pour ce que le passé vous a enseignés que devez user ainsi , que pour être la coûtume des Républiques de mettre tout leur revenu à profit." (1) » Aucuns y ajoûtent aussi , quelle lui donnera le moyen de faire des pratiques parmi vous et d'en corrompre quelques-uns pour Vous diviser et enfin assujettir ; qu'il y a déjà des semences de dissension entre les Provinces et les villes , même l'une contre l'autre , que l'oisiveté et le repos feront croitre ; au lieu que durant la guerre la crainte des ennemis tient un chacun en devoir , union et amitié. Ce mal peut arriver et est sagesse de le craindre et pré voir pour s'en garantir , non pour le mettre en si grande considéra tion qu'il faille perpétuellement demeurer en guerre pour l'éviter : et néanmoins c'est le vous conseiller que de vous vouloir persuader de rejeter la trève à cette occasion : car la guerre ne peut jamais finir à votre avantage par une victoire absolue contre un ennemi si puissant que celui auquel vous avez à faire , et vous ne sauriez non plus penser en quel temps que ce soit à vous mettre en repos soit par paix ou par trève , que vous n'y rencontriez toujours la crainte des mêmes dangers et inconvéniens." 206 130. AANTEEKENINGEN » Op 't artikel beginnende : En nog veel meer » in vrede etc. (1). » Deze inconvenienten staan meer te beduchten bij eenen >> stilstand als vrede : want degenen , die alzoo geneigd zijn , » zullen bij tijde van stilstand meer aangevochten worden >> van den vijand , in denwelken zij achten zullen meer gehouden te zijn , daar hiertegen de vrede alle diergelijke >> genegenheden zoude doen vergeten. En alhoewel de rede » vereischt , dat men bij tijde van stilstand meer op zijne » hoede zij , zoo lijdt dat evenwel onze gelegenheid niet : » ja onze zorgeloosheid , daarin wij door den stilstand zul >> len komen te vallen , >> zaak geven , zal den vijand des te meer oor? om zijne gewoonlijke practijken te werk te >> leggen en ons hier of daar aan te grijpen. >> Op 't artikel beginnende : Voorder als men » considereert etc. (2) . >> Weinige luiden vermogen veel in onzen Staat zoo wel » ten goede als ten kwade , gelijk verscheidene voorgeloo >> pen exempelen genoegzaam uitwijzen. En blijkt klaar >> lijk , dat velen , ook geboren zijnde in deze vrijheid , (1) » Et encore plutôt en paix qu'en trève , d'autant que la paix entière et perpétuelle a prèsque toujours pour compagne une grande sécurité qui nous rend nonchalants et par ainsi exposés à toutes sortes d'embûches , surprises et périls ; au lieu que la crainte de rentrer en guerre lorsque la trève sera finie , vous doit servir d'un poignant éguillon pour vous contraindre à demeurer bien unis et tenir ensemble toutes les pièces de votre État. Elle vous doit rendre encore plus soigneux , vigilans et affectionnés à contribuer ce qui sera requis pour votre conservation et vous tenir pareillement en plus grande défiance des Princes qui pourroient encore devenir quelque jour vos ennemis : c'est pourquoi il y a des gens sages et affectionnés a votre État qui tiennent cette voye du milieu entre la guerre et la paix , qui est la trève , vous devoir être plus utile et assurée que le changement tout a coup d'une extrémité à l'autre." (2) » Davantage quand on considère la constitution de votre État et que corrompre peu de gens parmi vous ne sert de rien , a cause du changement fréquent des Magistrats , qui ôte le moyen de s'attacher à plusieurs ensemble qui ayent une puissance d'assez longue durée pour conduire quelque trame contre l'État ; cette crainte semble du tout AANTEEKENINGEN >> daarom 130. 207 niet laten den vijand t'eenemaal toegedaan te » zijn , gemerkt zij die ingewortelde Spaansche wreedheid >> niet hebben beproefd als wel de ouden. >> Op ' t artikel beginnende : Dit perikel van » practijken en corruptien etc. ( 1) . >> Dit staat voorzeker te bezorgen ingeval van eenig on >> geluk. Nochtans zoo heeft de vijand zoo goede gelegen >> heid niet , om zijne listigheden te >> van oorlog als van stilstand , » tijden alle conversatie cesseert. gebruiken bij tijde mitsdien dat bij oorlogs En alleen deze reden is >> genoegzaam ten aanzien van ons particulier , om allerlei >> soort van stilstand te bevoorderen ; maar de conservatie » des vaderlands moet altijd geprefereerd worden , want het >> onmogelijk is alle inconvenienten voor te komen , en >> eerlijke luiden , hebbende haar beste gedaan , kunnen zich >> troosten over hare goede conscientie . >> Op ' t artikel beginnende : Daar is er ook die » voorstellen etc. (2). >> Dit is gewisselijk een goed en bekwaam middel om vaine : ajoûtez y encore l'amour de la liberté , empreinte ès esprits de tous vos habitants , y ayant à-présent peu de personnes qui soient nées du temps de l'ancienne sujection , ou qui n'ayent été nourris et élevés par un si long temps en liberté , qu'ils ont tous en horreur le nom de la servitude , et vous jugerez qu'il n'y en a un seul en votre État , qui veuille ou ose ouvrir la bouche pour vous y faire retourner , sans se mettre en danger d'être a l'instant puni comme trâitre et ennemi de son pays." (1 ) » Ce péril des pratiques et corruptions seroit bien plus à craindre durant la guerre , si quelque mauvaise fortune vous arrivoit , laquelle seule feroit un plus grand changement en votre État et ès volontés de vos peuples en un moment , que les pratiques de plusieurs mois et années à l'endroit de quelques particuliers : car lors chacun voudroit sortir du danger en confusion , et sans consulter en commun avec choix et jugement , ce qui seroit utile pour l'État. Ils se plaindroient aussi lors tous , mais trop tard , de leurs supérieurs , qui auroient eu le moyen de les mettre en auroient inconsidérement (2) » Il y en a aussi cette trève ne peut être en quelque assuré repos , et néanmoins rejetté le conseil. " qui mettent en avant avec raison , que assurée , sans avoir un bon nombre de 208 AANTEEKENINGEN 130. » zich te verzekeren , en 't welk overzulks zoo wel bij peis >> als stilstand behoort voor te gaan : want naar de gelegen >> heid van onzen Staat kan ' t daarna niet te >> bracht worden. >> Op ' t artikel beginnende : Maar weeg ge zij voegen » nog daarbij etc. (1). » De verzwakking van onze nering , die de stilstand >> medebrengen zal , en de vermindering van onze contri >> butien , die men niet zal kunnen ontgaan , zullen niet >> toelaten iets te versparen , ook wanneer schoon een goed » deel van ons volk zoude wezen afgedankt , dat nochtans >> zonder notoir hasard van onzen Staat niet kan geschieden : » ' t welk wijd van daar is , dat wij meer als de eene helft >> versparen zullen : en de nood of schaarschheid van midde >> len , die men voorgeeft , is zoodanig niet , >> behoort te veroorzaken de gantsche ruine >> door een blad papiers , te min wij dat dezelve van ' t land in voorleden tijden gens de guerre pour la conservation des places frontières et autres , où il sera besoin tenir garnison , et néanmoins que le peuple n'ayant plus d'ennemi à découvert , fera difficulté de contribuer ce qui est requis pour les entretenir ; par ainsi la solde et les gens de guerre venant à défaillir , tout y sera à craindre. Il est nécessaire à la vérité de pourvoir à cet inconvénient au même temps qu'on fera la trève , et de régler dès lors les garnisons , comme aussi d'obli ger les Provinces par serment solemnel et décret public à contribuer leurs quotes tant que la trève durera , à quoi on les pourra mieux disposer , n'y ayant que trève , que si la paix eût été faite , comme a été dit ci-dessus." (1 ) » Mais ils ajoûtent encore , s'il est vrai que ces grandes garnisons soient nécessaires , que la trève ne diminuera en rien vos dépenses , et ainsi vous sera inutile : et la réponse est , qu'elles ne peuvent être si grandes que ne fassiez épargne du plus d'une moitié , avec ce que éviterez les dangers de la guerre , auxquels seriez ex posés , si n'etiez .assistés d'un grand secours , dont vos députés nous ont souvent remontré qu'aviez besoin , outre vos propres moyens , quand il ne faudroit même que soûtenir la guerre sans entre prendre sur vos ennemis , qui est toutefois un commencement de foiblesse , auquel si vous étiez réduits , on n'en pourroit attendre autre chose que la perte de l'État en peu d'années.” AANTEEKENINGEN 130. 209 >> gezien is , dat God deze rechtvaardige zaak niet verlaten >> heeft bij gebrek van middelen , behalven dat de servicen , >> die men alsdan gestadelijk zal moeten betalen , ook tot » zoo eene groote som zullen komen te stijgen , dat zij wel >> billijk in eenige consideratie behoorden te komen tegens » de onkosten , die in ' t veldleger vallen. » Op ' t artikel beginnende : Men allegeert nog » voor redenen etc. (1 ). >> Aleer LIPSIUS in eenige reputatie was gekomen , zoo » hebben de verstandigsten en ervarensten aan ' s vijands » zijde , als onder anderen de Presidenten VIGLIUS , HOPPE- ´ >> RUS , ASSONVILLE en RICHARDOT , Ook TAXIS en meer ande >>> ren onder de Spanjaards zelfs den weg van stilstand >> gehouden voor den bekwaamsten om ons te onder te >> brengen. En daartegens hebben de beste en getrouwste >> patriotten van onze zijde alle soort van stilstand geoor » deeld te wezen de ruine van den lande . Ook zoo toont » de vijand klaarlijk , dat hij verhoopt tot zijne meening » te komen door dezen stilstand . Want hij in den aanvang >> van den tegenwoordigen met corruptien gezocht heeft den >> zelven te mogen verkrijgen. En de brief van LIPSIUS >> bewijst genoegzaam , hoe zeer de onderdanen te vreezen >> hebben van hare Souvereinen ; en zonder te hebben de (1) » On allègue encore pour raison l'avis de LIPSIUS contenu en une sienne Epître , qu'on fait courir maintenant partout , pour montrer que lui , homme sage , affectionné à vos ennemis et leur sujet , con seilloit de faire des • trèves avec vous pour vous ruiner : mais il entendoit de celles qui sont pour peu de temps et qui devoient servir de préparatifs pour vous faire devenir sujets : car on ne par loit point lors de vous reconnoître pour libres et de vous exempter du tout de cette ancienne subjection . Aussi ne pouvoit-il prévoir , que vos armes dûssent être si heureuses que de vous donner le moyen et pouvoir traîter avec tel avantage ; ni pareillement que deux grands Rois vos voisins et plus proches de vous que ceux qui pourroient avoir le desir et les forces pour vous nuire , se dussent obliger envers vous pour rendre cette trève assurée et inviolable , qui sont des con sidérations de grand poids et qui sans doûte lui eussent fait changer d'avis." III 14 210 AANTEEKENINGEN 130. ' » klare en volkomene souverainiteit zouden deze landen in >> dezelve qualiteit van subjectie hersteld worden. » Op ' t artikel beginnende : Voorts de exempelen » bij hem verhaald etc. (1). >> Indien men zich met exempelen wilde behelpen , zijn >> tien tegen één , dat , die al te licht haren vijand geloofd >> hebben , bedrogen en verdorven zijn geweest. >> Op ' t artikel beginnende : Dies moogt gij u op » dit subject herinneren het tractaát etc. (2). >> Het tractaat van Gend is gemaakt tusschen de Staten >> van de Provincien zelfs : maar bij alle andere tractaten , >> die wij met den Koning van Spanje hebben begonnen , >> zijn wij bedrogen geweest : ja het tractaat van Keulen >> heeft niet alleen onder ons veroorzaakt groote scheurin » gen , maar ook van ons afgezonderd een groot deel van >> onze Provincien , daaraan wij ons bij deze conjuncture » wel behooren te spiegelen. » Op ' t artikel beginnende : Het exempel van de » Zwitsers etc. (3). >> Deze comparatie is al te ongelijk : want de Zwitsers >> maakten eenen stilstand met eenen Graaf van Habsburg , (1 ) » Puis les exemples allégués par lui pour fortifier son opi nion , en ont tant d'autres contraires , que ce ne seroit pas pru dence de les tenir pour règles infaillibles d'État. " (2) » Vous vous pouvez sur ce sujet souvenir du traité de Gand fait en l'an 1576 , qui fut très-mal gardé , et néanmoins si utile à la Province de Hollande , qu'ayant eu loisir de cinq ou six ans pour établir quelque forme de gouvernement entr'eux et acquiter leurs dettes , elle se mit en état de soutenir le faix de la guerre qui tomba sur elle , aprèsque les Provinces de Flandres et Brabant eûrent été subjuguées : ce qu'elle n'eut pu faire , si les ennemis occupés à démolir ce rempart qui étoit devant eux , se fussent attachés tout à coup à leur pays." (3) » L'exemple des Suisses sert aussi pour confirmer le conseil que nous vous donnons , d'accepter cette trève : car eux s'étant élevés contre leurs Seigneurs pour causes prèsque semblables que vous , après avoir soûtenu l'effort d'une longue et périlleuse guerre avec divers évènements , prirent ce conseil de la faire finir par une tréve qu'on leur offroit , à conditions toutefois beaucoup moins AANTEEKENINGEN 130. 211 » tegens denwelken zij binnen 24 uren eenen zeer grooten >> hoop volks konden te velde brengen ; daar wij te doen >> hebben met den allermachtigsten Monarch van Europa , >> met denwelken wij onzer offensien halve irreconciliabel » zijn ; gelijk dan ook ' t exempel , aangetogen bij de pro » positie van de Ambassadeurs nopende den Koning CHRIS >> TIERNUS van Denemarken , hier geene plaats kan hebben , >> gemerkt dat een electief Koningrijk is , daar de zoon den >> vader niet succedeert dan bij voorgaande verkiezing : en >> zoo was ook de voorz. Koning gevangen en alreede een >> ander in zijne plaats gesurrogeerd . >> Op ' t artikel beginnende : Nu gij moogt ho » pen enz. en het navolgende : Het is God al » leen enz. (1). avantageuses que celles que vous conseillons : pendant laquelle ils établirent un si bon gouvernement entr'eux qu'on ne leur fit oncques depuis la guerre , ayant expérimenté avec grand profit , que les trè ves après une longue guerre se convertissent ordinairement en une paix perpétuelle sans autre traité , d'autant que les Souverains qui sont contraints de souffrir quelquefois la perte de ce qu'ils ne peu vent conserver , aiment mieux s'accommoder à telles surséances et cessations d'armes qui laissent quelque opinion és esprits d'un chacun qu'ils pourront encore recouvrer quelque jour ce qu'ils ont perdu , que de le quitter du tout par une paix absolue qui a de la honte et les assujetit à cette nécessité de confesser et recon noître qu'il y a de la lâcheté en eux ou de la foiblesse en leurs états et affaires." ( 1 ) » Or vous pouvez espérer de jouir du même bonheur , si vous êtes sages : car s'ils ont eu pour eux des commodités et avantages qui ont détourné leurs ennemis de renouveller cette guerre , savoir un grand nombre de bons hommes chez eux pour se dé fendre , sans qu'ils ayent besoin d'en emprunter d'autrui , des mon. tagnes qui les enferment pour la plupart et rendent leur pays in accessible , pauvre et stérile , qui diminue l'envie d'y entreprendre et de rechercher un petit gain parmi de grands périls : vous 1 avez aussi de votre côte la mer et de grands fleuves navigables qui vous enferment prèsque de toutes parts , grand nombre de na vires , de pilotes , mariniers et matelôts , qu'on peut dire être des meilleurs soldats pour les combats de mer qui soient aujourdhui on 14* 1 212 AANTEEKENINGEN 130. >> De macht te water en ' t getal van goed ervaren en >> kloekmoedig scheepsvolk kan alhier in geene consideratie » komen , mitsdien al ' t gevaar , dat wij te vreezen hebben , la Chrétienté , lesquels vous conserverez ensemble la vigneur militaire et l'industrie de naviger qui est en eux par le trafic et continuation des longs voyages qu'ils pourront faire comme de coûtume. Or c'est de tels soldats qu'avez plus grand besoin , ayant égard à la situation de votre État : et quant aux auxiliaires , s'il y en faut ajoûter , vous savez chez qui les prendre et avez aussi un fonds et revenu ordi naire qui pourra suffire pour y subvenir sans l'aide de personne , après qu'aurez eu quelque loisir de respirer : et outre tout ce que dessus la bienveillance et amitié de grands Princes qui sont tellement intéressés en la conservation de votre liberté qu'ils auront toujours soin d'empêcher que ne vous perdiez soit par impuissance ou mau vaise conduite non seulement durant la trève , mais en quelque temps que ce soit , afin qu'ils tirent les mêmes fruits de votre amitié au besoin , qu'aurez reçu de la leur. Et ceci doit servir de réponse à une sourde objection qu'on fait courir parmi vous , pour vous détour ner d'accepter cette trève , à savoir , qu'après qu'elle sera finie , vos amis n'auront peut-être lors la même volonté ou pouvoir de vous assister qu'à présent , et peut-être vous mêmes aussi ne serez en si bon état de vous défendre. >> C'est Dieu seul qui peut juger certainement de* l'avenir. Mais s'il est permis de conjecturer quelque chose par prudence , les mêmes raisons d'état qui ont mû ces Princes à vous secourir , ne sont pas prètes de finir , et tant qu'elles dureront , la même volonté durera en eux , n'y ayant rien qui ait tant de pouvoir sur les Souverains que l'intérêt et la sureté de leurs États , dont la conservation des amis qui peuvent être utiles , fait partie : et qui juge de leurs inten tions avec cette regle et mesure plutôt que par les alliances , amitiés et autres devoirs et obligations , il ne se trompe guères. Quant à votre État il ne peut faillir aussi d'être mieux lors si vous vous con duisez bien ce qu'on doit espérer et croire , qu'après avoir tant dépen du , travaillé et couru de périls pour acquérir la liberté , de la sureté et réputation de votre État , vous aurez encore le même soin , la même prudence , la même J foi et intégrité les uns envers les autres pour vous conserver et garder un si précieux acquêt , plutôt que de vouloir présumer que deviendrez méchans et ennemis les uns des autres , pour vous déchirer , défaire et ruiner. Par ainsi nous ju geons que cette trève vous sera profitable au lieu d'être cause de votre ruine." AANTEEKENINGEN, 130. 213 » te lande is , daartegen de gelegenheid en de sterke rivie >> ren niet helpen zonder macht van volk. En nadien al » de macht dezer Provincien alleen bestaat in uitlandsch » krijgsvolk , zoo is het zeker, dat na ' t verlies , 't welk >> ons zoude mogen overkomen , het secours te spade aan » komen zou uit Frankrijk , Groot-Britannie en Duitsch » land : en zonder eene zuivere en klare souverainiteit zijn >> er zoo vele redenen , om na den stilstand te twijfelen >> van ' t secours , als zich daarvan te verzekeren . >> Op ' t artikel beginnende : Arresteert u dan » niet etc. (1). > >> Hierop mogen die antwoorden , die eenige schriften ge of uitgegeven hebben , om ' t volk oproerig te » maken , en die zich niet hebben geaddresseerd , daar en >> zoo 't behoort. >> maakt >> Op ' t artikel beginnende : Men heeft hun zelfs » willen doen gelooven etc. (1) . » Wezende Don PEDRO DE TOLEDO nog in Spanje , heeft » Z. Exc. van zeer goede hand gewisse kondschap ontvan >> gen , dat dezelve Don PEDRO gezonden zou worden in » Frankrijk , om deze vredehandeling te breken en eenen >> stilstand te practiseren , overmits de Gedeputeerden van (1) » Ne vous arrêtez donc point à ces écrits qu'on fait semer parmi vous pour la faire trouver mauvaise : c'est en votre assemblée et au lieu auquel on traite des affaires publiques , qu'il faut dire son avis , et représenter de bonnes raisons pour se faire suivre : car tout ce qu'on fait ailleurs , est dangereux , et ne peut servir qu'à émouvoir le peuple contre leurs Magistrats et Supérieurs sans profiter au public." (1 ) » On leur a même voulu faire croire par quelques-uns de ces écrits pour les induire plus aisément à rejeter la trève , qu'elle avoit été proposée par l'artifice et finesse de vos ennemis : et toute fois elle vient des Rois et Princes qui sont nos Maîtres , lesquels sont tant affectionnés à la conservation de votre État , que personne soin et désir de vous vouloir pro ne les sauroit deyancer en curer du bien : ils sont aussi reconnus pour être si sages et consi dérés , qu'il n'auroit pas été aisé de les surprendre , ni de leur faire mettre en avant de mauvais conseils au lieu de bons et utiles." AANTEEKENINGEN 214 130 . » de Aartshertogen zich te wijd bij de vredehandeling had >> den ingelaten over de souverainiteit , 't welk 1men daarom » bij ' t middel van den stilstand moest zien te repareren. » Al 't welk Z. Exc. na ' t breken van de vredehandeling >> en vóór de propositie der Heeren Gezanten , op ' t stuk >> van • de treves gedaan , verklaard heeft in volle verga » dering van de Heeren Staten Generaal. En in allen » gevalle zoo heeft de minute , bij RICHARDOT ontworpen » op ' t punt van de treves en alhier in den Haag nevens » zijne instructie vergeten , diezelve woorden in den mond , >> die de voorz. propositie is inhoudende. >> Op 't artikel beginnende : Wij gevoelen daarom , » niet kwalijk etc. (1). >> Wij kunnen wel afnemen , dat de Ambassadeurs van » de Koningen en Prinsen hare particuliere inzichten heb >> ben , strekkende ten dienste van haren Staat , die wij >> ook gaarne ten beste verstaan en opnemen , verhopende , » dat zij ook wederom in ' t goede zullen duiden , dat wij >> letten op ' t profijt en conservatie van dezen Staat , daaraan » wij zoo hoog verbonden en geinteresseerd zijn : H. Ed. » biddende ons vastelijk te willen toevertrouwen , dat wij (1) » Nous ne sentons point mal pourtant de l'intention et du zèle de ceux qui donnent tels avis : car il y en a qui ont fait si grande preuve de leur foi et affection envers votre État , qu'on n'en doit aucunement doûter : mais il ne fut jamais que les gens de bien, et sages n'ayent été sujets à se diviser en opinions , encore qu'ils n'ayent qu'un même sentiment accompagné d'un bon et louable désir de profiter à leur pays. Nous les prions aussi de faire le même jugement de nous , et votre assemblée qui doit délibérer du salut du public , de choisir en cette diversité l'avis qui sera fortifié des meilleures raisons sans y apporter autre préjugé étant néan moins bien requis qu'outre les raisons par nous déduites 2 vous vous en représentiez d'autres que la prudence et la considération de votre intérêt veulent que nous laissions au pensement d'un chacun en particulier , sans les exprimer par cet écrit : autrement ceux qui tiennent l'avis contraire , auxquels il est permis de dire tout sans faillir contre l'État , auroient un trop grand avantage , et vous ne seriez suffisamment informés pour y prendre une bonne résolution .” AANTEEKENINGEN 130. 215 >> hierin sinceerlijk en oprechtelijk handelen , zulks als wij >> ten meesten dienste van 't land en zelfs van hare res >> pective Koningen en Prinsen bevinden te behooren , ons >> verzekerende , dat in tijden en wijlen H. Majen zelfs zul >> len oordeelen en zien , dat wij hierin den wijsten en bes >> ten raad gehad hebben. >> Op ' t artikel beginnende : Wij zullen dit woord » nog voegen etc. (1 ). >> Indien bij tijde van den stilstand een misslag geschiedde , >> het gantsche land ware verloren zonder eenige hoop van >> redres : daar integendeel de schaden en ongelukken , bij >> ' t oorlog vallende , reparabel zijn , als bij experientie ge >> bleken is , dat men ' t corpus van den Staat bewaard >> heeft zonder de frontieren , die wij bij Gods zegening » gewonnen en bij middel van dien zelfs onzen Staat ge >> redresseerd hebben : en nu is ' t tijd dat wij behooren >> te genieten de vruchten van een veertigjarigen oorlog , >> en ten minste goede conditien te maken , dewijl wij voor » deel op den vijand hebben , ' t welk uit de hand wezende , >> nimmermeer zoo goede occasie daartoe verschijnen zal. (1) » Nous ajoûterons encore ce mot pour conclure notre avis , que s'il y a des dangers et inconvéniens en la trève , comme il y en peut avoir , ceux de la guerre qui seront encore plus grands , sont aussi plus à craindre , attendu que Vous pouvez éviter les premiers par une bonne et sage conduite , puisque le remède est en vos mains , au lieu que les autres semblent inévitables , du moins est-il bien certain , que le moyen de s'en garantir dépend d'autrui , non de vous , ce que vous devez sagement considérer , et que vous rencontreriez mal-aisément par ci-après en quelque temps que ce soit, tant de commodités ensemble pour sortir avec avantage de cette guerre qu'à-présent. Les Archiducs sont Princes qui aiment le repos , et d'une foi entière pour garder sincèrement ce qui vous sera promis. Le Roi d'Espagne est induit à leurs prières de vous accorder des conditions plus avantageuses qu'il ne seroit sans eux. Vous êtes aussi assistés de la bienveillance de deux grands Rois , dont la considération et le respect sert de beaucoup pour y apporter de la facilité ; au lieu que le temps peut faire naître des accidens et changemens ès affaires et volontés , qui seroient cause de produire des effets du tout contraires." 216 AANTEEKENINGEN 130. » Want na den stilstand zullen wij toch gedrongen zijn >> den vijand te voet te vallen of te treden in een veel >> periculeuser ja gedesespereerd oorlog. En alzoo men ons » tot verscheidene malen de carte blanche gepresenteerd heeft » om een stilstand te maken , zoo zal men ontwijfelijk ons >> nog van gelijke wel doen , zoo dik- en menigmaal als » wij ons willen laten blindhokken en te vreden stellen met >> zoo eene donkere en gebrekkige souverainiteit. >> Zoo is dan onze meening en zwek alleen daartoe >> strekkende , indien ' t land wel verzekerd en gediend meent >> te wezen met den stilstand , dat ten weinigste de souve >> rainiteit gesteld mag worden in eene goede , klare en >> bastante form , zulks dat dezelve niet alleen dienen en » hare kracht hebben en houden moge voor den tijd van >> den stilstand , maar ook daarna voor altijd , en dat zij >> overzulks niet bekleed worde met tweezinnige en cap » tieuse , maar met dezelve, woorden , die in ' t artikel van » den vredehandel met rijpen raad gesteld zijn : volgende » den voet van den >> telijk genomen bij >> 2den November en >> item den afscheid beginne daarop wijsselijk en eendrach de resolutien van den 24sten April , 23sten December des voorleden jaars , over 't breken van de vredehande . » ling den 24sten Augustus verleend , en de acte van den >> 13den September 11. alsmede de adviezen van de Heeren » Gezanten gegeven over 't artikel van de souverainiteit , » ook zelfs de obligatien en renuntiatien begrepen in de >> acte zoo van den Koning van Spanje als Aartshertogen : » opdat alzoo het land inderdaad mag genieten ' t gene >> daarop deze gantsche handeling is aangeleid , » voorgestelde souverainiteit niet dienen moge » om ons te brengen in eene handeling , die » schadelijk en verderfelijk zij : en om zulks en dat deze voor pretext dezen Staat des te beter » voor te komen en de Provincien in goeden vrede , eenig >> heid en verzekerdheid te houden , achten wij voor ons >> advies geheel noodig te zijn , dat , alvoren in deze zaak >> in eenige deliberatie te treden , de Aartshertogen bezorgen » en bij den Koning van Spanje uitbrengen zullen açte van » verklaring van de souverainiteit , die zuiver , suffisant , en AANTEEKENINGEN 130-134 . 217 » de voorz. resolutien , afscheid , acten , adviezen , obligatien >> en renuntiatien , inzonderheid den voorz . artikel gants en >> al conform is , ten einde men zich niet anderwerf , als » bij de handeling van vrede geschied is , bedrogen vinden >> moge." (131) Zie ons I D. , bl. 86 en II D. , bl. 112. (132) Res. Holl. , 15 October 1608. AITZEMA , I , 36b. WAG. , IX , 412. (133) Res. Holl. , 18 October 1608. JEANN. , III , 43. >> Is op dezen na middag gehouden zekere secrete communicatie op het ver zoek en aangeven van den Heer Advocaat VAN OLDENBAR NEVELD , ten bijwezen van eenen uit de Edelen , zes Steden of zeven van den Zuiderquartiere , en drie van den Noòr derquartiere , om in dezelve te openen den bedenken , dien de Heer Advocaat scheen te hebben in de proceduren en actien van de Heeren Staten van Zeeland , van dewelke hij verklaarde opening te willen doen , of redenen waren daarop te mogen gelet worden , en zoo niet , die uit den hoofde gezet . God geve het beste !" (134) Dezenaangaande leest men in de Verhoor. van Ol denb. op den 11den Maart 1619 het volgende : Vr. 17. T » Of hij gevangen anno 1608 niet nog gelegd heeft eene secrete vergadering en daar gelezen de voorz . minuten van brieven , de steden ingebeeld , stond ? Antw. en daarbij den Gedeputeerden van dat Z. Exc. naar de souverainiteit » Zegt , dat hem gedenkt , dat in ' t zelve jaar bij de Heeren Staten van Holland en Westvriesland , ziende dat er extraordinarise devoiren gedaan werden , om te be " letten den voortgang en succes van de handeling van de treves , en dat Z. Exc. scheen bij anderen buiten de ver gadering beweegd te zijn , om tot dien einde aan de steden van Holland en Westvriesland te schrijven van het misnoe gen en mishagen , dat Z. Exc. had in de continuatie van dezelve handeling , bij de Heeren Staten van H. en W. goedgevonden is eenigen uit de Edelen en principaalste Ste den te committeren , om de redenen , in dezelve brieven vervat en 't gunt op die materie tot der landen dienst be 218 AANTEEKENINGEN 134-136 . hoorde geëxamineerd te worden , rijpelijk te overwegen : en dat in dezelve vergadering , naar zijn beste onthoud , eenige opening van ' t geen diesaangaande zoo wel hem bejegend , als tusschen de Heeren Tresoriers KINSCHOT en VALCK , en ook in Engeland gepasseerd was , alleen met naakt verhaal van ' t geen gepasseerd was , zonder den Gedeputeerden van de steden diesaangaande iets in te beelden , dan dat zij van 't gepasseerde zelfs zouden oordeelen ' t geen zij goedvon den , en alzoo der landen dienst te bevorderen ." (135 ) Res. Holl. , 21 October 1608. (136) Dit geschrift vindt men in den bundel stukken op WAG. , IX , 414. de Leidsche Bibliotheek , onder den titel : Discours of ver haal van redenen , dienende voor het bestand , bij den Heer Advocaat BARNEVELD geconcipieerd. » Redenen dienende voor het be >> stand tegens het oorlog. >> Dat het oorlog is eene straf van God den Heere , en >> dat men schuldig is tot afwering van het bloedvergieten , » overval , roof , moord , brand , mitsgaders andere schaden , >> miserien en calamiteiten (als vruchten van den oorlog) >> te bidden en alle behoorlijke officie te doen , is naar » Gods Woord en alle redenen van staat onwedersprekelijk. >> Dat geen oorlog rechtvaardig gehouden wordt , dat niet < > noodelijk is , heeft men van alle tijden voor zeker ge » >> houden . >> Dat Mijne Heeren de Staten Generaal . bij alle gelegen » heid voor God den Heere almachtig en alle Potentaten >> hebben geprotesteerd en verklaard , dat zijl . van den be >> ginne der oorloge wel hadden overlegd alle de miserien , » schaden , calamiteiten , onheilen en ook de onzekere uit » komst van de oorloge ; en dat zijl. daarom niet anders >> als eene goddelijke , eerlijke en verzekerde uitkomst van >> dien begeerden , blijkt uit verscheidene antwoorden , brie >> ven en depeches , daarop van tijd tot tijd gegeven , ge >> schreven en gedaan , en daarop is ook de jegenwoordige >> handeling begost . >> Dat met het woord goddelijk verstaan is , dat men je » gens Gods eer en Zijn heilig Woord niet verstaat bij han AANTEEKENINGEN 136. 219 >> deling iets toe te staan , dat tot toelating van de Room >> sche leer , noch ten minste tegen de Christelijke Gerefor » meerde religie mocht strekken , is kennelijk . >> Item dat met het woord eerlijk is verstaan , dat men >> niet konde iets toestaan jegens het decreet van de Heeren >> Staten Generaal , daarbij de landen ontslagen zijn van de >> heerschappij des Konings van Spanje en gesteld in vrij » heid , en dat der landen voorz. vrijheid bij de wederpar >> tijen ook toegestaan worde. >> En met het woord verzekerd is verstaan , dat men niet >> alleen het volkomen recht in der landen regering over de >> Geun. Provincien en al 't gene de Heeren Staten Gene >> raal houden en bezitten , verstond te behouden , maar >> daarbeneffens hem bij nadere alliantien en vriendschappen >> te verzekeren met de Koningen , Prinsen en Republieken , >> der landen zaken toegedaan. >> Nu moet geëxamineerd worden , of bij het voorgestelde » bestand voor vele jaren , de voorschr. punten kunnen ge >> noten worden of niet. >> Dat die genoten kunnen worden , blijkt daaruit , dat >> bij het voorgeslagen bestand onze wederpartij in ' t min >> ste niet tegen de Geref. religie noch voor de Roomsche » leer tracht te bedingen. Ook dat zijl . de landen houden >> voor vrije landen , daarop zijl . niet pretenderen , en in >> die qualiteit met dezelven handelen. Insgelijks dezelven >> laten behouden al wat zij hebben en bezitten , en niet >> voorstellen , daardoor de landen verhinderd zouden mogen >> worden haar te versterken met de alliantien en vriend >> schappen van de voorschr. Koningen , Prinsen en Repu- · >> blieken , ja dat zelfs de Koningen van Frankrijk en Groot >> Britannie haar stellen als voorslagers en garandeurs van >> het bestand. >> Dat zulke bekentenis van de wederpartij nopende der >> landen vrijheid ons behoort te contenteren , en strekt niet >> alleen voor den tijd van het bestand , maar voor altijd , >> is bij de propositien en vertoogen der Heeren Ambassa >> deurs met pertinente en solide redenen aangewezen . >> De Heeren Staten Generaal en van Holland en Westvr. 220 AANTEEKENINGEN 136 . >> in ' t particulier bij advies van de Collegien van den Hoo >> gen en Provincialen Rade en Luiden van Rekening heb » ben ook van den beginne der ' handeling 't zelve voor >> genoeg geacht , en overzulks niet anders van de Aartsher >> togen noch van den Koning van Spanje begeerd , naar >> inhoud van de handeling van den 24sten April 1607 . » Ja ongeveerlijk drie maanden daarna van nieuws daarop >> geconsulteerd wezende in ' t concipieren van het formu » lier , daarnaar de aggreatie van den Koning van Spanje >> begeerd worde , is bij advies van de presente Heeren Am >> bassadeurs iterativelijk ' t zelve alzoo verstaan. >> En de zake wel geëxamineerd zijnde , zal naar recht >> en redenen moeten verstaan worden , dat ' t gene meer >> begeerd is of begeerd wordt , veel meer schadelijk als >> dienstelijk is , overmits der landen vrijheid geen ander het voorschr. decreet. >> fundament mag hebben als >> 't Welk exempelen heeft van verscheidene Rijken en lan >> den , die bij gelijk decreet haar gevrijd hebben van het » geweld van hare Heeren en Koningen . En daarom is » ook in de handeling tot meermaal aan de Gedeputeerden » des vijands verklaard , dat de >> koop , noch bij Heeren Staten noch bij noch renuntiatie , gifte , noch eenigen >> anderen titel van de vijanden hare vrijheid hadden of be >> geeren te hebben , maar alleenlijk uit het voorz. decreet , >> bevestigd en bezegeld met zoo veel vergoten bloeds en geleden schade : en makende het voorgepasseerde bestand , >> heeft de Koning van Spanje zonder eenige restrictie bij » de brieven van aggreatie van den 18den September 1607 >> voldaan de belofte ; begrepen in de brieven van verband >> van de Aartshertogen van den 4den April 1607 , aangezien » dezelve alleen gerestringeerd zijn van daaraan niet gehou >> den te wezen , ingevalle noch vrede noch bestand geac >> cordeerd wierde ; en al 't gene bij de Heeren Staten >> geresolveerd is , daarop het eerste artikel van de handeling >> der vrede gesteld is , om malkanderen te accommoderen » en met eenigheid te besogneren , >> landen niet gebruikt >> niet importeert , en worden , dat men mag tot nadeel der bijzonder dewijl hetzelve eenparig eens zijnde , dat AANTEEKENINGEN 136 . 