Uploaded by ikleesjebericht

Kemp, Maurits van Nassau, prins van Oranje, Vol 3

advertisement
MAURITS
VAN
ORANJE ,
VAN
PRINS
NASSAU,
IN ZYN LEVEN, WAARDIGHEDEN EN VERDIENSTEN
VOORGESTELD
DOOR
MR.
C.
M.
VAN
DERDE
DER
KEMP.
DEEL.
TE ROTTERDAM , BIJ
VAN DER MEER & VERBRUGGEN.
1843.
0
BIBLIOTHECA
REGLA
KONACENSIS
GEDRUKT BIJ D. J. MENSING , TE ROTTERDAM.
INHOU D.
MAURITS BEDRYF
DEN HANDEL 1 OVER
GEDURENDE
HET TWAALFJARIG
BESTAND .
1606-1609.
Pogingen des vijands tot vredehandel sedert 1598.
Bl. 1 . Gezindheid daartoe hier te lande. Bl. 2.
OLDENBARNEVELD'S geheime pogingen .
Bl. 2 , 97. --Overkomst alhier van WITTENHORST en GEVAERTS . Bl . 3 . Hun voorstel in January 1607. Bl . 5. -- Antwoord der
Staten.
Bl. 5 , 98-102 . - Overkomst van NEYEN in Fe
bruary. Bl . 6. -— MAURITS handelwijze ten dezen. Bl . 6 ,
102 . - Verschil tusschen MAURITS en de Staten over het
bezetten van het Tolhuis. Bl . 7 , 103-107 . ―― Voorstel
van NEYEN.
Bl. 8 , 107-111. - Wapenstilstand gesloten .
Bl. 10 , 111.
MAURITS toestemming. Bl. 10 , 112. —
Bededag uitgeschreven . Bl. 10 , 112-114. - NEVEN'S
onverwachte terugkomst .
ding van den stilstand .
Bl. 11 , 114-119.
Uitbrei
Bl . 12 , 119–121 . — NEVEN'S
Bl . 12 , 121 . -
poging om AERSSEN om te koopen .
Overkomst der Fransche gezanten en hun last . Bl . 13 ,
121. ―――
Hun eerste gesprek met MAURITS en OLDENBAR
NEVELD .
Bl . 14. --- MAURITS afkeer van den Koning
van Engeland.
Bl. 16 , 121.
--- MAURITS lof van ge
matigdheid en onbaatzuchtigheid .
Bl. 17 , 122. - Ko
ning HENDRIK wantrouwt OLDENBARNEVELD , maar is sterk
voor den vrede. Bl. 17 , 122.-. Der Fransche gezanten
IV
INHOUD.
oprechtheid.
Bl. 18. --
Bl . 18. -MAURITS ijver tegen den vrede.
Zijne eenstemmigheid met Graaf WILLEM .
Zijne verzoening met OLDENBARNEVELD .
Bl . 20 , 123 . De Fransche gezanten neigen tot een
bestand . Bl . 20. --- Maatregelen van MAURITS tegen den
vrede. Bl. 20 . - Verzoek van SPINOLA Voor VERREYKEN
Bl. 21. - Voorstel van dezen en be
om hier te komen.
Bl.
19.
Nieuw voorstel van
Bl . 22 , 123. Verdeeldheid tusschen MAURITS
Bl. 24.
+
sluit der Staten .
VERREYKEN .
T
en OLDENBARNEVELD . Bl . 25.
gezanten .
Bl . 27.
Gezindheden der vreemde
Dood van BUZANVAL . Bl. 124. ---
Uitstel aan den vijand verleend . Bl . 28 , 125.
Acte van
ratificatie .
Bl . 28.
Poging tot herstel . der Roomsche
Bl . 28. Beraadslaging over de
godsdienstoefening.
Adviezen over het han
acte van ratificatie . Bl. 29. delen met den vijand . Bl. 126 .
Over de hoedanigheid
van 's vijands Commissarissen. Bl. 31.
De list gebruikt
om SPINOLA onder hen toe te laten . Bl. 31 , 134. Benoeming der Commissarissen en verschil over SPINOLA.
Bl. 32 , 135. Verbond met Frankrijk. Bl. 32.
FL
I
1
E
1
Overkomst der Spaansche gemachtigden : hun gehoor :
benoeming der gemachtigden dezerzijds : en de wijze van
onderhandeling. Bl . 33 , 137-143.
MAURITS handelwijze jegens OENEMA .
Het verhaal van
Bl. 140. Het
-- Verschil
eerste artikel van het verdrag. Bl. 34 , 143. —
MAURITS afkeer
over den Indischen handel . Bl. 34.
van een bestand. Bl. 35.
NEYEN's vertrek naar Spanje.
Bl. 145 . -Bl . 36.
Het inmiddels verhandelde .
MAURITS
Voorstand
van
de
belangen
van
zijn
Bl. 36 , 148-154. — Wapenstilstand verlengd .
154.
ning.
Huis.
Bl . 36 ,
Vordering tot herstel der Roomsche godsdienstoefe
Bl . 38.
De vredehandel afgebroken . Bl . 38 , 156.
Voorstel der gezanten tot een langdurig bestand . Bl . 39 .
MAURITS daartegen . Bl ." 39. De Spaansche gemach
tigden vragen uitstel om nieuwen last. Bl . 39 , 160. --
1
INHOUD.
MAURITS daar sterk tegen. Bl. 40. - Besluit daartoe.
Bl. 40 , 162. ――― MAURITS redenen tegen een bestand.
Bl. 41. - Een geschenk van Koning HENDRIK door OL
DENBARNEVELD aangenomen .
Bl . 43 , 165. Bl. 44 , 166. —
MAURITS tegen een bestand .
Graaf WILLEM . Bl. 44 , 174. -
Brief van
Brief van
Nieuwe brief van MAU
RITS en vertrek der Spaansche gemachtigden . " Bl . 45 ,
177-183 . -- De gezanten drijven door.
Bl. 46 .
JEANNIN
geeft MAURITS in zijn verzet geen ongelijk.
Bl. 47 , 183. 1 De achtergelaten instructie der Spaansche
gemachtigden.
Bl . 47 , 184. - Hevige twist van MAU
RITS met
WINWOOD.
Bl. 48 , 185. -
woord op MAURITS brief.
derantwoord.
Bl.
OLDENBARNEVELD .
JEANNIN'S ant
Bl. 49 , 185. ―――― MAURITS We
50 , 187. - Gevonden brieven tegen
Bl. 51. ― MAURITS klacht over OL
DENBARNEVELD'S aantijgingen .
Bl . 53 , 217.
Geschrif
ten van OLDENBARNEVELD en MAURITS over het bestand.
Gronden voor het vermoeden van OL
Bl . 54 , 218. DENBARNEVELD'S Spaanschgezindheid.
Bl. 54 , 228.
Verlof voor PHILIPS WILLEM van Oranje om hier te komen.
Bl. 56. Verschil tusschen hem en het Huis van Nassau
over het beheer van Breda enz . Bl . 56 , 230. ―――――――― MAU
Schrijft
RITS bezoekt de steden van Holland. Bl . 57. —
aan Koning HENDRIK. Bl. 57 , 232. handel over het bestand toe.
Stemt in den
Bl. 58 , 233.
Poging der gezanten om ook Zeeland tot toestemming
MAURITS en OLDENBAR
te bewegen. Bl . 59 , 235.
NEVELD met elkander verzoend . Bl. 59. - Der gezanten
achting voor den eersten hooger dan voor den anderen .
Bl. 60.
Zeeland geeft toe. Bl . 61 .
F MAURITS vrees
voor een nadeelig bestand . Bl. 61. ――――――― Gemeenschappelijk
Bl. 62 , 244. besluit.
Yver van MAURITS tot afhan
deling.
Bl. 62.
Bemoeiïngen van Koning HENDRIK
ter vermeerdering van MAURITS gezag . Bl . 63. - Be
Bl. 64 , 246. ――――
langeloosheid van MAURITS ten dezen .
INHOUD.
VI
Hij verlangt schadevergoeding . Bl . 65 , 246.
Het be
―――
De schadeloosstellingen voor
Bl . 67.
stand geteekend .
MAURITS en zijn Huis.
Bl . 67 , 248. - MAURITS dankt
Bl. 67 , 253. - Zijn wantrouwen tegen OL
DENBARNEVELD. Bl. 67.
de Staten.
MAURITS geschil met PHILIPS WILLEM over de heerlijk
heden in Luxemburg. Bl. 68 , 257. - Begunstigers van
PHILIPS WILLEM. Bl. 69. Onder dezen ook OLDEN
OLDENBARNEVELD's poging om
BARNEVELD.
Bl. 69. Breda neutraal te maken.
Bl. 69 , 258. -
Zijne be
moeiïngen aangaande de Magistraats-bestellingen te Breda
enz . Bl. 69 , 259. ―――――――― Zijne briefwisseling met PHILIPS
WILLEM. Bl. 69. ― Beoordeeld. Bl. 71. Betrekking
tusschen PHILIPS WILLEM en UITENBOGAART.
Bl. 263.
JEANNIN zoekt de herstelling van den Roomschen gods
dienst. Bl . 71. - MAURITS sluit zich aan de Herv. Gees
telijkheid.
Bl.
72. — JEANNIN ontraadt hem dit en zet
hem op tegen de Staten.
Bl. 72 .
Voorstel ter regeringsverandering .
Bl .
74 ,
265.
Oude regeringsvorm .
Bl . 74. - Voorslag om MAURITS
Gouverneur Generaal te maken.
Bl. 75 , 265. - OL
DENBARNEVELD er tegen. Bl. 75 , 267. - Voorval des
wege tusschen de Prinses Weduwe en OLDENBARNEVELD .
- MAURITS houding ten dezen. Bl . 76 , 268 .
Bl . 76 , 267. —
MAURITS BEDRYVEN
GEDURENDE
1609-1614.
Kerkelijke twist te Alkmaar door VENATOR. Bl . 78. —
Begunstigd door OLDENBARNEVELD. Bl. 78. - Regerings
verandering op het einde van 1609.
Bl. 79. - Verzet
van de Capiteinen der schutterij . Bl . 79 , 269. - Com
missarissen der Staten naar Alkmaar . Bl . 80. - Afge
vaardigden der partijen naar den Haag. Bl . 80 , 269 .
OLDENBARNEVELD miskent MAURITS gezag. Bl . 81. - De
Regering te Alkmaar weder veranderd in den zin van VE
1
VII
INHOUD.
NATOR.
Bl.
Bl. 82.
81 ,
269. -
HILLENIUS uit de stad gezet .
MAURITS ten dezen beoordeeld .
Bl. 82.
Oproerige Regeringsverandering te Utrecht in het begin
van 1610.
Bl . 82 , 270.- MAURITS naar Utrecht af
Bl . 83 , 270. --- Onderhandelingen te Woer
den. Bl. 84 , 280.
Besluit tot geweld tegen Utrecht.
--Bl. 84 , 290.
De stad onderwerpt zich . Bl . 86 , 291 .
Twisten over Gulik en Kleef. Bl. 86. - Der Staten
gevaardigd.
besluit tot
weigering
een leger
om
naar
Gulik.
Bl. 87.
Hunne
"
MAURITS aan het hoofd van het leger te
plaatsen .
Bl . 88 , 296. - OLDENBARNEVELD'S bedoelin
MAURITS houding ten dezen. Bl . 90 ,
gen . Bl. 89. ―
MAURITS
296.
Der Staten toestemming. Bl. 90. C
rukt naar Gulik. Bl. 90 , 301.
De stad bemachtigd.
Bl. 91 , 303.
MAURITS roem ten dezen. Bl. 91 .
MAURITS benoeming tot Ridder van de Orde van den
Kousseband. Bl . 92 , 308. - Weêrzin van OLDENBARNE
VELD en de Staten. Bl. 92 . ――― Inhuldiging . Bl. 93 , 314 .
MAURITS benoemt OLDENBARNEVELD'S Zoon tot Luite
Wil ook de verwijdering
nant Houtvester.
Bl. 93. van den gezant AERSSEN.
Bl . 94. - Het voorgevallene
met dezen ter Staten Generaal.
Bl. 317.
Bl . 94. L SPI
NOLA'S veroveringen aldaar.
Bl . 95 , 327. - MAURITS
veroveringen aldaar.
Bl. 95 , 332 . ―――― Zijne terugkomst .
Bl. 96 , 334.
Twist over Gulik en Kleef in 1614 .
28 E
B
FR
MAURITS
PRINS
VAN
VAN
ENZ.
MAURITS BEDRYF
ENZ.
NASSAU,
ORANJE ,
ENZ.
GEDURENDE DEN HANDEL OVER
HET TWAALFJARIG BESTAND .
1606-1609.
De
e langdurigheid van den krijg , de onheilen , daar
uit voortvloeiënde , de groote kosten , daaraan verbonden ,
deden van weerszijde eenen sterken trek naar vrede gebo
ren worden . Vooral bestond die zucht aan den kant des
vijands , waar sedert 1598 de Aartshertog van Oostenrijk
ALBERTUS met zijne gemalin ISABELLA, dochter des Konings
van Spanje, het souverein gezag oefende , altoos echter on
der eene zekere verplichting en verband aan Spanje. AL
BERTUS had reeds verscheidene malen voorstellen tot vre
dehandeling laten doen.
Bij het ontvangen der Nederlanden
in 1598 schreef hij brieven aan de Staten dezerzijds , met
aanmaning om hem op het voorbeeld der overige Provin
cien tot Landsheer te ontvangen en alzoo den vrede te
bewerken.
Door den Prins van Oranje en andere Heeren
werden dergelijke brieven aan MAURITS geschreven. Maar
· noch de Staten noch MAURITS verwaardigden zich daarop
te antwoorden (1) .
In den jare 1600 kort na den slag
van Nieuwpoort werd er weder een voorstel tot vrede van
wege de Staten van de andere zijde gedaan .
Deze begaven
zich daartoe naar Bergen op Zoom , waar zij door de Sta
ten Generaal der
III DEEL .
Vereenigde Provincien gehoord werden.
1
2
MAURITS BEDRYF GEDURENDE DEN HANDEL
Wij hebben reeds vroeger gezien , hoe ook deze poging tot
vrede door de medewerking van OLDENBARNEVELD , die
D
eene eerste hoofdrol daarin speelde ,
vruchteloos bleef (2) .
In het jaar 1603 weigerde men de overkomst van een
paar Gedeputeerden van de andere zijde om over vrede
handel te spreken (3) .
En ten jare 1605 werd een der
gelijke voorslag , door den Keizer en het Duitsche Rijk
*
aan de Staten Generaal gedaan , door dezelven afgesla
gen (4).
Hoezeer men zich dus hier te lande opentlijk ongezind
tot vredehandel toonde , was dit echter minder in het ge
heim . Die oude hartige mannen , die het Spaansche juk
D
ondervonden hadden , waren meest allen gestorven , zoodat
de regering nu niet zoo wel van zulke ijveraars voorzien
was. Er waren er ook die dit heimelijk verlangen naar
vrede aankweekten en bevorderden , omdat hun het hoofd
naar zulk eenen handel hing en zij er wat anders onder
zochten (5) .
Dan daar zij de natie in het algemeen en
T
de Gereformeerde Geestelijkheid , dien hefboom der natie ,
D
sterk tegen Rome en Spanje ingenomen , zoo ook onze beide
Stadhouders MAURITS en WILLEM LODEWYK met het oor
logsvolk moesten ontzien , durfden die vredesgezinde Regen
ten nog niet zoo opentlijk voor den dag komen .
Onder die Regenten behoorde ook OLDENBARNEVELD , de
leidsman der Staten . Ofschoon er zijn , die hem ten dezen
van verkeerde en verraderlijke oogmerken verdenken , is
E
H
het evenwel mogelijk , dat hij bij den jammerlijken toestand
van 's lands geldmiddelen , in waarheid den ondergang des
Staats op handen zag , zoo er niet door het ophouden des
oorlogs in voorzien wierd .
Te berispen echter is hij daar
in , dat hij , eenmaal zijn oordeel gevestigd hebbende , het
C
zelve bij alle mogelijke , niet altijd evenzeer geoorloofde
middelen zocht door te drijven , en ten einde zijne tegen
standers om den tuin te leiden ,
ging.
niet oprechtelijk te werk
Het is erkend , dat hij doorgaans degenen , wier
OVER HET TWAALFJARIG BESTAND,
3
medewerking en toestemming hij noodig had , zoo kunstig
wist te belezen , dat zij , eer zij ' t dachten , tot zijn gevoe
len waren overgegaan (6) .
Om de Wethouders der steden
in de land-provincien tot vrede te stemmen , had hij be
werkt , dat zij sints eenigen tijd van behoorlijken onderstand
verstoken waren gebleven (7) .
Ten einde in dit opzicht
ook op het volk te kunnen werken ,
begunstigde hij het
sedert een paar jaren uitgebroken Arminianisme , (waarvan
wij in het vervolg nader spreken zullen , )
en kreeg alzoo
een goed deel predikanten aan zijne zijde . En om alle
nieuwe oorzaken tot voortzetting des oorlogs weg te ne
men , verhinderde hij de oprichting der Westindische-Com
pagnie , welke moest dienen om aan Spanje in de Westindien
afbreuk te doen , en waartoe op het einde des jaars 1605
reeds zoo goed als besloten was (8) .
Door dit een en an
der dus was er ten jare 1606 voor OLDENBARNEVELD maar
eene geringe aanleiding noodig , om eenen vredehandel te
bewerken en tot stand te brengen.
Deze gelegenheid bood zich aan , toen in Mei 1606 wal
RAVEN VAN WITTENHORST , Heer van der Horst , in 's Gra
venhage kwam om de gemoederen deswege te ondertasten .
Dat MAURITS hiervan kennis gedragen en met hem gespro
ken heeft , vindt men niet gemeld (9) .
dat OLDENBARNEVELD , tot
Maar dit is zeker ,
wien WITTENHORST zich ver
voegde , hem ried de reden zijner komst nog voor dien tijd
bedekt te houden en hem toeliet Holland en Gelderland te
doorkruissen en in het geheim dezen en genen voor den
vredehandel te winnen .
Zijne ontvangst was hier te lande
zoo gunstig geweest , dat hij , na den uitslag der krijgs
verrichtingen van dit jaar afgewacht te hebben , vergezeld
van JOHAN GEVAERTS ,
Secretaris
van
Turnhout , in het
laatst van December terug kwam met een dadelijk voorstel
van vrede . Daartoe vertoonden zij eene instructie van de
Aartshertogen ,
houdende
derzelver genegenheid om
einde te maken aan dien langen bloedigen oorlog , en dit
1*
4
MAURITS BEDRYF GEDURENDE DEN HANDEL
op zoo billijke voorwaarden , dat de landen er genoegen
van zouden hebben ; te weten , daar de Staten de recht
vaardigheid kenden van de eischen der Aartshertogen , die
niets begeerden dan wat hun toekwam , zoo moesten de
Staten maar voorslaan hetgeen
zij verlangden : hun zou
daarin alle redelijke voldoening geschieden , om het even of
zij vrede of bestand voor vele jaren wilden : indien de Sta
ten maar tijd en plaats voor den handel bepaalden , zouden
de Aartshertogen er zich naar voegen .
Vreemd moet al aanstonds deze zoo onverwachte en over
groote inschikkelijkheid van den anderszins hooghartigen vij
and voorkomen ; en men wordt onwillekeurig gedrongen
tot de
gedachte ,
dat de vijand in de verzekering stond
daarmede niets te wagen , maar hier te lande eenen Advo
1
caat van gezag en invloed te bezitten , die zijne belangen
niet benadeelen zou. Ook is het opmerkelijk , dat de af
gezondenen des vijands geene brieven aan de Staten mede
brachten : hetgeen hun vermoedelijk door OLDENBARNEVELD
bij hunne vroegere komst herwaarts zal zijn aangeraden ,
die liever bedektelijk
en
onder weinigen den handel tot
r
eene zekere hoogte wilde voorbereiden , om dan vervolgens
met des te meer kracht op de Staten te kunnen werken .
Nu echter MAURITS aanwezig was , die onmogelijk buiten
het geheim kon gehouden worden , had er eene on
derhandeling plaats tusschen hem , Graaf WILLEM , OLDEN
BARNEVELD
en eenige anderen in klein getal (10) .
er al over
en
weder gesproken
is ,
weet
men
Wat
niet :
doch , uit aanmerking der verdere gebeurtenissen , mag
men het voor zeker stellen , dat MAURITS en Graaf
WILLEM zich tegen
allen handel verklaard hebben , maar
door OLDENBARNEVELD en de zijnen tot toegeven zijn be
wogen geworden en het toen daarhenen hebben gestuurd ,
ten minste alle bedekte • handel werd afgeslagen .
dat
Daarop begaf zich een der afgezondenen naar Brussel en
bracht van daar in het begin van January 1607 eene acte
S
OVER HET TWAALFJARIG BESTAND.
5
van commissie der Aartshertogen op beide terug , waarbij
zij gelast werden om ter eerste vergadering der Staten Ge
neraal , van der Aartshertogen wege , voor te dragen , dat
zij bereid waren tot vrede te verstaan , daarvan te handelen ,
Commissarissen te benoemen , en den Staten alle redelijk
genoegen te geven , of dat , zoo de Staten liever tot een
bestand wilden verstaan , ook zij daarmede te vreden wa
ren voor zulken tijd , als beraamd zou worden.
Dien ten gevolge , na eerst een afzonderlijk gehoor bij
MAURITS gehad te hebben (11 ) ,
openden zij op den 13den
January hunnen last in de vergadering der Staten Gene
raal .
Al dadelijk werd hun bij monde hartig geantwoord ,
en vervolgens een antwoord in schrift ontworpen , hetwelk
de volle goedkeuring van MAURITS en den Raad van State
wegdroeg.
Hetzelve
werd den 27sten January vastgesteld ,
en aan den Heer WITTENHORST geleverd , hoezeer de Ge
deputeerden van Vriesland verlangd hadden , dat het aan
hunne Meesters vooraf ware medegedeeld (12) .
was de taal daarin voorkomende.
er was voorgevallen ,
Krachtig
Na een verhaal van wat
verklaarden de
Staten Generaal te
merken , dat de Aartshertogen alsnog vasthielden aan hunne
ongegronde beweringen , dat hun eenig recht in of tot de
Vereenigde Nederlanden zou toekomen , daar nochtans de
Staten voor alle de wereld kennelijk , duidelijk en onweder
sprekelijk hielden ,
dat de Aartshertogen geenen anderen
titel dan dien van geweld en oorlog hadden , om eenig
recht in of tot de Vereenigde Nederlanden voor te wenden :
ook hadden de Staten Generaal altijd met het volste recht
beweerd , dat zij tot de Unie mochten zoeken terug te bren
gen hetgeen daarvan , bij geweld of list was afgescheurd :
bij een plechtig besluit hadden zij zich in 1581 voor eenen
vrijen Staat verklaard en waren daarin 25 jaren lang be
vestigd geworden ook door de erkenning der grootste Mo
gendheden ; en dus konden zij thands geen ander antwoord
geven , dan zij vroeger aan den Keizer en de Duitsche Vor
6
MAURITS BEDRYF GEDURENDE DEN HANDEL
sten gegeven hadden , te weten , dat zij verklaarden , dat er
noch goddelijk noch eerlijk noch met verzekerdheid konde
gehandeld worden met hen , die tegen het besluit van af
zwering en het gevestigd recht der Vereenigde Nederlanden
iets in of tot dezelven zouden voortgaan te pretenderen :
protesterende zij voorts van alle onheil , dat aan het Neder
land in de uitvoering eener zoo rechtvaardige zaak zou mo
gen overkomen (13).
F
Het was voor degenen , die niet in het geheim zaten ,
naauwelijks te denken , dat de Aartshertogen zulk eene vor
dering zouden toegeven , en de vredehandel scheen dus voor
gekomen te zijn : dan reeds kort daarop werd bij de Staten
een brief van de voornoemde afgezondenen , die inmiddels
vertrokken waren , ontvangen , inhoudende , dat het geens
zins der Aartshertogen meening was door den handel iets
op de Vereenigde Nederlanden te winnen of te pretenderen ,
maar ze te laten zoo zij waren , en dat , indien der Staten
meening mocht vallen zoo te handelen , zij gaarne daartoe
zouden verstaan.
De waarheid
toen op het laatst van
van
dit schrijven bleek ,
橱+
February van der Aartshertogen
wege herwaarts kwam een Monnik JAN NEVEN , zijnde
Commissaris Generaal der Minderbroeders , een Zeeuw van
it
geboorte , wiens vader de zijde van Prins WILLEM gevolgd
L
had , een man wel ter tale , niet onbedreven in staatszaken ,
door de Hoven van Spanje en Brussel nu en dan in ge
wichtige aangelegenheden gebruikt , naar het uiterlijke open
hartig van aard , maar tevens zeer listig en tegen schaamte
gewapend , ook niet bijster bekommerd voor afwijzing en
smaadheid (14).
Aan dezen Jezuït had MAURITS paspoort verleend , om
herwaarts te komen ( 15) .
Met welken weerzin voor een
man van zulk een open karakter als MAURITS , die daar
enboven van den vredehandel afkeerig was , laat zich licht
begrijpen.
Hij was er door het schoonspreken van OLDEN
BARNEVELD toe gedrongen geworden , die hem had wijs
OVER HET TWAALFJARIG BESTAND.
7
gemaakt , dat de handel nergens anders toe dienen zou ,
dan om Frankrijk en Engeland , welke gaarne de voort
during van den Nederlandschen oorlog ter krenking van
Spanje's macht aanzagen , tot meerder onderstand te bewe
gen en alzoo den oorlog des te beter te kunnen voortzet
ten (16) .
OLDENBARNEVELD namelijk had begrepen , dat
MAURITS bezwaarlijk tot den vredehandel zou kunnen be
wogen worden , en het daarom listiglijk geraden gevonden
hem eerst tot het hooren van den vijand over te halen en
allengskens verder in te wikkelen (17) .
Intusschen begon MAURITS , naar het schijnt , te bemer
ken , dat men hem om den tuin leidde .
Te vergeefs drong
hij aan op de voltallighouding des legers (18) .
En toen
hij in het laatst van February tijding kreeg van eenen ver
moedelijken tocht des vijands naar de Betuwe , en hij dus
ter vergadering van de Staten Generaal liet voorslaan , om
20 vendelen krijgsvolk naar het Tolhuis te zenden en zich
van hetzelve meester te maken , keurden de Staten echter
dit voorstel af, eenparig oordeelende , dat men dus doende
den vijand zou verbitteren , en het beter ware de Admira
liteiten te gelasten de stroomen met oorlogsschepen te be
zetten , en den Generaal DU BOIS derwaarts te zenden , om
in geval van nood de bezettingen der omliggende plaatsen
tegen den vijand te gebruiken .
MAURITS en de Raad van
State dien ten gevolge verzocht zijnde zich nader hierop
te beraden , zoo liet reeds den volgenden dag MAURITS ver
klaren , dat
hij bij zijn gevoelen bleef, overmits hij wel
wist , dat er waren , die het opwaarts zenden van het volk ,
om particuliere inzichten , niet goedvonden , maar dat hij
zich evenwel wilde schikken naar het goedvinden der Staten
Generaal : terwijl de Raad verklaarde , dat de meerderheid
dier vergadering MAURITS gevoelen omhelsd had , mits maar
het krijgsvolk in schepen geplaatst wierd , ten einde de in
gezetenen van het Tolhuis te verschoonen . Doch de Staten
veranderden hun oordeel niet ,
verzochten den Raad en
8
MAURITS BEDRYF GEDURENDE DEN HANDEL
MAURITS de zaak nog eens te willen overwegen , en gaven ,
zonder deze overweging af te wachten ,
nog ten zelfden
dage last tot het bezetten der stroomen en het doen der
voorzieningen naar hunnen eigenen zin
hoewel bij zijne meening blijvende ,
besluit onderwierp (19) .
waarop MAURITS ,
zich aan der Staten
Wij zien hem dus hier weder ,
gelijk altijd , met zijn gevoelen rond voor den dag
ko
mende , maar zich ook aan der Staten volstandig oordeel
met onderdanigheid onderwerpende.
MAURITS nu in de komst vAN NEYEN bewilligd heb
bende , kon niet
wel weigeren
woord te staan .
Ten einde alle opspraak onder het volk
hem te hooren
en
te
te stillen , besloten de Staten Generaal de onderhandeling
met hem in het geheim te doen plaats hebben door middel
van eenige gemachtigden .
Het oogmerk zijner komst was
de verzekeringen , die WITTENHORST gegeven had , nader te
bevestigen , en te vernemen , hoedanige verklaring de Staten
van de Aartshertogen verlangden om in onderhandeling te
treden.
Hij werd een en andermaal gehoord ,
ook door
MAURITS , die zekerlijk met kracht op de voorloopige er
kenning van de vrijheid en onafhankelijkheid des lands zal
hebben aangedrongen , een punt , omtrent welks noodzake
lijkheid ook OLDENBARNEVELD scheen in te stemmen . Hoe
moet het MAURITS verwonderd hebben , toen de Monnik
zoo gereedelijk aannam de Aartshertogen daartoe te zullen
bewegen , en toen hij kort daarop de gevorderde verkla
ring , den 13den Maart gedagteekend , overlegde .
Deze ver
klaring hield in , dat de Aartshertogen , moede van oorlog ,
gezind waren met de Staten Generaal der Vereenigde Ne
derlanden , in qualiteit en als dezelve houdende voor vrije
Landen , Provincien en Staten , waarop zij niet pretendeer
den , in onderhandeling te treden over
eenen eeuwigen
vrede of over een bestand van 12 , 15 of 20 jaren ter
keuze der Staten , op redelijke voorwaarden , onder ande
ren , dat elk zou blijven bezitten hetgeen hij tegenwoordig
OVER HET TWAALFJARIG BESTAND .
bezat , ten ware men wederzijds geraden vond eenige steden
of landschappen te verwisselen : voorts wilden zij Neder
landers
machtigen tot den handel , en verzochten dat de
Staten een gelijk getal wilden benoemen en plaats en tijd
tot de bijeenkomst verkiezen : ook sloegen zij ter bevorde
ring van de onderhandeling van nu af eenen stilstand van
wapenen voor te water en te land , in Spanje en hier ,
voor den tijd van acht maanden ; terwijl men zich omtrent
de voorname handeling niet zou behoeven te verklaren vóór
den 1sten September (20) .
Begrijpelijk is het , hoe verblijd de voorstanders van vre
de met deze verklaring waren , en hoe vreemd de tegen
standers daarentegen hebben opgezien (21 ) .
Die verklaring
toch scheen alles te bevatten , wat men voorloopig ter on
derhandeling verlangd had , en stopte alzoo den mond van
diegenen , welke te recht hadden mogen verwachten , dat
de anderszins zoo trotsche vijand tot zulk eene vernederende
verklaring niet zoude gekomen
zijn.
Met dit al is het
niet te ontkennen , dat zij in dubbelzinnige woorden vervat
was. Het handelen met de Staten als dezelven houdende
voor vrije
volken , kon of voor eene volledige erkenning
hunner vrijheid genomen worden , of slechts beteekenen ,
dat men hen gedurende de handeling als vrijen zou aan
merken.
Niet te pretenderen op deze landen was ook geene.
duidelijke erkenning ,
dat men
er geen recht toe had ,
maar kon uitgelegd worden van hetgeen men dadelijk deed ,
zonder bepaling wat men te eeniger tijd zou kunnen of mo
gen doen (22) .
Dan de Staten Generaal oordeelden best
de verklaring der Aartshertogen als voldoende aan te ne
men en daarop de onderhandelingen aan te vangen : hoe
zeer de Staten van Vriesland en Zeeland van den beginne
af alle handeling tegenstonden en zich eerst op den 11den
April met de overige Provincien vereenigden : verkla
rende die van Zeeland zeer verwonderd te zijn over
de wijze , waarop men tot nu toe tegen de be
10
MAURITS BEDRYF GEDURENDE DEN HANDEL
palingen der Unie van Utrecht was te werk gegaan , en te
L
verlangen dat men voorts de Provincien daarop beschrijven
E
en gedurende den voorgenomen wapenstilstand de grenzen
behoorlijk verzekeren zou ( 23) . Alzoo dan kwamen op den
zelfden dag de Staten eendrachtig met NEYEN overeen in
E
eenen wapenstilstand voor acht maanden , onder de volgende
bepalingen , dat de Aartshertogen de Vereenigde Nederlanden
E
hielden voor vrije landen , waarop zij niet pretendeerden ; dat
t
de stilstand zou ingaan den 4den Mei dezes jaars en betreffen
alle belegering en inneming van steden en sterkten , invallen
of inlegeringen van Provincien en quartieren , en het maken
van nieuwe schansen ; dat de Staten het aanbod der Aarts
hertogen zouden mededeelen aan wie het behoorde ,
2
en
vóór den 1sten September hunne verklaring ten antwoord
C
E
aan de Aartshertogen doen weten ; en dat laatstgenoemden
binnen drie maanden van deze handeling de goedkeuring
L
des Konings van Spanje en eene gelijke verklaring , zoo
veel hem aanging , aan de Staten Generaal zouden indie
C
E
nen (24) .
In deze overeenkomst werd door MAURITS , nu reeds in
C
Dat hij dit evenwel
f
den handel ingewikkeld , bewilligd .
niet zonder weerzin gedaan heeft , mag men daaruit aflei
den , dat hij , nog vóór het treffen derzelve , den vijand
alle mogelijke afbreuk wenschte gedaan te hebben : hetwelk
hem echter door de Staten niet toegestaan werd (25) .
Inmiddels schreven de Staten Generaal eenen algemeenen
vaste- en bededag uit tegen den 9den Mei.
Zij verklaar
den in hunnen brief , dat zij met de Aartshertogen eenen
stilstand van wapenen voor acht maanden hadden aange
gaan , om in nadere onderhandeling over eenen eeuwigen
vrede of een langdurig bestand te kunnen treden : dat zij
besloten hadden daarvan mededeeling te doen aan de Ko
ningen van Frankrijk , Engeland en Denemarken , alsmede
aan de Keurvorsten en Vorsten des Duitschen Rijks , met
welke zij in vriendschap waren , ten einde derzelver goe
OVER HET TWAALFJARIG BESTAND .
den raad ten beste dezer landen te verstaan
11
en dat zij
dus den Heere God almachtig wilden gebeden hebben om
die handeling te doen strekken ter eere van Zijnen heiligen
naam , behoud en verbreiding van Zijn Woord en van
den Christelijken Gereformeerden godsdienst , ook tot wel
vaart en verzekering der Vereenigde Nederlanden en derzel
ver goede ingezetenen .
Deze brief was door OLDENBARNE
VELD ontworpen : wij zien er uit , welken ijver hij er tot
welstand der Gereformeerde Kerk in aan den dag legde ,
hoewel hij te gelijker tijd door de verkorting harer rechten
en de bescherming der Arminianen alles deed om haar in
verwarring en ondergang te brengen (26) .
De wisseling der verbandbrieven betreffende den stilstand ,
door de Staten* en de Aartshertogen geteekend , had vervol
gens behoorlijk plaats te Lillo tusschen NEYEN en den Com
mies VAN DER DOES , door de Staten hiertoe afgezonden.
Te gelijker tijd echter vroeg NEVEN verlof om herwaarts te
komen , ten einde eenig voorstel te doen.
Hierover was
verschil van gevoelen : MAURITS verklaarde zich tegen de
toelating , alvorens men wiste wat NEVEN in last had te
verhandelen.
De Provincien waren ten dezen ook verdeeld ,
doch besloten eindelijk op den 4den Mei den Monnik niet toe
te laten , dan na vooraf het verslag van VAN DER DOES ge
hoord te hebben.
Maar ziet ! onverwachts den volgenden
dag verscheen hij te scheep voor Delfshaven , en verzocht
op nieuw te worden toegelaten .
Dit verwekte groote ver
bitterdheid in de vergadering der Staten Generaal.
De af
gevaardigden van Zeeland weigerden alle toestemming : en
toen het besluit der meerderheid viel het verzoek toe te
staan , betuigden zij er krachtig tegen , oordeelende dat het
tegen de Unie streed ten dezen met meerderheid van stem
men te besluiten.
Zelfs verzochten zij , maar te vergeefs ,
dat MAURITS en de Raad van State vooraf zouden gehoord
worden. Dat MAURITS het met Zeeland eens was , bleek
duidelijk genoeg : althands , hij oordeelde , dat men niet zoo
12
MAURITS BEDRYF GEDURENDE DEN HANDEL
haastig en onberaden in zaken van zoo groote aangelegen
heid moest te werk gaan
Het
(27) .
doel van NEYEN'S komst was eene verklaring of
liever uitbreiding van den gemaakten stilstand te bewerken
en inmiddels den staat dezer landen te doorsnuffelen en
heimelijk ter bevordering van den vredehandel te arbeiden .
Reeds den 7den Mei werd hij in
MAURITS en den Raad van
tegenwoordigheid van
State ter
Staten-vergadering
gehoord
(28) . Doch hier wilde thands zijn verzoek zoo
gemakkelijk niet vlotten. MAURITS verklaarde er zich krach
tig tegen , zeggende dat men zoo doende zou afgaan van
het eerstgenomen besluit , en dat de ingezetenen van alle
oorlogsvoorzieningen zouden worden afgetrokken.
In dit
gevoelen stond ook Zeeland : maar alle de andere Provin
cien waren op de hand van OLDENBARNEVELD , die aan het
verzoek van NEYEN wilde voldaan hebben . Eindelijk be—
greep MAURITS , wel ziende dat de andere Provincien voor
waarts gaan en zich om Zeeland niet bekreunen zouden ,
zelf te moeten toegeven en ook Zeeland tot toegeeflijkheid
vermanen , ten einde alle scheuring tusschen de Provincien
te verhoeden.
Alzoo werd dan aan het verzoek van NEYEN,
ofschoon met eenige beperkingen voldaan ,
en het verdrag
daartoe op den 1sten Juny geteekend ; waarna de Monnik
weder vertrok (29) .
Intusschen had NEYEN den Griffier der Staten Generaal
AERSSEN zoeken om te koopen : dewelke terstond dien toe
leg aan MAURITS had ontdekt en met dezen goedgevonden ,
dat hij zich houden zou , als er wel ooren naar te hebben ,
en hij dus hetgeen hem door NEYEN werd aangeboden ,
zou aannemen. Het aanbod bestond in eenen kostelijken
diamant en eenen aanzienlijken schuldbrief , geteekend door
SPINOLA. AERSSEN dit een en ander ontvangen hebbende ,
verzocht nu MAURITS hetzelve in zijne bewaring te willen
nemen.
Dan deze weigerde dit , zekerlijk ten einde alle
opspraak bij het ruchtbaar worden der zaak te ontgaan :
OVER HET TWAALFJARIG BESTAND .
13
hoezeer hij toch wenschte , dat de zaak nog geheim bleef
en dat AERSSEN ook het geld van den schuldbrief zou zoe
ken te verkrijgen. Maar deze , hiermede niet gerust , gaf
ruchtbaarheid aan de zaak en veroorzaakte alzoo , dat ook
MAURITS haar bracht in de volle vergadering der Staten
Generaal.
Het schijnt MAURITS doel geweest te zijn , om
door de sprekendste bewijzen van de listige practijken des
vijands de vredehandeling te stremmen : doch OLDENBARNE
VELD liet zich er niet door afschrikken : en de vredesge
zindheid der
Staten ,
die
slechts besloten de geschenken
des vijands te bewaren om
ze te gelegener tijd terug te
geven , bleef dezelfdę (30) .
Onderwijl waren , op de uitnoodiging deswegens gedaan ,
den 24sten Mei als Fransche gezanten de President JEANNIN
en de Heer VAN BUZANVAL overgekomen , om benevens den
gewonen gezant de Heer VAN RUSSY deel te nemen aan de
vredesonderhandelingen.
Koning
HENDRIK IV verlangde
wel de voortzetting des oorlogs tot afbreuk van Spanje ,
van welk Rijk hij eenen innerlijken afkeer gevoelde ; maar
hij begreep tevens , dat zulks niet anders geschieden kon
dan door zijnen jaarlijkschen
onderstand aanmerkelijk te
vermeerderen , waartoe hij echter niet besluiten kon , tenzij
ook de Koning van Engeland zich tot eenen dergelijken
onderstand zou willen verbinden : en daar dit laatste naau
welijks te verwachten was , meende hij op het maken van
vrede te moeten aandringen , vooral daar hij zag , dat de
gemoederen hier te lande over het algemeen meer tot vrede
gestemd waren.
Hij gelastte dus zijne gezanten de voort
zetting des oorlogs wel op den voorgrond te stellen , ten
einde eenen onberadenen vrede voor te komen , maar er
4
toch niet sterk op aan te dringen , indien zij bemerkten ,
dat men daar volstrekt niet henen wilde (31 ) : in dit geval
moesten zij liever tot eenen eeuwigen vrede , dan tot een
langdurig bestand raden : in allen gevalle moesten zij de
verschillende partijen hier te lande zoeken te vereenigen
14
MAURITS BEDRYF GEDURENDE DEN HANDEL
tot een eenstemmig besluit , hoe dit besluit dan ook wezen
mocht , of tot oorlog , of tot vrede , of tot bestand.
Aan dezen last werd door hen op eene allerbekwaamste
wijze voldaan : en wij vinden ons , vooral door de uitgege
ven vertrouwelijke brieven , welke JEANNIN bijna dagelijks
aan zijn Hof schreef of in antwoord ontving , in staat ge—
steld , den loop der onderhandelingen , de gezindheid der
partijen en den goeden en oprechten handel van MAURITS
gade te slaan .
Het eerste werk der gezanten was de gemoederen der
verschillende hoofden van den Staat te polsen .
Daags na
hunne aankomst bezochten zij MAURITS , om hem 's Konings
brieven over te leveren ; en daar zij wisten , dat hij ten
eenen male voor den oorlog was , openden zij hem terstond
's Konings gevoelen , dat de oorlog een veel verzekerder
middel was om deze landen voor ondergang te bewaren ,
dan de bedrieglijke en gevaarlijke vrede , die hun door den
Spanjaard werd aangeboden en nergens toe strekte dan ter
herkrijging van het verloren gezag.
MAURITS gaf hun da―
delijk zijne toestemming : hij zeide , dat gantsch Zeeland en
Amsterdam van hetzelfde gevoelen waren ; dat Gelderland
en Vriesland, met zijn krijgsvolk bezet , geheel van zijnen
wil afhingen ;
en dat de meeste verstandigsten insgelijks
meenden , dat er geene zekerheid in eenen vrede zijn
zou : dat evenwel eene menigte menschen zich door de
schoonschijnende aanbiedingen des vijands lieten wegsle
pen , even als of men uit eenen oorlog , hoe lang ook ,
niet meer mocht hopen , dan nu wierd aangeboden : en
dat , zoo de onberaden drift der vredesgezinden niet ge
er onvermijdelijk verdeeldheid ontstaan zou :
om hen tegen te houden , hij het beste re
stuit wierd ,
weshalve ,
kende , dat de Koning zijne
genegenheid te kennen gaf
om deze landen bij te staan en te helpen in het voort
zetten des oorlogs , maar niet om mede te werken tot den
vrede , die den ondergang des Staats berokkenen zou . De
OVER HET TWAALFJARIG BESTAND.
15
gezanten betuigden hem daarop hunne en des Konings een
stemmigheid , maar tevens hun oordeel , dat zij zulke ronde
verklaring niet doen moesten in hun eerste gehoor ter Al
gemeene Statenvergadering , maar wel in de bijzondere bij
eenkomsten , die zij te dezer zake met de gemachtigden
der Staten Generaal houden zouden.
MAURITS
zijne
instemming.
En hiermede betuigde
Ook met OLDENBARNEVELD
hielden zij een gelijk gesprek , waarin zij het voortzetten
des oorlogs op den voorgrond stelden , en verklaarden , dat
de Koning nimmer zou willen medewerken tot den aangebo
den vrede , als oordeelende , dat dezelve den lande schadelijk
zijn zou. OLDENBARNEVELD toonde zich over deze verkla
ring verwonderd ; hij betuigde , ja , insgelijks voor den oor
log te wezen , zoo maar de Koning van Frankrijk zich
opentlijk tegen Spanje wilde verklaren en de verdediging
dezer landen op zich nemen ; maar dat hiertoe zulk eene
machtige som gelds vereischt werd , dat hij daartoe den
Koning den voorslag niet zou durven doen , en ook deze
er niet in zou willen treden : weshalve hij het
eenigste
redmiddel vond in eenen wel verzekerden vrede bij tusschen
komst van Frankrijk en Engeland.
Uit deze gesprekken
maakten de gezanten op , dat beide , MAURITS en OLDEN
BARNEVELD ,
in hunne gevoelens vast stonden , maar toch
ter goeder trouw waren : en daar zij voor scheuring vrees
den , zochten zij , overeenkomstig hunnen last , de beide
partijen te matigen , door aan OLDENBARNEVELD hoop te
geven op een verbond met Frankrijk en Engeland tot den
oorlog tegen Spanje , en hem te vermanen de voorstanders
des vredes in hunnen onbesuisden loop wat te beteugelen ;
terwijl zij MAURITS de voordeelen van eenen vasten vrede
boven eenen onzekeren oorlog voor oogen stelden , de eens
gezindheid met het algemeene lichaam des Staats aanpre
zen en hem
alle
dadelijkheid tot scheuring ontrieden ,
waartoe zij vreesden dat hij , ofschoon wijs en bedaard
zijnde, toch moeds genoeg hebben zou . MAURITS liet zich
16
MAURITS BEDRYF GEDURENDE DEN HANDEL
gezeggen en verklaarde geen vast besluit te willen nemen ,
dan na alvorens den raad van zijnen Neef Graaf wILLEM
LODEWYK , dien hij binnen kort uit Vriesland verwachtte (32) ,
te hebben ingenomen : maar hij voegde er bij , dat de Sta
ten zich bedrogen in hunne hoop , dat zij in hoedanigheid
van vrijen Staat eenen vasten vrede van den Koning van
Spanje zouden verwerven , dewijl hij zeker wist ,
dat de
Koning niet meer dan een bestand voor 12 of 15 jaren
zou toestaan , om in dien tusschentijd op de gemoederen
des volks in zijn voordeel te kunnen werken en vervolgens
zijne oude souvereine rechten zoo mogelijk te herkrijgen :
tot welk bestand hij ,
MAURITS ,
betuigde
nimmer zijne
toestemming te zullen geven. De Fransche gezanten pols
ten ook dien van Engeland , RUDOLF WINWOOD , die ver
klaarde in last te hebben eenstemmig met hen te handelen :
en ofschoon hij voor zijn persoonlijk gevoelen betuigde ,
dat een onderling verbond tusschen de beide Rijken tot oor
log met Spanje het beste zijn zoude , gaf hij echter niet
onduidelijk te kennen , dat Koning JACOB meer tot den
vrede helde (33) .
Ondertusschen was de zin van Koning HENDRIK , ziende
de overgroote moeilijkheden van het voortzetten des oor
logs , weder
tot vrede gekeerd .
MAURITS , hiervan niets
wetende , deed alles om de gezanten in hunne reeds geuite
meening te houden .
Hij verklaarde hun , dat , zoo dẹ Ko
ning den oorlog wilde vervolgen ,
hij , MAURITS , wel de
meeste Provincien van gevoelen zou doen veranderen , mits
zij maar goeden onderstand van den Koning genoten , eenen
onderstand , die door hem minder hoog gesteld werd dan
door OLDENBARNEVELD gedaan was .
Met minachting sprak
hij van den Koning van Engeland en noemde hem , zijne
gemalin en een deel zijner Ministers Spanjaarden in hun
hart , zeggende , dat Koning JACOB het er meer op toelegde
om de Nederlanden weder onder Spanje te brengen , dan
om ze in hunne vrijheid en onafhankelijkheid te handha
17
OVER HET TWAALFJARIG BESTAND .
ven (34) : hij bleef dan ook met warmte bij de gezanten op
een onderling verbond ter ondersteuning des oorlogs aan
dringen en er het nut en de zekere hoop op goed gevolg
van verheffen ,
konde (35).
als of er volstrekt geen twijfel aan zijn
Evenwel toonde hij al spoedig van die veranderde ge
zindheid des Konings iets bemerkt te hebben : doch hij
openbaarde zijn argwaan en misnoegen met zoo veel ge
matigdheid en terughouding ,
dat de Fransche gezanten
zelven hulde deden aan zijne gevoelens en wijze van han
delen .
Zij
verklaarden aan hun Hof , dat het ook niet
zonder reden was , dat MAURITS hun zoo dikwijls de be
zwaren van eenen vrede voorstelde , dewijl zij inderdaad
groot waren , en dat men dus beter deed zijne voorzich
tigheid en oordeel te prijzen , dan zijne vrees te berispen ,,
vooral
ook
omdat
hij in geen zijner
mengde van zijn eigen belang ,
gesprekken
iets
waarvoor hij nochtans ,
als van zelf sprak , bezorgd wezen moest (36) .
Koning HENDRIK was eigentlijk meer op de hand van
MAURITS
dan
op
die
wantrouwde zoo om
van
OLDENBARNEVELD ,
wien hij
zijne natuurlijke geaardheid , als om
eenen geheimen briefwissel , dien hij met Engeland en den
Aartshertog had (37) . Evenwel daar de Koning van En
s
geland voor den vrede was en tegen een onderling ver
bond met Frankrijk ter ondersteuning der Staten ,
was het dien ten
gevolge , dat
ook Koning
zoo
HENDRIK ,
ziende de algemeene vredesgezindheid hier te lande ,
en
niet willende alleen de kosten des oorlogs dragen , zijne
gezanten gelastte om nu voorts ronduit op den vrede aan
te dringen , maar zich tevens stellig tegen een langdurig
bestand te verklaren , daar deze ' s lands ondergang be
rokkenen zou. Voor het overige billijkte hij zeer het ge
voelen van MAURITS , die zich tegen het uitstrekken van
den wapenstilstand ook ter zee verklaard had , en ver
wonderde zich zeer , dat OLDENBARNEVELD het van zijne
III
2
18
MAURITS BEDRYF GEDURENDE DEN HANDEL
wijsheid
en
vaderlandsliefde had kunnen
verkrijgen
een
tegenovergesteld gevoelen te omhelzen (38) .