221 >> het bestand voor het oorlog moet worden geamplecteerd , >> zoo behoort hetzelve niet belet te worden om eenige >> woorden. En is de oprechte meening in 't nemen van » de voorz. resolutie geweest om malkanderen te verzeke 1 >> ren , dat men der landen vrijheid zoude conserveren en >> niet in kerkelijke of andere zaken iets toestaan , dat » eenigzins daarjegens mochte strijden , gelijk bij deze han >> deling ook niet gedaan wordt. >> In ' t geen gezegd wordt , dat onze wederpartij geen >> geloof wil houden en daarom het eerste artikel van de >> vredehandeling difficulteren , en diergelijke voorstellen , de >> zelve mogen wel geloofd worden om des te beter op >> onze hoede te wezen : maar dat men daarom zoude nala >> ten de uiterste rigeuren van de oorloge ( bestaande in over >> val , moord , brand , roof , slavernij en verlies van al 't » gene men in de wereld lief en waard heeft , die men bij » oorloge altijd onderworpen is , ) te ontgaan of uit te stel » len , is tegen alle redenen van state strijdende. >> Dat men om zulken gevoelen zoude nalaten te behar >> tigen de behoudenis van alle de lidmaten van de Unie en >> hem in gevaar stellen van honderd te verliezen en niet >>. één te mogen winnen , als in specie zal kunnen aange >> wezen worden , (is " ' t nood , ) is strijdende tegen de be >> zworen beloften , der landen welvaart en behoudenis. >> Dat men daarom zoude nalaten de alliantien met de >> Koningen van Frankrijk en Groot-Britannie voor onze >> defensie en behoudenis te laten effectueren en hare Kon. >> gunst , affectie en assistentie voor ons te behouden , strijdt » tegen alle redenen van staat , jegens der landen dienst en >> welvaart , jegens de dankbaarheid en 't respect , dat men >> H. Majen schuldig is , jegens de beloften aan dezelven >> formelijk gedaan , van met hare bewilliging , raad , advies >> en contentement in deze handeling te procederen , en >> doende daarjegens zoude niet alleen alle voordere assisten » tie geweigerd , maar ook der Koningen vriendschap ver » loren , en nog zwaarder veroorzaakt mogen worden. >> Dat men om ' t zelve gevoelen ook zoude nalaten te » redresseren den bezwaarlijken staat der landen , om die te 222 AANTEEKENINGEN 136 . >> stellen in zulke punten , dat die niet vallen in confusie , >> zoude niet kunnen verantwoord worden nu noch in toe » komende tijden.. >> Dat men daarom ook zoude nalaten de lasten van de >> oorloge meer als de helft te lande en geen minder deel » te water te verminderen en de landen van vele onnutte >> forcen en kosten te ontlasten , kan met redenen noch met » de welvaart der landen niet bestaan. >> Dat men mede om ' t zelve gevoelen alle jaars meer of bouwnering >> als 20000 onnoozelijke luiden van' >> zoude doen beschadigen ja ruineren , mag in goeder con >> scientie niet geschieden . >>> Dat men om ' t zelfde gevoelen de zeevarende luiden >> zoo te koopvaardij , groote , smalle , als kleine visscherij , » de zee bouwende , zoude van nieuws stellen in gevaar » van vermoord , gevangen , gerantsoeneerd , op galeiën ge » worpen , van hare reize verstooten en van hare nering >> verjaagd te worden , kan de staat der landen ook niet » lijden , als te zeer schadelijk niet alleen voor de zeevaart , >> maar ook voor alle nering en handwerken , daarvan de » penderende . Veelmin behoort om zulke onzekere vreeze >> het land in gevaar gesteld te worden , om bij een notabel >> ongeluk , ('t welk van alle daags bij oorlog ' t zij door » verrassing of geweld onderworpen is , ) eene generale alte >> ratie onder de gemeente te verwachten , die hen met >> redenen zouden mogen beklagen , dat men het bloedig , » bezwaarlijk , kostelijk en schadelijk oorlog voor een god » delijk , eerlijk en verzekerd bestand , (zelfs jegens den >> raad en adviezen van de Koningen en Prinsen alhier tot >> onze assistentie op ons eigen verzoek gezonden , ) zoude » hebben geprefereerd. » Op ' t gene men zegt , dat de Jezuiten en haars gelijken >> in den lande meer zullen komen bij tijde van bestand >> als oorlog , daarjegens kan men zoo wel en beter bij 't >> bestand voorzien als bij oorlog. » Op ' t gene men voorstelt , dat de Koning van Spanje >> bij 't bestand zijne zaken zal redresseren en zijne macht >> in de Indien versterken , daarop dient gelet , dat de Ko AANTEEKENINGEN 136. 223 » ning van Spanje het redres van zijne zaken in zijne eigene >> handen heeft bij vele middelen en namelijk bij een , te >> weten , het surcheren van de betaling der interessen , drie » maal meer jaarlijks importerende , als al het inkomen der >> Vereen. Landen : en de noodelijkheden tot de Indische >> vaarten kunnen hem niet gebreken , zoolang hij met » Frankrijk , Engeland , Denemarken en de Oostersche steden >> in vrede is : maar onze principale zorg moet wezen op 't >> redres van onzen Staat , die over Holland en Westvr. zoo >> hoog bezwaard is , dat men maandelijk meer als eens zoo >> veel moet opbrengen , als men voor de redemtie van den » 10den en 20sten penning (ten deele oorzaak van de oorloge) >> in ' t jaar opgebracht heeft , en overzulks meer als 24 maal >> zoo veel : en nog kan men daarmede niet volstaan noch >> jegens overval verzekerd wezen. >> 't Is ook buiten alle apparentie en strijdt jegens de >> vromigheden en éer der landen en goede ingezetenen ván » dien en hare geëxperimenteerde courage , affectie , oordeel , >> . constantie en patientie , dat men zoude meenen , dat de >> Regeerders van dezelve landen en steden jegens de meneën >> en practijken der vijanden en jegens het verval van de >> discipline met alle en diergelijke zaken niet zouden beter >> bij bestand als oorlog kunnen voorzien. >> Of der landen en steden neringen toenemen of vermin >> deren zullen door het bestand , staat in Godes hand , die >> in alles zijnen zegen geeft naar zijn welgevallen , maar >> meest zegent degenen , die goddelijke en eerlijke nering >> zoeken en vorderen. » Van de arresten , die in Spanje te vreezen zijn , is >> meer zwarigheid bij oorlog als bestand , alzoo de vijand , >> de trafiek toelatende , een iegelijk aldaar zal willen han » delen , ook bij oorlog , zonder eenige verzekering , als de >> experientie en onze eigene remonstrantien aan de Kon. » Maj . van Engeland h. g. hebben geleerd . En bij han >> deling zullen de landen bij beloften en ook bij garand » van de Koningen van Frankrijk en Groot-Britannie ver >> zekerd wezen . >> Dat de vijand meer garnizoenen bij bestand zal houden 224 » als AANTEEKENINGEN 136.. wij , is van kleine consideratie , hoewel hij zoo wel >> zijne frontieren jegens Frankrijk als deze landen zal >> moeten verzekeren en overzulks in vele plaatsen garni >> zoen houden . >> ' t Geen men voorstelt , dat de Oostindische Compagnie >> door het bestand zoude prejudicie lijden , heeft geen fun >> dament , ja het bestand gemaakt zijnde , zal men ter >> stond bevinden , dat de actien van de voorz. Compagnie >> veel beter zullen wezen als bij oorlog. » Want bij bestand zal de Compagnie , hare handeling >> doende mede bij bestand , veel minder kosten en conse >>> quentelijk meer profijts doen ." » En indien zijl . hare nering doen bij oorloge , zoo zullen » de Heeren Staten (bij bestand in deze landen) middel >> hebben om aldaar het oorlog tot haren laste te conti >>> nueren en de Compagnie laten trafiqueren , zonder dat >> het eenige apparentie ter wereld heeft , dat notabele as >> sistentie aan de Compagnie van wege de Heeren Staten >> gedaan kan worden bij hervatting en continuatie van de >> oorloge in deze landen , aangezien de eerste , middelste >> en laatste zorg moet wezen volgens de gezworen Unie de >> landen en goede ingezetenen van dien jegens overval >> yooral te beschermen : en mag de Compagnie haar ook >> niet beklagen , • dat zijl . aldaar in oorlog zouden moeten » blijven , alzoo geen onderzaat van eenig Koning of Poten >> taat van de Christenheid derwaart ooit heeft gevaren of >> gehandeld , ten ware bij speciaal en gelimiteerd consent. >> Op ' t gene gezegd wordt , dat men bij oorloge eene >> Westindische Compagnie zal formeren en daarvan groote >> profijten wachten , daarop staat te letten , dat de onkosten >> altijd zekerder , maar de profijten onzeker zullen vallen , >> en dat men op alzulke onzekere en brooze fundamenten >> geen acht behoort te nemen , daar men consulteert om » land en luiden tegens de uiterste rigeuren van den oorlog >> te verzekeren . >> 't Is nog ver te zoeken het verkrijgen van ' t octroy >> voor de Compagnie na den gedaan voorstel , en nog ver De » der de subsidie , aan dezelve Compagnie te doen. AANTEEKENINGEN 225 136. >> participanten zullen bij avonture zoo gereed niet wezen , » terwijl de luiden alledaags scrupuleuser worden hare pen » ningen voor vele jaren op onzekere winst uit te stellen . >> Als de Compagnie geformeerd zoude wezen , alsdan zoude > nog onzeker zijn , » >> uitrechten. of men met vrucht iets zou kunnen Want de exploiten , die men uit de schepen >> te lande voorneemt te doen , zijn geheel onzeker , vallende » dikwijls het beleid zulks , dat men aan de voorgenomen plaatsen niet kan komen : en schoon aan ' t land gekomen » zijnde , hebben de exploiten hare difficulteiten en loopen >> ordinair met schade en schande te niet. ' t Is ook onze >> ker , of men in zee iemand zal zien of bejegenen , en » iemand bejegend zijnde , is onzeker , of men malkanderen » zal kunnen aandoen , en malkanderen aandoende , is onze » ker , wie de victorie hebben zal : maar het is zeker , dat » de kosten zeer groot zouden vallen. » Alle welke redenen郭 wel geëxamineerd zijnde , zal bij » alle eerlijke luiden , die gezond oordeel gebruiken , wel >> verstaan worden , dat het voorgestelde bestand veel beter >> is als het oorlog : en als men daarbij voegt , dat men in >> twee jaren van het jegenwoordig bestand , te weten van >> zeven en acht , noch in eere , noch in reputatie , noch in >> landen , Provincien , steden of plaatsen niet verloren heeft , >> veel duizende menschen minder bedroefd en beschadigd » zijn , en minder kosten gedaan , als in twee jaren te >> voren tusschen de 40 en 50 honderd duizend guldens , en >> dat men nog wel f 1500000 zoude hebben kunnen bespa >> ren , indien met eenigheid de zaken hadden mogen beleid >> worden , zoo zal lichtelijk verstaan worden de apparentie >> voor het toekomende , niettegenstaande al wat men ter >> contrarie voorstellen mag , aangezien dat er geen beter >> leeraar is dan de experientie van vele jaren . » Voor, ' t besluit worden verzocht en begeerd diegenen , >> die directelijk of indirectelijk meer tot den oorlog als >> tot het bestand genegen zouden mogen zijn , wijsselijk » en tijdelijk te willen overleggen , dat het voordeel , bij >> deze landen in den oorlog gehad , bestaande in ' t op >> houden van des vijands voortgang tot der landen on III 15 226 AANTEEKENINGEN 136 . » dergang , naar menschen verstand meest veroorzaakt is , >> doordien de vijand omtrent 50 maal mutinatien onder » zijn volk van oorlog heeft gehad ; bovendien dat de >>> meeste ophouding van ons verlies en het wederkrijgen >> van eenige plaatsen , bij ons te voren verloren , gevallen » zijn , als de twee derde deelen van des vijands macht in » Frankrijk geoccupeerd was : en daarbeneffens dat men bij >> verlies van de groote en kleine steden van Braband en » Vlaanderen en andere Provincien veel meer landen , ste >> den en menschen in weinig jaren verloren en onder den >> Spanjaard en ' t Pausdom gebracht vindt , als in alle, de En dezelve mede rijpelijk en zonder passie overwegende ' t gene in ' t laatste » jaar van den oorlog , te weten in den jare 1606 , zoo te >> water als te lande is gepasseerd , niettegenstaande dat >> men in denzelven jare over de 12000 mannen te voet >> Vereen. Provincien zijn . » tijdelijk >> en 1000 te paard meer in dienste gebruikte , als men >> jegenwoordelijk en nog boven ' s lands vermogen heeft ; >> ook bedenkende , wat zonder den extraordinaris regen en » het failleren van twee dangereuse en ten naaste geëffec >> tueerde aanslagen der vijanden nog schadelijk en bezwaar » lijk (zelfs voor den lande van Holland en Westvr.) te >> passeren apparent was , en dat men voor den toekomen >> den tijd gelijke zwarigheid tot onverwinnelijke schade on >> derworpen blijft ; zullen niet kunnen twijfelen , of zulke » goddelijke , eerlijke en verzekerde bestand behoort het >> oorlog geprefereerd te worden ; en dat men bij goede >> regering (die met Gods hulp lichtelijk kan gesteld en on >> derhouden worden) veel beter de Vereen. Landen en alle » de leden van dien van den overval en practijke der vij– >> anden zal kunnen bewaren en beschermen bij bestand als >> oorlog , en bij ' t aannemen van ' t voorz. bestand zullen >> Gods rechtvaardige toorn , der voorz. Koningen gram >> schap en misnoegen en de bedroefnis van vele duizende >> vrome en oprechte liefhebbers des Vaderlands mogen » geweerd worden : daar ter contrarie het prefereren van >> een oneindelijk , bloedig , bezwaarlijk , schadelijk , niet >> noodig en consequentelijk onrechtvaardig oorlog moet ver AANTEEKENINGEN 136–137 . 227 >> zelschapt blijven met ontallijke miserien , calamiteiten en >> onheilen." (137) Brief van MAURITS. » Erentfeste , Eerzame , Wijze en Discrete , Lieve , Bij >> zondere ! Op eergisteren is ons bij eenige Gecommitteer >> den op ons verzoek ter handen gesteld zeker geschrift of >> redenen dienende voor het bestand , in de vergadering >> der Heeren Staten van Holland overgegeven. Hetwelk >> wij geëxamineerd bevonden hebben bij onzen laatsten brief >> en appostillen , daarbeneffens overgezonden , genoegzaam » wederleid. Daartoe wij ons dan refererende , onnoodig >> achten nader daarop te zeggen : maar willen ul. alleen >> ten overvloed en tot waarschuwing hierbij aanwijzen , dat >> bij 't voorz. geschrift bekend wordt , dat de vijand ons >>. nimmermeer zal accorderen eenen absoluten afstand . van >> zijne pretensien , en dat daarom zonder fundament gezegd >> wordt , dat onder die voorgestelde woorden begrepen en >> ons toegestaan zoude zijn 't geen de vijand wel expresse » >> >> >> lijk is weigerende. Op de inconvenienten en zwarigheden van den oorlog , die bij dit geschrift boven ouder ge woonte breed uitgemeten worden, is te considereren , dat immers beter is alle dezelven uit te staan en van God >> eene goede uitkomst te verwachten , als in 's vijands >> handen te vallen , volgens den ouden regel , houdende , >> dat een zeker oorlog beter is als een onzekere peis of >> stilstand ; zoodat alles op de verzekerdheid van dit trac >> taat aankomt. Zijnde onze meening geenszins ul . tot het >> oorlog te raden , wanneer gij anders zoudt mogen leven >> in eenen verzekerden vrede , denwelken wij in deze han » deling niet kunnen bemerken , uit oorzaak dat alles wat >> daartoe bij ' t voorn . geschrift verhaald wordt , alleen be >> staat in ijdele woorden en beloften van in toekomende >> tijden orde te zullen stellen : daarop men onzes erachtens >> den staat van 't land niet kan vertrouwen , mits twee >> redenen , dat men namelijk ul. zoekt te bewegen tot het >>> retracteren van de fundamentele resolutien en beloften , » daarop deze handeling is aangevangen : 't welk ons billijk » veroorzaakt om op het effectueren van zoodanige resolu 15* 228 >> tien AANTEEKENINGEN weinig te bouwen : 137-140. ten anderen omdat wij gezien » hebben , dat men met gelijke voorslagen van goede orde >> en verzekering malkanderen heeft gebracht tot besluit >> van de eerste treves , onder belofte dat vóór de expiratie >> derzelve niet alleen alles geresolveerd en geconsenteerd , >> maar ook geëffectueerd zoude wezen ; en dat na eenige >> beschrijving , daarop gevallen , de zaken zulks zijn gediffi >> culteerd , dat tot nog toe de minste resolutie , veel wei »> niger eenig effect daarop gevolgd zij : kunnende wij niet >> anders vermoeden , dan dat er nog veel min zoude vol » gen , indien de treves gesloten waren. Dies wel vlijtelijk >> daarop te letten staat : want de vijand ons t' allen tijde , >> niet alleen gedurende de treves , in gelijke en meerdere >> vreeze en perikelen stellen kan , als men ons poogt bij >> dit geschrift in te beelden ; maar ook inzonderheid na >> den uitgang van dezelve , als wanneer de vreeze en peri >> kelen zoo veel meerder zullen wezen , als onze macht >> kleinder en des vijands grooter geworden zijn zal , zonder >> dat wij een eenig woord in dit geschrift bevinden , dat eenige >>> orde daartegen gegeven is of zal worden. Ook zoo zijn » de middelen van ' t land zoo gering niet , dat men daarom >> eenige kwade of nadeelige conditien behoort aan te nemen. >> Begeeren overzulks , dat gijl . uw stuk waarnemen en de >> conservatie van uw Vaderland en van u zelven wel ern >> stelijk behartigen wilt , makende de vaste rekening , dat , » wat gijl . nu niet bedingt , daarna nimmermeer verkrijgen » zult. En ons des alles t' uwaart verlatende , bevelen ul. >> den Almogende. In 's Gravenhage den 23sten October » 1608. (138) M. d. n." Vgl. bov. bl. 43 , 165. (139) Vgl. bov. bl . 12 , 121 . (140) Niet onopmerkelijk is hieromtrent zijn verhoor. Op den 26sten November 1618 werd hem , bij art . 212 , gevraagd , of hij niet te eeniger tijd f 14000 aan dubbelde Spaansche pistoletten betaald had en waarvan daan hem die gekomen waren. Hierop antwoordde hij eenigzins ontwij kende : zoodat hem de vraag , bij art. 213 , op nieuw ge daan werd , en hij toen antwoordde zulks niet zekerlijk AANTEEKENINGEN 140. 229 te kunnen zeggen , en te verzoeken , dat de Heeren hem niet verder vragen wilden. Dit verhoor daarmede geëin digd zijnde , begon hij het volgende op den 27sten November met tot nader verklaring van de twee voorgaande vragen te zeggen , > » uit dezelve vragen te bemerken , dat zijne vij anden hen niet genoegen met hare valsche , versierde , in jurieuse , faam- en eerroovende geschriften en libellen zijn hart zeer en wee gedaan of gekwetst te hebben , maar dat zij ' t zelve zoeken te breken , daarvoor hij God almachtig bidt hem genadelijk te bewaren en zijn rechtvaardig oordeel over hem en haar te gebruiken : latende hem voorstaan uit een van de voorz . fameuse geschriften verstaan te heb ben , als dat zij hem insimuleren of verdacht willen maken , uit zake , dat de Marquis SPINOLA en de Gedeputeerden der Aartshertogen vóór haar vertrek in ' t jaar 1608 in ' t einde van September of 't beginsel van October eene slee met eenige manden met penningen voor zijne deur heeft gezon den , uit respect dat iemand van de zijnen bij hem was gezegd de meening van Hoogged . Heeren Staten te wezen , dat hij niet alleen zoude moeten betalen ' t gene voor fou rage van zijne paarden en opzienders derzelven aan de leveraars te betalen stond , maar ook ' t gene van wege Hoogged. Heeren Staten alreede betaald was ; dat hij die spreekt , in dien cours zeer verstoord zijnde , terstond den Commissaris JOHAN SPRONSSEN , die de opzicht van de voorz. zaak had gehad , ontboden heeft , om de slee met de voorz . penningen tot den Ontvanger Generaal of zijnen Commies VOLBERGEN te doen voeren , als hij meent dadelijk geschied te zijn , en de Heeren nader zullen kunnen verstaan uit den voorz. Commissaris SPRONSSEN en den Commies VOL BERGEN de gelegenheid van de voorz . zaak . " Voorts ver klaarde hij plechtig nimmer iets het minste van den vijand ontvangen te hebben , en ten bewijze zijner braaf heid en eerlijkheid haalde hij in het breede alle de diensten op , door hem van den beginne van den oorlog af aan het Vaderland bewezen. En nadat hem nog een paar vragen gedaan waren over voordeelen door hem uit Frankrijk en Engeland ge noten , vroeg men hem ten laatste bij art . 217 : Waarom 230 AANTEEKENINGEN 140-145. hij op gisteren verzocht heeft , dat men hem niet nader zoude willen vragen op ' t stuk van de Spaansche pistoletten ? Waarop hij antwoordde , dat hij meende Mijne Heeren zoo veel onderrichting daarop gedaan te hebben , dat hij meende den Heeren daarmede contentement gegeven te hebben. CARLETON , (141 ) Lettr. , III , 83. BRANDT , Rechtspl. , bl. 221. De Schrijver der Staatk. Part. , bl. 136 wil , dat er van OLDENBARNEVELDS misdadige verstandhouding met ALBERTUS niets gebleken is . In zijn verhoor op den 30sten November 1618 werden hem de volgende vragen gedaan en door hem beantwoord. Vr. 318. >> Of hij niet wel kent eenen FRANS of FRAN ÇOIS VAN PLACE van Mechelen , die hier in den Haag placht te wonen , en hem te generen met het tappen van wijn en bier? Antw. >> Zegt niet te weten , dat hij ooit zijnen naam gehoord of hem gekend heeft. Vr. 319. >> Of hij denzelven FRANS vóór de treves niet te meermalen gezonden heeft met zijne brieven over Enge land en Calais naar Brussel ? Antw. >> Zegt neen om redenen voorz. Vr. 320. >> Of niet gebeurd is , dat dezelve FRANS eens wederkeerende met eenig antwoord , dat hij hem toen zeide : FRANS , gij mocht nu wel bij middel van peis of treves weder in uw goed geraken? Antw. » Zegt bij zijne kennisse daarvan niet te weten." (142) VAN CAPPELLE , Fil. Will. , ook bov. ons II D. , bl. 91 . (143) UITENB. , Lev . , bl . 56. bl . 110 , 237. Vgl. K. H. , bl. 356 , 443. (144) JEANN. , I , 62 hield OLDENBARNEVELD d'un carac tère assez peu respectueux et trop élevé pour sa condition. (145) Het request hiertoe was ter Staten Generaal inge diend op den 13den Juny 1606 en is te lezen bij v. CAP PELLE , Fil. Will . , bl. 102 , 231. Op den 20sten Juny werd gelezen de schriftelijke verklaring van MAURITS van den 17den, waarbij hij in het verzoek zijns broeders toestemde , en welke woordelijk in het navolgende besluit der Staten is ingelascht. Hierop schijnt er den volgenden dag een gun AANTEEKENINGEN 145 . 231 stig besluit genomen te zijn , hoezeer men er op dien dag Res. St. Gen. niets van vermeld vindt : maar op den in 22sten Juny werden er tegen dat verzoek van PHILIPS WIL LEM gelezen twee remonstrantien , de eene gepresenteerd bij de Raden van de Prinses Weduwe van Oranje en haren zoon Graaf HENDRIK , de andere bij ROELAND SWEERTS , Raad en Agent van de nagelaten dochters van wijlen Prins WILLEM en Vrouwe CHARLOTTE VAN BOURBON : en nu werd besloten de resolutie , den voorgaanden dag op het request van PHILIPS WILLEM genomen , niet uit te geven dan op nadere order van de Staten , om ondertusschen te beproeven , of men partijen zal kunnen geïnduceren tot accoord en ver eeniging met der minne en in der vriendschap , om processen te vermijden en meerder broederlijke en zusterlijke liefde onder malkanderen te oefenen. De gronden , in de beide remon strantien voorgedragen , kwamen daarop neder , dat er over die goederen tusschen de leden van het Sterf huis nog een proces aanhangig was en PHILIPS WILLEM zich nog niet als erfgenaam had gedragen , zoodat , indien MAURITS van het beheer dier goederen wilde ontslagen worden , er dan met toestemming van alle de partijen een nieuwe bewind voerder moest gesteld worden , maar het bewind niet van zelfs op den Prins van Oranje overging. Met dit al werd op den 1sten July op des Prinsen verzoek een gunstig be sluit genomen , te lezen bij v. CAPPELLE , bl. 234 , waarbij de Staten zich alleenlijk voorbehielden de beschikking over de bewaring en verzekering der steden en sterkten en over de souveraine rechten of regalia. Ten gevolge echter van een schrijven van den Keurvorst Paltsgraaf aan den Rhijn , ontvangen den 27sten July , werd alstoen besloten de Heeren VAN OLDENBARNEVELD en BERK te committeren , om alle goede officien tusschen de partijen te doen en de Raden re spectief zulks te onderrichten , dat zij de zaken zoo precies niet nemen tegen malkanderen , als het schijnt dat zij doen , bijzonder ook niet tegen de kinderen van BOURBON-NASSAU . Op den 18den Juny 1607 ontvingen de Staten Generaal eenen brief van den Prins van Oranje van den 17den Decem ber des vorigen jaars , waarbij hij hen bedankte , dat zij 232 AANTEEKENINGEN 145-152 . hem in het bezit zijner goederen gesteld hadden . St. Gen. (146 ) JEANN. , III , 108. WAG. , IX , 410. PELLE , Fil. Will. , bl . 115 , 188. ( 147) JEANN . , III , 74. Zie Res. VAN CAP WAG. , IX , 410. (148) JEANN. , III , 46 , 49 , 51 , 54 , 70 , 71 , 75 , 93 . (149) WAG. , IX , 384 zegt niet te weten , of hij de zeeofficier LAMBERT HENDRIKSZOON anders MOY LAMBERT , of een ander van dezen naam geweest zij . In Res. St. Gen. , 19 Maart 1602 vindt men gesproken van eenen Capitein LAMBERT , Ecuyer van Graaf FREDERIK HENDRIK , als met dezen geweest zijnde op een Gezantschap in Duitschland en toen teruggekomen : terwijl men van bovengenoemden zee officier op den 23sten Maart gewaagd vindt. Diezelfde Ecu yer wordt in Res. St. Gen. , 13 July 1606 , onder den naam van GASTON DE LAMBERT , gezegd te zijn Luitenant van de compagnie ruiteren van Graaf HENDRIK VAN NASSAU. In het jaar 1607 werd hij gevangen gezet als beschuldigd van eigendunkelijke onordelijkheden op onzijdigen bodem: en eerst na veel moeite en op de ernstige en herhaalde verzoeken der Fransche Gezanten hebben hem de Staten Generaal 需 in het begin van Res. 1608 vergiffenis geschonken. Gen. , 19 January 1608. VAN WYN , Bijv. op St. Wag. , 9 St. , bl. 105 not . s , gist , dat het deze GASTON DE LAMBERT is , die door MAURITS naar Frankrijk gezonden werd . In Res. St. Gen. , 13 September 1618 leest men : >> De Capitein LAMBERT , vertrekkende naar Frankrijk , presen teert H. H. Mog. zijnen dienst , bij zoo ver als zij hem iets hebben te gebieden. En is goedgevonden hem daarvoor te bedanken." Waarschijnlijk is deze dezelfde als die van 1608 en werd hij toen door MAURITS gezonden , om de belangen van het Prinsdom van Oranje bij het Fransche Hof waar te nemen. Vgl. CARLET. , II , 301 , 302. ( 150) (151) JEANN. , II , 480–482 , 524—527 , III , 45–58. JEANN. , III , 69. ( 152) Men leest dien brief bij JEANN. , III , 62 , MAURITS heeft er op geantwoord , doch zijn antwoord is onbekend. JEANN. , III , 106 , 129 , 138 . 153-155 . AANTEEKENINGEN (153) JEANN. , III , 52 , 93 , 109. (154) JEANN. , III , 94 , 106. (155) Res. St. Gen. , 5 November 1608. 233 WAG. , IX , 413 . » Gelet zijnde op het inhouden van de brieven van de Agenten AERSSEN en CARON , is bij de t' samentlijke Provincien verstaan , dat men een einde behoort te maken op de zaak van de gepro poneerde treves : en overzulks goedgevonden , dat men de zelve hoe eer hoe liever bij der hand zal nemen." Secr. Res. St. Gen. , 13 November 1608. » Is communi cative gedelibereerd en geadviseerd op de geproponeerde treves bij de Heeren Gezanten van de Koningen mitsgaders van de Duitsche Keurvorsten en Vorsten : maar niet einde lijk daarop geresolveerd , dan uitgesteld tot morgen , om alsdan nader deze zaak te examineren ter presentie van Z. Exc. , van Graaf WILLEM en des Raads van State , en derzelver advies daarop gehoord , te delibereren en resol veren naar behooren : inclinerende de t' samentlijke Provin cien , dat men de treves behoort te prefereren voor den oorlog , bij zoo verre als men dezelve kan verkrijgen op goddelijke , eerlijke en verzekerde conditien , te weten met de behoudenis van de religie en de souveraineté van de Vereen. Provincien : behalven die van Zeeland , die verstaan , dat men behoort eerst te examineren de redenen , die dienen voor en tegen de treves , en daarop te hooren de adviezen van de Provincien .” 14 November. >> Is volgende de resolutie van gisteren ter presentie van Z. Exc . , van Graaf WILLEM en des Raads van State gedelibereerd op de geproponeerde treves : en nadat de redenen , pro en contra dienende , geëxamineerd en de adviezen van Z. Exc . , van Graaf WILLEM en des Raads van State gehoord waren : (verklaard hebbende Z. Exc. ziende de inclinatie van de Provincien tot de treves , ) dat hij dezelve mede toestaat , mits dat men zal behouden met uitgedrukte , verstandige , klare en ronde woorden de fun damentele punten , daarop de vredehandel met den vijand is bewilligd volgende de resolutie van de Provincien met een parige stemmen daarop genomen , te weten , de religie en den vrijdom of de souveraineté van de landen , zonder iets 234 AANTEEKENINGEN 155 . toe te laten , dat daartegen zoude mogen strijden , en dat de Heeren Staten tot dien einde zelfs de treves zullen han delen , gelijk zij den vrede gedaan hebben , met advies van de Heeren aanwezende Gezanten van de Koningen en Prin sen , opdat men zeker gaan , verstaan en weten mag , met wien dat men zal handelen , mitsgaders den wil en meening van den Koning van Spanje en Aartshertogen , of zij de voorz . fundamentele punten dezen landen willen accorderen , en dienvolgende de conditien instellen en dezelve aan de Aartshertogen overzenden , om daarop te hebben derzelver verklaring : daarmede dat Z. Gen. hem ook heeft geconfor meerd , daarbij voegende , dat men de Koningen van Frank rijk en van Groot-Britannie mitsgaders de Evangelische Keurvorsten en Vorsten behoort te verzoeken garant te willen zijn en gelooven voor de fundamentele punten gedu rende en ook na de treves voor altijd : en de Raad van State , dat H. Ed . zouden bedunken , dat men de treves niet zoude behooren af te slaan , maar dat in ' t gemeen eendrachtelijk daarop gelet en geadviseerd worde , om met advies der voorz. Heeren Gezanten dezelve treves te nego tieren en te maken Christelijk , eerlijk en zekerlijk , zulks dat nochtans met éénen te samen , ja van nu af zoo goede en vaste orde op de gemeene Unie , regering , finantie en anderszins gesteld worde , dat in allen gevalle , ' t zij wat God zoude willen geven , men zoo vóór , in of na de treves mag wel gesteld , gequalificeerd en gewapend zijn , om de souverainiteit en liberteit van den lande te mainteneren , en dat de Provincien willen goedvinden malkanderen vastelijk te beloven niet te zullen scheiden , vóór en aleer dezelve goede en vaste orde zal gesteld zijn : de Raad zoude ook noodig vinden , dat H. M. Ed. geliefde de Gezanten der Koningen en Prinsen te verzoeken , dat in het tractaat van alliantie gesteld worde , dat heure Koningen en Prinsen verstaan de acte van den Koning van Spanje en de Aartshertogen geen ander verstand te hebben , als dat zij bekennen den staat dezer landen voor souverein , daarop de Koning en Aarts hertogen niet hebben te pretenderen nu als dan en dan als nu en altijd , en dat heure Koningen en Prinsen denzelven AANTEEKENINGEN onzen Staat ook alzoo neren:) Utrecht, is bij houden en daarbij zullen mainte de Provincien van Gelderland , Vriesland , 235 155-157 . Holland , Overijssel , Stad Groningen en Omme landen verstaan en verklaard , gelijk dezelven gisteren com municative hare adviezen ook geopend hebben , dat men de redenen en consideratien voor de treves behoort te prefe reren voor die van den oorlog , bij zoo ver als men dezelve treves kan bedingen en verkrijgen Goddelijk , eerlijk en zeker , als te weten , met behoudenis van de ware Chris telijke religie , gelijk die jegenwoordig in de Vereen. Pro vincien geëxerceerd wordt , en de vrijheid of souveraineté van den lande , en dat men tot dien einde eenigen uit de Provincien zal committeren , die de propositie van de aan wezende Heeren Gezanten , dienaangaande gedaan , met de conditien , daarin geëxpresseerd , zullen examineren , of in dezelven iets is dat daartegen strijdt of daartoe of af zoude dienen gedaan , om het rapport daarvan gehoord , alsdan daarop met gemeen advies geresolveerd te worden naar be hooren. Maar die van Zeeland , eerst haar lang verblijven geëxcuseerd hebbende , hebben in ' t lange gededuceerd de redenen , waarom dat zij achten , dat de treves en de con ditien van dezelve zijn strijdende tegen het welvaren en de verzekerdheid van den staat dezer landen ; daarover dat 1 hare principalen in dezelve niet hebben kunnen accorderen. En alzoo dezelven van Zeeland niet nader hebben kunnen gebracht worden , zijn H. Ed . verzocht hun nader daarop te willen bedenken tegen morgen ten negen uren voor den middag ." (156) Men leest hunne redevoering bij JEANN. , III , 113 ; maar op menige plaats verschilt zij aldaar van de opgave in de Res. St. Gen.: alwaar , onder anderen gemist worden alle 1 de zinsneden van Car nos Rois af tot Il y a d'autres toe ; alsmede de laatste zinsnede : Nous faisons. (157) Secr. Res. St. Gen. , 17 November 1608. >>> Is 1 wederom geproponeerd , of de Heeren van Zeeland haar niet anders alsnog zouden kunnen verklaren op de gepro poneerde treves , immers om benevens de andere Provincien over het besogne van de examinatie van de propositie , 236 AANTEEKENINGEN 157. punten en conditien van dezelve te zijn op ' t welbehagen van hare principalen en zonder prejudicie van dezelven. Daarop H. Ed . gezegd hebben , · dat zij rondelijk en sin ceerlijk verklaard hebben , dat zij geenen anderen last had den , als denwelken zij tot meer reizen hebben geopend , en dat zij ook overzulks niemand kunnen committeren , te vreden niettemin zijnde , dat volgende den voorslag van de Provincien de Heeren Staten van Zeeland worden bezonden , en zullen van harent wege devoir doen , dat de Gedepu teerden van de Heeren Staten Generaal , die derwaarts zul len gaan , wel ontvangen en gehoord zullen worden. >> Op de voorz . verklaring van die van Zeeland , is ge proponeerd , nademaal dat de andere Provincien geconsen teerd hebben , dat men eenigen zoude committeren tot de examinatie van de conditien van de treves , gelijk die zijn geproponeerd , dat dezelven zouden gelieven de nominatie van de Gedeputeerden daartoe te doen en meteenen te ad viseren op den last , dien dezelven zullen hebben , en wan neer die in de besogne zullen treden . En hebben hierop de zes Provincien verklaard , dat zij te vreden zijn te nomi neren , en genoeg te verstaan , dat de genomineerden na den middag in de besogne zullen treden : maar dat zij be droefd zijn en haar verwonderen , dat die van Zeeland als nog difficulteren haar te conformeren , aangezien zij wel verhoopt hadden , dat die van Zeeland veel meer in achting zouden genomen hebben , dat de zes Provincien , op den ge prefigeerden tijd alhier gekomen zijnde , sedert met zoo groote kosten hare komst patientelijk verwacht hebben , en dat dezelven zoo ten dien regarde als ziende de eenparige hare inclinatie en resolutie tot de treves , bij zoo ver als men die kan gekrijgen goddelijk , eerlijk en zeker , op zoo vele vriendelijke instantien , aan haar gedaan , om eenigheid onder de t' samentlijke Provincien te onderhouden en daar mede ook te conserveren de eer en reputatie van 't land , haar zouden hebben geconformeerd ten minste op ' t beha gen van hare principalen en zonder prejudicie van dezelven : biddende overzulks alsnog , dat H. Ed. daarop nader willen letten en hen voegen , of immers opening doen , met wat AANTEEKENINGEN 157. 237 fondament dat zij hare opinie mainteneren tegens het advies van de Koningen , derzelver Gezanten , van den Raad van State en de zes Provincien . Hierop hebben die van Zeeland gezegd , dat zij hare redenen tot meer reizen hebben ver klaard , en namentlijk dat zij in de treves niet kunnen consenteren , zonder eerst te hebben de acte gementioneerd in de resolutie van de Heeren Staten van den 13den Sep tembris 11. (1 ) , daarbij zij alsnog persisteren ; zijnde niette min te vreden , dat de Heeren Staten van Zeeland worden bezonden volgende den voorslag. >> Hierna is bij den Heer Advocaat van Holland aange diend , dat de Heeren Gezanten voorhebben op morgen in de vergadering te compareren , om iets dezenaangaande aan te dienen ; stellende overzulks in bedenken , of niet geraden is de voorz . resolutie , op deze zaak te nemen , zoo lang uit te stellen. Is daarin bewilligd . >> Alzoo bij die van Zeeland in haar advies ook tot meer reizen is vermaand en aangetrokken , dat , alvoren in de handeling van de treves te treden , zoude dienen gere solveerd op eenen goeden form van regering en anderszins , zijn dezelven verzocht eens te willen verklaren , wat rege ring dat H. Ed . meenen dat er zoude behooren gesteld te worden , anders als degene , die er jegenwoordig is. Hierop hebben die van Zeeland geantwoord , dat zij achten , dat dit regering niet zonder wichtige oorzaken en consideratien de t' samentlijke Provincien onder andere pun punt van de ten is voorgesteld in den brief van de Heeren Staten van den 12den . Aprilis 1607 (2); zulks dat H. Ed. daarom ver staan , dat daarop behoort vooreerst geresolveerd te worden . En zijnde mitsdien hierna op den form van regering in 't lange gediscoureerd en communicative geadviseerd , en be vonden , dat er geene regering geduriger is geweest van alle degenen , die er geweest zijn , noch daarmede dat de Pro vincien haar beter hebben bevonden , als met de jegenwoor dige ; is bij de zes Provincien verstaan , dat men daarom (1) Vgl. bov. bl. 164. (2) Vgl. bov. bl. 112. 238 AANTEEKENINGEN 157. bij dezelve behoort te blijven , zonder nieuwigheid in te voeren , maar wel die te redresseren in de punten , daar dezelve door lankheid van tijd zoo in de autoriteit als in de orde en discipline militair en anderszins in het stuk van de contributien is vervallen en defectueus wordt bevonden : hebbende H. Ed. de Heeren van den Raad van State verzocht de defectuositeiten en difficulteiten , die dezelven daarin bevin den , te willen examineren en schriftelijk vervatten met haar advies , en dat den Heeren Staten aan te dienen , om daarop te letten en te resolveren , gelijk voor den welstand van den staat van den lande zal bevonden worden te behooren." 18 November. >> ―――― Hierop is wederom geproponeerd , nademaal dat men met deze zaak bijnaast de geheele voor gaande week en deze doende is geweest en om die van Zeeland te induceren haar met de andere Provincien te willen conformeren mitsgaders met het advies van den Raad van State , hetwelk genoeg met de opinien van de Provin cien overeenkomt , immers ' t zelve te doen op het welbe hagen van hare principalen en zonder prejudicie van dezel ven ; hebbende de voorz. zes Provincien alreede tot de besogne gecommitteerd en allen te samen verzekerd , dat zij verstaan te conserveren de religie met de vrijheid van de landen , zonder iets toe te laten dat daartegens zoude mogen wezen en strijden , en aangeboden genoegzame mid delen van de contributien te zullen consenteren om de treves en den staat van ' t land te mainteneren , en tot dien einde hare meening ook verklaard op de regering en het redres seren van de defectuositeiten , die door den langen tijd in de autoriteit van dezelve zijn gevallen ; en dat die van Zeeland haar hierop niet nader kunnen verklaren , maar naar hare principalen moeten vertrekken om last te ge krijgen ; en dat de Heeren Gezanten van de Koningen , ook bij hare gedane propositie zeer urgeren om resolutie ; of Z. Exc. , de Heeren van den Raad en de zes Provin cien niet goedvinden , dat de Gedeputeerden in de be sogne treden morgen na de leste predicatie ( 1 ) of over (1 ) Het was toen biddag . AANTEEKENINGEN 157. 239 morgen vroeg ter klokke acht uren , om de propositie met de artikelen van de treves . te 1 examineren en alzoo tijd te winnen , terwijl dat de loopende tijd van het be stand verloopt en haast zal komen te expireren , en dat anderszins nieuwe prolongatie van denzelven van den vijand zal moeten verzocht worden tot disreputatie van den lande. Hierop heeft Z. Exc . verklaard , dat hij goedvindt , dat de zes Provincien eenige punten instellen , en dat die van Zee , land van hare zijde van gelijke doen , of dat elke Provincie dat apart doe , om dezelve daarna met gemeen advies gear resteerd en aan de Aartshertogen gezonden te worden , om van dezelven te verstaan , of zij die zullen begeeren te ac cepteren (1 ). Die van den Raad hebben verklaard , dat zij haar advies op de treves schriftelijk hebben vervat en inge geven , vermanende alsnog , dat men zoude letten op de conservatie van de religie en de qualificatie van ' t land , raadzaam achtende , dat men gedurende de deliberatie van die van Zeeland in de geproponeerde besogne trede. >> ' t Voorz. advies gehoord , hebben de zes Provincien nog maals verstaan volgende verscheidene hare voorgaande ver klaringen , dat hare Gedeputeerden bij den anderen behooren te komen , om de propositie van de treves te examineren en te zien , of er te veel of te weinig is gesteld om het land te bewaren en te bedingen eene goddelijke , eerlijke en verzekerde treves , overmits dat zij tot nog toe geene rede nen hebben verstaan , daarom dat zij van hare opinie zouden behooren te wijken ; en hebben daarom die van Zeeland alsnog verzocht , dat H. Ed . gehoord hebbende de voorz. adviezen , haar met dezelven zouden gelieven te voegen , op den geproponeerden voet van het welbehagen van hare principalen en zonder prejudicie van dezelven. Daarop dat die van Zeeland wederom verklaard hebben , immers dat zij de voorz. adviezen en opinien van de zes Provincien wel hebben verstaan , maar dat zij niet zijn gelast haar daarmede te conformeren , maar veelmeer ter contrarie , - . omdat de Heeren Staten van Zeeland dien handel en com (1) Graaf WILLEM was afwezig . 240 AANTEEKENINGEN 157--165. municatie van de treves den landen ten allerhoogste scha— delijk achten om de redenen , die zij te meermalen hebben verhaald ; begeerende te zien het geschrift , dat de Heeren Gezanten van de Koningen zullen instellen en overgeven , en excuserende , dat zij geene oorzaak zijn van het retardement van de besogne , omdat de Commissarissen van de Aartsher togen van hier zijn vertrokken bij gebrek van last , denwelken zij uit Spanje verwachten , gementioneerd in de resolutie van de Heeren Staten van den 13den Septembris ll. welken last zij Gedeputeerden van Zeeland alhier hebben meenen te vinden.” (158 ) UITENB. , Lev. , bl. 157 . (159) JEANN. , III , 122 , 131. (160) (161 ) JEANN. , III , 122 , 152. JEANN. , III , 104 , 124 , 126. (162) JEANN. , III , 182. WAG. , IX , 423. ( 163 ) JEANN. , III , 53 , 145 , 147 , 148 , 175 , 177 , 218 , 235 , 257 , 279 , 281 , 292 , 301 , 303. (164) JEANN. , III , 204. (165) JEANN. , III , 128 , 141–143 , 145 , 147, 151 , 152 , 174 , 177 , 182 , 192 , 234 , 265. Verkeerdelijk dus schrijft de Schr. der Staatk. Part. , bl . 126 , dat de onverzettelijk heid beide van MAURITS en OLDENBARNEVELD op het punt der erkentenis van de onafhankelijkheid der Vereen. , Pro vincien , en hunne eenstemmigheid ten dezen , meer nog dan de pogingen van JEANNIN , eene verzoening tusschen hen beide te weeg bracht , die het twaalfjarig tijdperk on der de gelukkigste vooruitzichten deed beginnen. Res. St. Gen. , 23 November 1608. » Is de Griffier ge last Z. Exc. van wege de Heeren Staten Generaal te ver zoeken den Heeren Staten van Zeeland met zijne brieven te recommanderen haar met de andere zes Provincien te willen conformeren in de zaken van de geproponeerde tre ves , daartoe dat de Heeren Gecommitteerden van de Heeren Staten Generaal naar Zeeland vertrekkende , zijn gelast en geinstrueerd (1).” (1 ) Dat MAURITS den verzochten brief geschreven heeft, is mij niet gebleken, AANTEEKENINGEN 165. . 241 Seer. Res. St. Gen. , 19 December 1608. » Zijn ter ver gadering gecompareerd de Heeren Gezanten van de Konin gen van Frankrijk en van Groot-Britannie : hebben eerst bij monde vertoond en geproponeerd en daarna schriftelijk overgegeven ' t gene hierna geinsereerd volgt (1). >> Het voorz. geschrift gelezen en de Heeren Gezanten met de behoorlijke complimenten bedankt en dezelven ver trokken zijnde , is daarop gevraagd het advies van Z. Exc. , van Graaf WILLEM en des Raads van State. Daarop Z. Exc. verklaard heeft , gelijk hij hier te voren nog gedaan heeft , dat hij , ziende de inclinatie van de Provincien tot de tre 1 ves , daartegen niet begeert te zijn , maar dat hem bedunkt voor zijn advies noodig te wezen , dat men de punten van de treves behoort te examineren , en te laten diegene , die bekwaam zijn , en de andere te redresseren daar dat diene lijk zal bevonden worden , en dat men het punt van de souverainiteit klaar en wel expres behoort te stellen ; en de voorz . punten alzoo gearresteerd zijnde , dat de Provincien malkanderen behooren te beloven van dezelve niet te zullen wijken goedvindende dat men ten effecte van deze hande ling de loopende treves zal mogen prolongeren , volgende het advies van de voorz . Heeren Gezanten (2). Graaf WIL LEM heeft hem met dit advies geconformeerd , behalven dat Z. L. goedvindt , dat men de treves zal prolongeren voor twee maanden. » De Heeren van den Raad adviseren , dat zij dienelijk vinden , dat men zonder langer delai de handeling van de treves promptelijk behoort voor te nemen op de punten en de substantie van dezelve , begrepen in de propositie van de Heeren Gezanten , en te zien of men door het bemiddelen van dezelve zal kunnen verkrijgen 15 of 12 jaren treves , mitsgaders de navigatie en handeling op Oostindien de gré à gré , om te min oorzaak te geven tot eenige verbittering en het breken van de treves ; insgelijks goedvindende , dat (1) Men zie dat voorstel bij JEANN. , III , 189 , alwaar verkeerde lijk, 18 December staat. (2) Dat is , voor eene maand. 16 III 242 AANTEEKENINGEN 165. de loopende treves voor eene maand na de expiratie van dezelve worde geprolongeerd ; recommanderende , dat de re solutie , hierop te nemen , mag geschieden , zoo haast eenig zins doenlijk is , met eenigheid , daarin dat de onderdanen van den lande haar mogen vervroegen (1 ) . De t'sament lijke Provincien hebben ook verstaan , dat men deze zaak langer niet behoort te delayeren , maar dezelve bij alle ma nieren te voorderen : dan hebben eerst van het gepropo neerde verzocht copie , om dat te examineren en na den middag of morgen daarop te resolveren." 30 December. >> De Heeren Gecommitteerden om te resu meren de conditien en artikelen van de geproponeerde tre ves , hebben ter presentie van Z. Exc . , van Graaf WILLEM en den Raad van State gedaan rapport van haarl . gebe sogneerde , mitsgaders van het concept bij hen daarnaar ge dresseerd met advies van de Heeren Gezanten van de Koningen van Frankrijk en Groot-Britannie , dewelke uiter lijk ( 2) begeerd hebben , dat men ' t voorz. concept en be sogne zoude secreet houden , zonder daarvan eenige copien uit te geven , ten einde daarin met meerder zekerheid , reputatie , eer en voordeel mag worden. gehandeld en getracteerd >> Hierna is 't voorz. concept in ' t Walsch en ook het translaat daarvan in 't Duitsch gelezen : daarop dat Z. Exc. en Graaf WILLEM voor haar advies verklaard hebben , dat zij altijd van advies zijn geweest en nog gaarne zouden hebben , dat het punt van de souverainiteit of vrijdom van + 't land expresselijk en met uitgedrukte klare woorden had mogen gesteld worden ; doch dat H. L. om beter eenig heid te onderhouden onder de Provincien , ziende de incli natie van dezelven tot de treves , hun 't voorz. concept laten gevallen , mits dat de Heeren Gezanten van de Konin gen van Frankrijk en Groot- Britannie zullen verklaren en van H. Majen acten uitbrengen , dat zij de souveraineté voor deze landen houden genoeg geëxpresseerd , om ' t zelve te (1 ) Dat is , verheugen. (2) Misschien ernstelijk. AANTEEKENINGEN 165. 243 dienen niet alleen voor den tijd van de treves , maar voor altijd , en om dezelve liberteit te mainteneren , dat H. Majen deze landen ook na de expiratie van de treves zullen assis teren : vermanende voorts Z. Exc. en Graaf WILLEM de Heeren Staten vóór de conclusie van de treves orde te wil len stellen op de regering en de contributien voor het toe komende gedurende den tijd van den stilstand , ten einde de Staat mag staande gehouden worden : voegende Z. Gen. dat men tot dien einde niemand tot de regering zoude ad mitteren dan degenen doende professie van de religie of bekende getrouwe liefhebbers des lands." 31 December. >> Compareren de Heeren van den Raad van State en verklaren , dat H. Ed. gelet hebben op het concept van de treves : en voor H. Ed. advies goed te vinden , dat men op 't voorz. concept in handeling trede en dezelve zoo zeer spoedige als ' t eenigzins doenlijk is , zonder eenigen tijd te verliezen : verstaande in confor mité van de adviezen van Z. Exc. en van Graaf WILLEM , dat men van de Heeren Gezanten van de Koningen zał verzoeken acte van dat H. Majen respectief de Heeren Sta ten garant zullen staan voor het maintenement van de tre ves , en dat dezelven verstaan , dat de souveraineté van deze landen zal geduren niet alleen voor den tijd van de treves , maar ook na de treves en voor altijd , en dat H. Majen deze landen zullen assisteren in de treves , gelijk dezelven in den vrede gedaan zouden hebben. » De Provincien - hebben haar dezelve concepten laten gevallen en goedgevonden , dat men daarop ten spoedigste zal treden in handeling en van de Heeren Gezanten verzoe ken te verklaren bij acte , dat hare Koningen deze landen houden voor vrije landen voor altijd , en dat zij dezelve zullen assisteren tegen de infractien van de treves en die helpen mainteneren. Behalven dat die van Zeeland susti néren , dat men met klare woorden in deze handeling van de treves behoort te exprimeren de souveraineté van den lande , gelijk dat gedaan is bij het eerste punt van de vredehan deling : — item dat de ratificatie des Konings van Spanje en Aartshertogen van de handeling simul en semel zal 16* 244 moeten AANTEEKENINGEN gedaan 165–167. worden : item dat de Provincien van de andere zijde deze handeling behooren te approberen : item dat men ten voordeeligste behoort te gedenken en bedin gen voor het Sterfhuis van Z. Exc. h. m. ten regarde van de punten bij Z. Exc. over te geven : en ten leste dať de Provincien malkanderen bij acte zullen beloven , dat men de punten , die alhier zullen worden besloten , bij de han deling zal mainteneren , zonder daarvan te wijken , bij zoo ver als de vijand zwarigheid zoude maken die te accorderen , maar veeleer de handeling te breken. >> Verstaande de t' samentlijke Provincien , dat de zeker heid van den staat van ' t land meest bestaat en voor het toekomende nog moet bij goede eenigheid , orde en rege ring en genoegzame middelen van de contributien tot onder houding van een goed aantal ruiteren en soldaten , mitsga ders bij de vriendschap en goede correspondentie van de naburige Koningen en Prinsen , en dat men daarom daarop eenen vasten voet en resolutie eenpariglijk behoort te ne men en te arresteren vóór het besluit van de treves. » Hierna zijn bij de zes Provincien de voorz . gemoveerde difficulteiten bij die van Zeeland , gesolveerd en gedi lueerd : dewelke mitsdien dezelven van Zeeland verzocht hebben haar te willen conformeren met de voorz . concep ten : waartegen die van Zeeland nader hare redenen en mʊ tiven verklaard hebbende , is goedgevonden , dat men hem nader op alles zal bedenken tot morgen.” ( 166) MAURITS zelf verklaarde aan de Fransche Gezan ten , dat OLDENBARNEVELD zich hierin wel gedragen had , JEANN. , III , 254. (167) Secr. Res. St. Gen. , 11 January 1609. » Die van Zeeland zijn wederom gevraagd , of H. Ed. haar nader op het punt van de commercie en de acte van verzekering hadden bedacht en haar met de andere zes Provincien begeerden te conformeren : die daarop hebben geantwoord , H dat zij haar niet vinden gelast noch ook eenige rede nen hebben gehoord , die haar kunnen moveren , om van advies te veranderen , en dat dezelven hare voorgaande verklaring persisteren. daarom alsnog bij 1 Mits welken het AANTEEKENINGEN 245 167-170. punt van de commercie en de zwarigheden , bij die van Zeeland daarop gemoveerd , geëxamineerd en daarop ge delibereerd zijnde , de artikelen , is bij de zes Provincien verstaan , dat dienaangaande in ' t project van de gesteld , wel ingesteld zijn , treves en dat alzoo ' t zelve project gehouden wordt voor gearresteerd . Maar die van Zeeland hebben verklaard en doen aanteekenen , dat zij dit niet houden voor resolutie. is Aangaande de acte van verzekering bij t' samentlijke Provincien verwilligd , dat men zal mainteneren de souveraineté en vrijen staat van de Provin cien in conformité van het eerste artikel des punts van de treves in deze acte te insereren , en dat geene remisen naar Spanje zullen niatreren , langer toegelaten als voor 8 , worden , ingeval van opi 10 of 12 dagen , (doch de voorz. tijd sane , en niet als civiliter verstaan zijnde , ) dat men den handel van treves zal afsnijden .” 13 January (1). - Op het voorz. rapport en de gedane veranderingen en correctien (2) gelet zijnde , hebben de zes Provincien dezelve goedgevonden : - en die van Zeeland serieuselijk vermaand en verzocht haar daarin te willen con Maar dienniettegenstaande hebben H. Ed. dat formeren . tot meer reizen gedifficulteerd bij gebrek van last , zonder eerst te hebben contentement op de binnenlandsche com mercien volgende haar verzoek : alzoo dat eindelijk om de zaak te accommoderen , op de voorz. commercie genomen is de volgende resolutie . Enz. >> Mits welke resolutie is dien van Zeeland wederom af gevraagd , of zij haar met de andere zes Provincien begeeren te conformeren. Daarop dezelven verklaard hebben , dat zij daartoe haar niet vinden gelast , maar vertrouwen , dat hare principalen daarin zullen verwilligen." (168) JEANN. , III , 251. WAG. , IX , 429. (169) JEANN. , III , 278. (170) JEANN. , III , 301 . (1) Men vindt deze resolutie in haar geheel reeds bij v. WYN , Bijv. op Wag. , 10 St. , bl. 123. (2) Te weten , van de voorgestelde artikelen des bestands. 246 AANTEEKENINGEN 171-179. (171 ) JEANN. , III , 256 , 277 , 280 , 282 , 290 , 293. (172) BILDERD. , VII , 207 , VIII , 2. (173) JEANN. , 1 , 65 , 75 , III , 44 , 51 , 76 , 86 , 90 , 126 , 159 , 177 , 182 , 281 , 325. (174) JEANN. , III , 53. (175) JEANN. , III , 59 , 324. (176) JEANN. , I , 66. (177) UITENB. , Lev. , bl. 156 . (178) JEANN. , III , 146 , 152 , 173 , 206. Wanneer men dit alles in overweging neemt , dan kan men waarlijk niet berusten in het niets beslissend oordeel van AITZEMA , I , 37a, schrijvende : » Mijne meening is niet te oordeelen , of de treves wijsselijk of onwijsselijk gemaakt was. -- ' t Is mij genoeg te zeggen , waar twee kijven , dat zij gemeenlijk beide schuld hebben. - Ik wil gelooven , dat behalven de zware lasten , daarin de Staat door den oorlog was verval len , ook andere particuliere inzichten waren bij degenen , die de treves dreven : maar ik geef ook een ieder te be denken , of niet de anderen , die voor de continuatie van den oorlog spraken , haar particulier daar mede onder zochten. Een veldoverste veel emolument trekkende uit den oorlog , en uit het zijne niet daartoe contribuerende , zoude dwaas lijk doen , indien hij dreef of prees eene vredemaking.” (179) JEANN. , IV , 38 , 59 , 78. Res. St. Gen. , 22 November 1608. » Op het aangediende van wege Z. Exc. dat dezelve bevindt , dat het Huis van Nassau niet wordt genoeg gedaan bij de geproponeerde artikelen van de treves , namelijk in de punten rakende de limiten en confiscatien , en dat Z. Exc. daarover zijn belang desaangaande bereid is ter vergadering te remonstreren , indien 't H. M. Ed. alzoo goedvinden , is verstaan , nade maal de meening van de Heeren Staten altijd geweest is voor Z, Exc. en het Huis van Nassau in de handeling met den vijand zoo vele commoditeiten en voordeelen te bedingen , als ' t eenigzins met den welstand van den staat van den lande zal doenlijk zijn , dat de voorschr. Heeren Gecommitteerden tot de handeling van de treves Z. Exc. zullen hooren en deszelfs meening en pretensien verstaan , AANTEEKENINGEN 179. 247 om daarna alhier ter vergadering daarvan rapport te doen en daarop gedisponeerd te worden naar behooren." Secr. Res. St. Gen. , 3 April 1609. >> Is ter presentie van Z. Exc. en des Raads van State gedelibereerd op de missive van de Heeren Gedeputeerden van den 1sten dezes mitsgaders op de gevoegde punten : verklarende de Gedepu teerden van de Provincien mitsgaders Z. Exc. en de Raad van State , dat zij alles hadden geconfereerd met de arti kelen van het bestand , die den Heeren Gezanten van de Koningen medegegeven zijn ; en dezelven bevonden daarmede genoeg overeen · te komen. En op alles naar behooren gelet , (het advies van Z. Exc. en des Raads van State gehoord , ) eenpariglijk verstaan en geoordeeld , dat de Hee ren Gedeputeerden met alle consideratien wijsselijk en zeer voorzichtelijk tot voordeel van den lande hebben gebe sogneerd , daarvoor dat de Heeren Staten dezelven ook hadden te bedanken , met vertrouwen dat H. Ed. daarin verder nog met gelijke getrouwigheid , ijver , affectie en naarstigheid zullen continueren , opdat de handel korts tot een goed en gewenscht besluit gebracht mag worden . Edoch alzoo op eenigen van de voorz . punten en bijzonderlijk op de limiten en confiscatien sommige consideratien werden gemoveerd en voorgesteld uit de kennis van de quartieren , en dat ook Z. Exc. hem scheen te beklagen , dat er voor alsnog niets voordeeligs voor het Sterfhuis van Z. Pr. Exc. h. m. noch ook voor hem zelfs was gehandeld , verzoekende daarom , dat men den voorz . Heeren Gedeputeerden serieu selijk zoude recommanderen alle mogelijke goede devoiren te doen , dat deze zaak favorabelijk afgehandeld zoude wor den vóór het sluiten van de treves ; is goedgevonden , dat men de voorz. consideratien schriftelijk zal vervatten en aan de Heeren Gedeputeerden overzenden , om daarop te letten en daaruit zoo voordeelige conditien te bedingen , als ' t eenig zins doenlijk zal zijn , en den handel voorts te besluiten , gelijk dezelven voor den meesten dienst en verzekerdheid van den staat dezer landen zullen bevinden te behooren , zonder de zaken langer te dilayeren tot groot prejudicie en zware kosten van dezelven , nadat H. Ed . alles zouden 248 AANTEEKENINGEN gedaan hebben voor het voorz . 179-181 . Sterfhuis en Z. Exc . dat mogelijk is en is hierop de vergadering gescheiden ." Res. St. Gen. , 11 April 1609. >> Is geproponeerd , of men Z. Exc. zal geven copie van de acte geteekend op de limiten , volgende zijn begeeren : en de Griffier gelast ' t zelve voor alsnog te excuseren , maar Z. Exc. te presenteren de lecture van de voorz . acte." (180) Het verdrag is te lezen bij JEANN. , IV, 62. VAN METER. , f. 576d . Secr. Res. St. Gen. , ↳ Maart 1609. dering gecompareerd Z. Exc. , » Zijn ter verga Graaf WILLEM en de Raad van State : en nadat wederom gelezen is geweest de brief voor den middag ontvangen van de Heeren Gezanten , en de acte van prolongatie van de loopende treves (1) , is na be hoorlijke deliberatie eenpariglijk verstaan en geresolveerd , dat de vergadering van de Heeren Staten Generaal , Z. Exc. , Graaf WILLEM en de Raad van State haar Zondag naastko mende volgende het begeeren van de welgemelde Heeren Gezanten zal transporteren naar Bergen op den Zoom : behalven dat bij die van Zeeland , Z. Exc. , Graaf WILLEM en de Raad van State voorgeslagen en vermaand is , dat men ondertusschen naar Antwerpen aan de Heeren Gezanten zoude mogen schrijven , ten einde H. Ed. gelieven over te zenden het geschrift , dat dezelven op de artikelen van de Heeren Staten hebben ontvangen , in H. Ed . brief gemen tionneerd maar is daarop niet geïnsisteerd , om de Heeren Gezanten niet te miscontenteren en tijd te gewinnen , al is 't dat generalijk genoeg anders verstaan is , dat dezelven 't voorz. geschrift wel hadden behooren met den brief te zenden." voorn. (181) JEANN . , III , 340 , 375 , 377 , 404. Secr. Res. St. Gen. , 14 Maart 1609. >> De Heeren Ge zanten van de Koningen zijn wederom ter vergadering ge compareerd in ' t afwezen van Z. Exc. , van Graaf WILLEM (1 ) Deze was eerst verlengd tot den 15den February , toen tot den laatsten dier maand , en nu tot den 20sten Maart : vervolgens weder tot den laatsten dier maand en eindelijk tot den 10den April . 249 181 . AANTEEKENINGEN en van den Raad van State : hebben den Heeren Staten in 't lange vertoond de groote diensten , die Z. Exc. h. m. mits gaders Z. Exc. Graaf MAURITS de Vereen. Provincien hebben gedaan , hebbende gelegd de fundamenten van de vrijheid , die dezelve jegenwoordig genieten : dewelken overzulks alle behoorlijke erkentenis en recompense meriteren : en hebben daarover de Heeren Staten bij last van hare Koningen zeer serieuselijk verzocht en gerecommandeerd , dat H. M. Ed . zouden gelieven daarop rijpelijk te letten en de voorz. dien sten en weldaden zulks te vergelden en recompenseren vóór het sluiten van de treves met dankbaarheid , als dezelven vereischen , opdat H. M. Ed . mogen van haar weren de reprochen van ondankbaarheid , daarmede andere Republieken in voortijden beschuldigd zijn geweest ; verzekerende , dat H. Majen de voorz. erkentenis zeer aangenaam zullen heb ben. Hierop geadviseerd wezende , is goedgevonden , dat men één uit elke Provincie zal deputeren , om te maken eene voorraming van de voorgestelde recompensen voor Z. Exc. in ' t particulier , het Sterfhuis van Z. Exc. h. m. 9 Mevrouw de Prinsesse , Graaf WILLEM en Graaf HENDRIK VAN NASSAU , mitsgaders het Sterfhuis van Graaf JOHAN VAN NASSAU goed. mem. om daarna metteneerste daarop gelet en geresolveerd te worden naar behooren." 17 Maart. >> Zijn wederom ter vergadering gecompareerd de Heeren Gezanten van de Koningen van Frankrijk en van Groot-Britannie , vertoonende , dat zij waren verschenen , om te verwekken de diligentie van de Heeren Staten en H. M. Ed. te recommanderen ten spoedigste te willen resolveren op de twee punten , bij H. Ed . voorgedragen , te weten , van de treves en van de erkentenis te doen aan Z. Exc. en de andere lidmaten des Huis van Nassau voor de diensten en beneficien , die de Vereen . Provincien van Z. Exc. h. m. , Z. Exc. etc. hebben ontvangen , en dat vóór de expiratie van de loopende treves , die voorhanden is , zonder deze zaak langer te traineren , dewijl zij achten , belangende de voorz . erkentenis , al is ' t dat het eene zaak is , die zelve spreekt , dat zij dezelve bij last van hare Koningen hebben gerecommandeerd , gelijk zij nog doen ; 250 AANTEEKENINGEN 181-182 . hebbende zeer aangenaam , dat H. Ed. speuren bij de ver klaring , die haar is gedaan , dat den Heeren Staten haar voorstel en recommandatie bevalt , verzoekende dat H. M. Ed. op beide punten conjunctim willen resolveren. Voorts heb ben H. Ed. ook meteenen zeer serieuselijk gerecommandeerd het gouvernement of regering van 't land , mitsgaders de contributien , om het interest dat hare Koningen daarin hebben , dat de staat van de Vereen. Provincien mag blijven geconserveerd. - Is geantwoord , dat de Heeren Staten met ernst en naarstigheid beide voorz. punten hebben voorge " als met de Heeren Gezanten noodig achtende , dat ten principale een einde van de handeling van de treves gemaakt , en van gelijke ook op het tweede punt geresol veerd worde ten meesten contentemente , naar dat de staat van 't land zal kunnen Enz (1)." lijden en de billijkheid vereischt. (182) Secr. Res. St. Gen. , 17 Maart 1609 , post prand. >> De Heeren Gedeputeerden van de Provincien hebben ge daan rapport van de voorberaming bij H. Ed. gemaakt op de recognitie aan Z. Exc. en de andere leden van het Sterf huis van Z. Exc. h . m. , den Prins van Oranje , - daarin bestaande , dat men , om 't voorz. Sterfhuis in eenigheid te houden en ' t zelve beter daartoe te brengen , dat de partage van de nagelaten goederen van Z. Exc. h. m. in 't vriendelijke onder de erfgenamen mag geschieden , de Heeren Staten Generaal bij geval van succes van treves tot haren last zouden mogen aannemen alzulke ƒ 6000 ' s jaars , als Z. Exc. h. m. heeft gemaakt zijne dochter VAN NASSAU BOURBON en geassigneerd op de visscherij van Geertruiden berg , met nog eene rente van f 3500 , gemaakt aan Vrouwe EMILIA VAN NASSAU , Prinses van Portugal. >> Item dat men , voor zoo veel Z. Exc . aangaat , hem zijne politieke tractementen zoude mogen dubbeleren : item zijne tractementen militaire , (die bedragen f 80000 ' s jaars ,) augmenteren met f 40000 , beloopende tot f 120000 ' s jaars , tot een verzet van 't gene Z. Exc . zal afstaan en missen (1) Het punt der regering werd niet aangeroerd. AANTEEKENINGEN 182. 251 door de treves bij ' t succes van dezelve , van de inkomsten van de confiscatien en geestelijke goederen , die de Heeren Staten van Braband en elders gegund hebben , alles bij suc ces van de treves en gedurende dezelve (1) . >> Item om te toonen , dat men het Huis van Nassau houdt gerecommandeerd en 't zelve verstaat en begeert in eere te houden , bij zoo ver als Z. Exc. komt te houwe lijken , dat men (ook bij succes van de treves) zoude mogen tot eene douarie van zijne huisvrouw constitueren eene rente van f 25000 's jaars en hereditair voor zijne kin deren , bijaldien als God hem eenigen van zijne huisvrouw verleende. » En om de Provincien onder eene goede regering bij anderen te vaster vereenigd te houden , dat men den Z. Exc. zoude mogen maken Gouverneur Generaal van alle de Vereen. Nederlanden , op alzulke commissie en in structie , als men met gemeen advies Z. Exc. daartoe zoude mogen geven op de voorz. tractementen en bij ' t succes van de voorz. treves : blijvende Z. Gen. Graaf WILLEM in zijn gouvernement particulier. >> Item dat men het tractement van Mevrouw de Prinses van f 15000 's jaars zoude mogen augmenteren tot f 20000 ; en van gelijke ook het tractement van Graaf HENDRIK tot f 20000 ; alzoo dat zij te samen zullen hebben f 40000 . >> Item dat Prinses zoude men het huis in den Haag Mevrouw de mogen laten ad vitam , en hereditair aan Graaf HENDRIK ; al ' t geen voorz. is insgelijks bij ' t succes van de treves. >> Item dat men bij ' t succes van de treves en gedurende dezelve de tractementen ordinaris en extraordinaris van den Welgeb. Heer Graaf WILLEM LODEWYK VAN NASSAU etc. Stadhouder ook zoude mogen continueren en dubbe (1) De Staten van Gelderland machtigden op den hunne Gedeputeerden ter Generaliteit , om te mogen de verdubbeling va MAURITS politieke tractementen was gesproten , dat hij de domeinen van Braband Zoom in handen gehad had en niet dan met groote stand derzelven heeft kunnen gebracht worden. + 10den Mei 1616 verklaren , dat slechts daaruit en Bergen op moeite tot af 252 AANTEEKENINGEN 182 . leren , alzoo dat die te samen zullen beloopen f 50000 's jaars . >> En dat men Z. Exc. en Graaf WILLEM ook zal mogen laten hare compagnien respectief , die zij hebben te paard en te voet , tot zulken getal , voet en orde als bij de Hee ren Staten goedgevonden zal worden. >> Hierop geadviseerd wezende , hebben de Gedeputeerden van de Provincien daarin bewilligd op het welbehagen van hare principalen respectief , op den voet en bespreken , gelijk zij elk aangenomen hebben haar advies schriftelijk in te stellen en in handen van den Griffier over te ge ven , om dat te boek te brengen : verstaande de t' sament lijke Provincien , voor zoo veel aangaat het verdubbeleren van de tractementen van de politieke gouvernementen , dat elke Provincie Z. Exc. en Graaf WILLEM daarin zullen ge ven contentement." 19 Maart. >> De Heeren Gedeputeerden van de Provin cien hebben gerapporteerd , dat H. Ed. aan de Heeren Ge zanten opening gedaan hebben van de resolutie , bij de Heeren Staten genomen op hare recommandatie van wege hare Koningen , ten einde met alle behoorlijke dankbaarheid erkend zouden worden de diensten van Z. Exc. h. m. en van Z. Exc. jegenwoordig voor zijnen persoon en de andere leden van het Sterfhuis ( 1 ) : en dat H. Ed . daarop geant– woord hebben , dat dezelven daarin goed contentement had den , maar verzocht hebben , dat de f 25000 , Z. Exc. geac cordeerd om te vorderen eene goede alliantie van huwelijk , hem zouden gegund mogen worden zonder de voorz. con ditie , erfelijk voor hem en zijne mans oiren , en daar die hem zouden ontbreken , dat dezelve zouden mogen succe deren op Graaf HENDRIK , Z. Exc. broeder en deszelfs mans oiren , en dat de voorz . rente zoude mogen ingaan terstond na de treves ; voorslaande dat men de waarde van de ƒ25000 zoude mogen geven in landen en luiden. Item dat men het tractement van f 20000 , geaccordeerd aan Graaf HEN (1) Opmerkelijk , dat JEANNIN , IV , 19 in zijn bericht van deze resolutie aan zijn Hof , niets gewaagt van het Gouvernement Gene raal. Zou hem dit punt wel zijn medegedeeld ? AANTEEKENINGEN 182-183 . 