De gezanten , wier oprechte zucht voor 's lands welzijn
men niet verdenken kan , vooral daar zij in eenen ver
trouwelijken brief aan
hun Hof schreven ,
dat het alle
hunne zorg en begeerte was te kunnen weldoen en ge
lukkig te slagen ; dat het eene moest afhangen van hunne
vlijt , moeite en getrouwheid , maar dat het God alleen
ช
was ,
D
die eene
gelukkige uitkomst kon geven en hunne
handelingen zegenen , hetgeen zij ook van Zijne genade
verhoopten , dewijl het een goed werk was en diende
om
dit land tot rust te brengen en een vuur uit te do
ven , dat anders lichtelijk de gantsche Christenheid in vlam
kon zetten (39) :
de gezanten , zeg ik , werkten dan nu
tot vrede en openbaarden zich daartoe aan MAURITS .
Dan
A
deze liet zich niet overtuigen van de meerdere voordeelen
des vredes
boven den oorlog.
Hoe
nader het tijdstip
kwam , dat de Koning van Spanje zich omtrent den han
B
del verklaren
moest ,
hoe meer
werk MAURITS
maakte
e
om tegen den vrede , op welke voorwaarden ook te ma
ken , te spreken .
En op nieuw verklaarden de gezanten
aan hun Hof, dat , hoe raadzaam het ook voor MAURITS
ware zich naar het algemeene
verlangen der Staten te
voegen , nochtans zijn gevoelen
veel beter was dan dat
der Staten , en dat hij daarin nimmer zijn eigen belang
mengde , zich daarover volstrekt niet wilde uitlaten , en
alle zijne woorden alleen maar het algemeen belang be
troffen .
Met dit al vreesden zij , dat ook het eigenbelang
eené heimelijke drijfveer was , welke hem tegen den vrede
opzette ,
en
zij
oordeelden daarom ,
dat ,
om
hem tot
andere inzichten te brengen , het noodig was reeds voor
loopig eenige bepalingen te beramen , waardoor zijn ge
zag , dat anders gewisselijk verminderd zou worden , ge
durende den vrede bewaard en versterkt wierd. Daartoe
dan deelden
zij
hem in vertrouwen een ontwerp mede.
Y
19
OVER HET TWAALFJARIG BESTAND .
Doch hij toonde daar niet veel aan te hechten : wel vond
hij het ontwerp goed , maar betuigde tevens van al het
geen hem persoonlijk raakte , niets goeds te hopen , zoo
er niet te gelijker tijd dat de vrede gemaakt werd , in
voorzien wierd
hij verklaarde reeds dikwijls genoeg door.
den vijand en den Aartshertog
te zijn
aangezocht met
aanbieding van groote voordeelen , ja zelfs van de souve`
rainiteit
over de
Vereenigde
Nederlanden ;
dat hij
ook
wist , hoe grooten invloed hij hier te lande bezat om zich
meerder gezag te kunnen bezorgen : maar dat hij nooit
de aanbiedingen des vijands had willen aanhooren , nim
mer zijn welzijn bij den vijand zou zoeken noch tegen
zijn eer en plicht iets doen ten nadeele des lands ,
voor hetwelk hij zoo veel moeite en gevaren getrotseerd
had (40).
Hoe edel en groot komt hier weder MAURITS voor , die
met warmte zijne hartelijke overtuiging tot welzijn des
lands voorstond , maar ook weder toonde , dat het hem
niet om OLDENBARNEVELD'S gezag te doen was.
Zelfs
hadden de Fransche gezanten ,
toen zij nog tegen den
vrede waren , hem aangemaand om middelen te zoeken ,
ten einde het gezag van hen , die hem tegenstonden , te
verzwakken , met aanbod hem daarin te willen onder
steunen :
maar hij was
daartegen geweest en had een
voudig ten antwoord gegeven ,
dat
het verlangen
naar
vrede bij hen , die aan het hoofd der zaken stonden , zoo
sterk was , dat hij geene kans zag hen daarvan af te
brengen (41 ) .
WILLEM ,
gezien
Eenstemmig met hem was zijn Neef Graaf
met wien wij
hebben (42) :
hem steeds
hartelijk verbonden
maar deze was minder vurig
van
geest en veel buigzamer om ter verhoeding van grooter
kwaad aan de gebiedende omstandigheden toe te geven.
Ook MAURITS gaf steeds toe , maar minder gemakkelijk en
niet dan in groote noodzakelijkheid . Zoo ook thands. Er
was reeds eene zichtbare verwijdering tusschen hem
2*
en
20
MAURITS BEDRYF GEDURENDE DEN HANDEL
OLDENBARNEVELD ontstaan , waardoor zij elkander naau
Te
welijks toespraken. Doch de Fransche gezanten , voor ver
deeldheid beducht , namen Graaf WILLEM in den arm en
bewerkten door dezen eene , althands uitwendige , verzoe
ning (43).
Met dit al bleef MAURITS , in de
Koning van
onzekerheid , of de
Spanje de voorwaarden der
vredehandeling
zou willen aannemen , voortgaan om tot oorlog aan te
zetten , terwijl er van der Staten zijde , als of zij zich
van eene gunstige verklaring des Konings verzekerd hiel
den ,
geene voorzieningen ten
oorlog
gemaakt
werden.
Dit deed hij des te meer , daar hij wel merkte , dat de
vijand niet zoo zeer op vrede , als wel op een langdurig
bestand oogde ,
daarhenen
en
neigde .
ook
Ic
Omtrent de Fransche gezanten , die
F
veler
gezindheid
hier te lande
nu OLDENBARNEVELD's plan in de hand werkten ,
werd
d
hij hoe langer zoo achterhoudender ; en waarlijk niet
zonder reden : want daar zij hoofdzakelijk tot eensge
zindheid
werkten ,
zelfs bij wege van
en der
Staten
verlangen
een bestand , bemerkten ,
reeds hunnen Koning ,
die
een bestand verklaard
had ,
naar rust
hadden zij
zich meermalen stellig tegen
overgehaald
om
toe te stemmen , ingeval men geenen goeden
ook hierin
vrede be
dingen kon (44) .
De maatregelen , door MAURITS in het werk gesteld om
eene
aanzienlijke partij
voor den
oorlog
te
stemmen ,
waren onder anderen zijne pogingen , om , terwijl reeds
Zeeland op zijne hand was , ook Vriesland en Groningen ,
als het meest met krijgsvolk bezet , in hetzelfde gevoelen
over te halen , en op die wijze , zoo mogelijk , ook de
andere vier Provincien door vrees voor scheuring te be
wegen hetzelfde gevoelen te omhelzen en van het voor
nemen van vrede af te brengen.
Reeds had Graaf WILLEM
verklaard , dat geheel Vriesland tegen den vrede was (45) .
Maar
OLDENBARNEVELD
hield
het integendeel daarvoor ,
le
OVER HET TWAALFJARIG BESTAND .
21
dat beide Vriesland en Groningen ook vredesgezind wa
ren , maar uit vrees voor het krijgsvolk daar niet opent
lijk voor durfden uitkomen (46) .
moeden ,
waarin
Ook was er sterk ver
dat MAURITS schuld had aan de moeilijkheid ,
De
zich de Staten ten dezen tijde bevonden .
grootste schuldeischers van den Staat namelijk vorderden
op eens de terugbetaling hunner gelden , terwijl de Staten
onvermogend waren daaraan te - voldoen. OLDENBARNE
VELD zeide wel te weten , dat deze onordelijkheid bedacht
en beraamd was door de voorstanders des oorlogs , ten
einde alzoo den vijand minder handelbaar te maken en
den vrede tegen te werken .
Wel noemde hij geene na
men van hen , dien hij er de schuld van gaf , maar toonde
toch genoeg , welke personen hij bedoelde , hoezeer de
Fransche gezanten aan hun Hof schreven , die personen
daaraan onschuldig te kennen .
Trouwens van de reeds
bekende braafheid en heuschheid van MAURITS mogen wij
niet verwachten , dat hij in het verwekken van die onge
legenheid eenig deel gehad heeft (47) .
Terwijl men alzoo hier te lande in hoop en vrees over
het uit Spanje verwacht wordende antwoord leefde , ont
vingen MAURITS en de Staten eenen brief van SPINOLA ,
van den 16den July , waarbij hij hun berichtte , dat ' s Ko
nings ratificatie van den wapenstilstand was aangekomen ,
en hij paspoort verzocht voor den Audiencier VERREYKEN ,
om de daartoe betrekkelijke stukken aan de Staten over
te leveren en verder het een en ander ter voortzetting
van den vredehandel voor te dragen . MAURITS , die er
terstond de Fransche gezanten over sprak , was van oor
deel , dat volgens het tijdens den wapenstilstand genomen
besluit de
Aartshertog gehouden was een geteekend af
schrift van 's Konings ratificatie aan de Staten over te
zenden , ten einde zij in de vergadering der Staten Gene
raal onderzocht en vervolgens . naar de Provincien gezon
den wierd , om eindelijk te besluiten , of men daarop in
22
MAURITS BEDRYF GEDURENDE DEN HANDEL
den vredehandel al dan niet treden zou ; dat men alvorens
geene voorstellen of openingen van den vijand moest aan
hooren en nog veel minder VERREYKEN
alhier toelaten ,
daar deze , als een man van gezag en invloed , door listige
middelen veel kwaad doen konde. Doch de Fransche ge
I
zanten , wel voorziende , dat de ijveraars voor den vrede
bedachten
E
eenen middenweg , waarbij men VERREYKEN Wel zou toe
laten in persoon zijn voorstel te doen , maar hem den
volgenden dag weder wegzenden met het antwoord , dat
t
den
H
1sten September hun besluit , aan de Aartshertogen mede
deelen.
MAURITS alweder bewilligde , verklaarde dit in
1
dezen
voorslag
al
te streng
zoude
de Staten er op
zouden vinden ,
en
raadplegen
nog
vóór
den Raad van State voor zijn advies ; de Raad van State
en de Staten Generaal vonden dien voorslag ook goed ,
nadat zij vooraf het advies der Franschen gezanten hadden
ingenomen ; en het verzochte verlof werd VERREYKEN toe
L
van
P
gezonden (48) .
Men ziet
hier
een nieuw bewijs
MAURITS inschikkelijkheid , die , hoezeer hij in groote vrees
nopens den vredehandel verkeerde , zich echter , naar het
getuigenis der Fransche gezanten , zeer wel ten dezen ge
dragen had (49) .
begeerte zijn jacht
Met dit al weigerde hij op der Staten
te leenen ,
OM
VERREYKEN te doen
afhalen (50) , ofschoon hij het vroeger zelfs tot twee rei
zen toe voor NEYEN geleend had (51) .
Als dan VERREYKEN den 23sten July in den Haag was
gekomen , werd hij den volgenden dag ter Staten Generaal
in de tegenwoordigheid van MAURITS
gehoord .
verde ' s Konings acte van ratificatie over ,
Hij
le
doch slechts
ter inzage en verlangde haar terug : voorts verzocht hij
de terugroeping der Staatsche schepen van de kusten van
Spanje, welke daar inmiddels eene heerlijke overwinning
onder
den Admiraal HEEMSKERK behaald hadden (52) , en ·
beklaagde zich (vreemd genoeg) , dat de Staten het verdrag
van wapenstilstand hadden doen drukken en verspreiden
P
OVER HET TWAALFJARIG BESTAND .
23
met de bijvoeging dat de Aartshertogen deze landen voor
vrij hielden en er niets op pretendeerden .
Het was dus
reeds voorshands duidelijk , waar de schoen bij Spanje wrong
en dat de Koning alles wilde beproeven , om die verkla—
*
ring van der landen vrijheid en onafhankelijkheid zoo lang
mogelijk uit te stellen .
Nog duidelijker bleek dit , toen
men de acte zelve inzag : de vereischte woorden waren er
niet in te vinden , en de vorm der acte en der ondertee
kening des Konings was even als die , waarin hij zijne
Men was
placaten aan zijne eigene onderdanen richtte .
het dan ook eenstemmig eens , dat die acte niets deugde :
en VERREYKEN , na eerst door flaauwe uitvluchten be
proefd te hebben haar als voldoende te doen aannemen ,
verzocht
eenige dagen uitstel ,
binnen
welken hij , hier
blijvende , eene betere acte van de Aartshertogen , die eene
uitgebreide volmacht des Konings bezaten , zou bezorgen
naar een voorschrift , hetwelk
hij wilde
hem geven zouden ; verzoekende
dat de Staten
voorts , dat de
Staten
inmiddels de vloot van de kusten van Spanje zouden terug
roepen en hierdoor ook den Koning tot meerdere inschik
kelijkheid en toegeeflijkheid bewegen .
Hierop werd er
eene Commissie , aan wier hoofd OLDENBARNEVELD stond ,
gezonden naar de Fransche gezanten om hun oordeel in
te winnen
en op dezer raad was men het eens , aan
VERREYKEN Vijf of zes dagen te vergunnen , en hem , in
dien hij er op aandrong , de overgeleverde acte van rati
ficatie terug te geven.
Dan over de beide andere punten ,
de terugroeping der vloot en het ontwerpen eener rati
ficatie , kon men het niet zoo dadelijk eens worden. Reeds
bevorens hadden zich de gezanten afzonderlijk aan OLDEN
BARNEVELD tegen het eerste dier twee punten verklaard :
doch laatstgemelde wilde hetzelve toegestaan hebben en
zocht het hun met alle mogelijke redenen te beduiden ,
hoezeer
hij hierin door
werd tegengesproken.
den afgevaardigde
van Zeeland
De gezanten namen tijd van be
24
MAURITS BEDRYF GEDURENDE DEN HANDEL
Deze verklaarde zich
raad en spraken er MAURITS over.
terstond vierkant tegen de beide punten , betuigende nooit
te zullen toestemmen in de terugroeping der vloot , daar
het dwaas zoude zijn iets te doen ten believen des vijands ,
die
zijn
woord niet
gehouden had ;
dat die maatregel
vreesachtigheid zou verraden , als of men den vijand niet
beleedigen durfde ; dat het vroegere besluit , om de vloot
niet " terug te roepen , met toestemming van al de Provin
cien genomen was en dus niet dan met gelijke toestem
ming mocht veranderd worden ; en dat anderszins twee
Provincien en ook meerdere afgevaardigden in de Staten
Generaal zich zonder twijfel daartegen verzetten zouden :
voorts dat ook het ontwerpen eener ratificatie , als aan
onoverkomelijke zwarigheden onderhevig , geheel verwor
pen moest worden .
De gezanten waren het ten dezen
geheel eens met MAURITS : doch vreezende , dat hun dien
overeenkomstig
advies door de Staten niet
gevolgd zou
worden , zochten zij MAURITS , op grond van vrees voor
verdeeldheid ,
waartoe
hij
konde (53) ,
tot
eenige
echter
niet
en deden zij
inschikkelijkheid
dan
te
schoorvoetende
bewegen ,
besluiten
ook wederkeerig OLDENBARNE
VELD onder de hand verzoeken , om het oordeel van MAU
RITS te volgen en daartoe bij
de
Staten te arbeiden .
Voorzichtigheidshalve dan verklaarden zij zich ten dezen
van het geven van advies te onthouden. En hierop be
sloten de Staten , die over het algemeen wel genegen
schenen beide punten toe
te
geven ,
na eene levendige
beraadslaging ten gevolge van de tegenkanting van Zee
land en Vriesland ,
om VERREYKEN zes dagen uitstel te
gunnen ter bezorging eener betere ratificatie , hem zelven
het ontwerp daarvan te doen stellen , en het punt over
de terugroeping der vloot fot na die zes dagen te ver
schuiven (54).
VERREYKEN antwoord uit Brussel ontvangen hebbende ,
werd den 2den Augustus ter Staten Generaal in tegen
OVER HET TWAALFJARIG BESTAND .
woordigheid van MAURITS en den
25
Raad van State ge
hoord , en verklaarde , dat , indien de Staten de overge
leverde ratificatie , ofschoon , naar zijn oordeel , voldoende ,
niet wilden aannemen , de Aartshertogen bereid waren naar
Spanje te schrijven ter verkrijging eener betere acte , mits
maar de Staten alvorens hunne vloot te huis ontboden .
De
Fransche
gezanten ,
hierover
geraadpleegd ,
waren
sterk tegen het verzoek en meenden , dat de vloot eer
der behoorde versterkt te worden : dan met dit advies
wilde OLDENBARNEVELD zich volstrekt niet vereenigen , die
ook verklaarde , dat gantsch Holland op de terugroeping
der vloot aandrong.
MAURITS , als men licht begrijpen
kan , bleef bij zijn oud gevoelen , dat men het verzoek van
VERREYKEN ten eenen male moest afstaan (55) .
Zonder
omwegen toonende alle voorslagen van vrede te verwer
pen ,
kwam hij zoo opentlijk en rond voor zijn gevoelen
uit , dat de gezanten hem rieden zich niet zoo geheel te
ontlasten , dewijl hij daardoor allen invloed bij het volk
verliezen zou , hoewel zij anders zijn advies toestonden.
Hierdoor was er op nieuw eene groote verwijdering tus
schen MAURITS en OLDENBARNEVELD ontstaan : hetgeen vele
moeite aan de gezanten
gen invloed van
komen ,
veroorzaakte ,
die den machti
den laatsten niet wetende te boven te
steeds , uit vrees voor verdeeldheid , bij MAURITS
op toegevendheid aandrongen , en daarin ook nu alweder
slaagden ,
ten duidelijke blijke
dat
deze
in
zijnen ijver
niet door persoonlijken haat tegen OLDENBARNEVELD , maar
door hartelijke en vaste overtuiging van de gegrondheid
zijner gevoelens gedreven werd .
De gezanten brachten
hen , ook vooral door middel van Graaf WILLEM , weder
te samen : MAURITS sprak den anderen met alle 'heuschheid
toe , en de uitwendige eenheid werd hersteld , voor zoo
ver dit mogelijk was tusschen Staatsmannen van geheel
verschillende inzichten.
Dien ten gevolge stemde hij ook
toe in den raad hem door de gezanten
gegeven , om ,
26
MAURITS BEDRYF GEDURENDE DEN HANDEL
indien hij de terugroeping der vloot niet wist tegen te
houden , alsdan aan te dringen op de volgende beperkin
gen , dat de vorm der ratificatie door de Staten zou wor
den ontworpen ,
dat de acte zelve binnen eenen korten
termijn zou worden overgeleverd , of dat de Staten an
derszins eene nieuwe vloot in zee zouden mogen zenden
en alle verdere openingen van vrede afslaan . In dezen
zin viel dan ook , na een langdurig en hevig verschil , het
besluit der Staten : zij verklaarden hunne vloot slechts ten
believen der Aartshertogen terug te roepen , zij bepaalden den
termijn ter overlevering der ratificatie op zes weken , en
ontworpen , door de pen van OLDENBARNEVELD , eene acte ,
welke de gezanten goedkeurden , ofschoon deze haar in nog
sterkere en meer bepaalde woorden gewenscht hadden en
oordeelden , dat zij in eene zeer slechte taal en stijl vervat
Evenwel de bijvoeging , dat men na zes weken
was.
geene openingen van vrede meer zoude aannemen , bleef
achterwege.
VERREYKEN hield zich met dit een en ander
vergenoegd en vertrok den 12den Augustus (56) .
De gestelde zes weken liepen ten einde en nog was er
geen antwoord uit Spanje gekomen . Er gingen zelfs ge
ruchten , dat de Koning de ratificatie niet wilde geven ,
althands
niet in dien vorm en met die bepalingen , als
de Staten begeerd hadden.
MAURITS en de zijnen waren
hierover uitermate verheugd , hopende dat alzoo de oorlog
zou worden voortgezet ; terwijl het aan OLDENBARNEVELD
en1 de zijnen tegenviel , die reeds voorsloegen om in zulk
geval alleen met de Aartshertogen tot vrede te handelen ,
hetgeen weder door MAURITS en vele anderen sterk werd
tegengestaan (57) .
MAURITS meende voor zijn gevoelen ter
voortzetting des oorlogs sterkte te vinden in de bijzondere
verklaringen der Engelsche gezanten , die inmiddels waren
overgekomen , maar die toch niets deden of aanboden ter
wezentlijke ondersteuning en inderdaad zich geheel ver
eenigd betoonden met
de raadslagen der Fransche gezan
27
OVER HET TWAALFJARIG BESTAND .
ten.
Deze
waren daarentegen thands meer dan ooit tot
vrede gestemd , en daar zij geen wanvertrouwen koester
den tegen de vaderlandsliefde van den schoonsprekenden en
goede woorden gevenden OLDENBARNEVELD , Zoo begonnen
zij
zich ,
beide
ofschoon altijd een zeker
partijen
midden
tusschen de
houdende , meer tot OLDENBARNEVELD te
wenden , wiens ijver zij
slechts een weinig beteugelden ,
en van MAURITS af te wijken , met wien zij nu geheel in
advies verschilden (58) .
Met dezen hadden zij dien ten
gevolge vele moeite : zij hielden hem zijn eigen belang
voor , dat hij zeer benadeelde door zich langer tegen de
zoo blijkbare begeerte der Staten te verzetten , daar hij
zoo doende zijn gezag en invloed · verminderde , welke hij
integendeel bij eenen goeden vrede , ook door ' s Konings
genegenheid te hemwaart ,
vermeerderen konde.
Dan hij
liet zich van zijn gevoelen voor den oorlog niet afbrengen ,
•
hoezeer hij zich matigde vooral op den raad van Graaf
WILLEM , die veel op hem vermocht.
Hoe belangloos voor
zich zelven hij in dit alles te werk ging , vinden wij her
haalde malen door de Fransche gezanten getuigd .
Naar
de aanbiedingen des Konings om zijnen staat bij vrede te
helpen bevorderen ,
opende hij naauwelijks de ooren : de
welwillendheid der Staten , die hij zich door het voorstaan
van den vrede konde bezorgen , en die hem in zijn per
soonlijk belang zoo te pas kwam , zocht hij niet ten koste
zijner gemoedelijke overtuiging : hij verklaarde steeds , zich
niet dan door eigene deugd te willen staande houden en
geenszins door eenige vleiërijen : ja hij ging daarin zoo
ver , dat Koning HENDRIK , welke die zuivere belangloos
heid voor zich zelven niet kende , vermoedde , dat MAURITS
heimelijk van eenig ander ontwerp ter verheffing van zijnen
staat zwanger ging (59) .
Onderwijl waren er op den 24ten September brieven
van VERREYKEN en NEYEN gekomen , waarbij zij , vermits
de gestelde zes weken ten einde waren geloopen , evenwel
28
MAURITS BEDRYF GEDURENDE DEN HANDEL
verzekerden , dat de ratificatie des Konings komen zou , en
dus nog eenig uitstel verzochten.
een
En hoezeer hun hierop
hartig antwoord werd gegeven ,
waarbij de Staten
verklaarden te twijfelen aan de oprechtheid der Aartsher
togen ,
die de
handeling schenen sleepende te houden ,
werd den vijand echter het verzochte verlof , zelfs zonder
eenige tijdsbepaling toegestaan (60) .
Het was eerst op den 24sten October , dat VERREYKEN
en NEYEN in den Haag kwamen met de lang verwachte
ratificatie des Konings
(61 ) .
In den vorm was zij niet
zoodanig , als door de Staten was opgegeven : en de in
houd behelsde een allerbedenkelijkst bijvoegsel , te weten ,
dat zij nul en van geener waarde zou zijn , indien het
hoofdverdrag
over
vrede
of langdurig bestand niet tot
stand mocht komen , en de partijen het zoo over het
punt van godsdienst als alle andere niet eens konden wor
den (62) .
Het grootste struikelblok in deze acte bestond in het
gewag , dat er van den godsdienst in gemaakt was . Dui
delijk was het , dat de vijand het meerdere of mindere
herstel van de Roomsche kerk hier te lande zou zoeken
te bewerken.
gelijke
En hierover hadden de Fransche gezanten
inzichten ,
hadden op
daar zij van hunnen Koning in
dat herstel
het zij onder ,
vredehandel aan te dringen .
het
zij
last
na den
Deze rieden dus den Staten
de overgeleverde ratificatie als voldoende aan te nemen.
Doch hiertoe was het niet zoo gemakkelijk de Staten te
bewegen , die , hoe vredesgezind ook , echter nog huiverig
waren eenige verandering in de godsdienstoefening hier te
toe te laten . Ook MAURITS , als licht te begrijpen
lande
is , kantte zich ten sterkste tegen dien voorslag aan en
begeerde , dat de Fransche gezanten hun advies ten dezen
zouden inhouden , totdat zich de Provincien zouden ver
klaard hebben.
Dan hieraan wilden de gezanten niet , en
MAURITS (men bewondere zijne gematigheid !) toonde liever
29
OVER HET TWAALFJARIG BESTAND.
hun gevoelen niet te willen tegenspreken , dan wel over
tuigd en overreed te zijn . Eenstemmig met hem was
Graaf WILLEM .
Maar OLDENBARNEVELD dacht gants an 4
ders : hij vond er geene de minste zwarigheid in , om de
oefening van den Roomschen godsdienst onder eenige be
palingen toe te laten in die steden , waar zich een groot
getal Roomschen bevonden , als te Utrecht, Haarlem , Am
sterdam en elders.
Doch met deze meening , die hij den
Franschen gezanten uitte , durfde hij niet opentlijk in de
Staten-vergadering voor den dag komen (63) .
De vraag over het al of niet aannemen der acte van
ratificatie werd op den 30sten October bij de Staten Gene
raal in beraad gelegd in tegenwoordigheid van MAURITS ,
Graaf WILLEM en den Raad van State.
MAURITS ver
klaarde voor zijn advies altijd zwarigheid gevonden te heb
ben en nog te vinden in de handeling met den vijand ,
als die niets anders zocht dan ons te bedriegen : evenwel
daar hij , MAURITS , zag , dat de Provincien tot de hande
ling genegen waren , zoo wilde hij zich er niet tegen stel
len, maar vertrouwde dat de Staten op alles behoorlijk
1
zouden letten. Graaf WILLEM sprak in gelijken zin maar
breeder en krachtiger : ook hij verklaarde geen vertrouwen
te kunnen stellen op eenen vijand , die tot stelregel had ,
aan ketters en rebellen geen geloof te houden : met dit al ,
om den Staten genoegen te geven , wilde ook hij de han
deling goedvinden , mits men zorgde voor de souverainiteit
en den godsdienst ,
en in het
vertrouwen , dat men met
gelijken ijver en moed , als vroeger , den oorlog hervatten
zou , indien de handeling niet mocht gelukken .
De Raad
van State oordeelde , dat , alvorens in handeling te treden ,
de gebreken in de acte van ratificatie moesten verholpen
worden .
Van de Provincien wilde alleen Gelderland, dat
men , niettegenstaande die gebreken , terstond de handeling
zoude aanvangen :
maar
Holland sloeg
voor ,
en
werd
daarin door de overige Provincien gevolgd , dat men eerst
30
MAURITS BEDRYF GEDURENDE DEN HANDEL
nog de afgevaardigden des vijands over de gebreken der
acte zou onderhouden , om ze zoo mogelijk te doen her
stellen , en daarna met advies der vreemde gezanten over
het al
of niet aanvangen der handeling
Onbekend is het ,
besluiten
zou .
of en op welke wijze dat onderhoud
met ' s vijands afgevaardigden heeft plaats gehad : maar op
den 2den November werd het besluit genomen , om de
overgeleverde acte van ratificatie aan te nemen , behoudens
de goedkeuring der Provincien , waartoe een termijn van
zes weken bepaald werd (64) .
Onbekend is het , wat er nu hieromtrent in de Provin
cien en ook door MAURITS gehandeld is (65) . Op den
20sten December kwamen de Staten Generaal met den last
hunner onderscheidene Provincien weder bijeen .
geen merkelijk verschil van gevoelen.
Er was
Allen stemden in de
handeling toe , ofschoon Zeeland er op aandrong en ook
andere Provincien zulks wenschten , dat er alvorens een ver
dedigend verbond met Frankrijk en Engeland zou worden
aangegaan , waartoe evenwel de vreemde gezanten nog niet
verstaan wilden .
Opmerkelijk is het , dat , behalven Gel
derland en Holland , al de overige Provincien vorderden ,
dat , vóór het nemen van een eindbesluit , men de adviezen
van MAURITS , Graaf WILLEM en den Raad van State zoude
innemen.
Men zou hieruit bijkans kunnen besluiten , dat
er bij die beide Provincien , die het sterkste op vrede aan
drongen , geene groote genegenheid bestond tot het vragen
van raad aan hen , die zij wisten dat een tegenzin in den
vredehandel hadden .
hield stand.
Dan
het gevoelen der meerderheid
MAURITS dien ten gevolge in de vergadering
komende , verzettede zich evenwel niet tegen den handel ,
maar drong er op aan , dat men , alvorens daartoe aan de
Aartshertogen te schrijven ,
zou ontwerpen en vaststellen
het artikel van den vrijen staat van den lande , zoo als de
Staten verstonden het te handhaven , of , bij den onwil des
vijands , daarop te breken ; en dan dat artikel te stellen in
31
OVER HET TWAALFJARIG BESTAND.
den brief aan de Aartshertogen , ten einde zij zich zouden
kunnen beraden daarop al dan niet hunne Commissarissen
te zenden.
In dit gevoelen stonden ook Graaf WILLEM
en de Provincie Zeeland.
Dan hiertoe wilde de meerder
heid niet verstaan , die slechts ten hoogste tot eene acte
van onderlinge belofte en verbindtenis nopens ' s lands vrij
heid besluiten kon , zonder zelfs hiervan eenige melding in
den voornoemden brief te maken :
zoodat , toen op den
22sten December het ontwerp van dien brief aan MAURITS
en
Graaf WILLEM
werd
medegedeeld ,
zij
beide hunne
vorige bezwaren herhaalden zoo op de acte van verbind
tenis als op den brief, hoezeer zij eindelijk de zaak over
lieten aan het oordeel der vergadering (66).
Omtrent de hoedanigheid der Commissarissen ,
Aartshertogen
die de
zouden behooren af te zenden , maakte deze
brief geene melding dan eene verwijzing tot het aanbod
der Aartshertogen zelven van den 13den Maart , dat zij daar
toe slechts Nederlanders benoemen zouden (67) .
Dan reeds
op den 30sten November hadden NEYEN en VERREYKEN ter
Staten Generaal verzocht , dat er onder die Commissarissen
ook een of twee personen , geen Nederlanders wezen
de , van wege den Koning van Spanje zouden mogen be
noemd worden. Dit in overweging genomen , was er den
21sten December besloten ,
dat men ook eenen Spanjaard ,
niet wezende in krijgsdienst , zou toelaten : hetwelk den
23sten December nader bevestigd werd , door de min strenge
bepaling , dat die Spanjaard niet zoude mogen behooren
onder de voornaamste officieren van oorlog : welk besluit
bij een afzonderlijk briefje in den brief aan NEYEN en
VERREYKEN gesloten werd (68) .
•
De reden , waarom men de voornaamste krijgsoversten
uitzonderde , was in den veldheer SPINOLA gelegen , dien
men over ' t algemeen niet gaarne in ons land wilde toe
laten ,
en die men wel voorzien kan dat anders door den
vijand benoemd zou worden .
Minder zeker is het , waarom
}
32
MAURITS BEDRYF GEDURENDE DEN HANDEL
men ter kennisgeving van dit besluit zulk een zijdelingsch
middel , als een ingestoken briefje , bezigde ; hoewel het
algemeen daarvoor gehouden wordt , dat het een loos be
20
leid van OLDENBARNEVELD was , die gaarne SPINOLA onder
L
's vijands Commissarissen verlangde , daartoe het tegen
PC
overgestelde verlangen der Staten in dubbelzinnige woor
den vervatte , en het aangewende middel verkoos , opdat
D
MAURITS ,
D
Graaf WILLEM en de Raad van State er geene
kennis van dragen zouden.
De dubbelzinnigheid van het
briefje lag daarin , dat het slechts eenen Spanjaard weerde ,
die een krijgsoverste zijn zou , terwijl SPINOLA geen Span
Gelijk het te begrijpen is , maakten de Aartshertogen
A
#
hiervan gebruik en benoemden tot hunne Commissarissen ,
1
jaard , maar een Italiaan was (69) .
behalven NEYEN en VERREYKEN , hunnen Veldheer SPINOLA ,
den Spanjaard MANCICIDOR en den Bourgondier RICHAR—
J
Hiervan aan de Staten kennis gegeven zijnde ,
C
viel er al dadelijk een groot bedenken op de toelating van
SPINOLA.
0
DOT (70) .
De vreemde gezanten , om raad gevraagd , ver
a
klaarden zich er tegen , doch lieten de zaak aan de Staten
over . Even zoo deden ook MAURITS , Graaf WILLEM en
"
In de Staten-vergadering was aan
Pr
de Raad van State.
vankelijk
verdeeldheid ,
daar
de Provincie
Zeeland
er
zich
tegen de toelating verklaarde : maar OLDENBARNEVELD's in
vloed overwon , en op den 11den January werd besloten
in de gedane benoeming van ' s vijands Commissarissen ge
noegen te nemen (71).
Aan den vredesijver der Staten was nu geen stuiten
meer. Ook werd dezelve gevoed door de Fransche gezan—
ten , die nu geheel in OLDENBARNEVELD's zin werkten en
met dit oogmerk bezig waren een verdedigend verbond
tusschen Frankrijk en de Staten , voor het geval van vrede
met Spanje , op te rechten .
Dit verbond wilden zij nu
reeds tot stand gebracht hebben , opdat het den vredesijver
nog meer zou aanwakkeren en aan de oorlogsgezinde partij
♪
33
OVER HET TWAALFJARIG BESTAND.
een wezentlijk bezwaar tegen de vredehandeling ontne
men.
Uit dien hoofde was dan ook OLDENBARNEVELD
even sterk voor dezen maatregel , als MAURITS en Graaf
WILLEM , Voor wie nog zoo vele andere bezwaren bestaan
bleven ,
zich er tegen verklaarden , hoezeer de gezanten
alle moeite deden , om hun te beduiden , dat juist zulk
een verbond den Spanjaard afkeerig van vrede maken moest .
En alzoo kwam hetzelve den 25sten January 1608 tot
stand (72) .
De
Spaansche
overgekomen ,
gemachtigden ,
werden ,
op den
1sten
lijkheid ingehaald en verwellekomd (73) .
het
February
ook door MAURITS , met alle hof
reeds zoo ver gekomen
was ,
had ,
MAURITS ,
nu
ofschoon steeds
bij zijn gevoelen tegen den vrede blijvende , besloten de on
derhandelingen daartoe niet tegen te werken , maar af te
wachten ,
wat zij zouden opleveren.
werden 's vijands gemachtigden ter
tegenwoordigheid
van
MAURITS ,
Den 5den February
Staten Generaal , in
Graaf WILLEM en den
Raad van State , ten plechtigen gehoore ontvangen , en
den
volgenden
gen (74) .
dag
reeds
begonnen
de
onderhandelin–
Deze werden door Commissarissen uit de Sta
ten Generaal ,
waaronder ook Graaf WILLEM ,
gevoerd .
MAURITS was er wel toe verzocht geworden , maar had
zich daarvan verschoond en Graaf WILLEM aangewezen (75) .
Deze
Commissarissen moesten van alle de beraadslagingen
verslag geven en steeds de beslissing der Staten Generaal
op ieder punt afwachten.
Gewoonlijk namen dan de Sta
ten de adviezen in van MAURITS , Graaf WILLEM en den
Raad van State : doch de beslissing van alles bleef aan
de Staten.
*
Wij zullen de gevoerde onderhandelingen niet stuk voor
stuk opgeven , maar alleen voor zoo ver men er MAURITS
gezindheid en handelwijze uit kan nagaan .
Men zal be
vinden , dat hij , hoezeer zich nimmer een voorstander
des vredes betoonende , echter alleszins gematigd te werk
3
III
34
MAURITS
ging
en
zijne
BEDRYF GEDURENDE DEN HANDEL
adviezen
slechts
op
wantrouwen
tegen
' s vijands oprechtheid en eerlijkheid gegrond waren .
Reeds vooraf , op den 4den February , hadden de Staten
Generaal het eerste artikel van het tractaat , over de vrij
heid en onafhankelijkheid des lands geregeld ,
ten einde
daarvan in de onderhandeling niet af te wijken .
Of Mau
RITS tegen het ontwerp van hetzelve eenige aanmerkingen
gemaakt heeft , vindt men niet vermeld ; maar wel dat er
door den Raad van State aanmerkingen op gemaakt zijn :
hoezeer men zich , ten einde reeds in het begin geene oor
zaak van twist te geven , over die aanmerkingen heeft heen
gezet en het ontwerp eenparig goedgekeurd (76) .
Na de goedkeuring der wederzijdsche lastbrieven (77) ,
en het beginnen der onderhandelingen , viel er al spoedig
tusschen de beide partijen een groot verschil over de vrij
heid van den Indischen
dat de
handel.
De Spaanschen wilden ,
Staten geheel van dien handel zouden afzien : de
Staten daarentegen , en bijzonder Holland en Zeeland , die
er het voornaamste voordeel van hadden , weigerden , van
die vrijheid , welke zij zich
door de wapenen verworven
hadden en nu metterdaad genoten , iets het minste af te
staan .
Dit verschil had al dadelijk de onderhandelingen
kunnen doen afbreken : en daar de Fransche gezanten hier
voor ten uiterste bevreesd waren , stelden zij alle moge
lijke middelen te werk om de partijen tot onderlinge toe
gevendheid te bewegen , volgens welke de Staten zich met
die vrijheid slechts voor den tijd van veertien jaren , dat
de Oostindische Compagnie nog duren moest , zouden ver
genoegen , en Spanje hun die vrijheid gedurende dien tijd
zou toekennen .
schil ?
En hoe gedroeg zich MAURITS in dit ge
Naar het getuigenis van JEANNIN , bleef hij altijd
met ijver staan op de geheele vrijheid van den Indischen
1
handel , maar hield hij zich evenwel uit eerbied voor den
Koning van Frankryk , die
toegeeflijkheid wilde ,
in , dan hij wel anders zoude gedaan hebben (78) .
meer
35
OVER HET TWAALFJARIG BESTAND.
In dien
gematigden ijver bleef hij voortgaan .
Reeds
voorzagen de Fransche gezanten , dat er geen vrede zoude
kunnen getroffen worden , en deden zij dus onder de hand
Voorslagen tot een langdurig bestand , meenende , dat het
MAURITS
slechts om oorlog , als zoodanig , te doen was ,
en hij dus veel gemakkelijker tot een bestand , hetwelk
de uitzichten op het vernieuwen des oorlogs overliet ,
zoude te brengen wezen dan tot eenen vrede.
Doch ook
hierin bedrogen zij zich , daar MAURITS een langdurig be
stand nog veel sterker afkeurde dan eenen vasten vrede :
zoodat zij nu weder vervielen tot de gedachte , dat die
afkeuring voortkwam uit vrees , dat een bestand lichter
dan vrede te treffen zijn zoude.
verklaren ,
En nochtans moesten zij
dat hij zich ook hierin wijsselijk gedroeg en
veel achting toonde voor de raadgevingen en bevelen , die
hun van den Koning gedaan werden (79) , En toen hij
in de maand dezes jaars aan den Koning van Frankrijk
eenen brief had geschreven , om het voortzetten des oor
logs boven het maken van vrede , vooral van bestand , aan
te prijzen , en de Koning hem in antwoord hierop vrede
of bestand boven oorlog had aangeraden , schreef JEANNIN
aan zijn Hof terug , dat MAURITS dat antwoord ten goede
had opgenomen en ook niets tegen ' s Konings verlangen
doen zou , hoezeer hij toch nimmer een voorstander des
vredes worden zou (80) .
Met dit al kwam MAURITS steeds
voor zijn gevoelen , strekkende ter voortzetting des oorlogs ,
met zulk eene belangelooze openhartigheid en onverzet
telijkheid uit , dat JEANNIN er zich ten hoogste over ver
wonderde en hem gedurig
zijn belang voor oogen stelde
om zich toch wat in te houden en te veinzen , daar hij ,
bij den algemeenen wensch tot vrede , zich anderszins on
gelijk deed en door het aan den dag brengen van zijn
onvermogen , zijnen invloed bij het volk verliezen zou (81 ) .
Het punt van den Indischen handel was een onoverko
melijk struikelblok , en zou alle onderhandeling hebben doen
3*
36
MAURITS BEDRYF GEDURENDE DEN HANDEL
afbreken , indien niet de Spaanschen besloten hadden NEVEN
naar Spanje te zenden , om nieuwe bevelen te halen .
Hij
vertrok den 2den April en beloofde binnen 38 dagen terug
te zijn (82).
In dien tusschentijd en wel op den 4den April leverde
MAURITS aan de Staten Generaal een paar geschriften over ,
behelzende de punten , die hij
zoo voor zich zelven als
voor zijn Huis verzocht dat bij de onderhandeling zouden
behartigd worden (83) .
De verplichting der Staten ten
dezen sprak van zelve , weshalve zij de belangen van het
Huis van Nassau reeds onder de punten , waarover ge
handeld moest worden , vervat hadden .
Op den 18den en
19den namen de Staten die geschriften in overweging en
beloofden met voor MAURITS en zijn Huis vleijende woor
den , dat zij er te gelegener tijd op letten zouden (84) .
De
wapenschorsing ,
die onder
alle
deze handelingen
eerst voor zes weken , vervolgens weder voor twee maan
den verlengd was , stond op nieuw in Mei te eindigen.
Maar deze omstandigheid veroorzaakte een nieuw verschil.
OLDENBARNEVELD en de zijnen , die het grootste deel der
Staten uitmaakten , wilden met alle hardnekkigheid de wa
penschorsing tot het
einde
des
jaars
verlengd
hebben :
daarentegen wilden MAURITS , de met hem steeds eenstem
mige Graaf WILLEM , de Raad van State en de Provincie
Zeeland die verlenging slechts tot
het
einde van July ,
terwijl ook Utrecht en Vriesland tot dit laatste gevoelen
overhelden.
Daarenboven wilde de eerste partij reeds da
delijk eene afdanking van krijgsvolk , waartegen de andere
partij zich krachtig verzette .
De beraadslagingen over dit
een en ander waren onstuimig.
OLDENBARNEVELD verde
digde zijn gevoelen met eene hem niet passende hevigheid ,
die den haat zijner tegenstanders tegen hem vermeerderde
en
waardoor hij zelfs bij meer gematigde lieden ,
welke
voor den vrede waren , in opspraak en eenige verdenking
kwam .
De vreemde , vooral Fransche gezanten hielden
OVER HET TWAALFJARIG BESTAND .
37
zijn gevoelen 1 voor onzinnig , en daar zij er zich met alle
kracht van redenen tegen stelden ,
zoodat er zelfs bittere
woorden gewisseld werden , sloeg hij eindelijk eenen mid
denweg voor , om namelijk de wapenschorsing tot aan het
einde des jaars te verlengen onder bepaling evenwel , dat
vóór het einde van July de vrede zou getroffen zijn , of
anders alle onderhandeling worden afgebroken.
vond
algemeene
Dit voorstel
goedkeuring ook bij MAURITS en Graaf
WILLEM , die het nog beter oordeelden dan hun eigen ge
voelen
en alzoo werd het in een besluit veranderd (85) .
Wat nu hier weder ten laste van MAURITS te brengen?
De Fransche gezanten prezen op nieuw bij hun Hof MAU
RITS lijdzaamheid en gezeggelijkheid , waardoor hij , bij zijn
gevoelen tegen den vrede volhardende , en verwachtende
dat NEYEN met een ongunstig antwoord uit Spanje terug
zou keeren , zich inmiddels naar het verlangen des Konings
schikte en de vredesonderhandelingen haren loop liet gaan ,
zonder ze tegen te werken , niet als of hij niet altoos arg
waan bleef koesteren tegen de hevige voorstanders des vre
• des , van wier goede trouw hij zich niet overtuigen kon ;
maar omdat hij , door het bedrieglijk spreken van OLDEN
BARNEVELD misleid , de vredesonderhandelingen te ver had
laten komen , zonder zich er vroeger , toen hij zulks had
1
kunnen doen , met kracht tegen verzet te hebben (86) .
Gedurende de afwezigheid van NEYEN werden de beraad
slagingen over de andere punten , die nog te vereffenen
waren , voortgezet . Geenszins beviel dit aan de voorstan
ders des oorlogs , die vreesden , dat , als men het over deze
punten zou zijn eens geworden , men ook niet zoo sterk
meer op de vrijheid des Indischen handels zoude staan blij
ven : weshalve zij verlangden , dat men de Spaansche ge
machtigden inmiddels vertrekken liet.
partij ,
Doch daar de andere
gesterkt door den invloed der Fransche gezanten
dezen voorslag afkeurde , hadden de onderhandelingen ha
ren voortgang (87) .
Evenwel toen ook JEANNIN , de voor
38
MAURITS BEDRYF GEDURENDE DEN HANDEL
naamste beleider der zaken , op den 20sten Juny eenen keer
naar Frankrijk deed en eerst op den 15den Augustus terug
kwam , had er in dien tusschentijd niets zonderlings meer
plaats .
En ofschoon de tijd der vredehandeling slechts tot
den 31sten July bepaald was geweest , schijnt men echter
door die afwezigheid genoopt te zijn geworden , om , bij de
nog altijd gehoopte terugkomst van NEYEN uit Spanje , op
dien gestelden termijn niet zoo naauw te letten , maar dien
stilzwijgend te verschuiven. Eindelijk dan bij den terug
keer van JEANNIN , werd men langer uitstel moede en be
sloot men op den 20sten Augustus de onderhandelingen met
de Spaansche gemachtigden op nieuw aan te vangen.
En
het was alstoen , dat deze met hunnen eisch ter herstelling
van de openbare oefening van den Roomschen godsdienst
hier te lande voor den dag kwamen.
teederst punt.
Dit was een aller
Ook de Fransche gezanten hadden van hun→
nen Koning in last dien eisch des vijands eenigermate te
ondersteunen.
Doch de algemeene geest zelfs van de voor
standers des vredes was hiertegen , zoo zelfs dat , indien
Spanje dezen eisch had voorop gezet , van onzen kant alle
vredesonder handeling zou zijn afgeslagen geweest.
OLDEN
BARNEVELD evenwel was daarop niet zoo gemoedelijk , ge
lijk wij reeds vroeger gezien hebben (88) : en wel begrij
pende , dat men dien eisch nu althands nog in geenen deele
zou toegeven ,
verzocht hij den Franschen gezanten hun
voorstel daartoe tot nå den vrede te verschuiven , verwach
tende , dat men dan wel ten gevalle des Konings iets tot
herstel
van
den Roomschen godsdienst
doen zou (89) .
Doch de Spaanschen , onderwijl bepaalden last van hunnen
Koning gekregen hebbende , wilden van hunnen eisch niet
afzien : en het gevolg was , dat op den 23sten Augustus bij
een plechtig besluit der Staten (90) de vredehandel werd af
gebroken (91) .
Reeds lang hadden de Fransche gezanten deze uitkomst
voorzien en dus van hunnen Koning , die daaromtrent vroe
OVER HET TWAALFJARIG BESTAND .
39
ger een ander gevoelen gehad had , in last gekregen , om
in dat geval op het treffen van een langdurig bestand aan
te dringen (92) .
Daartoe dan deden zij hun voorstel op
den 27sten Augustus (93) . Hierover rees een groot ge
schil. De voorstanders des vredes dreven ' s lands nood en
behoefte zoo hoog , dat vrede of althands langdurig bestand
eene noodzaak voor den lande scheen.
MAURITS en de zij
nen daarentegen rekenden dien nood en behoefte minder
hoog , ja sommigen gaven reeds te kennen , dat indien zij
van hunne bondgenooten verlaten wierden , zij dan de uiter
ste deelen des lands , die hen meer verzwakten dan ver
sterkten , moesten laten varen , als wanneer zij machts ge
noeg zouden hebben om den vijand het hoofd te bieden
en het binnenland te verdedigen : ook waren er die meen
den , dat het voorstel weder naar de Provincien moest ge
zonden worden (94) .
kwamen
de
Staten
Eindelijk op den 30sten Augustus
Generaal ,
uitgenomen de Provincie
Zeeland , die allen verderen handel weigerde , daarin over
een , dat men den voorslag tot een langdurig bestand op
goede
voorwaarden moest aannemen , onder bepaling dat
zoo door den Koning van Spanje als door de Aartsherto
gen de vrijheid en souverainiteit des lands voor altijd , uit
drukkelijk verklaard moest worden (95) .
Doch hierin kon
door de Spaansche gemachtigden , zonder nieuwen last van
hunnen Koning , niet worden getreden ,
en zij verzochten
dus alweder een uitstel tot het einde der maand Septem
ber , daar zij reeds om nieuwen last naar Spanje gezonden
hadden.
Deze vertraging verdroot den Staten grootelijks :
niet slechts de voorstanders des oorlogs , maar ook zelfs
vele vredesgezinden oordeelden of begonnen nu te oordee
len , dat zij door den vijand bedrogen werden (96) . Men
vroeg der vreemde gezanten advies , en deze waren , na
veel verschil ,
dewijl zij allen de
schadelijkheid
van een
vernieuwd uitstel erkenden , eindelijk vredeswille het eens ,
om den Staten het toestaan van dat verzoek aan te raden.