253 DRIK , zoude augmenteren tot f 25000. geantwoord hadden , Daarop dat H. Ed . dat de Generaliteit geene landen had noch heerlijkheden , alzoo die te samen resorteren onder de particuliere Provincien , daarover dat men moest blijven bij de constitutie van de voorz. rente ; en voor zoo veel1 raakt de gevoegde conditie , dat 't zelve gedaan was om goede consideratien en hopening , dat Z. Exc . zal doen eene goede alliantie naar zijne qualiteit en dezen landen dienelijk , als wanneer die rente zoude beginnen cours te nemen : aan 1 gaande de voorgeslagen successie van die van den een op den ander , op de mans oiren , dat ' t zelve zoude strijden tegen de rechten en usantien van deze landen , die de doch teren niet uitsluiten , en dat men ook twijfelt , of Z. Exc. de voorz . successie ook alzoo aangenaam zoude hebben ; daarop dat de Heeren Gezanten Z. Exc. nader zouden mogen hooren , om daarna nader daarop gelet te worden : belan gende het verhoogen van het tractement van Graaf HENDRIK van 20 tot 25000 Guldens , dat wel de Provincien haar daartoe niet vonden gelast , maar de zaak ten favorabelste aan de Provincien zouden rapporteren en recommanderen." (183) Res. St. Gen. , 24 Maart 1609. >> Z. Exc. is ter vergadering gecompareerd , en is hem aangezegd de resolutie , alhier op het welbehagen van de Provincien genomen op de dankelijke erkentenis van de gedane diensten van Z. Pr. Exc. h. m. , van Z. Exc . zelfs en van de andere leden van het Sterfhuis , en dat de Gedeputeerden van de Provincien aan genomen hebben alle mogelijke devoiren in de Provincien te doen , ten einde daarop metteneerste promptelijk en favora— belijk mag worden geresolveerd . Z. Exc. heeft de Heeren Staten hiervoor bedankt en verklaard , dat hij met gelijke affectie het land bij succes van de treves zal dienen , gelijk hij gedaan heeft bij den oorlog , en begeert dat H. M. Ed . zouden willen gelooven , dat de difficulteiten , die hij in de zaak van de treves heeft gemaakt , alleen hebben gestrekt voor de conservatie van den lande en niet tot eenig ander einde (1)." (1) Gelijk men vermoeden mag , dat aan JEANNIN het punt nopens + 254 AANTEEKENINGEN 183. Evenwel het was eerst in Augustus en September , dat deze zaak haar volle beslag kreeg. Res. St. Gen. , 14 Augustus 1609. » Op de memorie overgegeven bij den Tresorier van Z. Exc. is goedge vonden en verstaan , dat men alle de punten , rakende 2 Z. Exc. en de t'samentlijke leden van het Sterfhuis van Z. Pr. Exc . h. m. behoort bij der hand te nemen en daarop te resolveren ." 18 Augustus. » Is geproponeerd de recognitie voor Z. Exc. en de andere leden van het Sterfhuis van Z. Exc. h . m. mitsgaders de f 25000 voor den Heere Prins van Oranje : maar is daarop niet finalijk geresolveerd , overmits eenige Provincien verstaan , dat men daarop punctuelijk en niet in genere behoort te resolveren." 19 Augustus. » Is geadviseerd op de propositie van de Heeren Ambassadeurs ― aangaande de erkentenis van de groote diensten en verlies van goed en bloed voor de vrij heid der Nederlanden , van h. g. den Heer Prins van Oranje, voor Z. Exc. Sterfhuis in ' t gemeen , voor de Vrouwe Prinsesse zijne nagelaten Weduwe , Z. Exc. Prins Maurits , ook ten opzien van zijne meriten zoo lange jaren in alle constantie en getrouwigheid in tegenspoed en voorspoed den landen bewezen , insgelijks van Prins HENDRIK zijnen broeder , eenzamentlijk den Welgeb. Heere Graaf WILLEM LODEWYK Graaf van Nassau etc. En hebben de t' sament lijke Provincien geconsenteerd in de twee erfelijke renten , de eene van 6000 ponden , bewezen aan de Vrouwen doch teren van Z. Pr. Exc. h. m. geprocreëerd bij Vrouwe CHARLOTTE VAN BOURBON etc. Voor hare vaderlijke goederen , en de andere van 3500 ponden voor Vrouwe EMILIA VAN NASSAU Prinsesse van Portugal etc. voor H. Exc. moeder lijke goederen , ten einde daardoor gefaciliteerd en besloten het Gouvernement Generaal niet is medegedeeld , zoo zou het ook zeer bevreemden , zoo zulks aan MAURITS geschied ware , vooral bij den sterken tegenstand , dien het voorstel der Zeeuwen tot eene regeringsverandering ter Staten Generaal nog kort te voren onder vonden had. Zie bov. bl. 237. AANTEEKENINGEN 183 . 255 mag worden de partage tusschen de Hooggem . Vrouwe Prinsesse , de Heeren Prinsen zonen en de Vrouwen doch teren van Hoogged. Heer Prins , tot conservatie van de lustre van den Huize en onderlinge eenigheid , liefde , affec tie tusschen de leden van dien. >> Hebben nog geaccordeerd in de f 20000 voor de Hooggem. Vrouwe Prinsesse van Oranje Weduwe 's jaars in plaatse van 15000 ponden , bij dezelve tot nog toe van de Generaliteit genoten . >> Consenteren voorts , dat tot behoef van Z. Exc. zal worden verzekerd eene rente van 25000 ponden ' s jaars erfelijk purelijk , zonder eenige conditien , te lossen den penning 20 : die van Utrecht en Vriesland , op hope dat • hare principalen hun daarmede zullen conformeren (1 ): en de Stad Groningen en Ommelanden bij ' t gevolg van alle de andere Provincien. >> Bewilligen nog in de verhooging van de militaire trac tementen van Z. Exc. tot 120000 ponden ' s jaars. » Accorderen mede , dat Prins HENDRIK Voor zijn trac tement als Generaal van de cavallerie en andere voordeelen van den oorlog zal genieten 25000 ponden ' s jaars. >> Bewilligen voorts , dat het tractement militair van den Welgeb. Heer Graaf WILLEM LODEWYK VAN NASSAU ordi naris en extraordinaris verhoogd zullen worden tot f 36000 ' s jaars. >> Consenteren nog in de verdubbeling van de politieke tractementen van Z. Exc. en den Welgeb. Heer Graaf WILLEM als Stadhouders en Capiteins Generaals respective van de Provincien , mits dat dezelve verdubbelingen worden gebracht tot laste van de Generaliteit , uitgezonderd dat die van Holland en Zeeland sustineren , dat de Provincien , daarvan dezelven Gouverneurs zijn , deze betaling behooren te dragen. >> Alle de voorz. tractementen met de verdubbelering en verhooging respectief van dezelve worden geaccordeerd ge durende den tijd van de treves. (1 ) Reeds op den 21sten Augustus heeft Utrecht hierin bewilligd. 256 AANTEEKENINGEN 183-187. » Aangaande de delatie van het Gouvernement Generaal van de Vereen . Provincien tot behoef van Z. Exc. , is dit punt bij die van Vriesland , Overijssel , Stad Groningen en Ommelanden alsnog in advies gehouden . » Hebben de t' samentlijke Provincien alsnog geaccor deerd in de voorgeslagen f 25000 tot eene vereering voor den wellekom en het defroyement van den Heer Prins van Oranje." 24 Augustus. » Is geaccordeerd , dat de dubbelering van de tractementen van Z. Exc . en van Graaf WILLEM mili taire en politieke in zullen gaan ten dage van het besluit van de treves." 25 September. » De Staten Generaal der Vereen . Neder— landen hebben geconsenteerd en consenteren mits dezen , dat alle tractementen en voordeelen , dependerende aan de Capi teinschappen Generaal van Z. Exc. ordinaris en extraordinaris , te velde en daarbuiten , mitsgaders ' t geen Z. Exc . uit eenige donatien van de geconfisqueerde of geannoteerde goederen en rechten , beden , domeinen , geestelijke goederen of andere beneficien tot nog toe heeft genoten , die bij het tractaat van het bestand weder aan H. H. Mog . zijn gekomen , zullen begroot worden tot profijte van Z. Exc. tot 120000 ponden van 40 grooten ' t pond ' s jaars , gedurende ' t voorz. bestand of vrede , ingaande den 9den Aprilis 11. en dat dezenvolgende Z. Exc. met de Provincien zal mogen doen liquideren en maandelijk zijne betaling ontvangen . Gedaan ter vergadering van de Hooge gem. Heeren Staten Gene raal den 25sten Septembris in 't jaar 1609. C. VAN ITTERSUM , vt. ( 1) . ( 184 ) JEANN. , III , 376 . (185 ) Geparapheerd . JEANN. , IV , 96 , 99 , 104. (186) KLUIT , Hist. d. Holl . Staatsreg. , III , 77. (187) Op den 29sten January 1610 werd door de Staten Generaal aan de twee klerken van OLDENBARNEVELD eene som van f 300 toegelegd in erkentenis van haren extraor (1 ) Den volgenden dag werd eene dergelijke acte van ƒ 36000 voor Graaf WILLEM gemaakt AANTEEKENINGEN dinaris arbeid 257 187-188 . en moeiten gedaan in de twee en drie jaren gedurende de handeling van den vrede en treves , met schrij ven , boodschappen en anders bij nachten en ontijden , zoo wel als bij dage , naar vereisch der zaken , onder den voorz. Heer Advocaat , die genoeg de geheele directie en conceptie van de handeling heeft gehad en alles schriftelijk heeft in gesteld, veranderd , af- en toegedaan , naar dat de commu nicatien met de Heeren Ambassadeurs van de Koningen en de resolutien zijn gevallen : hetwelk zij meestal hebben ge grosseerd uit de minuten en anderszins voor de Generaliteit. De Schr. der Staatk. Part. , bl. 125 schrijft , dat in de raadplegingen over het bestand de staatkunde van OLDEN BARNEVELD , gerugsteund door de kundigheden van eenen AERSSEN , HOGERBEETS en DE GROOT , Zegepraalde. Dan over de bemoeiïngen van beide laatstgemelde Heeren ten dezen vindt men in de historie niets gemeld : en welke de invloed van den Griffier AERSSEN geweest is , weet men niet. (188) 1Res. St. Gen. , 14 Juny 1603. >> Op de ernstige instantie gedaan van wege Z. Exc. is geaccordeerd , dat men ten regarde van de sobere gelegenheid van de arme ingezetenen van het stedeken en ambt van St. Vit , ' t zelve stedeken en ambt zal nemen in de sauvegarde van de Ge neraliteit , ten einde zij vrijelijk en onverhinderd mogen wonen en hare bouwerij en andere nering drijven , om haar wederom een weinig te verhalen en van de uiterste calamiteit gerespireerd wezende , Z. Exc . als haren Heer mettertijd eenige recognitie mogen geven." 17 Juny. » Op ' t verzoek gedaan van wege Z. Exc . is de geheele Heerlijkheid of Rentmeesterie van St. Vit , daar onder het stedeken en het dorp van Butgenberg is begre pen , voor den tijd van één jaar naastkomende genomen in sauvegarde van de Heeren Staten Generaal , en toegelaten , dat de ingezetenen van dezelve vrijelijk en onverhinderd zullen mogen wonen en hare bouwerij en andere nering ▸ drijven , gelijk andere stedekens en Heerlijkheden ten platten lande onder sauvegarde zittende , mits dat zij in plaats van de contributien aan Z. Exc. als Heer en proprietaris van de voorz III Heerlijkheid jaarlijks daarvoor zullen gehouden 17 258 AANTEEKENINGEN 188-193 . zijn te geven alzulke recognitie , als dezelve Z. Exc. haarl. in redelijkheid zal opleggen." (189) Men leest dit verdrag van scheiding bij JEANN. , IV, 173-181 . VAN CAPPELLE , Fil. Will. , bl . 117 , 240–253. (190) Vgl . bl . 251 , 252 , 255 . (191 ) JEANN., IV , 95 , 97 , 104 , 118 , 152 , 165 , 182 , 185. (192) bl. 120. Dit leert uitdrukkelijk VAN CAPPELLE , Fil. Will. , (193) Men zie het verhoor van OLDENBARNEVELD op den 29sten November 1618. Vr. 308. » Waarom hij gedurende de treves getracht heeft de stad van Breda neutraal te maken en de landen van zoo eene notabele frontier te ontblooten ? Antw. >> Zegt , dat hem voorstaat , dat Mijn Heere de Prins van Oranje 1. g. - daartoe wel eenige instantie ge daan of doen doen heeft vóór de treves , maar hem gedenkt niet , dat bij zijne kennis daarop vervolg gedaan is na de treves , maar wel dat er disputen geweest zijn tusschen Hoogged. Prins en den Raad van Braband op eenige punten van autoriteit of jurisdictie in de stad en Baronnie van Breda en aanpalende plaatsen. Vr. 309. » Wat handeling gedurende de treves hij dien aangaande met KERREMANS heeft gemaakt , en wat commu nicatien met hem daarop gehouden ? Antw. >> Zegt , dewijl deze zaak lang geleden is , dat hij geene memorie daarvan heeft , maar gedenkt hem wel , dat er KERREMANS hem van gesproken heeft uit den naam en last van Mijn Heer den Prins. Vr. 310. >> Of hij gedurende de treves dezelve neutraal making van Breda niet gevorderd heeft bij die van Holland , noemende de plaatse maar te wezen een houkind voor de Staten , daarvan zij niet dan last hadden te verwachten ? Antw. >> Zegt hem 't zelve niet te gedenken en ook kwalijk te kunnen gelooven , nademaal Mijne Heeren de Staten na ' t besluiten van de treves aan de Heeren Prin sen Gebroederen1 verscheidene concessien tot ontlasting van den Sterfhuize van h. 1. m . haar Heer Vader hadden be willigd en ook in de handeling voor dezelve Heeren Prinsen • AANTEEKENINGEN 193-194. 259 eenige avantageuse conditien van de Aartshertogen bedongen. En dat hij Breda houdt voor een frontiere wel gefortifi ceerd en geprovideerd en dienstelijk voor de Vereen . Lan den . Dat hem niettemin voorstaat , dat hij eens gedurende dit vervolg aan eenige Gecommitteerden der stad Dordrecht, als naaste hoofdstad van Holland , van dit vervolg secrete opening heeft gedaan , en hare redenen verstaan hebbende , den vervolger vermaand , dat hij zijns oordeels wel doen zoude de zaak niet verder te vervolgen ; en dat overzulks daarop geen verder vervolg is geschied. Vr. 311. » Of hij niet wel weet , dat de neutraalmaking van Breda niet konde strekken dan tot grooten ondienst van de landen ? Antw. » Zegt , dat hij met het neutraal maken geen voordeel voor de landen heeft kunnen oordeelen : dan dat hij niettemin Mijn Heere den Prins van Oranje , als oudsten zoon van Hoogged. overleden Prins , en zoo veel in zijne gevangenis geleden hebbende , altijd gunstig en favorabel is geweest , zoo veel met den welstand en dienst van de lan den heeft kunnen geschieden. Vr. 312. >> Of hij niet wel weet , dat het heele stuk van de neutraalmaking van Breda gedreven werd bij den vijand , en dat die daarover aan den Prins MAURITS presen teerde over te geven den geheelen Staat of Graafschap van Lingen? Antw. >> Zegt zulks nooit verstaan te hebben , en dat hij het Vorstelijk gemoed van den Hoogged. Heere Prins zulks gesondeerd en van zulken rondeur en oprechtigheid geoor deeld heeft , dat , niettegenstaande hij van de Roomsche re ligie was , hij nochtans zulks voor den Spanjaard en Aarts hertogen tot nadeel van de Vereen. Landen en zijn eigen Huis niet zoude hebben willen doen : zulks dat de han deling , in dit artikel verhaald , eene andere handeling moet "" wezen. (194) Res. Raad v . St. 18 February 1609. >> Alzoo de Raad bij gemeen gerucht verstaan had , dat de Heer Prins van Oranje voornemens is eerlang te vertrekken naar Breda en aldaar zijne hulding te nemen en den Magistraat te stel 17* 260 AANTEEKENINGEN 194. len of hermaken , is de Secretaris HUYGENS belast ' t zelve Z. Exc. Graaf MAURITS af te vragen. Dewelke wederge keerd zijnde rapporteert , dat Z. Exc. hem daarop heeft geantwoord , dat het waarachtig is ; dat ook eenen KERMAN , Raad van den voorz. Heer Prins , het voorleden jaar Z. Exc. had aangezegd , dat de voorz. Heer Prins alsdan den Magi straat op zijnen naam en autoriteit begeerde te stellen ; dat dezelve Heer Prins nu zelfs voorgenomen heeft ' t zelve te doen ; dat Z. Exc. ook gedacht had ' t zelve den Heeren Gen. Staten voor te dragen , opdat , de souverainiteit bij H. M. Ed . staande , de Magistraat op heure autoriteit ge steld worde , terwijl toch Z. Exc . hem niet begeerde te ingereren in zijns broeders domeinen ; dat ook apparentelijk hieruit zoude mogen volgen eene neutraliteit derzelver stad ; dat de Raad wist te overleggen , wat aan dezelve stad is ge legen en wat dezelve aan fortificatien gekost heeft , en dient tot bedekking en verzekering van een zoo groot district en quartier der frontieren van 't land , en daarom de souve rainiteit derzelver bij zulken middel der Generaliteit , die dezelve toekomt , niet behoort onttrokken te worden." Hierop heeft de Raad den volgenden dag deze zaak met deszelfs advies aan de Staten Generaal voorgedragen : de welken haar in beraad legden op den 21sten February , doch besloten , dat men om den dienst van ' t land deze zaak nog zal houden in bedenken en secreet , zonder daarop te resol veren. Evenwel men leest in Secr. Res. St. Gen. , 26 Fe bruary. » Gehoord het rapport des Heeren VAN BREDERODE van dat Z. Exc. de Heer Prins van Oranje verklaard heeft , dat dezelve in de zaak van Breda begeert naar te komen het goed believen van de Heeren Staten Generaal en dat Z. L. naar Breda ook niet zoude hebben gegaan , als met het goed bevinden van H. M. Ed . , is verstaan en geresol veerd , dat men van het gepasseerde in de zaak van Breda acte noch notitie zal houden en zoo ver als Z. Exc . Graaf MAURITS Voorder insisteert om te weten , wat daarin gedaan en geresolveerd is , is goedgevonden , dat de Heer President hem deze resolutie met de meening van de Heeren Staten zal mogen aanzeggen. " AANTEEKENINGEN 194. 261 OLDENBARNEVELD , ofschoon niet presiderende , was in alle deze zittingen tegenwoordig. Betrekkelijk Steenbergen leest men in Res. Raad v. St. , 1 Mei 1609. >> De Raad verstaan hebbende , dat de Heer Prins van Oranje iemand van zijnen Raad naar Steenbergen geschikt had om den Magistraat aldaar op zijnen naam nu te vernieuwen , en dat Z. Exc. ook ten zelven effecte naar Steenbergen geschreven had , en dat overzulks , de Magistraat aldaar niet wetende wat in dezen te doen , de vernieuwing was uitgesteld tot op den Zondag toekomende , zoo Capitein JAN DE WITTE , tot Steenbergen commanderende , schijnt hem te hebben laten verluiden ; is gedelibereerd , wat in dezen best zoude te doen zijn , en geresolveerd den Heeren Gen. Staten dat alzoo voor te dragen. Maar alzoo dezelve Heeren Gen. 氟 Staten nu niet vergaderd zijn , en men ook verstaat , dat mogelijk namiddag ook geene vergadering zijn zal , en apparentelijk morgen ook niet , alzoo men verstaat , dat de Advocaat van Holland , nu presiderende in de Gene rale Vergadering , morgen zal van huis trekken ; zoo is de Secretaris belast den voorz . Advocaat te verzoeken van 1 wege den Raad , dat hem zoude believen de vergadering namiddag te doen leggen , alzoo de Raad zekere gewichtige zaak aan H. M. Ed . had voor te dragen , zonder hem de * zelve te openen , ten ware dat hij ' t ernstelijk vraagde. De Secretaris wedergekeerd rapporteert ' t zelve gedaan te heb ben , en dat de Advocaat , gevraagd en verstaan hebbende de oorzaak , hem had geantwoord , dat er namiddag geene ver gadering zoude wezen , en dat de Raad in deze zaak zoude doen , zoo 't de Raad zoude meenen ' aan de Heeren Gen. Staten te verantwoorden . Daarop na ernstige deliberatie is geresolveerd , dat Z. Exc. den Magistraat tot Steenbergen zal doen continueren bij provisie , totdat , den Heeren Gen. Staten deze zaak voorgedragen zijnde , daarop bij H. M. Ed. nader zal zijn gedisponeerd. En zijn verzocht en geautori seerd de Heeren ALEMAN en BUT van dezelve resolutie den Heer Prins van Oranje van des Raads wege te gaan ver wittigen , ten einde hij hem en ook Z. Exc ." daarnaar wiste te reguleren , 262 AANTEEKENINGEN Namiddag. » De Heeren 194. ALEMAN en BUT rapporteren , dat zij den Heer Prins ' t gene voornoen heur was ver zocht , hadden aangezegd , maar dat dezelve Heer Prins hem genoeg betoonde daarmede kwalijk te vreden te zijn , zeg gende dat het al gedaan was , en daarin gedisponeerd had , en dat zijn schrijvens daar tot Steenbergen eer gekomen was als zijns broeders schrijvens , en dat het nu te laat was. En is de Secretaris gelast al dat en ' t gene voormiddag in dezen is gedaan , den Heeren Gen. Staten , (die men ver staat al evenwel nu vergaderd te zijn , ) alzoo aan te geven : 't welk de voorz. Secretaris rapporteert gedaan te hebben. En daarop is dezelve Secretaris wederom gelast wederom al 't zelve en wes voorts voormiddag in deze zaak is gedaan , Z. Exc. aan te geven , te meer alzoo de voorz . Heeren ALEMAN en BUT verklaarden , dat zij , A hoorende dat antwoord van den Heer Prins , niet hadden heure commissie aan Z. Exc. uitgericht ." 2 Mei. >> De Secretaris rapporteert , dat hij gisteren Z. Exc. had aangediend belangende de zaak van Steenbergen volgens 't gene hem belast was , en dat Z. Exc. hem daar op had geantwoord en verzocht den Raad te verzoeken te willen schrijven aan den Officier en Magistraat van Steen bergen den Magistraat aldaar te continueren bij provisie , totdat de Heeren Gen. Staten hierop zullen geordonneerd hebben. Daarop de Secretaris belast is Z. Exc. aan te zeg gen , terwijl de Raad nu zwak is , en dat ook gisteren de zaak den Heeren Gen. Staten is aangedragen , dat daarom den Raad niet zoude voegen eenige provisionele dispositie in dezen te doen , maar dat dezelve van de Heeren Gen. Staten nu moet verwacht worden." Deze berichten , die tot aanvulling strekken van hetgeen men leest bij VAN CAPPELLE , Fil. Will. , bl. 118 , 119 , geven stof tot nadenken . In de zaak van Breda wilde men het gehandelde als in de vergetelheid begraven hebben. In die van Steenbergen wenschte de Raad van State de reden tot de verzochte belegging der vergadering voor OLDENBARNEVELD verborgen te houden. Niettegenstaande OLDENBARNEVELD zeide , dat er geene vergadering zijn zou , AANTEEKENINGEN 194-197. 263 kwamen de Staten toch bijeen. Hij scheen de zaak , door den Raad voor zoo ernstig aangezien , van geen groot gewicht te houden , en zonder zijn advies te zeggen , 1 maakte hij den Raad bevreesd voor de verantwoording aan de Staten Generaal : en de Raad , ofschoon van één advies met MAURITS , begreep genoeg , dat de Staten in dat advies niet deelden , en schroomde dus , als men zegt , de Van een besluit ten dezen , handen te zullen branden. door de Staten Generaal genomen , hebben wij niets ge vonden. Het Secreetboek van dezen tijd loopt slechts tot den 11den April 1609. ( 195) Deze brieven leest men bij VAN CAPPELLE , Fil . Will. , bl. 256 , 258. (196) verdacht In Maart 1609 was UITENBOGAART bij gemaakt , dat hij dikwijls kwam hij van Oranje , om hem , als het MAURITS den Prins ware , in den godsdienst , onderricht te geven. Dat hij meermalen ten huize van den Advocaat DIMMER , bij wien de Prins logeerde , geweest was , erkende hij , maar voegde er bij , dat hij dit slechts gedaan had om dien Advocaat over bijzondere zaken te raadplegen , en ontkende hij stellig den Prins ooit te heb ben toegesproken , of daartoe ten zijnen huize gekomen te zijn , niettegenstaande hij zelfs tot twee malen toe bij den Prins ter maaltijd was genoodigd geweest , maar de uitnoo diging had afgeslagen. UITENB . , Lev . , bl . 158. Onmoge lijk is het deze stellige verklaringen van UITENBOGAART tegen te spreken : maar hoogst bevreemdend blijft het toch , dat hij , zulk een voornaam persoon , de vereerende toege negenheid van den Prins , den vriend van OLDENBARNEVELD , in eene gants onverschillige zaak , als is eene maaltijdsnoo diging , zoo onbeleefdelijk ja honend zou hebben beantwoord , dat hij hem nooit ofte ooit eenig woord heeft willen toe spreken. Geloove die het wil of kan ! (197) Zie VAN CAPPELLE , Fil. Will. , bl . 128. De Schr. der Staatk. Part. , bl. 137 , meent , dat uit die brieven van PHILIPS WILLEM veeleer OLDENBARNEVELD's goede trouw en liefde tot het Huis van Oranje schijnen te blijken , dan eenige misdadige verstandhouding tot omverwerping van 264 AANTEEKENINGEN 197-205. MAURITS gezag. Wij oordeelen , dat de geheimzinnigheid dier brieven gegronde aanleiding geeft tot ongunstige ver moedens. ( 198) Zie bov. bl. 29 , 38 , 43, 47 , 55. (199) JEANN. , IV , 110 , 124 , 144. (200) Zie daartoe zijn advies ter Staten Generaal den 30sten December 1608 , bov. bl. 242. op (201 ) Op den 23sten April 1609 verstonden de Staten van Zeeland , dat , ingeval van hernieuwing der Unie , die ook spreekt van de religie , men niet slechts op het punt van het gouvernement moest letten , maar ook op de vastigheid van de Geref. religie , als wezende het fundament van den Staat. Res. Zeel. (202) Zie daartoe het advies der Engelsche Gezanten op den 22sten Augustus 1608 , bov. bl . 158. En toen de Raadsheer WINWOOD , uit Engeland als Ambassadeur weder gekeerd , op den 12den September 1609 gehoor kreeg ter Staten Generaal , beval hij hun namens zijnen Koning onder andere punten ook aan : le soin de la religion , qu'elle soit enseignée et préchée en pureté et sincérité par toutes vos Pro vinces sans mélange et mixture : er bijvoegende : Dieu a fait tant de merveilles en votre endroit , à cause qu'avec tant de zèle et constance vos Provinces ont protégé et maintenu la vérité de sa Parole. Sur ce fondement la justice de votre cause est bâtie : il n'y a qu'une vérité. Ceux qui se savent accommoder à quelque religion que ce soit , et tâchent vous faire croire , que la liberté de toutes deux est nécessaire en votre État, frayent le chemin à Athéisme . Embrasser de la même affection ou l'une ou l'autre , c'est de chérir avec zèle et conscience ni l'une ni l'autre. (203) JEANN . , IV , 144. (204) JEANN. , IV , 144 , 145 . (205) JEANN. , I , 9 , 11 , IV , 182. In zijn verhoor op den 21sten November 1618 bij art. 91 en volg. werd aan OLDENBARNEVELD gevraagd , of hij niet aan iemand had be loofd gedurende het Bestand de zaken daarhenen te richten dat de Catholieken mettertijd openbare oefening van hunne religie kregen. • Maar hij noemde zulks eene openbare valsch AANTEEKENINGEN 205-212 . 265 heid en versierde calumnie , strijdende met het placaat tegen dè Jezuiten en Papisten , door hem geparapheerd , en met zijne zorg om het voorstel van JEANNIN geheim te • houden. (206) JEANN . , IV , 153 , 217 , 286. (207) Zie Res. St. bov. bl. 109 , 113. Gen. , 31 Maart , 21 April 1607 , (208) Res. St. Gen. , 10 October 1607. >> Is gelezen de Unie van Utrecht , en na deliberatie geresolveerd , dat men uit elke Provincie twee zal committeren om dezelve te re sumeren en te letten , hoe dat men de contraventien en 't geen daarin verloopen is en niet geobserveerd wordt , ten meesten dienste van den lande zal mogen redresseren , mitsgaders daarbij te doen ' t geen dat dezelve zullen advi seren dienstelijk tot meerder versterking van de Unie , en daarin alle goed regard te nemen op de nagevolgde trac taten , mitsgaders om de gebrekende Provincien provincialijk daarin te brengen , dewijl de voorz . Unie alleenlijk stuks gewijze bij den anderen is gebracht en weinige Provincien daarin geheel gekomen zijn , zonder anders iets in de sub stantie van de Unie te veranderen , om het rapport van de voorz. Gedeputeerden gehoord , alsdan met gemeen advies daarop geresolveerd te worden naar behooren." 11 October. » Is goedgevonden , dat men op morgen zal deputeren tot de resumtie van de Unie van Utrecht vol gende de resolutie daarop genomen." Meer hebben wij dezenaangaande niet gevonden. (209) Zie bl. 235 . Res. St. Gen. , 17 November 1608,, (210) JEANN. , I , 34 , 70 , 178 , 185 , II , 38 . (211 ) Zie bov. bl . 250 , 254. bov . (212) In Res. Geld. , 20 April 1609 leest men dat de Geldersche Gedeputeerden ter Staten Generaal op dien dag een verslag gaven aan hunne Staten van hetgeen ter verga dering der Staten Generaal was voorgevallen. Zij berichte den , wat bij de Gecommitteerden der Heeren Staten Generaal op ' t goed behagen der Provincien beraamd is voor recompense en erkentenis van de goede meriten van ' t Huis van Nassau , 266 AANTEEKENINGEN als te weten : 212-215. (hier volgen de geldelijke voordeelen , en wijders) dat men Z. Exc. zal geven den titel en ' t beleid van Gouverneur Generaal van de Vereen. Provincien op 't tractement vorens verhaald , en op zulke commissie en instruc tie , als bij de Provincien daarover , mitsgaders over de ge meene regering van de landen gemaakt zal worden , zonder derogatie nochtans van de instructien , daarop Z. Exc. bij de respective Provincien tot Stadhouder particulier aangenomen is geworden. In den namiddag van dien dag werd gemelde voorslag in overweging genomen : en nu lezen wij : Heeft zich de Landschap de geprojecteerde ramingen laten gevallen : zonder eenige uitdrukkelijke vermelding nopens de meerdere macht voor MAURITS. Maar op den 1sten Augustus vinden wij een nieuw verslag der Geldersche Gedeputeerden om trent hetgeen in de maanden Mei en Juny ter vergadering der Staten Generaal verhandeld was en onder anderen , dat er niet is goedgevonden verandering te doen in de gemeene regering van de landen , alleen dat dezelve geadministreerd worde met effect en autoriteit. Verder wordt hiervan in de Res. Geld. niets gevonden. Verkeerdelijk dus heeft KLUIT , III , 75 , 483 zich laten berichten , dat het uit de Res. Geld. zou blijken , dat de Staten dier Provincie zoo zeer op dat voorstel zouden hebben aangedrongen . Het aantal besluiten toch , die men daarin sedert 1600 tot 1613 op de invoering eener generale regering aantreft , en waarop dat bericht be rust , hebben slechts betrekking op de generale regering der Provincie , in tegenoverstelling van de verschillende regeringen der drie Quartieren , stond. waaruit de Provincie be Na het bovengemelde verslag der Geldersche Gede puteerden is het derhalve eenigzins vreemd het onderwerp nogmaals aan te treffen in Res. St. Gen. , 19 Aug. (zie bov. bl. 254 , ) en daar alleenlijk te lezen , dat de Pro vincien van Vriesland , Overijssel en Groningen dit punt alsnog in advies hielden , terwijl van het advies der overige Provincien niet gewaagd wordt. (213) JEANN. , IV , 97 , 105 , 119 , 125. (214) JEANN. , IV , 132. (215) Volgens VAN WYN , Bijv. op Wag. , 9 St. , bl. 109 AANTEEKENINGEN 215-217 . 267 was het voorstel gedaan door Holland , en tegengehouden door Vriesland, Overijssel en Groningen. Ook is het den kelijk , dat in de Commissie der Staten Generaal , benoemd om eene voorraming te maken nopens de vergeldingen aan het Huis van Nassau, OLDENBARNEVELD de voornaamste geweest is . (216) Vgl. WAG . , X , 247. De Schr. der Staatk. Part. , bl. 129 wil , dat de tegenkanting tegen MAURITS verheffing veelmeer kwam van den kant van den Raad van State- en van den Stadhouder van Vriesland dan van BARNEVELD en de zijnen. Dit gevoelen is niet meer dan eene gants on waarschijnlijke gissing. Door MAURITS verheffing toch zou de Raad van State zeer in aanzien hebben gewonnen : en van eenigen naijver van Graaf WILLEM tegen MAURITS vindt men niet alleen geene de minste sporen , maar zelfs de duidelijkste bewijzen des tegendeels . (217) Men leest dit verhaal bij L. AUBERY , Mémoir. , bl. 204 , 296 , 369 , die vermeldt hetzelve vernomen te hebben van zijnen vader DU MAURIER , Fransch Gezant hier te lande sedert 1613 , en welke hetzelve wist zoo van de Prinsesse Weduwe van Oranje , als van OLDENBARNEVELD . Een verhaal , alzoo door de tweede en derde hand tot ons gekomen , mag men voor merkelijk opgesierd houden : ter wijl indien men hetzelve , zoo als het daar ligt , geheel moest aannemen of geheel verwerpen , het buiten twijfel ge heel zou behooren verworpen te worden : welk laatste daarom ook gedaan wordt door LE VASSOR , Hist. d. Louis XIII , (die daarin wordt tegengesproken door den Aanteekenaar op BRANDT , Rechtspl. , 3de Druk , bl. 231 , ) IDSINGA , Staatsr. , . I , 345 , en BARUETH , Hist. van het Stadh. , bl. 138 , die te recht leert , dat dit verhaal al zoo weinig geloof bij hem vindt , als de vertellingen , die AUBERY doet van HUGO DE GROOT , geloof vinden bij BRANDT en CATTEN BURG , die in hunne Levensbeschrijving van de Groot ge heele bladen geschreven hebben , waarin zij ten duidelijkste aantoonen , dat op de vertellingen van AUBERY zelfs van hetgeen hij zelf heeft bijgewoond , geenen staat te maken is. Wanneer men echter dat verhaal niet als geheel ver 1 268 AANTEEKENINGEN zonnen verwerpen wil , zal 217-219 . het evenwel voor de eer van OLDENBARNEVELD's verstand noodig zijn vele redenen , hem bij hetzelve in den mond gelegd , voor versierd te houden , bijv. alle die , waarbij MAURITS wordt voorgesteld als , den eenigen titel , inderdaad de souvereine behoudens macht te bezitten en daarin gelijk te staan zelfs met Kei zer KAREL , en dat degenen , die het zouden wagen hem ook den titel van Souverein te doen toekennen , gevaar zouden loopen door het vrijheidlievende volk niet alleen vermoord , maar zelfs van één gereten te worden. Dit zijn zotheden , welke door OLDENBARNEVELD onmogelijk kunnen gezegd , en door de Prinses geloofd zijn. Hoe meer men zich nochtans van de waarheid van dit verhaal zoekt overtuigd te houden , hoe meer men zal dienen te erken nen , dat alle voorslagen van OLDENBARNEVELD tot MAURITS verheffing niet verhaal dan geveinsd geweest zijn. omstreeks dezen Dat men dit tijd plaatsen moet , volgt uit de woorden , daarbij aan OLDENBARNEVELD in den mond gelegd , dat thands een ieder MAURITS tractementen en jaarwedden wilde verhoogd hebben. (218) Eigendunkelijk zegt de Schr. der Staatk. Part. , bl. 129 , dat JEANNIN thands langs alle mogelijke wegen MAURITS tegen OLDENBARNEVELD opzette en zijne listige han delingen geen ander gevolg hadden , dan dat zij de vonken gestrooid hebben , die Holland in vlam moesten zetten. Even zoo ook VAN HEUSDE , Vit. Gul. Lud . Nass. , p. 131 : >> JANINUS subdole in Principis et Comitis GUILIELMI gratiam se insinuavit , id semper agens , ut qua parte natura debilem MAURITIUM novisset , huic potissimum blandiretur , atque am bitioni praesertim ejus ita serviret , ut immoderata exsisteret." (219) DA COSTA , Karakt. van Maur. , bl . 32 , meent , dat het aanzoek van de Prinsesse Weduwe bij OLDEN BARNEVELD ter verheffing van MAURITS (waarvan bov. in Aant. 217) blijkbaar geschied is buiten bewilliging van den Prins , maar veeleer door de Prinses in hare heerschzuch tige ontwerpen voor haren zoON FREDERIK HENDRIK onder nomen is. Ook hij dus meent , dat op het verhaal een belangrijk punt moet worden afgedongen . AANTEEKENINGEN (220) 269 220-228 . Vreemd het verkeerde bericht van VAN METER. , f. 579a , dat aan MAURITS de titel van Gouverneur Generaal is toegevoegd. (221 ) Zie Res . Holl. , 25 Mei , 29 Juny 1604 , 10 Juny, 15 Augustus 1605 , 26 Mei 1606. (222) TRIGLAND , K. G. , bl . 502a, zegt hiervan : » Ap parent is het te voren alzoo besteken geweest in ' t heime lijk : want zoo eene groote zaak kan zoo op een stel en sprong niet gedaan worden , als die gedaan is geweest , ten zij dat zij te voren geprepareerd zij .” (223) Terecht zegt TRIGLAND , bl . 506b : >> Deze luiden moeten haar achterrug gehad hebben , daarop zij haar ver lieten. Dat zulks zouden geweest zijn alleen eenige Vroed schappen binnen die stad , is kwalijk te gelooven ." (224) TRIGLAND , bl . 507b zegt : >> De Gecommitteerden van de beste zijde hebben bij memorie aangeteekend , dat , waar zij kwamen in den Haag , behalven op ééne plaats van waar haar voor het eerste nog geen hulp te verwachten stond , (waar dat was , mag de lezer bij hem zelven over leggen ,) hare partijen het meeste voordeel en faveur had den , niet , zoo het scheen , dat op hare zijde het beste recht was , maar om eenig ander secreet mysterium , het welk zij , zoo haar docht , wel konden merken , maar moch ten ' t niet zeggen : dan het heeft zich daarna wel geopen baard." (225 ) TRIGL . , bl . 508b. (226) . TRIGLAND , bl 511a zegt , dat de Commissarissen tot het doen eener nieuwe keuze raadpleegden met de vu rigste mutijns en beste favoriten Adolphi. Op het van deze geheele zaak gedane verslag in de Staten van Holland , verklaarden Amsterdam en Alkmaar ( ?) gelast te wezen de voorz. besogne niet te approberen. Res . Holl. , 9 Maart 1610. (227) Zie bov. bl . 56 . (228) Met dezen voornaam van Hendrik vindt men hem bij al de Geschiedschrijvers genoemd , ook in Res. St. Gen. , 14 April 1610 ; maar in de Regeer. Lijst bij VAN DE WA TER , Gr. Utr. Plac. , III , 180 wordt hij Ellert genoemd en onderscheiden van Hendrik. 