40
MAURITS BEDRYF GEDURENDE DEN HANDEL
Dit advies ter vergadering der Staten Generaal ,
waarbij
ongeveer tachtig leden , ook MAURITS en Graaf WILLEM ,
tegenwoordig waren , uitgebracht zijnde , verwekte aldaar
hevige woorden en groote beroering.
MAURITS vertoonde
dadelijk met groote hevigheid en warmte , dat niemand
meer dan hij belang had bij het welzijn des lands ; dat zijn
vader er het leven voor gelaten en ook hij zelf het zijne
zoo dikwijls gewaagd had , gelijk hij er alsnog toe bereid
was , hetgeen door niemand in twijfel kon getrokken wor
den ; dat des vijands verzoek om uitstel niet was dan loos
heid en bedriegerij , om den tijd der wapenschorsing nut
teloos te laten voorbijgaan , zijne geheime practijken voort
te zetten en den Staten te beletten in hunne zaken te
voorzien ( 97) .
Ja , hij nam nu eene gants andere houding
aan dan vroeger , toen over het treffen van vrede gehandeld
werd.
Toen bepaalde hij zich slechts bij het uiten van
zijn advies : maar nu stelde hij alle middelen in 't werk
om een ieder te overtuigen , dat een bestand de ondergang
des Staats zou wezen , dat de Spanjaarden hen wilden be
driegen , dat de Koningen van Frankrijk en Spanje zich
door het onderling uithuwelijken hunner kinderen zouden
vereenigen tot verderf van den Gereformeerden Godsdienst ,
en dat het eenige middel om zulks te beletten bestond in het
vernieuwen des oorlogs , dewijl alsdan de Koning van Frank
rijk en eers- en belangshalve hen zou dienen te ondersteu
nen (98) .
Twee dagen werden er met deze beraadslaging
versleten.
De afgevaardigden van Zeeland weigerden het
gantsche bestand en wilden niet langer bij de vergaderingen
⚫
tegenwoordig zijn , vóór en aleer de Spaansche gemachtig
den zouden vertrokken wezen . Ook in Holland waren er
verscheidene stemmen in dienzelfden zin : terwijl de overige
Provincien en ook het grootste deel van Holland in het
verzochte uitstel over het bestand toetraden . Door alle
deze botsing viel er dan eindelijk op den 13den September
een vrij scherp besluit , dat de Staten , slechts ten believen
OVER HET TWAALFJARIG BESTAND .
41
der vreemde gezanten , het verzochte uitstel tot het einde
der maand verleenden , maar ook zonder verandering wil
den , dat de Spaansche gemachtigden op den 1sten October
zouden vertrekken , zoo zij binnen dien tijd van den Ko
ning
van Spanje geenen volkomenen last ontvingen ,
om
' s lands vrijheid en souverainiteit voor altijd , en dus ook
na het verstrijken van het bestand , te erkennen (99) .
Dit besluit echter deed MAURITS den moed niet zakken
noch tot het einde der maand stil zitten , maar porde hem
te meer in zijnen ijver ,
en
dit op eene wijze , dat de
Fransche gezanten gedrongen waren hulde te doen aan
zijne hartelijke vaderlandsliefde .
Opmerkelijk is daartoe hun
brief aan Koning HENDRIK van den 20sten September (100) .
» Wij hebben , (dus schrijven zij , ) U.
Maj . dikwijls be
>> richt gegeven van de zorg en ijver van den Heere Prins
>> MAURITS , om dezen Staat van Spanje af te scheiden , en
>> door alle mogelijke middelen te beletten , dat dezelve na
>> maals niet weder in de macht van Spanje valle. Langen
» tijd heeft hij gemeend , dat er geen beter middel was dan
» de oorlog , en echter heeft hij zich laten overhalen door
>> de gronden ,
die men voor den vrede aanvoerde .
Maar
>> omtrent het bestand is hij volstandig in deze meening ge
>> weest , dat hetzelve niet te maken was zonder den Staat
>> te bederven en dien onder de Spaansche overheersching te
» rug te brengen , op welke voorwaarden het ook getroffen
>> wierde.
Zijnc redenen zijn voornamelijk deze : dat men
>> niet weet , of deze landen na het einde van het bestand
1
>> wel dezelfde vrienden zullen hebben , als thands , om hen te
>> ondersteunen ; dat de Koning van Spanje alsdan meer mid
>> delen zal hebben om den oorlog te vernieuwen , dan thands ,
>> nu zijne geldmiddelen zijn uitgeput ; dat het volk , door het
>> bestand aan rust gewend, liever het Spaansche juk zal dul
>> den , dan den oorlog hervatten ; dat men gedurende het be
>> stand het benoodigde geld niet zal willen opbrengen tot on
>> derhoud der garnizoenen , die eindelijk zoo gering zullen wor
42
MAURITS BEDRYF GEDURENDE DEN HANDel
>> den , dat men onmogelijk de Provincien en grenssteden zal
>> kunnen bewaren en verzekeren uit hoofde van de menigte
>> aldaar wonende Catholieken , die vijanden zijn van de sou
>> verainiteit , waaronder zij door geweld en niet met vrijen
>> wil gekomen
zijn.
Mitsdien moet men zich op hunne
>> trouw niet verlaten bij de verzwakking der garnizoenen ,
>> maar om hen eenigermate in plicht te houden , zou men ,
>> behalven tamelijke garnizoenen , hun de oefening van hun
>> nen godsdienst moeten toestaan . Waartoe zich nochtans
» de Staten niet gaarne schikken zullen , uit vrees van al te
>> groot nadeel aan de algemeene verzekerdheid en aan de
>> wetten van hun land , gevestigd op eenen grondslag , die
>> geene verscheidenheid in de openbare godsdienst -oefening
» dulden kan. Bij deze redenen voegt hij nog , dat er reeds
>> zaden van tweedracht tusschen de Provincien en de steden
» bestaan , welke bij de ledigheid en rust zullen aanwassen
» en tot opentlijke verdeeldheid komen en waardoor de vij
>> and middel zal krijgen om heimelijke aanslagen te maken
» en de kwalijkgezinden of degenen , die reeds tot hem over
» hellen , om te koopen.
Alle deze gronden zet hij breeder
>> uiteen in den brief , dien hij U. Maj . schrijft , in de zekere
>> verwachting , dat , zoo het Haar behage daarop te letten
>> en door Haar gezag mede te werken ter verhindering van
» dit bestand , althands Haren gezanten te bevelen zich meer
» in te houden , een iegelijk hetzelve bestand zal verwerpen ,
>> en dat alzoo het land behouden zal wezen , terwijl hij er
>> anders den ondergang van voorziet en dien reeds als zeker
>> en onvermijdelijk oordeelt , ofschoon hij zich overtuigd
» houdt , dat U. Maj . dezen ramp evenzeer bevreest als hij ."
In eenen anderen brief van denzelfden dag schrijft JEANNIN ,
dat de redenen van MAURITS wel verdienen in overweging
genomen te worden , en dat hij , JEANNIN , het voor zeker
houdt , dat MAURITS vrees van te eenigen dage weder on
der de overheersching van Spanje te vallen , hem die rede
nen als vast en gegrond doen voorkomen ; dat zijne voor
43
OVER HET TWAALFJARIG BESTAND .
naamste reden is gelegen in zijn wantrouwen tegen de
Roomschen , die het grootste deel der bevolking van Gel
derland , Utrecht , Vriesland , Overijssel en Groningen uit
maken ; en dat dit wantrouwen , vooral bij eene aanstaande
vermindering der garnizoenen , gegrond is : weshalve JEAN
NIN oordeelde , dat hetzelve niet anders kon worden weg
genomen dan door de herstelling van de openbare uitoefe
ning van den Roomschen godsdienst , zoo niet overal , dan
toch in enkele steden en plaatsen.
De gezant wilde dus ,
dat de Koning in zijn antwoord aan MAURITS toonen zou ,
hoe zeer hij zijne redenen , zijnen ijver en voorzichtigheid
op prijs stelde , maar hem tevens met dienende redenen
zou antwoorden , zonder evenwel nog op het herstel van
den Roomschen godsdienst aan te dringen , omdat de Staten
daar
nog
geene genegenheid
toe hadden ,
en
er
velen
waren , die , ziende , dat deze Provincien zich niet anders
zouden kunnen staande houden
gedurende het bestand ,
beter keurden hetzelve niet te treffen dan den Roomschen
godsdienst te herstellen (101). Wij zien dus , hoe veel er
aan het maken van een bestand vast was , en hoe zeer MAU
RITS moest toezien , als verplicht in zijne Stadhouderlijke
waardigheid , om voor de veiligheid van de grondzuilen des
Staats te waken.
Reeds bevonden wij het , hoe daarentegen
OLDENBARNEVELD van het herstellen van den Roomschen
godsdienst , vooral na het treffen van vrede of bestand , niet
wars was
en opmerkelijk is het , dat juist op dezen tijd
Koning HENDRIK , die , om zijnen ijver tot dien godsdienst
te toonen , deszelfs herstel hier te lande zocht te bewerken ,
door zijnen gezant aan OLDENBARNEVELD in het geheim een
geschenk van 20000 gulden liet doen , en dat hetzelve door
dezen werd aangenomen (102) .
Ook aan MAURITS en de
overige Nassausche Vorsten moest JEANNIN naar bevind van
zaken dergelijke aanbiedingen doen : doch het blijkt niet ,
dat hij ze gedaan heeft : trouwens hij had reeds meermalen
van MAURITS onbegrijpelijke belangloosheid geschreven : en
44
MAURITS BEDRYF GEDURENDE DEN HANDEL
wij mogen het dus voor zeker houden , dat de slimme ge
zant daarin zwarigheid gemaakt heeft (103) .
MAURITS intusschen meende niet genoeg te doen met
het uiten van zijn gevoelen in de Staten-vergaderingen en
bijzondere gesprekken , maar zond op den 21sten September
aan alle de steden van Holland , alsmede aan de Provincien
Gelderland, Utrecht en Overijssel eenen brief , ten doel
hebbende om , daar Zeeland reeds op zijne hand was , ook
alle de overige Provincien , in 't bijzonder Holland , voor
zijn gevoelen te winnen. Daarbij vertoonde hij , hoe de
vijand van den beginne af , onder het deksel van vredehan—
deling , niets anders dan een bestand beoogd had , en dat ·
hetzelve bestand den vijand voordeelig , ons land niet dan
nadeelig zijn konde ; dat echter , nu men besloten had van
bestand te handelen , men insgelijks behoorde te bedingen
de volstrekte souverainiteit des lands- en wel in die woor
den als men reeds in het eerste artikel der vredehandeling
bepaald had , hoezeer reeds eenigen begonnen voor te slaan ,
dat het niet • noodig was daarop aan te dringen ; dat , in
dien men het gevoelen van de zoodanigen aannam , er
groote reden van vrees zou zijn , dat men zich ten eenigen
tijde weder met den Koning van Spanje zoude verzoenen ;
hetwelk met alle onderlinge verbonden en genomene be
sluiten strijden zoude ; dat hij in dit alles niet zag op zijn
belang of dat van zijn Huis , maar alleen op de welvaart
van het land ; dat hij dus verlangde , dat men van de fun
damentele besluiten , vooral betrekkelijk ' s lands vrijheid en
souverainiteit niet zoude wijken : `verzoekende hij eindelijk ,
dat men met hem goede correspondentie houden zou (104) .
Weinige dagen vroeger had Graaf WILLEM eenen dergelij–
ken brief gezonden aan de Provincien van zijn gouverne
ment Vriesland en Groningen , maar , hoewel korter van
bewoordingen , nog veel krachtiger dan die van MAURITS ,
tegen een bestand in ' t algemeen ( 105) .
Beide deze brieven leveren duidelijke
blijken van den
45
OVER HET TWAALFJARIG BESTAND .
ijver , oprechtheid en doorzicht zoo wel van MAURITS als
Graaf WILLEM (106) . Bondige redenen paren zich
van
aan eene hartige , mannelijke , deftige taal , welke de warm
ste , belangelooste vaderlandsliefde ademt.
Gewisselijk zul
len er de voorstanders des oorlogs in hun gevoelen door
versterkt , en vele gemoedelijke tegenstanders aan het wan
kelen
gebracht zijn , terwijl daarentegen sommige
Re
genten , gewoon ter dagvaart van Holland te verschijnen ,
er zich mede beleedigd achteden ,
dingen in vonden , die
omdat
zij er aandui
hunne trouw in het volbrengen
van hunnen last , verdacht maakten bij hunne medebroe—
ders (107) .
Ondertusschen begon de gestelde termijn voor het ver
blijf der Spaansche gemachtigden hier te lande op het einde
te loopen.
Over het punt der souverainiteit konde men het
maar niet eens worden , daar de Koning van Spanje wei
gerde hetzelve in dien vorm toe te geven , als de Staten
verlangden. MAURITS deed weder al zijn best om de ge
moederen tot oorlog te stemmen (108) , en schreef eenen
nieuwen brief aan de steden van Holland om het bestand
te ontraden (109) . En hoezeer de vreemde gezanten met
OLDENBARNEVELD oordeelden , dat men , niet beter kunnen
de , aan den eisch der Spaansche gemachtigden ten deze
moest toegeven ( 110) , was ook hun echter het besluit .
van den 13den September , bij den krachtigen wederstand
van MAURITS en de zijnen en bij het vertrek der Zeeu
wen , die niet langer beraadslagen wilden , te
dat men er weder van konde afgaan.
sterk , dan
Ook verwachteden
zij de tegenstrevers van het bestand gemakkelijker te zullen
winnen , wanneer de Spaanschen vertrokken zouden wezen .
Hiertoe dan werd , na
onderling beraad met de vreemde
gezanten, besloten : en ' s vijands gemachtigden namen be
hoorlijk afscheid van
de Staten ,
in allen
schijn als of
hielden 2
hoffelijk
en vertrokken den 30sten September , met alle
zij hiermede alle
verdere
handeling verbroken
46
MAURITS BEDRYF GEDURENDE DEN HANDEL
heid bejegend zijnde door MAURITS , die hen
dagmaal ontving en hun een eind weegs
deed (111 ) .
ten mid
uitgeleide
Intusschen hadden zij kwaad zaad
genoeg
achtergelaten (112) .
Het is licht te begrijpen , dat zoo wel dit vertrek van
' s vijands gemachtigden ,
als de tegenkanting van Zeeland ,
waardoor volgens de Unie van Utrecht een verdrag met
den vijand werd onmogelijk gemaakt , MAURITS veel genoe
gen gaven. Maar aan den anderen kant moest " het hem
bitter vallen , dat de Fransche gezanten , wier invloed hier
te lande zoo machtig groot was , bleven dringen en aan
houden.
Op den 1sten October verschenen zij ter vergade
ring der Staten Generaal verzoekende ,
dat men die van
Zeeland zou uitnoodigen terug te komen , ten einde de
handeling over het bestand te kunnen voortzetten .
Ter
stond daarop gingen zij bij MAURITS met het verzoek om
ook zijnen invloed daartoe te bezigen : maar hierop ont
vingen zij een
kenmerkte.
hevige
antwoord ,
hetwelk zijnen
warmen ijver
Vol van drift en toorn voerde hij hun met
woorden
te gemoet ,
dat een
bestand
voor
slaan was den Staat in den grond te booren ;
te
dat hij
zich verzekerd hield , dat Holland en Zeeland er nimmer
in bewilligen en
deze Provincien de overige wel tegen
haren zin dwingen zouden ; dat , als er zelfs
maar drie
of vier steden waren , die het bestand verwierpen ,
met dezelven ' s
hij
lands vrijheid zou verdedigen ; er bijvoe
gende , dat , al wierden zij zelfs door niemand ondersteund ,
zij nog des te meer zouden stand houden en eerlijker om
komen dan door
een bestand , hetwelk hen in weinige
maanden weder onder Spanje zou brengen ; dat dit het
oogmerk was dergenen , die dit werk begonnen hadden ;
en dat hij had besloten er zich met alle mogelijke midde
len , zelfs ten koste van zijn leven , tegen te verzetten (113) .
Duidelijk is het , dat dit laatste voornamelijk op OLDEN
BARNEVELD zag en MAURITS hem van Spaanschgezindheid
OVER HET TWAALFJARIG BESTAND .
47
verdacht (114) .
Trouwens zijn haat tegen 's lands Ad
vocaat vermeerderde iederen dag , en • er was geene mo
gelijkheid hem dien te ontnemen , dan zoo zich Oldenbar
NEVELD ten opzichte van het bestand naar zijnen zin
voegen wilde (115) .
JEANNIN , die , behoudens zijne slimme staatkunde , even
wel oprechtelijk het beste voor ons land scheen te willen ,
verwonderde zich ten hoogste over den hevigen toon , welke
MAURITS voerde , en bevroedde maar geenszins , dat zui
vere , belangelooze , hartelijke vaderlandsliefde er de drijf
veer van zijn konde.
Hij meende ,
dat ,
daar MAURITS
zich vroeger bij het handelen over vrede bepaald had tot
het uiten van zijn gevoelen , zonder zich er verder mede
in te laten , iemand hem het hoofd moest hebben warm
gemaakt .
En evenwel hield hij het er voor , dat , welke
sterke taal MAURITS en de zijnen ook voerden , even als
of hij tot de onzinnigste plannen besloten had , hij echter
te verstandig en te braaf was om zulks te doen. Ja zelfs
verklaarde hij MAURITS ijver niet geheel te kunnen mis→
dewijl er gegronde redenen van wantrouwen
bestonden , en het bestand zelf aan vele bezwaren onder
billijken ,
hevig
was ,
ingeval men den Roomschen godsdienst op
sommige plaatsen niet herstelde , hetgeen hij voorzag dat
nimmer , althands niet lichtelijk , geschieden zou (116) . Ge
wisselijk dus had MAURITS , die waarlijk het herstel van
dien godsdienst niet wenschen kon of mocht , alle reden
om zich ten sterkste tegen het bestand te kanten .
In dezen zin voelde hij zich bekrachtigd door de in
structie , welke de Spaansche gemachtigden bij hun ver
trek van hier , ' t zij met opzet of uit achteloosheid , had
den achtergelaten.
Dezelve kwam in handen van MAURITS ,
die , na haar gelezen te hebben , haar op den 2den October
bracht in den Raad van State , welke haar schijnt gesteld
te hebben in handen der Staten
Generaal ,
gedrukt en overal gestrooid werd (117) .
waarna zij
Uit dezelve bleek
48
MAURITS BEDRYF GEDURENDE DEN HANDEL
het , hoe de Spaansche gemachtigden , onder anderen , had
den moeten aanhouden op het herstel van den Roomschen
godsdienst , en op eene zekere hereeniging met de Provin
cien , onder de gehoorzaamheid van den Aartshertog we
1
zende , hetzij door hem tot beschermheer aan te nemen ,
het zij door een onderling verbond van bescherming (118) .
De voorstanders van het bestand vonden grooten steun
in het aanhouden der vreemde gezanten , zonder welke zij
lichtelijk voor MAURITS het onderspit zouden gedolven heb
ben ( 119) .
Dat dit wrevel tusschen dezen en hen te weeg
bracht , laat zich begrijpen.
Het meest ondervond dit de
Engelsche gezant WINWOOD , die omtrent dezen tijd in den
Raad van State , waarin hij zitting had , het bestand aan
prijzende en onder anderen aanmerkende , dat zijn Meester
en de Koning van Frankrijk er waarborgen van wezen
zouden , terstond van MAURITS ten antwoord ontving , dat
groote Koningen zich niet altijd ernstig genoeg de veron
gelijkingen hunner vrienden aantrokken ; dat zij zelfs som
tijds redenen konden hebben ,
om de beleedigingen , hun
nen eigenen personen en onderdanen aangedaan , te ont
veinzen ; dat
men zulks nog
onlangs gezien had in den
Koning van Engeland, wien men met vrouw en kinderen
en de voornaamsten des Rijks had zoeken om te brengen ,
die ook geweten had , dat hem dit onheil door Spanje
gebrouwd was , en evenwel niet had nagelaten de vriend
schap van dat land te zoeken ,
en te verspreiden , dat hij
zich verzekerd hield , dat die aanslag uit dien hoek niet
gekomen was.
Zelfs liet MAURITS zich woorden ontvallen ,
die Koning JACOB lafhartigheid of gebrek aan moed sche
nen aan te wrijven (120) .
dat de
Men mag hieruit opmaken ,
twist hoog liep , en dat MAURITS , die een man
was van een open
karakter en steeds sprak zoo als hij
het meende (121 ) , zich werkelijk heeft vergeten , hoezeer
het ook mogelijk is , dat WINWOOD zelf op eene min of
meer aanstootelijke wijze (122) de redenen van MAURITS
49
OVER HET TWAALFJARIG BESTAND.
tegen het bestand bejegend had.
Hoe het zij , WINWOOD
werd , als te begrijpen valt , zeer toornig en schreef alles
over aan zijnen Koning , op wiens klachte MAUrits door
de Staten , die
de zaak zoo veel
mogelijk bedekt hiel
den , bewogen werd zich in eenen brief bij den Koning
te verschoonen.
Deze evenwel hield zich daar gants niet
mede voldaan en wilde , dat MAURITS in den Raad van
State ( zelven het gesprokene zou terugnemen : dan waar
toe deze volstrekt niet te bewegen was (123) .
De
zaak is naderhand geschikt ; doch op welke wijze , is on
bekend.
De botsing tusschen MAURITS en de vreemde gezanten
werd
hoe langer zoo
sterker .
Vooral was
hij uiterst
verstoord op JEANNIN , die de hoofdleider van den gant
schen handel was (124) .
En deze wederom gevoelde zich
zoo gekrenkt voornamelijk door den boven vermelden brief
aan de steden van Holland , dat hij er in haast een ant
woord op ontwierp , waarin hij , uit spijt , vele voor MAU
RITS grievende uitdrukkingen bezigde , die
hij echter bij
de bekoeling der eerste drift sedert veel veranderde ( 125) .
Alzoo
veranderd
bracht
hij het ,
mede
uit
naam
der
overige vreemde gezanten , op den 13den October (126) in
de vergadering der Staten Generaal.
Wij behoeven het
niet te ontleden : genoeg , dat er eenige spijtige uitdruk
kingen tegen MAURITS en de zijnen in voorkwamen ; dat
de gezanten niet konden ontveinzen , dat ook een bestand
aan vele bezwaren onderhevig was , en dat JEANNIN zorg
vuldig zijn oordeel vermeed , dat die bezwaren niet anders
dan door verandering in het stuk van godsdienst zouden
kunnen worden weggenomen : voor ' t overige diende het
geheel , om den Staten het aanbod des vijands aan te prij
zen , die een bestand voor tien jaren wilde onder eene
verklaring zoo uit naam des Konings van Spanje als uit
dien der Aartshertogen , van te handelen met de Staten
als met vrije landen , waarop zij niets pretendeerden ; zon
III
4
50
MAURITS BEDRYF GEDURENDE DEN HANDEL
der bijvoeging
altijd erkenden ,
evenwel ,
dat zij derzelver
vrijheid voor
welke woorden de vijand volstandig wei
gerde te gebruiken (127) .
MAURITS was bij die voordracht van JEANNIN ter Staten
Generaal tegenwoordig geweest.
Hij begeerde van de ge
zanten nadere opening , waarin hem echter Holland en het
grootste deel der overige Provincien tegenstonden (128) .
Ware die opening verkregen geweest , vele gemoedelijke
voorstanders • van een bestand zouden wel denkelijk van
gevoelen veranderd zijn (129) .
Hierdoor geraakt , konde
hij het niet van zich verkrijgen , om zijne gemoedelijke
Ten dien
overtuiging door stilzwijgen te onderdrukken.
einde stelde hij zijne bedenkingen tegen de gedane voor
dracht der gezanten op schrift , en zond ze aan de ste
den van Holland met eenen begeleidenden brief van den
21sten October , waarin hij zijne bezwaren tegen een be
stand nog meer dan vroeger uiteen zette , en vooral ver
maande om toch in geenerlei opzicht te wijken van het
formulier over ' s lands souverainiteit , hetwelk bij de vre
dehandeling , ook voor het geval van een langdurig be
stand , vastgesteld en aangenomen was (130) .
Beide deze
stukken toonen weder MAURITS hartelijken ijver voor den
welstand des lands.
Wij vinden er
geene onbezonnen
oorlogsdrift in , zoo als men hem gaarne wil aanwrijven ,
welberaden
maar een
bedaard
en
aangenomen en goedgekeurde
beroep
op algemeen
grondstellingen ,
besluiten
en verbindtenissen , niet om ter voortzetting des oorlogs
te doen vernietigen hetgeen nu reeds daartegen vastelijk
besloten was , maar om te vermanen zich geene verdere
afwijkingen te veroorloven.
Wat men ook over de in
wendige waarde van MAURITS redenen oordeelen moge ,
zeker
is
het , dat
zij alle behartiging verdienden ,
dat
zij de strekking hadden om ' s lands onafhankelijkheid te
handhaven ,
beschuldigen
en
alleszins
bewijzen , dat hij
is van een koppigen
geenszins
en stijfzinnigen
te
oor
OVER HET TWAALFJARIG BESTAND.
logsdrijver geweest
51
te zijn , die niet dan eigen roem en
eer beoogde.
Intusschen was de verdeeldheid tusschen MAURITS en OL
DENBARNEVELD hoe langer zoo grooter geworden , en kwa
men zij tot persoonlijke aantijgingen. De aanleiding hiertoe
was het volgende . Op den 14den October 's morgens vroeg
waren er op straat drie namelooze brieven gevonden , ge
richt aan de Staten Generaal , de Staten van Holland en
den Heer REINIER PAUW , Burgemeester van Amsterdam.
In dezelven werd het bestand als eene listige uitvinding
des vijands uitgekreten en OLDENBARNEVELD als den dood
verdienende voorgesteld , wijl hij slinksche middelen bezigde
om het door te drijven. Deze brieven , terstond in de
vergadering van Holland gebracht en gelezen , verwekten
daar , als te begrijpen is , eene hevige verontwaardiging ,
zelfs bij het meeste verschil van gevoelens ; ook MAURITS
oordeelde , dat de schrijver moest opgezocht en vastgezet
worden.
Doch deze brieven , gevoegd bij allerlei geruch
ten , die men tegen OLDENBARNEVELD uitstrooide ,
gaven
hem thands eene heerlijke aanleiding , om zich weder van
hetzelfde middel , reeds meermalen met vrucht gebezigd (131) ,
te bedienen , namelijk om ontslag van zijn ambt te ver
zoeken en zich evenwel tot voortzetting van hetzelve te
laten
verbidden , ten einde alzoo voor het vervolg met
meerder invloed te kunnen werken.
Hij vertoonde den
Staten zijnen eenendertigjarigen dienst , zijne gedragingen
ten beste van ' s lands belangen en van die van MAU
RITS en het Huis van Nassau , zijne bereidvaardigheid om
daarin voort te varen ; maar tevens zijne bevinding , dat
men het op hem gemunt had , weshalve hij den Staten in
beraad gaf , of het voor ' s lands dienst en zijnen persoon
niet geraden ware die stormen te ontwijken en zich voor
een tijd stil te houden , als waartoe hij bereid was , zon
Den
der evenwel voor eenige bedreigingen te vreezen .
volgenden morgen bleef hij
uit
de vergadering ,
4*
om de
52
MAURITS BEDRYF GEDURENDE DEN HANDEL
Staten over zijn voorstel te laten beraadslagen .
Lichtelijk
kon hij gissen , wat er het gevolg van zijn zou. Zelfs
zijne tegenstanders deinsden terug voor de gedachte , zulk
eenen bekwamen Staatsman vooral in die bezwaarlijke tijds
omstandigheden te zullen missen . Men besloot dus hem
bij plechtige bezending te verzoeken zijnen dienst te willen
voortzetten , voorts hem in bescherming te nemen en bij
placaat onderzoek naar den schrijver dier brieven te laten
doen : terwijl men ten laatste ook bij bezending van dit
en ander kennis gaf aan MAURITS , die de vergadering
voor deze mededeeling liet bedanken en verklaarde zich
te gedragen tot hetgeen dezelve had goedgevonden .
Het
geene moeite , om OLDENBAR
NEVELD tot voortzetting van zijn ambt te bewegen : en
ook waarlijk
kostte dan
des namiddags kwam hij in de vergadering terug tot aller
T
immers zonder dat diegenen , die hem tegen
zich opentlijk verklaren durfden . Het was na
genoegen ,
waren ,
tuurlijk , dat hem dit gebeurde meerdere gezeggelijkheid
en mindere tegenkanting in de Hollandsche Staten-verga
dering bezorgde (132) .
OLDENBARNEVELD werd
leur gesteld.
in zijne verwachting niet
te
Van de 18 stemmende steden van Holland
had hij bereids 12 benevens het lichaam der Edelen voor
zijn gevoelen . De zes overigen , waaronder , als de voor
naamsten , Delft en Amsterdam , verschilden niet zoo
zeer over het beginsel zelf om bestand te maken ,
veelmeer over de voorgeslagen voorwaarden .
derheid van stemmen
als
Die meer
nu gaf hem moed stouter te spre
ken , meer door te tasten en alzoo de geheele partij van
MAURITS ,
dien
einde
ware 't
mogelijk ,
te onder
te krijgen .
Ten
dan deed hij op den 18den October in het
bijzijn van éénen uit de Edelen en negen of tien uit de
Steden van Holland eene geheime opening van zijne be
denking op de bedoelingen der Zeeuwen in het verwerpen
van het bestand ( 133) .
Wat hij bepaaldelijk in die bij
.
OVER HET TWAALFJARIG BESTAND .
eenkomst heeft voorgedragen ,
53
is onbekend ; maar zeker
schijnt het , dat hij er tegen MAURITS het vermoeden ver
wekt heeft van te staan naar de souverainiteit en daartoe
door Zeeland op de overige Provincien te willen werken ,
en dat hij , tot bewijs van dit vermoeden , aan de verga
dering vertoond en voorgelezen heeft eenige minuten van
brieven , tusschen wijlen den Heer VALCK , Thesaurier vạn
Zeeland ,
en wijlen den Heer KINSCHOT , Thesaurier van
MAURITS ,
omstreeks het jaar 1602 op dat stuk gewis
seld (134) .
Hoe het zij , drie dagen daarna verscheen
MAURITS ter vergadering van Holland en vorderde , als
Stadhouder des lands ,
mededeeling van zeker geschrift ,
opgesteld om het bestand aan te prijzen , en voorts ope
ning van zeker vermoeden , in de vergadering ten nadeele
van hem en zijn gantsche Huis voortgebracht ; waartegen
hij aanbood ook schriftelijk te willen opgeven , wat grond
hij had om te vermoeden , dat zij , die zulke onwaarheden
verspreidden , regelrecht naar Spanje wilden . Het behoeft
geen betoog , dat hij hiermede het oog bijzonder op OL
DENBARNEVELD had , en dat er hevige woorden over en
weder gewisseld zijn .
Immers men ontkende , dat er iets
ten zijnen nadeele gezegd was : en toen men hem vroeg ,
of hij hierin zeker ging , antwoordde hij eenvoudig , dat ,
zoo hij het niet wel wist , hij in de vergadering niet zoude
verschenen zijn : op welke woorden , kennelijk met toorn
en drift uitgesproken , hij de vergadering verliet .
Men be
sloot dus hem door eenige Gedeputeerden te doen ant
woorden , dat men bereid was hem over te leveren al wat
voor en tegen het bestand geschreven was ; dat de ver
gadering geene kennis had van iets , ten zijnen nadeele
voorgedragen ; en dat men hem verzocht nadere opening
te doen van hetgeen hij tegen eenig lid der vergadering
Doch dit antwoord behaagde hem zoo
hebben mocht.
weinig , dat de afgevaardigden voor bescheid terugbrach
ten , dat hij bleef bij zijne gedane aangifte en alle ope
54
MAURITS BEDRYF GEDURENDE DEN HANDEL
ning zijner vermoedens weigerde , voor en aleer men hem
de verzochte opening zou gedaan hebben (135) .
Men vindt
niet , dat dit voorval eenig ander gevolg gehad heeft , dan
dat men MAURITS het bedoelde geschrift , door OLDENBAR
NEVELD gesteld , en houdende de redenen voor het be
stand (136) , heeft medegedeeld , en dat hij hetzelve twee
dagen daarna heeft beantwoord bij eenen brief , waarin
hij tot zijnen vorigen brief verwees en verklaarde , dat
alles , wat in dat geschrift vervat was , slechts bestond in
ijdele woorden en beloften van in toekomende tijden orde
te zullen stellen (137) .
Op welke gronden MAURITS zijn vermoeden van OLDEN
BARNEVELD'S Spaanschgezindheid gevestigd heeft , is onbe
kend. Maar dit is zeker , dat er alleszins redenen waren ,
die , zoo zij reeds toenmaals allen aan MAURITS zijn be
kend geweest , in hem eenen gegronden argwaan verwek
ken mochten. Reeds had OLDENBARNEVELD in het ge
heim
een aanzienlijk geschenk van wege den Koning van
Frankrijk ontvangen om hem aan diens belangen te ver
binden (138) .
Hoogst bevreemdend ook , zegt men , zou
zijne houding geweest zijn , toen de Griffier AERSSEN hem
ontdekt had , welke pogingen tot omkooping door Pater
NEYEN in het werk gesteld werden (139) .
En toen 's
vijands gemachtigden op het einde van September op hun
vertrek stonden , hadden zij eene slede met eenige man
den met geld ten zijnen
dat geld (gelijk hij
huize doen bezorgen ,
hoezeer
naderhand in 1618 voor zijne rech
1
ters beweerd heeft) moge gediend hebben tot betaling hun
ner verteringen , en hij , zeer verstoord dat men het ten
zijnen huize gebracht had , het terstond naar den Ont
vanger Generaal gezonden had ( 140) .
Reeds boyen zagen
wij , dat Koning HENDRIK kennis droeg van eene geheime
briefwisseling tusschen OLDENBARNEVELD en den vijand.
En bij gelegenheid zijner terechtstelling in 1618 was men
een pak brieven en andere papieren , in cijfer geschreven ,
OVER HET TWAALFJARIG BESTAND .
55
machtig geworden , waaruit het bleek , dat hij reeds vóór
het bestand eene geheime briefwisseling hield met een voor
naam koopman , in ' s vijands land wonende , wiens weduwe
deze geschriften had te voorschijn gebracht.
Zij hielden
den gantschen loop der ontwerpen en maatregelen voor
het bestand in , alsmede vele zaken , welke aanleiding gaven
te gissen ,
dat hij het land onder Spanje's heerschappij
heeft zoeken terug te brengen.
Deze papieren zijn de
grondslag geweest ,
ben ,
waarop zijne rechters verklaard heb
hoe groot bedenken er was ,
dat
hij zijne oogen
naar den vijand gehad had en zijne handelingen daarhe
nen gericht om aan 's vijands zijde niet alleen geen aan
stoot te geven , maar die integendeel te begunstigen (141 ) .
Even zoo onderhield hij ook eene briefwisseling met den
Prins van Oranje , PHILIPS WILLEM , die ijverig Roomsch
was en de Spaansche zijde hield .
Er zijn van dezen aan
genen nog eenige brieven voorhanden , die de duidelijkste
blijken dragen eener innige verstandhouding , en waarin de
·Prins niet alleen met bittere klachten tegen
zijnen broeder
betrekkelijk het vrij beheer en genot zijner goederen , OL
DENBARNEVELD's hulp en medewerking verzoekt , maar ook
in geheimzinnige woorden nog meer schijnt te verlangen
en op OLDENBARNEVELD'S ondersteuning te rekenen. De
eerste dezer brieven is van den 12den Juny 1608 , maar
toont reeds , dat de verstandhouding van veel vroeger dag
teekent (142) .
Wanneer men nu in verband met dit alles
beschouwt en OLDENBARNEVELD's dwaze
oorlogsplannen ,
die hij sedert 1600 voorstond en dikwijls doordreef, en
zijn hevig en meermalen sluw aanhouden op een be
stand met den vijand , en zijne begunstiging van het reeds
veld winnende Arminianisme tegen de leer en de onaf
hankelijkheid van 's lands Gereformeerde Kerk , dan kan
men niet ontkennen , dat er alleszins redenen van wan
trouwen tegen hem
bestonden ,
en
MAURITS hem van
2
Spaanschgezindheid mocht verdenken , ook zeggen , gelijk
56
MAURITS BEDRYF GEDURENDE DEN HANDEL
van hem omtrent dezen tijd verhaald wordt , dat OLDEN
BARNEVELD alles overhoop zocht te werpen , beide het ker
kelijk en het politiek (143) .
Bij dit alles kwam nog , dat de Staten Generaal alsnu
aan den Prins van Oranje verlof gaven , om in het land
te komen , ten einde over de verdeeling der vaderlijke
nalatenschap met MAURITS en de overige leden van het
Huis van Nassau te handelen .
genaam
geweest
getrouwe volger
Dat dit aan MAURITS aan
is , kan men naauwelijks denken .
van zijns
vaders voetstappen ,
Als
was hij
bereids in zoo.groote ongunst geraakt , dat hij verwach
ten mocht , dat zijne
vijanden ' s volks deelneming voor
den oudsten ongelukkigen zoon van vader WILLEM zouden
opwekken , vooral bij eene persoonlijke kennismaking en
bij de ervaring van zijnen zachten en liefderijken inborst ,
buigzamer voorwaar en voor eenen trotschen en weinig
eerbiedigen OLDENBARNEVELD ( 144) handzamer dan de in
borst van den volijverigen en vurigen MAURITS. Reeds
ten jare
1606 was
PHILIPS WILLEM door de Staten Ge
neraal op zijn verzoek en met gereede toestemming van
MAURITS , hoezeer met tegenkanting der overige leden van
het Huis van Nassau in het vrij en onbelemmerd bezit
gesteld zijner Heerlijkheden van Breda, Oosterhout en Steen
bergen , waarover MAURITS tot nu toe het beheer gehad
had (145) .
in die
Door zijne komst alhier en zijne inhuldiging
Heerlijkheden ,
zou
zijn
aanzien aldaar
evenzeer
rijzen als dat van MAURITS dalen moest. Met dit al , gelijk
het niet bekend is , hoe dat verlof om hier te komen ver
kregen is , zoo
weet men nog minder ,
zich eenigermate tegen gekant heeft .
of MAURITS er
De zaak was ook
van te teederen aard : hoe zou hij , bij het aandringen op
het algemeen belang , hetwelk de verwijdering des Prin
sen scheen te vorderen , zich hebben kunnen vrijwaren van
de beschuldiging van liefdeloosheid jegens zijnen oudsten
ongelukkigen broeder ?
Hoe het
zij , het verlof gegeven
OVER HET TWAALFJARIG BESTAND .
57
zijnde , hield alle tegenzin van MAURITS op : hij ging zijnen
broeder te gemoet en bracht hem den 13den November in
den Haag ( 146) .
Intusschen had hij van deze gelegenheid gebruik gemaakt
om de steden van Holland te bezoeken en in persoon te
overtuigen van het
nadeelige van een bestand ,
waarbij
niet met uitdrukkelijke woorden de vrijheid en souverai
niteit des lands voor altijd erkend
zou zijn .
Hoe hij
daar onthaald is , wat hij er bijzonderlijk verricht heeft ,
en hoe hij is beantwoord geworden , vindt men nergens
aangeteekend (147) .
MAURITS deed thands alles , om het bestand tegen te
houden , en toonde daarin eenen ijver en moeite , dat het
scheen , als of hij het geschil tot de hevigste verdeeldheid
en tweespalt brengen wilde. En met dit al schreef JEAN
NIN herhaaldelijk aan zijn Hof , dat hij MAURITS een te
wijs en edeldenkend man rekende , dan dat hij
het tot
zulk een verderfelijk uiterste zou laten komen (148) .
Onder de redenen , waarvan hij zich bediende , was voor
namelijk deze , dat , wat men ook van wege den Koning
van
Frankrijk zeggen mocht ,
deze landen evenwel bij
het vernieuwen des oorlogs door hem niet zouden verlaten
worden. Hij scheen in de vaste overtuiging te staan ,
dat de Fransche gezanten het bestand sterker dreven , dan
's Konings eigentlijke meening was ; een vermoeden waar
lijk , waartoe het Fransche Hof alle reden gegeven had.
Dien ten gevolge had hij den Koning op den 21sten Sep
tember eenen brief geschreven , waarbij hij hem de nadee
len van een bestand openlegde en verzocht , dat de Koning
zijnen gezanten beteren last geven wilde : en met dezen
brief had hij eenen zekeren LAMBERT (149) afgevaardigd ,
die , volgens medegegeven lastbrief , den inhoud breeder
uiteen moest zetten .
Dan dezelve deed zulks op eene zoo
hevige en alles overdrijvende wijze , dat de Koning er zeer
door geërgerd wierd en niet wist , wat van den staat der
58
MAURITS BEDRYF GEDURENDE DEN HANDEL
zaken hier te lande te denken , daar hij van zijne gezanten
anders bericht was ( 150) . MAURITS , zuiks vernemende , was
er zelf over gebelgd en bewees , dat de medegegeven lastbrief
anders luidde (151 ) .
Hoe het zij , de Koning schreef hem
dien ten gevolge op den 23sten October eenen vrij scherpen
en meesterachtigen brief (152) , waarin hij zich zoo sterk
voor het bestand verklaarde en allen onderstand in geval van
oorlog weigerde , dat MAURITS er een weinig door werd ne
dergezet , als wel begrijpende , dat er aan het voortzetten des
oorlogs zonder vreemden bijstand ' niet te denken viel (153) .
Met
dit
gewonnen.
al was hij
nog geenszins voor het bestand
Zijne meeste kracht zat thands nog in den
sterken tegenstand van Zeeland , zonder wier toestemming
hij oordeelde dat de overige Provincien bij meerderheid
geen verdrag met den vijand mochten aangaan .
hij zijne vrees ,
dat de onderhandelingen eindelijk leiden
zouden tot een bestand van 20
vijand had
Ook uitte
of 25 jaren , gelijk de
aangeboden , zonder eenige erkenning der vrij
heid ; en dat het bestand gemaakt zijnde , men niet meer
voor het onderhoud der benoodigde garnizoenen zou zor
Doch hij liet zijne tegenwerking varen , en ver
gen.
klaarde herhaaldelijk ,
dat hij , ziende het bestand niet te
kunnen beletten , den Staten hunnen gang zou laten gaan ,
zonder er voor zijnen persoon mede in te stemmen , opdat
een ieder in het vervolg zou mogen weten ,
dien raad
niet gedeeld had (154) :
dat hij in
en daar ook hij zelf
voor niets meer dan voor scheuring tusschen de Provincien
beducht was , zoo schijnt hij het geweest te zijn , die de
Provincie Zeeland heeft overgehaald , om weder ter Staten
Generaal te verschijnen ,
geschiedde.
gelijk
op den 11den November
Op den 14den November bracht hij dien ten
gevolge zijne goedwillige verklaring ter Staten Generaal uit ;
als wanneer alle leden eenstemmig waren voor eene han
deling met den vijand tot het aangaan van een bestand ,
terwijl alleen Zeeland verschilde (155) .
OVER HET TWAALFJARIG BESTAND .
59
De afgevaardigden dezer1 Provincie hadden in uitdrukke
lijken last het bestand met alle macht tegen te houden ,
en zich daartoe te gronden op de Unie van Utrecht , die
een tractaat met den vijand buiten algemeene toestemming
verbood en bij verschil tusschen de Provincien aan de Stad
houders de beslissing opdroeg. Dit bewoog de vreemde
gezanten om op den 18den November in de Staten-verga—
dering te komen , en aldaar de Unie van Utrecht op hunne
wijs te verklaren , op het bestand aan te dringen , en in
het bijzonder namens hunne Meesters de verzekering te
geven , dat de Staten , het bestand verwerpende , geene re
kening moesten maken op voortdurenden onderstand (156) .
Dit had uitwerking : de Zeeuwsche afgevaardigden ziende ,
dat hunne pogingen niets hielpen , verzochten en verkregen
eenige dagen uitstel en gaven hoop op nieuwen last (157).
Van dit uitstel maakten de gezanten gebruik , om Mau
RITS en OLDENBARNEVELD , die in langen tijd elkanderen
niet schijnen te hebben toegesproken , weder te vereenigen .
Reeds eenige dagen vroeger was zulks door UITENBOGAART
ten verzoeke van Graaf WILLEM beproefd ; dan MAURITS
had er niet van willen hooren en zich op eene bittere
wijze , zoo het schijnt , ten nadeele van OLDENBARNEVELD
uitgelaten (158) .
Ook thands nog kostte die bevrediging
groote moeite . MAURITS vreesde altijd , dat de hande
lingen van OLDENBARNEVELD zoo al niet de bedoeling ,
dan toch de strekking hadden , om het land weder onder
Spanje te brengen : en alleen het bidden en aanhouden der
gezanten kon hem eindelijk bewegen zich te
Dit
geschiedde
op de volgende wijze.
verzoenen ,
•
Den 19den No
vember kwamen de gezanten bij MAURITS : daar zijnde ,
verscheen ook OLDENBARNEVELD , als uit zich zelven , maar
toch volgens afspraak.
Na eene wijl over ' s lands aan
gelegenheden gesproken te hebben , verzocht hij MAURITS
geen geloof te willen hechten aan de kwade geruchten ,
die er tegen hem in omloop waren ; dat hij altijd den
60
MAURITS BEDRYF GEDURENDE DEN HANDEL
Staat trouw gediend en zich eenen hevigen vijand van
Spanje getoond had en van gevoelen niet veranderd was ,
en dat zijn aandringen op het bestand niet voortkwam
uit welwillendheid jegens Spanje , maar uit behartiging van
' s lands welzijn .
Men sprak vervolgens over de gelden
ter onderhouding der garnizoenen gedurende het bestand
en over de sterkte van het krijgsvolk , dat in dienst moest
blijven en door MAURITS op 30000 man in de eerste jaren
berekend werd : OLDENBARNEVELD stemde hierin toe : en
te vreden ging men uit een (159) .
Wij zien in dit alles weder MAURITS welwillendheid ten
aanzien van zijnen tegenstander , tegen wien hij evenwel
argwaan bleef voeden : en de gezanten moesten het aan
hun Hof verklaren ,
dat zijne vermoedens geenszins on
gegrond waren , maar dat zij hoopten tegen alle bezwaren
te zullen kunnen voorzien ( 160) .
Ook is het opmerke
lijk , dat zij meer vertrouwen in de eerlijkheid van Mau
RITS ,
dan in die van OLDENBARNEVELD stelden , hoezeer
zij des eersten staatkundige inzichten tegen- , die des laat
sten voorstonden. >> Wij oordeelen , schrijft JEANNIN OP
den 20sten November ,
dat er geene de minste veinzerij
of bedektheid is in hetgeen de
Prins ons gezegd heeft ,
daar hij een man is van een zeer open karakter en ge
heel vreemd van valschheid : zeker is het , dat bij geen
oogmerk heeft ; A maar wel is hij al te open en
hardnekkig in het volgen van het advies , dat hij het beste
kwaad
keurt (161 ) ."
steeds
MAURITS
zoodanig ,
Spaanschgezindheid
dat
gevoelens
men
hem
verdenken
en verlangens waren
onmogelijk van
kon ;
terwijl
eenige
daarentegen
OLDENBARNEVELD'S handelingen tot eene verzoening met
Spanje zouden kunnen leiden , indien zij niet tot eene
zekere hoogte gestuit wierden : en daarom schreef de Fran
sche Minister VILLEROY aan JEANNIN , dat men zich meer
op MAURITS dan op OLDENBARNEVELD verlaten kon , dewijl
de
eerste
minder gemakkelijk ,
dan de
laatste tot eene
61
OVER HET TWAALFJARIG BESTAND .
verzoening met den vijand zoude te brengen zijn (162) .
Dit maakte dan ook , dat JEANNIN steeds zorgvuldig op
alle de handelingen van OLDENBARNEVELD lette : en hoe
zeer hij herhaalde malen schreef geen kwaad te vermoe
den , maar hem voor een oprecht en eerlijk Staatsdienaar
te houden , kan dit echter , na al hetgeen wij reeds van
OLDENBARNEVELD vernomen hebben , niets meer bewijzen
dan
uitnemende
de
schranderheid ,
waarmede
hij zijne
ware gevoelens op den bodem zijns harten wist te ver
bergen (163) .
MAURITS nu niet meer tegenwerkende , waren Delft en
Amsterdam spoedig voor het bestand gewonnen : en daar
alzoo zes Provincien het geheel eens waren , besloot ook
Zeeland, op het uitdrukkelijk aanraden van MAURITS , aan
de gebiedende noodzakelijkheid ter vermijding van scheu
Een vernieuwd blijk zijner
geven (164) .
vaderlandsliefde , die na eerst alle wettige middelen ter
handhaving zijner gemoedelijke overtuiging nopens het
ring toe te
heil
het
des lands te vergeefs beproefd te hebben , eindelijk
hoofd in de schoot legde
scheuring.
of hij
uit vreeze voor gewisse
Men moet dit evenwel niet zoo opvatten , als
nu van
eenen hevigen tegenstander een ijveraar
voor het bestand wierd , of ook dat hij zich uit wrevel
geheel aan de handeling onttrok. Niet dan met weerzin
gaf hij toe aan het gedane voorstel der vreemde gezanten ,
bijzonder met betrekking tot de verklaring nopens dezer
landen vrijheid , terwijl hij nu voorts zorgde , dat men zich
geene verdere afwijking veroorloofde en een bestand aan
nam , waarin volstrekt geene verklaring van vrijheid zou
voorkomen.
Voor dit laatste was hij thands zeer beducht :
er waren vele Staatsleden ,
die daartoe overhelden , in
geval de Koning van Spanje geene verklaring van vrijheid
doen wilde : en de vorige handelingen hadden het reeds
doen zien , hoe men
vervoeren ,
zonder
op
zich al verder en verder had laten
vroeger
gemaakte
bepalingen
te
62
MAURITS
BEDRYF GEDURENDE DEN HANDEL
blijven vast staan .
Het was deze vrees , welke hij gedurig
voor den dag bracht ,
ongegrond noemde ,
welke ook JEANNIN alles behalven
en waartegen deze , in overeenstem
ming met zijn Hof , oordeelde dat met alle mogelijke mid
delen gewaakt moest worden (165) .
De bemoeiïngen van JEANNIN , van MAURITS , van Graaf
WILLEM en van anderen , die zich vroeger tegen alle be
stand verzet hadden , hadden dan
ook
medewerking van OLDENBARNEVELD ,
door de ijverige
die
nu niet verder
durfde doordrijven (166) , ten gevolge , dat de Staten Ge
neraal eindelijk in het midden van January 1609 een een
parig besluit namen , waartoe ook Zeeland ten laatste toe
trad (167) , om , ingevolge het besluit van den 23sten De
cember 1607 betrekkelijk de vredehandeling genomen , in
geval van den voortgang des bestands , het eerste punt
van het verdrag op deze wijze te doen stellen , dat de
Aartshertogen zoo wel in hunnen naam als in dien des
Konings van Spanje verklaarden , te vreden te zijn , met
de Staten der Vereenigde Provincien te handelen in hoe
danigheid en als dezelven houdende voor vrije landen , ge
westen en staten , op welke zij niets pretendeerden , en
dat zij met hen in de gemelde namen en hoedanigheden
een bestand aangingen : voorts besloten zij niet te gedoogen ,
dat er eenige kerkelijke of wereldlijke zaken , strijdig met
de vrijheid , werden voorgeslagen , noch nieuw uitstel ge
zocht ter oorzake van den Indischen handel of andere pun
ten ; en zoo het tegendeel van wege den Koning van Spanje
of de Aartshertogen gedreven werd langer dan acht dagen ,
alsdan de handeling af te breken en met gemeene macht ,
kon het zijn met hulp der Koningen , Vorsten en Staten ,
begunstigers der goede zaak , de wapenen wederom op te
vatten (168) .
Nu drong MAURITS bij de Fransche gezanten sterk aan
op de spoedige bewerkstelliging van het bestand naar de
thands gemaakte bepalingen : hij vreesde alle lankwijligheid
OVER HET TWAALFJARIG BESTAND .
63
Blijkbaar sproot deze zijn ijver geenszins
en uitstel (169) .
voort uit veranderd inzicht over de waarde van het bestand ,
noch ook uit eenige hoop op der gezanten medewerking
ter vermeerdering zijner macht , maar
doordien hij zag ,
dat reeds vijf Provincien niet afkeerig waren van een be
stand ook zonder verklaring van der landen vrijheid , en
hij dus te recht meende , dat staatkundige wijsheid vor
derde , ter vermijding van een erger kwaad , een minder
kwaad te omhelzen , bemerkende , dat hij zijn oorspronke
lijk gevoelen toch niet kon doordrijven (170) .
Ook kwam
er bij , dat reeds de Staten van Holland voornemens waren
→
een goed aantal krijgsvolk af te danken , indien zij niet ten
spoedigste door den Koning van Frankrijk , die er niet
gaarne aan wilde , met geld ter betaling van hetzelve onder
steund wierden : en deze afdanking geschiedende , was het
lichtelijk te voorzien , dat de Koning van Spanje in zijne
eischen stouter zou worden en minder gereedelijk der lan
den vrijheid erkennen (171) .
MAURITS zocht dan nu door zijne eenstemmigheid en
medewerking met de gezanten de vriendschap des Konings
van Frankrijk en zulks uit zuivere vaderlandsliefde en niet
uit Franschgezindheid of eigenbelang.
hiervan weder luisterrijke bewijzen .
JEANNIN levert ons
Koning HENDRIK was ,
voor zoo ver wij zien kunnen , oprechtelijk welgezind je
gens deze landen : maar het blijkt ook , dat dit eene niet.
geheel belanglooze welwillendheid was , en hij eene verdere
bedoeling had , namelijk om eenmaal de souverainiteit der
zelve of althands meerder gezag daarin te verkrijgen ( 172) .
Wij kunnen hem dit geenszins ten kwade duiden , daar het
de vraag is , of een Koning als zoodanig wel immer het
belang van vreemden zoo zeer mag behartigen , dat hij zijn
eigen belang , hetwelk met dat zijns volks zoo naauw ver
bonden is , geheel uit het oog verlieze . Hoe dit zij , Ko
ning HENDRIK verlangde alzoo vuriglijk eene geheele los
making dezer landen van de
kroon van Spanje ,
en eene
64
MAURITS BEDRYF GEDURENDE DEN HANDEL
vermeerdering van MAURITS gezag , in wien hij zulk eenen
sterken haat tegen Spanje bespeurde , en dien hij hoopte ,
door hem dat meerdere gezag zoo mogelijk te bezorgen ,
•
aan zich te zullen verbinden (173) . Dan bij MAURITS vond
16
F
hij ten dezen geenszins de gehoopte medewerking. Reeds
in October 1608 had JEANNIN aan zijn Hof geschreven ,
J
hoe hij aan MAURITS had voorgesteld , dat , wilde hij onder
E
stand des Konings hebben , hij dan deze landen geheel
E
Fransch moest maken ,
P
en hoe deze hem daarop geant
woord had , dat daar nog geen denken aan was ,
en dat
6
degeen , die er van sprak , de Staten eerder Spaansch dan
Fransch maken zou (174) .
Ook begreep de Fransche Mi
I
nister VILLEROY , dat , indien MAURITS Souverein des lands
F
wierd , hij zich eerder aan Engeland dan aan Frankrijk
f
zou aansluiten , hoezeer hij steeds eenen sterken afkeer van
0
.
Koning JACOB betoonde (175) .
Het is waar , naar hetgeen
JEANNIN in April 1609 schreef , scheen MAURITS geheel ge
negen ,
C
om deze landen onder Frankrijks souverainiteit te
zien (176)
maar als men zich voorstelt de hoogst moei
lijke omstandigheden ,
waarin MAURITS toen ten tijde en
zich zelven en het land geplaatst rekende , zoodat hij vrees
de , dat de zaken eindelijk op eenen terugkeer tot Spanje
0
zouden uitloopen ; dan kan men die genegenheid niet an
ders opvatten dan in dezen zin , dat hij om den drang der
noodzakelijkheid een minder kwaad boven een erger stelde
en hetzelve ook niet anders wilde , dan wanneer hij zeker
zou zijn , dat het land zich op eigene krachten niet zou
kunnen staande houden. Zelfs OLDENBARNEVELD had er op
deze wijze met JEANNIN over gesproken : en dus kan men
in dien wensch van MAURITS niet met recht iets verkeerds
vinden . Van MAURITS belangloosheid hebben wij reeds bo
ven verscheidene verklaringen van JEANNIN aangetroffen ,
en die vinden wij nu weder versterkt.
MAURITS moest
bij het bestand veel van zijnen invloed , dien hij nog bezat ,
en van zijne geldelijke inkomsten , die hij nu genoot , ver
J
65
OVER HET TWAALFJARIG BESTAND .
liezen.
JEANNIN begreep zulks : en meenende , dat dit ver
lies' eene beweegreden voor MAURITS was om tegen het be
stand te zijn ,
wilde hij daarin reeds , vóór dat hetzelve
getroffen werd , voorzien hebben .
MAURITS evenwel ver
klaarde zich bereid om die geldelijke voordeelen op te ge
ven , al had hij nog geene de minste zekerheid van schade
vergoeding.
Hij maakte er geene klachte van : en daarom
deed JEANNIN het voor hem , oordeelende , dat niets zoo
redelijk was dan hem daarvoor te vergoeden , en dat an
derszins de Staten zich aan eene te groote ondankbaarheid
Herhaalde malen sprak JEANNIN
zouden schuldig maken .
er met OLDENBARNEVELD en andere personen van invloed
over ; dan hij vond bij hen geene groote opgewektheid : zij
verlangden , dat MAURITS zich op der Staten welwillendheid
zou verlaten , om hem na het bestand te bevoordeelen ,
niet bij wege van verplichting , maar bij wege van onge
houden milddadigheid :
en MAURITS alweder , (zoo schreef
JEANNIN) ging in hetgeen zijn belang raakte , met zoo veel
zedigheid en eerbiedigheid te werk , dat hij verdiende , dat
men voor hem zorgde.
Ook waren er sommigen van MAU
RITS aanhangers , die oordeelden , dat , als er een bestand
met de verklaring van 's lands vrijheid getroffen werd , het
land in een Vorstendom ten voordeele van MAURITS behoor
de verheven te worden : zelfs zou OLDENBARNEVELD eenigen
tijd vroeger in dien geest geoordeeld hebben (177) : maar
JEANNIN schreef nog in het laatst van December 1608 , dat
MAURITS zelf van zulke oogmerken vreemd was , als zijnde
van een bedaard en gematigd karakter , die van zijne krach
ten oordeelt door rede en zonder drift (178) .
Bij het ontwerp van het verdrag waren ook bepalingen
gemaakt ten voordeele van het Huis van Nassau , betrekke
lijk de door den vijand verbeurd verklaarde goederen , aan
hetzelve toebehoorende . Volgens dat ontwerp moest het ge
not dier goederen gedurende het bestand aan de eigenaren
worden teruggegeven . Dan MAURITS verlangde meer , na
III
5
66
MAURITS BEDRYF GEDURENDE DEN HANDEL
schadevergoeding voor verscheidene in
melijk f 400000
komsten , die aan zijnen Vader eertijds onder den Hertog
van ANJOU uit Braband en Vlaanderen waren toegelegd
voor de onkosten door hem ten behoeve der gemeene zaak
gemaakt .
Geheel onbillijk ,
wel is waar ,
oordeelden de
Fransche gezanten deze vordering , die zij wellicht vreesden
dat weder belemmering geven zou : doch dat dit hun oor
bleek en uit de waarachtigheid van
Te
deel verkeerd was ,
den grond , waarop de vordering steunde , en uit de moeite ,
die de gezanten zelven bij de Spaansche gemachtigden deden
om haar voldaan te krijgen , en uit de erkenning des vijands
zelven , die eerst slechts de helft aanbood , maar eindelijk
door het aanhouden der gezanten f 300000 toestond ,
waarbij het
bleef.
MAURITS , het is waar , toonde zich
hierover onvergenoegd , verzocht zelfs Graaf WILLEM , die
le
onder de Staatsche gemachtigden was , het verdrag niet te
D
teekenen , maar liet zich ook spoedig door JEANNIN omzetten
Men beschouwe deze
en tot inschikkelijkheid bewegen .
10
e
tegenstribbeling
niet
als in tegenspraak met hetgeen wij
hierboven reeds van MAURITS belangloosheid verhaald heb
ben. Want zeker behoefde hij deze gezindheid niet zoo
P
n
ver uit te strekken , dat hij zich zelven in hetgeen hem
10
rechtmatig
toekwam ,
geheel en al vergat : hij mocht al
het redelijke en mogelijke in het werk stellen , om het zijne
en het blijkt niet , dat hij in ernst gewild
te bekomen
heeft , dat het bestand uit dien hoofde zou worden tegen
C
gehouden (179) ..
Daar nu alle tegenkanting van de zijde van MAURITS op
De
had de handel eenen gereeden voortgang.
hield ,
vreemde gezanten , daartoe van de Staten gemachtigd , be
legden eene samenkomst met de
Spaansche gemachtigden
te Antwerpen , waar zij het eindelijk over de voornaamste
punten eens werden .
Toen lieten zij de Staten-vergadering
te Bergen op Zoom beschrijven , deden aldaar verslag van
hun verrichte , namen van daar de Staatsche gemachtigden
C
OVER HET TWAALFJARIG BESTAND.
mede ,
67
en brachten eindelijk het Twaalfjarig Bestand te
wege , waarvan het verdrag op den 9den April 1609 te
Antwerpen geteekend werd (180) .
Vóór dat het tot stand was gekomen , hadden de gezan
ten , hoezeer niet zonder moeite , gezorgd , dat MAURITS en
het gantsche Huis van Nassau behoorlijk schadeloos gesteld
werd (181 ) . Deze schadeloosstelling bestond voornamelijk
in de verhooging der jaarwedden (182) . MAURITS hield
er zich mede voldaan ,
zoo zelfs , dat hij in persoon ter
Staten-vergadering verscheen , er zijnen dank voor betuigde
•
en verklaarde , dat hij gedurende het bestand met gelijke
genegenheid het land zou dienen , als hij gedaan had tijdens
den oorlog , verzoekende de Staten te willen gelooven , dat de
door hem in de zaak van het bestand opgeworpen zwarig
heden alleen voor den welstand van het land gestrekt hadden
en niet tot eenig ander einde ( 183 ) . Wij zeggen hem dit
met vollen gemoede na , en houden ons verzekerd , dat zon
der den door hem geboden tegenstand de onderhandelingen
(om het minst te zeggen) gants niet zoo voordeelig voor
den lande zouden zijn afgeloopen .
JEANNIN wilde geenszins
ontveinzen , dat de voordeelige bepalingen van het bestand
voornamelijk aan MAURITS houding te danken waren ( 184) .
Het bleef met dit al MAURITS grieven in de zaak van
het bestand voor OLDENBARNEVELD het hoofd te hebben
moeten bukken , en gelijk hij rond en openhartig
was ,
(zoo als JEANNIN al weder te kennen geeft , ) liet hij niet
na zijn misnoegen deswegens gedurig aan den dag te leg
gen.
Welke moeite JEANNIN ook te werk stelde , om eene
volle eensgezindheid
Staat ,
tusschen die
twee hoofden van den
zoo verschillende in karakter en bedoelingen , tot
stand te brengen , aan welke moeite MAURITS , zoo veel hij
kon , beantwoordde ,
een volkomen onderling vertrouwen
was er tusschen hen niet te bewerkstelligen ( 185) . Men
duide dit MAURITS niet ten kwade. Het verschil over het
bestand op zich zelf was niet van die aangelegenheid , om
5*
68
MAURITS BEDRYF GEDURENDE DEN HANDEL
daaruit factien en verdeeldheden te onderhouden (186) .
Maar hij zag verder en bevroedde wel , dat voor dien door
drijver en hoofdbeleider van het bestand hetzelve slechts
strekte tot een middel om verdere voor den staat des lands
niet zeer voordeelige plannen ten uitvoer te brengen (187) .
Duidelijk genoeg bleek hem OLDENBARNEVELD'S ware ge
zindheid , behalven uit hetgeen reeds met en sedert den
Vlaamschen tocht in 1600 gebeurd was , uit de behande
ling van nog drie punten , welke , als in eenige betrekking
tot het bestand staande , Koning HENDRIK zijnen gezanten
gelast had zoo mogelijk te bemiddelen .
Het eerste punt betrof de
verdeeling der nalatenschap
van Prins WILLEM , waaromtrent tusschen PHILIPS WILLEM
en MAURITS een merkelijk verschil was over het bezit van het
Graafschap Vianden en van de Heerlijkheden St Vit ( 188) ,
Daesburg en andere goederen in Luxemburg. PHILIPS WIL
LEM beweerde , dat zijn vader die goederen bij wege van
fideicommis bezeten had en ze nu aan hem vervallen waren :
MAURITS daarentegen beriep zich op de huwelijksacte zijns
vaders met ANNA VAN SAXEN en op diens uitersten-wilsbe
schikking , waarbij die goederen hem vermaakt waren .
Door de bemoeiïng der Fransche gezanten kwamen de par
tijen eindelijk op den 27sten Juny 1609 tot eene overeen
komst van scheiding en verdeeling , waarbij onder anderen
de betwiste goederen in eigendom aan MAURITS , in vrucht
gebruik aan PHILIPS WILLEM werden toegekend (189) . Wij
kunnen en behoeven ons over de waarde der wederzijd
sche beweringen ten dezen niet uit te laten : genoeg blijkt
het , dat die van MAURITS gants niet ongegrond gerekend
werd , terwijl hij er ook zoo sterk op stond , dat hij in
de overeenkomst niet heeft willen toestemmen , zoo hem
niet de f 25000 jaarlijksche rente , in geval van huwelijk
toegedacht , terstond en zonder dat beding door de Staten
Generaal gegeven werden , gelijk ook geschied is (190) .
Het geschil was hooggaande geweest : en verwondering
OVER HET TWAALFJARIG BESTAND .
69
mag het baren , dat , terwijl PHILIPS WILLEM toch eindelijk
zoo veel afstond , hij hetzelve zoo sterk gedreven had.
Al
aanstonds mag men vermoeden , dat er hieronder door som
migen geroeid werd .
Althands het verwekte ook buiten
de belanghebbenden groote verdeeldheid : en zoo JEANNIN
als Koning HENDRIK rekenden het hoognoodig , dat er een
einde aan kwam , dewijl er verscheidenen hier te lande
waren ,
die PHILIPS WILLEM , als 's vaders oudsten zoon ,
wilden begunstigd hebben boven den verdienstelijken MAU
RITS (191) .
Onder die begunstigers van PHILIPS WILLEM mag men
uit hetgeen wij reeds vroeger verhaald hebben , in de eerste
plaats OLDENBARNEVELD rekenen
( 192) .
de handeling over het bestand was
Ook gedurende
zulks gebleken , toen
OLDENBARNEVELD niet ongenegen scheen , om op 's Prinsen
verzoek Breda neutraal te maken en zich alzoo van eenen
sterken voormuur voor ons land te ontdoen (193) . Maar
men had hier niet aan gewild en dus was het verzoek zon
der gevolg gebleven.
Evenwel was er nieuwe vrees voor
ontstaan , toen in het begin van 1609 vernomen werd , dat
PHILIPS WILLEM eerlang naar Breda zou gaan , om zoo al
daar als te Steenbergen den Magistraat te veranderen.
De
Raad van State vond hier groot bezwaar in , liet de zaak
MAURITS aandienen , en besloot ,
eenstemmig met dezen ,
alles voor te dragen en over te laten aan de Staten Ge
neraal , die ,
wat Breda betrof , de moeilijkheid onder de
hand schikten , en ten opzichte van Steenbergen , voor zoo
veel men vinden kan , geen besluit namen , denkelijk wel
door toedoen van OLDENBARNEVELD , die scheen de zaak
niet gaarne ter tafel der Staten Generaal gebracht te zien ,
en haar van weinig belang te rekenen (194). OLDENBAR
NEVELD'S geheime verstandhouding met PHILIPS WILLEM
leert men vervolgens
ook duidelijk kennen uit een paar
brieven , door laatstgenoemde aan den eerste geschreven uit
Breda en Brussel op den . 23sten Augustus en den 4den Sep
70
MAURITS BEDRYF GEDURENDE DEN HANDEL
tember 1609 (195) . In den eersten brief gewaagt de schrij
ver van zijne billijke verwachtingen , onheilen , verliezen en
lasterlijke vervolgingen , betuigt , dat hij door den raad van
OLDENBARNEVELD , dien hij altijd gevolgd heeft en volgen
zal , is geholpen ; verzoekt hem dringend hiermede voort te
varen en tevens te bewerken , dat hij er de vruchten `van
plukken moge ; zegt , dat zijn verlangen billijk is en over
eenkomt met de waardigheid van den Staat , die zich al te
ondankbaar jegens hem zou gedragen , nadat hij zoo zware
ongelukken had doorgestaan , indien hij van wege denzelven
geene blijken van erkentenis , genegenheid en edelmoedig
heid mocht ondervinden , als zijnde hij de oudste zoon van
hem , aan wien deze Staat zijn aanwezen en grootheid te
danken had ;
en vertrouwt , dat OLDENBARNEVELD
zijne
macht en gezag zal aanwenden , om de tragen op te wek
ken , en denzulken , die de diensten zijns vaders mochten
vergeten hebben , ze weder levendig voor den geest te bren
Deze brief was overgebracht door eenen zekeren RE
gen.
VEMANS , welke in last had des schrijvers bijzondere oog
merken en verlangens nader aan OLDENBARNEVELD te ope
nen . In den tweeden brief meldt de Prins , dat REVEMANS
hem OLDENBARNEVELD'S gevoelen over zijne afreize her
waarts had overgebracht , en dat hij , kennende de wijsheid
van diens raadgevingen en de genegenheid , die hij jegens
hem voedde , ook dien raad zal volgen ; betuigt voorts door
overhaasting niets te zullen bederven ; wenscht , dat , daar
hij de vestiging van den Staat stelde boven zijn bijzonder
verlangen , en eerst nadat dezelve tot onwankelbaren stand
zoude gebracht zijn , men acht geve op zijnen persoon ,
zoo zeer als iemand aan het heil en den dienst van Neder
land verbonden ; verklaart dus OLDENBARNEVELD'S nadere
meening en raad betrekkelijk zijne overkomst te zullen af
wachten , zoodra het hiertoe de tijd zal wezen , gelijk mede
betrekkelijk zijne plichten , die hij zal hebben te vervullen ,
en de diensten , die hij zal hebben te bewijzen ; en bedankt
OVER HET TWAALFJARIG BESTAND.
71
hem eindelijk voor het fraaië geschenk , van OLDENBARNE
VELD ontvangen , hetwelk hij aannam als´een blijk zijner
vriendschap , die hij steeds zou hoog schatten , wachtende
naar gelegenheid tot gepaste wedervergelding .
Deze brieven , vooral in verband gebracht met hetgeen
wij reeds van elders omtrent OLDENBARNEVELD weten , ge
Duidelijk is het , ofschoon
ven stof tot velerlei nadenken .
niet met leesbare letteren uitgedrukt , dat de Prins in eene
hooge betrekking het vaderland dienen wilde en dat OLDEN
BARNEVELD dien wensch door zijne pogingen begunstigde.
Maar hoe aan eene vervulling daarvan te denken , dan door
de verwijdering ,
beneden
althands achteruitzetting van MAURITS ,
wien men
dan toch zijnen ouderen broeder niet
plaatsen kon ? En hoe dien gemoedelijk Roomschgezinden
Vorst in eene hooge betrekking hier te lande te stellen ,
zonder
cene geheele
of gedeeltelijke herstelling van den
Roomschen godsdienst (196) ?
Gaarne willen wij gelooven ,
dat OLDENBARNEVELD nog geen vast beraamd plan had , en
wilde afwachten , wat de tijd baren zou : maar wij zien
toch bedoelingen koesteren en aanvankelijk te werk
-stellen , welke alleszins nadeelig waren voor den zoo ver
hem
dienstelijken MAURITS en in volstrekten tweestrijd stonden
met de grondregelen van het toenmalig staatsbestuur , ja
die den vijand gants niet ongevallig zijn konden (197) .
Het tweede punt , waarop JEANNIN nog namens zijnen
Koning moest aandringen , • was de herstelling der uitoefe
ning van den Roomschen godsdienst.
Reeds vroeger zagen
wij , dat OLDENBARNEVELD hiervoor gunstiger was dan MAU
RITS en de Staten in ' t algemeen , die zoo zeer op de uit
sluitende handhaving
van den Gereformeerden godsdienst
stonden , dat OLDENBARNEVELD zelf verklaarde geene kans
te zien , om iets ten gunste der Roomschgezinden te be
werken dan eerst na den vrede ( 198) .
MAURITS dus ,
zoodra hij zag het bestand niet meer te kunnen tegenhou
den , bewerkte eene meer gestrenge handhaving der placa
72
MAURITS BEDRYF GEDURENDE DEN HANDEL
ten tegen de uitoefening van den Roomschen godsdienst ,
welke bij oogluiking meer en meer was toegenomen (199) .
Niet moeilijk was hem zulks bij den algemeenen geest der
Natie en bij de vrees van OLDENBARNEVELD en die partij ,
om zich door tegenstand nog meer verdacht te maken , te
meer daar hunne blijkbare begunstiging van het reeds veld
winnende Arminianisme geen klein vermoeden gaf , dat men
eene verandering zocht in den Gereformeerden
godsdienst
ten gunste van Rome en Spanje. MAURITS dus , om dit
tegen te gaan , stelde tegen den haat , waarin de Gerefor
meerde geestelijkheid bij OLDENBARNEVELD stond , zijne
welwillendheid en vriendschap over , meer dan hij zulks
wel vroeger gedaan had , ten einde alzoo de Natie in die
godsdienstige , van Rome en Spanje afkeerige gezindheid te
Wat hij bepaaldelijk hiertoe te werk stelde , we
bewaren .
ten wij niet : denkelijk waren het slechts loutere verklarin
gen zijner goede genegenheid voor den welstand der Gere
formeerde Kerk , betuigingen van afkeer tegen het Armi
nianisme , opentlijk aan den dag gelegden tegenzin tegen
de maatregelen van OLDENBARNEVELD en van de Staten
van Holland in het kerkelijke : meer toch vermocht hij toen
niet. Dat hij hieraan kwalijk deed , zal niemand in ge
moede zeggen kunnen : ook waren ten dezen met hem een
stemmig Graaf WILLEM (200) , de Staten van Zeeland (201 )
en het Engelsche Gouvernement . (202) . Natuurlijk was
deze houding van MAURITS geenszins welgevallig aan JEAN
NIN , wiens oogmerken ter begunstiging der Roomschgezin
zij rechtstreeks tegenwerkte.
De gezant dus , hem
den
hierover aansprekende , stelde hem het gevaar voor oogen
om met de predikanten te heulen , daar hij zoo doende
verdacht zou worden bij degenen , die hem eerzuchtiger
achteden ,
is (203) .
dan
hij
misschien
(dus schrijft JEANNIN)
wel
JEANNIN meende , dat het eigenbelang van MAU
RITS hieronder speelde , en dat zijne aansluiting aan de pre
dikanten slechts ten doel had hem in zijn thands kwijnend
OVER HET TWAALFJARIG BESTAND .
73
gezag te doen herstellen en zijnen ouderen broeder verwij
derd te houden , omtrent wien men hem deed vermoeden ,
dat hij hem den voet zocht te lichten .
Mogelijk is het ,
dat ook deze bedenkingen MAURITS eenigzins gedreven heb
ben : maar zekerlijk was zijn welzijn thands zoo naauw aan
dat van Nederland verbonden , dat hij de belangen van den
Staat niet konde behartigen , zoo hij zijne eigene geheel
Welk antwoord MAURITS gegeven
over het hoofd zag.
heeft , is onbekend ; maar , naar JEANNINS schrijven , had hij
dezes vermaning ten
goede opgenomen .
Vermoedelijk is
het , dat zijn antwoord zeer onbepaald geweest is , zoo om
niet door eene stellige weigering den gezant en Koning
HENDRIK , wiens gunst hem en den lande zoo noodig was ,
te vergrammen , als omdat hij wel merkte , dat de gezant
nu eenen gants anderen toon sloeg , dan wel vroeger , en
hij hem dus niet zeer vertrouwde. In het verschil over
het bestand had JEANNIN bij MAURITS steeds aangedrongen
op eensgezindheid met OLDENBARNEVELD en de Staten , op
toegevendheid en inschikkelijkheid , om niet zoo op eigen
oordeel en inzicht tegen den algemeenen wensch te blijven
staan en geene verdeeldheden te verwekken. En aan deze
vermaningen had MAURITS steeds , hoezeer met weerzin , ten
langen laatste voldaan .
Maar , nu MAURITS en de Staten
het ter wering van den Roomschen godsdienst eens waren ,
zocht JEANNIN , gelijk hij zelf schrijft , der Staten doen bij
MAURITS verdacht te maken door hem hunne verdeeldheid
in het stuk der Gereformeerde leer (dit zag op de toen reeds
sterk gevoerd wordende Arminiaansche twisten) voor oogen
te houden. Dit een en ander moest hem dus leeren ook
voor de slimme staatkunde van den Franschen gezant op
zijne hoede te zijn , zonder zich aan hem bepaaldelijk voor
of tegen de herstelling van den Roomschen godsdienst uit
te laten , hoezeer hij duidelijk genoeg te kennen gaf , wat
hij wilde (204) .
Aan
den
anderen kant echter scheen
JEANNIN ' van OLDENBARNEVELD
en zijne medestanders de
74
MAURITS BEDRYF GEDURENDE DEN HANDEL
toezegging te hebben ,
dat in de bestaande moeilijkheid ,
om met den blijkbaren weerzin der Natie de uitoefening
van den Roomschen godsdienst wettelijk te herstellen , men
haar wel bij meerdere of mindere oogluiking allengskens
zoude toelaten (205) . JEANNIN dus geene kans ziende ,
om thands iets meer ten behoeve der Roomschen uit te
richten ,
deed nog
wel ,
op uitdrukkelijk verlangen zijns
Konings , daartoe een voorstel in de Staten Generaal (206) :
maar daar men weigerde hetzelve publiek te maken en
naar de Provincien te verzenden , zoo deed hem zulks van
alle verdere bemoeiïng ten dezen afzien.
Hoe het zij , men
merkt ook hieruit , hoe ver de staatkundige inzichten van
MAURITS en OLDENBARNEVELD uit elkander liepen .
Het derde punt , aan JEANNIN door den Koning aanbe
volen , was de verbetering van den regeringsvorm .
zag er inderdaad allerzonderlingst uit.
Deze
Indien men ge
bleven ware bij de beginselen der Unie van Utrecht , vol
gens welke de
slechts
ééne
souverainiteit der landen ,
Provincie ,
rechten , uitmakende ,
behoudens
als te samen
ieders privilegien en
bij het lichaam der Staten Generaal
berustte , en tevens de wijze bepaald was , waarop de ver
schillen tusschen de Provincien moesten worden uitgemaakt ,
dan ware er geene groote verbetering in den regerings
Maar
men had al spoedig een
vorm
noodig geweest .
ander
beginsel in werking gebracht ,
dat der provinciale
souverainiteit , en daardoor eene verwarring in de onder
linge betrekking der verschillende Staatsmachten veroor
zaakt. Dit had reeds tot groote ongelegenheden aanleiding
gegeven en zou er nog grootere gegeven hebben , zoo niet
de vrees voor den gemeenen vijand , de schranderheid van
OLDENBARNEVELD , de welwillendheid van MAURITS zulks
tot nog toe verhoed hadden .
Dan zoodra men op het ma
ken van vrede met den vijand bedacht werd ,
scheen men
algemeen de noodzakelijkheid te begrijpen , dat de regering
op eenen beteren en vasteren voet gesteld wierde .
Daartoe
(
OVER HET TWAALFJARIG BESTAND .
75
diende in de eerste plaats de Unie van Utrecht herzien te
worden ; waartoe men al dadelijk bij de eerste opening
van
vredehandel besloten
afdoend gevolg (208) .
had (207) ,
doch zonder eenig
En toen eindelijk in
November
1608 de Provincie Zeeland op de ten uitvoer legging van
dat besluit aandrong , verklaarden de overige Provincien ,
dat er geene reden bestond om eene verandering in den
bestaanden regeringsvorm te maken (209) .
Intusschen werd
de zaak levendig gehouden vooral door de Fransche ge
zanten.
teit
Zij wilden wel niet aan MAURITS de souveraini
hebben opgedragen ,
maar ,
ten
einde voor hunnen
Koning nog zoo mogelijk eenig uitzicht op die waardigheid
open te houden , sloegen zij voor , dat er een Raad van
State met MAURITS aan het hoofd zou worden opgericht ,
welke het geheele bewind in handen hebben zou (210) .
Het was dien ten gevolge , dat in het midden van Maart
1609 door de Commissie der Staten Generaal , benoemd
om eene voorraming te maken van de belooningen en
schadevergoedingen ,
die men het Huis van Nassau , in
geval het bestand tot stand - kwam , geven zoude , onder
anderen werd voorgeslagen , MAURITS te maken Gouver
neur
Generaal
van alle de Provincien (211 ) .
Dan de
voorslag kreeg geenen bijval : men vond niet goed eenige
verandering in ' s lands regering te maken : zoodat , toen
dezelve in Augustus van datzelfde jaar op nieuw ter tafel
der Staten Generaal gebracht werd , men dien weder in
advies hield en er sedert niet meer aan dacht (212) .
Deze afloop der zaak schijnt aan niemand gereeder dan
aan OLDENBARNEVELD te moeten worden toegeschreven .
JEANNIN toch ontveinsde zich niet de groote moeilijkheid ,
welke hij in dit geheele plan vond , door den invloed en
het gezag van OLDENBARNEVELD , die niet gaarne zien zou ,
dat aan de Staten Generaal of Provinciaal , waarin hij
bijna alles vermocht , het meeste deel van ' s lands bestuur
onttrokken en op eenen Raad van State met MAURITS aan
MAURITS BEDRYF GEDURENDE DEN HANDEL
76
het hoofd overgebracht werd . Wel is waar , had JEANNIN
dit bezwaar zoeken te boven te komen , door aan OLDEN
BARNEVELD het voorzitterschap van dien Raad te doen toe
kennen ; maar desniettemin had hij wel gemerkt , dat oL
DENBARNEVELD ,
pende , het
zou ,
ofschoon het
plan niet dadelijk verwer
echter , omdat er zijn gezag toch bij lijden
eer zou tegenwerken dan bevorderen , en had het
dus , om de geschillen niet te verwarren , uitgesteld
tot
na de sluiting van het bestand (213) .
Toen , wel is
waar , had JEANNIN er nader op aangedrongen ; maar
ziende , dat de gemoederen er niet zeer gestemd toe wa
ren , had hij niet doorgedreven , en zich vergenoegd met
OLDENBARNEVELD's verklaring , dat hij in het begin des vol
genden jaars de zaak in beraadslaging brengen zou (214) .
Het moge dan waar zijn , dat
OLDENBARNEVELD zelf
het
voorstel ,
verheffen ,
ter
om
MAURITS tot Gouverneur
vergadering
der
Generaal te
Staten Generaal
gedaan
heeft (215) ; men mag het er nochtans veilig voor hou
den , dat hij zulks alleen om den schoonen schijn gedaan
heeft , wel wetende of ook onder de hand bewerkende ,
dat het voorstel , door hem niet ernstig ondersteund wor
dende , zoude worden afgeslagen (216) .
Trouwens dat
hij tegen MAURITS verheffing geweest is , vindt zich nader
versterkt door een verhaal , hetwelk algemeen voor ge
loofwaardig gehouden wordt , dat namelijk omstreeks dezen
tijd MAURITS tot zijne verheffing door middel van zijne
stiefmoeder aanzoek heeft laten doen bij OLDENBARNEVELD ,
die het echter
zoodanig
had
afgeraden , dat de Prinses
er overtuigd door geworden was ,
en MAURITS er dien
ten gevolge van had afgezien (217) .
En hoe
gedroeg
zich
deze
onder
dat
alles?
Wij
zien hem niet alleen werkeloos nederzitten , niets doende
ter zijner verheffing , maar zelfs weigeren aan de aanzoe
ken van JEANNIN om daartoe mede te werken ,
gehoor
te verleenen (218) : ten hoogste , zoo men wil , heeft hij
OVER HET TWAALFJARIG BESTAND .
77
er OLDENBARNEVELD onder de hand over laten aanspre
ken (219) .
Hij wachtte als onverschillig af, wat het be
sluit baren zoude : dat besluit evenwel baarde niets : de
regeringsvorm
bleef die hij was (220) ;
maar veranderde
in zoo verre in uitwerking , dat , terwijl MAURITS gedu
rende den oorlog nog zeer veel gezag en invloed gehad
had , hij nu bij het bestand veel daarvan verloor en OL
DENBARNEVELD inderdaad oppermachtig werd.
MAURITS
BEDRYVEN GEDURENDE
1609-1614.
Wij hebben MAURITS tot nog toe in een aanhou
dend bedrijvig leven gezien ,
mindere
mate
de
waarbij hij in meerdere of
algemeene
aangelegenheden
des lands
mede beheerschte : thands zullen wij hem gedurende eenige
jaren eene meer lijdelijke rol zien aannemen , alles doende
ter believing der Staten zonder eenigen wederstand , en
ook
zelfs
menige
verdragende.
miskenning
Hij had
nu ,
van
bij
dien
kant
geduldig
het ophouden des oor-.
logs , geenen bepaalden werkkring meer : bij de souve
rainiteit der Staten , die altijd tegenwoordig waren en
zich door hunnen bekwamen aanvoerder OLDENBARNEVELD
krachtig wisten te doen gelden ,
kon een Gouverneur of
Stadhouder eigentlijk gemist worden ;
en de Staten be
dienden zich dan ook van hem of slechts welstaanshalve ,
of alleen om meerdere klem aan hunne maatregelen bij
te zetten , in gevalle en zoo ver hun zulks noodig was.
Reeds sedert verscheidene jaren bestond er in de Kerk
van Alkmaar eene groote verdeeldheid door de woelingen
van haren predikant ADOLPHUS VENATOR , die zich in leer
en leven hoogst
de
ergerlijk gedroeg en al in 1604 door
Synode van Edam in
zijnen, dienst geschorst , doch
desniettemin door de stedelijke Regering was gehandhaafd
geworden.
Er zijn duidelijke blijken , dat de Staten van
Holland toen nog geenszins op
zijne hand waren (221 ) .
Maar bij het ontstaan van het Arminianisme werd de zaak
van VENATOR daarmede vereenzelvigd , en begon dus gunst
te vinden in de oogen van OLDENBARNEVELD , die der Ge
MAURITS BEDRYVEN GEDURENDE 1609-1614 .
79
reformeerde Kerk geenszins genegen en der Arminiaansche
partij sterk toegedaan was.
Door deze begunstiging werd
de verdeeldheid te Alkmaar gaandeweg vermeerderd : waar
door de Classe in September 1608 bewogen werd tot
herstel der kerkelijke orde zelve handen aan het werk te
slaan en alle hare leden tot eene nieuwe onderteekening
der Nederlandsche Geloofsbelijdenis en Heidelbergschen Ca
techismus te verplichten .
Gereedelijk werd hieraan door
allen voldaan , behalven door VENATOR en nog vier andere
predikanten ,
die dus op nieuw geschorst werden.
Deze
wierpen zich nu in de armen der Staten , die hun gelijk
gaven en der Classe oplegden hen weder in haar midden
.
te ontvangen.
Niet onwaarschijnlijk is het , dat MAURITS , dien wij
evenwel in dezen twist nog niet gemoeid vinden , op eene
verbetering der stedelijke Regering ter te gemoet koming
der verdrukte Kerk te Alkmaar is bedacht geweest . Bij
de verandering der Wet op het einde van 1609 had hij
als Stadhouder volgens de gewoonte de keuze uit een dub
beltal ,
hem door de Stad voorgedragen : en nu viel zijne
keuze voor het grootste gedeelte op tegenstanders van
VENATOR en voorstanders van den waren , oprechten , zui
veren ,
aangenomen
Gereformeerden
Godsdienst ,
die dan
ook , als op wettige wijze gekozen , den 24sten December
beëedigd werden tot genoegen , zoo het scheen , der bur
gerij , daar alles stil en vreedzaam , als naar ouder ge
woonte , afliep.
Maar zes dagen daarna kwamen de Capiteinen der schut
terij onverwachts met een verzoekschrift aan de Regering
voor den dag , waarbij zij klaagden , dat de benoeming ,
als op ongeschikte personen , ook op bloedverwanten in
den verboden graad gevallen , streed tegen de privilegien
der stad , verklaarden vernomen te hebbe " dat de stad
met inlegering zou bezwaard worden , en dus verzochten
een dadelijk antwoord tot herstel van het eerste grief en
3
80
MAURITS BEDRYVEN
tot verlof om de stad door de schutterij te doen bewaken.
Dit stoute verzoekschrift gaf verbazing , dewijl de voor
gestelde grieven of ingebeeld of ongegrond waren : en alle
schijn was er , dat dit te voren zoo was beraamd geweest ,
ten einde de schutterij in de wapenen te krijgen en door
dat middel de aangestelde Regenten door voorstanders van
VENATOR weder te doen vervangen (222) .
Immers zonder
het antwoord der Regering af te wachten , riepen de Ca
piteinen de schutterij in de wapenen , maakten zich mees
ter van het kruidhuis en de sleutels der stad , namen
het Stadhuis voor zich in en zonden eenige afgevaardigden
naar den Haag aan de Staten van Holland met een ver
toog hunner grieven .
Dit
drong de Regering om zich
insgelijks schriftelijk tot MAURITS en de Staten te wenden .
Het gevolg was , dat er vier Commissarissen , aan wier
hoofd OLDENBARNEVELD's schoonzoon , naar Alkmaar wer
den gezonden , om de twisten zoo mogelijk neder te leg
gen of anders verslag te doen .
met
gezag te werk te
Dan deze in plaats van
gaan en den wettig
ingestelden
Magistraat de hand boven het hoofd te houden , deden
allerlei vergeefsche voorslagen van bemiddeling , tot eindelijk
de beide partijen in het midden van January 1610 over
eenkwamen de beslissing der geschillen aan de Staten van
Holland en MAURITS over te laten .
Met dit al weigerden
de Capiteinen der schutterij de wapenen te doen neder
leggen ,
vóórdat
de
Magistraat zou veranderd zijn ,
een
blijk genoeg , dat zij van hooger hand ondersteund wer
den (223) .
Toen nu de Commissarissen der Staten onverrichter zake
vertrokken
waren ,
besloten
de
welmeenende leden der
Vroedschap eenigen hunner naar den Haag af te zenden ,
om de
rechtvaardigheid hunner zaak te
betoogen en op
het afleggen der wapenen door de schutterij , aan te drin
gen.
Dan te vergeefs : slechts bij MAURITS , die hen even
wel niet helpen kon , vonden zij een toegenegen oor , terwijl
GEDURENDE
81
1609-1614.
zij overal elders , bijzonder bij ' OLDENBARNEVELD merkten
dat hunne tegenpartij de meeste gunst genoot , en dat er
op eene geheele afzetting der wettig gekozen en aangestelde
Regering gedoeld werd (224) .
Inmiddels werden de afgevaardigden der goedgezinden in
de volle vergadering der Staten van Holland gehoord , en
verzochten , dat , daar MAURITS naar Utrecht vertrok en de
partijen de beslissing der geschillen gezamentlijk aan hem
en de Staten hadden overgelaten , dezelve mitsdien tot zijne
wederkomst zou worden uitgesteld .
VELD ,
Maar OLDENBARNE
der Staten leider en woordvoerder , antwoordde ,
dat het den Staten toekwam op de eenigheid der steden en
leden des lands te letten en daarin te voorzien , dat zij
daartoe op MAURITS wederkomst niet behoefden te wachten ,
en dat zij ten dezen MAURITS last en gezag op zich namen , daar de zaak geen " uitstel lijden kon (225) . Wij
zien hieruit , welk werk OLDENBARNEVELD van MAURITS
maakte ; hoe hij den Stadhouder slechts hield voor een
persoon om figuur te maken , in de regering gesteld met
hoogen titel , doch zonder eenige zelfstandige macht of ge
zag , met wien de Staten leven konden naar welgevallen :
de Staten van Holland trouwens waren naar zijne mee
ning de Souverein , die , als altijd tegenwoordig , eigentlijk
geenen Stadhouder behoefde.
Wij lezen niet , dat MAURITS
zich tegen deze hem beleedigende handelwijze eenigermate
verzet of verklaard heeft.
Het gevolg van dit alles was ,
dat eindelijk de Staten
kwamen tot hetgeen , waartoe die gantsche wanorde van
den beginne af blijkbaar was aangelegd geweest , en dat
zij op den 22sten February door hunne Commissarissen ,
uit naam en van wege de hooge Overheid van den lande
van Holland en Westvriesland , de geheele , door MAURITS
wettig gekozen Regering ontbonden ,
en den volgenden
dag eene nieuwe Regering aanstelden , waaronder slechts
zes van de welgezinde partij , die daarenboven altemaal
III
6
MAURITS BEDRYVEN
82
boven de 70 jaren oud waren en dus niet lang meer
dienen konden , terwijl alle de overigen , ten getale van
21 , de partij van VENATOR waren toegedaan (226) .
Zoo werd dan al dadelijk te Alkmaar de waarheid van
MAURITS zeggen bevestigd , dat OLDENBARNEVELD alles over
hoop zocht te werpen , het politieke en het kerkelijke (227) .
Het eerste was thands geschied , nu moest ook het andere
volgen.
St
Aan den rechtzinnigen predikant HILLENIUS , een
werd de stad ontzegd : de
tegenstander van VENATOR ,
kerkeraad werd afgezet en door eenen naar VENATOR's zin
vervangen
en alzoo bleef deze oproermaker , gerugsteund
door OLDENBARNEVELD , geheel meester.
Wat nu in dit alles aan MAURITS te laste te leggen ?
Misschien ja al te groote lijdelijkheid in hetgeen door
OLDENBARNEVELD zoo onrechtmatig bewerkt werd ; mis
schien al te groote vrees , dat door ijverig de goede zaak ,
waaraan hij zich wel
genegen
betoonde , te handhaven ,
de onrust en verdeeldheid nog erger gevolgen hebben zou :
maar zeker geenszins eenige de minste poging , om , als
men zegt , in dit troebel water te visschen en zich eene
partij te verwerven , die hem de souverainiteit of meer
dere macht , dan hij bezat , bezorgen kon .
Genoegzaam ten zelfden tijde was
er eene dergelijke
beweging te Utrecht , die echter op eene krachtiger wijze
gestild werd , doch waarin ons de ware bedoelingen der
handelende personen niet recht duidelijk zijn .
In October
1609 was de Wet als naar gewoonte veranderd .
Maar
op het laatst van February kwam onverwachts de bur
gerij op en vorderde met zoo veel geweld , dat de Re
gering zou aftreden ,
dat deze aan dien
eisch voldeed.
Daarop werd door de oproerige burgerij eene nieuwe Re
gering gekozen en tot Burgemeester benoemd DIRK KAN
TER ,
die zich
reeds vroeger meermalen als een onrus
tigen geest had laten kennen , en HENDRIK VAN HELSDIN—
GEN (228) ,
beide
de
voornaamste
opruiërs der burgerij
20
GEDURENDE 1609-1614 .
83
en den Roomschgezinden niet ongenegen (229) .
Tot deze
Regeringsverandering was de bevestiging van MAURITS , als
Stadhouder van Utrecht ,
noodig , die daartoe het advies
der Staten Generaal innam en slechts weinige dagen na
het gebeurde , overeenkomstig dat advies , den Schout der
stad machtigde om de nieuw benoemde Regenten te be
ëedigen.
Over de beweegredenen hiertoe is niets bekend ,
en dus behoeft men geenszins te stellen , dat MAURITS die
oproerige Regeringsverandering met goede oogen heeft aan
gezien , zijnde het veeleer om zijne raadpleging met de
Staten Generaal , waartoe hij anders toch geenszins ver
plicht was , waarschijnlijk , dat hij zelf in de bekrachtiging
der
nieuwe Regering vele zwarigheid gevonden en haar ,
slechts om erger kwaad te schuwen , gegeven heeft , gelijk
zij ook niet verleend is dan op uitdrukkelijke en hooge
betuiging van de Regering der stad , dat er onder al die
beweging geene factie noch papisterij vermengd was , en
dat hiermede het volk uit de wapenen en alles in stilte
gebracht zou worden .
Dan deze hoop werd niet vervuld.
Want de Utrecht
sche onlusten raakten niet enkel de stad , maar ook de
Staten der Provincie , in welke zich de Heer VAN BRAKEL
zocht in te dringen , terwijl men voorts op vermindering
van lasten en verandering van bestuur aandrong en de
Regering der stad zich genoodzaakt zag daaraan eeniger
mate toe te geven . Om hiertegen te voorzien , was het
op verzoek dier Staten , dat de Staten Generaal reeds in
het begin van February 1610 MAURITS met eenige ge
machtigden uit hun midden en uit den Raad van State
zonden , met last om alle verandering in den godsdienst ,
staat en regering der Provincie te verhoeden en de oude
lasten
zoo
mogelijk
te herstellen
(230) .
Dan hoezeer
MAURITS en zijne medeafgevaardigden met moeite groote
buitensporigheden bedwongen , het herstellen der orde was
hun onmogelijk.
Opmerkelijk is het , dat , terwijl de bur
6*
84
MAURITS BEDRYVEN
gerij naauwelijks iets van de Staten Generaal wilde hooren ,
zij echter aan MAURITS gants genegen was en aan hem
alleen de beslissing der twistpunten wilde hebben opgè
dragen : zelfs waren er , die hem in de stad zochten te
houden en zijn vertrek te beletten .
Nergens vindt men
gemeld , welke oorzaak en bedoeling deze goede gezindheid
had : misschien wel rekende men op zijne bekende zacht
zinnigheid en toegeeflijkheid ; misschien ook had hij zich
over de eischen der burgerij niet gants ongunstig uitge
laten .
Dat het oproer ten zijnen voordeele verwekt
of hij er onder
is
geroeid heeft , daarvan is geen blijk hoe
genaamd voorhanden . (231 ) .
MAURITS keerde dan met zijne medeafgevaardigden on
verrichter zake terug op het verlangen der Staten Generaal ,
die inmiddels te Woerden vergaderden en ` aldaar de par
tijen , te weten de Staten en de Stad , beschreven .
De
Stad , die eerst gehoord werd , vorderde niet alleen MAU
RITS terugkomst ,
daar anders het volk uit de wapenen
niet te brengen zou zijn , maar ook bijzonderlijk zijn ontslag
van den eed , waarbij hij als Stadhouder aan zijne instruc
tie verbonden was , alleenlijk voor de punten in geschil ,
en verder niet , wier beslissing de Stad hem wilde opgedra
gen hebben om meerder gezags wille.