270 AANTEEKENINGEN 229-230 . (229) Sommigen hielden hen voor ware Gereformeerden , sedert Contraremonstranten genoemd : doch BRANDT , II , 157 bewijst , dat althands KANTER gants andere inzichten had , en dat , gelijk hij vroeger een voorstander geweest was van de St. JACOBS-gemeente , welke in dezelfde gevoelens , als 1 naderhand ARMINIUS , stond , hij nu ook aan de Roomschge zinden vrijheid van Godsdienstoefening en gelijke rechten met de Gereformeerden zocht te bezorgen. En toen de afgezette Regering in hare acte van afstand wilde gesteld hebben , dat men bij de verkiezing eener nieuwe letten zoude op personen van de religie , wilde KANTER zulks niet gedoogen , maar deed die woorden veranderen in personen van goede qualificatie. (230) Vgl . ook VAN METER. , f. 596b. Res. St. Gen. , 3 Februarij 1610. >> Ontvangen en gelezen eenen brief van den 23sten January stilo antiquo , geschreven bij de aanwezende Staten van den lande van Utrecht, bij denwelken H. Ed. excuseren , dat zij vóór dezen de Heeren Staten niet hebben geadviseerd van de alte ratien , binnen Utrecht binnen 4 of 5 dagen herwaarts ont staan ; verzoekende om redenen , in den brief verhaald , dat den Heeren Staten zoude gelieven twee of drie gequalifi– ceerde personen in der ijl en zoo haast als eenigzins moge lijk is , benevens Z. Exc. naar Utrecht te schikken , om de zaak te verhooren en daarin behoorlijke orde te stellen ; vertrouwende dat H. H. M. 't zelve als hare goede bondge nooten terstond zullen doen , dewijl dezelve kwalijk uitstel lijden mag , gelijk H. Ed . aan Z. Exc. ook geschreven en verzocht hebben. Is goedgevonden , dat men Z. Exc. en den Raad van State tegen morgen ter klokke negen uren alhier ter vergadering zal bescheiden , om op den voorz. brief en dien van Z. Exc. te resolveren naar behooren." • 4 February. » Compareren ter vergadering Z. Exc. en de Heeren van den Raad van State : en nadat in derzelver presentie in deliberatie is gelegd geweest , wat men zal hebben te doen op 't verzoek van de aanwezende Staten van Utrecht , ― aangaande het gaan van Z. Exc. met eenige Gedeputeerden van de Heeren Staten Generaal naar Utrecht: en nadat daarop met alle consideratien was AANTEEKENINGEN gelet , is eenpaarlijk verstaan 230. en geresolveerd , 271 dat men nog zal differeren het derwaarts gaan van Z. Exc. en de begeerde Gedeputeerden ; maar dat men eerst zal schrijven aan Burgemeesteren , Schepenen en Raad der voorz. stad , dat de Heeren Staten met leedwezen verstaan hebben de misverstanden , die dezer dagen binnen Utrecht gerezen zijn ; en alzoo voor den welstand van de Vereen . Nederlan den in ' t generaal en van de Provincie van Utrecht in 't particulier zonderling daaraan gelegen is , dat H. H. M. pertinentelijk van de oorzaken en redenen van dezelve naar de waarheid worden onderricht , mitsgaders waartoe dat de zaken strekken en in wat staat dat dezelve zijn , tijds te te mogen voorkomen de verandering , die om bij tijds de geruchten en rapporten van de voorz. misverstanden zouden mogen veroorzaken van de gunst en affectie , die de Koningen van Frankrijk en van Groot-Britannie , mitsgaders van de andere Prinsen en Republieken , dezer landen vrien— den , denzelven tot nog toe toegedragen hebben , en dat H. H. M. ook op alles te beter mogen letten en voorts doen , dat de gelegenheid van de zaken en de dienst van 't land in 't generaal en particulier vereischt ; dat daarom H. H. M. verzoeken en begeeren , dat zij haar bij den brenger des briefs in diligentie van alle gelegenheid willen adverteren ; en niet twijfelende , of de gemeente is alreede in stilte gebracht , dat zij bij alle goede devoiren en verma ningen dezelve in stilte willen houden , bijzonder beharti— gende en bezorgende , dat in de zaken van de religie , van de contributien en in den staat van den lande van Utrecht , de leden en Officieren deszelfs geene verandering worde ge om te verhoeden alle onheil in de jegenwoordige ruste van de Vereen. Nederlanden , dat apparentelijk gescha pen zoude zijn daaruit te volgen , behalven dat ook zulke verandering grootelijks zoude verzwakken den bond en unie daan , van de Provincien , daardoor haar dezelve met Godes gena de , hulp en assistentie van de voorz . Koningen en Prinsen , dezer landen vrienden , haar zoo loffelijk gemainteneerd en hare jegenwoordige vrijheid en rust verkregen hebben. Enz. >> Item dat men copie van den voorz , brief zal zenden 272 AANTEEKENINGEN 230. aan de Heeren Staten van Utrecht en H. Ed. aanschrijven , dat de Heeren Staten Generaal daarop antwoord ontvangen hebbende , niet zullen laten te doen alles wat de meeste dienst tot behoudenis van den staat van den lande van Utrecht vereischt. Enz. >> Is voorts aan Z. Exc. geremitteerd op gelijken voet te schrijven of niet. >> Is nog goedgevonden , dat men den bode zal lasten , in de stad Utrecht komende , te vernemen , of de nieuwe Magistraat den eed gedaan en in de bediening getreden is : ingevalle ja , de brieven , daaraan houdende , aan denzelven te presenteren ; ingevalle niet , die op te houden (1).” 8 February. » Is ter presentie van Z. Exc. en des Raads van State in deliberatie gelegd , wat men op het verzoek der Heeren Staten van Utrecht , mitsgaders van de Burge meesteren , Schepenen en Raad derzelver stad bij de brieven van dezelven ontvangen , allen te samen daartoe strekkende, dat Z. Exc. met eenige Gedeputeerden van de H. M. Ed. Heeren Staten Generaal tot Utrecht zoude komen , zal doen : en op alles rijpelijk gelet , verstaan en geresolveerd , nade maal de burgeren van Utrecht de wapenen hebben afgelegd en in stilte zijn gebracht , en dat de Heeren Staten en de stad Utrecht beide instantelijk verzoeken , dat Z. Exc . met eenige Gedeputeerden van de Heeren Staten Generaal tot Utrecht metteneerste zoude komen , dat men dezelven daarin zal accommoderen en believen , en Z. Exc. daartoe verzoe (1 ) Res. Raad v. St. , 4 February 1610. » De Raad verzocht te komen in de vergadering der Heeren Staten Generaal , is aldaar ge delibereerd op de misverstanden onlangs tot Utrecht onder de bur gerij verrezen , die daarover ook den Magistraat extraordinaris hebben veranderd , welke verandering bij advies en goedvinden der Heeren Gen. Staten onlangs op 't gene vier Gedeputeerden , aan Z. Exc . van wege de burgerij gekomen , was voorgedragen en verzocht , bij Z. Exc. is geaggreërd : en is eindelijk daarop geresolveerd , dat , alvorens Z. Exc . met eenige Gedeputeerden zoude derwaarts gaan , (zoo 't zelve bij schrijvens der aanwezende Staten aldaar van de Staten Generaal verzocht is , ) aan den jegenwoordigen Magistraat al daar zal geschreven worden een wel treffelijke brief, etc." AANTEEKENINGEN ken , gelijk geschiedt. 230-231 . 273 En alzoo Z. Exc . hem daartoe ge willig heeft verklaard , zijn bij de Heeren Staten Generaal daartoe verzocht en gecommitteerd de Heeren GHIESSEN , Ambtman van Bommel , een uit Holland en JOACHIMI uit deze vergadering , en uit den Raad van State de Heeren RINIA en de Tresorier Generaal DE BIE : en zullen Z. Exc . en de voorz. Gecommitteerden , tot Utrecht wezende , van de Heeren Staten en stad Utrecht verstaan , wat er begeerd wordt , en alles doen naar de gelegenheid , wat mogelijk , om de religie en den staat van de landschap van Utrecht te mainteneren en conserveren , zonder daarin eenige veran dering toe te staan , mitsgaders daartoe te arbeiden en alle mogelijke devoiren te doen , dat de afgezette contributien wederom opgericht worden : en aangaande de middelmatige zaken wordt verstaan , dat Z. Exc. met de voorz . Heeren Gecommitteerden daarin zullen doen , naar dat de gelegen heid en de dienst van 't land zullen vereischen en toelaten , en de Heeren Staten van alles van tijd tot tijd van haar gebesogneerde en wedervaren adverteren ." De instructie voor deze Gecommitteerden , gedagteekend den 9den February leest men bij KLUIT , III , 484. (231 ) Brief der Gecommitteerden naar Staten Generaal. Utrecht aan de >> Hoog Mogende Heeren , Mijne Heeren ! Z. Exc. is hier >> aangekomen vrijdag voorleden korts na den middag , en >> wijlieden bijna ten zelven tijde. Wij zijn terstond be >> groet geworden van de aanwezenden uit de twee eerste >> Leden van de Staten van deze Provincie , die ons voor >> gehouden hebben de enormiteit van de proceduren van » de burgerij in den laatsten oproer en het schadelijk exem >> pel tot nadeel van de gemeene rust , en verzocht , dat wij wilden helpen bevorderen , dat ' t gene in den voorz . >> oproer bij de burgerij onbehoorlijk is gedaan , worde ge >> repareerd ; mitsgaders daarbenevens gezegd , dat omtrent >> den middag vóór de aankomst van Z. Exc. binnen de >> stad gekomen was de Heer VAN BRAKEL ; uit wiens komst >> alzoo zijl. beduchteden dat nieuwe moeite zoude mogen >> ontstaan , begeerden , dat wij met Z. Exc. metteneerste 18 III 274 AANTEEKENINGEN 231 . >> wilden spreken , ten einde orde gesteld worde , dat de » voorz, Heer VAN BRAKEL wederom uit de stad vertrokke. » Z. Exc. was te voren van de voorz . zaak door henl. >> ook aangesproken , en zoo haast als wij dezelve hebben >> gesalueerd gehad , is het voren verhaalde voorgesteld : en » des anderen daags , nadat Z. Exc. hierop gehoord had de >> opinie van beide de Burgemeesters , dewelke niet over >> eenkwamen , mitsgaders van eenige personen meer , is bij » Z. Exc. voorz. en ons geacht , dat het tot meerder rust >> zoude dienen en tot beter vervordering van de besognen , >> daarom Z. Exc. hier gekomen is , dat de voorz. Heer >>> VAN BRAKEL vertrokke . En opdat ' t zelve in alle stil >> heid mochte geschieden , is goedgevonden , dat Z. Exc. >> den voorz . Heer VAN BRAKEL zulks .te doen zoude ver » manen en raden om misverstanden te schuwen : hetwelk » Z, Exc. gisteren op ' t ernstigste heeft gedaan en denzel » ven beloofd , dat op zijne klacht en doleantie zal worden » gelet , eer Z. Exc . van hier vertrekt. Wij hebben hem >> ook verzocht , dat hij den raad van Z. Exc . wilde volgen, >> » >> >> alzoo hij bij ons was gekomen om ons zijne klachte te doen en te behandigen zekere zijne requeste addresserende aan Z. Exc. , ten fine hem recht en justitie werde ge daan met dat hij wierde geredintegreerd in zijne gerech >> tigheid om beschreven te worden ter vergadering van de >> Heeren Staten van Utrecht. Maar dies niettegenstaande >> en onaangezien dat eenige zijne vrienden hem vermaand >> hebben , dat hij Z. Exc. in ' t gene voorz. is , believe , >> zoo weigert hij zulks te doen en zegt ronduit , dat het » hem ongeraden is met zijnen wil uit de stad te trekken , >> alzoo hij dat doende hem zelven zoude schuldig kennen , >> en dat het hem tot al te groote oneer zoude strekken ; >> presenteert hem binnen zijn huis hier in de stad stil te >> houden of zijne zaak ter verantwoording te stellen . Z. Exc. >> en wij vinden ons bezwaard in de voorz . zaak vorders >> iets te doen , zonder hierop verstaan te hebben U. H. M. >> intentie, - Wij mogen U. H. M. verklaren , dat wij de >> zaken hier in veel bezwaarlijker stand hebben gevonden >> dan die aldaar voorgedragen waren . Wat de zaak van AANTEEKENINGEN >> den Heer VAN BRAKEL 231 . 275 belangt , die wordt gefavoriseerd >> bij den Heer Burgemeester KANTER , dewelke zegt , dat >> hem ongelijk wordt gedaan . Hij zelfs beroept hem op de >> justitie en zegt ingekomen te wezen door bewilliging van >> den Magistraat , die hij infereert uit dien , dat , als hij >> gedurende den oproer voor de stad was , door de Geëli >> geerden tot den Magistraat of door eenigen van henl . · >> hem is doen aanzeggen , dat hij te dier tijd zoude ver >> trekken , maar dat ten einde zes of zeven dagen de >> poorten voor een ieder zouden openstaan. Wij vertrou » wen , dat , bij zoo ver als in den Magistraat in deliberatie >> zoude worden gelegd , of hij zoude hebben te vertrekken >> dan niet , gedurende dat op de klachten van de gemeente >> zal worden gebesogneerd , dat verstaan zoude worden , dat >> hij den raad van Z. Exc. behoort naar te komen , maar gelooven niet , dat hij de bevelen van den Magistraat >> zoude obediëren , dan zoude laten dadelijk executeren : >> hetwelk weder zijne consideratien heeft , en te meer omdat » hij hem niet ontziet te zeggen , dat hij meer faveur heeft >> onder de gemeente , dan zijne partij . Indien U. H. M. >> goedvinden , dat zijne doleantie vóór andere zaken of >> nevens de klachten van de gemeente worde onderhanden >> genomen , zullen dezelven ons believen te laten weten , » hoe U. H. M. verstaan , dat men zal afdoen het punt , >> daarbij hij sustineert , dat hij behoort beschreven te wor » den ter vergadering van de Staten. Andere riddermatige >> personen , die nu niet worden beschreven , zullen van ge >> lijke verzoeken , en de vijf Collegien maken eene remon >> strantie gereed om mede te compareren in der maniere , >> gelijk placht te geschieden vóór den oorlog. U. H. >> kunnen bedenken , wat daarmede wordt gezocht. M. De >> pretensien van de gemeente zijn overgegeven geweest op >> verscheidene dagen en komen niet te samen overeen. >> De Magistraat heeft gezegd , dat zijl. morgen een recueil » daarvan zullen maken en Z. Exc. overleveren. Zijl. heb >> ben aan dezelve geëxhibeerd een geschrift inhoudende de >> redenen , waarom de gemeente haar in stilheid in de wa >> penen heeft begeven den 21sten January , - en zijn van 18* 276 AANTEEKENINGEN 231 . >> meening morgen de Capiteinen van de acht vendelen te >> vermaken uit de genoemden bij de Corporaals , hoewel » Z. Exc. de oude Capiteinen bewilligd had , dat zijl. zou » den in haren dienst continueren , en den Magistraat aan >> gezegd , dat hij zulks goedvindt om alle onlust te vermij » den : dan de Magistraat zegt , dat zijl. den burgeren geen » contentement zouden kunnen geven , indien zijl . niet pro » cedeerden tot creatie van andere Capiteinen op den nieuwen » voet , als de gemeente zulks bij hen is toegezegd , belo >> vende zoo weinige veranderingen te doen , als eenigzins » mogelijk zal wezen , en te stellen zoodanigen , die tot den » dienst van de stad wel gequalificeerd zullen wezen. » Utrecht den 14den February 1610. VAN GHIESSEN , S. EG >> BERTS , A. JOACHIMI , R. VAN RINIA , J. DE BIE . Post >> date. Mijne Heeren ! Wij zijn dezen voornoen geweest >> in de vergadering van Burgemeesters , Schepenen en Raad >> dezer stede om te vorderen het punt van de consenten , » en hebben dezelven uit den naam van Z. Exc. verzocht , >> dat zijl. wilden continueren de hopluiden tot de eerste >> vernieuwing van den Magistraat : dan hebben ons ' t zelve >> terstond , zonder daarop te delibereren , afgeslagen , hou » dende 't zelve een punt van heure verzekering , en ver >> klarende dat het hen onmogelijk ware de gemeente in >> rust te houden , zoo zijl. niet procedeerden tot verande » ring van de hopluiden of eenigen derzelven . Actum den » 15den February 1610.” Res. St. Gen. , 17 February 1610. >> Ontvangen en gelezen eenen brief van de Heeren Gecommitteerden tot Utrecht , gedateerd den 14den dezes , ter presentie van den Raad van State : en in deliberatie gelegd wezende ' t gene daarbij wordt voorgesteld belangende den Heer VAN BRAKEL , en het voorgenomen veranderen van de burgerhopluiden binnen Utrecht , is met gemeen advies verstaan en geresol veerd te antwoorden , dat de Heer VAN BRAKEL hem zal hebben te reguleren naar Z. Exc. en der voorz . Heeren Gecommitteerden raad en advies , en dienvolgende uit de stad wederom te vertrekken ; en dat Z. Exc. en zij bij alle wegen en middelen daartoe ook zullen arbeiden en de za AANTEEKENINGEN ken daarnaar dirigeren , 231 . dat deze H. H. 277 M. resolu tie - worde nagekomen en geëffectueerd , den voorz. Heere VAN BRAKEL tot dien einde aanzeggende , dat men geens zins in besogne op zijne zaak zal treden , zoo lang als hij binnen Utrecht zal blijven. Aangaande de voorz. verande ring van de burgerhopluiden , dat de Heeren Staten insge lijks verstaan , Am dat men de oude dienende hopluiden be hoort te continueren tot de eerste vernieuwing van den Magistraat tot Utrecht , om geene meerdere oneenigheid , questien en misverstanden onder de burgeren door de voor genoemde verandering te veroorzaken ; dat daarom H. H. M. verzoeken en begeeren , dat Z. Exc. en de Heeren Gecom mitteerden deze zaak en de verdere besogne in recomman datie willen nemen en behartigen ten meesten dienste van den lande." 6 Maart. » Zijn - ter vergadering ' gecompareerd de Heeren Raden van State , en H. Ed . advies gehoord op het gedaan rapport van de Heeren Doctor SEBASTIAAN EG BERTS en ALBERT JOACHIMI , alhier bij Z. Exc. gezonden , ― van ' t gene bij Z. Exc. en de Heeren Gecommitteerden tot dien tijd toe zoo met de Heeren Staten van Utrecht als ook met den Magistraat derzelver stad is gehandeld , is na rijpe deliberatie , (met alle behoorlijke consideratien gelet wezende op de gewichtigheid , importantie en consequentie van de zake voor de conservatie van de publieke autoriteit van den lande mitsgaders van Z. Exc. in 't particulier , ) eenpariglijk met gemeen advies verstaan en geresolveerd , dat de voorz. Heeren Rapporteurs in diligentie wederom naar Utrecht zullen vertrekken en Z. Exc. mitsgaders den Heeren Gecommitteerden verklaren , dat de resolutie en 't begeeren van Hooggem. Heeren Staten Generaal is , om in alles genoeg te doen , dat Z. Exc. en H. L. zullen gelieven de geëligeerde Ridderschap en kleine Steden , de Magistraat en burgerhopluiden tot Utrecht met alle goede redenen , manieren en middelen van inductie te bewegen , om de za ken te stellen aan de decisie van Z. Exc. en de Heeren Gecommitteerden : en bij zoo ver als dezelven daartoe niet willen verstaan , of daarin bewilligende , daarbij zouden be 278 AANTEEKENINGEN geeren te voeren eenige 231 . onbehoorlijke conditien of con trainte , dat in zulken gevalle Z. Exc. rondelijk zal gelieven te verklaren , dat hij met de Gecommitteerden van de Hee ren Staten Generaal en zulke anderen van de Geëligeerden en die van de Ridderschap mitsgaders de Officieren van de stad van Utrecht en anderen , die Z. Exc. zullen begeeren te volgen , (dewelke Z. Exc. zal nemen in zijne sauvegarde ,) begeert uit de stad te vertrekken , en ' t zelve metterdaad alzoo doen en effectueren : bescheidende die van de stad Utrecht hare Gedeputeerden in den Haag te zenden , om aldaar met volkomen kennis de geheele gelegenheid van de zaak te examineren en voorts daarin te doen naar behoo ren . En bijaldien als Z. Exc. en zij beter zouden bevinden tot afhandeling van de zaak , dat eenige meer Gecommit teerden in eene nadere frontierplaats van het Stift Utrecht zouden komen , en dat Z. Exc. en de Heeren Gecommit teerden beneffens de geëligeerde Ridderschap mitsgaders eeni gen van de stad ( 1 ) en de Officieren van de stad Utrecht (best van de zaken geinformeerd wezende) hen aldaar zou den willen vinden , om de zaken met volkomen kennis ver staan , geëxamineerd en afgehandeld te worden , zullen Z. Exc. en de Heeren Gecommitteerden ' t zelve toestaan en daarin bewilligen bij accommodatie." 13 Maart. >> De Heeren Dr. JOACHIMI , SEBASTIAAN EGBERTS en gekomen Utrecht , hebben --- ter presentie van van den Heer en Mr. ANSELMUS SALMIUS , Licentiaat in de rechten , en JACOB VAN MEDEMBLIK , Raad der stad Utrecht , mitsgaders van Mr. HUGO RUYSCH , Raad ordinaris in het Hof Provinciaal aldaar , bij den Magistraat en gemeente van dezelve stad verzocht en gecommitteerd , gedaan rapport van 't geen dat sedert haar lest vertrek van hier naar Utrecht, tot Utrecht voorgevallen , veranderd en gebesogneerd is bij Z. Exc. en de Heeren Gecommitteerden , en in wat staat zij de zaken tot Utrecht op haar vertrek gelaten hebben , hun voorts refererende tot ' t gene dat de voorz. Gecommit teerden van Utrecht den Heeren Staten aandienen zullen (1) Misschien Staten. AANTEEKENINGEN 231 . van ' t gene dat de gemeente verzoekt en begeert. 279 Dewelke bij monde van den voorz. Raadsheer RUYSCH aangediend en verzocht hebben , dat Z. Pr. Exc. bij de Heeren Staten , ten minste voor zoo veel H. H. M. aangaat , ontslagen zoude worden van den eed en plicht , daarmede Z. Exc. verobligeerd is te volgen de instructie , hem als Stadhouder der stad , steden en lande van Utrecht verleend , om meer der autoriteit te interponeren tot beslichting van de zwarig heden binnen Utrecht ontstaan ; hetwelk noodzakelijk straks dient gedaan , inziende den grooten nood en het perikel , daarin de stad Utrecht jegenwoordig is door de gemeene ambachtsluiden en arbeiders met degenen , die denzelven aanhangen , die van uur tot uur haar dreigen in de wape nen te begeven en gelijkelijk den trom te slaan en in de huizen te vallen , ' t welk niet zonder bloedstorting en groot beklag zoude komen te cesseren , hetwelk tot nog toe met de andere burgerij , te weten met de adelborsten en mus kettiers , die haar in wapenen begeven hebben , belet is ge weest , zulks dat in dezen met extraordinaire goede gevoeg lijke middelen dient geremedieerd en dezelven dadelijk bij de hand genomen : vertoonende de kleinigheid van de diffe renten , waardoor men geene gemeente en zoo loffelijke stad in ' t perikel behoort te stellen . Hierop gedelibereerd en behoorlijk gelet wezende op de importantie van de zaak , alvorens te resolveren , is goedgevonden , dat men de voorz . Gedeputeerden van de stad Utrecht door den Griffier zal doen verzoeken , dat zij haar geproponeerde bij geschrifte willen vervatten en overgeven , om daarop met den Raad van State te communiceren en derzelver advies te ver staan." 14 Maart. >> De Staten Generaal van de Vereen. Neder landen , gehoord het rapport ― en op alles rijpelijk gelet , ook het advies van den Raad van State , eenzamentlijk het goed bevinden van de Heeren Ambassadeurs van de Kon . Majten van Frankrijk en Groot-Britannie daarop verstaan , hebben na rijpe deliberatie verklaard en verklaren bij dezen , dat H. H. M. met ernst en affectie den Heeren Burgemees teren , Schepenen , Raad en Gemeente der voorz. stad Utrecht 280 AANTEEKENINGEN 231-232 . in alles wes tot welstand der stad en gemeente strekt , be geeren te believen : en zoo veel aangaat de verzochte ont slaging van den eed bij Z. Exc. aan de Generaliteit op de commissie en instructie als Stadhouder van de landschap van Utrecht gedaan , vinden behoorlijk daarop , ( na commu nicatie met Z. Exc. , H. H. M. Gecommitteerden en al zulken uit de geëligeerde Ridderschap , Gedeputeerden van de stad en steden van Utrecht , en de dienaars van de vergadering van de Heeren Staten , kennis van zaken heb bende , die zekerlijk en zonder uitstel hen zullen mogen vinden binnen de stede van Woerden als naaste frontiere , ) promptelijk te resolveren : tot welken einde de voorz . Hee ren Ambassadeurs , eenzamentlijk de Heeren Staten Generaal en Raad van State hen tot Woerden verhopen te vinden op den 16den dezer naar den nieuwen stijl , om aldaar met Z. Exc. , de voorz. Heeren hare Gecommitteerden , de geëli geerde Ridderschap en Gedeputeerden van de stad en steden te communiceren en promptelijk te resolveren tot meesten dienste der voorz. stad en goede gemeente van Utrecht." (232) Res. St. Gen. , 17 Maart 1610. (Te Woerden.) » Is ter presentie der Heeren Ambassadeurs , >> — van Z. Exc. en den Raad van State geresumeerd de leste resolutie -in den Haag genomen op de zaken van Utrecht : — en geproponeerd wezende , - wat voet van besogne dat men voor het beste en bekwaamste zal mogen voornemen , is na deliberatie eenpariglijk en met gemeen advies verstaan en geresolveerd , dat men partijen , elk apart , alhier ter ver gadering zal bescheiden en hooren derzelver doleantien en pretensien , en vooreerst de Gedeputeerden van de stad en gemeente van Utrecht en zien haren last en wat dezelve hebben te proponeren en voor te dragen . » Dezenvolgende zijn ter vergadering gecompareerd M¹. PIE TER VAN LEEUWEN , HUGO RUYSCH en HENDRIK DE WILDT , Ra den in den Hove Provinciaal , ANSELMUS SALMIUS , Licentiaat in de rechten , en CORNELIS VAN WEEDE , Schepen , mitsgaders M². JOHAN VAN werkhoven , Raad , en CORNELIS VAN VIANEN, Advocaat der stad Utrecht : - verklarende , dat ten hoogste noodig is , dat de accommodatie van de differenten en be V AANTEEKENINGEN 232 . 281 roerten , binnen Utrecht ontstaan , spoediglijk geschiede tot voorkoming van inconvenienten en perikelen van plunderin gen en andere : en al is ' t zoo dat hen de proceduren van de gemeente mishagen , dat zij evenwel , (daartoe bij dezelve serieuselijk verzocht zijnde , ) niet hebben mogen laten hun te laten gebruiken , om de zaken te helpen accommoderen en de gemeente uit de wapenen in rust te brengen . >> Hierna hebben de Comparanten in ' t lange vertoond de zwarigheid en onlust , die binnen Utrecht is gerezen , en dat dezelve zoo ver toegenomen is , dat daarbinnen voortaan niemand is verzekerd van zijn lijf en goed van de schamele gemeente , die haar had begonst op te werpen , dewelke tot nog toe door de burgerhopluiden , officieren en adel borsten in officie is gehouden geweest : verklarende , dat zij wel bereid waren de oorzaken en redenen van de voorz. zwarigheid en alteratie van de gemeente te ontdekken : maar alzoo dezelve te zeer odieus zijn ten regarde van eenige particulieren , en om andere consideratien , dat zij dat zullen nalaten , ten ware dat zij wierden gepresseerd om de voorz . ontdekking te doen , hetwelk zij aan deze Hebben voorts verhaald , in wat vergadering remitteerden. Voege dat de gemeente in het beginsel van hare alteratie verscheidene remonstrantien , inhoudende hare doleantien en pretensien , schriftelijk hebben overgegeven , daarvan dezelve prompt redres hebben verzocht , en dat de Magistraat een recueil daarvan gemaakt en die gereduceerd hebben in vijf hoofdpunten differentiaal (1) : - remonstrerende voorts , dat de Magistraat niet lievers zoude zien , dan dat tot beslech ting van de voorz. punten differentiaal op het spoedigste goede bekwame middelen beraamd mochten worden om de gemeente in stilte te brengen , en dat dezelve Magistraat geen beter of bekwamer middel zoude weten voor te stel (1) Volgens het aangeteekende in de Res. Raad v. St. , betroffen die vijf punten 1º de Geëligeerden of het eerste lid , 2º de Ridder matigen of Edelen , 3º de stelling of verandering van den Magistraat van Utrecht , 4° de afdoening der nering ten platten lande , namelijk der brouwerijen , 5 ° het recoleren der rekeningen dergenen , die in de administratie geweest waren . 282 AANTEEKENINGEN 232. len , dan dat vooreerst afgedaan worden de brouwerijen ten platten lande : - dat voorts geapprobeerd wierde het con cept of orde gemaakt op het creëeren van den Magistraat , Z. Exc. en den Heeren Gecommitteerden behandigd , en (want de revue van de rekeningen was beliefd , ) dat de Magistraat te vreden was de verdere differentiale punten te stellen ter arbitrage van Z. Exc. als Stadhouder , mits dat Z. Exc. daartoe alvorens zoude worden geautoriseerd en diesaangaande gerelaxeerd van den eed , dien Z. Exc. ter contrarie gedaan zoude mogen hebben , en dat de uitspraak daarvan zoude geschieden binnen Utrecht op zoo kort in terval , als ' t doenlijk is , opdat alle twist en ongemak te eerder zoude mogen cesseren : - achtende dat daarin te min zwarigheids behoort gemaakt te worden , omdat Z. Exc. in de decisie van de differentiale punten zal mogen gebrui– ken het advies van de Hooggem. Heeren Staten Generaal of van derzelver Gecommitteerden , bij zoo verre als hem dat alzoo goeddunkt ; doende instantie dat Z. Exc. zoude gelieven wederom binnen Utrecht te komen , gelijk dezelve dat aan de gemeente beloofd had , aangezien dat zij anders als met contentement kwalijk keeren. in de stad zouden durven » Na dezen zijn in de vergadering gecompareerd de aan wezende Heeren Staten van Utrecht, en is H. Ed . verhaald het geproponeerde , mitsgaders ' t verzoek van de voorz. Gedeputeerden , - en voorts afgevraagd , of H. Ed. iets hadden daartegen te zeggen en te vertoonen . Dewelke -hebben geëxcuseerd van dat men hun imputeert , als of zij oorzaak zouden zijn en schuld hebben van de ontstane zwarigheden en beroerten , omdat zij niet bij tijds op de klachte van de gemeente zouden hebben voorzien : want dat met waarheid alzoo niet zal bevonden worden , maar wel de contrarie , dat mits de kortheid des tijds , hun ge laten , zij dat niet hebben kunnen gedoen , als hebbende haar de gemeente binnen middelen tijde in de wapenen begeven : verhalende , hoe dat de alteratien binnen Utrecht waren ontstaan , met de proceduren aldaar gepleegd , die alsnog continueren : verzoekende dat daartoe geadhibeerd AANTEEKENINGEN 232. 283 zoude worden de noodige remedie , en gerepareerd 't gene dat met geweld en tegens de gerechtigheid van de Staten van Utrecht zoo bij ' t invoeren van een nieuwen Magistraat en ' t geen daaruit gevolgd is , als anderszins gepleegd is , en alle zaken gesteld in zulke punten , als die zijn geweest vóór date van de gerezene beroerten en gedane veranderin gen ; en dat men achtervolgende de Unie hun wil hand houden en conserveren in hare rechten en gerechtigheden en namelijk mainteneren het tractaat bij hun gemaakt met Z. Exc . , daarop dat Z. Exc. als Stadhouder van de land schap van Utrecht is aangenomen en dezelve landschap eed gedaan heeft." Enz. Post prand. » De Staten van Utrecht zijn wederom ter vergadering gecompareerd , en is H. Ed . voorgehouden , dat de Heeren Staten Generaal overleid hebbende de verandering van de zaken binnen Utrecht geschied , bevinden , dat er maar drie middelen zijn , om tot het redres te komen , als te weten bij accoord , submissie of extremiteit : dat tot het middel van accoord H. H. M. geene apparentie zien ; heb bende het middel van extremiteit zijne difficulteit en con sideratien ; en dat zij daarom het middel van submissie wel het bekwaamste zouden achten : maar dat zij meest bekom merd en beladen zijn in de noodige assurantie voor de Heeren Staten van Utrecht , om wederom binnen Utrecht te keeren en aldaar te besogneren ; dat H. H. M. daarom begeerden derzelver meening en advies daarop te verstaan. >> De Staten van Utrecht hebben hierop verklaard , dat zij gelet hebbende op het geproponeerde van de Gedeputeer den van den Magistraat en gemeente der stad Utrecht , daarin zeer sobere stof bevinden om te breken voorgaande beloften en solemnele tractaten en contracten , en namelijk het tractaat met Z. Exc. gemaakt , daarop dat dezelve als Stadhouder van de landschap van Utrecht is aangenomen , dewelke bij eede beloofd heeft dezelve te onderhouden ; en nog min fondaments tot de begeerde ontslaging van Z. Exc. eed , daarmede dezelve aan de Heeren Staten Generaal en Staten van Utrecht is verplicht , om te mogen doen de decisie van de alsnog resterende punten differentiaal : doch 284 AANTEEKENINGEN 232 . als de zaken bij middelmatige wegen te helpen zouden zijn , dat zij overzulks wel te vreden zijn haar te submitteren aan de Heeren Ambassadeurs , Staten Generaal , Z. Exc. en Raad van State , nopende de infractie van 't gene dat bij dit tumult is geattenteerd tegens de ordonnantien en gerech tigheden van den lande en het maintenement van de Sta ten , desgelijks ook nopende het punt van de geëligeerde Ridderschappen , van den Magistraat , van de neringen ten platten lande en van de rekeningen : maar dat zij wel kun nen merken , dat het dessein van den jegenwoordigen Ma gistraat van Utrecht verder strekt als tot deze punten , zulks dat met de submissie of accommodatie van deze pun ten de zaken niet geholpen zullen wezen : begeerden daarom , dat de Heeren Staten Generaal en Z. Exc. tegens de voorz. attentaten en gewelden behoorlijk gelieven te voorzien : maar dat vooral moet gelet worden op de verzekering van de Staten , als die in den lande of stad van Utrecht weder vergaderen en besogneren zouden : en daarbenevens in zoo ver als er augmentatie zoude dienelijk bevonden worden , dat personen worden genomen gequalificeerd , van de Gere formeerde religie , naturelen van den lande van Utrecht , en niet factieus noch officianten , en dat dezelven niet wor den gerevoceerd . Enz. >> Die van de Ridderschap verklaarden , dat zij haar no pende de augmentatie van de Ridderschappen ( als henl. de nominatie en presentatie van dien alleen competeerden) niet konden submitteren , maar dienaangaande begeerden te blijven bij hare gerechtigheid , die hen God en de natuur gegeven heeft , en dat zij ook niet konden submitteren ' t punt van de neringen en brouwerijen ten platten lande , alzoo daar meer Edelluiden en dorpen zijn gerechtigheden hebbende , behalven dien dat zij haar eigen recht en gerechtigheid en hun alleen competerende , niet begeeren te submitteren noch verminderen noch haren kinderen zulke blaam na te laten. » De Steden hebben verklaard , dat zij het punt van de afdoening van de neringen en brouwerijen ten platten lande met de stad Utrecht sustineren , doch bij moderatie en accommodatie : dan dat zij evenwel met de andere Staten AANTEEKENINGEN 232. 