Doch de Staten der
Provincie , vervolgens gehoord , schenen beducht voor MAU
RITS oordeel en wilden de beslissing aan de Staten Generaal
In dezen laatsten zin viel dan ook het
verbleven hebben .
besluit
en aan de Stad , waar inmiddels groote ongere
geldheden plaats hadden , werd te kennen gegeven en zij
vervolgens ook door MAURITS zelven schriftelijk aangemaand ,
om binnen vier dagen hare afgevaardigden in den Haag te
zenden en de zaak aan het oordeel der Staten Generaal
te onderwerpen (232) .
Dan de Stad aan deze aanmaning niet voldoen willende ,
besloten de Staten Generaal tot dwangmiddelen over te
gaan .
Aan MAURITS , die wegens ongesteldheid ter verga
GEDURENDE
85
1609-1614.
dering der Staten niet had kunnen tegenwoordig zijn (233) ,
werd van het genomen besluit om krijgsvolk naar Utrecht te
zenden , kennis gegeven , en werd hij verzocht eenen Overste
over hetzelve te benoemen , indien zijne ongesteldheid hem
verhinderen mocht in eigen persoon mede te gaan . Dan
klaarlijk bleek het , dat hij in dien sterken maatregel geen
genoegen vond. Aanstonds vroeg hij nadere verklaring ,
of de Staten voorhadden de stad rondom in te sluiten ,
of er alleenlijk den
toegang van te
bezetten ,
of haar
met geweld aan te tasten : voorts verschoonde hij zich
zelven van het bevel over het krijgsvolk op grond
zijner ongesteldheid , en zijnen broeder Graaf HENDRIK OP
grond
zijner jonkheid (234) ,
en sloeg Graaf ERNST VAN
NASSAU voor tot Opperbevelhebber , meenende echter , dat
de stad vooraf nog eens tot onderwerping vermaand moest
Doch niets van dit alles werd goedgevonden :
worden.
integendeel besloot men zonder verwijl de stad aan te
tasten en het beleid van den aanslag en het bevel over
krijgsvolk op te dragen aan Graaf HENDRIK , wien
Graaf ERNST als tweede persoon werd toegevoegd (235) .
het
Dat OLDENBARNEVELD alweder de doordrijver van dezen
sterken maatregel geweest is , kan naauwelijks betwijfeld
worden , als men ziet , dat de Staten van Holland dien sterk
Wij zijn niet genoeg omtrent den aard
Voorstonden.
der Utrechtsche geschillen en de deswege gevoerde raad
plegingen ingelicht ,
om zijne
ware bedoelingen ten de
zen te doorgronden : maar vreemd is het toch , dat hij
zich zoo vierkant tegen het zachtere en meer gematigde
gevoelen van MAURITS verzette en aan het hoofd van den
aanslag Graaf HENDRIK deed
stellen ,
als
het ware om
oneenigheid tusschen de beide broeders te verwekken en
al het kwaad , dat de stad overkomen mocht , aan het
Huis van Nassau , aan hetwelk de burgerij niet ongene
gen was , te doen toerekenen.
Ook zien wij , dat hij de
door hem beweerde provinciale souverainiteit in de ove
86
MAURITS BEDRYVEN
rige Provincien niet zeer eerbiedigde , en aan de Staten
Generaal het recht toekende om zich met de inwendige
verdeeldheid
eener Provincie
te bemoeiën en haar
met
geweld tot reden te brengen.
De aanslag had alzoo voortgang en Graaf HENDRIK (236) ,
gevolgd door den Raad van State , vertrok den laatsten
Maart aan het hoofd van eenig krijgsvolk naar Utrecht.
Wel scheen de stad zich in eenigen tegenweer te wil
len stellen , maar gaf spoedig toe , en er werd op den
6den April een verdrag gesloten , waarbij
onder anderen
bepaald werd , dat de thands bestaande Regering zou aan
blijven tot de gewone Regeringsverandering toe , de stad
een genoegzaam aantal krijgsvolk innemen , en de geschil
IN
len verbleven worden aan de uitspraak der Staten Gene
D
raal (237) .
Doch moeilijk was het de burgerij
tot het
nederleggen der wapenen te brengen , en de geschillen ver
nieuwden zich.
Gelijk vroeger , was ook nu weder MAU
Je
RITS tot alle zachtheid en toegeeflijkheid gestemd (238):
0
doch alle middelen tot overreding werden te vergeefs be
proefd , totdat eindelijk op den 6den Mei de Staten Gene
raal , ook met MAURITS toestemming , besloten de nieuwe
Regering weder door de oude te doen vervangen , en dit
besluit door den Raad van State ten uitvoer gebracht
werd (239).
Uit
dezen gantschen
handel blijkt dus tot
eer van
MAURITS , dat hem , tot zachtheid gestemd , de strenge
handeling , met de stad gehouden , tegen de borst
geweest is
niet
en dat ,
hoezeer hij
gants ongunstig scheen ,
hij
der
nieuwe
Regering
evenwel niets gedaan
heeft , om zich binnen die stad eene partij te verschaffen ,
gelijk hem dit ook ,
naar wij weten , nimmer is te laste
gelegd (240) .
Kort hierna ontstond er een ernstig verschil tusschen
MAURITS en de Staten Generaal. In Maart 1609 name
lijk was de Hertog van Cleef en Gulik zonder kinderen
10
GEDURENDE 1609-1614.
komen te overlijden .
scheidene
Vorsten
87
Op deszelfs landen werd door ver
aanspraak gemaakt : de voornaamsten
waren de Keurvorst
van
Brandenburg,
de
Hertog van
Nieuwburg en de Keizer , welke laatste beweerde , dat die
landen als Rijksleenen thands1 aan hem waren vervallen .
Meest alle de naburige Staten namen deel aan den hier
uit ontstanen twist , daar het hun geenszins onverschillig
was , wie Souverein dier landen worden zou.
hadden
de
Intusschen
beide eerstgenoemde Vorsten hunne belangen
tegen den Keizer vereenigd ; en daar zij het Protestan
tisme waren toegedaan , zoo vonden zij al dadelijk steun
bij onze Republiek en bij den Koning van Frankrijk , die
zich stellig tegen de aanspraak des Keizers , zoo naauw
met Spanje en Rome verbonden ,
verklaarden .
Evenwel
kwam men niet spoedig tot het leenen van daadwerkelijke
hulp .
Terstond na den dood des Hertogs had MAURITS
begrepen ,
dat
Frankrijk en onze Staat zich onverwijld
in het bezit der opengevallen landen moesten stellen , ten
einde er den Keizer en die met hem waren , buiten te
houden
en hoezeer ook de Koning van Frankrijk in dat
gevoelen gedeeld had , veranderde hij echter , toen hij zag,
dat de Staten er afkeerig van waren uit vreeze van alzoo
den vijand , met wien zij pas een bestand hadden gesloten ,
weder in 't harnas te zullen jagen : en deze bevreesdheid
der Staten schijnt zoo groot geweest te zijn , dat Maurits
duchtte ,
dat
zij nimmer om deze zaak in de wapenen
zouden komen , vooral toen zij terstond na het treffen van
het bestand een aanzienlijk deel van hun leger hadden
afgedankt (241) .
Terwijl nu inmiddels aan de eene zijde de beide Vorsten
van Brandenburg en van Nieuwburg de landen van Cleef
en Gulik in bezit hadden genomen , had ook aan de an
dere zijde de Keizer een leger derwaarts gezonden en de
stad Gulik bemachtigd .
Dit deed de Staten en Frankrijk
op eigen behoud bedacht zijn , en besluiten om in den
88
MAURITS BEDRYVEN
zomer van 1610 met een leger in Gulik te rukken en
den Keizer te bedwingen.
Dan nu rees er verschil , wien
aan het hoofd des legers te zetten. " Frankrijk en de
Duitsche Vorsten zagen het opperbevel aan niemand liever
dan
aan MAURITS , die het
ook verlangde , opgedragen :
maar bij de Staten vond dit tegenkanting .
Van den be
ginne af hadden zij er Graaf HENDRIK toe bestemd met
oogmerk hem Graaf ERNST toe te voegen : en wat men
ook van de andere zijde aanhield ,
de Staten besloten bij
hun besluit te volharden (242) .
De redenen , die voor dit besluit voortgebracht werden ,
schenen zeer eervol voor MAURITS . Men vreesde de trouw
loosheid der Aartshertogen , die , als MAURITS buiten het
land zijn , zou , eene kans zouden mogen wagen om in
het land te vallen : wat had ook de Guliksche tocht zulk
eenen grooten veldheer als MAURITS van noode ?
nader
inzicht blijkt het ,
Dan bij
dat deze redenen den
Staten
naauwelijks ernst en welgemeend kunnen geweest zijn.
Vernederend toch op zich zelf was het voor MAURITS , dat ,
terwijl er een zoo aanzienlijk leger van den Staat in een
naburig land voor eenen zoo gewichtigen veldtocht , waarbij
de Staten een zoo groot belang hadden , werd weggezon
den ,
MAURITS ,
die zoo beroemde krijgsoverste ,
staande
aan het hoofd van der Staten legers , zou moeten te huis
blijven ,
enkel
en alleen om een wakend oog te houden
op den vijand , wiens trouweloosheid ja
toch geenszins waarschijnlijk was.
mogelijk ,
maar
Aan het welgelukken
van dien tocht was den Staat ten hoogste gelegen , gelijk
er ook bij eene mislukking groofe zwarigheid te voorzien
was : en waarom dan niet eenen MAURITS , die reeds zoo
vele heldenproeven gegeven had , aan het hoofd geplaatst ,
terwijl men voor
de loutere bewaring des lands mindere
veldheeren , vooral bij de tegenwoordigheid der Staten
zelven , die zich in zaken van oorlog wijs genoeg waan
den ,
gebruiken kon ?
En wat
zou MAURITS ,
hoe be
GEDURENDE 1609-1614 .
89
kwaam en kundig ook , met het overige leger tot ' s lands
verdediging
kunnen
uitrichten ,
indien
hij
soms
SPINOLA , die thands wel 30000 man bijeen had ,
door
over
vallen en daarenboven nog het Guliksche leger geslagen
wierd ?
Maar welke waren dan de ware bedoelingen der Sta
ten?
Wanneer men bemerkt , dat het de Staten van Hol
land
geweest
zijn ,
welke voor
die redenen zulk eenen
overwegenden invloed bij de Staten Generaal hebben we
ten te verwerven , dan mag men veilig uit OLDENBARNE
VELD'S gezindheid jegens MAURITS tot de ware bedoelingen
der Staten ten dezen besluiten . Dat hem de vrees bezield
heeft ,
dat MAURITS aan het hoofd eens legers aanleiding
geven zou tot verbreking van het bestand met den vijand ,
kan
men naauwelijks stellen .
Veeleer strookte het met
zijne overige handelwijze , MAURITS te vernederen , aan zij
nen oorlogsroem palen te zetten , hem zijne afhankelijk
heid van OLDENBARNEVELD'S invloed te doen gevoelen , en
1hem eenen nieuwen tegenstander in zijnen jongeren broe
der te verwekken , die daartoe in de hoogte getild moest
worden , even als OLDENBARNEVELD vroeger MAURITS te
genover LEYCESTER geplaatst en verheven had .
Opmer
kelijk toch is het , dat OLDERNARNEVELD thands zoo veel
werk maakte van den jongen FREDERIK HENDRIK en zulks
tegen den uitdrukkelijken zin van MAURITS , wiens inner
lijke genegenheid voor het belang zijns broeders toch niet
te betwijfelen valt .
Had
men nog onlangs Graaf HEN
DRIK in dẹn aanslag tegen Utrecht aan het hoofd geplaatst ,
hoezeer MAURITS hem nog te jong keurde , nu moest hij
zelfs in een zeker opzicht aan MAURITS voorgetrokken wor- .
den. Laat het zich niet met veel grond vermoeden , dat
OLDENBARNEVELD , die steeds den bodem zijns harten wist
verborgen te houden , ook ten dezen geene zeer gunstige
oogmerken voor MAURITS gehad heeft ?
En hoe
gedroeg
zich
deze
onder
die
bejegening?
90
MAURITS BEDRYVEN
Gelijk men zulks van zijne bekende rechtschapenheid ver
wachten mocht ,
beklaagde hij zich ernstig over het grief,
dat men hem wilde aandoen , drong sterk aan op de hand
having zijner eer , maar gaf verder zijn belang geduldig
over , toonende zich niet te willen verzetten tegen hetgeen
de Staten Generaal mochten goedvinden .
zag hij ,
hoe de aanzoeken op
Met ongenoegen
zijnen persoon ten dezen
opzichte door ' s lands Regering van de hand werden ge
wezen , en de keuze op zijnen jongeren broeder gevestigd
bleef: dan daar hij voor eerst geene kans zag daarin ver
andering te bewerken , schijnt hij den spijt eenen geruimen
tijd te hebben opgekropt tot in het begin van July , toen
het leger bijeen trok en het beslotene tot dadelijkheid
stond gebracht te worden . Toen was het , dat hij op eens
den vollen boezem lucht gaf, en wel zoo sterk , dat de
Staten Generaal eindelijk na veel onderhandeling en moeite
besloten hem zijn verlangen
toe te
geven en hem het
opperbevel over het leger te vergunnen (243) .
•
Na dit besluit behoefde men hem niet te porren om
spoed te maken.
Reeds den 11den July had hij 's Graven
hage verlaten en bevond zich den 13den in het leger , het
welk, bij Schenkenschans vereenigd , sterk was 136 vende
len te voet en 38 cornetten te paard met 30 stukken ge
schut , al te maal kloek en fraai volk en wel in orde (244) .
Hiermede trok hij den 16den de grenzen over in gezelschap
van zijnen broeder Graaf HENDRIK : maar in zijn verlangen
om ook Graaf WILLEM bij zich te hebben , werd hij te leur
gesteld (245) . Nabij Rhijnberk werd hij door den Spaan
schen Gouverneur der stad , op last der Aartshertogen , die
verklaard hadden zich onzijdig te willen houden , feestelijk
begroet met aanbod van vrijen doortocht langs den Rhijn
en over het land. (246) .
Den 29sten July kwam hij voor Gulik.
hij de
stad insluiten
schoon zijn leger nog
en de
slechts
gravingen
Terstond liet
beginnen ,
of
met 4000 man van den
GEDURENDE 1609-1614.
Vorst van Anhalt versterkt was.
91
Het Fransche leger toch ,
onder het bevel van den Maarschalk DE LA CHASTRE , nabij
Trier liggende , weigerde ,
niettegenstaande de gemaakte
bepalingen , te komen , het zij beducht voor het Spaansche
leger onder bevel van SPINOLA , het zij misnoegd , dat mau
RITS zonder de Franschen de belegering begonnen had (247) .
MAURITS namelijk had zich zoo gehaast , omdat hij ver
nomen had , dat de Maarschalk in last had de bewaring
der stad over te nemen (248).
Maar toen MAURITS gedurig al meer en meer op de
besloot de
stad won ,
Den 18den Augustus
Maarschalk niet langer te dralen .
eindelijk kwam hij er met zijn leger
voor. Den volgenden dag werden van wederzijde de beide
legers gemonsterd , en wel met dien uitslag , dat de
Maarschalk ,
na de betere uitrusting van MAURITS leger
boven het zijne gezien te hebben , allen voorgaanden na
ijver tegen onzen Vorst liet varen , hem alle eer bewees
en verklaarde hem het beleid der geheele belegering over
te laten.
Alzoo deed MAURITS dapper en met goede orde
voortwerken , kwam al nader en nader , deed de stad op
den 28sten Augustus , ofschoon te vergeefs , opeischen , en
dwong eindelijk op den 31sten de bezetting , die zich dap
per verdedigd had , spraak te verzoeken , en na eenige on
derhandeling de stad op den 2den September bij verdrag
over te geven (249) .
Toen het Fransche leger
op zijn vertrek
stond , liet
MAURITS Vooraf den Maarschalk nog eens zijne Nederland
sche troepen in oogenschouw nemen , om hem hunne be
kwaamheid in den krijgshandel te vertoonen.
Met groote
opgetogenheid werd dit door den Maarschalk aangezien .
In het
geheel , MAURITS had weder grooten roem ver
worven , die en door den Maarschalk en door de belang
hebbende Duitsche Vorsten volkomen erkend werd . Den
18den September brak hij met zijn leger op , bracht het
terug naar Schenkenschans en verdeelde het van daar in
92
MAURITS BEDRYVEN
de garnizoenen.
Den 27sten bevond hij zich weder in Arn
hem , van waar hij met goedvinden der Staten Generaal
de frontiersteden in Gelderland , Zutphen en Overijssel ging
bezoeken (250) .
Toen op den 27sten October de Vorst
van Anhalt de Staten Generaal in tegenwoordigheid van
MAURITS begroette en voor de verovering van Gulik be
dankte , noemde hij onzen held , en niet zonder alle recht ,
den eersten Capitein van geheel Europa (251 ) .
Hoe weinig deze gelukkige uitkomst , voor zoo ver er
MAURITS roem op nieuw door verhoogd werd , OLDEN
BARNEVELD gesmaakt
hebbe ,
laat
zich lichtelijk denken .
Doch hoe dit zij , MAURITS zeker heeft ten dezen niets
gedaan , dat berispelijk wezen zou .
Ten jare 1612 genoot hij de eer van door Koning
JACOB van Engeland benoemd te worden tot Ridder van
de
vermaarde
Orde van den Kouseband ,
en
zulks in
plaats van den overledenen Koning van Frankrijk.
Doch
het kostte zeer veel moeite om de toestemming der Sta
ten Generaal daartoe te verkrijgen .
Zij namen tot voor
wendsel de verplichtingen , waaraan de Ridders bij eede
verbonden werden jegens den Koning van Engeland en de
aldaar gevestigde Kerk , verplichtingen , die met den band ,
waarmede MAURITS aan deze landen gehecht was , niet
་ wel vereenigbaar waren. Dan het was bekend , dat vreemde
Vorsten aan die verplichtingen niet gehouden waren en
daarvan ontheven werden ,
gelijk ook ten opzichte
MAURITS uitdrukkelijk door
den
klaard
werd.
Engelschen
En daar men evenwel
van
gezant ver
voortging zwarig
heden voor te wenden , zoo bleek het , dat er geheime
redenen bestonden , waarom men het voor MAURITS ZOO
eervolle aanbod des Konings wel wenschte van de hand
slaan ,
vooral daar MAURITS ,
naar
deze geheele zaak lijdelijk gedroeg.
het
schijnt ,
zich in
Deze redenen laten
zich slechts gissen en uit de gezindheid van OLDENBARNE
VELD ,
der Staten leidsman , verklaren , van wien het ze
1
GEDURENDE
93
1609-1614 .
ker is , dat hij persoonlijk tegen de aanneming van‍ het
vereerende aanbod was. OLDENBARNEVELD namelijk kon
met geene goede oogen de verheffing van MAURITS aanzien
aanschouwen , te minder nu deze verheffing kwam van de
zijde des Konings van Engeland, die in het godsdienstige
reeds eenen gunstigen zin en invloed met betrekking tot
's lands Gereformeerde
OLDENBARNEVELD
Fransche
nader
Kerk ten toon
meer
Gouvernement
blijken
zal (252) .
spreidde , terwijl
invloed aan het Roomschgezinde
wilde hebben toegekend , gelijk
Evenwel daar men met deze
redenen niet opentlijk voor den dag konde komen en alle
de geopperde zwarigheden door den Koning van Engeland
werden weggeruimd , zag men zich wel genoodzaakt zich
MAURITS benoeming te laten welgevallen (253) .
Op den
4den February 1613 had de plechtigheid der inhuldiging
plaats , waarbij OLDENBARNEVELD , als toen ten tijde Voor
zitter der Staten Generaal , (zekerlijk niet zonder innigen
weerzin) hunnen dank aan den
Koning en hunne ge
lukwensching aan MAURITS betuigde in eene aanspraak ,
waarin hij wel gewag maakte van Gods eer , de verhoo
ging van MAURITS doorluchtig Huis en de handhaving van
de gerechtigheden
ijver
der landen ,
maar niets van MAURITS
en godvruchtigheid tot vordering van den Gerefor
meerden godsdienst ,
waarvan
echter en de Koning en
's Konings gezant zoo opzettelijk hadden gewaagd als eene
der redenen om MAURITS zoo hoog te vereeren (254) .
Intusschen , deed MAURITS ZOO veel hij mocht , om OL
DENBARNEVELD te believen . Al kort na het Bestand had
hij diens oudsten zoon REINIER Heer van Groeneveld tot
zijnen Luitenant-Houtvester verheven : en toen hem hier
Over PHILIPS WILLEM van Oranje zijne verwondering be- '
tuigde ,
antwoordde
hij , dat OLDENBARNEVELD een man
" die den Staat lief had en daarom ook in zijne kin
deren beloond moest worden , en dat dezelve bekwamer
was dan alle anderen , en dus het land in verwarring zou
94
MAURITS
BEDRYVEN
komen , indien het zulk eenen man kwame te missen (255) .
En bij gelegenheid van het verschil , dat er op het einde
van 1613 tusschen de Staten der verschillende Provincien
bestond over het al of niet terugzenden van onzen Am
bassadeur AERSSEN naar Frankrijk , waar hij met schran
der beleid de geheime oogmerken van het Roomschgezinde
Hof aan zijne Meesters ontdekt had , was MAURITS raad
ten eenen male in den zin van OLDENBARNEVELD , die
met
alle macht de verwijdering van den verdienstelijken
gezant
doordreef,
met
dat gevolg dat in diens
plaats
benoemd werd de Heer VAN BOETSELAAR , en dat OLDEN
BARNEVELD's schoonzoon , de Heer VAN DER MYLE inmiddels
als buitengewoon gezant werd afgevaardigd (256) . Met dit
al bleek het toen en sedert , dat , terwijl OLDENBARNEVELD
AERSSEN's
verwijdering
verlangde ,
op grond ,
dat
deze
gezant de bedoelingen des Advocaats met betrekking - tot
het Fransche Hof veeleer tegen dan in de hand werkte ,
MAURITS daarentegen , AERSSEN's verdiensten op prijs stel
lende , zijne verwijdering niet wilde , dan om hem en den
lande
eene beleediging
besparen ,
van
wege het Fransche Hof te
en hem voorts in eene andere bediening te
gebruiken.
Ten jare 1614 was er groote vrees , dat er weder een
oorlog zou uitbarsten en het Bestand verbroken worden ,
en dit ter zake van het bezit van het Hertogdom
van
Gulik en Cleef, waarover men reeds in 1610 in de wa
penen " geweest was (257) . De beide bezittende Vorsten
namelijk waren
met elkanderen in tweespalt geraakt we
gens den godsdienst , daar die van Brandenburg de Ge
reformeerde leer was toegedaan en zich daarom naauw
aan onze Staten en andere Protestantsche Vorsten aansloot :
terwijl de Vorst van Nieuwburg , ofschoon een Lutheraan ,
echter naar den Roomschen godsdienst overhelde , zelfs
eerlang daartoe
de Roomsche
overging ,
Vorsten ,
en
zich
bijzonder
alzoo
naauwer aan
aan den Koning van
GEDURENDE
Spanje
1609-1614.
en de Aartshertogen aansloot.
95
Hierdoor was de
argwaan en twist gaandeweg vermeerderd , en waren er
zelfs dadelijkheden tusschen de beide Vorsten gepleegd , en
daar nu de Aartshertogen volk wierven met oogmerk , zoo
het scheen , om den Vorst van Nieuwburg te ondersteu
nen , · zoo was het op verzoek van den Keurvorst van
Brandenburg,
dat
MAURITS
met goedvinden der Staten
eenig krijgsvolk in Gulik bracht , ten einde stad en kasteel
tegen de andere partij te verzekeren .
den
de
Inmiddels vergader
Aartshertogen een aanzienlijk leger onder bevel
van SPINOLA , gelijk ook van wege de Staten door MAU
RITS gedaan werd , die een leger had van 10000 man
\
voetvolk (258) en 2500 man ruiterij , fraai volk en wel
uitgerust. Van beide zijden echter schijnt men beducht
geweest te zijn om het voorkomen te hebben het tusschen
de Staten en de Aartshertogen gemaakte bestand te willen
breken en met
elkander slaags
te raken.
Dan SPINOLA
was MAURITS voorgekomen en had reeds bezit genomen van
Aken , Berchem , Caster , ' s Grevenbroek , Orsoy , Duisburg ,
Mulheim en eindelijk ook Wesel , toen juist MAURITS in het
begin van September met zijn leger aanrukte om laatstge
melde stad te hulp te komen (259) .
Men heeft het sedert
OLDENBARNEVELD en UITENBOGAART te laste gelegd , dat zij
zijdelings tot het verlies van Wesel zouden hebben medege
werkt (260) .
Hoe dit zij , na onder het beleid van Graaf
HENDRIK eene sterke bezetting in Gulik gezonden te heb
ben ,
en
nam MAURITS terstond bezit van Emmerik en Rees ,
naderhand
nog
van Goch ,
terwijl SPINOLA zich inmiddels
ter maakte.
nog
van
Xanten mees
Dit alles geschiedde wederzijds zonder slag
of stoot (261 ) .
bij
Cranenburg en Gennep,
Hoezeer MAURITS bij Rees , en SPINOLA
Wesel lag , en dikwijls de soldaten der wederzijdsche
legers
elkander
ontmoeteden , kwam het echter tusschen
beide tot geene vijandelijkheid : alleen hield men elkander
in het oog (262) .
Onderwijl hadden de Koningen van
MAURITS BEDRYVEN GEDURENDE 1609-1614 .
96
Frankrijk en Groot-Britannie hunne gezanten daarhenen
gezonden ,
om gezamentlijk met
de gevolmachtigden der
Staten in ' t leger en met MAURITS en Graaf WILLEM (die
nu " mede in 't leger was) de verschillen tot een goed
einde te brengen. En hoezeer dit scheen te zullen ge
Jukken en er reeds een verdrag gemaakt en geteekend
was ,
bleven echter de zaken in den stand ,
waarin zij
waren , daar de Koning van Spanje , die in het verdrag
wilde begrepen zijn , eene spaak in ' t wiel stak . Met dit
al werden de beide legers door het hooge water genood
zaakt
het
veld te
ruimen :
iedere partij bleef behouden
hetgeen zij bezat , en MAURITS kwam in het begin van
December in den Haag terug (263) .
En hiermede werden zijne krijgsverrichtingen gestaakt
tot na het einde van het Twaalfjarig Bestand .
Hij had
zich tot nog toe een ijverig en getrouw handhaver en
beschermer van ' s lands vrijheid en onafhankelijkheid tegen
den gemeenen vijand , den Spanjaard , betoond.
Nu zul
len wij hem eenen eenigzins nieuwen werkkring binnen ' s
lands geopend zien .
AANTEEKENINGEN.
(1)
(2)
(3)
VAN
AN METER. , f. 384a.
Zie ons II D. , bl . 89.
VAN METER. , f. 467d.
(4)
(5)
(6)
VAN METER. , f. 494b .
VAN METER. , f. 522c .
IX , 284.
JEANNIN , Negot. , III , 234
>> Si le Charme (OLDENBARNEVELD) étoit de cet
WAG. ,
schrijft :
avis , je prévois , que les artifices dont il sait user pour
persuader ces peuples , et la créance qu'il s'est acquise
parmi eux , pourroient être cause d'en tirer une partie
à le
>> C'est
suivre."
En
p.
301
schrijft hij
van
denzelfden :
celui seul qui pourroit faire du mal , s'il en avoit
la volonté , pour la grande créance qu'il a parmi ces peu
ples , et les artifices dont il sait user envers eux pour
leur persuader ce qu'il veut."
(7) WAG. , IX , 242.
(8) VAN METER. , f. 528c. WAG . , IX , 229. OLDEN- .
BARNEVELD heeft in zijn verhoor op den 22sten November
1618 ,
op Vr .
101 ,
luidende :
Waarom hij
geen gehoor
heeft willen geven dengenen , die de Westindische Compagnie
zoo dikwijls hem voorgeslagen hebben ?, onder anderen geant
woord : Dat hij , die spreekt , t' andere tijden en gedu
rende den oorlog tot het formeren en octroyeren van dezelve
Compagnie is geaffectioneerd geweest en het inwilligen van
dien geraden heeft op hope van de Spaansche vloten en sche
pen , komende uit de Oost- en Westindien , Brazilie en an
dere plaatsen , afbreuk te doen tot schade van den Koning
III
7
98
AANTEEKENINGEN
en onderzaten
8-12 .
van Spanje en Portugal :
maar bij tijde
van vrede of stilstand van hostiliteit met de Spanjaards en
Portugezen heeft hij geene redenen verstaan of kunnen be
grijpen , hoe dezelve Compagnie voor de landen of ingezetenen
dienstig of profjtelijk geformeerd of gepractiseerd zoude mo
gen worden , maar wel dat dezelve geformeerd en gepracti
seerd wordende , naar zijn verstand (onder reverentie en cor
rectie) wel zal mogen strekken om de Spanjaards te invec
teren of irriteren tot herneming van den oorlog , daartoe hij
(onder reverentie en correctie als voren) meent dat men van
wege deze landen niet zeer behoort te arbeiden. Enz .
(9) VAN METER. , f. 532b en WAG. , IX , 237 willen ,
dat MAURITS met vele Gedeputeerden der Staten alstoen
in het leger te velde was.
Het is mogelijk ,
dat hij af
K
wezig geweest
is ; maar
naar het leger te velde is hij
eerst vertrokken in het begin van July.
bl. 520.
( 10) JEANNIN , I , 3.
(11) Res. St. Gen. ,
COENDERS presiderende
Zie ons D. II ,
J
10 January 1607.
refereert ,
>> De
dat de Heer VAN
Heer
DER
0
HORST en Secretarius van Turnhout hem aangegeven hebben ,
dat zij brieven hebben van de Aartshertogen aan de Heeren
Staten Generaal , die zij begeeren aan H. M. Ed. te pre
senteren , verzoekende tot dien einde audientie , mitsgaders
om te proponeren . ' t geen dat zij van H. Hooghe". in last
hebben tot continuatie van de voorgaande ontgonnen vre
dehandeling ;
daarop dat
de voorz .
Heer President heeft
verzocht te verstaan der Heeren Staten goede meening en
resolutie. Is uitgesteld hierop te resolveren , totdat men
zal gehoord hebben , wat dat de voorz. Heer VAN DER
HORST en Secretaris Z. Exc. zullen hebben voorgedragen ,
mitsgaders wat dat Z. Exc. hun zal hebben geantwoord ."
(12) Res. St. Gen. , 13 January 1607. >> Compareren
Jonker WALRAVEN VAN WITTENHORST Heer VAN DER HORST ,
Drossaart van den lande van Kessel , en Meester JOHAN
GEVAERTS , Licentiaat in de rechten en Secretaris van Turn
hout : hebben na overlevering van hare opene commissie
en autorisatie , van den Aartshertog en Aartshertogin , ge
f
AANTEEKENINGEN
12.
99
geven tot Brussel onder H. Hooghen. naam en secreet ca
chet , gedateerd den 3den dezes , geproponeerd , gelijk zij
daarna ter begeerte van de Heeren Staten schriftelijk heb
ben overgegeven
met de voorz. opene commissie , mits
gaders van zekeren brief , bij Z. voorn . Hoogh. aan den
voorz. Heer VAN DER HORST geschreven den 12den De
cember 1. 1. en des voorz. VAN DER HORST instructie van
den 6den Mei.
Nadat
alles was gelezen en daarop gedeli
bereerd , is goedgevonden , dat men den Comparanten zoude
deduceren het recht van 't land en dezelven onderrichten ,
dat zij , (wezende landzaten , als de Heer VAN DER HORST
een Geldersch Edelman , en GEVAERTS een Brabander , die
altijd boven alle de andere Provincien zorgvuldig zijn ge
weest ,
om hare privilegien en gerechtigheden te conser
veren, ) gehouden zijn ' t voorz. recht te helpen mainteneren ;
mitsgaders van het ongelijk , dat zij hebben , daartegen alsnu
bij de voorz. propositie te doen en te verzoeken , dat deze
Provincien met de Aartshertogen zouden handelen , die bij
het eerste lid van de instructie der Comparanten zeggen ,
dat zij niet als het hare pretenderen , daar zij dat nochtans
met recht niet kunnen gedoen , en nog veel min bij het
meerendeel van alle hare acten de Vereen . Provincien te
schelden voor rebellen ,
die nooit hare onderzaten en sub
jecten zijn geweest , overmits dat het alle de wereld notoir
en kennelijk is , dat de Koning van Spanje deze landen
tot zulke extremiteit met onrecht en geweld gebracht had ,
dat zij hem verlaten en afgezworen , en dezelve landen tot
een vrijen Staat gesteld en bij eed beloofd hebben , den
zelven alzoo te zullen met Godes hulp mainteneren , daar
naar dat ook elk een van deze vergadering particulierlijk
gehouden en verplicht is ; zijnde ook de Vereen. Provin
cien voor eenen vrijen Staat gehouden geweest bij den
voorgaanden Koning van Frankrijk en Koningin van En
geland h. m. en jegenwoordig nog worden bij de Koningen
van Frankrijk , Groot-Britannie , Denemarken en Zweden
en andere Heeren , daarvan de Heeren Staten Generaal niet
van meening zijn te wijken , zoo ten regarde van ' t voorz .
verkregen recht , als dat , om ' t zelve te mainteneren , zoo
7*
100
AANTEEKENINGEN
12..
veel bloeds gestort en daartoe zoo veel goeds der landzaten
geëmployeerd is: hebbende H. M. Ed . veel meer redenen
te sustineren , dat de Aartshertogen de afgewekene Provin
cien met geweld en practijken bezitten , als de Aartsherto
gen doen hen te schelden voor rebellen , en te zeggen ,
dat de Vereen . Provincien hen toekomen : betoonende ook
H. Hooghen. , dat dezelve in dezen practijkelijk procederen ,
daar zij verklaren , dat zij in dezen willig zijn secretelijk te
handelen , in dien regarde dat H. Hooghen. de komste van
de voorz. Comparanten zoo ruchtbaar gemaakt hebben , dat
men ter beurze tot Antwerpen op den peis opentlijk wed
dingen gedaan heeft , gelijk ook insgelijks daarin , dat de
Comparanten uitgeven , dat zij genoeg hebben de blanche
kaarte , daar ter contrarie dezelve gevraagd wordende , of
H. Hooghen. de Vereen. Provincien begeeren te erkennen
voor eenen vrijen Staat , dezelve niet zouden weten , wat
te zeggen : blijkende mede uit de overgegeven stukken , dat
de Heer VAN DER HORST zijnen last en komst alhier zelver
gevoorderd en geprocureerd heeft. Alle welke H. M. Ed .
den Heeren Comparanten goedgevonden hebben voor te hou
den en meteenen te verklaren , dat de zaken van deze lan
den
(God lof ! ) • in
zulke vervallen punten niet zijn ,
als
H. Hooghen, of zij meenen , door eenen kleinen tegenspoed ,
om daaruit zulke bezending en propositie te doen , of dat
zij zulke commissie zouden hebben behooren aan te nemen :
niettemin dat H. M. Ed. verzoeken , dat de Heeren Compa
ranten hare gedane propositie schriftelijk willen overgeven ,
en de gepresenteerde stukken ter vergadering laten , om
daarop gedelibereerd en geresolveerd te worden naar behoo
ren en vereisch der zaken."
24 January.
>> Is goedgevonden , dat men Z. Exc. en
den Raad van State zal verzoeken in de vergadering te
compareren , om preparatoir met derzelver advies te for
meren 't antwoord op de propositie van den Heer VAN
DER HORST
en Secretaris
van
Turnhout
ter
vergadering
van wege de Aartshertogen gedaan .
>> Is - geproponeerd , of de Gedeputeerden van de Pro
vincien bij form van advies preparatoir goedvinden te hoo
(
AANTEEKENINGEN
12 .
101
ren elkanders opinie op de antwoorde te geven op de
propositie: en goedgevonden , dat men deze zaak zal uit
stellen tot de komst van de Gedeputeerden , die uit Gelder
land , Utrecht en Overijssel alsnog verwacht worden."
25 January . » Is gelezen het concept van de antwoorde
op de propositie : - en goedgevonden , dat men ' t zelve
concept Z. Exc. en den Raad van State zal communiceren ,
om daarop te verstaan derzelver advies , en daarvan doen
maken zeven copien voor de Gedeputeerden van de Pro
vincien , en eene voor den Raad van State ."
26 January.
» Compareren de Heeren Raden van State ,
en is H. Ed. opening gedaan van de propositie , die - den
13den dezes gedaan is , en voorts gedaan lecture en com
municatie van derzelver instructie , commissie en brieven ,
die zij hebben overgegeven ,
van de antwoord ,
mitsgaders van het concept
daarmede dat de
Heeren
Staten
van
meening zijn den voorn. Heer VAN DER HORST en GEVAERTS
af te vaardigen , ten einde om daarop rijpelijk te letten
en te formeren haar advies."
Post prand. » De Secretaris HUYGENS rapporteert , dat
de Heeren van den Raad van State , rijpelijk gelet heb
dezelve zoo
bende op het concept van de antwoord ,
wel en behoorlijk vinden ingesteld , dat H. Ed . daar af
noch toe weten te doen , en overzulks hun daarin met de
Heeren Staten Generaal conformeren.”
27 January. » De Griffier rapporteert , dat Z. Exc. ge
visiteerd en gelet hebbende op het concept van de ant
woord , hem verklaard heeft , dat hij dezelve antwoord
goedvindt en hem daarmede conformeert. En is mitsdien
op het arresteren van dezelve antwoord gedelibereerd , maar
uitgesteld voor alsnog om eenige consideratien dezelve te
besluiten ."
Post prand. >> Is gearresteerd de antwoord : ―― en is de
Griffier gelast de voorz . antwoord aan den Heer VAN DER
HORST te leveren . Hebbende die van Gelderland verklaard ,
dat zij gaarne gezien hadden , dat men met het arresteren
en leveren van de voorz . antwoord had opgehouden tot de
komst van alzulke
Gedeputeerden , als er nog uit Gelder
102
AANTEEKENINGEN
land verwacht worden ,
12-15.
bij zoo ver als dat had kunnen
geschieden zonder prejudicie van den dienst van den lande :
maar alzoo de andere Provincien het langer ophouden van
de voorz. antwoord voor de Generaliteit nadeelig achten ,
dat zij voor hare personen in ' t arresteren en leveren van
dezelve accorderen , voor zoo veel in hen is. En die van
Vriesland , dat zij zwarigheid maken in 't arresteren van
de voorz. antwoord te accorderen zonder voorgaande com
municatie met hare principalen : doch dat zij niet kunnen
18
beletten , dat de andere Provincien daarin doen , gelijk de
zelve voor den dienst van ' t land zullen goedvinden."
DE GROOT , bl. 531 .
(13) VAN METER""
.
f. 532c.
b
WAG. , IX , 238.
(14)
DE GROOT , bl. 531 .
P
(15) Zoo leest men uitdrukkelijk in Lev, van Oldenb.
bl. 52 : dan dit wordt twijfelachtig door de vragen aan
OLDENBARNEVELD gedaan in zijn verhoor op den 28sten No
vember 1618.
Vr. 240.
» Of hij niet degeen is geweest , die gepro
cureerd heeft de paspoort voor Pater JAN NEYEN , om hier
secretelijk in 't land te mogen komen ?"
L
Antw. » Zegt , dat hij gelooft met den Griffier AERSSENS
hiervan met Z. Exc. gesproken te hebben , en dat naar
6
zijn beste
onthoud
Z. Exc . op dezelve communicatie de
paspoort voor Pater NEYEN heeft gedepecheerd .
Vr. 241. » Bij wiens last en waarom hij 't zelve alzoo
heeft geprocureerd ?
Antw. » Zegt , dat hij niet zoude weten pertinent te ver
klaren , of deze zaak te dier tijd verder is gecommuniceerd
geweest , dan dat hij daarop met Z. Exc. gecommuniceerd
heeft , gelijk hij 20 jaren te voren altijd in secréte zaken
tot der landen dienst had gedaan.
Vr. 242. » Op wiens begeerte , verzoek of beleid hij zulks
heeft gedaan ?
Antw. » Zegt daarop niet anders te kunnen zeggen , als
op ' t voorg. art. is verklaard : doch dat te voren hier was
een CRAUWEL , die kennis had met den Griffier AERSSENS ,
aan denwelken de eerste opening hiervan is gedaan , en
t
AANTEEKENINGEN
15-18.
103
door denzelven Griffier AERSSENS aan hem die spreekt : en
is de voorn . CRAUWEL voor Z. Exc. ontboden en gehoord
geweest naar zijn beste onthoud.
Vr. 243. » Waarom hij
zulke wichtige zaak alleen over
hem genomen en met niemand van de Regering gecommu
niceerd heeft?
Antw. » Zegt , gelijk hiervoren verhaald is , dat in zulke
en gelijke secrete zaken hij de voorgaande 20 jaren tot
meermaals met Z. Exc. gecommuniceerd en dienstelijk tot
contentement beleid had , en dat hij niettemin meent , over
mits onlangs te voren de Heer VAN DER HORST met assis
tentie van den Secretaris van Turnhout GEVAERTS publieke
propositie van vredehandel van wege de Aartshertogen ge
daan had en met antwoord bejegend was , aan eenige andere
Heeren daarvan communicatie heeft gedaan , zonder dat hij
daarvan zekere memorie heeft of iemand van dien zoude
kunnen noemen , alzoo de zaak omtrent 12 jaren geleden is."
(16)
DE GROOT ,
bl .
530.
JEANNIN , (III , 106 ) schreef
op den 13den November 1608 aan zijn Hof : » Lorme (Mau
RITS) m'a encore dit , qu'il veut écrire derechef au Roi ,
parcequ'il lui semble que la lettre de S. Maj . l'accuse et
blâme de ce qu'il ne s'est opposé au commencement de ces
troubles , jugeant par là , qu'elle n'a pas été bien avertie de
tout ce qui s'est
trève fut faite
passé.
La
vérité est , que la première
avec son consentement ,
et
qu'au
même
temps de l'ouverture faite du côté des ennemis , elle lui fut
communiquée avant que l'assemblée des États en eût rien
sû; ce qu'il confesse bien ; mais il dit qu'il fut trompé en
ce qu'on lui faisoit entendre lors que ce n'étoit pour traiter
en effet , mais seulement pour induire S. Maj . et le Roi
d'Angleterre à
leur
donner
un plus
grand
secours ;
et
qu'ayant connu depuis qu'on vouloit passer plus oûtre à ce
traité , il y avoit résisté
pareillement vrai."
(17)
de tout son pouvoir , ce qui est
WAG. , IX , 244.
(18) Res. Raad v . St. , 22 February 1607. » De Secre
taris HUYGENS rapporteert , dat Z. Exc. hem ontboden heb
bende , hem wel ernstelijk belast had den Raad wel serieu
104
AANTEEKENINGEN
18-19.
selijk aan te zeggen , dat Z. Exc. daarnaar groot verlangen
heeft , dat boven de recruten der 170 compagnien , die te
velde
gedestineerd zijn ,
ook
nog de andere compagnien
mochten vermeerderd en vervuld worden ,
en ook dat de
aanneming van 6000 soldaten : want hij wel mochte van nu
af verzekeren , dat de vijand geenszins zal kunnen anders
en in zijn geweld belet worden , of hij zal de rivieren
passeren , en dat het alsdan te laat zal wezen : dat Z. Exc.
wel wist , dat het bij den Raad niet staat , maar dat de
Heeren Gen. Staten ' t zelve moeten resolveren , doch dat
hij ' t zelve nog aan den Raad deed ook aangeven tot zijner
kwijting ; dat hij ook zelfs ' t zelve nog aangeven zoude
aan de Heeren Gen. Staten , en ' t zij dan wat er ge
schiede , dat hij hem zal houden voor gekweten , en t' zij
ner ontlasting zal opteekenen op zijn memorieboek ' t zelve
alzoo aangegeven te hebben."
(19) Res. St. Gen. , 27 February 1607. De Heer VAN
LOENEN presiderende proponeert , dat Z. Exc. goed zoude
vinden tot voorkoming van des vijands passage over de
stroomen , dat men 20 vendelen knechten provisionelijk zoude
schikken en houden omtrent het Tolhuis ; item dat men
iemand zoude committeren om daarover te commanderen ,
voorslaande het innemen van het Tolhuis : verzoekende , dat
de Heeren Staten zouden gelieven daarop te resolveren en
Z.1 Exc. H. M. Ed . goede meening te laten weten , om hem
daarnaar te reguleren. Na dat communicative hierop was
gedelibereerd en geadviseerd , is goedgevonden , alvoren te
resolveren , dat men eerst
den Raad van State."
zoude hooren
het advies van
Post prand. » Compareren de Heeren van den Raad van
State : en H. Ed . voorgehouden wezende , dat Z. Exc. be
geert te verstaan ,
of men
zoude goedvinden , dat er 20
compagnien voetknechten worden gezonden bij het Tolhuis ,
om den vijand te verhinderen zijne passage in de Betuwe ;
'ingeval ja , wie dat men zal stellen om daarover te com
manderen ; en ten derde , of het Tolhuis niet zal dienen
ingenomen en bezet : is na deliberatie met gemeen advies
verstaan , dat men met minder kosten en geschals , mits
AANTEEKENINGEN
19.
105
gaders met minder jalousie van den vijand , om ook het platte
land niet te ruineren en de neutralen te miscontenteren ,
het zenden van het voorgeslagen volk naar het Tolhuis en
het innemen van dezelve plaats voor alsnog zoude mogen
ophouden , en vooreerst de Collegien ter Admiraliteit lasten
de stroomen in diligentie met schepen en jachten van oorlog
te bezetten en de vlotten bij 's Gravenweert te doen leggen ,,
en dat men de garnizoenen te ' s Gravenweert , Nijmegen ,
Arnhem en andere in die quartieren zoude behooren te ver
sterken en eenen Commandeur in die quartieren zenden ,
daartoe dat men den Intendant DU BOIS , als de beste ken
nis en experientie in dezelve quartieren hebbende , zoude
mogen gebruiken en hem autoriseren , om naar de occur
rentien en vereisch der zaken de garnizoenen uit dezelve
steden te mogen lichten . Dan alzoo dit is eene zaak van
oorlog en teêr om te handelen , is goedgevonden , dat de
Raad van State hierop nader met Z. Exc. zullen commu
niceren en adviseren , en daarin doen , gelijk voor den mees
ten dienst van den lande zal bevonden worden te behooren."
28 February.
» Compareren de Heeren Raden van State ,`
rapporteren , dat H. Ed . bij eenige Gedeputeerden Z. Exc .
hebben doen communiceren de resolutie , gisteren genomen
op ' t geen dat Z. Exc. had doen proponeren aangaande het
opzenden van eenige compagnien naar het Tolhuis , om
daarbij provisionelijk te verhinderen des vijands passage
over Rhijns , met de redenen , die de Heeren Staten en
Raad van State gemoveerd hebben het zenden van de voorz.
compagnien mitsgaders het innemen van ' t voorz. Tolhuis
niet goed te vinden ; maar dat Z. Exc. niettegenstaande alle
dezelve
redenen
had
verklaard ,
dat hij te meer reizen
hierop had gelet , (overmits dezelve wel wist , dat er waren
die het opwaarts zenden van ' t voorz . volk om particuliere
inzichten niet goed zouden vinden (1 ) , ) en evenwel geen
beter noch expedienter middel wist om des vijands voor
nemen te verhinderen , als bij het zenden en leggen van
(1 ) VAN WYN , Bijv. op Wag. , 9 St. , bl . 97 heeft verkeerdelijk
goed vonden.
106
AANTEEKENINGEN
19 .
de voorz. compagnien op het Tolhuis , doch dat Z. Exc. te
vreden is hem te reguleren volgende het goed bevinden van
de Heeren Staten en Raad van State , bij zoo verre als
H. M. Ed . dat anders begeeren . Verklarende de Heeren
van den Raad (gevraagd wezende) voor advies , dat H. Ed.
gelet hebbende op de redenen
en motiven van Z. Exc.
tegen de resolutie met gemeen advies genomen , goed heb
ben gevonden bij pluraliteit van stemmen hen met de opinie
van Z. Exc. te conformeren , om alle perikelen voor te
komen , in dien verstande nochtans , dat men , om de in
gezetenen van het Tolhuis te verschoonen , eene quantiteit
van samoreuschepen aldaar zoude mogen zenden en houden
tot accommodatie van de soldaten . ― Hierop gedelibereerd
wezende is verstaan , dat de redenen , ten beide zijden ge
moveerd , zijn van consideratie , doch dat de Heeren, Staten
gaarne zouden zien ,
dat de zaak te helpen ware , gelijk
voorgeslagen is : - vindende daarom H. M. Ed . nog goed ,
dat de Raad deze zaak zullen resumeren en op morgen
•
collegialiter haar wederom bij Z. Exc. laten vinden , om
Z. Exc. te bewegen en zulks te onderrichten , dat dezelve
goedvinde het volk te leggen in de garnizoenen met de voor
beraamde en voorgeslagen orde : achtende de Heeren Staten
kwalijk practicabel en van te zeer groote kosten , dat men
de soldaten op het Tolhuis in samoreuschepen zoude accom
moderen.
>> Te schrijven aan de Collegien ter Admiraliteit in Hol
land , dat dezelve in diligentie op de stroomen willen zen
den en houden de schepen van oorlog en jachten , gelijk
die tot elks last zijn gerepartieerd ."
1 Maart. >> Compareren de Heeren van den Raad van
State , rapporteren , dat H. Ed . Z. Exc. collegialijk ge
communiceerd hebben de resolutie , met gemeen advies geno
men op het geproponeerde van wege Z. Exe. ―――― met alle
de redenen en consideratien , die daartoe hebben bewogen ,
en dat Z. Exc. aangenomen heeft dezelve resolutie naar te
komen en te effectueren : maar alzoo Z. Exc. evenwel blijft
in zijne gemoveerde difficulteiten en zwarigheden , --- dat
Z. Exc. de Heeren van den Raad verzocht heeft deze zaak
AANTEEKENINGEN
19-21 .
107
nog eens den Heeren Staten Generaal voor te houden : ver
klarende de Heeren van den Raad voor H. Ed . advies , dat
dezelven alsnog goedvinden , dat men de gedestineerde com
pagnien naar het Tolhuis opwaarts zal zenden ." Enz.
2 Maart. >> Is gedelibereerd op het rapport van den
Raad van State ,
gisteren gedaan ,
van dat
Z. Exc.
en
H. Ed. goedgevonden hebben , dat men de compagnien ,
die voorgeslagen waren te zenden naar het Tolhuis , pro
visionelijk ins' Gravenweert , Nijmegen , Arnhem en andere
steden en 1 forten in die quartieren in garnizoen zoude leg
gen , en den Intendant DU BOIS , gecommitteerd om daarover
te commanderen , autoriseren om naar de occurrentien ad
viezen en vereisch der zaken de voorz , en andere com
pagnien uit de voorz. steden te lichten en te employeren."
· (20) Res. Holl. , Maart 1607 , bl.
bl. 77.
77. V. METER. ,
f. 532d.
(21) In de Verhooren van Oldenb. leest
28sten November 1618 :
men op den
Vr. 244. » Of hij niet zelfs eerst geconcipieerd , inge
steld en aan denzelven JAN NEYEN geleverd heeft eene acte ,
dat de Aartshertogen zouden moeten verklaren deze landen
te houden voor vrije landen , eer men opentlijk met hem
handelen zoude kunnen?
Antw. » Zegt
naar zijne memorie en geheugenis , dat ,
nademaal bij de leste antwoord aan de voorschr. Gecom
mitteerden van de Aartshertogen en ook te voren aan de
Gecommitteerden van den Keizer en 't Rijk gegeven , was
geinsisteerd en gesustineerd , dat men in geene handeling
konde of wilde treden , zoo lang de Koning van Spanje
en de Aartshertogen wilden sustineren recht tot de Vereen.
Landen te hebben ,
en overzulks impugneerden het decreet
van de Heeren Staten op hare vrijheid , dat zulke acte
ten overstaan • van Z. Exc . hem en den voorz. Griffier
(AERSSENS) is ingesteld : maar twijfelt niettemin , of , vóór
't overgeven van dien , uit elke van de Provincien één bij
Z. Exc. is geweest op de resumtie en examinatie van dien ,
en die goedgevonden hebben.
Vr. 245. » Waarom hij de acte aan Pater NEYEN heeft
108
AANTEEKENINGEN
21-23 .
gegeven zonder voorweten , kennis of consent van de andere
Provincien?
Antw. » Zegt
op 't voorg.
hierop niet anders te kunnen zeggen , als
art. gezegd is ,
het geschrifte bij
leverd geweest ..
en dat naar
zijn onthoud
Z. Exc. zelfs aan Pater NEYEN is ge
Vr. 246. » Of hij niet zelfs de voorz . acte heeft gecon
cipieerd en aan Z. Exc. geleverd ?
Antw. » Zegt naar zijn onthoud niet te weten , dat hij
de acte zelfs geconcipieerd , nochte ook dat hij de minute
aan Z. Exc. heeft geleverd : maar ZOO ver hij iets heeft
ingesteld ,
dat hetzelve te voren bij
Z. Exc. was goed
gevonden.
Vr. 247. » Wie de Gecommitteerden van de andere Pro
vincien waren , met dewelken hij meent dat de voorz . acte
zoude zijn gecommuniceerd?
•
Antw. .)) Zegt hem ' t zelve nu niet te gedenken ! dan
meent daarvan secrete notitie gehouden te zijn bij
voorz. Griffier AERSSENS ."
den
(22) WAG . , IX , 247.
Op den 6den Mei 1607 schreef
de Agent AERSSEN uit Parijs :
>> Z. Maj . beklaagt , dat
U. E. M. de declaratie van den Aartshertog over de re
nuntiatie van zijne pretensien niet bij eene acte speciaal
en wat breeder geëxtendeerd , hebben verzocht , omdat ' t
gene nu geschied is , genoeg captieus en aan de navolgende
conditien van paix of treves te maken , gebonden schijnt.
Dan ik heb Z. Maj . daarin 't best mij mogelijk gecon
tenteerd."
(23) Res. Raad v. St. , 29 Maart 1607. De Raad is
zeer vroeg ontboden in de vergadering der Heeren Gen.
Staten , alwaar ter presentie van Z. Exc. gehandeld en ge
delibereerd is op ' t schrift , daarmede overgenomen zal
mogen worden de schriftelijke presentatie van de Aartsher
togen tot cessatie van wapenen , en hoe en in wat form de
brieven in behoorlijke form van wederzijden zullen mogen
gedepecheerd worden : ook op het concept van den last te
geven aan den Agent AERSSENS , om daarmede te trekken
naar den Koning van Frankrijk.”
AANTEEKENINGEN
Namiddag. » Geresumeerd het
van den Agent AERSSENS , is ' t
vonden , en de Secretaris gelast
Staten alzoo aan te zeggen . 't
23 .
109
concept van de depeche
zelve alzoo 1 passabel ge
' t zelve den Heeren Gen.
Welk de Secretaris ver
klaart alzoo ook gedaan te hebben', namelijk aan den Pre
siderende , terwijl hij nog geen inkomen in de vergadering
der Staten heeft kunnen hebben."
Res. St. Gen. , 31 Maart 1607.
van
>> Alzoo de meerendeel
de Gedeputeerden van de Provincien verklaren van
meening te zijn naar de Provincien te vertrekken , om aan
hare principalen respective te doen rapport van ' t gene dat
alhier gepasseerd , gebesogneerd en geresolveerd is op de
presentatie , die de Aartshertogen den Heeren Staten hebben
doen doen door eenen JOHAN NEYEN , Commissaris Generaal
van de Minderbroeders , zijn dezelve Heeren Gedeputeerden
serieuselijk vermaand ter vergadering wederom te willen
keeren precies in de eerste week na Paschen (1) , met last
om het geresolveerde te effectueren , bij zoo ver als daarop
met den voorz . Commissaris Generaal verdragen wordt :
item op de bezending in Frankrijk , Engeland en Dene
marken volgende de resolutie , daarop genomen , daarmede
item om te resume
de Agent AERSSEN verafscheid is :
ren• de Nader-Unie van de Provincien en dezelve bondiger
te maken in de punten , die dat vereischen , tot oprichting
van eene goede en vaste regering : item op het stellen van
de limiten , bij zoo ver als de beraamde stilstand voor acht
maanden van alle belegeringen ofi surprisen van steden of
sterkten , invasien of inlegeringen van Provincien of Quar
tieren en het maken van nieuwe forten besloten wordt :
en voorts om op alle voorvallende zaken.' benevens de Ge
deputeerden van de andere Provincien te besogneren
en
resolveren , gelijk voor den welstand en conservatie van
den staat van den lande zal bevonden worden te behoo
ren."
11 April. » De Gedeputeerden van Vriesland , gevraagd
wezende , hebben verklaard gelast te zijn te accepteren de
(1) Paschen viel toen op den 15den April.
110
AANTEEKENINGEN
23.
laatste aanbieding van de Aartshertogen ,
met de andere Provincien te conformeren .
en hen daarin
>> Is geproponeerd , nademaal dat alle de Provincien , be
halven die van Zeeland , geresolveerd zijn te accepteren de
presentatie van de Aartshertogen , zulks dat de zaak alleen
is hangende aan dezelve Provincie van Zeeland , of voor
den dienst van den lande niet geraden is die van Zeeland
daarover te bezenden en H. Ed . te verzoeken derzelver
resolutie hierop te spoedigen . En na deliberatie geresol
veerd , dat men de geproponeerde bezending nog voor twee
dagen zal uitstellen , en ondertusschen verwachten op eenig
nader advies uit Zeeland : maar is goedgevonden den Heer
MAGNUS te verzoeken aan zijne principalen te willen adver
teren van de verklaring bij die van Vriesland hiervoren
gedaan , en H. Ed. te
willen resolveren ."
Post prand.
recommanderen haar insgelijks te
» De Gedeputeerden
van
Zeeland ,
name
lijk de Heeren MAGNUS , VAN DER HOOGH , WERKENDETH en
JOACHIMI , zijn verzocht , nademaal goedgevonden wordt , dat
men den Pater Commissaris zal afvaardigen ,
dat dezelve
bij hare principalen op de besogne met den
voorz. Pater genomen , tot dien einde willen openen en
verklaren , gelijk de Gedeputeerden van alle de andere
Provincien gedaan hebben. Hetwelk dezelve gedaan hebben
als volgt:
de resolutie ,
>>> De ordinarise Gedeputeerden van Zeeland , beneffens de
» Heeren ADRIAAN VAN DER HOOGH , Oud-Burgemeester der
>> stad Middelburg , en LIEVEN WERKENDETH , Burgemeester
» der stad Zierikzee , inbrengende rapport op de zaak van
>> den stilstand , verklaren , dat de Heeren Staten van Zee
» land zeer verwonderd zijn geweest te verstaan de manier
>> van procederen in deze zaak gebruikt tegens de Unien ,
» en
dat zij
wel redenen hebben om hun daartegens te
>> opponeren. Nochtans overmits de zaak zoo ver is geko
» men en om alle scheuring te eviteren , zoo is 't dat zij
>> van wege heure principalen hun conformeren met de an
>> dere Provincien , met dien verstande nochtans , dat niet
>> voorders in deze zaak zal worden geprocedeerd dan in
23-24 .
AANTEEKENINGEN
111
>> conformité van de Unien en nadat de Provincien daarop
» zullen wezen beschreven ; en dat men gedurende dezen
>> stilstand alle devoir zal doen , om de frontieren en quar
>>> tieren
van de
Geun .
Provincien
zoo
te
water als te
» lande in goede verzekerdheid te stellen , daartoe die van
» Zeeland presenteren
zoo
veel
te contribueren , als in
>> hun vermogen zal wezen ."
>> De voorz. opening van de resolutie van de Provincie
van Zeeland geschied zijnde in conformité van de adviezen
van de andere Provincien , en geproponeerd wezende , of
men den Pater Commissaris volgende den beraamden voet
zal afvaardigen ,
is , na gedane lecture van de geprojec
teerde acte van acceptatie en brief van verbande , met
eenheilige stemmen van de Gedeputeerden van alle de Pro
vincien daarin bewilligd en geconsenteerd , en goedgevonden
dat men den Pater Commissaris in de vergadering zoude
ontbieden en de voorz . resolutie aanzeggen , gelijk dat ge
schied is.
Dan alzoo dezelve zwarigheid heeft gemaakt
absolutelijk te consenteren in den verbandbrief, is goed
gevonden , dat men de bewerpen daarvan in de Duitsche
en Françoische spraak zal stellen in zijne handen , om die
te teekenen als Gedeputeerde van H. Hooghen. op dezelve
H. Hooghen, welbehagen ; en de Griffier dezelve mede te
teekenen als Gedeputeerde van de Heeren Staten Generaal :
en dat men van elk een , geteekend als voren , alhier zal
houden ,
en van den Pater Commissaris overnemen de ori
ginele acte van presentatie van de Aartshertogen met de
overlevering van de acte van acceptatie van de Heeren
Staten aan den voorz . Commissaris.
>> Is geaccordeerd , dat de wisseling van den verband
brief, in behoorlijke form volgende den inhouden van den
zelven geteekend en gezegeld wezende , zal geschieden den
24sten Aprilis , en dat de stilstand zal ingaan den den Mei ,
beide naastkomende."
(24) VAN METER. , f. 532d. DE GROOT , bl. 532. Op
den 17den Mei schreef de Agent AERSSEN uit Parijs :
>> Men bekommert hem hier dagelijks meer en meer in
de opening en presentatie , die
U. E. M. bij
de Aarts
112
24-26.
AANTEEKENINGEN
hertogen gedaan is van in nadere communicatie op eenen
vasten peis of langdurig bestand te treden , omdat men
begint te gevoelen , wat een interest dat vele Prinsen in
't succes van deze handeling zullen hebben , die gedurende
U. E. M. oorlog daarop ZOO naauw niet hebben gelet ,
of ten minste 't zelve willen bekennen . ――― Z. Maj . kan
zich niet wel contenteren over de conclusie van de treves ,
zonder daarvan geadverteerd geweest te zijn dan met den
slag ; en gelooft zekerlijk , dat deze handel van peis , daar
van gesproken wordt , al over twee jaren bij sommigen in
den Staat beraamd is geweest , zelfs dat ik daarvan zoude
hebben geweten ,
Spanje
met
geleden een jaar , toen VERRÉYKEN naar
dezen
Commissaris
trok ,
omdat
ik alstoen
Z. Maj. adverteerde , dat hij gezonden was om te zien ,
door wat middel men den peis in de Nederlanden zoude
kunnen maken : daarmede Z. Maj . toen ter tijd spottede ,
meenende betere adviezen te hebben .
En nu moet het
nochtans
zoo
gezegd
worden ,
zonder te
gelooven ,
dat
deze opening casuelijk en zonder voorraad is geschied."
(25) Res. St. Gen. , 7 April 1607. >> Is gelezen een
brief bij den Drost van
Salland geschreven aan Z. Exc. ,
daarbij dezelve voorgeeft het innemen van Veenbrugge vóór
het ingaan van den stilstand tegen des vijands brandschat
in Vriesland , Overijssel en Drente ;
hetwelk Z. Exc .
ge
heel goed en dienstelijk vindt . En geordonneerd daarop
te verstaan het advies van den Raad van State."
9 April. » Is gelezen het advies van den Raad van
State , ― houdende , dat H. Ed. hun laten bedunken , dat
het grootelijks
zoude strekken tot nadeel van de goede re
putatie van deze zijde , dat in deze gelegenheid zulk exploit ,
al ware't schoon van meerder importantie , zoude voor
genomen en ook uitgericht worden . En daarop gedelibe
reerd wezende , hebben de Heeren Staten Generaal hun
daarmede geconformeerd , en den Griffier gelast ' t zelve in
handen van Z. Exc. te stellen ."
(26)
Res. St.
Gen. , 12
April 1607.
1607 .
Is gecommuni–
ceerd en geadviseerd op den voet , dien men zal nemen
om de Provincien van het voorz. gebesogneerde te adver
AANTEEKENINGEN
26 .
113
teren met den aankleve van dien , en de Heer Advocaat
•
van Holland verzocht de voorgeslagen twee formen van
brieven te concipiëren , om daarna geëxamineerd en gear
resteerd te worden , gelijk bevonden zal worden voor den
meesten dienst van den lande te behooren."
13 April. » Zijn gelezen en gearresteerd twee concepten
van brieven aan de Provincien rakende het gehandelde van
den Pater Commissaris op den stilstand ."
21 April. » Compareren de Heeren Raden van State ,
en is H. Ed. aangezegd , dat de Heeren Staten Generaal
bij het rapport van den Secretaris HUYGENS voor den mid
dag verstaan hebbende , dat de Raad had geresumeerd den
brief, dien H. M. Ed. aan de Provincien hebben geschre
ven , om op de acht punten , daarin verhaald ( 1 ), geresol
veerd te komen den 6den Mei naastkomende ,
en daarin
voornamelijk
te
vier
punten
geremarqueerd ,
als
weten
rakende de bezending te doen in Frankrijk , Engeland etc. ,
de vernieuwing van de Unie van de Vereen . Provincien
tot Utrecht besloten , de liquidatie van de consenten , en
eene gestadige regering , die wel zouden requireren eenige
preparatoire besogne , om daarna daarop de Provincien te
bezenden ,
H. M. Ed . goedgevonden hadden den Raad te
verzoeken in de vergadering te komen , om daarop met
H. Ed . te communiceren en dezelven te berichten van
de redenen , die tot het voorz . schrijven en het dresseren
van den brief , gelijk dezelve ligt en luidt , bewogen heb
ben ,
ten
einde de Raad , daartegen eenige consideratien
hebbende , dezelve den Heeren Staten zouden gelieven te
openen , om daarop te letten , naar dat de dienst van den
lande
voorz .
zal vereischen.
berichting
Welken volgende is
gedaan :
en
nadat
den anderen hadden gesproken
dezelve verklaard , nademaal
brief en beschrijving van de
den Raad de
H. Ed . daarop met
en gedelibereerd ,
zij
verstaan ,
dat
hebben
de voorz .
Provincien niet dient ,
om
van de Provincien op de voorz. punten te krijgen volkomen
resolutie , maar alleen om hare Gedeputeerden te zenden
(1 ) Vgl . hierboven Res. St. Gen. , 31 Maart 1607 , bl . 109 .
8
III
114
AANTEEKENINGEN
26-27.
en lasten ter vergadering te besogneren op de bezending en
anderszins in præparatoriis , dat H. Ed. hen het voorschr.
2
schrijven wel laten gevallen ."
23 April. » Ontvangen eenen brief van de Gecomm. 3
Raden van de Heeren Staten van Zeeland van den 20sten
dezes , daarbij H. Ed . adverteren , dat zij - den Heeren
1
Staten wel hebben willen aandienen , dat zij meenen geheel
ondienstig voor den lande zoude wezen den geordonneerden
vaste
De
12
D
el
to
en bededag in dien form , als dezelve de Provincien
is aangeschreven , alom te doen publiceren en de gemeenten
kondig te maken (1 ): verzoekende daarom dat de voorz.
uitschrijving mocht worden geredresseerd en alzoo de Pro
vincien van nieuws toegezonden , opdat alom eenpariglijk
en op éénen voet en manier , gelijk altijd vóór dezen , tot
D
meerder verbindtenis van de gezamentlijke Provincien God
de Heere van alle de ingezetenen geloofd en gedankt mag
worden : zijnde H. Ed . intentie in de Provincie van Zeeland
die copie niet over te zenden , maar haren uitschrijfbrief
conformelijk ' t gunt voorz . den leden toe te schikken . Is
daarop geordonneerd te antwoorden , dat men vertrouwt ,
dat H. Ed. zullen achtervolgen ' t geen dat bij de Generali
teit goedgevonden is , alhoewel der Heeren Staten meening
niet is geweest H. Ed. mate te stellen om de copie van
H. M. Ed. brief aan de leden van H. Ed. Provincie over
te
diesaangaande zullen mogen
D
gelijk dezelve dat zullen
0
te zenden , alzoo dat H. Ed.
doen en haren brief dresseren ,
goedvinden , H. Ed. zeer serieuselijk recommanderende alles
zins te willen trachten en de zaken te helpen beleiden ,
gelijk H. M. Ed . H. Ed. dat toevertrouwen , en voor den
welstand en verzekerdheid van den staat van den lande ten
hoogste , bijzonder bij deze gelegenheid , noodig is."
(27) DE GROOT , bl. 533. VAN METER. , f. 533b. WAG. ,
IX , 249.
VAN WYN , Bijv. op Wag . , 9 St. , bl. 97 , 98.
(1 ) De Staten van Zeeland wilden er uitgelaten hebben , gelijk zij
er ook uitlieten , hetgeen aangaat den stilstand van wapenen , de
legatie naar de Koningen , en 't geen verder den staat van den lande
concerneert. Res. Zeel. , 1 Mei 1607.
e
AANTEEKENINGEN
27.
115
met den Raad
Res. St. Gen. , 21 April 1607 . » Is
van State in deliberatie gelegd , of men een of meer perso
nen zal committeren tot de wisseling met de Gecommitteer
den van de Aartshertogen van de verbandbrieven :
nadat daarop was gelet , verstaan en geresolveerd ,
en
dat
men daartoe geene solemniteiten zal gebruiken , maar alleen
een gequalificeerd persoon committeren en lasten , om hem
tot Lillo den 26sten of 27sten dezes met de voorz. verband
brieven van de Heeren Staten Generaal te vinden en aldaar
de komst van de Gecommitteerden van de Aartshertogen
met gelijke brieven , van wege H. Hooghen geëxpedieerd ,
tot den 29sten dezes incluis te verwachten , om , dezelve ge
komen , en bij pertinente collatie de verbandbrieven in de
Duitsche en Françoische spraak bevonden wezende van
woorde te woorde met malkanderen te accorderen , ―
de
wisseling te effectueren.
» En indien de voorz. Commissaris JAN NEYEN of iemand
anders tot de voorz . wisseling bij de Aartshertogen gecom
mitteerd , (de wisseling gedaan zijnde of niet , ) zoude willen
in de Vereen. Provincien komen , zal de voorz. Gecommit
teerde
verklaren , geenen last te hebben daarin te consente
ren , en dat hij niet goedvindt , dat iemand , zonder goed of
behoorlijk paspoort , in de Vereen. Landen zal komen : doch
dat hij niettemin zal aannemen van hare begeerte aan de
Heeren Staten Generaal rapport te doen , om bij dezelven
daarop geresolveerd te worden naar behooren. En is ten
einde voorz. gecommitteerd M¹. DIRK VAN DER DOES , Licen
tiaat in de rechten en Commies van de Tresorie van de
Heeren Staten Generaal."
27 April.
» Ontvangen twee brieven van den Commies
M'. DIRK VAN DER DOES , geschreven voor Lillo den 25sten
en 26sten dezes : dewelke gelezen met een briefken bij den
Heer Commissaris JAN NEYEN aan den Heer Advocaat van
Holland geschreven om een paspoort , om in Holland te
mogen komen , is geresolveerd daarop te antwoorden , dat
de Heeren Staten te vreden zijn , dat hij aldaar zal wachten
volgende zijne instructie zonder de wisseling te weigeren of
difficulteren , of in den brief van de Aartshertogen staat in
8*
116
AANTEEKENINGEN
27 .
de aggreatie des Konings van Spanje , leur Seigneur et Frère ,
dat de brieven van de Heeren Staten niet houden : maar
wat belangt de paspoort , die de voorz . Heer Commissaris
NEYEN verzoekt , dat de Heeren Staten daarop niet verstaan
te resolveren , vóór dat de
wisseling zal zijn gedaan , en
H. M. Ed. het rapport van den Commies VAN DER DOES
zullen hebben gehoord."
T
30 April. » Ontvangen twee brieven van den Commies
Mr. D. v. D. DOES geschreven tot Lillo den 27sten met eenen
anderen brief van den Pater Commissaris van den 28sten de
zes , daarbij dezelve Pater alsnog insisteert om paspoort om
hier te mogen komen en den Heeren Staten Generaal voor
te houden eenige zaken , die H. Hooghen hem bevolen heb
ben , dienende tot explicatie en verklaring van het provi
sioneel verhandelde. Is goedgevonden hierop eerst te ver
staan het advies van Z. Exc. bijzonder ten regarde dat de
Pater schijnt iets te hebben aan te dienen rakende de neu
traliteit van Meurs."
Post prand. >> Ontvangen een brief van den Commies
S
V. D. DOES geschreven tot Lillo den 27sten Aprilis na den
16
middag , daarbij hij adviseert , dat de wisseling , hem ge
last , is geëffectueerd , en dat de Commissaris NEYEN ver
wacht op zijne begeerde paspoort . Hierop gehoord het rap
1
port van den Griffier van dat Z. Exc. voor zijn advies
daarin zwarigheid maakt , zonder eerst te zien de punten ,
die de Commissaris alhier in last heeft te verhandelen , is
goedgevonden , dat men deze zaak zal houden in bedenken ."
2 Mei. » Is gelezen een brief geschreven bij den Com
mies V. D. DOES den 29sten Aprilis uit Lillo , daarbij hij ad—
viseert , dat de Commissaris JAN NEYEN alsnog verwacht op
antwoord op zijne begeerde paspoort om alhier te mogen
komen. - Maar daarop geadviseerd wezende , is daarin ein
delijk niet kunnen eenpariglijk verdragen worden , zulks dat
deze zaak is uitgesteld tot t' avond."
Post prand. » Is anderwerf in deliberatie gelegd , of men
den Pater Commissaris - paspoort zal zenden : - en na
deliberatie goedgevonden te committeren de Heeren ROECK
en Griffier , om Z. Exc. voor te dragen de adviezen , die
1
AANTEEKENINGEN
27.
117
daarop zijn verklaard , en deszelfs advies daarop te verstaan ,
om etc."
3 Mei
» De Heeren ROECK en Griffier AERSSEN doen rap
port van het goed bedunken en advies van Z. Exc. op de
paspoort , die bij den Pater Commissaris JAN NEYEN verzocht
wordt om alhier te mogen komen : dan is nog dezen dag
uitgesteld daarop te resolveren ."
4 Mei. » Te schrijven aan den Pater Commissaris JOHAN
NEYEN ,
dat men zijnen brief van den 28sten Aprilis heeft
ontvangen , en alsnog goedgevonden Z. Ed . in conformité
van der Heeren Staten voorgaande te adverteren , dat
H. M. Ed. daarop zullen resolveren , zoo wanneer als ter
wederkomst van den Commies Mr. D. v . D. DOES , tot de ge
dane wisseling gecommitteerd , dezelve H. M. Ed. deszelfs
rapport zullen hebben gehoord ; verhopende , dat daarentus
schen de Gedeputeerden , die naar hare Provincien zijn ver
trokken , wedergekeerd zullen wezen."
5 Mei. » Compareert de Commies Mr. D. v. D. DOES heeft
overgebracht en overgeleverd de gewisselde verbandbrie
ven , en voorts gedaan rapport van zijn gebesogneerde ,
mitsgaders hoe dat de voorz. Commissaris Generaal tot voor
Delfshaven gekomen was liggende op den stroom , - alwaar
dezelve zal verwachten de paspoort , bij hem verzocht : ―――
verklarende dat hij VAN DER DOES den voorz . Commissaris
zijne komst met geene redenen had kunnen afgeraden , en
dezelve ten laatste toegestaan te hebben om beters wil : ――――――――――
verzoekende overzulks de voorz . V. D. DOES , dat de Heeren
Staten zouden gelieven zijne goede intentię ten beste te ver
staan en op de voorz . paspoort te resolveren . En is na
deliberatie daarop geresolveerd , dat men den voorz . Com
missaris Generaal zal accorderen de verzochte paspoort voor
en dat
hem en WERNER CRUWEL met derzelver dienaars ,
men de voorz . paspoort zal geven in handen des voorz .
V. D. DOES om die bij hem te houden , zonder die den Com
missaris over te leveren als met nader orde , en den voorz .
V. D. DOES lasten denzelven Commissaris te brengen binnen
Delft: - blijvende niettemin H. M. Ed. geheel ten regarde
dat de voorz. v. D DOES zijne instructie zoude hebben geëx
118
AANTEEKENINGEN
27.
t
cedeerd , gelijk dezelve voor den dienst van den lande
zullen bevinden te behooren. Dies verklaren die van Zee
land , dat zij meenen , dat de Monnik JAN NEYEN hier
komende en de Commies v. D. DOES hem medebrengende ,
beide hen hebben ontgaan en misgrepen , en dat men be
hoort te nemen advies van Z. Exc. en Raad van State op
't geen in deze zaak voorder dient gedaan : sustinerende
van wege hunne principalen , dat zij in het punt van het
geven of nemen van het paspoort aan den Monnik niet
kunnen of mogen overstemd worden , als wezende hetzelve
eene inleiding tot nieuwe of voordere handeling met den
vijand . En alzoo de andere aanwezende Provincien , onaan
gezien de voorz. opinie en verklaring van de Gedeputeerden
van die van Zeeland voorz. , als bij pluraliteit van stemmen
concluderen , dat voor den Monnik paspoort gemaakt en in
handen van den Commies v. D. DOES gesteld zoude worden
om hem te brengen tot
Delft , beklagen hen de voorz.
Gedeputeerden en protesteren , dat men met hunne princi–
palen en henl. in dezen niet handelt , gelijk men met bond
genooten volgende de Unien en onderlinge verdragen , mits
e
gaders ' t gebruik van deze vergadering behoort en gewoon
lijk is te handelen , en dat men henl. kleinigheid aandoet
ten opziene dat men in eene zoo gewichtige zaak , als de
jegenwoordige is , niet begeert op haar verzoek te hooren
het advies van Z. Exc. en van den Raad van State , ' t welk
in alle zaken , hoe klein die zijn , als zulks bij de eene
of de andere van de Provincien wordt begeerd , dagelijks
wordt genomen , en kunnen ook niet verstaan , dat de
Commies V. D. DOES tot vermindering van de gemeene auto
riteit en reputatie van de vergadering worde wederom bij
nieuwe commissie geëmployeerd en consequentelijk zijne
actie geapprobeerd , eer men dezelve volkomelijk onderzocht
en daarop behoorlijk gedelibereerd heeft : verklarende dat
zij verstaan , dat geene van de voorz. acten den lande noch
hunnen principalen in eenigen, deele behooren te prejudi
ciëren."
HANDJ
Over hetgeen NEYEN zou voorstellen werden de Gedepu
teerden van Zeeland door hunne Staten gelast zich te regu
1
AANTEEKENINGEN
leren naar het advies van Z.
Exc.
27-29.
119
Deze had hun onder
andere propoosten verklaard , dat men principalijk behoorde
voor te zien , dat men voortaan niet zoo precipitantelijk
en zonder volkomen deliberatie handelde in zaken van zoo
groote consequentie.
Res. Zeel. , 1 , 8 Mei 1607.
(28) Op Maandag den 7den Mei des morgens werd be
paald , dat hij den volgenden morgen vroeg ten 7 uren zou
gehoord worden . Evenwel (om welke redenen , wordt niet
gemeld , ) had dit gehoor reeds dienzelfden namiddag plaats ,
gelijk blijkt en uit Res. St. Gen. en uit Res. Raad v . St.
VAN METER. , f. 533c stelt dit gehoor op den 8sten Mei ;
WAG. , IX , 258
op den 11den Mei ; VAN WYN , Bijv. op
Wag. , 9 St. , bl. 97 op den 6den Mei : allen verkeerd.
(29) VAN METER. , f. 533c. JEANN. , I , 130 , 205.
Res. St. Gen. , 22 Mei 1607. >> Is gelezen en commu
nicative gebesogneerd en geadviseerd op de propositie van
den Pater Commissaris , en goedgevonden , alvoren finalijk
te resolveren , daarop eerst te hooren het advies van Z. Exc.
en des Raads van State , en dat men Z. Exc. en den Raad
van State zal verzoeken tot dien einde t' avond ter klokke
vijf uren te willen compareren in de vergadering."
Post prand. >> Compareren Z. Exc. en de Heeren van
den Raad van State , en na de lecture van de propositie
van den Pater Commissaris , is daarop gecommuniceerd en
geadviseerd , maar niet eindelijk voor alsnog geresolveerd ."
23 Mei. >> Is wederom gecommuniceerd , gedelibereerd en
geadviseerd met Z. Exc. - maar niet eindelijk voor alsnog
daarop geresolveerd . "
Res. Raad v. St. , 24 Mei.
>> Is gemaakt zeker concept
op de interpretatie van de acten van stilstand van wapenen
tusschen de Gen. Staten en de Aartshertogen van Oostenrijk,
namelijk belangende ' t woord van insinuatie (1 ) , en de tre
ves te water en ter zee , en de ' limiten van denzelven stil
stand , om te zien Z. Exc. daarop hem te doen conforme
ren met de andere Provincien , uitgenomen Zeeland : daar
toe gedeputeerd zijn de Heeren WINWOOD , BRIENEN , BUT ,
(1 ) Men moet lezen invasie.
120
AANTEEKENINGEN
29.
BIE en de Secretaris HUYGENS : dewelke wedergekeerd rappor
teren , dat Z. Exc. dienthalve nog al zwarigheid maakt (1).”
26 Mei. » Alzoo de Heeren WINWOOD , BRIENEN , BUT
en DE BIE als Gedeputeerden wederom bij Z. Exc. hebben
geweest om dezelve ten beste te onderrichten op de inter
pretatie van ' t woord invasie en anderen begrepen , in ' t on
derling contract tusschen de Gen. Staten en de Aartsherto
gen op den stilstand der wapenen , en dat de Heeren Gen.
Staten , des gevraagd zijnde door den Secretaris HUYGENS ,
hadden verstaan , dat dezelve vier Gedeputeerden zouden
rapport doen van heur gebesogneerde in de volle vergade
ring der Gen. Staten en niet aan eenige Gedeputeerden
van dezelven , zoo de Raad door HUYGENS had doen aan
geven ; zoo zijn daartoe de voorz . vier Heeren bij de Gen.
Staten boven gegaan , en wedergekeerd hebben rapport ge
daan zulks gedaan te hebben."
Res. St. Gen. , 26 Mei 1607. >> ―― En nadat daarop was
gecommuniceerd en geadviseerd , is de Heer Advocaat van
Holland verzocht de resolutie schriftelijk te vervatten , om
op morgen met de limiten , die de Gedeputeerden van de
Provincien elk bij memorie schriftelijk zullen instellen en
overleveren , gearresteerd te worden naar behooren."
Op den 28sten Juny 1607 schreef de Agent AERSSEN uit
Parijs : >> 't Heeft den Koning eerst wat vreemd gedacht ,
dat U. E. M. den stilstand ter zee op 't verzoek van
U. E. M. vijanden , zonder eenigen dringenden nood , heb
ben geaccordeerd , omdat hij estimeert , dat U. E. M. de
reputatie van hare victorie daarin verongelijken .
dert dat ik heb vertoond ,
Dan se
dat deze conventie is geschied
op conditien dat de Koning van Spanje die zal ratificeren
binnen den tijd van twee maanden en dat zij zes weken
daarna eerst zal plaats krijgen , zulks dat er drie maanden
ten minste zullen passeren , voor aleer de hostiliteit zal
cesseren ,
binnen
denwelken tijd 't wintersaisoen
aanko
(1) Het stuitte MAURITS vooral tegen de borst , dat men met zulke
haast voorder was handelende , zonder der naburige Koningen consent
of advies. Res. Zeel. , 27 Juny 1607.
AANTEEKENINGEN
29-35.
121
mende , U. E. M. schepen , voor geenen langeren tijd voor
zouden van zelfs moeten inkomen , onder
tusschen dat de haringvaart van nu af vrij wordt gelaten ,
zien wezende ,
die jaarlijks zeer werd beschadigd ; zoo heeft Z. Maj . zich
eenigzins laten contenteren , doch acht dat U. E. M. te
zeer grooten ijver tot den peis toonen , doordien U. E. M.
deze nieuwe handeling hebben gesloten , voor aleer de Ko
ning van Spanje de eerste heeft geaggreëerd."
(30) VAN METEREN , f. 545c . Vgl. over dit geval de ver
klaring van AERSSEN zelve bij gelegenheid van OLDENBAR
NEVELD'S rechtspleging , bij WAG . , X , 348 : waarmede
hoofdzakelijk overeenkomt wat wij aantreffen in Oldenbarne
veld's Verhooren , op den 24sten November 1618 , art . 175 ,
op den 28sten November , art. 225 , op den 11den Maart 1619 ,
art. 1-10 , op den 12den Maart , art . 50-54.
(31 ) Volgens WAG . ,
in last , de Staten eer
IX , 268 hadden de gezanten
tot vrede dan tot oorlog , doch
allerminst tot bestand te raden . Doch • zoo luidde hunne
instructie : gedurende hunne reis herwaarts was hierin eenige
verandering gekomen. JEANN . , I , 99 , 110 .
(32)
Van het gevoelen van Graaf WILLEM vindt men
nog niets gemeld . Deze was , wegens het overlijden zijns
vaders , in het begin dezes jaars naar Duitschland vertrok
ken en eerst in het begin van Mei hier te lande terug
gekeerd.
(33)
JEANN. , I , 97–112.
(34) In Juny 1607 werd er door de Staten Generaal
tot een gezantschap naar Engeland besloten , om ' s Konings
medewerking in de vredehandeling te verzoeken , en werd
de voor de gezanten ontworpen instructie in handen van
den Raad van State en van MAURITS gesteld om te dienen
van advies.
Doch MAURITS antwoordde den Raad , niet te
begeeren , dat zijn naam tot het goedvinden der instructie
vermeld wierd.
Zie Res. Raad v. St. , 26 Juny 1607.
Tot
dit gezantschap werd door de Staten van Zeeland de Heer
VAN MALDERE benoemd op het welbehagen van MAURITS , die
zijne toestemming gaf. Res. St. Gen. , 29 , 30 Juny 1607.
(35) JEANN. , I , 134–137.
122
(36)
AANTEEKENINGEN
JEANNIN ,
I,
145.
36-37.
>> Ce n'est aussi sans raison ,
qu'il (MAURICE ) nous représente souvent les inconvénients
de la paix , qui sont à la vérité si grands , qu'il y a plus
d'occasion de louer sa prévoyance et son jugement , que
blâmer sa crainte , attendu même qu'il ne mêle rien à tous
ses discours de son intérêt et péril dont la raison veut
qu'il soit touché.”
(37 )
De Fransche
Minister
DE
JEANNIN op den 15den Juny 1607 :
VILLEROY schreef aan
» Nous nous défions
un peu de la secrète correspondance qu'a en Angleterre le
Sieur DE BARNEVELT et particulierement avec l'Archiduc :
Prenez-y garde donc , s'il vous plait."
JEANNIN , I , 174.
Op den 26sten Juny schreef de Koning : » Je loue grande
ment toute votre conduite envers le Prince MAURICE , ―――
et même que vous avez réconcilié le Sieur BARNEVELT avec
lui :
mais prenez garde que cette réconciliation soit en
tière et sans feintise , principalement du côté DE BARNE
VELT, car il est plus résolu que l'autre. Il faut craindre
qu'ayant employé ledit Prince à son désir , sous prétexte et
espoir de procurer et obtenir ensemble les conditions de la
paix que vous avez projettées , - ledit BARNEVELT ne le
conduise et oblige insensiblement à en recevoir par nécessité
et contrainte d'autres moins honorables , sures et utiles ,
comme seroient celles d'une trêve à longues années." JEANN. ,
I , 193. En op den 5den Augustus schreef DE VILLEROY :
Il me semble que S. Maj . désireroit que le Prince MAURICE
se découvrit à elle plus confidemment et familièrement
qu'il n'a fait jusques à présent , afin de pouvoir mieux
le favoriser ;
mais j'attribue cette froideur à son naturel
plus qu'à autre chose.
Le Roi se défie plus de l'esprit DE
BARNEVELT que de l'autre , et croit que s'il parvient à son
but , qu'il ne favorisera après les intentions ni les affaires
de la France , s'appuyant du côté d'Angleterre. Il vous
prie d'y prendre garde , et ne juger du tout de son courage
par ses paroles : car il y remarque de l'industrie pour fa
voriser son prix fait , disant que ses effets en sa conduite
ne répondent aux protestations qu'il fait de sa volonté."
JEANN. , I, 298.
AANTEEKENINGEN
38-55 .
(38 )
JEANN. , I , 153-163 , 167-173 .
(39)
JEANN. , I , 210.
(40 )
JEANN. , I , 182-186 .
(41)
JEANN. , III , 107.
123
(42)
Zie ons I Deel , bl. 146 , 104.
(43) Op den 20sten Juny schreef JEANNIN , ( I. 186) :
>> Nous avons réconcilié Monsieur DE BARNEVELT avec lui
(MAURICE) par le moyen et avec l'aide de Mr. le Comte
GUILLAUME DE
NASSAU qui s'y est entremis très-volontiers ,
les a fait parler ensemble à coeur ouvert et mettre hors de
leurs esprits tous soupçons et défiances ."
( 44 ) JEANN. , I , 200 , 202 , 205 , 209 , 213 , ' 214 , 218 ,
224-226 , 231 , 239 , 249.
(45) JEANN. , I , 144.
(46)
JEANN. , I , 254.
(47) JEANN. , I , 252-254.
(48)
JEANN. , I , 259.
(49)
JEANN. , I , 262.
(50)
(51 )
Res. St. Gen. , 19 July 1607.
VAN METER. , f. 532d, 533a.
Op den 22sten Mei had de Agent AERSSEN uit Parijs
geschreven : >> Hier is extraordinaris groote blijdschap over
de victorie , die de Admiraal HEEMSKERKop de Spaansche
vloot gehad heeft. - De Ambassadeur van Venetie kreeg
(52)
daar ook gisteren confirmatie af uit Spanje van den Ambas
sadeur aldaar , houdende dat men in ' t Spaansche Hof zegt ,
dat men SPINOLA diende den kop af te houwen , omdat hij
zulke treve geaccordeerd heeft."
(53) MAURITS verzocht zijnde in de Staten van Holland
te komen om te adviseren over de terugroeping der vloot ,
heeft aldaar verklaard niet goed te vinden de voorz. revoca
tie , maar dat hij verstond , dat men met den vijand precies
moest handelen zonder iets toe te geven : doch zeide daar
jegens niet te zullen wezen , om den ondank niet te hebben ,
indien den ingezetenen dezer landen eenige schade over
kwam. Res. Holl. , 1607 , bl. 210.
(54) JEANN. , I , 269-278 .
(55 )
Uit de Res. St.
Gen. blijkt niet van het verschil
124
AANTEEKENINGEN
55-58.
lend gevoelen van MAURITS , maar slechts dat over deze zaak
op den 7den , 8sten en 9den Augustus in tegenwoordigheid van
MAURITS , WILLEM LODEWYK en den Raad van State beraad
slaagd is en het besluit genomen . De Gedeputeerde van
Zeeland deed weder tegen het besluit eene sterke betui
ging.
(56) JEANN . , I. 301-312 , 389. VAN METER. , f. , 534 .
DE GROOT , bl. 542. WAG . , IX . 279. Op den 22sten Augus
tus schreef de Agent AERSSEN uit Parijs : » Ik heb met
hen (de Raden des Konings) gesproken , om den derden
termijn (van het secours) te vorderen ; maar vind , dat
generalijk een iegelijk daarin U. E. M. contrarie is , om
dat men opinie heeft , dat U. E. M. een dessein tegens
·
den Koning hebben , als inclinerende tot den peis door
't beleid van Engeland alleen , of zelfs om eene ligue met
den Koning van Spanje aan te gaan.
Inzonderheid is
Z. Maj . ten uiterste verstoord jegens U. E. M. , gelijk de
Heeren SULLY , SILLERY , VILLEROY , BETHUNE en Mevrouw
de Prinses van Oranje ,
elk apart , mij hebben verklaard ,
overmits U. E. M. tot het herroepen van U. E. M. vloot
ten verzoeke van U. E. M. vijanden buiten nood zouden
hebben geconsenteerd : concluderende daaruit , dat U. E. M.
den peis willen hebben ' t zij goed ' t zij kwaad.
Ik heb
van dit herroepen nog geen advies , en kan tot de excuse
niet geadmitteerd worden : 't welk mij niet is wedervaren ,
zoo 1 lang ik in dienst ben geweest : en evenmin kan ik tot
geene declaratie op ' t secours gekomen , omdat Z. Maj .
zegt , dat men met hem spot geld te eischen en tegens
zijnen raad te doen ." Op den 25sten Augustus echter schreef
AERSSEN : >> De Heer SILLERY heeft mij nu terstond ver
klaard , dat Z. Maj . in
' t herroepen van U. E. M. vloot
beter gerust is , overmits hem de redenen en motiven per
tinentelijk wel zijn gededuceerd .”
(57 ) JEANN . , I , 405 .
(58) JEANNIN , I , 409. Op den 1sten September was de
Fransche gezant BUZANVAL overleden . De Staten Generaal
besloten terstond hem plechtig te doen begraven en daartoe
ook MAURITS ,
WILLEM LODEWYK en HENDRIK FREDERIK te
AANTEEKENINGEN
125
58-63 .
verzoeken , er echter bijvoegende , dat men hierop niet zal
insisteren , bij zoo verre als Z. Exc. ' t zelve zoude difficul
teren.
Res. St. Gen. , 1 en 3 September 1607. Welke
reden er was om zwarigheid bij MAURITS te vermoeden ,
wordt niet gemeld : ook vindt men niet , dat hij ze ge
maakt heeft. De begraafnis had plaats op den 6den Sep
tember. Het lijk volgden eerst de Fransche en Engelsche
gezanten , daarop de voornoemde en nog twee andere Vor
sten van Nassau , eindelijk de Staten en de verdere Col
legien. JEANN . , I , 387. De overledene is begraven te
's Gravenhage in het koor van de Groote Kerk.
(59)
JEANN. , I , 331 , 373 , 413 , 414.
(60) Res. St. Gen. , 24 , 27 , 28 September , 1 October 1607.
Het ontworpen antwoord werd aan MAURITS , Graaf WILLEM
en den Raad van State in handen gesteld , die verklaarden ,
dat zij het concept goedvonden , maar den Staten in bedenken
stelden , of men eenige woorden of punten niet wat courtoiser
zoude mogen stellen en eenigen tijd expresseren , binnen den
welken dat de acte van aggreatie zoude behooren gezonden te
worden , te weten van 14 dagen , 3 of 4 weken. Dan de
Staten bleven bij hun ontwerp , niet goedvindende eenigen
tijd te prefigeren :
en deelden het daarop mede
aan de
vreemde gezanten , die er zich ook mede vereenigden . Met
dit al schreef JEANNIN aan den Minister DE VILLEROY :
>> Vous trouverez ,
comme j'estime ,
la reponse des États
assez rude et mal bâtie : mais c'est le stile et façon de
procéder , et nous les laissons faire." JEANN . , I , 419.
(61) Op den 14den October was daartoe een
SPINOLA gekomen , verzoekende om paspoort voor
Dit werd den volgenden dag met advies van de
van MAURITS , WILLEM LODEWYK en den Raad
eenparig toegestaan.
Res St. Gen.
brief van
die beide.
gezanten ,
van State
Sommigen echter had
den niet ongaarne gezien , dat men de acte van ratificatie
slechts had doen toezenden , althands dat NEYEN niet zou
worden toegelaten , wegens zijne poging om AERSSEN om te
koopen. JEANN. , I , 434.
(62) JEANN. , I , 451.
(63) JEANN. , II , 278 , 399.
126
AANTEEKENINGEN
64.
(64) JEANN. , I , 455-468 , II , 10-20. VAN METER. ,
f. 537. WAG. , IX , 285-290.
Res. St. Gen. , 30 October 1607. >> Zijn gecompareerd
Z. Exc. , de Welgeb. Heer Graaf WILLEM en Raad van
State : en hebben de Heeren Gedeputeerden , gecommitteerd
om te besogneren met de Heeren gezanten van Frankrijk
en Groot-Britannie , gerapporteerd , in wat voege dat
H. Ed. denzelven Heeren gezanten gecommuniceerd hebben
de propositien van den Pater Commissaris en Audiencier
VERREYKEN , met de acte van aggreatie des Konings van
Spanje; en voorts verhaald het advies , dat dezelve Heeren
gezanten hun daarop eerst bij monde verklaard en daarna
schriftelijk tot haarl. begeerte en requisitie bij memorie
gegeven hebben , daarin in substantie bestaande , dat de
Heeren gezanten de voorz. propositien en acte van aggreatie
rijpelijk geëxamineerd en bewogen hebbende , H. Ed . niet
tegenstaande de defecten , die geremarqueerd worden in den
form en substantie van dezelve , en de gevoegde clausulen
van reserve in 't einde van dier , H. Ed. de voorz. acte
evenwel suffisant en genoegzaam achten , om daarop tijd en
plaats te nemen en te noemen , om met de Aartshertogen
te treden in onderhandeling , en dat H. Ed. niet schadelij
ker voor den dienst van 't land vinden , als deze zaak
langer te traineren en dezelve te houden in onzekerheid
om te komen tot eenen vrede of in den oorlog , en dat
hun daarom bedunkt , dat de Heeren Staten hen behooren
dadelijk te bedenken en te resolveren op de conditien van
de handeling en dezelve zoo redelijk te stellen en zoo
glimpig , als eenigzins kan geschieden voor de verzekerd
heid van den staat van 't land en het contentement van
H. Majton ; item voorts te resolveren op eenen goeden en
vasten voet van regering in oorlog of in peis ; en ten derde
op eene ligue defensive te maken met H. Majten in peis ;
en dat alles vóór de handeling , is 't doenlijk : en al is
't zoo dat de Heeren rapporteurs hun voorgehouden heb
ben de difficulteiten , die zij in de voorz. acte hebben ge
remarqueerd , dat evenwel H.
dat dezelve maar zijn
Ed . hen hebben verklaard ,
pointilles , en
dat
zij daarom van
AANTEEKENINGEN
64.
127
advies niet kunnen veranderen om H. Majten niet te mis
contenteren.
>> Hierop geproponeerd wezende , (nademaal dat de voorz .
defecten in de voorz . acte van aggreatie niet alleen in den
form , maar ook in de substantie bevonden worden , en dat
dezelve daarenboven bij de laatste clausulen aan de hande
ling gerestringeerd is , ) wat dat men hierin en op het advies
van de voorz. Heeren gezanten voorder zal behooren te
doen.
>> Z.
Exc.
heeft
hierop ,
verklarende zijn advies ,
den
Heeren Staten voorgehouden de zwarigheden , die dezelve
altijd gemaakt heeft voor den staat van ' t land , in deze
handeling te treden , daarin bestaande dat de vijand daar
mede niet anders voorheeft , als ons te bedriegen , en dat
dezelve zwarigheden hem alsnog moveren om daarin voorts
te procederen : evenwel dat Z. Exc. (bemerkende dat de
Heeren gezanten bij haar advies en de t'samentlijke Pro
tot de voorz. handeling inclineren ,) dat hij daar
tegen vorder niet begeert te zeggen of te zijn , maar hem
gedraagt tot ' t gene de Heeren Staten daarin zullen doen
en resolveren , vertrouwende dat dezelve op alles zullen
vincien
letten naar behooren.