285 en Leden verzoeken afdoening en reparatie van de nieuwig heden binnen Utrecht gepleegd en geattenteerd , als henl . zeer mishagende en prejudiciabel zijnde : voegende , dat zij haar met de regering van de Heeren Staten van Utrecht zeer wel contenteren en te vreden waren , en derhalve ook verzoeken , dat dezelven mogen gemainteneerd worden. >> De voorz. verklaring van de Staten van Utrecht ge hoord , is met advies als voren goedgevonden , dat men de submissie , bij H. Ed. geaccordeerd , den Gedeputeerden van den Magistraat en gemeente van de stad Utrecht zal aan zeggen en dezelve Gedeputeerden met goede redenen onder richten , dat men niet ziet de differenten zoo promptelijk af te doen , als de nood vereischt , dan bij het middel van de submissie van dezelve aan deze vergadering ; dewelke zij te min behooren te difficulteren aan te nemen , omdat de meening en intentie is , dat men op alle de punten differentiaal , mitsgaders op de remonstrantien en doleantien van de gemeente met alle consideratien rijpelijk zal letten en daarop in alle redenen en billijkheid bejegenen en con tentement geven ( 1)." Enz. 18 Maart. >> Is den Heer VAN BRAKEL op de verklaring van Z. Exc . van dat hij denzelven alhier te Woerden heeft beschreven te komen , om den Heeren Staten Generaal zijne zaken , doleantien en pretensien voor te dragen en te re monstreren , ten zelven einde geaccordeerd zijne verzochte audientie. >> Dewelke dienvolgende in de vergadering gecompareerd wezende , heeft vertoond de devoiren en sollicitatien , die hij tot zijne groote kosten vele jaren achter den anderen bij de Heeren Staten Generaal , Z. Exc . en Raad van State (1) Volgens Res. Raad v. St. , is aan de Gedeputeerden der stad geantwoord , dat zulks (hun verzoek ) niet kon toegestaan wor den etc. en hun vertoond , dat onbehoorlijk de gemeente heur tegen Z. Exc. hadden gedragen , heur in zijne presentie , die heur Gou verneur was " zoo ver vergetende , dat zij de wapenen aangenomen en de vaandels uitgesteken , en ook Z. Exc. bijna als gevangen ge houden hadden , zoodat zij nu vreemdelijk komen verzoeken , de zaken ter decisie alleen van Z. Exc. zouden gesteld worden etc. 286 AANTEEKENINGEN 232. gedaan heeft , om in zijne eer en gerechtigheid geredinte greerd en dienvolgende als riddermatig onder de Ridder beschreven te wor schap van de landschap van Utrecht den : item dat het verbod hem gedaan van de stad Utrecht te frequenteren , zoude worden afgedaan : en ten derde dat het different op zijne rekening bij recolement van dezelve bij der hand genomen en onpartijdiglijk afgedaan zoude mogen worden. Maar dat hij - niet anders heeft kunnen geimpetreren , als alleen dat hij hem aangaande de voorz . zijne pretensien zoude hebben te addresseren aan de Heeren Staten van Utrecht : hebbende met de verandering van den Magistraat tot Utrecht, van den jegenwoordigen Magistraat verkregen acte van consent , om dezelve stad vrij en vrank te mogen frequenteren , zulks dat hij daarin heeft contentement. Dan alzoo hij alsnog niet was geredintegreerd en dat ook niet was gedisponeerd op de differenten van zijne rekeningen , heeft instantelijk verzocht , dat H. H. M. gelieve op beide punten te letten en daarin te accorderen : verklarende , dat zijne meening niet is hem in eenige re gering van de landschap van Utrecht verder te laten ge bruiken , en presenterende hem te verdedigen tegen degenen , die hem opleggen , dat hij hem de beroerten tot Utrecht Hierop geadviseerd wezende , is zoude hebben bemoeid. met advies van den Raad van State verstaan , het eerste punt aangaande , - dat men zal uitstellen daarop te resol veren , totdat de principale zaak zal wezen afgehandeld : dan wat belangt het tweede , rakende het different op zijne re kening , is geaccordeerd met bewilliging van de Heeren Staten van Utrecht, dat men van hetzelve different een einde zal maken . Enz. >> Is geproponeerd , aangezien dat de Gedeputeerden van de stad en gemeente van Utrecht zijn gebleven bij de punten van hare instructie en geene hoop geven van verandering , wat dat men in de zaak verder zal mogen dat men doen : en met gemeen advies goedgevonden , hierop eerst zal hooren de Heeren Staten van Utrecht. Dezenvolgende hebben dezelven voor antwoord ver klaard , voor zoo veel aangaat de voorgestelde submissie , AANTEEKENINGEN 232 . 287 dat zij hun laten bedunken , dat zij daarop gisteren genoeg ampele verklaring hebben gedaan ; en aangaande de ge mentionneerde ontslaging van Z. Exc. van zijnen eed , dat H. Ed . te samen alsnog in verscher memorie heb ben , met wat rijpe deliberatie dat zij met Z. Exc . ge handeld en getracteerd hebben ten tijde van de delatie van het gouvernement van de Provincie van Utrecht , zulks dat het eene ongehoorde zaak is , dat een vijfde lid van het derde lid van de Staten van Utrecht alleen met zoo klein respect des persoons van Z. Exc . zulke ontslaging voorstelt , en dat zij daarom dezelve ontslaging en dergelijke verande ring van 't voorz . tractaat , aangegaan met raad , advies en commissie van de H. M. Heeren Staten Generaal niet zou den kunnen toestaan : bedankende Z. Exc . voor de goede devoiren bij hem in de administratie van zijn gouvernement den tijd van 20 jaren gedaan ; en verzoekende dat Z. Exc . gelieve daarin te continueren en H. Ed . in hare gerechtig heid en vrijheid te willen mainteneren , Z. Exc. dat toevertrouwen ." Enz. gelijk H. Ed. Post prand. » Zijn wederom ter vergadering gecompa reerd de Gedeputeerden van de stad Utrecht , en is hen voorgehouden , dat zij wel kunnen gespeuren , met wat affec tie en ijver dat de Heeren Ambassadeurs , Staten Generaal , Z. Exc. en Raad van State getracht en gearbeid hebben om de zaken en differenten te accommoderen en alles in de voorgaande eenigheid te brengen , als hebbende nog dezen dag bij alle mogelijke inductien gearbeid , om de Staten van Utrecht te verwilligen , om de decisie van de voorz . diffe renten te stellen aan Z. Exc. en ten zelven einde te willen dispenseren den eed bij Z. Exc . gedaan : - maar dat H. Ed. daartoe niet zijn te brengen ; alzoo dat daarom deze vergadering hun Comparanten alsnog wel serieuselijk hebben begeeren te vermanen de importantie en consequentie van deze zaak - rijpelijk te willen considereren en bewegen , en ten dezen aanzien in de verzochte noodige submissie accorderen , stellende ten zelven effecte uit den hoofde 't gene dat bij hen gemeend en gezegd wordt , dat de Ko ningen van Frankrijk en van Groot-Britannie in de beroer 288 AANTEEKENINGEN 232 . ten en alteratien van Utrecht geen interest hebben , aange zien dat het daarmede anders gelegen is : begeerende daarom , dat zij hun hierop nader willen verklaren. — Maar de voorz . Comparanten hebben wederom verklaard , dat zij , geenen anderen last hebben noch weten te krijgen , als denwelken zij verklaard en bij instructie getoond hebben ; insisterende dat Z. Exc. (nakomende zijne beloften , de ge meente gedaan) tot Utrecht zoude gelieven weder te keeren. Maar is hun bij de Heeren Staten geantwoord , dewijl Z. Exc. is Gouverneur van meer andere Provincien , dat zij hen daarop niet hebben te verlaten , alzoo H. H. M. dat niet zullen toelaten . Daarop de voorz . Gedeputeerden we derom verhaald hebben haren uitersten last , en vertoond , met wat groote devoiren en moeiten dat zij dien van de gemeente gekregen hebben , om de gemeente in stilte te brengen ; en alzoo het H. H. M. evenwel niet gelieft Z. Exc. te ontslaan van den eed , alleenlijk om te doen de decisie van de punten differentiaal , die zij aan Z. Exc. submit teren , dat zij geresolveerd zijn wederom naar Utrecht te vertrekken , om van haar 1wedervaren rapport te doen en de zaken voorts God op te geven en te verwachten , wat er van komen zal. Hierop zijn de voorz. Comparanten vermaand toe te zien , dat tot Utrecht niet worde iets geattenteerd tegens de personen van de Staten van Utrecht en derzel ver Officieren en dienaars , derzelver huisvrouwen , familie , huizen en goederen : want anders geschiedende , dat men achtervolgende de Unie zulke attentaten zoude genoodzaakt wezen te verhalen naar behooren tot last van de stad en gemeente van Utrecht. Enz. >> Zijn ter vergadering wederom gecompareerd de Heeren Staten van Utrecht : - hebben verklaard , dat zij met droe fenis hebben verstaan , dat de Gedeputeerden van de stad Utrecht tot de verzochte submissie van de decisie van de differenten aan deze vergadering niet zijn te induceren ge weest , - en dat ook deze vergadering van meening is wederom onverrichter zake naar den Haag te vertrekken : doch dat H. Ed . desniettemin vertrouwen , en de Heeren Ambassadeurs , Staten Generaal , Z. Exc. en Raad van AANTEEKENINGEN 232. 289 State zeer ernstelijk bidden en recommanderen de zaken niet te willen verlaten , maar veel meer behartigen , gelijk de Provincien bij de Unie verbonden en verplicht zijn te gen alle geweld en oppressien malkanderen te maintene ren." Enz. 19 Maart. >> Zijn de Heeren Ambassadeurs van de Ko 4 ningen , Staten Generaal , Z. Exc . en Raad van State van Woerden naar den Haag vertrokken ." 24 Maart. >> Zijn ter vergadering gecompareerd de Hee ren Ambassadeurs , - Z. Exc. en Raad van State , en ge delibereerd wezende op de zaken van Utrecht , - is gere solveerd daarop te schrijven aan den Magistraat der stad Utrecht, dat de Heeren Staten Generaal hadden vertrouwd , de differenten en questieuse punten dat zij gesteld zouden hebben tot kennis en decisie van de voorz . Heeren Ambassadeurs , van deze Vergadering , van Z. Exc. en Raad van State : ――― maar alzoo zij zijn gebleven in gebreke en de zaken langer geen uitstel mogen lijden zonder groote prejudicie en ondienst van den lande , miscontentementen van H. Majen en verachtering van de zaak van Cleve , dat daarom - noodig bevonden is hun wederom serieuselijk te vermanen , dat zij de voorz . submissie alsnog willen doen en daarmede hare Gedeputeerden in competenten getale met volkomen last alhier schikken preciselijk binnen vier dagen na date dezes . Enz. >> Is voorts verstaan en geresolveerd , bij zoo ver als die van Utrecht , onaangezien 't voorz . schrijven in gebreke blijven haar te submitteren en derzelver Gedeputeerden al hier met behoorlijken last ten zelven einde binnen den voorz. tijd te zenden , dat Z. Exc . van alsnu verzocht en geautoriseerd wordt behoorlijk orde te nemen en te stellen , dat een Commandeur met ruiteren en knechten en wat meer noodig is , gereed en vaardig gemaakt worden , die dadelijk naar Utrecht mogen marcheren , om de stad tot reden en devoir te brengen. Dan de Gedeputeerden van Zeeland en Overijssel hebben begeerd hierbij geteekend te hebben , dat deze laatste resolutie is genomen met pluraliteit van stemmen." 19 III 290 In Res. AANTEEKENINGEN 232-233 . Raad v. St. vindt men hieromtrent nog andere bijzonderheden . Na de voorstelling van het punt in ver schil , leest men aldaar : >> ― En hierop gevraagd zijnde het advies van den Raad , is na deliberatie geantwoord , dat dezelven van Utrecht nog wel ernstelijk zouden beschreven worden , om de zaak te submitteren alsnog aan de Heeren Staten , en heure Gedepu teerden daartoe te schikken binnen vier dagen , en daarbe neffens nog geresolveerd , dat , zoo zij niet komen , dat van nu af geresolveerd is , dat compagnien geschikt zullen wor den , om de stad Utrecht te bezetten aan alle advenuen , dat er geen toe- of uitvoer zal mogen geschieden , om heur alzoo tot redenen te brengen. Deze resolutie neffens de resolutien van alle de Provincien , die genoeg conform wa ren , dikmaals wederom in deliberatie gelegd zijnde , of mo gelijk men zich hadde willen conformeren met de Heeren Ambassadeurs en van Holland , die van advies waren , dat men terstond derwaarts eenige vier goede compagnien schik ken zoude , om die daarbinnen te doen ontvangen , en zoo zij des weigerig waren , alsdan aan en aan de stad als vo ren op heure advenues te bezetten , is bij den Raad bij de voorz . heure resolutie gepersisteerd , en ook bij Z. Exc. en de Provincien , uitgenomen de Heeren Ambassadeurs en de Heeren Staten van Holland , persisterende bij de heure als voren." Het besluit der Staten Generaal werd des namiddags aan de Gedeputeerden der Staten van Utrecht medegedeeld , die er echter geen volkomen genoegen in hadden , oordeelende , dat de zaken daarmede niet zijn helpen naar vereisch van de jegenwoordige gelegenheid en constitutie van de stad Utrecht , maar wel dat dezelve stad vooreerst behoort verzekerd te wor den , als wanneer dat men daarna beter en zekerlijker zal kunnen daarbinnen verhandelen , dat er resteert en gerequi reerd wordt , als met de voorgenomen trainatie. Dan men bleef bij de genomene resolutie van voor den middag. (233) De Raad van State en Graaf HENDRIK VAN NASSAU waren er bij tegenwoordig geweest. Res. Raad. v . St. , 27 Maart 1610. (234) 291 234-237. AANTEEKENINGEN Res. Raad v. St. , 27 Maart 1610. >> G En be langende den Commandeur , en verstaande , dat in de Gene rale Vergadering was gesproken van den Heer Graaf HEN DRIK , had Z. Exc. dat hij geantwoord , zijnen broeder dienthalve geëxcuseerd hield , als nog wezende jong , en hem kwalijk zoude voegen den ondank op hem te halen." (235) Res. St. Gen. , 28 Maart 1610. » Is voorts de Raad 1 van State verzocht de voorz . resolutie Z. Exc. aan te dienen en serieuselijk te recommanderen de zaken bij de hand te nemen en te accelereren." Res. Raad v. St. >> ――― 't Welk ook alzoo is terstond bij den heelen Raad gedaan aan Z. Exc. , dewelke aannam de compagnien terstond te beschrijven , zeggende , dat die uit Vlaanderen en Vriesland hadden te komen , in tien da gen kwalijk zouden kunnen aangekomen zijn ; dat het te wenschen ware , dat de stad bij de bezetting der advenuen konste tot reden gebracht worden : want anders , zoo men met genoegzaam volk van een leger moeste daarvoor ko men , dat het Sticht van Utrecht door alle de vreemde na tien zoo met hutten als anderszins zal gantschelijk bedorven worden : meende ook dat een goed getal van wagens in 't leger zal moeten gebruikt worden." (236) Men vindt zijne instructie bij KLUIT , III , 486 , waar men , in haar begin , moet lezen twee maanden in plaats van tien maanden. (237) Res. Raad v. St. , 31 Maart 1610. >> De Raad vertrekt uit den Haag naar Jutphaas en voor Utrecht , en 's avonds gearriveerd tot Woerden." 1 April. » Vertrokken van Woerden door Montfoort en Ysselstein , en op den middag aangekomen tot Jutphaas , alwaar men verstond , dat die van Utrecht ' t geschut op de vesten gebracht hadden ; dat zij uit de onvermogende en arme gemeente volk in krijgsdienst aannamen en bezig wa ren om heure justificatie te drukken en alom door alle steden en Provincien ook in Duitschland te schikken . >> Korts namiddag arriveren tot Jutphaas uit Utrecht de Raadsheer LEEUWEN , HENDRIK BUTH en ANSELMUS SALMIUS , beide Schepenen van Utrecht , medebrengende brieven van 19* 292 AANTEEKENINGEN credentie van Utrecht: Burgemeesteren , 237 . Schepenen en Raad var volgens dewelke de voorz. LEEUWEN , de pro positie doende , verhaalde vooreerst den goeden ijver , die de stad van Utrecht altijd betoond had durende deze oorloge , ZOO om heur te defenderen en te mainteneren tegen den vijand , die heur altijd zoo na en genoeg rondsom was ge weest , denzelven te resisteren en te krenken , als ook in 't contribueren ; dat zij nu meenende eens te rusten , dat zij verwonderd zijn , dat men heur als vijanden komt aanvallen met krijgsvolk aan verscheidene plaatsen , die moedwilliglijk heur land en ingezetenen berooven en bederven , waardoor ook de generale middelen ten platten lande zullen groote lijks worden verkort , niet wetende waarom en tot wat einde : want wat de punten differentiaal belangt , dat dezelve geene groote zwarigheid hadden , zoo die wel ingezien wor den ; dat men immers zoo veel bij de gemeente gedaan had , dat zij die hadden willen stellen aan Z. Exc . heuren Stad houder , en daarna nog aan Z. Exc. en de Heeren Staten van Holland , als die de neringen ten platten lande niet toe laten (1 ) : dikwijls repeterende , dat zij ' t niet waren verble ven aan de Heeren Staten Generaal , niet door eenige vili pendie van heure autoriteit , maar dat onder dezelven zulke Provincien zijn en namelijk Gelderland , die in ' t punt van de brouwerij heur contrarie waren , zoo toch op de verga dering tot Woerden , onlangs gehouden , een van de Gedepu teerden van Gelderland zelfs zich des opentlijk had laten verluiden ; maar dat de zaak (men weet om wat jalousie) alzoo aan Z. Exc. niet heeft mogen gelaten worden ; dat voorts de andere twee punten niet veel zwarigheids had den ; -- dat zij nochtans ' t een en ' t ander hadden begeerd en nog begeerden te laten ter decisie van den Heere Stad houder en Staten van Holland , hun getroostende , hoe 't zelve bij dezelven zoude mogen verstaan worden : ―― dispu terende zeer heftelijk , dat de eene Provincie over de andere geen gezag had en dat nochtans het geschil nu was alleen lijk , omdat zij heur niet hadden willen submitteren aan de (1) Van dit laatste aanbod leest men niets in Res. St. Gen. AANTEEKENINGEN 237. 293 Heeren Staten Generaal ; dat men moest gedenken , dat zoo men eenen competenten rechter niet mocht recuseren , dat ook alzoo niemand gehouden was hem aan iemand te sub mitteren dan bij zijnen goeden wille ; immers als ' t anders niet wezen wilde , dat zij God heure , rechtvaardige zaak opgaven , en zouden moeten verwachten , wat er van komen zoude etc. Hierop gedelibereerd zijnde t' samentlijk met den Hoog- en Welgeb. Grave HENDRIK VAN NASSAU en de Staten van Utrecht , ―― is den voorz. drie Gedeputeerden geantwoord , dat , wezende de zaak van grooten gewichte , dat men daarop nog zoude delibereren en heur op morgen daarop antwoord ―――― zal toeschikken." Enz. 2 April. » Korts na den middag zijn wederom uit de stad gekomen de voorz . drie gisterige Gedeputeerden , en na eenige geallegeerde zwarigheden , gaven aan , dat de Magistraat en gemeente te vreden was de questien te stellen ter decisie van de Heeren Staten Generaal en Z. Exc. , maar belangende eenig garnizoen in te nemen , dat ' t zelve geheellijk was afgeslagen." Enz. 3 April. » Arriveren tot Jutphaas uit de stad Utrecht de Raadsheeren RUYSCH , WILTIUS , HENDRIK BUTH en de Advocaat VIANEN , verklarende , - dat die van Utrecht de questien stelden aan de Heeren Staten Generaal , de Heeren Ambassadeurs der beide Koningen , Z. Exc . en den Raad van State , of aan de Heeren Staten Generaal en Z. Exc. , zoo 't H. H. M. alzoo beliefde , en dat zij willig waren 't garnizoen te ontvangen : ― verzoekende voorts , dat geene approchen of hostiliteit zouden worden voorgenomen , en ook consent en patent om te mogen vertrekken naar de Heeren Staten Generaal. Daarop na deliberatie hun is ge antwoord , dat men gehouden was aan den last en instructie van de Heeren Staten Generaal en dat men tot heur ver trek naar den Haag niet konde verstaan ; doch , zoo zij ' t deden , zoude wezen op heur perikel. Daarop zij zeer hef telijk en desperatelijk uitvarende zeiden en riepen , dat zij nu wel zagen , dat de Raad partijdig was , dat men heure partijen in alle communicatien hoorde en heur advies vraag dat zij ' t met de gemeente nooit gehouden hadden ; de , 294 AANTEEKENINGEN maar als men heur zoo wilde 237. voor ' t hoofd stooten , dat zij mede de stad wilden helpen houden : God aanroepende over 't ongelijk dat heur geschiedde , en dat het over twintig jaren nog zoude beschreid worden . Hierop gedeli bereerd , hoewel de Staten van Utrecht eerst persisteerden , dat men hun niet behoorde toe te laten naar de Gen. Staten te vertrekken , nochtans --- hebben heur geremitteerd aan den Heere den voorz. Graaf en Raad , die na Gedeputeerden ernstige deliberatie hebben geantwoord , dat men mocht aanzien , dat zij vertrokken naar den Haag , doch zonder expres consent van den Raad , - en dat aleven wel de last van de den." aten Generaal zoude nagekomen wor Enz. 5 April. » De Heere Graaf communiceert den Heeren Raden en Staten van Utrecht den brief , bij hem nu ter stond van Z. Exc. ontvangen , inhoudende in effecte , dat hij zeer gaarne verstaan heeft , dat die van Utrecht heur tot redelijkheid schijnen te willen voegen , en dat hij niets hostilijks tegen de stad voorneme tot zijn nader schrijvens. Hierop gedelibereerd , is t' samentlijk goedgevonden , (doch de Heeren Staten van Utrecht niet al t' samen bij den ande ren zijnde , ) dat men nog zal verbeiden met de approches , totdat nu apparentelijk binnen een uur 2 of 3 brieven en bescheid uit den Haag van de Heeren Gen. Staten zal ge komen zijn.” Na den noen. » De Raad met de Heeren Staten van Utrecht insisteren wederom zeer ernstelijk aan Z. Exc. Graaf HENDRIK , om voor te nemen de approches tegen de stad van Utrecht , om geenen tijd te verliezen en de in structie der Heeren Gen. Staten na te komen , terwijl toch geene verandering van dezelve instructie uit den Haag tot nog toe is gekomen . Z. voorz. Exc. meent , dat het beter ware nog wat naar nader bescheid te verwachten , allege rende 't geen hem van Z. Exc. zijnen broeder dezen morgen is geschreven van niets hostilijks te attenteren tot zijne nadere advertentie. Daarop geantwoord zijnde , dat bij 't schrijven van Z. Exc. de resolutie en instructie van de Heeren Staten Generaal niet konde veranderd worden , zeide AANTEEKENINGEN 237-238 . 295 dat zijne commissie nochtans eensdeels inhield hem te regu leren volgens het advies van Z. Exc. zijnen broeder." (238) Res. St. Gen. , 16 April 1610 . >> --- De voorz. brieven gelezen zijnde , is de Griffier gelast dezelve Z. Exc . te communiceren en van denzelven te verstaan , of ' t Z. Exc. zal gelieven hem over de resolutie , daarop te nemen , pre sent te laten vinden . Dewelke heeft gerapporteerd , dat Z. Exc. den brief van den Raad van State gelezen heb bende , heeft verklaard , dat hij hem refereert tot 't gene dat de Heeren Staten Generaal zullen goedvinden daarop te resolveren : latende Z. Exc. hem alsnog bedunken , dat men de zaken binnen Utrecht niet behoort te verbitteren noch de burgeren meer te irriteren , maar veel meer met ge voeglijkheid alles te accommoderen , daarin dat de meeste gerustheid en verzekerdheid van de stad voor het toeko mende zal bestaan ." 30 April. » Is ontvangen en gelezen een brief van den Welgeb. Heer Graaf ERNST CASIMIR VAN NASSAU , gedateerd binnen Utrecht den 29sten dezes , inhoudende advies van de bezending , die de Magistraat van Utrecht is doende aan de steden van Holland om hare intercessie : ― is verstaan , dat men , alvorens eindelijk te resolveren , Z. Exc. eerst den brief zal communiceren , ― en nademaal uit den brief verstaan wordt de zekerheid van ' t geen dat de Magistraat voorheeft , dat men Z. Exc. zal onderrichten en doen be grijpen , dat de voorgenomen proceduren van den voorz. Magistraat zijn ruineus voor den staat van 't land , ten einde Z. Exc. dezelve niet gelieve toe te staan , maar veel meer die te doen stuiten en verhinderen bij alle goede middelen daartoe dienende. En zijn hiertoe gecommitteerd de Heeren BRIENEN , MAGNUS , JONGSTAL en Tresorier." 1 Mei. » De Heeren BRIENEN , MAGNUS , JONGSTAL en Tresorier DE BIE doen rapport van de communicatie en conferentie , die dezelve gehad hebben met Z. Exc. ――――― op den brief bij den Welgeb. Heere Graaf ERNST CASIMIR VAN NASSAU uit Utrecht , daarop - dat Z. Exc . verklaard heeft alles te zullen doen , wat tot dienst en eenigheid van den lande en van de Heeren Staten Generaal zal 296 AANTEEKENINGEN 238-243 . ‚ dienen , en met dezelven te willen houden alle goede cor respondentie." (239) Omtrent de bepaling der Staten Generaal waarbij de uitvoering van dat besluit aan den Raad van State werd opgedragen , leest men in Res . Raad v. St. , 6 Mei 1610 deze in eenen tusschenzin staande woorden : terwijl de Raad executeur is van de resolutien der Generaliteit , zoo als toen bij eenigen (leden der Staten Generaal) gezegd werd. (240 ) Vgl. WAG. , X , 25-30 en de Bijvoegs. (241 ) JEANN . , IV , 31 , 34 , 52 , 57 , 59 , 61 , 80 , 90 , 101 , 139. (242) Koning HENDRIK had zelf het oogmerk gehad het leger aan te voeren . Res. St. Gen. , 12 Mei 1610. En het is mogelijk , dat dien ten gevolge MAURITS er niet tegen geweest is , om zijnen broeder tot bevelhebber onzer troe pen te doen benoemen . Althands op den 22sten Mei komt dit in Res. St. Gen. als iets reeds bepaald voor. Doch in middels was Koning HENDRIK vermoord. liet de Koningin Regentes verzoeken , Op den 28sten Mei dat het MAURITS mochte zijn , die het bevel van de onderstandstroepen in persoon zou aannemen. Hierop vindt men geen antwoord. Maar op den 25sten Juny werd hetzelfde verzoek gedaan van wege den Vorst van Anhalt , en goedgevonden te ant verscheidene gewichtige consideratien van staat bij de Heeren Staten niet kon goed noch geraden ge vonden worden de troupes van deze landen anders te laten woorden , dat om conduiseren als bij Z. Exc. Graaf HENDRIK VAN NASSAU. Doch alvorens dit antwoord te geven , besloot men te ver staan de meening van MAURITS ; waartoe gecommitteerd werden de Heeren BRIENEN en OENEMA : en deze rappor teerden den volgenden dag , dat het Z. Exc. beliefde in persoon hem te employeren op den aanstaanden tocht. Men bleef echter bij het voorgenomen antwoord. (243) Res. St. Gen. , 5 July 1610. » De Heer MAGNUS heeft aangediend en geproponeerd , dat Z. Exc. hem houdt geaggraveerd en in zijne eere en reputatie gelaedeerd en verkort , (hebbende nu zoo vele jaren deze landen getrou welijk gediend en deszelfs legers gecommandeerd , ) dat hij AANTEEKENINGEN 243 . 297 alsnu zoude te huis blijven , daar de meeste en principaalste forces van dezelven uittrekken , en dat Z. Exc. daarom verzoekt , dat de Heeren Staten zouden gelieven daarop te letten. Is goedgevonden , alzoo dit is eene zaak van groote importantie , die met alle leden wel behoort bewogen te worden , als hebbende hare consideratien ten beide zij den , dat men hierop zal verzoeken het advies van den Raad van State , alhoewel dat bij den meerendeel van de Provincien (1 ), prijzende Z. Exc. courage , verstaan wordt , dat Z. Exc . hier blijvende , meerderen dienst dezen landen kan gedoen , als met zijn vertrek naar boven , ten regarde dat de Aartshertogen , de treves brekende met de occasie , dat Z, Exc. met de forces uit het land zoude zijn , dezen lande meerdere inconvenienten zouden geraken over te komen , ten aanzien dat H. Hooghen binnen tweemaal 24 uren de macht of haren leger zouden mogen brengen tot voor de Grave of tot voor ' s Hertogenbosch , om te atten teren , daar hem dat zoude goed bedunken : in welken gevalle Z. Exc. met het leger zoude moeten keeren , daardoor dat ten alle zijden niet zoude worden verricht , maar zoude het secours van de Koningen van Frankrijk , van Groot-Britannie en van deze landen infructueus val len , en bij consequentie Gulik en de zaken van de Vorsten in verloop komen en verlies , en de staat van Duitschland in perikel gesteld worden : in al hetwelk door Z. Exc. presentie in ' t land en door deszelfs autoriteit en beleid voorzien kan worden. >> Hierna is de Raad van State ter vergadering gecom pareerd en alle consideratien ten beide zijden bewogen en gebalanceerd , is verstaan , dat Z. Exc. eer en reputatie met zijn blijven in het land in geener maniere verminderd wordt , maar veeleer vermeerderd : en overzulks met gemeen advies goedgevonden , dat de Raad van State Z. Exc. ' t gene des voorz. is , zullen vertoonen en zoo ver onderrichten , dat dezelve gelieve in de goede intentie van de Heeren (1) Uit Res. St. Gen. , 28 Augustus 1610 blijkt , dat Zeeland voor MAURITS vertrek geweest is. 298 AANTEEKENINGEN 243 . Staten te nemen contentement , en gelooven , dat H. H. Mog. Z. Exc. eer en reputatie buiten en binnen 's lands trachten te conserveren , gelijk Z. Exc. zelfs mag doen." Post prand. >> Compareren de Heeren van den Raad van State , rapporteren , dat H. Ed . , volgende de resolutie voor den middag genomen , Z. Exc. hebbende verklaard en ope ning gedaan van de resolutie genomen op Z. Exc. vertrek met het leger , met alle de redenen en consideratien , die daartoe hebben bewogen om Z. Exc. daarin te doen hebben contentement , H. Ed . dat niet hebben kunnen gedoen , maar Z. Exc. hebben gelaten even gemiscontenteerd , zeggende de zelve , dat het maar zijn pretexten alle die redenen , die voortgebracht worden om hem alhier te houden tegen zijne eer en reputatie , achtende dat Z. Exc. beter van het land voor alle zijne diensten heeft gemeriteerd . Alzoo dat deze zaak is gelegd in nieuwe deliberatie : maar alles bewogen en gebalanceerd , is alsnog verstaan , dat de redenen voor Z. Exc. blijven prepondereren , en is mitsdien gepersisteerd bij de resolutie voor den middag genomen , en de Raad verzocht ' t zelve Z. Exc. met alle circumstantien te willen aanzeggen en in het goede doen verstaan , dat men niet vindt voor de verzekerdheid van den staat van ' t land , noch voor de eere , digniteit en reputatie deszelfs en van Z. Exc. dat dezelve bij deze gelegenheid uit het land ga.” 6 July. » De Heeren Raden van State rapporteren , dat H. Ed. - Z. Exc. wederom voorgedragen en gezegd heb ben met alle redenen en consideratien daartoe dienende , dat de Heeren Staten en Raad niet dienelijk kunnen vinden voor de eere , digniteit en reputatie van 't land noch van Z. Exc. persoon , dat dezelve hem voor zijnen persoon zoude laten gebruiken in den tocht naar boven , en mitsdien Z. Exc. zeer instantelijk verzocht , dat dezelve daarin zoude gelieven te nemen contentement voor de verzekerdheid van den staat van 't land en den dienst deszelfs : maar dat Z. Exc . daar toe niet heeft kunnen verstaan noch consenteren te blijven , doch verklaard , daar het den Heeren Staten gelieft hem anders te belasten , dat hij daartegen anders niet konde ge doen. Op dit rapport geproponeerd wezende , wat hierop AANTEEKENINGEN 243. 299 dient gedaan , is met advies van den Raad van State ver staan , dat men zal blijven bij de voorgaande resolutie : dan hebben de Heeren van den Raad voorgeslagen voor een expedient , dat de Heeren Staten zelfs Z. Exc. met autori teit zouden mogen onderrichten en contentement geven." 7 July. » Is wederom met den Raad van State in de liberatie gelegd het geproponeerde van wege Z. Exc. op deszelfs vertrek , en gelijk te voren , alsnog verstaan , dat men zal persisteren bij de negative , en dat de Raad van State de zwarigheden , redenen en consideratien , die daar toe dienen voor de verzekerdheid van den staat van ' t land en de conservatie van de digniteit , reputatie en eere des zelfs en van Z. Exc. , Z. Exc. zullen vertoonen , om hem te moveren daarin te willen nemen contentement : zijnde voorgeslagen , bij zoo verre als Z. Exc . daartoe niet zoude zijn te bewegen , dat H. Ed . Z. Exc. zullen afvra gen , bij wat middelen dezelve vermeent de zaken tegen alle inconvenienten gedurende zijne absentie te houden in verzekerdheid . Hebbende die van Holland verklaard anders niet gelast te zijn als zij verklaard hebben , behalven dat zij tot accommodement Z. hem te begeven op de occurrentien." Exc. niet begeeren te beletten frontieren , om te letten op de Post prand. » Anderwerf met den Raad van State ge communiceerd , gedelibereerd en geadviseerd wezende op het geproponeerde beroerende het vertrek van Z. Exc. , hebben de H. en M. Heeren Staten Generaal de voorz . Heeren van den Raad van State verzocht collegialiter of bij Ge deputeerden Z. Exc. te communiceren 't geen dat alhier ter vergadering voor en na den middag dienthalve wederom met alle consideratien pro et contra is geventileerd , be wogen en gebalanceerd voor de verzekerdheid , dienst , reputatie en eere van ' t land en van Z. Exc. persoon." 8 July. » De Heeren Raden van State rapporteren , dat H. Ed . Z. Exc. gecommuniceerd hebben ' t geen dat alhier ter vergadering -op het geproponeerde beroerende het vertrek van Z. Exc. naar boven , wederom met alle consideratien pro et contra is geventileerd , bewogen en AANTEEKENINGEN 300 gebalanceerd : - maar dat Z. Exc. 243 . niet is te bewegen geweest hem daarmede te contenteren , achtende dat zijn verblijven hem eene groote affronte zoude wezen en strek ken tot zijne disreputatie en verkleining. Waarover deze zaak gelegd wezende in nieuwe deliberatie , is daarop ge resolveerd , gelijk hierna volgt . » Gedelibereerd zijnde op ' t geproponeerde den 5den dezes gedaan ter begeerte van Z. Exc. , te weten , dat hij zoo voor den dienst der Vereen . Landen als voor de conser vatie van zijne reputatie best vindt zelfs te commanderen het secours bij H. H. Mog. gedestineerd voor de possi derende Keur- en Vorsten van de Vorstendommen Gulik, Cleef, Berg en andere landen : nadat tot verscheidene reizen met den Raad van State alle de redenen en consideratien , zoo voor als jegens de voorz . begeerte dienende , rijpelijk waren overgewogen , was (niettegenstaande de Heeren Sta ten Generaal Z. Exc. gaarne zouden believen , en dat H. H. Mog. de landen te meer aan hem verbonden hou den , omdat hij zelfs presenteert hem in de voorz. expe ditie te gebruiken ; dat ook voor zeker gehouden wordt , dat Z. Exc. in dezelve expeditie notabelen dienst zal kun nen doen , ) iterativelijk voor den dienst en reputatie der Vereen. Landen en van Z. Exc. zelfs verstaan niet geraden te wezen in de voorz . begeerte te bewilligen , houdende voor best en dienstelijkst , dat het voorz. secours , volgende de genomen resolutie , beleid worde bij den Heere Prins HENDRIK FREDERIK , Z. Exc . geliefden broeder : ' t welk bij de Heeren Raden van State aan Z. Exc . verklaard en bij vele gewichtige redenen tot verscheidene malen gearbeid zijnde om hem ' t zelve te doen goedvinden , was bij Z. Exc. bij zijne begeerte gepersisteerd : zoodat Z. Exc. redenen voor de laatste maal in deliberatie gelegd zijnde , is bij de Heeren Staten Generaal en Raad van State nogmaals voor den dienst , eer en reputatie der Vereen . Landen en Z. Exc. zelfs verstaan , dat hij in de voorz. expeditie of uit de Vereen. Landen niet behoort te trekken , daartoe de Gecommitteerden van de Heeren Staten van Holland en Wester. ook verklaren van hare principalen in specie ge AANTEEKENINGEN last te wezen . 301 243-245. Doch is tot discretie van Z. Exc. gelaten , of hij hem wil vinden ter plaatse , daar het voorz. secours jegens den 10den dezer maand is bescheiden of daaromtrent ; en indien hij aldaar uit de adviezen van Frankrijk , Duitsch land , Braband en andere plaatsen , mitsgaders uit de ge legenheid des secours , onaangezien de redenen en conside ratien hem geopend , bij zijn eigen mouvement zoude oor deelen en verstaan , dat hetzelve secours bij hem noodelijk zoude dienen beleid , willen de Heeren Staten Generaal en Raad van State daartegen niet wezen , wel verstaande dat tot goede verzekering der Vereen . Landen jegens alle uit heemsche invallen en binnenlandsche zwarigheden de Welgeb. Heer Graaf WILLEM LODEWYK en ERNST CASIMIR Graaf van Nassau en andere Oversten en Hoofdofficieren , tot het voorz . secours niet gedestineerd , in de Vereen . Landen zullen ver blijven met last en middelen , om binnen twee dagen onder goede orde en beleid bij den anderen te kunnen brengen uit de soldaten , in ordinaris dienste wezende , ongeveerlijk 40 vendelen soldaten te voet , een goed getal ruiteren en 4 of 5 stukken geschuts met den toebehooren van dien , om naar de occurrentien tot der landen dienst bij order van de Heeren Staten Generaal of den Raad van State gebruikt te mogen worden , en dat de order en instructie , op het beleid van het voorz . secours besloten , zal worden achtervolgd . " (244) VAN METER. , f. 614a . (245 ) Het verlof , om Graaf WILLEM bij zich te heb ben , verzocht MAURITS van de Staten Generaal , die daar toe het goedvinden van Vriesland en Groningen vroegen. Ook Graaf WILLEM deed hetzelfde verzoek , schrijvende zich ongaarne bij deze gelegenheid van Z. Exc. te willen absenteren. Res. St. Gen. , 17 July 1610. Den 23sten July was hij reeds te Arnhem en herhaalde zijn verzoek. Dan de Staten Generaal gaven ten antwoord nog geen bericht van Vriesland en Groningen ontvangen te hebben , maar voegden er bij , dat hem kennelijk waren de zwarigheden en difficulteiten , die de Heeren Staten in het vertrek van Z. Exc. met het leger gemaakt hebben , en dat er zulke 302 AANTEEKENINGEN 245-246. zware adviezen uit Frankrijk komen over den staat der za ken aldaar , dat H. H. Mog. tegen alle occurrentien Z. L. presentie in den lande en bij den werke geheel noodig ach– ten. Eindelijk op den 1sten Augustus werd op een ver nieuwd verzoek van Graaf WILLEM zijn vertrek aan zijne eigene discretie overgelaten , ningen , de Staten Generaal ofschoon Vriesland en Gro en de Raad van State liever wenschten , dat hij te Arnhem bleef, om op alle voorvallen toe te zien. Hij vond daarop goed in het land te blijven tot nadere orde van MAURITS , die ten gevolge van alle deze moeilijkheden op den 13den Augustus aan de Staten Gene raal verzocht , dat Graaf ERNST CASIMIR in het leger zou gezonden worden. (246) Brief van MAURITS aan de Staten Generaal. » Welgeborene Enz. Omdat de Rhijn al thands tamelijk >> hoog is , hebben de schepen met vivres , ammunitie van >> oorlog en geschut geladen wezende , niet wel opwaarts » kunnen komen : nochtans hebben wij zoo veel doen be » naarstigen , dat zij al te samen van daag met consent van >> den Gouverneur van Rhijnberk zonder eenige difficulteit >> voorbij de voorz. stede gepasseerd zijn. De resterende >> wagens , die wij van Utrecht verwacht hebben , zijn dezen >> avond ook tot Biselick aangekomen ; alzoo dat wij gere » solveerd zijn jegens morgen vroeg goedtijds met dit leger >> opwaarts te trekken , en den volgenden nacht in het >> klooster tot Kamp te logeren , ' s anderen daags omtrent » de stad Kempen , en zoo voorts naar Nuis , om onzen De Prins van » weg van daar naar Gulik te nemen. » Anhalt heeft ons geschreven , dat Z. L. met eenige stuk >> ken geschut van Dusseldorp naar Hombourg is vertrokken , >> alwaar hij onze " aankomst naar Gulik zal verwachten. » Sedert hebben wij geene tijding van Z. L. ontvangen. Wat >> verders zal voorvallen , zullen wij niet nalaten U. M. Ed. >> bij alle gelegenheid te verwittigen. - In het leger tot » Furstenberg den 21sten July 1610. M. D. n. De Ambt >> man van de Voogdij van Gelder is alhier bij ons ge • >> weest en heeft tot zijnen last gevonden de wegen zulks >> te repareren , dat wij met dit leger en wagens daardoor AANTEEKENINGEN 246-248 . 