» Graaf WILLEM heeft in ' t lange vertoond de redenen
en consideratien , waarom dat hem bedunkt , dat men mag
gelooven , dat de vijand bewogen is geweest in het midden
van zijne victorien den Heeren Staten zulke offres en pre
sentatien
te
doen ,
gefundeerd op de kortheid van zijne
middelen , de langdurigheid van den oorlog met het klein
voordeel , dat hij daarin gedaan heeft , de gelegenheid van
deze landen verre van zijne Rijken ; item in de resolutie
en constantie van de Provincien , en dat die ten leste bij
desperatie haar zouden geraken te werpen in de protectie
van H. Majten ; edoch daarna ook voorgesteld ,
zekerlijk
moet gelooven en daartegen
dat men
wel bewegen,
dat
veeleer de nature zal veranderen , als dat de vijand zal
verlaten zijne maxime essentieel , te weten , dat den ketters
en rebellen geen geloove is te houden , en dat hij daarom
zal arbeiden , om met practijken en bedrog te verkrijgen ,
128
AANTEEKENINGEN
daartoe dat hij met
alle zijne macht
64 .
en geweld niet is
kunnen gekomen , daarvoor dat hij in zulken gevalle zijne
zaken bekomende , bij den Paus en andere Koningen en
Prinsen van zijn gevolg en adhærenten grooten roem en
eere zal behalen ; zulks dat hem bedunkt , dat deze rede
nen en consideratien suffisant zijn om de andere te over
wegen ; doch dat Z.
L. evenwel tot contentement van de
t'samentlijke Provincien , mitsgaders van H. Majten op het
advies van de voorz . Heeren gezanten , dezen allen niette
genstaande , goedvindt , dat men in handeling zal treden ,
vertrouwende , bij zoo verre als de Heeren Staten hare
verzekerdheid
en
contentement
van het beloofde bij den
vijand , van denzelven niet kunnen verkrijgen en wederom
ten oorloge zouden moeten keeren , dat dezelven door de
genade des Heeren courage en middelen genoeg zullen heb
ben met hulp en assistentie van H. Majten dezelve oorloge
te continueren en voorspoedelijk uit te voeren ; wel ver
staande nochtans dat men eerst den gezanten van de
Aartshertogen zal vertoonen en doen verstaan de defecten ,
die in de acte van aggreatie zoo in den form als substantie
en de clausulen van restrictie , daarin geinsereerd , bevonden
worden , en aanzeggen , dat men verstaat , dat dezelve be
hooren geredresseerd en de acte in forme , gelijk die toe
gezeid is , uitgebracht te worden , en dat de Provincien
haar zullen verbinden , dat dezelven van de souverainiteit
en de religie niet zullen wijken , en met goede conditien
toezien , dat dezelven niet worden bedrogen , en dat de
Gedeputeerden , die in de Provincien zullen vertrekken om
rapport te doen , hare principalen respective daartoe zullen
animeren en dezelven tot
den oorlog en vrede wel dis
poneren.
>> Die van den Raad van State adviseren kortelijk , dat
Ed. op alles met behoorlijke consideratien gelet heb
bende , voornamelijk op de geinsereerde restrictien in de
H.
acte van aggreatie , rakende den vrijen staat en religie , die
daarbij gedifficulteerd worden , bedunkt , dat men bij Ge
deputeerden van de Heeren Staten , van de gezanten van
de Aartshertogen de meening nader daarop behoort te doen
AANTEEKENINGEN
64.
129
afvragen en verstaan van den Koning van Spanje en Aarts
hertogen en bij zoo verre dezelve gezanten daarop geenen
naderen last hebben , en de meening van den Koning van
Spanje en Aartshertogen is daarbij te blijven , dat men de
zelve gezanten dadelijk behoort terug te zenden , om te zien ,
of zij naderen last zouden kunnen gekrijgen : dewijl zij niet
verstaan , dat men van de souveraineté en religie in eenige
manieren behoort te wijken.
>> Die van Gelderland
adviseren , .dat zij wel geremar
queerd hebben alle de defecten in de acte van aggreatie
niet alleen in den form en substantie van dezelve , maar ook
gewogen hebben • de gevoegde restrictie en reserve : doch
dat zij evenwel hun conformeren met het advies van de
Heeren gezanten van H. Majten , wel verstaande nochtans ,
dat men den gezanten van de Aartshertogen bij Gedeputeer
den uit deze vergadering eerst zal doen remonstreren de
voorz. defecten ,
mitsgaders de consideratien en zwarighe
den , die daaruit resulteren , om van dezelven daarop nader
te hooren de meening des Konings van Spanje en van de
Aartshertogen , en van dezelven te verstaan , of dezelven
geenen naderen last hebben .
>> Die ván Holland , zonder alsnog in de zaak ten prin
cipale te treden , verstaan en adviseren , dat men zal treden
in nadere conferentie met de gezanten van de Aartshertogen
en k denzelven vertoonen de defecten en difficulteiten , die in
de overgebrachte acte van / aggreatie bevonden worden , om
derzelver meening daarop nader te hooren en te verstaan ,
om , het rapport daarvan gehoord , alles met de aanwezende
Heeren gezanten van H. Majten nader te communiceren , en
daarna op alles geresolveerd te worden naar behooren .
>> Die van Zeeland en voorts alle de andere Provincien
vinden den voorgeslagen voet en geadviseerde van Holland
goed , te weten ,
dat men den gezanten van de Aartsher
togen zal aanwijzen de fouten en defecten , die in de acte
van aggreatie mitsgaders in de clausulen van reserve en
restrictie worden bevonden , om die te doen repareren en
voorts van dezelven te trekken dat men kan , om , het
rapport daarvan gehoord , den Heeren gezanten van H. Majten
III
9
130
AANTEEKENINGEN
64-66.
alles te communiceren en met derzelver advies den gezanten
van de Aartshertogen afscheid te geven , gelijk bevonden zal
worden te behooren : verstaande de t'samentlijke Provin
cien , dat men ondertusschen behoort bij der hand te nemen
de voorgeslagen ligue : en zijn hiertoe gecommitteerd uit
elke Provincie één."
Het volgens deze adviezen ontworpen antwoord aan de
afgevaardigden des vijands werd op den 2den November ter
Staten Generaal in tegenwoordigheid van MAURITS , Graaf
WILLEM en den Raad van State overwogen en met derzelver
advies goedgevonden : zoodat , toen het ook door de vreemde
gezanten was goedgekeurd , men het onnoodig achtte het
2
rapport hiervan aan MAURITS , Graaf WILLEM en den Raad
S
van State te vernieuwen. Res. St. Gen. , 2 November 1607.
Op den 30sten November 1607 schreef de Agent Aerssen
uit Parijs : » De Koning neffens zijnen Raad meent , dat
U. E. M. vijanden anders niet zoeken dan om U. E. M.
in onzekerheid te slepen en de occasien van divisien en
anderszins tegens U. E. M. te menageren , zonder dat zij
I
Tr
den peis meenen of begeeren , maar wel eene treves , als zij
in de verhoopte scheuring zouden komen te missen."
De brieven van JEANNIN , in December geschreven ,
ontbreken . En de Resol. St. Gen. zijn slechts kort en be
helzen niets bijzonders omtrent MAURITS. Men had nog .
(65)
eenige moeite met de afgevaardigden des vijands nopens het
hoezeer
zonder beding overgeven der acte van ratificatie ,
Ook
voldeden.
Staten
der
verlangen
het
zij eindelijk aan
viel er moeite over het maken van een verdedigend verbond
met Frankrijk en Engeland.
(66) VAN METER. , f. 538. De groot , bl. 545 .
Res. St. Gen. , 21 December 1607. >> Compareren Z. Exc. ,
de Welgeb. Heer Graaf WILLEM en de Heeren van den
Raad van State , volgende de resolutie gisteren genomen : is na voorgaande resumtie van de adviezen , die gisteren op
de - propositien van wege de Provincien geopend en ver
klaard zijn , op alles naar behooren gelet , geresolveerd , dat
men , niettegenstaande de defecten , die in de voorz . acte
van aggreatie bevonden worden , op den voet , verklaringen
S
D
AANTEEKENINGEN
66.
131
en onder de protestatien en restrictien begrepen in de ant
woord van de Heeren Staten , die den Commissarissen van
H. Hooghen op derzelver propositie schriftelijk is gegeven ,
zal treden in communicatie en onderhandeling met de Com
missarissen van de Aartshertogen ,
mits dat de Provincien
haar eerst bij acte zullen verbinden , dat men van de sou
veraineté van den lande , (de religie daaronder begrepen , )
niet zal wijken , en daarop stuiten en breken , bij zoo ver
als de vijand daartegen zoude insisteren en persisteren : item
dat men in de missive dezenaangaande te schrijven , de
voorz. verklaringen en protestatien van de antwoord zal
aantrekken , om bij de Aartshertogen daarop zijne Commis
sarissen gezonden te worden , item dat men de treves zal
mogen prolongeren den tijd van ééne maand of zes weken ;
en in de onderhandeling eenen Spanjaard admitteren , niet
wezende in krijgsdienst ; dat men voorts zal adverteren , dat
men van dezer zijde tot de voorz . onderhandeling zal com
mitteren zeven of acht personen , behoorlijk gequalificeerd
volgende de offres : en is voorts goedgevonden , dat men
zal committeren uit elke Provincie één , om te concipiëren
de voorz. acte van verbindtenis van de Provincien , mits
gaders de voorz . missive dezenaangaande te schrijven : ver
staande , dat men , alvoren op de voorz. punten finalijk te
resolveren , alles zal communiceren met de aanwezende
Heeren gezanten van de Koningen.
mainteneerd en daarop
Hebbende Z. Exc . ge
geinsisteerd , dat men , alvoren de
voorz. brieven van insinuatien af te zenden , zal concipiëren
en arresteren het artikel van den vrijen staat van den lande ,
zulks als de Heeren Staten verstaan dat te mainteneren of
daarop te breken , en ' t zelve te stellen in den insinuatie
brief van de Heeren Staten aan H.
Hooghen,
ten einde
dezelve verdacht mogen zijn , of zij hare Commissarissen
daarop zullen begeeren te zenden."
22 December. >> Compareren Z. Exc. , Graaf WILLEM en
Raad van State : en gelezen zijnde de concepten ― van de
acten van verbindtenis , mitsgaders van den brief te schrij
ven aan den Commissaris JOHAN NEYEN en den Audiencier
VERREYKEN , is geproponeerd en in deliberatie gelegd , of
9*
132 .
AANTEEKENINGEN
66 .
men dezelve concepten goedvindt en zal arresteren : maar
is daarop finalijk niet kunnen geresolveerd worden , omdat
Z. Exc. , Graaf WILLEM en die van Zeeland verstaan , dat
men eerst zal arresteren het artikel van den vrijen staat
van den lande , gelijk men dat verstaat te mainteneren , en
't zelve insereren in de voorz . acte of resolutie van ver
bande :
artikel ,
maintenerende alsnog
alzoo
Z. Exc. dat
men 't voorz.
gearresteerd wezende , aan de Aartshertogen
behoort te zenden , om zijne Gecommitteerden daarop gelast
te zenden : maar is goedgevonden ,
dat men deze zaak in
bedenken zal houden tot t' avond ; behalven dat met plu
raliteit van stemmen verstaan en geresolveerd is , dat men
aan H. Hooghen zelven zal schrijven en copie van den
brief zenden aan den voorz. Commissaris Generaal en
Audiencier , en H. Ed. verzoeken den brief van de Heeren
Staten aan H. Hooghen te willen presenteren."
Post prand. >> In nadere deliberatie gelegd zijnde , of
men op het antwoord den 2den November 11. aan de Ge
committeerden van de Aartshertogen van Oostenrijk gegeven ,
tot de communicatie en besogne op de aangeboden hande
ling van vrede of bestand voor veel jaren , zal verstaan ,
hebben de Gedeputeerden van de t' samentlijke Provincien
eendrachtelijk , oprechtelijk en ter goeder trouw elkanderen
beloofd en beloven mits dezen , dat bij voortgang van de
zelve handeling en besogne in ' t eerste artikel van dien
klaarlijk en uitdrukkelijk zal moeten gesteld en toegestaan
worden de qualiteit der Vereen.
Landen als vrije land
schappen , daarop noch de Koning van Spanje , noch de
Aartshertogen niet pretenderen , en dat in den besten form ,
zonder dat jegens de voorz . vrijheid eenige punten in de
voorz.
handeling toegestaan of geaccordeerd zullen worden
noch in kerkelijke noch in wereldlijke noch in andere
zaken en in gevalle van wege Hoogged . Koning of Aarts
hertogen daartegen gepersisteerd wordt , dat de handeling
gebroken ,
de voorz.
Koning en Aartshertogen in haar on
gelijk gesteld , en voorts met ernst en gemeene macht der
t' samentlijke Provincien , en , is ' t doenlijk , te impetreren
van de Koningen , Potentaten en Stenden , hare zake toe
AANTEEKENINGEN
66 .
133
gedaan , het oorlog hervat en door Gods genade en goede
orde tot eene Christelijke , eerlijke en verzekerde uitkomst
gebracht zal worden."
Concept-brief aan de Aartshertogen .
>> Doorluchtigste
Aartshertogen ! Op U.
Doorl
Hooghen
>> offren ons den 13den Martii II . gedaan , hebben wij rij
>> pelijk gelet , ook op de handeling en brieven van ver
>> band van den 12den en 24sten Aprilis tusschen U. Hooghen
>> en ons daarop gevolgd , lestelijk op de brieven des Groot
>> machtigsten Konings van Spanje van den 18den September
>> en de propositie van U.
Hooghen Gecommitteerden in
>> onze vergadering den 26sten October gedaan , mitsgaders
>> ons antwoord op dezelve van den 2den November , en om
>> redenen in ons voorz . antwoord verhaald , ook onder de
» verklaringen en protestatien daarin vervat , en dat wij
>> daarvan noch van de beloften van U. Hooghen in de
>> voorz. brieven van den 24sten April gedaan , niet verstaan
» te wijken , hebben wij goedgevonden met U. Hooghen
>> Gecommitteerden alhier in den Hage in onderhandeling te
» doen treden tot welken einde wij zeven of acht per- .
» sonen ,
(gequalificeerd volgens
de voorz. offren , ) zullen
>> committeren en autoriseren , indien wij bij brenger dezer
>> met brieven van U. Hooghen verwittigd worden , dat ,
>> deze
onze brieven gezien , derzelver meening is binnen
>> tien dagen na de receptie derzelver gelijk of minder
>> getal van personen (gequalificeerd volgens de voorz. of
>> fren) te committeren en alhier in den Haag te zenden
>> met volkomen last , om zoo van wege de Hoogstged.
» Kon. Maj . van Spanje als U. Hooghen een goed en kort
>> besogne en besluit te maken . Doch zullen U. Hooghen
>> gelieven te letten , dat de gemaakte stilstand den 4den Ja
» nuary eerstkomende is expirerende , en of niet dienstelijk
>> zal wezen dien voor ééne maand of zes weken te ver
>> lengen , ingeval U. Hooghen goedvinden in onderhande
Daartoe zal
>> ling op den voorz. voet te doen treden.
>> deze dienen voor ons consent van ' t verlengen des voorz.
>> stilstands te water en te lande , indien bij U. Hooghen
>> voorz.
brieven zoo uit den naam van Hoogstged. Ko
134
AANTEEKENINGEN
66-68 .
•
» ning van Spanje als dezelve U. Doorl. Hooghen van ge
» lijke geconsenteerd wordt. Hiermede , Doorl. Aartsher
>> togen , bidden wij den Almogende U. Doorl. Hooghen te
>> houden en bewaren in zijne heilige protectie met volko
>> men gezondheid. U. Doorl. Hooghen zeer dienstwillige ,
>> De Staten enz."
23 December. >> De Griffier rapporteert , dat hij gisteren
avond na het scheiden van de vergadering het concept van
de voorz. missive volgende den last hem gegeven , eerst aan
den Raad van State heeft gecommuniceerd , die ' t zelve
hebben goedgevonden , en daarna aan Z. Exc. en Graaf
WILLEM , dewelke wederom hebbende kortelijk gemoveerd
hare consideratien van gisteren voor den middag zoo wel
op de acte van verbindtenis als de voorz. missive , einde
C
lijk de zaak geremitteerd hebben aan de Heeren Staten Ge
neraal om daarop te resolveren en doen , gelijk H. M. Ed .
zullen goedvinden : alzoo dat de voorz. acte , na behoor
lijke deliberatie ,
gearresteerd. "
(67)
gelijk die hiervoren staat geinsereerd , is
Zie bov. bl. 8.
3
(68) Res. St. Gen. , 23 December 1607 , post prand.
» Op ' t geproponeerde , of een of twee van andere natien
als naturels van den lande onder de Gecommitteerden van
H. Hooghen zullen mogen wezen , is goedgevonden , dat een
van de Spaansche natie , niet wezende van de principale
Officiers van den oorlog ,
onder de Gecommitteerden zal
mogen wezen ; en dat men deze resolutie bij een kalfken
zal sluiten in den brief, die geordonneerd is te schrijven
aan den Pater Commissaris en Audiencier VERREYKEN , en
dat
men dezen brief zal superscriberen aan elk van hen
bijzonder."
Het kalfken , hier gemeld , leest men in Res . Holl. , 1607 ,.
•
bl. 361 .
>> Eerwaardige Enz.
Dit ingelegde kalfken dient , om
» U. L. te adverteren op ' t gene dat dezelve ons hebben
>> geproponeerd , of een of twee van andere natien als
>> naturels van
den lande onder de Gecommitteerden van
>> H. Doorl. Hooghen
zullen mogen wezen , dat goedgevon
E
AANTEEKENINGEN
135
68-71 .
>> den is dezelve H. Hooghen daarin te believen , zulks
>> dat een van de Spaansche natie , (niet wezende van de
>> principaalste Officiers van der oorloge, ) onder de Gecom
>> mitteerden zal mogen wezen . Actum den 23sten Decem
» ber 1607."
(69) VAN METER. , f. 547b spreekt slechts van dat kalf
ken als een vreemd beleid. DE GROOT , bl. 546 brengt
dat vreemde beleid ten laste van eenige Regenten in Hol
land , die den vrede zochten . WAG. , IX , 293
onder die Regenten uitdrukkelijk OLDENBARNEVELD.
wel moet
men niet meenen ,
noemt
Even
dat dit beleid buiten weten
der Staten Generaal geschied is .
Ook vindt men het mid
del van een ingesloten kalfken , ten einde den inhoud van
den brief te wijzigen , reeds vroeger door de Staten Gene
raal gebezigd.
(70)
Zie Res. St. Gen. , 18 February 1603 .
RICHARDOT was reeds in 1598 en 1599 door de
Koningin van Engeland en de Staten genoemd een door
slepen bedrieger ´en een echo des vredes , als de oorlog
het allernaaste is en het meest gemeend wordt. BOR ,
35 B. , f. 4a , 5a , 36 B. , f. 37b , 57a.
(71) Res. Raad v . St. , 8 January 1608.
fier
AERSSENS
in
den
Raad
>> De Grif
ingelaten , verklaart
last te
hebben den Raad te communiceren den brief , nu door de
wederkomst der trompetters gekomen van de Aartshertogen
aan de Heeren Gen. Staten : en leest alzoo denzelven brief ,
eenzamentlijk de brieven van den Pater Commissaris NEYEN
en den Audiencier VERREYKEN ZOO aan de Heeren Gen.
Staten als aan hem Griffier in ' t particulier geschreven ,
ten einde de Raad daarop
wilde
adviseren , en namelijk
op ' t punt , daar de Aartshertogen aannemende ' t geen bij
een kalfken aan den voorz. Pater Commissaris en VERREY
KEN bij de Heeren Gen. Staten was geschreven , nu schrij
ven , dat zij den Marquis SPINOLÁ onder anderen hebben
gedeputeerd eenen van de Commissarissen tot de peis
handeling. En hierop gedelibereerd , hoewel beter geacht
wordt , dat 't voorz. kalfken zoo had geschreven geweest ,
dat men daaruit de voorz. deputatie op SPINOLA niet had
mogen doen , nochtans , nademaal
dit nu zoo geschied is
AANTEEKENINGEN
136
en
met reputatie
nu
niet
71 .
wel kan veranderd
worden ,
zoude de Raad van advies zijn , dat SPINOLA zoude mogen
toegelaten worden : doch dat alvorens , eer dit advies in
de vergadering der Heeren Gen. Staten te openen , gehoord
zal worden het discours en advies van de Ambassadeurs
der Koningen en Prinsen en van Z. Exc . en Graaf WILLEM
etc. , om daarna nog nader de zaak te resumeren , om te
zien , of er verandering
vallen ."
Res.
St.
Gen. ,
van Z. Exc. ,
10
in 't voorz . advies zoude mogen
January 1608.
>> Is ter presentie
Graaf WILLEM en den Raad van State in
deliberatie gelegd , of men de deputatie , bij de Aartsher
togen gedaan tot de aanstaande handeling , van den persoon
des Marquis SPINOLA zal toelaten of niet .
vraagd zijnde het advies van Z.
en van den Raad ,
En daarop ge
Exc. , van Graaf WILLEM
hebben dezelven
hen
gerefereerd tot
't gene dat de Provincien daarop zullen resolveren . Die
van Gelderland en Holland hebben ten aanzien van de
voorz. relatie aan
de Provincien , gelijk insgelijks gedaan
hebben de Heeren aanwezende gezanten , deze deliberatie
genomen in nader bedenken . Die van Zeeland hebben ver
klaard , al is ' t zoo dat zij van gelijke wel zouden mogen
doen , dat H. Ed . nochtans hare opinie goedgevonden heb
ben hierop te openen ,
om daarop gelet te worden , voor
zoo veel men dienlijk en goed zal achten : daarin bestaande
dat men om redenen en consideratien , bij hen geallegeerd ,
behoort te persisteren bij het gehandelde en de genomen
resolutie , en volgende dezelve den Marquis SPINOLA onder
de Gedeputeerden van de Aartshertogen tot de voorz . han
handeling niet te admitteren.
Die van Utrecht , Vriesland ,
Overijssel , Stad Groningen en Ommelanden hebben aange
nomen hen te bedenken en de verhaalde redenen bij die
van Zeeland, te examineren.
WILLEM en Raad van State
Hierna zijn Z. Exc. , Graaf
verzocht opening te willen
doen , bij zoo verre als dezelven eenige zwarigheden hebben
in de admissie van de voorschr. deputatie. Daarop dat
Z. Exc. en Graaf WILLEM verklaard hebben , dat zij eerst
begeeren te verstaan de adviezen van de Provincien op de
AANTEEKENINGEN
137
71-74.
redenen bij die van Zeeland gemoveerd : anderszins dat
dezelven alsnog deze zaak remitteren ter dispositie van de
Heeren Staten. Die van den Raad hebben deze zaak ge
nomen in nader bedenken."
(72) JEANN. , II , 60 , 69 , 81 , 91 , 101. In Res. St.
Gen., 22 , 23 January 1608 vindt men slechts , dat de
Griffier gelast is de concepten aan Z. Exc. en Graaf wIL
LEM te communiceren , om er hunne consideratien op te
verstaan , en dat die communicatie ook heeft plaats gehad.
(73) Bij de vermelding van hunne aankomst zeggen de
Res. Holl. » God almachtig geve daaruit wat goeds te
komen voor zijne kerk en ons gemeene vaderland .
Amen ! "
(74) Secr. Res. St. Gen. , 4 February 1608 (1 ) . » Is
goedgevonden , dat men Z. Exc. , Graaf, WILLEM en den
Raad
van State zal bescheiden , om op morgen ter klokke
negen uren in
de vergadering te verschijnen ter audientie
van de Heeren Gedeputeerden van de Aártshertogen : en is
de Agent VALKENBURG gelast denzelven Heeren Gedeputeer
den aan te zeggen , dat men denzelven op morgen ten tien
uren zal geven audientie."
5 February. » President (2) et presentes de ordinaris en
extraordinaris Gedeputeerden van de Provincien ongeveerlijk
sterk
130
personen.
Is
geproponeerd ,
hoe dat men de
Gedeputeerden van de Aartshertogen , ter vergadering com
parerende , in dezelve vergadering zal introduceren , en daar
.
H. Ed. in ' t Walsch proponeren , of men dezelve in ' t Ne
derlandsch zal antwoorden : en verstaan en eenpariglijk
geresolveerd , dat men drie uit
de eerste Provincien
zal
committeren , om de voorz. Heeren Gedeputeerden in de
vergadering te brengen , en dat men dezelven in ' t Neder
duitsch zal antwoorden ,
proponeren.
bij zoo ver als zij in ' t Walsch
>> Compareren de Marquis SPINOLA , President RICHARDOT ,
MANCICIDOR , Commissaris Generaal JOHAN NEYEN en Audi
(1) VAN WYN , Bijv. op Wag. , 9 St. , bl . 104 verklaart het Se
creetboek der Staten Generaal niet gezien te hebben.
(2) AYLVA , Gedeputeerde van Vriesland.
AANTEEKENINGEN
138
74.
encier VERREYKEN : heeft de voorz . Heer President in sub
stantie verklaard , alzoo 't den Heeren Staten Generaal
heeft beliefd eenigen uit het midden van H. M. Ed . te
committeren om hen te begroeten en verwellekommen , item
te beklagen de incommoditeiten ,
P
m
R
die zij op de reize her
d
waarts hebben gehad bij deze vorst , en te excuseren de
sobere accommodatien en commoditeiten , die zij alhier heb
ben , dat de Heer Marquis en zij hebben geacht haar devoir
07
te
te
vereischen ,
dat zij in deze honorabele vergadering zou
e
den verschijnen ,
om de Heeren
Staten van harent wege
I
insgelijks te begroeten , en te verklaren , dat zij zeer gaarne
de reis om eene zoo goede zaak , als is deze landen uit den
T
T
oorlog te helpen , voor het gemeene best van dezelven heb
ben aangenomen ; dat zij van geene incommoditeiten op zee
Z
weten te spreken , overmits H. M. Ed . in alle plaatsen tot
hare passage en overkomst behoorlijke orders hebben gege
ven , en in alle steden , daar zij zijn gepasseerd , zoo eerlijk ´
en wel ontvangen en getracteerd zijn geworden , en name
lijk hier ook ter plaatse bij Z. Exc . en de Heeren Gedepu
teerden van de Heeren Staten ontvangen zijn , niet als
vijanden , die zoo lange jaren tegen malkanderen in oorlog
zijn geweest , maar als vrienden , confedereerden en gealli
eerden , zulks dat zij meerder recueil niet zouden kunnen
gewenschen of begeeren ; vindende hen ook wel gelogeerd en
geaccommodeerd , daarover dat de Heer Marquis en H Ed.
de Heeren Staten en Z. Exc. daarvoor grootelijks bedanken ,
niet
anders
kunnende denken ,
voorgenomen werk , dat
zoo
of God de Heere zal het
wel begonnen is , en voorts
alles tot een goed en vast accoord laten succederen , dewijl
dat ook haar Koning en Prinsen daartoe zeer genegen zijn ,
en zij mede , voor zoo veel in haar is , alle goede devoiren
ten zelven effecte zullen doen : voegende , bij zoo verre als
het gevalt , dat eenige Gedeputeerden van de Heeren Staten
in hare quartieren komen , dat dezelven bij hare Prinsen
met een goed onthaal ontvangen en gecaresseerd , en bij hen ,
comparanten , denzelven alle adres en dienst gedaan zal
worden ; bereid wezende ten principale in besogne te tre
den , als den Heeren Staten zal gelieven hun den tijd en
d
D
T
to
h
1
AANTEEKENINGEN
74.
139
plaats te laten weten. Is geantwoord (1) in substantie bij
monde van den Heer Advocaat van Holland ter begeerte
van den Heer President , dat de Heeren Staten , Z. Exc . en
Raad van State , zeer gaarne hebben verstaan , dat de Heer
Marquis en zij Heeren comparanten contentement hebben in
de orde , die alom is gegeven geweest tot hare passage en
om dezelven te ontvangen en tracteren , naar dat de gelegen
heid heeft toegelaten ; dat hun leed is , dat de commoditei
ten en accommodatien alhier in den Haag niet beter zijn ;
edoch verhopen , M dat zij die ten beste zullen nemen en daar
mede
geduld hebben ,
van de plaatse ;
in consideratie van de gelegenheid
vertrouwende ,
dat de
Heer Marquis en
H. Ed. bij H. Hooghen gecommitteerd en alhier gezonden
zijn , om de handeling , die er begonnen is , te brengen
tot een gewenscht en gelukkig einde , niet alleen voor deze
Vereenigde en de andere Nederlanden , maar ook voor de
gantsche Christenheid , hetwelk de Heeren Staten , Z. Exc. en
Raad van State hun dat ook inbeeldende , en in den cours ,
dien de zaken hebben genomen , verblijd zijnde , denzelven
naar haar uiterste vermogen gesecondeerd hebben en nog
zullen , zoo
veel als zij , vermogen , om de zaak te brengen
tot eene goddelijke , eerlijke en verzekerde uitkomst , ver
klarende , dat de plaats van besogne genomen is alhier in
het Hof , bij zoo ver als den Heer Marquis en den anderen
Heeren dezelve aangenaam is.
Daarop dezelve verklaard heb
ben , dat zij hun die laten gevallen , en bereid zijn alhier
te compareren , zoo wanneer zij daartoe wete zullen hebben .
(1) Dit antwoord schijnt onmiddellijk zonder beraadslaging gegeven
te zijn. Men had toch den vorigen dag den gemachtigden doen af
vragen , of zij iets hadden te proponeren , waarop zij hadden geant
woord daartoe geenen last te hebben , maar dewijl de Staten hun
de eer gedaan hadden hen te komen begroeten en verwellekommen "
te begeeren van gelijke van hunnent wege te doen. In zulk geval
nu werd er wel meerdere reizen een onverwijld antwoord gegeven.
Zoo besloot men op den 11den Mei 1610 den gezant van Venetie den
volgenden dag ter vergadering te hooren , en bij zoo ver zijne pro
positie bevonden wierd alleenlijk te bestaan in complimenten , hem
incontinent daarop te bejegenen . Res. St. Gen.
140
AANTEEKENINGEN
74.
Zijn tot de besogne van de vredehandeling bij de Pro
vincien genomineerd ."
Enz.
Volgens een uittreksel uit een onuitgegeven Dagboek van
den Vrieschen Geschiedschrijver FURMERIUS , te vinden bij
TYDEMAN , Mnemosyne , XV , 261 , zou er in deze zitting
een opmerkelijk voorval hebben plaats gehad.
Het uittrek
sel luidt als volgt : » Anno 1608 , Januarius d. Mart. 26.
>> Hispanici Legati in conventu publico auditi et petitio
>>> eorum in deliberationem accepta. Quam cum Princeps
» Auraniae MAURITIUS apud Conventum repeteret et pacem
>> amplectendam
>> ejus
TINCO
suaderet ,
interrupit imprudenter orationem
OENEMA SCOTANUS ,
>> generali Ordinum
Frisiorum
concilio assessor ( 1 ) ,
delegatus
in
affirmans bellum
>> potius persequendum , quam pacem acceptandam , quod
» bello Provinciae magis florerent , quam unquam in pace
>> floruissent.
Cumque MAURITIUS rogaret , annon satis esset
>> profusum sanguinis , et annon satis multi opibus eversi
>> essent , respondit interturbator , Provinciis adhuc satis esse
>> virium bello sustinendo. Vos igitur Frisii ita , inquit
>> MAURITIUS , potentes estis ? unde igitur evenit , ut in
>>> tributis solvendis sitis postremi ,
>> sublevationibus indigeatis ?
>> lum
suades ,
quod
ne
et aliarum Provinciarum
Itane tu princeps Frisiae bel
minimo
quidem
>> dispendio sustentare velis aut possis ?
patrimonii
tui
Simul homini iras
>> cens alapam impingit , eundem ense percussurus , ni fuisset
>> retentus a circumstantibus." Doch welk geloof aan dit
verhaal te hechten ?
MAURITS wordt er in voorgesteld als
een hevige voorstander des vredes tegen den oorlog , hoe
zeer dit door de gantsche historie wedersproken wordt.
Wel
moge TYDEMAN op BILD. , Gesch. d. Vad. , VII , 277 , ter op
heffing van dit bezwaar , het verhaal zoo voorstellen , als of
OENEMA op het maken van een bestand heeft aangedron
gen ; en daarentegen BEELAERTS VAN BLOKLAND , Proeve van
bevred. , bl. 18-20 , met hetzelfde oogmerk de voorstelling
doen in dezer voege , dat beide MAURITS en OENEMA Voor
den oorlog ijverden , maar MAURITS vertoornd werd over de
(1) Deze had in Juny 1607 zitting ter Staten Generaal genomen.
AANTEEKENINGEN
74.
141
walgelijke wijze , waarop оENEMA dat gevoelen verdedigde
en voorstond : beide1 deze voorstellingen worden door het
duidelijke verhaal van FURMERIUS wedersproken
Wedersproken , volgens
hetwelk MAURITS den vrede ,
aangeraden.
Daarbij
OENEMA
wil FURMERIUS ,
den oorlog hebben
dat het voorstel van
's vijands gemachtigden handelde over de vraag van vrede
of oorlog en dat hetzelve in beraad gelegd is : terwijl het
boven reeds gebleken is , dat de aanspraak van den Presi
dent RICHARDOT eene loutere plichtpleging was , die geene
beraadslaging
vorderde ; en het ook schijnt te blijken uit
het verhaal van VAN METEREN , f. 548b, dat met het ver
trek dier gemachtigden MAURITS mede vertrokken is en hen
vergezelschapt heeft. Hiermede komen de Res. St. Gen. en
Res. Raad v. St. overeen , die niets vermelden van eenige
beraadslaging gedaan in tegenwoordigheid van MAURITS , maar
wel aantoonen , dat hij bij de eerstvolgende na het vertrek
der gemachtigden genomen resolutie niet meer tegenwoordig
geweest is: immers men vindt in Res. St. Gen. terstond
na het gegeven antwoord , dat men is overgegaan tot het
benoemen van Commissarissen voor de onderhandelingen , en
dat de Heeren , gecommitteerd om bij Z. Exc. dezen middag
te vergezelschappen de Heeren Gedeputeerden van H. Hooghen ,
verzocht en gecommitteerd zijn om Z. Exc. te verzoeken de
moeite te willen aannemen , om van wege de Heeren Staten
Generaal te compareren op de aanstaande vredehandeling,
en daar Z. Exc. hem zoude geraken daarvan te excuseren,
daartoe te verzoeken den Welgeb. Heere Graaf WILLEM. Dan
wat hier ook van zijn moge , hoe is het mogelijk , dat MAU
RITS , die , gelijk tot nog toe gebleken is , een beschaafd ,
zachtzinnig , toegevend Vorst was , in ' s lands achtbaarste
vergadering , bestaande uit ongeveer 150 personen , zich tot
zulk eene verregaande drift en onbeschoftheid heeft kunnen
laten vervoeren , als FURMERIUS verhaalt , en zulks omtrent
een lid der Staten Generaal en wel uit Vriesland , welke
Provincie niet eens onder zijn gouvernement stond ? Hoe is
het mogelijk , dat zulk een verregaand schandaal niet alleen
zonder
eenige de minste gevolgen gebleven is , (althands
FURMERIUS vermeldt ze niet , ) maar zelfs niet eens algemeen
142
74-75.
AANTEEKENINGEN
ruchtbaar is geworden ?
MAURITS stond in zijnen tijd en
sedert genoeg aan allerlei laster en opspraak ten doel : maar
van dit voorval vindt men , buiten FURMERIUS , geen schijn
of schaduw.
Reeds hebben wij van eene dergelijke laster
lijke aantijging , volgens welke MAURITS , na de overwinning
bij Nieuwpoort , aan OLDENBARNEVELD een oorveeg gegeven
zou hebben , gesproken in ons II D. , bl. 88. En hierna
zullen wij
bevinden ,
dat MAURITS l'asterlijk is nagegeven
zijnen hofprediker UITENBOGAART met den ponjaard gedreigd
te hebben. Zie inmiddels UITENB. Lev. , bl . 113 (1 ). Ein
delijk FURMERIUS is wegens zijne lichtgeloovigheid bekend.
Zie DE WAL , Orat. de clar. Fris. Jctis , p. 169. En hoe
dan hem , die geen ooggetuige was ,
verhaal , dat in zich
zelf uiterst
te gelooven in een
onwaarschijnlijk is ,
in
bijkomende omstandigheden blijken van onwaarheid heeft ,
en waarvan elders geen spoor hoegenaamd voorkomt ? Wen
schelijk ware het , zoo ons over den aard en de waarde
van dat Dagboek van FURMERIUS iets werd medegedeeld .
(75) Secr. Res. St. Gen. , 5 February 1608 post prand.
>> Verklaart -de Heer Avocaat , dat de Heeren Gedepu
teerden , daartoe gelast , Z. Exc. opening gedaan hebben ,
dat de Heeren Staten goedgevonden hebben Z. Exc. te doen
verzoeken , dat hem gelieve van H. M. Ed. wege en bij
derzelver commissie te compareren en besogneren met de
andere Heeren Gecommitteerden uit de Provincien op de
vredehandeling , en dienvolgende Z. Exc . verzocht daartoe
te verstaan ; maar dat Z. Exc. hem daarvan geëxcuseerd
en Graaf WILLEM voorgesteld heeft , en dat mitsdien H. Ed.
volgende de resolutie van de Heeren Staten Graaf WILLEM
daartoe verzocht en verwilligd hebben ,
verklarende Z. L.
(1) Evenwel van het geven van oorvegen en het trekken van
den degen bij verregaande oploopendheid vindt men meerdere voor
beelden. Nopens PHILIPS WILLEM zie men dezenaangaande VAN CAPELLE ,
Fil. Will. , bl. 23 , 45. BILDERD. , Gesch. d. Vad. , VI , 251 , 255.
En nopens den Graaf van Egmond zie men GROEN V. PR. , Archiv. ,
Tom. I , 1e Edit , p. 112 , hoezeer men het daar vermelde in de
2e Edit. niet terug vindt.
AANTEEKENINGEN
143
75-76:
dat dezelve daartoe bereid was op het begeeren
Heeren Staten.
van de
>> Rapporteert mede de voorz . Heer Advocaat , dat Z. Ed.
den Heer Audiencier VERREYKEN voorgehouden heeft , alde
wijl H. Hooghen bij consent van de Heeren Staten tot de
vredehandeling gedeputeerd hebben den Heer Marquis haar
principaal Hoofd van het beleid van de oorloge , dat de
Heeren Staten goedgevonden hadden ook van harent wege
daartoe te employeren Graaf WILLEM , vertrouwende dat
de Heeren Gedeputeerden van de Aartshertogen ' t zelve
aangenaam zullen vinden : en dat de voorz . Audiencier
daarop verklaard heeft , dat daarin geene zwarigheid zal
wezen , al ware 't ook dat H. M. Ed. Z. Exc. en den
Heer Graaf
hadden."
(76)
beide
tot de
voorz.
besogne
gecommitteerd
Res. Raad v. St. , 4 February 1608.
>>> De Raad
verzocht en gegaan zijnde in de vergadering der Heeren
Gen. Staten , is aldaar mede ter presentie van Z. Exc. en
Graaf WILLEM VAN NASSAU Voorgelezen het concept van
den 1sten artikel van de
aanstaande
handeling van
peis ,
namelijk belangende den vrijdom van deze Vereen, Lan
den etc. En daarop gevraagd de opinie van den Raad , is
geantwoord , dat , of wel de Raad daarop wel eenige pun
.
ten hadden geconsidereerd , daarop wel nader en particulier
lijk zoude dienen voorzien , nochtans , terwijl ontwijfelijk de
Heeren Gen. Staten in ' t concipieren van dien op alles
zonderling hebben gelet , dat men zich daarom ' t zelve liet
gevallen : want wat het aflaten van den titel en de wape
nen van deze Vereen. Provincien belangt , ook de amnestie
en ..... (1 ) belangt , dat gevoeglijk dit 1ste punt met de
minste disputen
afgedaan zijnde , daarop alsdan in 't ver
volg zal mogen verhandeld worden : dan dat men daarop
moest letten , dat geene clausulen , in ' t tractaat te stellen ,
ons zullen mainteneren noch verzekeren , als wij ons zelven
niet verzekeren met goede voorziening op onze goede defen
sie , om tegen al hetgeen de vijand t' eeniger tijd zoude
(1) Dit open wit vindt zich ook in het Register.
144
AANTEEKENINGEN
76-77 .
voornemen , gereed te zijn ; verzoekende den Heeren
Staten daarop zonderling te willen letten."
willen
Secr. Res. St. Gen. , 4 February 1608 (1 ). >> Compare
ren Z. Exc. Graaf WILLEM en Raad van State : en gere
monstreerd wezende , nademaal het fundamentele punt van
1
de aanstaande vredehandeling daarop berust , dat de Vereen.
Provincien verklaard en erkend worden voor eenen vrijen
Staat , daarop de Koning van Spanje en Aartshertogen niet
pretenderen , (daarvan dat de t'samentlijke Provincien mal
kanderen verzekerd en verbonden hebben niet te zullen
wijken , ) en dat tot dien einde het 1ste artikel van dezelve
handeling de voorz . qualificatie zoude houden , en dat , om
1
hetzelve te concipiëren , een uit elke Provincie gecommitteerd
zijn geweest , die dat ingesteld en alhier gerapporteerd heb
ben : zijnde goedgevonden , dat men daarop Z. Exc. Graaf
WILLEM en des Raads van State advies zoude hooren en
verstaan ,
en daarna
X
ook van de Heeren aanwezende Ge
zanten van Frankrijk , Groot-Britannie etc. om voorts ge
arresteerd te worden naar behooren : is ' t voorz . concept
gelezen , en nadat behoorlijk was gedelibereerd , is hetzelve ,
de adviezen van Z. Exc. , van Graaf WILLEM en des Raads
van
State gehoord ,
om
geene oorzaak in ' t beginsel te
geven tot disputen , eendrachtiglijk , gelijk dat ligt , goed
gevonden , en de Griffier gelast in de Françoische spraak
te translateren ,
om bij
eenige
Gedeputeerden den voorz.
Heeren Gezanten ten fine voorz . gecommuniceerd te worden.
>> Is voorts ook goedgevonden , dat men in het volgende
2de artikel het denombrement zal brengen van de Provincien ,
steden en plaatsen met de limiten , mitsgaders van gelijke
(daar dat bekwaamst zal dienen , ) de renunciatie van den
Koning van Spanje en Aartshertogen van de wapenen en
titel van de Vereen. Provincien."
(77) Secr. Res. St. Gen. , 7 February 1608. » Zijn ter
vergadering gecompareerd Z. Exc. , Graaf WILLEM en Raad
van State , en heeft de Heer HILLEMA kortelijk verhaald
't geen dat er in de conferentie tusschen de Gedeputeerden
(1) De Gedeputeerden , thans tegenwoordig , waren slechts 94 personen .
W
B
0
AANTEEKENINGEN
77-82 .
145
van de Aartshertogen en van de Heeren Staten gisteren is
gepasseerd en voorgevallen en voorts gebesogneerd is , en
dat
ten beide zijden de procuratien geëxhibeerd en overge
1
geven zijnde , het afscheid genomen was , " dat men dezelve
zoude examineren , om te letten , of daarin iets considera
bels geremarqueerd mochte worden dat zoude behooren
geredresseerd te worden , of dat die suffisant zijn : dat tot
dien einde deze vergadering was gelegd , en Z. Exc. , Graaf
WILLEM en Raad van State alhier bescheiden , om de Heeren
Staten daarop te adviseren
verzoekende overzulks , dat
Z. Exc. , Z.
L.
en H.
Ed. de lecture
van die zouden
gelieven te hooren.
>> Hierna zijn de voorz . procuratien van den Koning van
Spanje en Aartshertogen gelezen en geëxamineerd , en de
adviezen van Z. Exc . , Graaf WILLEM en Raad van State
daarop gehoord : en na behoorlijke deliberatie is met een
drachtige stemmen verstaan en geresolveerd , dat men die
procuratien zal admitteren en aannemen , voor zoo veel als
+
dezelve zijn conform de verklaringen en beloften van H.
Hooghen , mitsgaders van de protestatien van de
Staten Generaal. Enz.
Heeren
>> Is daarna in deliberatie gelegd de continuatie van de
treves , en eenpariglijk goedgevonden , dat de Heeren Gede
puteerden tot de vredehandeling in de eerste conferentie
daarop zullen mogen handelen , om die te laten continueren
tot den laatsten Maart naastkomende. "
(78 ) JEANN. , II , 157.
(80)
JEANN . , II , 169 , 187 , 188 .
JEANN. , II , 200 , 217.
(81 )
JEANN . , II , 320.
(82)
Secr. Res. St. Gen. , 15 February 1608.
(79)
lezen het
>> Is ge
concept van de artikelen ingesteld bij de Heeren
Gedeputeerden tot de vredehandeling , dienende tot het
voorder progres van dezelve handeling , - rakende het punt
van oblivie van alle gepasseerde hostiliteiten gedurende den
oorlog , en het stuk van trafiek . En nadat daarop was
gedelibereerd en ' t zelve concept goedgevonden , is de Grif
fier gelast geworden dat den Raad van State te communi
10
III
146
AANTEEKENINGEN
ceren en
H. Ed .
aan te zeggen ,
82.
dat de Heeren Staten
verzoeken , dat zij ' t voorz . concept nog vóór den middag
willen examineren en H. M. Ed . doen aandienen , of de
zelven daarin iets bedenkelijks bevinden , daarop nader zoude
dienen
gelet ;
mitsgaders
een ander dubbel
van ' t voorz.
concept aan Z. Exc. en Graaf WILLEM ook ten einde voorz.
te communiceren.
>> De Griffier rapporteert , dat Z. Exc. en Graaf WILLEM
't voorz. concept gelezen hebbende en verstaande de rede
nen , die gemoveerd hebben om dat alzoo in te stellen "
Z. Exc. evenwel verklaard heeft , dat hij ' t voorz. concept
duister vindt , en dat men in deze zaak behoort klaar te
spreken ,
en tot dien einde te letten op de clausule van
reserve , staande in het 2de artikel van 't voorz. concept
aldus luidende : mits onderhoudende de wetten etc. alzoo
07
OF
Z. Exc. verstaat , dat men daarmede uitsluit den handel
van Oostindie , dien men hiermede meent te conserve
ren ,
omdat
de
wetten
aldaar
houden ,
dat er niemand
la
mag handelen , als Portugeezen : doch dat Z. Exc . hem ge
OV
draagt tot het goed bevinden van de Heeren Staten , in
dien H. M. Ed . dat anders verstaan : dat de Heer Graaf
D
WILLEM ' t voorz . concept wel vindt , maar alzoo Z. Exc.
ander bedenken daarin heeft , dat Z. Gen. bedunkt , dat
Sp
daarop dient nader gelet.
Za
TA
>> De Secretaris HUYGENS rapporteert , dat de Raad ' t voorz.
concept ook gevisiteerd hebbende , ' t zelve bevindt wel en
la
Te
wijsselijk ingesteld ; hebbende alleenlijk gemoveerd , of eenige
woorden daarin niet zouden beter dienen veranderd. ――― Op
20
ta
de voorz. consideratien van Z. Exc. en ' t gemoveerde van
eenige Provincien mitsgaders bij den Raad van State gede
libereerd zijnde , is ' t voorz . concept volgende ' t eenparig
goed bevinden van alle de Provincien gedresseerd en gear
resteerd (1)."
4 Maart. >> Is geproponeerd , nademaal als gisteren goed
10
(1 ) Uit het gearresteerde concept blijkt , dat men MAURITS aanmer
king heeft goedgevonden : althands de door hem afgekeurde woorden
worden er niet in gevonden.
OT
AANTEEKENINGEN
gevonden
is ,
dat
men
met
82.
147
de Commissarissen van de
Aartshertogen zal treden in conferentie op de geresolveerde
twee punten ( 1) , of de Heeren Staten verstaan , dat men
dienvolgende dezelve conferentie zal voornemen , of eerst
Z. Exc. , Graaf WILLEM en den Raad van State daarop
• hooren : en na deliberatie verstaan , dat men in achtervolg
van den voet , dien men tot nog toe hierin heeft gehouden ,
Z. Exc. , Graaf WILLEM en Raad van State deze zaak zal
communiceren en derzelver advies daarop hooren. Dezen
volgende Z. Exc . , Graaf WILLEM en Raad van State ter
vergadering gecompareerd en geproponeerd wezende , alzoo
men in eenige dagen geene bijeenkomst met de
Heeren
Commissarissen van de Aartshertogen heeft gehad en ook
ondertusschen van dezelven geene opening heeft gekregen
op
de
punten van het
laatste reces , maar dat H. Ed .
hebben gezwegen , of daarover niet geraden is , zonder
langer te verwachten , dat men wederom in conferentie
kome en met alle goede redenen en middelen op de voorz.
overlevering van alle hare punten tseffens aanhoude : doch
indien dezelven , na alle gedane devoiren , daartoe niet zou
den zijn te brengen , of men van dezer zijde zal mogen pre
senteren gelijke overlevering te doen tot vordering van de
zake , opdat den voorz . Commissarissen geene oorzaak gege
ven worde hen te beklagen van ongelijk en iniquiteit.
Is
na behoorlijke deliberatie eenpariglijk verstaan en geresol
veerd , dat de Heeren Gedeputeerden tot den vredehandel ,
zonder langer tijd te verliezen , met de Heeren Commissa
rissen in conferentie zullen treden en met alle devoiren
daartoe trachten , dat H. Ed . alle hare punten tseffens over
leveren : maar bijaldien dezelve daartoe met geene redenen
zullen zijn te verwilligen , consenteren de Heeren Staten ,
dat de voorz. Heeren Gedeputeerden zullen mogen presen
teren van harentwege gelijke overlevering van alle hare
punten te doen ."
Res. Raad v. St. , 22 Maart 1608. » De Secretaris HUY
(1 ) T. w. het punt van den handel op de Indien , en dat van de
overlevering van alle de overige stukken van onderhandeling.