303 » gevoeglijk zullen kunnen passeren : hebben daarom orde » gesteld , dat den onderdanen van de voorz. Voogdij geene >> schade gedaan zal worden ." (247) Res. Zeel. , 13 September 1610. >> Is gelezen eene missive van den Heer Agent AERSSENS van den 15den Augus tus , daarbij hij schrijft , dat aldaar is vreemd gevonden , dat men Gulik heeft belegerd zonder het secours van Frankrijk te verwachten. (248) Brief van MAURITS aan de Staten Generaal . » Welgeborene Enz. Wij zijn gisteren omtrent den noen >> met dit leger alhier tot Mersen , wezende een half uur >> van de stad Gulik aangekomen , alwaar de Vorst van » Anhalt ons is komen vinden . Wij hebben deszelven >> daags nog quartier genomen , en zal de Hoogged. Vorst >> dezen dag of morgen zijn quartier mede nemen. Wij >> hebben nog eenige plaatsen voor den Heer Maarschalk » DE LA CHASTRE open gelaten en zijn hem alhier verwach >> tende : maar wij hebben nog geene zekere tijding , tegens >> wanneer hij alhier zal mogen aankomen , alleenlijk dat hij » langs den Moezel afkomt. De Hoogged. Vorst van Anhalt >> heeft goedgevonden Graaf FREDERIK VAN SOLMS met 5 >> of 6 compagnien van Z. L. compagnie den voorschr. >> Maarschalk te gemoet te zenden om hem te convoyeren , >> dewijl hij hetzelve begeerd heeft. Eergisteren , al zoo » haast wij tot Goesdorp quartier genomen hadden en de >> wagens van ammunitie aangekomen waren , is bij ongeluk >> het vuur in de voorschr. wagens gekomen , alzoo dat er >> omtrent 14 of 15000 pond kruits met eenige wagens en >> omtrent 20 personen zoo schippers als wagenluiden ver » brand zijn : maar men kan nog niet weten , hoe dit onge » luk bijgekomen is. Eenigen vermoeden , omdat de matro >> zen zeer aan het drinken van tabak geweest zijn , dat >> eenige lonten , daar hetzelve mede aangesteken wordt , in >> het stroo gekomen zijn . En alzoo hetzelve kruit voor » den Heer Maarschalk gedestineerd was , zal van noode >> wezen , dat ander in de plaats gezonden worde ; verzoe >> kende U. M. Ed. daarom orde te willen stellen , dat >> daarin voorzien worde. ―――― In ' t leger tot Mersen den 1 304 AANTEEKENINGEN 248 . >> 29sten July 1610. M. D N. Van daag hebben wij met dit >> leger voor de stad Gulik quartier genomen en de stad >> doen bezichten : en bevinden , dat hare fortificatien genoeg >> zaam in defensie zijn. Uit de gevangens en anderen , die >> uit de stad gekomen zijn , verstaan wij , dat het garni >> zoen , daarbinnen wezende , omtrent 1600 man te voet >> en omtrent 60 paarden sterk >> voor Gulik. Datum ut supra. Brief als voren. is . Actum in het leger » Welgeborene Enz. Sedert onze laatste schrijvens is >> alhier niet voorgevallen , daaraf wij U. M. Ed. zouden » kunnen verwittigen , alleenlijk dat wij nu vier nachten >> de approchen voor de stad Gulik hebben doen conti— » nueren , en dat dezelve voor den tijd , dat men daaraan Gisteren is de >> gearbeid heeft , wel geavanceerd zijn. » Heer BUISSY , Ambassadeur van Frankrijk bij de Vorsten » tot Dusseldorp , alhier bij ons geweest , en heeft ons >> brieven van den Marechal DE LA CHASTRE vertoond , >> waarbij hij den voorz. Ambassadeur laat weten , dat hij >> den 9den dezer jegensover Carden op den Moezel zal >> aankomen ; maar dat hij niet geresolveerd is de voorz. >> rivier te passeren , - ten zij dat men hem met 6000 >> man te voet en omtrent 10 of 12 honderd paarden van >> hier te gemoet komt om hem te convoyeren. Wij kun » nen niet gedenken , waarom hij zulk een convoy is ver » zoekende , aangezien de Marquis SPINOLA hem , zoo wij >> verstaan , geheel stil houdt , en dat wij met dit leger tus >>> schen beide liggen , en den voorz . Marquis , bij zoo ver >> hij hem begoste te roeren , lichtelijk zouden kunnen be » letten , dat hij den voorz. Maarschalk zijne aankomst al >> hier niet zoude kunnen empecheren. Wij kunnen ook >> niet gedenken , dat hij eenig mishagen zoude hebben , dat » wij de stad vóór zijne aankomst belegerd zouden hebben ; >> en om hem daarin contentement te geven , hebben wij >> hem met den Capitein DANIEL geschreven , dat zijn quar >> tier open gehouden wordt , en dat wij hem een deel van » de trancheen en approchen ť' zijner aankomste zullen doen >> ruimen . Van ' t gene voorder zal voorvallen , daaraf zul AANTEEKENINGEN 248-250 . 305 » len wij U. M. Ed. verwittigen. - In ' t leger voor Gulik » den 3den Augustus 1610. M. D. N." (249) Brief van MAURITS aan de Staten Generaal. >> Welgeborene Enz. Bij onze voorgaande hebben wij » U. M. Ed . geschreven , dat de Gouverneur van Gulik >> met ons in accoord begeerd had te treden . Waarop ge >> volgd is , dat , na het voorz. accoord gesloten , ―― de >> voorz. Gouverneur gisteren na noen uit de voorz . stede >> en kasteel vertrokken , en dezelve in handen van de >> Vorsten van Brandenburg en Nieuwburg gesteld heeft : >> en zijn van de Hoogged. Vorsten wege de compagnie >> Colonel van den Overste SCHONBERG en van zijnen Lui >> tenant Colonel PITHAN op het voorz . kasteel getrokken , >> en binnen de stad vier Duitsche compagnien , in dienst >> van de Vorsten wezende. Met den voorz. Gouverneur >> zijn uitgetrokken 21 vendels , waaronder marcheerden >> omtrent 1500 soldaten met hare wapenen : daarenboven >> nog omtrent 150 zoo zieken als gekwetste soldaten , en >> nog omtrent 150 die met de wagens en bagage waren . >> Daar zullen boven dezen nog omtrent 150 dood gebleven » zijn. Van daag zijn die op het kasteel Bredebend garnizoen >> gehouden hebben , op gelijke conditien , als die van Gulik , >> uitgetrokken . >> wachtende , Wij zijn van U. M. Ed . antwoord ver wat denzelven met dit leger gelieft gedaan >> te worden , alzoo wij hetzelve aan U. M. Ed. in onze >> voorgaande van gelijke geschreven hebben. Wij zullen en >> zijn alhier doende , om de artillerie en ander goed weder >> om te schepe te doen. De Marechal DE LA CHASTRE maakt >> ook gereedschap binnen 5 of 6 dagen wederom te vertrek » ken en zijnen weg door het land van Luxemburg te nemen , >> waartoe de Aartshertog hem den pas geaccordeerd heeft. >> In het leger voor Gulik den 3den September 1610. M. d. n.” (250) Brief van MAURITS aan de Staten Generaal. » Welgeborene Enz. Bij onze twee voorgaande brieven » hadden wij U. M. Ed . verwittigd van het overgaan der >> stad Gulik , en daarbeneffens dezelven verzocht ons te » willen laten weten , wat U. M. Ed . voorder met dit leger » begeerden gedaan III te hebben . Sedert het schrijven van 20 306 AANTEEKENINGEN 250. » dezelve onze brieven , zijn de Gezanten van den Keizer , » waaronder zijn de Graaf van Hohensolre en de Landgraaf » van Darmstad , zoo ook van de Keur- en Vorsten van » Maintz, Trier , Brunswijk aangekomen , om in onderhan » deling te komen en te zien , of de zaak van den lande » van Cleve en Gulik zoude kunnen beslecht worden. En » opdat hetzelve te beter tot voordeel van de Vorsten » zoude mogen afgehandeld worden , zoo zouden de Heeren » Ambassadeurs van Frankrijk en Groot-Britannic , zoo » ook U. M. Ed . Gedeputeerden , alhier zijnde , niet onraad » zaam vinden , dat het leger nog voor eenigen tijd alhier » bleef continueren , totdat men zag hetgeen aldaar voorge » slagen en verhandeld zal worden , hopende dat door mid » del van dien hetzelve te eerder en tot meerderen dienst » van de Vorsten zoude kunnen afgehandeld worden. — » Gisteren is de Marechal DE LA CHASTRE met zijn leger >> wederom van hier naar Frankrijk vertrokken , en over >> mits de menigte van kranken , die onder hen waren , zijn >> wij genoodzaakt geweest hen met een honderd wagens » te assisteren , om dezelven te brengen tot aan de Maas. » In ' t leger voor Gulik den 10den September 1610. M. d. n.” Brief als voren . » Welgeborene Enz. » saris DE Na het vertrek van den Commis MIST , hebben wij met de Heeren Marquis van » Brandenburg en den Hertog van Nieuwburg en den Prins » van Anhalt in communicatie geweest om te weten , >> H. L. begeerden of eenig garnizoen van volk van oorloge >> van dit leger in de steden van het land van Cleve in te » nemen , waarop H. L. ons dezen avond haar antwoord > >> schriftelijk hebben overgezonden. - Maar alzoo eenige >> steden van den voorschr. Hertogdom Cleve eenige solda— » ten , bij de Landschap gelicht , inhebben , en de Hoogged. Vorsten , zoo ook wij , een achterdenken hebben , dat de » steden van Emmerik en Rees en mogelijk nog andere >> meer geen volk zullen willen innemen , zoo verzoeken wij » U. M. Ed. ons te laten weten , of U. M. Ed. goedvin >>> den eenig volk van oorloge in ' t voorz. Hertogdom van » Cleve in garnizoen te laten en hoeveel ; en bij zoo ver AANTEEKENINGEN 250. 307 » de voorz. steden refuseerden garnizoen in te nemen , of » U. M. Ed. goedvinden , dat wij dezelve met den kanon >> daartoe forceren , alzoo de Hoogged. Vorsten goedvinden , >> zoo zij » de stad >> hier te >> staande ons verklaard hebben , gedaan te worden : want Rees de compagnie van den Prins van Anhalt voren gerefuseerd heeft in te nemen , niettegen alle instantie bij de Vorsten gedaan. ― In 't >> leger voor Gulik den 13den September 1610. Brief als voren . M. p . N." >> Welgeborene Enz. Dezen nanoen zijn wij met dit >> leger alhier tot Finen gearriveerd , wezende halverweg >> tusschen Santen en Calcar , en verhopen , zoo het God >> belieft , morgen omtrent ' s Gravenweert aan te komen. >> En alzoo de Maarschalk DE LA CHASTRE terstond na de » verovering van Gulik wederom naar Frankrijk is vertrok » ken , zonder iemand achter te laten , om in den Hertog >> dom van Cleve in garnizoen te blijven , en ook dat de >> Heer CECIL , met denwelken wij in presentie van den » Heer Ambassadeur WINWOOD diverse reizen in communi >> catie geweest zijn om van hem zijne resolutie te weten , >> ons verklaard heeft geenen last te hebben iemand op ' s >> Konings bezolding in den voorz . Hertogdom in garnizoen << te laten ; alzoo zijn wij , achtervolgende U. M. Ed . reso >> lutie , van meening , tot ' s Gravenweert gekomen wezen >> de , dit leger te scheiden en wederom in garnizoen te >> zenden , zonder iemand in hetzelve Hertogdom in garni >> zoen te laten , en zoo veel doenlijk is , orde te stellen , >> dat hetzelve ten minste kosten van het platte land mag >>> geschieden. - In ' t leger tot Finen den 23sten Septem >> ber 1610. M. D. N. " Brief als voren. >> Welgeborene Enz. Gisteren , nadat wij met het leger » omtrent 's Gravenweert gekomen waren , hebben wij alle >> de compagnien van het voetvolk doen te scheep gaan en >> elk naar haar garnizoen gezonden , zoo ver hetzelve ten >> minste kosten van den lande doenlijk is geweest. De >> compagnien van cavallerie zijn ook dadelijk naar haar gar >> nizoen getrokken , dewelke wij met Commissarissen heb 20* 308 * AANTEEKENINGEN " >> ben doen convoyeren , 250—253 . opdat zij ten minste schade van » de platte landen passeren . Van daag omtrent den noen » zijn wij tot Liven gearriveerd , alwaar wij eenige dagen » vermeenen te blijven , en daarna de frontiersteden zoo » van dit Vorstendom als ook van ' t Graafschap van Zut » phen en Overijssel te visiteren , zoo U. M. Ed. 't zelve >> alzoo goedvinden : maar bij zoo verre dezelven ons elders >> tot derzelver dienst te employeren begeeren , zullen wij niet >> nalaten , daaraf veradverteerd wezende , U. M. Ed . goede >> geliefte te achtervolgen . - Tot Arnhem den 27sten Sep >> tember 1610. M. D. N." (251 ) ' (252) VAN METER. , f. 615. WAG . , X , 43. UITENB. , Lev . , bl . 306. (253) Res. St. Gen. , 5 Mei 1612. >>» Is ter vergadering gecompareerd de Heer WINWOOD , Ambassadeur des Konings van Groot-Britannie : heeft geproponeerd , gelijk Z. Ed. daarna bij geschrifte heeft overgegeven , hiernavolgende geinsereerd. Dan is uitgesteld daarop te resolveren , mits de absentie van de Heeren Gecommitteerden van Gelderland , en de Griffier gelast dit uitstel bij den voorschr . Heere wINWOOD te excuseren : en dat hij Griffier ondertusschen hem zal inquireren ; wat verbindtenis dat de Orde van de Jarre tière inheeft. >>> Messieurs , Parmi tant et tant de faveurs et celles gran >> des et royales , que le Roi de la Grande-Bretagne mon >> Maître a conférées depuis les commencements de votre Republique envers le bien et le salut de cet État , les » quelles il juge être bien colloquées tant qu'elles sont re >> connues et de pareille affection d'amitié et alliance em >> brassées , S. Maj . m'a donné charge de présenter à Vos >> Seignies une faveur toute nouvelle , laquelle balancée ou » poid de vos jugements , cédera à nul autre qui qu'elle soit , » en dignité et honneur . C'est que S. Maj . reconnoissant >> les vertus singulières et vraiment héroiques de Monseig >> neur Prince MAURICE Comte de Nassau , Général et Chef » de vos forces tant par terre que par mer , et Gouverneur » de vos villes et Provinces , l'ancienneté et splendeur de » sa Maison , son affection et fidélité envers le bien de AANTEEKENINGEN 253. 309 >> votre service , joint les bénédictions de tant de victoires >> signalées et renommées par tout le monde , dont il a » plû à Dieu de sa grâce combler et couronner ses travaux , » en assurance de l'amitié perpétuelle entre ses Couronnes >> en vos Provinces , a trouvé bon de le faire par commun >> consentement de toute la Confrérie Chevalier de son Ordre » de la Jarretière. Ordre qui est le plus ancien et le plus >> renommé en toute la Chrétienté , fondé l'an 1350 par » EDOUARD III , Roi d'Angleterre , l'honneur duquel Roi ne >> mourra jamais tant que l'Angleterre et la France de >> meureront en être , continué depuis ce temps-là en lustre >> et splendeur , lequel les plus grands Monarques , Poten >> tats et Princes d'Europe ont recherché à l'envi , et l'ayant >> obtenu , l'ont accueilli en tout respect et révérence , et >> duquel les Rois d'Angleterre de tout temps ont été ac Ce >> coûtumés d'honorer leurs meilleurs amis et alliés. >> que fit la feue Reine ELISABETH , Princesse de très-heu >> reuse mémoire , au feu Roi de France HENRI le Grand : » et S. Maj. à-présent n'étoit plutôt venu à la couronne » d'Angleterre , qu'il n'envoya cet Ordre par Ambassade >> solennelle à son frère le Roi de Danemark. S. Maj . >> donques désirant de faire paroître à tout le monde l'estime >> qu'elle tient de l'amitié des Provinces Unies , auxquelles » pour l'augmentation de leur grandeur elle sera toujours. » prête de contribuer et communiquer tous les honneurs >> de son Royaume ; ne pouvant pas conférer cet honneur >> en la personne de Vos Seignies dont un corps politique » n'est nullement capable , au lieu d'icelles n'a pas voulu >> faillir de la conférer en votre grand Général , tant en >> témoignage de ses vertus qu'en reconnoissance des re >> marquables services envers vos Provinces tant de sa per >> sonne que de toute sa Maison , signés du sang de ses >> prédécesseurs. Ma charge porte de vous en donner le >> premier avertissement en cette assemblée , S. Maj . s'as >> surant , que Vos Seignies auront pour agréable le choix » qu'elle a fait , et qu'il sera accueilli de l'Union de vos Car qu'est ce >> Provinces d'un applaudissement unanime. qui puisse être plus agréable à toutes vos Provinces AANTEEKENINGEN 310 253. >> que la continuation de l'amitié du Roi de la Grande » Bretagne envers la prosperité d'icelles , et quel argument » plus infaillible de la constance de sa bonne volonté , que >> l'amour , respect et l'honneur qu'elle porte à vos fidels , >> plus affectionnés et plus dignes serviteurs. Ores s'il y >> aura quelcun qui , portant envie que l'amitié entre le Roi » de la Grande-Bretagne et Messieurs les États Généraux >> des Provinces Unies s'augmente de jour à autre de plus >> en plus , voudroit par calomnie dénigrer la candeur des >> intentions de S. Maj . , le mot de l'Ordre engravé ès let >> tres d'or alentour de la Jarretière , prononcera arrêt >> contre cette malice , Hony soit qui mal y pense. Den 8sten Mei werd deze propositie ter Staten Generaal gelezen , maar er niet finaal op gedisponeerd . Den volgen den dag besloot men aan WINWOOD te doen vragen , wat regel , orde , beloften , conditien en verbindtenissen , dat de leges van die Orde behelzen. Volgens rapport op den 10den Mei , had WINWOOD geantwoord , dat in de statuten en beloften geen prejudicie voor deze landen en Z. Exc. kan gelegen zijn , dewijl andere uitheemsche Koningen en Prinsen van de Orde geene zwarigheid hebben gemaakt die Orde en Confraterniteit in te gaan en aan te nemen ; dat ook posteriora juramenta niet prejudiciëren de priora ; en dat de beloften kunnen geschieden met verklaring van daar mede niet te prejudiciëren de ordinaris verbindtenis , die Z. Exc. heeft in het land , noch ook deszelfs commissien : daarbij voegende , dat , als de aanneming van de voorschr. Orde zal geschied zijn , alsdan hier bij Z. Maj . iemand zal worden gezonden met de orde en kleederen daartoe dienen de , mitsgaders de leges of statuta , om die Z. Exc. te presenteren , als wanneer op die statuten de difficulteiten gemoveerd zullen mogen worden , bijaldien daarin eenige be vonden worden. Niettegenstaande dit antwoord , besloot men evenwel vóór de aanneming op nader bericht te insisteren , omdat (zoo zeide men) het verzochte bericht wel gefundeerd is en WINWOOD geene redenen heeft ' t zelve den Staten Generaal kwalijk af te nemen , ten regarde dat de Gecom mitteerden van de Provincien aan hunne principalen bericht AANTEEKENINGEN en contentement behooren te geven. 253 . Op 311 den 14den Mei werd er een antwoord , dat door den Griffier ontworpen was , gearresteerd , en de Griffier gelast hetzelve aan MAU— RITS mede te deelen , om , als deze het insgelijks goedvond , het daarna aan WINWOOD te overhandigen. Het schijnt door MAURITS te zijn goedgevonden , en luidde als volgt : >> Sur l'ouverture faite verbalement de la part du Roi de » la Grande-Bretagne en l'assemblée des Seigneurs États >> Généraux des Pays-Bas Unis, et depuis exhibée par écrit >> par le Sieur RODOLPHE WINWOOD , Chevalier , Ambassadeur >> ordinaire de S. Maj . touchant les très-honorables considé >> rations qui ont mû S. dite Royale Maj . d'un commun >> consentement de toute la Confrérie de son Ordre de la >> Jarretière , qui est le plus honorable , ancien en renommé >> Ordre de toute la Chrétienté , en faveur des Provinces << Unies et en respect des singulières et vraiment héroiques >> vertus de l'Illustrissime Prince MAURICE Comte de Nassau >> etc. , de l'ancienneté et splendeur de sa Maison , son affec » tion et fidélité envers le service de ces Pays et ses signa >> lées victoires , de faire icelui Seigneur Prince , Chevalier >> dudit Ordre de la Jarretière : lesdits Seigneurs États » Généraux ont avec dû respect et révérence remercié bien >> humblement S. R. Maj . dudit singulier honneur et faveur » par dessus toutes ses précédentes royales assistances , 1 >> faveurs , grâces et affections démontrées à ces Pays ; >> sachant que S. Maj . comme aussi ses très-honorables >> ancêtres de tout temps ont seulement honoré de sembla— >> bles faveurs leurs meilleurs amis et alliés ; et confiant , • >> comme aussi ils requièrent avec révérence , que S. Maj . >> selon sa royale bénignité , considérant la constitution de » l'état de ces Pays , sera servie de leur faire entendre par >> sondit Ambassadeur quelque temps compétent avant l'effec >> tuelle inauguration ou investiture dudit Seigneur Prince » audit honorable Ordre , les statuts , obligations , serment >> et autres devoirs qui se solennisent et se doivent accepter » devant , en , ou après icelle inauguration et investiture , à >> cette fin qu'icelles Seignies , ayant entendu que par iceux >> rien ne soit ordonné , statué ou requis , que ce qui peut AANTEEKENINGEN 312 253. >> subsister , convenir et correspondre avec les franchises et » droits de l'état de ces Pays en général , Provinces , mem » bres et villes d'iceux en particulier , ensemble l'hommage >> et autres obligations que ledit Seigneur Prince a et doit » à l'Etat , joint les traités faits avec autres Rois , Poten >> tats , Princes et Républiques , il puisse être pris et donné >> bon contentement par et >> requiront leurs Seignies à ceux qu'il convient. avec due révérence Et que cette >> leur réponse puisse être agréable à S. Maj . comme aussi >> ils désirent que ledit Sieur Ambassadeur y veuille tenir >> la bonne main. den 7den Juny leverde WINWOOD ter Staten Generaal een gedrukt boekje , houdende de statuten der Orde , waar uit men , zeide hij , zou kunnen zien , dat de verplich tingen der Ridders niet strekken konden tot nadeel van de souverainiteit en welstand des lands , gelijk ook de Koning daar niets tegen begeerde te doen . Hij voegde er eene naamlijst bij van verscheidene Prinsen en Keurvorsten , geene Souvereinen wezende , die de Orde zonder eenige prejudicie hadden aangenomen. Werd besloten dit een en ander te stellen in handen van MAURITS tot examinatie. Op den 12den Juny hield WINWOOD aan op resolutie : men besloot nader met hem te spreken over eenige difficulteiten. Dit geschiedde. En nu besloot men op den 16den Juny de resolutie uit te stellen , dewijl het meerendeel der Ge deputeerden naar hunne principalen vertrokken waren. Op den 1sten September gelijk uitstel om dezelfde reden. Op den 26sten en 27sten September werd goedgevonden de ge dane presentatie aan te nemen , mits MAURITS gedispenseerd wierde van den eed en de ceremonie van de Orde; doch vooraf zou men er nog met hem over spreken. Op den 2den October hield WINWOOD op nieuw aan op reso lutie : men vond goed hem te antwoorden , dat men op de zaak was delibererende. Op den 12den October belastte men onzen Gezant CARON , die , alhier overgekomen , weder op zijn vertrek naar Engeland stond , om , indien de Ko ning hem over deze zaak aansprak , te antwoorden , dat de Staten Generaal zich daarmede zeer vereerd rekenden , AANTEEKENINGEN 253. 313 dat de 1 Koning hen geliefde te houden onder het getal der Prinsen , die met deze Orde vereerd zijn ; maar tevens Z. Maj . bekwamelijk voor te houden en te verzoeken , dat het hem gelieve Z. Exc. te dechargeren in deze landen van de ceremonie , beloften en eed van die Orde. Op den 23sten November deed WINWOOD de volgende propositie : >> Messieurs , Sur le rapport que le Sieur DE CARON >> votre Ambassadeur a fait depuis son retour en Angleterre 1>> au Roi de la Grande-Bretagne , que Vos Seignies enfin >> se contentent , que Monseigneur le Prince MAURICE accep >> tera son Ordre de la Jarretière , moyennant qu'il plairoit » à S. Maj . de faire dispense tant de quelqués cérémonies >> qui puissent apporter scandale à la discipline de vos >> Eglises , que de ces conditions qui semblent aucunement >> opposites à la police de votre État ; S. Maj . m'a donné >> charge par ses lettres expressement écrites sur ce fait » le 4º de ce mois st. vet. vous dire , que , quoique s'il » sourdroit de ces cérémonies le moindre scandale , ce seroit » scandalum acceptum et non datum , et que à son avis >> les conditions , comprises au serment , ne dérogent rien à >> la souverainété de Vos Provinces. Toutefois puisque la >> présentation qui a été faite de cet Ordre , n'a eu autre >> dessein qu'en témoignage de l'alliance qui est entre ses >> Couronnes et vos Provinces , honorer les vertus de celui , >> lequel par ses fidels services a tant mérité de Vos >> Seignies et en conséquence de tous vos amis et alliés qui >> souhaitent la prospérité de vos affaires , parmi lesquels » S. Maj. juge qu'elle tient le premier rang , elle promet >> en qualité de Chef de cet Ordre de faire dispense à >> l'endroit du Prince MAURICE tant des cérémonies que des >> conditions , laissant à la discrétion de cette assemblée ce » qu'il en usera tant pour l'un que pour l'autre. Seule >> ment S. Maj . prie , qu'il vous plairoit sans plus de remise >> d'en déclarer vos volontés , sur cette raison qu'elle est » délibérée de faire inaugurer Monseigneur l'Electeur Pala >> tin et le Prince MAURICE tout ensemble en son Ordre » de la Jarretière devant Noël , l'un qui y est en personne , >> l'autre par procureur. Il vous plaira donc d'y résoudre , 314 AANTEEKENINGEN >> et pour ma » par écrit . décharge me 253-254 . faire donner la résolution Na deliberatie werd goedgevonden ' t zelve geschrift Z. Exc. te communiceren en verklaren , nademaal Z. Maj . Z. Exc. dispenseert van alle conditien , beloften en ceremonien , alles remitterende aan H. H. Mog. , dat denzelven H. H. Mog. bedunkt , dat Z. Exc. niet behoort te difficulteren te accep teren de eer van de presentatie , die Z. Maj . hem doet van de Orde van de Jarretière ; daarop H. H. Mog . ver zoeken te verstaan de goede meening van Z. Exc. om op de voorschr. propositie te mogen antwoorden. Op den 24sten November rapporteerde de Griffier , dat Z. Exc. hem dien morgen verklaard had , dat hij alles stelde en remit teerde ter discretie van H. H. Mog. om daarin te ordon ´neren naar hun gelieven. Ten gevolge waarvan dan ook een dienovereenkomstig antwoord aan WINWOOD gearres teerd en met goedkeuring van MAURITS geleverd werd . In dien men uit het bovenstaande moet afleiden , dat MAURITS zelf in de aanneming der Orde zwarigheid gevonden heeft , dan heeft men hier weder een blijk , hoe weinig hij door verkeerde middelen eigene verheffing zocht. (254) Op den 1sten February 1613 de Roi d'armes van den Koning van Engeland met de teekenen der Orde over gekomen zijnde , liet WINWOOD aan de Staten Generaal ver zoeken , dat de presentatie zou geschieden in de vergadering van H. H. Mog. ter presentie van den Raad van State : hetgeen met advies van MAURITS werd goedgevonden , ter wij den de er tevens besloten werd , dat zulks geschieden zou op den February en dat MAURITS. orde zou stellen , dat compagnie der garde in de wapenen zou komen en het geschut gelost worden. Ook vond men goed WINWOOD vooraf door den Griffier te doen spreken over de forma liteiten. Den volgenden dag rapporteerde de Griffier , dat WINWOOD goedvond de actie te beginnen met het voorlezen der commissie voor hem en den Roi d'armes tot het doen dier presentatie : waarom men besloot hem die commissie ter examinatie af te vragen , en dezelve gelezen en daarin niets bijzonders gevonden zijnde , haar eerst mede te deelen AANTEEKENINGEN 254. 315 aan MAURITS en daarna aan den Ambassadeur van Frankrijk , en dezen tevens te verzoeken de plechtigheid met zijne te genwoordigheid te vereeren , dewijl de Koning van Engeland in die commissie geene andere titels gebruikte dan die hij gewoon was. Den 4den rapporteerde de Griffier de verklaring van MAURITS , dat , daar de Staten Generaal niets extraor dinairs in de commissie gevonden hadden het zij in de titelen , het zij in de substantie , ook hij daarop niets te zeggen had , maar zich gedroeg tot H. H. Mog.: terwijl hij tevens bericht gaf van de bewilliging des Ambassadeurs om bij de plechtigheid tegenwoordig te van Frankrijk , zijn , evenwel onder eene zekere verklaring op den gewonen titel , dien de Koning van Engeland aannam , van Roi de France. Hierop werd goedgevonden de vergadering des na middags ten half drie te beleggen , den Ambassadeur van Frankrijk daarin te geleiden door eenen uit Gelderland en Vriesland , alsmede den Heer WINWOOD , den Roi d'armes en Z. Exc. door eenen uit Holland , Zeeland , Overijssel en Groningen , en dat UITENBOGAART na de gedane presentatie de vermaning doen zou . Het verhaal der plechtigheid staat op de volgende wijze in Res. St. Gen. aangeteekend. >> De Heeren Staten Generaal en Raad van State verga derd zijnde , is eerst ter vergadering gebracht de Heer VAN REFUGE , Ambassadeur des Konings van Frankrijk, en gezet aan het boveneinde van de tafel. Daarna zijn ook ter ver gadering gebracht , volgende de orde voor den middag ge nomen , de Heer WINWOOD , Ambassadeur en de Roi d'armes des Konings van Groot-Britannie met Z. Exc . geaccom pagneerd met Z. Exc. Graaf HENDRIK , den Prins van Por tugal , Graaf HANS ERNST VAN NASSAU , Graaf VAN DER LIPPE en andere Heeren en Edelluiden , tusschen een getal mus kettiers , voortredende eenige trommeters al stekende en blazende : hebbende de Heer WINWOOD en Roi d'armes haar gezet ter helft van de tafel , gelijk dat gewoonlijk is , als de Heeren Ambassadeurs iets hebben te proponeren , en Z. Exc. bezijden het boveneind van de tafel aan de slin kerzijde des voorz . Heeren Ambassadeurs van Frankrijk. En alzoo t' samen gezeten wezende en de trommeters ge 316 AANTEEKENINGEN 254. } ëindigd hebbende te spelen , heeft de salue van de mus kettiers begonst en is ook los geschoten het grof geschut . En in de stilte heeft de Heer WINWOOD gepresenteerd de commissie , die Z. Ed . en de voorz. Roi d'armes van Z. Maj . hebben , om de voorz . Orde van de Jarretière aan Z. Exc. te presenteren : dewelke bij den Griffier AERSSEN overluid is gelezen , daarvan de teneur hierna volgt.” Deze commissie , uit het Latijn vertaald , leest men in het Lev. van Maur. , bl . 346. >> En heeft daarna dezelve Heer WINWOOD gedaan bij last van Z. Maj . , gelijk Z. Ed . verklaarde , de propositie en remonstrantie , hierna volgende." Hierop volgt nu het begin der propositie , uit het Fransch vertaald te lezen in het a. w. bl . 345 , doch blijkens den inhoud vóór het overgeven der commissie uitgesproken , zoo als ook blijkt uit het onmiddellijk volgende : >> Hierna is deze commissie gelezen , en heeft daarna de Heer WINWOOD gecontinueerd te pronuntieren." Hier volgt de propositie , te lezen in het a. w. bl . 347. » Daarna zijn Z. Ed . en Roi d'armes opgestaan en hebben Z. Exc. gepresenteerd en aangebonden aan zijn slinkerbeen de jarretière en omgehangen de orde : en Z. Exc. heeft Z. Maj . van Groot-Britannie over de eer , hem aangedaan bij de presentatie van de voorschr . orde van de jarretière , beleefdelijk bedankt , en van gelijke ook de voorschr. Hee ren WINWOOD en Roi d'armes voor hare moeiten. En we derom gezeten zijnde , heeft de Roi d'armes geproponeerd het navolgende." Hier volgt de uitroeping van MAURITS als Ridder , te le zen in a. w. bl. 348 . » Daarop de trommeters wederom hebben geblazen en de muskettiers geschoten en is ook gelost het grof geschut. In de stilte hebben H. H. Mog . bij monde van den Heer Advocaat van Holland de Heer VAN OLDENBARNEVELD (1) (1) Echter was de Heer SCHEEL uit Overijssel alstoen president der vergadering. Maar OLDENBARNEVELD's bekwaamheid in ' t spreken deed hem gewoonlijk , ofschoon tegen de orde , het woord voeren. Men zie nog een voorbeeld bov. bl. 139. Vgl. CARLET , II , 41 , 298. AANTEEKENINGEN 317 254-256. reverentelijk met alle beleefde complimenten Z. Kon. Maj . van Groot-Britannie bedankt voor alle de voorgaande ont vangen groote weldaden , faveuren en liberaliteiten , en van dat dezelve , in zijne Kon . affectie continuerende , de Vereen. Provincien in den persoon van Z. Exc. deze eer en pre sentatie van de voorschr. Orde van de Jarretière nog had geliefd aan te doen ; verklarende , dat H. H. Mog. hun ook daarvoor ten hoogste aan Z. Maj . hielden verobligeerd , en dat dezelven niet zullen laten alles behoorlijk te erken nen voor den dienst van Z. Maj . mitsgaders van de ge meene zaak der Christenheid , voor zoo veel dat met den welstand van deze landen eenigzins zal kunnen geschieden. Hierna heeft UITENBOGAART aangevangen eene korte ver maning en dankzegging te doen : dewelke geeindigd we zende , hebben de trommeters wederom geblazen en de muskettiers geschoten , gelijk mede het grof geschut. En zijn de Heeren respectief daarna wederom geconvoyeerd , gelijk dezelve naar de vergadering gebracht waren en is alzoo deze actie wel geëindigd en de vergadering geschei den . En alzoo Z. Exc. H. H. Mog. en den Raad van State ten bankette had Z. Exc. daarin beliefd ." doen nooden , hebben dezelven Over de wijs , waarop de huldiging te Londen heeft plaats gehad , leze men het a. w. bl. 349 : welk verhaal een woordelijk uittreksel is uit eenen brief van onzen Ambassa deur CARON aan de Staten Generaal , te lezen in het Dep. boek St. Gen. Verkeerdelijk schrijft VAN HEUSDE , Vit. Guil. Lud. Nass. , p. 135 , 259 , uit DUCHESNE , Hist. d'Angl. dat bij deze gelegenheid MAURITS door Graaf WILLEM is ver tegenwoordigd geworden. Dit is geschied door eenen broeder van Graaf WILLEM . (255) BRANDT , II , 246. (256) Over het hier gemelde nopens FRANÇOIS VAN AERS SEN , zoon van den Griffier der Staten Generaal (1) en (1) Res. Raad v. St. , 13 November 1603. « De Klerk HARMAN VAN DULMEN wordt belast met een mes uit te schrabben de letter D , die in twee acten van de Staten Generaal , die hier te zegelen ge bracht zijn , gesteld zijn vóór den naam van AERSSEN , namelijk Doct. 318 AANTEEKENINGEN 256 . sedert 1598 hun Gezant in Frankrijk , vinden wij de vol Nadat hij eenige gende berichten in de Res. St. Gen. maanden alhier met verlof geweest was , werd op den 2den October 1613 besloten hem den volgenden dag ter ver gadering te ontbieden om hem aan te zeggen , dat hij zich gereed moest maken om weder naar Frankrijk te vertrek ken , dewijl de dienst van ' t land zulks vereischte . Deze aanzegging hem op den 3den October gedaan zijnde , nam hij aan het goedvinden der Staten op te volgen : dan daar zijn dienst reeds met Mei 1614 verstrijken zou , opperde hij eenige bezwaren wegens de kortheid des tijds , dien hij nog dienen zou , en verklaarde voorts » ook te verhopen de meening van H. H. M. te wezen , dat hij hem in zijnen dienst , adviezen en correspondentien zal employeren met dezelve vrijmoedigheid , gelijk hij tot nog toe in aller ge trouwigheid naar zijn uiterste vermogen gedaan heeft , zonder aan te zien dank of ondank in Frankrijk en elders van eenige personen , dewijl dat anders en zonder zulke liber teit zijne residentie in Frankrijk ijdel zoude vallen en tot vergeefsche kosten : hetwelk hij daarom moveert , omdat H. H. M. alsnog indachtig zijn de contreminen , die tegen zijnen persoon vóór dezen zijn gebruikt , die nog gedreven en gecontinueerd worden , volgende ' t gene dat hem daar van uit Frankrijk geadviseerd wordt , dewelke hij hem niet ontziet , als hij maar den dienst van ' t land mag uitbrengen Hierop werd hem door de Staten geant woord , » dat H. H. M. vindende van consideratie en rede lijk zijn voorgeven , rakende de kortheid des tijds van zijne en vorderen." continuatie , daarop vóór zijn vertrek zullen resolveren ; dat H. H. M. voorts zeer aangenaam hebben zijnen dienst , adviezen en correspondentien , die hij tot nog toe in zijne ambassade heeft gedaan , geadverteerd en gehouden , en be FRANÇOIS AERSSEN , Agent in Frankrijk , terwijl men houdt , dat zijn naam is AERSSEN en niet VAN AERSSEN , ' t welk men zegt te wezen de naam van edel geslacht in deze landen. " Intusschen is het opmerkelijk , dat de vader zich steeds Aerssen teekende , en de zoon in de Res. St. Gen. steeds voorkomt onder den naam van van Aerssen. AANTEEKENINGEN 256. 319 geeren , dat hij daarin zal continueren zonder schouw of aanzien van iemand , gelijk hij dus lang heeft gedaan , en H. H. M. hem toevertrouwen." In een tevens overgeleverd geschrift drong hij onder anderen nog nader aan , om in zijnen dienst , adviezen en correspondentien met dezelfde vrijmoedigheid , in weerwil van allen ondank , te mogen voortgaan : >> want als de secreten somwijlen vóór den tijd ontdekt en daardoor de schadelijke desseins belet worden , zoo kan zonder bedekte ongenade niet wezen degeen , die daarvan de oorzaak is , gelijk hij de handeling met Spanje op de reciproque huwelijken eerst heeft ontdekt en aan de Prinsen van den bloede te kennen gegeven , om die te doen breken , hadde ' t mogelijk geweest , alzoo hij altijd voor regel heeft gehouden , qu'on s'éloigne de l'amitié de cet État à mesure qu'on s'approche de celle d'Espagne." In deze beide vergaderingen was OLDENBARNEVELD niet tegenwoordig geweest. Maar in die van den 10den October was hij aanwezig , waarin AERSSEN liet verzoeken een besluit op de door hem vertoonde punten . Dan het besluit werd uitgesteld , mits de absentie van de Gedeputeerden uit Hol land , die present waren geweest , toen hem was aangezegd , dat hij zich moest prepareren tot zijn vertrek naar Frankrijk. Op den 23sten October vertoonde de Heer MAGNUS , toen presiderende , dat vóór eenige dagen alle de overige Provin→ cien verstaan hadden , dan men den diensttijd van AERSSEN nog voor een jaar van Mei naastkomende af verlengen zoude , maar dat Holland verzocht had deze zaak nog voor drie of vier dagen in bedenken te houden , en vroeg dus , daar die dagen nu verstreken waren , dat die van Holland zich verklaren wilden. Deze antwoordeden , » dat zij de reize en continuatie van den Ambassadeur AERSSEN vinden van zulke consideratie voor den staat van ' t land en den persoon deszelfs AERSSEN , dat H. Ed . daarop begeeren te letten voor eenige dagen , dewijl ook dat de vergadering van de Heeren Staten van Holland is aanstaande. ” Op den 29sten October deed AERSSEN zekere remonstrantie op de contreminen , die tegen zijn persoon en bediening onder de hand beleid en gedreven werden. } 320 AANTEEKENINGEN 256. Op den 2den November werd de zaak weder ter tafel gebracht , maar bleef zij zonder besluit , · omdat die van Holland haar eerst in hunne Staten brengen wilden. 7 November. » De Heer AYLVA , alzoo hij heeft te ver trekken naar Vriesland en van meening is aldaar te refe reren , wat in deze vergadering met gemeene eenstemmig heid is geresolveerd op het vertrek van den Ambassadeur AERSSEN voor den dienst van de Generaliteit naar Frankrijk en de continuatie van zijne bediening , > daarin hij hem tot nog toe getrouwelijk en met contentement van de Gene raliteit heeft gekweten ; zoo verzoekt en verstaat hij AYLVA , dat de voorschr. resolutie haar effect zal sorteren , gelijk dat in eene wel gestabilieerde regering van eene souvereine Republiek behoort , dewelke , aangaande hare Oficieren , als Ambassadeurs , Agenten of anderen , van uitheemsche Ko ningen en Prinsen geene wet heeft te ontvangen op hare aangenaamheid of onaangenaamheid , dewijl zulke Officieren niet hebben te betreden of te bekleeden den dienst van daar zij gezonden worden , maar den dienst van deze landen , tement ontvangen de Heeren , van dewelke zij hare commissie en trac en aan dewelke zij eed doen van ge trouwigheid : begeerende , dat deze verklaring te boek worde gesteld en hem extract daarvan worde gegeven : verklarende voorts , dat hij zeer wel gelet en acht genomen heeft op de remonstrantie , die bij den voorschr. Ambassadeur AERS SEN voor de H. en M. Heeren Staten Generaal en den Raad van State is gedaan , en dat dezelve is geschied met zeer groote modestie , respect en eerbieding , zonder dat hij in 't minste gehoord of verstaan heeft , dat hij onwaardelijk of verachtelijk gesproken heeft van de Raden of andere Officieren van den Koning of Koningin van Frankrijk , zelfs ook niet van den Heer DU MAURIER , des welkers persoon hij meer eerlijk heeft geëxcuseerd als geaccuseerd. Mag lijden , dat den voorschr. Ambassadeur AERSSEN , indien hij zulks verzoekt , acte worde gegeven. (Was onderteekend . ) AYLVA ." Op den 12den November leverde AERSSEN ter begeerte der Staten bij geschrifte de remonstrantie over , die hij AANTEEKENINGEN den 29sten October 256. ter vergadering gedaan had. 321 In dit uitgebreide en belangrijke geschrift verdedigt hij zijne han delingen als gezant uitvoerig. Hij beklaagt zich over de contreminen , die onder pretext van eenen particulieren brief uit het Hof van Frankrijk , hier te lande jegens zijnen persoon beleid worden , zonder juist te weten , wie of waarvan men hem beschuldigde. Op het verlof der Staten was hij na zeven jaren afwezigheid hier gekomen , na , bij het nemen van zijn afscheid , door het gantsche Hof van Frankrijk zoo beleefdelijk te zijn bejegend geweest , dat hij geen het minste vermoeden had , dat er iets tegen hem gebrouwen wierd , terwijl zelfs H. Majen bij heslotene brieven aan de Staten zoo loffelijke getuigenis van zijnen persoon en diensten gegeven hadden , dat hij in de lecture beschaamd wierd . Maar hier te lande komende had hij bemerkt , dat men hem te laste legde finaal afscheid van het Hof genomen , daartoe een present ontvangen en alzoo zijnen dienst verlaten te hebben. Dit een en ander ont kent en wederlegt hij voorts met bondige redenen , en betoogt verder , dat die particuliere brief , die eerst na zijne komst hier te lande geschreven was , niets kan of mag afdoen tegen de publieke brieven van het Hof ten voordeele geschreven . Die particuliere brief hield in , zonder bijgevoegde redenen , dat hij onaangenaam ten Hove was , en dat , indien de Staten hem wilden terug zenden , de Koningin zulks beletten zou. Het schijnt , dat zijnen hij voor den schrijver van dien brief den Heer DE REFUGE hield , die alhier nog kort te voren Fransch gezant ge weest was : want deze was tegen hem ingenomen en hij verklaarde ook te weten , dat de Secretaris der Fransche ambassade DU MAURIER , die nu de zaken van het gezant schap waarnam , op het vernemen dat hij , AERSSEN , zou worden teruggezonden , in spoed eenen brief naar Frankrijk geschreven had , opdat zulks bij brieven van H. Majen belet Vervolgens verdedigt hij zich bondig tegen hetgeen hem heimelijk werd te laste gelegd , als of hij in Frankrijk partijschap voedde ; als of hij in de jaren 1605 en 1606 bij zijne reizen naar herwaart den overleden Ko III 21 zou worden. 322 AANTEEKENINGEN 256. ning HENDRIK IV geïnduceerd zoude hebben de souveraini teit dezer landen te eischen ; als of hij sedert den dood van Koning HENDRIK van conduite veranderd was en het te genwoordige bewind in een kwaad gerucht bij de Staten zocht te brengen . Van dit laatste erkende hij dat iets aan was , omdat hij bemerkte , dat het Fransche Hof sterk naar Spanje trok en hij ook wist , dat de Heer DE REFUGE hier gezonden geweest was , om de toelating van den Room schen godsdienst hier te lande te bewerken : hij had ge meend de Staten tot ' s lands dienst hiertegen te moeten waarschuwen . Dan op denzelfden dag leverde AERSSEN nog eene andere remonstrantie over , waarbij hij verzocht , het land ten beste, van zijne ambassade verlaten te worden. Er werd besloten van beide de remonstrantien copien te maken voor alle de Provincien terwijl OLDENBARNEVELD , die eerst na de pre sentatie dier remonstrantien in de vergadering gekomen was , voorstelde er DU MAURIER van te verwittigen , indien deze zou begeeren gehoord te worden . bedenken gehouden. Dan dit werd nog in Op den 14den November liet DU MAURIER door OLDEN Dit werd BARNEVELD gehoor ter vergadering verzoeken. tegen den volgenden dag toegestaan op de verklaring van OLDENBARNEVELD , dat hij hem met moeite nog dien dag had opgehouden. Dit gehoor dan had op den 15den No Met hooge woorden beschuldigde hij AERS SEN , als of deze in zijn voorgaand vertoog irreverentelijk van het Fransche Hof , van de Ministers en van hem , DU MAURIER , gesproken had : » gebruikende de voorschr. Heer DU MAURIER hierin zulke extraordinaris hevigheid , vember plaats. dat hij zeide , al was hij stom geweest of nooit had ge sproken , dat hij op het gehoor van de voorschr . actie van den onlangs gewezen Ambassadeur AERSSEN sprekende zoude Voorts hield hij nog staande , dat hebben geworden." AERSSEN , uit Frankrijk vertrekkende , zijn finaal afscheid had genomen en daartoe het present ontvangen ; dat de eerste Secretaris des Konings aan hem , DU MAURIER , had geschreven , dat AERSSEN ten Hove onaangenaam was en AANTEEKENINGEN 256. diende vervangen te worden ; dat hij , AERSSEN • niet te prejudiciëren , 323 DU MAURIER , om dien brief alleenlijk aan Z. Exc. met nog vier andere personen van den Staat had gecommuniceerd , opdat er in zou worden voorzien zonder éclat , maar dat hij , ziende de inclinatie der Provincien om AERSSEN weder naar Frankrijk te zenden , daarvan advies had gegeven en nu eenen brief van de Koningin aan de Staten ontvangen , (dien hij presenteerde , ) met last om op het vervangen van AERSSEN , wegens zijne onaan genaamheid , bij de Staten aan te dringen. Hem werd verzocht zijne propositie bij geschrift over te geven. Op den 28sten November werd er op de beide remon strantien van AERSSEN gedelibereerd , maar zonder eindelijk besluit. Den 6den December werd hij binnen ontboden en verzocht zijne ware meening te willen zeggen met zijne beide re monstrantien , dewijl zij verscheidentlijk uitgelegd werden. Hij verklaarde daarmede zijn ontslag bedoeld te hebben , en zijne eerste remonstrantie ter voorkoming van verdere onaangenaamheid niet publiek te hebben gemaakt noch te zullen maken , ja zelfs zijne minuut te willen verbranden. Men sprak nader over de zaak , zonder besluit. Op den 11den en 13den December werd de zaak op het ernstig aanhouden van AERSSEN in nadere overweging ge nomen. Gelderland , Holland en Overijssel wilden hem een eerlijk afscheid gegeven en door een ander vervangen heb Zeeland verlangde , dat hij niet ontslagen , maar ben. weder als Ambassadeur naar Frankrijk gezonden zou wor den. Groningen voegde zich bij de eerstgenoemde Provin cien , maar wenschte tevens , dat hij in eene andere be- 、 trekking geplaatst wierd , om alzoo te toonen , dat zijn dienst den Staten aangenaam geweest was. Vriesland was niet vertegenwoordigd (1) . Uit den brief der Staten van Zeeland van den 21sten No vember aan hunne Gedeputeerden ter Staten Generaal no (1) Verkeerdelijk zegt VAN WYN , Bijv. op Wag. , 10 St. , bl. 98 , dat Vriesland zich ongelast verklaarde. 21* 324 AANTEEKENINGEN 256. pens deze zaak geschreven , blijkt het , dat zij zeer bevreesd waren voor het groote gezag van Holland op de Genera liteit , en dat zij oordeelden , dat AERSSEN dat kwaad ook van die zijde aankwam . Zij klagen toch over de onbehoor lijke proceduren , die in deze zaak worden voorgenomen tegen de resolutie bij het meerendeel van de Provincien hierop genomen , die verstaan hebben , dat de Heer AERSSEN in zijne commissie metteneerste zoude hebben te vertrekken , im mers , gelijk bij allen goedgevonden is , tot Mei komende : en zij noemen de voorz. menées daarom mede te suspecter , omdat die van zulke hand beleid worden , als waarmede men alle de autoriteit van het land schijnt te willen brengen aan ééne Provincie alleen , en daarbij alle de andere te ontnemen de behoorlijke en noodige correspondentien en vervolgens de kennis van de importantste materien , concernerende den staat van ' t gemeene land , zonderling in deze bezwaarlijke con juncture van tijd. Zie Res. Zeel. Op den 23sten January 1614 kwam er ter Staten Generaal een brief in van de Gecomm. Staten van Vriesland , aan dringende , dat de resolutie van den 7den November (boven vermeld) zou worden achtervolgd. Men besloot te ant woorden , dat de zaken sedert dien tijd zeer veranderd waren , en men dus verlangde , dat de Gedeputeerden van Vriesland spoedig ter vergadering zouden komen , om er op te resolveren. Op den 31sten January werd deze zaak in overweging genomen. Die van Gelderland , Holland , Utrecht en Over ijssel adviseerden voor een eerlijk afscheid van AERSSEN. Zeeland wilde hem weder naar Frankrijk gezonden hebben. Vriesland verklaarde geenen naderen last te hebben ont vangen , dan die in den bovengem . brief vervat was ; doch wegens de verandering en het verloop der zaak naderen last te verwachten. Groningen had gaarne gezien , dat AERSSEN Volgens voorgaande resolutien teruggezonden was ; dan wegens het verloop der zaak adviseerde ook zij voor een eerlijk afscheid . In dit verschil van stemmen maakte de President , de Heer PIECK uit Gelderland , zwarigheid een besluit op te maken , ofschoon Holland meende , dat 256. 325 in deze zaak de meerderheid beslissen kon. Doch eindelijk AANTEEKENINGEN werd op Hollands voorslag met de meeste stemmen goed gevonden het advies van MAURITS en den Raad van State in te nemen . 1 February 1614. » Is Z. Éxc . en den Heeren Raden van State summierlijk voorgedragen ' t geen gisteren ter vergadering is gepasseerd , en de verscheidenheid van de opinien , gevallen in de zaak van den Heer AERSSEN en de bezending te doen naar Frankrijk , en verzocht derzelver advies , wat in de voorz . zaken te doen stond tot meesten dienst van den lande . Waarop Z. Exc . en de Heeren van den Raad begeerende , dat de Gedeputeerden van de Pro vincien wilden openen en verhalen hare voorgeroerde opi nien met de redenen tot dezelve dienende , is zulks bij allen gedaan , en hebben de Heeren van Holland gedebat teerd de opinien en verklaringen van Zeeland , Vriesland en Groningen met de Ommelanden. Welke opinien van de Provincien gehoord en Z. Exc. advies gevraagd zijnde , heeft verklaard , dat zijns oordeels hoog noodig is , dat er metteneerste naar Frankrijk worde gezonden , om te ver volgen de betaling van de verschenen subsidien en de con tinuatie van het onderhoud van de regimenten : daartoe gedespicieerd zal moeten worden een ander persoon om ge bruikt te worden in plaats van den Heer AERSSEN , alzoo hij geenen dienst in Frankrijk zoude kunnen doen , heb bende Z. Exc . gezien verscheidene brieven , geschreven in Frankrijk , daarbij geadviseerd wordt , dat , indien hij we dergezonden wierd , hem en den lande een affront zoude worden gedaan , ' t welk men behoort voor te komen : vin dende zeer dienstig , dat een extraordinaris Ambassadeur worde gezonden , gelijk voorgeslagen is , diens komst der Koningin-Regente zeer aangenaam zal wezen bij deze gele genheid en dewijl in Frankrijk verscheidene differenten en misverstanden tusschen de Koningin en eenige Grooten zijn , derwelker sommigen hen van het Hof hebben geabsenteerd ; als H. Maj . door den voorz. Ambassadeur zal verzekerd worden van de goede affectie van dezen Staat ten dienste van den Koning en H. Maj . Zooveel den Heer AERSSEN 326 AANTEEKENINGEN 256. aangaat , vindt goed , dat in erkentenis van zijne diensten op zijn employ worde gelet. De Heeren Raden van State adviserende zeggen , dat het noodig is , dat hoe eer hoe liever naar Frankrijk worde gezonden ; en alzoo de Heer AERSSEN heeft verklaard , dat hij geenen dienst in Frankrijk kan doen en afscheid van de Heeren Staten Generaal heeft verzocht , dat H. H. Mog. eenen anderen despiciëren , die daar als ordinaris of extraordinaris Ambassadeur gebruikt mag worden , - zonder dat de voorziening op het employ van den Heer AERSSEN de zaak ten principale behoort te retarderen , maar gelaten te worden ter dispositie van de Heeren Staten Generaal." Hierop werd er weder omvraag gedaan. Die van Gel derland , behalven de Heer VAN BRIENEN , (die oordeelde , dat volgens zijnen last eenstemmigheid ten dezen vereischt werd ,) vereenigden zich met MAURITS advies. Zoo ook Holland, Utrecht en Overijssel. Die van Zeeland zouden er aan hunne principalen nader over schrijven. De Gedepu teerde van Vriesland wilde , dat de Staten Generaal er aan zijne principalen over schrijven , en de resolutie zoo lang uitstellen zouden. Die van Groningen verlangde eenigheid en zou zich met de voorstemmende Provincien vereenigen , indien deze onder elkander in eenigheid zijn zouden . Nu werd op nieuw MAURITS en des Raads advies gevraagd , die verklaarden , dat noch de resolutie noch de bezending kon den worden uitgesteld. Na vele redewisselingen , bepaalde lijk om te weten , of er ten dezen met meerderheid van stemmen kon worden beslist , werd MAURITS bij de vijf Provincien verzocht te willen voorslaan , wie tot gewoon en tot buitengewoon Ambassadeur zou worden gebruikt. Tot gewoon Ambassadeur sloeg hij voor den Heer VAN LANGE RAK , en tot buitengewoon , om de komst des anderen ´in Frankrijk af te wachten , den Heer VAN DER MYLE. De Raad van State vond dien voorslag goed , gelijk dezelve ook door de vijf Provincien werd aangenomen , terwijl Zee land zich ongelast verklaarde , maar er over schrijven zou , en Vriesland beweerde , dat er ten dezen geene overstem ming viel. AANTEEKENINGEN 256-259. 327 Op den 3den February viel dan ook , in weerwil van Zeeland , Vriesland en de Heer VAN BRIENEN uit Gelderland , die daartegen aanteekening lieten doen , het besluit over eenkomstig MAURITS advies : en werd dit besluit terstond medegedeeld aan de Heeren VAN DER MYLE en LANGERAK , die hunne benoemingen aannamen . (257) Zie bov. bl . 86. (258) Dit getal van 10000 man heeft BAUDART , VI , 41 en Lev. van Maur. , bl . 353. WAG . , X , 74 spreekt van 20000 man , hetgeen onwaarschijnlijk is . (259) Res. St. Gen. , 10 Mei 1614. » Is in de vergade ring gecompareerd Z. Exc. en de Heeren Raden van State ; en heeft Z. Exc . vertoond eenen brief van den Luitenant Colonel PITHAN , commanderende op ' t kasteel van Gulik van date den 5den dezes , daarbij geadverteerd wordt , dat hij , beduchtende dat de misverstanden , die onder de com pagnien van de respective Vorsten , dewelke daarbinnen lig gen , dagelijks toenemende , zoo hoog zouden loopen , dat de eene op de andere , eenig voordeel zoude zoeken te doen , en de zaken aldaar zoo ver waren gekomen , dat hij lich telijk zoude hebben om lijf en eere kunnen worden ge bracht , en het kasteel , 't welk hem van beide possiderende Vorsten bevolen was , in ' t geweld van éénen alleen , hij ten voorz. dage des morgens daarbinnen gebracht heeft nog 100 man uit het garnizoen van Meurs door de veldpoort onder het beleid van den Overste SWICHEL en de Capitei nen HANECOOT en BOOм , om dewelken in te laten de com pagnie van den Heere Paltsgraaf van der Nieuwburg had difficulteit gemaakt en haar daartegen geopposeerd en daar onder geschoten , zulks dat er drie dood gebleven en zes of acht gekwetst waren ; maar ingekomen zijnde , was de zaak geappaiseerd en orde op de wachten en logering ge steld : verzocht , dat Z. Exc. ' t zelve den Heeren Staten zoude voordragen , en dat het tot geene andere intentie is geschied dan om hem te beter te verzekeren van de voorz. hem aanbevolen plaats tot dienst van beide Heeren en den genen , die gerechtig successor zal verklaard worden . ―― Z. Exc. verklaarde aan den voorgen . PITHAN patenten ge 328 AANTEEKENINGEN zonden te hebben , om 259 . 100 mannen uit Meurs en 200 uit Nijmegen tot verzekering van de voorz. plaats te trekken , alzoo hij ernstelijk aangehouden had om van den dienst verlaten te worden , ziende de onzekerheid , daarin hij dage lijks verseerde. De voorz. zaak in deliberatie gelegd zijnde , is bij Z. Exc. en Raad van State geadviseerd en dienvol gende geresolveerd , dat men de voorz. plaats tot dienst van de voorz. Vorsten zal verzekeren en overzulks nog daarbinnen schikken 200 mannen onder hare Officieren zon der vendelen , en de Vorsten adviseren van de oprechte intentie van de voorz . handeling en verzoeken , dat zij onder pretext van dies niet willen remueren noch eenige dade lijkheden aanvangen , daardoor de rust geturbeerd zoude mogen worden tot hare , der landen van Gulik , Cleve etc. en der nageburen schade en prejudicie , en zoo alreede bij iemand van henl. iets is geattenteerd , dat zijl. 't zelve wil len repareren . - Maar de Heer LENNEP van wege de Pro vincie van Gelderland verklaart geenen last te hebben te con senteren , dat eenig krijgsvolk naar Gulik of vreemde Hee ren landen gezonden worde ; dan dat hij de meening van de andere Provincien als ook het advies van Z. Exc. en des Raads van State aan de landschap van Gelderland zal rap porteren." Op den 29sten Mei werd op voorslag van MAURITS en van den Raad van State besloten , dat er aan de beide possiderende Vorsten eene bijeenkomst te Wesel tegen den 10den Juny zou worden voorgesteld , om onder de bemid deling der Staten de geschillen bij te leggen . Op den 7den Juny hebben de Staten daartoe Gecommitteerden be noemd , die twee dagen daarna naar Wesel vertrokken zijn . 16 July. >> Z. Exc. en de Raad van State zijn ter vergadering gecompareerd , en heeft Z. Exc. vertoond de groote lichtingen van ruiteren en knechten , die de Aarts hertogen met groote diligentie in alle quartieren zijn doende, mitsgaders de groote preparaten , die zij voorts maken om tegen het einde van deze maand hen te velde te begeven , en (gelijk men zegt) naar Gulik te marcheren. En alzoo die kwalijk van volk en andere behoeften is voorzien , AANTEEKENINGEN 259. 329 heeft geproponeerd , of de meening van H. H. Mog. niet is , dat men de voorz. stad Gulik met genoegzaam volk van oorlog zal bezetten en van alle behoeften , noodig om een beleg te sustineren , voorzien : verklarende voor zijn advies , dat hij noodig vindt voor den dienst van den lande , dat de frontiersteden en plaatsen met soldaten wor den versterkt en voorts behoorlijk geprovideerd voor de verzekering van dezelven , maar voornamelijk met alle doen lijke diligentie de stad Gulik , voor de conservatie van de welke voor de possiderende Vorsten H. H. Mog. zoo groote kosten hebben aangewend. Daarmede dat de Raad van State haar hebben geconformeerd , mits dat orde zal worden gesteld , dat het volk , naar Gulik te zenden , geene offensie noch foulen doen in ' t marcheren noch in garnizoen we zende , ten ware dat men van de andere zijde eerst hadde begonnen." Met dezen voorslag hebben alle de Provincien zich ver eenigd , uitgenomen Gelderland , die zich ongelast verklaarde , maar om last zou schrijven . 22 Augustus. >> Is Z. Exc. met den Raad van State ter vergadering gecompareerd , verklarende dat zij hadden gevi siteerd en geëxamineerd de propositien , die H. H. Mog. hun in handen hadden doen stellen , te weten , van den Am bassadeur des Konings van Frankrijk , item - van den extraordinaris Ambassadeur des Konings van Groot-Britan nie , en van den gezant van den Keurvorst van Keulen , met de stukken daarbij gevoegd ; en goedgevonden , alvoren daarop te formeren advies , H. H. Mog. aan te dienen , dat hun bedunkt , dat men eerst zoude behooren te komen in communicatie met de voorz . Heeren Gezanten , te we ten , met elken apart , om van dezelven te verstaan hare meening en intentie , (terwijl zij t' samen instantie doen tot ontruiming van de stad en het kasteel van Gulik van het garnizoen van H. H. Mog. en dezelve plaats te stellen in neutrale handen , ) wat bezetting men daarna daarbinnen zal leggen , en van wat natie : wat Luitenant Generaal dat men zal stellen om daarin te commanderen : op wat con ditien dat men de ontruiming zal mogen doen tot verzeke 330 AANTEEKENINGEN 259. ring van de partijen geinteresseerden en voor de conservatie van derzelver gerechtigheid , en dat den nageburen daaruit geene schade zal geschieden : en wat verzekering dat zij hebben , dat gedurende de voorgeslagen handeling van accom modatie het leger van de Aartshertogen niet zal marcheren , maar blijven op zijnen bodem , zonder iets te entrepreneren of eenige dadelijkheid te plegen ; en dat men deze besogne eerst zal aanvangen met de Gezanten van de Koningen , dewelke Gulik hebben helpen veroveren en de Prinsen in possessie stellen , - om dat gedaan en derzelver antwoord en intentie gehoord , daarop voorts geadviseerd te worden naar vereisch der zaken. Na deliberatie hebben H. H. Mog. hun daarmede geconformeerd ." Enz. Op den 27sten Augustus werd besloten , dat men de com pagnien , gedestineerd om in geval van nood te velde te gebruiken , zal brengen op de naaste frontieren van deze landen. 30 Augustus. » Is ―― Z. Exc. met den Raad van State ter vergadering gecompareerd ; en geproponeerd , (nademaal met gemeen advies goedgevonden en geresolveerd is , om te voorzien tegen alle occurrentien voor de verzekering van den staat van ' t land , dewijl van alle oorden advertentien komen , dat de Marquis SPINOLA met het leger op de been is en voorheeft te marcheren naar den Rhijn en dezelve rivier te passeren , om zeker groot exploit te executeren tot dezer landen prejudicie en nadeel , daartoe dat alreede een groot deel van de brug is gemaakt en gelegd , dat men het volk van oorlog van deze landen , daartoe gedestineerd , bij den anderen zal brengen op de uiterste frontieren , om dat daarna te velde te trekken , de zaken dat vereischende : en dat Z. Exc. instantie is doende , ten einde de compa gnien ruiteren bij tijds orde gegeven zoude worden met middel om bidets aan te nemen , alzoo Z. Exc. verklaart , dat zonder bidets de ruiteren bekwamelijk met vrucht , dienst en reputatie niet kunnen te velde komen noch gebruikt worden , gelijk de experientie in de voorgaande oorloge ge leerd heeft :) of men in het aannemen van de voorz. bidets zal consenteren en alle voordere noodige gereedschap tot AANTEEKENINGEN 259 . 331 een leger — doen maken . Hierop Z. Exc. advies mits gaders van den Raad van State gehoord en met alle con sideratie gelet zijnde , is met gemeen advies verstaan en geresolveerd , al is ' t zoo dat er vele redenen en con sideratien dienen om deze lichting van de bidets nog te retarderen , dat men nochtans de inclinatie tot het consent van deze lichting zal laten prevaleren en hem van dezer zijde ook namelijk (1) disponeren en prepareren tot tegen weer , ten aanzien dat de voorz. Marquis SPINOLA ZOO sterk alreede te velde is , en de roep gaat conform van ver scheidene andere adviezen van goeder hand , dat hij een groot dessein voorhanden heeft , om met geweld te resta biliëren de vervallen autoriteit van het Huis van Oostenrijk : en overzulks aan Z. Exc. stellen en remitteren , gelijk ge daan wordt mits dezen , om de lichting van de bidets te doen effectueren met de beste orde , menage en minste kosten naar vereisch der zaken en adviezen. Is goedge vonden , dat men voor alsnog zal ophouden met het aan nemen van wagens , trekpaarden en anderszins . En alzoo de aanneming van de bidets niet kan geschieden zonder extraordinaris kosten , en dat de staat van oorlog daartoe niet is belast bij eenige posten , is geaccordeerd , dat de Raad van State daartoe promptelijk - over de Provincien extraordinarie zullen mogen omslaan de som van f 100000 eens." Enz. 3 September. » Is geadviseerd op de Gedeputeerden , die men Z. Exc. in deze voorgenomen expeditie zal bijvoegen , om hem te accompagneren , mitsgaders op de instructie , die men denzelven Gedeputeerden daartoe zal geven. En na deliberatie met gemeen advies verstaan en geresolveerd , dat men vooreerst zal committeren ten fine voorz. uit elke Provincie één , als namelijk de vier Heeren , die gecommit teerd zijn geweest tot de handeling aangevangen tot Wesel , te weten , de Heeren GOCH uit Gelderland , BASS uit Hol land , JOACHIMI uit Zeeland , en HAERSCHOLTE uit Overijssel , één uit Utrecht , één uit Vriesland en één uit de Provincie (1) Misschien mannelijk. 332 AANTEEKENINGEN 259–261 . van Stad Groningen en Ommelanden , volkomelijk gelast en geautoriseerd , om met Z. Exc. en den Welgeb. Heer Graaf WILLEM , Stadhouder etc. zonder ruggespraak te mogen re solveren en doen effectueren naar de gelegenheid en ver eisch der voorvallende zaken , gelijk zij voor den meesten dienst , welstand en verzekerdheid van den staat dezer lan den , mitsgaders van de naburen zullen bevinden te behooren." (260) Men zie UITENBOGAARTS uitvoerige verdediging daartegen in zijn Lev . , bl . 163 -- 169. Hij zou aan die van Wesel eenen brief gezonden hebben met het bericht , dat de Staten Generaal geen paard zouden zadelen om de stad te hulp te komen . En aan OLDENBARNEVELD zijn bij zijn verhoor op den 24sten November 1618 verscheidene vragen gedaan , van art. 153 tot art. 165 , in de veron derstelling , dat hij tegen het behoud van Wesel was en het spoedig te velde brengen van het leger verhinderd heeft. Maar op alle deze vragen heeft hij zich ontschul digd. (261 ) Brief van MAURITS aan de Staten Generaal. >> Welgeborene Enz. Alzoo wij gewisse tijding hadden >> ontvangen , dat de Marquis SPINOLA van meening was >> binnen Emmerik garnizoen te zenden , hebben wij ons >> ZOO zeer geavanceerd , dat wij gisteren morgen vroeg >> alhier voor Emmerik zijn gearriveerd : en hebben dadelijk >> goedgevonden den Magistraat der stad Emmerik te ver >> wittigen , dat zij eenigen van onze compagnien binnen » haarl. stede zouden innemen . 'Waarop gevolgd is , dat » zij na eenige weigering aangenomen hebben tot de nom >> bre van 800 soldaten in te nemen , waarvan eenigen >> algereeds daarbinnen getrokken zijn. Na de verovering >> van Wesel is de Marquis SPINOLA nog aldaar stil blijven >> liggen: dan Graaf HENDRIK VAN DEN BERG is met vijf >> compagnien van cavallerie en 1000 man te voet van den >> Hertog van Nieuwburg gemarcheerd naar Heynsberg , die >> hen goedwillig ingenomen hebben : en is van meening , » zoo wij verstaan , zijnen weg vorders te nemen naar » Sittart. In ' t leger bij Emmerik den 8sten Septem >> ber 1614. M. D. N. " AANTEEKENINGEN 261 . 333 Brief als voren. » Welgeborene Enz. Eergisteren , nadat wij met de stad » Emmerik in accoord waren gekomen en dezelve met >> garnizoen voorzien hadden , zijn eenige gezanten van de >> stad Rees bij ons aldaar aangekomen , ons verzoekende , >> wij wilden . hare stad en inwoneren derzelve neutraal >> houden , zonder henl . met eenig garnizoen te bezwaren . >> Waarop wij henl . beantwoordeden , bij zoo ver de Marquis >> SPINOLA hen genoegzame verzekering van neutraliteit wilde » doen , dat wij gaarne van gelijke doen wilden. Onder >> tusschen wij met hun nog waren sprekende , werden wij >> veradverteerd , dat de Marquis SPINOLA vier ponten vol >> soldaten voor de voorz. stad gezonden had om dezelven >> daarbinnen in garnizoen te leggen ; anders niet wetende , >> dan dat zij dezelven ontvangen zouden hebben : maar om >> trent een uur of twee daarna kwamen ons gewisse tijdin » gen , dat de burgeren der voorz. stede daarop geschoten >> en de inneming derzelver gantschelijk geweigerd hadden , >> alzoo dat zij genoodzaakt waren wederom terug te trek>> ken. Welken volgende wij ' s anderen daags geheel vroeg >> van voor Emmerik zijn opgetrokken en ons leger voor » de voorz . stad Rees hebben geslagen en met dezelve zoo >> veel getracteerd , dat zij van daag garnizoen heeft inge >> nomen. - Naderhand werden wij veradverteerd , dat de >> Marquis SPINOLA de brug , die hij tot Rhijnberk had doen >> maken , nederwaarts naar Wesel heeft doen komen en >> begonnen dezelve aldaar over den Rhijn te leggen . Wij » zullen niet nalaten ons voorts te gedragen , naar dat de >> tijd en gelegenheid van zaken zal vereischen. - In >> ' t leger bij Rees den 11den September 1614. Brief als voren. >> Welgeborene Enz. Gisteren hadden wij M. D. N." eenig volk >> van oorloge zoo te voet als te paard uit dit leger naar >> Calcar gezonden , om dezelve stad met garnizoen te be >> zetten : en onderwege wezende , zijn ons die van den >> Magistraat te gemoet gekomen en hebben op onze be >> geerte het voorz. garnizoen zonder eenige moeite inge » nomen. Wij hadden den Gouverneur van Nijmegen last 334 AANTEEKENINGEN 261–263 . » gegeven eenig garnizoen binnen Goch te brengen , dewelke >> met twee stukken daar aangekomen wezende en eenige >> schoten op de stad gedaan hebbende , dezelve met gar >> nizoen voorzien heeft. - In ' t leger bij Rees den » 13den September 1614. (262) De M. d. n." Gedeputeerden te velde schreven op den >> Des Marquis volk en de onzen mal kanderen ontmoetende , doen tot nog toe tegen elkanderen niet vijandelijks : en laat hem vreemd aanzien , dat twee 9den September. legers , contrarie voornemen hebbende , niet verre van den anderen liggende , malkanderen geene afbreuk doen ." (263) Brief van MAURITS aan de Staten Generaal. Van daag hebben wij dit leger >> Welgeborene Enz. >> doen opbreken en zijn geresolveerd omtrent 4000 mannen >> alhier bij ons te doen blijven en de rest hebben wij in » de naastgelegene plaatsen in garnizoen gezonden om hun >> een weinig te ververschen , en de extraordinaris lasten >> van oorloge doen afdanken . >> eenige Wij zijn van meening nog dagen alhier te continueren , totdat wij mogen >> zien , wat voet de Marquis SPINOLA met zijn volk zal >> willen nemen en waar hij het hoofd zal willen keeren. » Tot Rees den 2den December 1614. M. D. N." Res. St. Gen. , 9 December 1614. >> Zijn gecommitteerd de Heeren GOES en RIPPERDA , om Z. Exc . te verwelle kommen." EINDE VAN HET DERDE DEEL. J en ee EL D