10*
148
AANTEEKENINGEN
82-83.
GENS belast zijnde te spreken in ' t particulier met den
Heer NICOLAAS BERK , alsnu presiderende in de vergadering
der Heeren
gesteld
Gen.
Staten , dat den Raad mocht ter hand
worden nu tijdelijk het geschrift of memorie bij.
de Gedeputeerden der wederpartij eergisteren geëxhibeerd ,
't welk gisteren geresolveerd was te veranderen in zulke .
termen als des lands dienst en verzekerdheid vereischte , om
't zelve te mogen overzien en daarop letten en alzoo
te
beter geresolveerd te mogen komen , zoo wanneer de Heeren
Gen. Staten den Raad daarop zouden verzoeken in heure
vergadering te komen : rapporteert hem bij den voorz . Heere
BERK tot antwoord gegeven te zijn zulks niet noodig te
zullen zijn , terwijl hij wist , dat den Raad noch ook Z. Exc.
daarop heur advies niet zal gevraagd worden , alzoo toch
gisteren de resolutie was , dat ' t zelve zoude ingesteld en
gecorrigeerd worden , zoo als ' s lands dienst en verzekerd
heid vereischt."
Secr.
Res. St.
de geredresseerde
Gen. , 25 Maart 1608.
» Zijn gelezen
de
resolutie voor
concepten ,
volgende
leden Vrijdag genomen , en daarop gedelibereerd
zijn dezelve eenpariglijk alzoo goedgevonden : -
zijnde ,
zonder
noodig geacht is , dat men daarop eerst zal komen
in communicatie met Z. Exc. , Graaf WILLEM en den
Raad van State , dewijl dat bij het voorz . redres geene
dat
veranderingen in de substantie van de voorgaande concep
ten is geschied."
(83) » Punten , op dewelke Z. Exc .
» Mijn Heere Prinse MAURITS van wege
» den Huize van Z. V. Gen. Mijn Heere
>> den Prinse h. m. verzoekt dat Mijne
>> Heeren de Gen. Staten gelieven te re
» solveren en behoorlijk contentement en
» verzekering te doen , eer dat zij ein
» delijk de handeling met den vijand be
>> sluiten.
>> Eerstelijk verzoekt Z. voorz . Exc. afdoening en indem
» niteit van de groote schulden , schaden en ' t achterheid ,
>> veroorzaakt door de heirtochten en andere krijgsexpedi
AANTEEKENINGEN
83.
149
» tien , bij Z. V. Gen. h. m. tot fundament 1 van de vrijheid
>> dezer landen te wege gebracht en gedaan.
» En namelijk dat de erfgenamen van wijlen den Welgeb.
» Heere Graaf JOHAN VAN NASSAU , dien nog merkelijke
>> som resteert van penningen ten behoeve van de gemelde
>> heirtochten opgebracht en op interest gelegd , ter oorzake
» van welke Z. voorz. Exc. en andere Leden nog dagelijks
>> aangesproken worden , mogen bevredigd en betaald wor
>> den tot ontlasting van ' t Sterfhuis van Z. V. Gen.
>> Dat mede Z. voorn. Exc. en de andere Leden mogen
>> bevrijd en ontlast worden van de penningen bij Hoogged.
>> Heere Prinse zoo van wege den Heere Paltsgrave als
>> andere Graven en Heeren tot de voorn. heirtochten op
>> genomen.
>> Dat mede Z. Exc. en anderen Leden vergoeding mag
» geschieden van de schade en interest bij Z. V. Gen. in
» de voorn. tochten aan zijne eigene goederen geleden ,
>> alzoo daartoe mede alle vassellen , baggen , juwelen , tapij
>> ten en andere kostelijkheden van Z. V. Gen. Huize zijn
>> geëmployeerd geworden en nog verscheidene betalingen
>> uit Z. V. Gen. goederen gedaan ."
>> Punten ,
dewelke
Z.
voorn . Exc.
>> Mijn Heere Prinse MAURITS verzoekt
>> besproken te worden in de handeling
» met den vijand.
de Heeren Staten Generaal gelieven
dat
eerste
>> In den
>> te bevorderen en te bedingen , dat er behoorlijke revo
>> catie zal gedaan worden van de reprochen en proscrip
>> tien en bannen tegens den persoon van den Doorl. en
Oranje h. m. gepubliceerd ,
>> Hooggeb. Heere Prinse van
>> de eerste gedateerd den 15den Martii 1580 , en al het
>> gevolg van dien , met cassatie en annullatie van alle
>> sententien , decreten en alle andere acten en schriften ,
>> die tot nadeel van Z. V. Gen. zouden mogen ştrekken
>> of in eeniger maniere geduid worden ; en dat dezelve
>> mitsgaders alle schriftelijke proceduren , acten en actita
>> ten , daarvan zijnde , vernield en in de registers ge
>> royeerd zullen worden in alle Hoven en Gerechten ,
150
AANTEEKENINGEN
83 .
>> zonder dat noodig zij daartoe ander bescheid te hebben
D
>> of provisie te verwerven dan dit tegenwoordig tractaat.
>>> Item dat de Heeren Staten mede gelieven te bevorde
>> ren of te bedingen ' t gene tot redintegratie van ' t voorn.
>> Sterfhuis mag strekken :
» Namelijk dat alle steden , landen , kasteelen , heerlijkhe
>> den en goederen met de actien en andere gerechtigheden ,
>> den Huize van Nassau toekomende , geen uitgezonderd ,
>> welke bij den Koning van Spanje of de Aartshertogen
>> bij titel van confiscatie , annotatie of anderen den Huize
>> zijn afgenomen of onttrokken , volkomentlijk zullen wor
>> den gerestitueerd in zulker voege , als die bij wijlen den
>> Heere Prinse RENÉ DE CHALON zijn bezeten en in ' t jaar
» 1544 nagelaten geweest , en Mijn Heere den Prinse van
» Oranje h. m. hadden behooren gevolgd te worden :
>> Zonder dat de voorz.
goederen van den
Huize uit
>> krachte van eenige mainlevéen , giften of cessien , bij de
>> Aartshertogen gedaan , zullen worden gepossedeerd en ge
>> noten : maar dat dezelve acten van mainlevéen , giften en
>> cessien zullen worden gecasseerd en geannulleerd.
>> Item dat van gelijke mede zullen worden gecasseerd ,
>> geannulleerd en gerevoceerd alle extinctien , consolidatien
>> of incorporatien aan de domeinen , ook mede alle aliena
>> tien , oppignoratien of andere verandering of verhandeling ,
>> die men zoude mogen pretenderen gedaan te zijn.
>> En inzonderheid
mede ,
dat volkomene restitutie aan
>> Z. voorn. Exc. zal gedaan worden van de deelen in de
>> Saulune tot Salmes , de bosschen en andere partijen van
» 't Huis van Chalon , niettegenstaande ook eenige renun
» tiatien of cessien of approbatien , die de Heere PHILIPS
» WILLEM Prinse van Oranje nu jegenwoordig , of anderen
bij renversbrieven of anderszins zouden mogen gedaan of
>> gegeven hebben , onder wat clausulen , conditien en re
>>> strictien zulks geschied zoude mogen zijn.
» Item
nadien de gerechtigheid van Z. V. Gen. h. m.
>> klaar en liquide is aangaande de heerlijkheden van Cha
» teaubelin , Monet , Orgelet , Montagu , St. Julien , Aubin ,
» Rochefort en andere heerlijkheden , die in de processen
D
AANTEEKENINGEN
83 .
151
>> vervat mogen zijn , dat dezelven zonder vorder trein van
>> proces aan Z. voorz . Exc . zullen worden gerestitueerd .
>> Wijders dat de lasten en renten op alle de steden , lan
» den , heerlijkheden en goederen van den Huize staande ,
>> gedurende de confiscatie of annotatie verschenen , of bij
» den Koning van Spanje of Aartshertogen daarop gesteld ,
>> bij de Aartshertogen zullen worden afgedragen , zulks dat
>> noch de goederen noch de Leden van ' t Sterfhuis dien
>> aangaande niet zullen in recht getrokken of gemolesteerd
>> mogen worden :
ook dat het 蘩 Huis gerembourseerd zał
» worden van ' t gene bevonden zal worden betaald te zijn
>> aangaande de lasten en renten gedurende de confiscatie
>> of annotatie gevallen.
>> Dat ook Z. voorn . Exc. en anderen Leden van den
>> Huize niet zullen mogen worden geobjicieerd prescriptie
>> of eenig verloop van tijd tegens de actien , die haar com
» peteren 1 en zij geraden vinden te vervolgen ' t zij tegens
>> den Koning van Spanje of de Aartshertogen en anderen ,
» en dat haar recht en justitie zal gedaan worden bij ordi
>> naris wege zonder beletsel.
» Wordt mede begeerd , nadien de stad en heerlijkheid
» Lingen den 29sten Novembris 1578 bij de Heeren Gen.
>> Staten Z. V. Gen. h. m. in betaling is gegeven van ze
>> kere afrekening van tractementen , dezelve competerende ,
>> en mede tot voldoening van f 3000 jaarlijks bij H. Ed .
>> geaccordeerd , vereerd op den doop van Z. V. Gen. doch
» ter CATHARINA BELGICA Gravinne van Hanau etc. dat
>> Mijne Heeren de Staten gelieven te bedingen , dat de
•
>> voorschr. stad en heerlijkheid met het geschut , ' t welk
>> in de voorz. stad ten tijde van ' t overgaan is geweest ,
>> alzoo 't zelve geschut Z.
Exc. in ' t particulier is toe
» komende , mitsgaders alle
appendentien en dependentien
» van de voorz. heerlijkheid weder aan Z. voorz. Exc. ge
>> restitueerd en ingeruimd zal worden , inzonderheid mede
>> ten opziene van de groote onkosten der fortificatie bij
» Z. voorn. Exc. daaraan gedaan.
>> Voorts nadien mede blijkt , dat Z. V. Gen. h . m. ten
>> tijde van de regering van den Hertog van Anjou als
152
AANTEEKENINGEN
83.
>> Heer van den Lande zoo bij Z. Altesse zelfs als bij de
» Staten van Braband en Leden van Vlaanderen , de Graaf
>> schap van Alst ,
de Abdij Affeigem , item van Wijnoks
» bergen , item de Abdij van Duinen met de Proostdij van
» Eversem ,
item het Graafschap en Abdij
van Moesene ,
>> mitsgaders van Wastene en Vormeseele , item van de Abdij
» van Rijmeren , Geertsbergen etc. , Adaans en Eversem , in
» regard van de langdurige voornoemde diensten en perike
>> len gegeven en gecedeerd zijn , worden de Heeren Staten
» mede verzocht in de handeling te willen bedingen , dat
» de voorz. Graafschap van
• Alst aan Z. voorz . Exc. gere
>> stitueerd zal worden : en zoo verre bij den vijand zwa
>> righeid gemaakt wordt om de voorz . geestelijke goederen
>> te restitueren , zal den Heeren Staten gelieven te stipule
>> ren , dat het Huis vergoeding zal gedaan worden naar
» de waarde van dezelve geestelijke goederen.
>> Dat voorts alle giften en renten en anderen hij de
>> Heeren Staten Generaal of van eenige particuliere Pro
>> vincien onder de gehoorzaamheid van de Aartshertogen
gelegen , of eenige Leden en Staten van dien zijn gedaan
>> aan , de dochters van Z. V. Gen. , zullen haar volkomen
>> effect sorteren en betaald en voldaan worden zonder eenige
>> contradictie.
>> En nadien H. Ed. mede bekend is de gelegenheid van
» de giften van het Marquisaat van Bergen op den Zoom,
>> en dat daarenboven bij Z. voorz . Exc. veel penningen
>> verschoten zijn tot de fortificatie van Willemstad , als bij
>> deugdelijke rekening zal blijken , worden H. Ed . mede
>> verzocht deze zaak zulks te handelen , dat Z. Exc. recht
>> niet worde voorbijgegaan.
>> Item nadien de Aartshertogen boven hope , niettegen
» staande de beloofde en bewilligde neutraliteit nog twee
» forten houden in de Graafschap Meurs op den bodem1
» van het Rijk tot groote schade en ruine van Z. voorschr.
>> Exc. domeinen en onderzaten en groote interest publiek ,
>> wordt begeerd ,
>> mede
dat
H.
Ed .
in de handeling believen
te bespreken , dat de schansen gedemolieerd en
>> de Graafschap Meurs in volle vrijheid mag gesteld wor
AANTEEKENINGEN
83-84.
153
» den , als , andere landen en luiden onder het Rijk gele
>> gen of gezeten . "
(84) Res. St. Gen. , 18 April 1608. » Zijn gelezen de
punten , op dewelke Z. Exc. van wege den Huize van
Z. Pr. Exc.
h. m. van Oranje verzoekt , dat de Heeren
Staten zouden gelieven te resolveren en behoorlijk conten
tement en verzekering te doen , aleer dat zij eindelijk de
handeling met den vijand besluiten.
>> Item de punten , die Z. Exc. Graaf MAURITS verzoekt be
sproken te worden in de handeling met den vijand . En is
daarop in ' t lange gecommuniceerd en geadviseerd , maar niet
eindelijk geresolveerd : dan zijn eenpariglijk bij alle de Pro
vincien geroemd de groote weldaden en beneficien , die deze
landen met de hulp van God almachtig ontvangen en genoten
hebben door het beleid , de courage , magnanimiteit en con
stantie van Z. Exc . den Prins van Oranje h. m. en bij
toedoen van deszelfs Z. Exc. bloedverwanten en vrienden ,
die ook daarvoor haar bloed gestort hebben : bekennende ,
dat dezelve t' samentlijke Provincien daarvoor ten aller- .
hoogste gehouden zijn zulke weldaden met alle behoorlijke
dankbaarheid te erkennen , voor , zoo veel als de staat van
't land dat eenigzins kan gelijden , gelijk insgelijks de dien
Z.
Exc.
Graaf
MAURITS
dezen landen
gedaan
sten ,
die
heeft
en is overzulks goedgevonden , aldewijl hier te vo
ren van wege eenige Provincien gehandeld is op de ver
goeding van de kosten , bij Z. Exc . h. m. gedaan , om
te wege te brengen zijne gedane heirtochten , dat dezelve
Provincien opening zullen doen , wat zij daartoe beloofd
en betaald hebben , en dat men serieuselijk zal vermanen
haar restant daarvan te willen voldoen ,
gebrekelijk zijn : zijnde
die daarin alsnog
voorts goedgevonden , dat men op
morgen de voorschr . punten zal resumeren en daarop letten
en resolveren , gelijk voor den meesten dienst en welstand
van den lande ten meesten contentemente van Z. Exc. zal
bevonden worden te behooren. "
19 April. » Is anderwerf gedelibereerd op de punten
overgegeven bij Z. Exc.; en goedgevonden , dat de Gede
puteerden tot de vredehandeling dezelve . zullen resumeren
154
AANTEEKENINGEN
en die instellen in
84-85.
conformité van de
adviezen ,
bij de
Gedeputeerden van de Provincien in deze en de voor
gaande deliberatie daarop verklaard , en zulks als hun zal
bedunken , dat men dezelve den Heeren Commissarissen van
de Aartshertogen zal mogen voordragen , om het beste effect
daarvan te verkrijgen , om daarna dezelven alhier ter ver
gadering geëxamineerd en voorts daarop geresolveerd te
worden naar behooren."
Secr. Res. St. Gen. , 9 Juny 1608. » Z. Exc. heeft schrif
telijk overgegeven zekere memorie van zwarigheden , die de
zelve van wege het Huis van Nassau bevindt in het artikel
nopende de wisseling der plaatsen ,
ten einde de
Heeren
Staten zouden gelieven daarop zulks te letten , dat het Huis
van Nassau aangaande de punten van ' t voorz. geschrift
niet worde geprejudicieerd .
Is na lecture van ' t voorz. ge
schrift verstaan , dat men ' t zelve pertinentelijk zal exami–
neren en vorderen naar behooren."
(85) Secr. Res . St. Gen. , 16 Mei 1608 (1). >> Is ge
proponeerd de prolongatie van de treves , die den lesten
dezes zullen komen te expireren : en bij den meerendeel
van de Provincien verstaan , dat men in de naaste confe
rentie met de Heeren Commissarissen van de Aartshertogen ,
dezelven daarop zal sonderen en ondertusschen daarop ook
communiceren met de Heeren Gezanten van de Koningen
en Duitsche Vorsten en
H. Ed . voorhouden den voorslag
en adviezen , die daarop verklaard zijn , te weten , dat
eenigen verstaan , dat men de treves behoort te continueren
tot het einde dezes jaars , en anderen alleen twee maanden ,
met de redenen , die ten beide zijden daartoe zijn geal
legeerd."
1
Post prand (2). >> Is geresumeerd de deliberatie voor
den middag gevallen op de prolongatie van de treves ; en
goedgevonden , dat de Heeren Gedeputeerden tot den vrede
handel hierop zullen communiceren met de aanwezende
Heeren Gezanten en H. Ed . voorhouden de adviezen , die
(1) Present waren Z. Exc. , Graaf WILLEM en de Raad van State.
(2) Ter presentie als voren.
AANTEEKENINGEN
85.
155
daarop worden verklaard met de redenen en consideratien ,
die daartoe worden voortgebracht en gededuceerd tot de
lange en korte continuatie , om derzelver Heeren Gezanten
advies daarop te verstaan en daarna in de eerste conferentie
met de Commissarissen van de Aartshertogen gesondeerd te
worden , waartoe dat dezelven zullen zijn genegen , om , het
rapport daarvan gehoord , daarop geresolveerd te worden
""
naar behooren .'
20 Mei. >> De Heeren Gedeputeerden tot den vredehan
del rapporteren , dat de Heeren Gezanten des Konings van
Frankrijk, van Groot-Britannie , van Denemarken en van
de Duitsche Vorsten , gedelibereerd hebbende op de diver
siteit van de opinien , die tusschen de Provincien gevallen
is op de continuatie van de treves tot den lesten December
naastkomende ,
verklaard hebben ,
dat H.
Ed . hen in de
de impor
diversiteit niet verwonderen ,
tantie en gewichtigheid van de zaak , en omdat altijd ver
staan is geweest , dat van de vredehandeling ten eenen of
ten anderen een kort einde behoorde gemaakt te worden ,
voorz .
overmits
overmits dat er niet schadelijker was voor den staat van
den lande als het dilayeren en het protraheren van dezelve ,
en dat H. Ed . bewegende de consideratien en de redenen ,
hun voorgehouden , waarop dat voorgeslagen wordt de voorz.
continuatie van de treves tot het einde van het loopende
jaar , hun daarmede wel begeeren te conformeren , onder
twee conditien , te weten , eerst dat men na het besluit
van de voorz . treves de Commissarissen van de Aartsher
togen zal aanzeggen en doen verstaan , dat de resolutie van
de Heeren Staten is van de vredehandeling ten eenen of
ten anderen binnen een maand , zes weken of twee maan
den een besluit te maken van vrede of tot breken : en voor
de tweede conditie , dat de Heeren Staten gedurende de
treves geen krijgsvolk zullen afdanken , immers niet binnen
Daarop dat
de voorz. twee maanden van de handeling.
H. Ed. geantwoord hebben , voor zoo veel de eerste con
ditie aangaat , dat zij dezelve goedvinden : vertoonende op
de tweede conditie den jegenwoordigen bezwaarlijken staat
van den lande , om zoo veel krijgsvolk met hare eigene
156
AANTEEKENINGEN
85-91 .
middelen te onderhouden , en de perikelen , die stonden te
gerijzen , bij zoo ver als door kwade betaling het krijgs
volk geraakte te vallen in mutinatie en verloop ; doch dat
men niet laten zal , voor ZOO veel de twee maanden
aangaat , hem te evertueren , naar dat het vermogen van
't land eenigzins zal kunnen gestrekken , op hope dat
H. Majen , Keur- en Vorst. Doorlen de Heeren Staten ook
daartoe zullen assisteren. Hierop gedelibereerd zijnde ,
is met gemeen advies en eenpariglijk verstaan , dat de
Heeren rapporteurs na den middag met de Heeren Com
missarissen van de Aartshertogen op de voorz. en an
dere geresolveerde punten zullen treden in conferentie , con
formerende hierin de Heeren Staten met de antwoord van
de voorz . Heeren Gedeputeerden op de voorz . twee voor
gestelde conditien van de Heeren Gezanten."
JEANN. , II. 334-349.
(86) JEANN. , II. 355-362.
(87)
JEANN. , II. 232.
(88)
Zie bov. bl .
29.
JEANN. , II. 398 , 402 , 410.
(90) VAN METER. , f. 570.
(89)
(91)
Secr.
Res.
St.
Gen. ,
21. Augustus 1608.
» De
Heeren Gedeputeerden tot den vredehandel rapporteren ter
presentie van Z. Exc. en des Raads van State , dat zij
volgende de resolutie van de Heeren Staten Generaal met
gemeen advies genomen , gisteren zijn geweest in conferentie
met de Heeren Commissarissen van de Aartshertogen , en
vooreerst
verhaald
hebben de
voorgaande delayen , die in
deze handeling waren gevallen met de verklaring , die van
wege H. M. Ed. hen was expresselijk gedaan in ' t accor
deren van de leste treves voor dit geheele jaar , van dat
dezelven geresolveerd waren van de handeling een eind te
maken binnen den tijd van twee maanden , die geëxpireerd
zijn den lesten July 11. , daarna dat nog zoo vele dagen
waren gepasseerd , zonder iets te vernemen van het afscheid
en wederkomst van den Pater Commissaris : waarover dat
H.
M. Ed. niet twijfelden , of de Heeren Commissarissen
hadden op alles
last
ontvangen ,
denwelken
zij
verzocht
AANTEEKENINGEN
91 .
157
hebben dat H. Ed. hun zouden gelieven te openen. Daarop
1
H. Ed . promptelijk verklaard hebben , dat zij even zoo
grooten mishagen hadden in de longeurs als de Heeren
Staten , en met meer redenen als H. M. Ed . omdat zij zoo
ver van huis en van hare commoditeiten waren ; dat zij
geene zekerheid van de komst van den Pater Commissaris ,
maar wel last ontvangen hadden , daarbij men zoude ver•
staan , dat de geruchten , die er geloopen hebben , van dat
de Koning van Spanje de souverainiteit van deze landen
niet zoude overgeven noch quiteren , onwaarachtig zijn ,
overmits zij ter contrarie gelast zijn dezelve souveraineté
den Heeren Staten volkomelijk vrij en vrank te laten , het
welk zulk een parel en kostelijk juweel is , dat nooit Prins
vóór hem van gelijke gequiteerd heeft ; daarvoor dat Z. Maj .
goud noch zilver , noch steden of eenige andere zaken van
waarde begeerde , als alleen ' t geen dat hij schuldig was tot
genoegdoening en gerustheid van zijne conscientie tot God ,
te weten , het retablissement in deze landen van de Catho
lieke Apostolieke Roomsche religie ; hetwelk men hem met
geene redenen behoort te weigeren : en wat belangt de Oost
indische vaart , nademaal dat deze landen daartoe geene ge
rechtigheid hadden ,
en dat ook geen ander Prins daartoe
pretendeert , dat Z. Maj . verstond , dat deze landen daarvan
zullen behooren te desisteren. Dat deze verklaring gedaan
zijnde , zij
Heeren
rapporteurs met
den anderen hebben
gesproken , en gedelibereerd , of zij iets meer daarop zouden
zeggen of dat daarbij laten , en dat goedgevonden is dat
daarbij te laten , maar te verklaren , dat zij meenden , dat
zij ook niet waren gelast de andere differentiale punten
nader te accommoderen. Daarop de Heeren Commissarissen
zeiden , dat zij verstonden , dat zij hen in alle redelijkheid
op de voorz . punten hadden verklaard en geaccordeerd ,
zulks dat zij hen daarin voorder niet zouden kunnen accom
moderen. Dat zij Heeren rapporteurs daarop wederom met
den anderen hebben gesproken en gedelibereerd , of zij den
Heeren Commissarissen hare voorz. verklaring schriftelijk
zouden afvorderen of niet , maar beter gevonden , dat men
dat alzoo zoude laten , en alleenlijk verklaren , dat men hare
158
AANTEEKENINGEN
91 .
gedane opening geloofde en aan de Heeren Staten daarvan
rapport zoude doen om hen te seconderen tot eene korte
besogne: daarop de Heeren Commissarissen zijn gescheiden
met eene goede contenantie.
» Op ' t voorz. rapport gedelibereerd zijnde , is eenpariglijk
in conformité van ' t advies van Z. Exc. , van Graaf WILLEM en
des Raads van State verstaan , dat het voorstel of geproponeerde
van de Heeren Commissarissen van de Aartshertogen directe
lijk is strijdende tegen de souveraineté en vrijdom van den
lande , daarover dat men occasie heeft dezelve wel te be
jegenen : maar alvoren daarop eindelijk te resolveren , is
goedgevonden ,
dat de Heeren
rapporteurs het voorz . ge
proponeerde aan de Heeren Gezanten van de Koningen van
Frankrijk en Groot-Britannie , mitsgaders aan de Keur- en
Vorsten zullen communiceren ." Enz.
22 Augustus.
» De Heeren Gedeputeerden tot de vrede
handeling hebben ter presentie van Z. Exc . , van Graaf
WILLEM en des Raads van State gerapporteerd het advies
van de Heeren Gezanten des Konings van Frankrijk , van
Groot-Britannie en van de Keur- en Vorsten des Rijks ,
elk apart , op de verklaring en propositie van de Heeren
Commissarissen van de Aartshertogen , gedaan in de leste
conferentie met dezelven gehouden den 21sten dezes (1 ) . Op
't voorz. rapport gedelibereerd zijnde , is met gemeen ad
vies (2) van Graaf WILLEM en des Raads van State alsnog
eenpariglijk verstaan , dat het voorstel van de Heeren Com
missarissen van de Aartshertogen directelijk is strijdende
tegen de souveraineté en vrijdom van den lande : en over
zulks geresolveerd , nademaal dezelve Heeren Commissarissen
dat men
dienniettegenstaande evenwel daarbij persisteren , de voordere besogne op den vredehandel zal afsnijden en
deze resolutie schriftelijk instellen in conformité van de ad
(1) In Res. Raad v. St., 22 Aug., leest men , dat het advies der Ge
zanten was genoeg conformelijk dat de Roomsche religie niet behoorde
ingeruimd te worden : doch dat de Ambassadeur van Frankrijk , de
President DE JEANNIN , had geadviseerd eenigzins gunstelijk voor de
Roomsche religie.
(2) Hier is denkelijk vergeten , van Z. Exc.
AANTEEKENINGEN
91 .
159
viezen en opinien daarin verklaard , vermeldende het gepas
seerde in deze zaken en stellende de voorz. Heeren Com
missarissen in haar ongelijk , om daarna hetzelve concept in
de vergadering geresumeerd en den Heeren aanwezenden
Ambassadeurs van de Koningen mitsgaders van de Keur- en
Vorsten gecommuniceerd , en aan dezelven verklaard te wor
den , dat ' t zelve is de resolutie van de Heeren Staten , en
die voorts met alle behoorlijk respect alzoo te excuseren en
justificeren , dat de Hoogst- en Hooggem. Koningen , Keur
en Vorsten en de Heeren Gezanten mogen hebben contente
ment en dezelve ten beste verstaan en aannemen voor den
dienst , welstand en verzekerdheid van den
lande." Enz.
23 Augustus.
staat van den
» Is ter presentie van Z. Exc. , van Graaf
WILLEM en des Raads van State gelezen het concept van de
antwoord , ingesteld , volgende de resolutie gisteren genomen ,
bij de Heeren Gedeputeerden tot den vredehandel : ―― en
met eenheilige overeenstemming van de t'samentlijke Pro
vincien , mitsgaders van Z. Exc . , Graaf WILLEM en des
Raads van State gearresteerd ." Enz.
26 Augustus. » De Heeren Gedeputeerden tot den vre
dehandel ter presentie van Z. Exc . , van Graaf WILLEM en
des Raads van State rapporteren , dat zij in de conferentie
van gisteren , met de Heeren Commissarissen van den vijand
gehouden , denzelven Heeren Commissarissen eerst mondeling
⚫ hebben voorgehouden het inhouden van de resolutie op haar
afscheid genomen , en daarna schriftelijk geleverd in de
Duitsche en Françoische sprake : dat dezelve daarna van
woord tot woord gelezen zijnde , de Heeren Commissaris
sen verklaard hebben , dat zij hen daarop begeerden te
bedenken , om in de naaste conferentie hare meening te
verklaren : daarop bij hen , Heeren rapporteurs , gezegd
werd , dat H. Ed. wisten , dat zij met hen hadden ge
besogneerd als Gedeputeerden in alle de conferentien , maar
dat bij de voorz. resolutie de Heeren Staten Generaal zelven
spreken , wezende dezelve resolutie behoorlijk geparapheerd en
geteekend , alzoo dat haar last uit was : daartegen de Heeren
Commissarissen zeiden,
dat H. M. Ed. tijd hadden gehad
160
AANTEEKENINGEN
91-95..
om deze resolutie te formeren , dat zij ook tijd moesten
hebben om daarop te bedenken.
Hierop gedelibereerd
zijnde en verklarende die van Holland , dat zij nog niet
waren geresolveerd , is goedgevonden , dat men zal inzien
tot morgen , of de Heeren Commissarissen daarentusschen
iets zullen verzoeken :
ingeval ja ,
zal alsdan gedelibereerd
worden , of men dezelven alhier ter vergadering of voor
En aldewijl
eenigen , daartoe te deputeren , zal hooren.
de zaken staan in apparentie van rupture , zijn de t' sament
lijke Provincien serieuselijk vermaand te willen letten op
de conservatie van den staat van den lande , en vooreerst
tot dien einde
eene goede resolutie nemen op de betaling
van het ongerepartieerde krijgsvolk : daartoe de Gedepu
teerden van de Provincien verklaard hebben haar devoir te
zullen doen ."
(92)
Zie bov. bl . 13 , 17 , 20.
(93)
Dit voorstel is te lezen bij JEANN. , II , 412.
(94) JEANN. , II , 318 , 424 , 427.
(95) V. METER. , f. 571b.
Res. Raad v. St. , 28 Augustus 1608. >>> Geresumeerd
de propositie bij de Heeren Ambassadeurs der Koningen ,
Keur- en Vorsten eerst bij monde en daarna schriftelijk
in
de vergadering der Heeren Gen. Staten gedaan , ten
einde , (terwijl toch de vrede niet heeft kunnen getroffen
worden , ) de Heeren Gen. Staten wilden aannemen eene
treves van vele jaren op zulke conditien , als bij dezelve Heeren • Ambassadeurs worden gespecificeerd : en gedelibe
reerd , wat advies (des gevraagd zijnde , ) bij den Raad aan
de Heeren Gen. Staten daarop zal mogen gegeven worden ,
is goedgevonden en geresolveerd , dat bij
H. M. Ed .
den
voorz. Heeren Ambassadeurs zal mogen ter antwoord ge
geven worden , dat , nademaal denzelven Heeren Ambassa—
deurs genoeg bekend is , hoe vermetelijk en onbeschaamde
lijk
van
wege
den vijand
gedisputeerd
en _expresselijk
gepretendeerd is worden op de principale hoofdpunten of
conditien , die van dezer zijde waren zoo solemnelijk bespro
ken en uitbezonderd , aleer men in handeling had willen
komen ,
namelijk
de
pure en volkomene
souverainiteit ,
AANTEEKENINGEN
daaronder notoirlijk begrepen is
95.
de religie
161
en
de
vrije
navigatie alom , dat daarom onze Staat niet mag lijden op
dezelve treves wederom in nieuwe handeling te treden ; of
de Gedeputeerden der wederpartij hier langer onnoodelijk
te laten verwachten , ten zij dezelve Gedeputeerden der
wederpartij alvorens
te
duidelijk
verklaren volkomelijk gelast
zijn dezelve principale hoofdpunten ook alsnog in 't ge
heel te laten en ' t zelve ook dadelijk onder heure signatu
ren te confirmeren : alles onder correctie van H. M. Ed."
Secr. Res. St. Gen. , 30 Augustus 1608. » Is ter pre
sentie van Z. Exc. , van Graaf WILLEM en des Raads van
State gedelibereerd op de propositie bij de Heeren Ambas
sadeurs - gedaan : - en op alles met behoorlijk respect
en consideratien gelet zijnde , met derzelver Z. Exc. , Gen.
en des Raads van State advies goedgevonden , alvoren op
de voorz. propositie ten principale finalijk te resolveren ,
dat men bij Gedeputeerden met de welgem. Heeren Gezan
ten zal komen in communicatie , die H. Ed . vooreerst zullen
onderrichten en vertoonen , hoe grootelijks dat de Heeren Sta
ten Generaal H. Majen en Keurvorst. Hooghen en Vorst. Excen
defereren , ook de personen zelfs van de Heeren Gezanten
en hare adviezen , en daarna van H. Ed. verzoeken klaarlijk
en rondelijk te weten , of H. Ed . meening niet is in de
voorgestelde conditien van de geproponeerde treves voor
lange jaren , dat de Koning van Spanje en Aartshertogen
de Vereen. Provincien zullen quiteren en laten de pure en
volkomene souveraineté van den lande , zonder daarop iets
te pretenderen en het punt van de religie te querelleren
of disputeren mitsgaders de vrije navigatie op Indien en
alom : - ingevalle ja , zullen H. Ed. verder verzoeken te
willen van de Heeren Commissarissen van de Aartshertogen
verstaan , of dezelve ook volkomelijk gelast zijn de voorz.
hoofdpunten en conditien bij de treves alzoo in ' t geheel
den Heeren Staten te accorderen en te laten. - Behalven
dat die van Zeeland verklaard hebben , dat zij haar niet
vinden gelast tot eenige handeling van treves , en overzulks
gedifficulteerd hebben hierin te adviseren , niettegenstaande
dat H. Ed . te meer reizen zijn verzocht haarl. dezenaan
III
11
162
AANTEEKENINGEN
gaande met de
ren." Enz.
andere
Provincien
95-99.
te
willen
conforme
1 September. » De Heeren Gedeputeerden tot den vre
dehandel hebben gerapporteerd , dat H. Ed . de resolutie
van den 30sten Augustus van de Heeren Staten den Heeren
aanwezenden Gezanten hebben geopend , maar is goed
gevonden voor
alsnog op te houden te rapporteren haar
wedervaren , overmits eenige heftigheden , die bij den Heer
JEANNIN in de communicatie gebruikt zijn ( 1).”
(96 ) JEANN. , II , 433.
(97) JEANN. , II , 457.
(98 )
JEANN. , II , 459.
(99) JEANN. , II , 457-466 . Van Meter. , f. 571d.
Secr. Res. St. Gen. , 10 September 1608. >> Is ter pre
sentie van Z. Exc. , van Graaf WILLEM en des Raads van
State gedelibereerd op de antwoord en verklaring van de
Commissarissen van de Aartshertogen : hebbende Z. Exc. ,
Z. Gen. en Raad daarop verklaard voor advies , nademaal
dat bij de voorz . verklaring en proceduren van de voorz.
Commissarissen bevonden wordt , dat dezelven hoe lang zoo
meer achterwaarts
gaan
en
niet
zoeken
tijdwinning , hetwelk altijd geoordeeld is geweest te strek
ken tot prejudicie van den staat van den lande , en den
vijand tot voordeel , dat men alle voordere besogne met
dezelve Heeren Commissarissen behoort af te snijden en
dezelven te laten vertrekken , de zaken voorts open latende ,
of zij beter resolutie uit Spanje mochten krijgen op de
conditien H. Ed . voorgesteld ; en tot dien einde concipieren
en in te stellen de resolutie daartoe dienende , om dezelve
de Heeren aanwezende Gezanten gecommuniceerd en
aangezegd te worden , ten einde H. Ed. gelieve zulks goed
te vinden en dezelve ten beste af te nemen . Maar is
daarop niet eindelijk kunnen geresolveerd worden door de
verscheidenheid van de adviezen van de Provincien , die
daarop verklaard zijn : dan is de voordere deliberatie de
zenaangaande uitgesteld tot morgen voor den middag : heb
(1) Vgl. JEANNIN , II , 451.
0
als longeurs en
0
a
0
AANTEEKENINGEN
bende
die
van den Raad
99.
163
van State de Provincien zeer
serieuselijk vermaand , gelijk ook de Provincien malkanderen
hebben gedaan , nademaal de zaken meer schijnen te incli
neren tot den 4 oorlog als tot den vrede , dat men zoude
letten op de conservatie van den staat van den lande en
tot dien einde voornemen en resolveren op den brief van
den 12den Aprilis
schreven (1)."
in
' t jaar 1607 aan de Provincien ge
11 September post prand. » Volgende de resolutie voor
den middag genomen (2), zijn de Heeren Gezanten van de
Koningen , Keur- en Vorsten ter vergadering gecompareerd ,
en is H. Ed . ter presentie van Z. Exc . en van Graaf
WILLEM ( 3) het geresolveerde voor den middag met een
ordentlijk lang verhaal van de gepasseerde zaken in de
vredehandeling voorgehouden , en zijn H. Ed . daarna ver
zocht den Heeren Staten daarop met te deelen haren goe
den raad en advies ."
» De voorz . Heeren Gezanten zijn hierna vertrokken , en
wedergekeerd zijnde , hebben verklaard , dat H. Ed . hadden
geëxamineerd en wel bewogen ' t geen haar was voorge
dragen , en geconsidereerd , gelijk zij ook moesten beken
nen , dat de Heeren Staten groote redenen hadden in
achterdenken te nemen en suspect te houden de proceduren
des Konings van Spanje en Aartshertogen ; dat die niet
corresponderen met hare offres en presentatien en de voor
gaande verklaring van de Aartshertogen , hebbende deze
(1) Vgl. bov. bl. 112.
(2) Deze resolutie was genomen in afwezigheid van Z. Exc. , Graaf
WILLEM en Raad van State . Om de adviezen der Provincien ten
beste voor den dienst van den lande te accommoderen en vereeni
gen , kwam zij daarop neder , dat men het advies der Gezanten zou
innemen.
(3) De Raad van State schijnt niet tegenwoordig geweest te zijn .
In deszelfs Res. 11 September namiddag vinden wij slechts aange
teekend : » De Secretaris HUYGENS is bij een ongeluk overvallen ,
zulks dat hij , aan zijne beenen en voeten zeer geslagen zijnde door
het stooten van eenen balk , daarover eenige weken het bed en
zijn huis heeft moeten houden."
11*
164
AANTEEKENINGEN
99 .
handeling getraineerd den tijd van acht maanden , en voor
namelijk met de laatste verklaring van
de Heeren Com
missarissen : maar dat evenwel H. Ed . niet mochten laten ,
als alhier bij hare Koningen en Prinsen gezonden , om de
Heeren Staten Generaal met haren goeden raad voor den
meesten dienst van den lande te assisteren , H. M. Ed .
alsnog te raden en te bidden , den Heeren Commissarissen
te gunnen het delai , dat dezelven verzocht hebben van
19 of 20 dagen , hetwelk klein is ten respecte van den
tijd van de voorgaande handeling , en tot dien einde te
willen bedenken , dat het breken van deze handeling im
porteert niet een oorlog van eenen kleinen tijd , maar voor
ons , onzer kinderen en kinderkinderen leven : daarover
H. Ed.
bij haren voorgaanden gegevenen raad en advies
persisteerden , en verklaarden expresselijk , bij zoo ver als
de Heeren Staten andere resolutie nemen , dat hare Konin
gen en Prinsen daarin groot misgenoegen zullen hebben en
hen houden geoffenseerd , en dat de Koning van Frankrijk
de weigering zal houden voor een mepris. Hiertegen heeft
Z. Exc. verscheidene difficulteiten en zwarigheden gealle
geerd , daaruit hij infereerde , dat deze zaak zal geraken
te veroorzaken eene combustie onder de Provincien , ver
klarende , dat hij was een dienaar van H. Majen en Hooghen,
maar dat hem toekomt te letten op de conservatie en
verzekerdheid van den staat van 't land , daarvoor zijn
Heer Vader zijn leven heeft gelaten en hij voor zijnen
persoon zoo veel gedaan ; vermanende de Provincien hierop
ook te willen letten , alzoo deze zaak en het perikel
eenen iegelijk zoo wel en na raakt als hem zelven ,
daarover hij hem zelven
niet
verstond te verliezen .
En
nadat nog tusschen den Heer President JEANNIN en Z. Exc . ´
eenige woorden en redenen waren gevallen ,
zijn de
voorz . Heeren Gezanten
bedankt. "
voor
13 September post prand.
hare comparitie
en advies
>> Is in deliberatie gelegd , of
men de resolutie voor den middag genomen op het advies
Is daarin
van de Heeren Gezanten - zal overleveren .
geaccordeerd , behalven dat de Gedeputeerden van de Pro
AANTEEKENINGEN
165
99-102.
vincien van Gelderland (1) , Utrecht , Vriesland , Overijssel ,
Stad Groningen en Ommelanden verklaard hebben , dat zij
in ' t verzoek van delai accorderen , in voege bij de Heeren
Ambassadeurs geraden en verzocht , en dat de souverai
niteit en religie gehouden zullen worden buiten dispute ,
en de principale handeling blijven ongeprejudicieerd , en te
mogen lijden , dat dienvolgende het antwoord worde over
geleverd. En die van Zeeland hebben alsnog bij hare ver
klaring van voor den middag gepersisteerd , te weten , dat
zij niet zijn gelast om de Heeren Commissarissen van de
Aartshertogen langer alhier te laten blijven , noch tot
eenige handeling van treves.
>> De Gedeputeerden van de Provincien , vertrekkende om
te doen rapport aan hare principalen van het gebesogneerde
en geresolveerde op de geproponeerde treves sedert de
resolutie genomen op de rupture van de vredehandeling ,
verklaren , dat zij niet verstaan , dat men gedurende haarl.
absentie in de voorz. zaak met den aankleve van dien iets
zal resolveren , dat tot prejudicie van haarl.
principalen zoude geraken of mogen strekken.
respectieve
>> Is voorts verstaan en goedgevonden , dat de Gedepu
teerden van de Provincien , naar hare principalen vertrek
kende , alhier behoorlijk gelast wedergekeerd zullen moeten
zijn van Maandag naastkomende in 14 dagen ,
zaken geen langer uitstel kunnen lijden."
JEANN . , II , 479 .
(101 ) JEANN. , II , 480-482,
(102) WAG. , IX , 367-370.
dewijl de
(100 )
Wag. ,
9
St. ,
bl.
102.
66 , 74 , II , 475 , 498.
VAN
WYN,
BILD . , VII , 215.
Bijv.
op
JEANN. , I ,
Uit deze beide laatst aangevoerde
plaatsen van JEANNIN blijkt , dat de gift , door OLDENBAR
NEVELD aangenomen , eene marchandise was , ten einde hem
aan den Koning te verplichten . In zijn verhoor op den
27sten November 1618 , art. 215 , verklaarde OLDENBARNE
VELD , dat de Koning hem reeds in 1598 eene vereering
beloofd had wegens alstoen bij gelegenheid van zijn ge
(1) Hier is denkelijk Holland vergeten.
1
166
AANTEEKENINGEN
102-104.
zantschap in Frankrijk aan den Koning gedane diensten ,
en dat hem daartoe in 1608 van wege den Koning onder
anderen eene gift in geld gedaan was door den President
JEANNIN , die hem serieuselijk vermaande bij order van den
Koning , dat hetzelve secreet mochte gehouden worden.
Voorts
had hij geene giften of gaven ontvangen , in ' t bijzonder
niet van den Keurvorst van Keulen en den Graaf van
Arenberg , gelijk hij den volgenden dag verklaarde ; art.
218-221 . Nochtans is ' t hem bij zijn vonnis te laste ge
legd , dat hij , tegen zijn eed en instructie , van eenige
uitheemsche Potentaten , Heeren en Collegien diverse groote
sommen van penningen en presenten heeft ontvangen , zon
der aan iemand , daar ' t behoort , daarvan kennis te doen.
Toen na het sluiten van het bestand de Aartshertogen aan
JEANNIN een aanzienlijk geschenk lieten aanbieden , weigerde
hij hetzelve aan te nemen zonder voorkennis en goedkeuring
van zijn Hof , waaraan hij schreef: » Je veux toujours
préférer le devoir au profit , qui ne m'a jamais tenté et
que je peux dire véritablement avoir plutôt méprisé que
recherché. Aussi est- il trop tard pour me changer , encore
que je sache bien , que par les moeurs de notre temps on
doive tenir pour niaiserie et simplicité rustique plutôt que
vraie vertu cette façon de vivre."
JEANN. , IV , 109.
(103) Na het sluiten van het bestand heeft MAURITS een
aangeboden pensioen van 30000 kroonen geweigerd. Prins
HENDRIK maakte mindere zwarigheid .
JEANN. , I , 74.
NY
HOFF , Bijdr. , III , 95.
(104) Men leest dezen brief zeer gebrekkig bij VAN
METER. , f. 572 : volgens een gelijktijdig afschrift , te vinden
in de Leidsche Bibliotheek , luidt dezelve , als volgt :
>> Eerzame , Wijze en Discrete , Lieve , Bijzondere ! Al
» zoo men tegenwoordelijk in handeling staat over hetgeen ,
>> daaraan het gantsche wel- of kwalijkvaren
>>
>>
>>
»
der Vereen .
Provincien voor altijd is dependerende , zoo hebben wij
geacht onzes ambts te wezen de Heeren Edelen en Ste
den van deze Provincie wel te informeren van ons ge
voelen zoo over de voorz . handeling , als mede hoe
» dezelve ten meesten dienste en verzekerdheid der landen
104.
AANTEEKENINGEN
>> voortaan beleid behoort te worden :
ten einde
167
U. Ed .
>> daarover delibererende ook de volgende redenen van ons
>> gevoelen ernstelijk examineren en t' haren meesten oorbaar
» (daartoe wij ze alleen gemeend hebben) gebruiken mogen.
» ' t Is U. Ed . bewust , dat de vijand volgens zijne oude
>> bedrieglijke manier in den aanvang voorgesteld heeft zeer
>> specieuse conditien , om de Heeren Staten daardoor maar
>> aan ' t handelen te brengen ,
te weten , dat zoo wel bij
» tractaat van peis als lange treves van 15 of 20 jaren
» deze landen niet alleen bij de Aartshertogen , maar ook
» bij den Koning van Spanje gehouden zouden worden
>> voor eenen vrijen Staat , daarop dezelven niet preten
» deerden , en dat men behouden zoude ' t gene men heeft.
» Dan bij de handeling van vrede heeft men niet anders
>> als het gewoonlijke en nu zoo dikmaals ervaren bedrog ,
>> en niet minder als het effect van de voorz . versproken
» conditien vernomen , en daarom dezelve handeling t' eene
>> maal afgesneden. In voege dat onder het specieuse en
>> met zoo vele ceremonien bekleede deksel van eenen goe
>> den oprechten vrede niet anders heeft gescholen als een
>> stilstand , dien de vijand , hebbende de handeling van
>> den vrede gebroken , met eene zonderlinge behendigheid
>> heeft doen proponeren door de Heeren Gezanten der
>> Koningen en Prinsen , om bij middel van dien zijne
>> verloopene finantie , trafijk en andere bezwaarnissen te
>> repareren en alzoo zijne macht te verdubbelen . Want
>> gedurende den stilstand zoude hij in verzekerde rust en
>> buiten kosten zijn ; daar ter contrarie deze landen geene
>> verzekerdheid kunnende hebben als in de wapenen , beladen
>> zouden moeten blijven met excessive kosten tot onderhoud
» van een goed getal krijgsvolk en gestadige aanvechting
>> van allerlei heimelijke en gevaarlijke aanslagen , practijken
>> en treken ,
die
den vijand bij de treves (als maar eene
>> cessatie van wapenen zijnde) niet verboden worden . En
>> ondertusschen zouden deze landen van alle nering en
>> welvaart uitgetrokken en de steden van Braband en
» Vlaanderen daarmede gestoffeerd
en volgens
een derde
» deel der ingezetenen dezer landen , (zich alleen bij der
168
AANTEEKENINGEN
104.
>> oorloge generende en derhalve tot ' s lands bescherming
>> noodig zijnde , ) verdorven en verjaagd worden : mits
» ' 't welk de staat en het vermogen , als ook het beleid
>> van oorlog in korten tijd zoo zeer zouden komen te
» declineren , en daarentegen ' s vijands , zoo in middelen
>> als correspondentien en verstand , onder ons in zulker
» voege toenemen , dat terstond na en misschien nog wel
» vóór den uitgang van de treves oorzaak genomen zou
>> worden • om malkanderen te raden en te dringen tot
>> eene schandelijke reconciliatie , gevolgd met eene ondraag
>> lijke slavernij en eeuwig verderf , hetwelk het profijt is ,
» dat ons · de treves zoude medebrengen , ook wanneer
>> men schoon de voorgeslagen conditien erlangen konde.
» Maar men ontziet zich ook niet te wijken van den
>> voorgeslagenen voet : want men begint nu te spreken
>> van vier- , vijf- , of zevenjarige treves , ja ook van pro
>> longatie van de loopende voor een jaar , om die te
>> beter te doen insluipen , en dat nog zonder de absolute
>> souverainiteit , naar het voorgeven van eenigen , zich be
>> dunken latende , dat men zich desaangaande zoude con
>> tenteren met de verklaring van de Aartshertogen , daar
>> men immers wel weet , dat H. Hooghen zelfs , in hare
>> landen niet dan vasallen van Spanje zijnde , in ' t stuk
>> van de voorz. souverainiteit gants niet vermogen : be
>> halven dat nog al het krijgsvolk in eed , dienst en bezol
>> ding
betaald
is van den
Koning van
Spanje , en dat
» denzelven Koning gereserveerd is de successie van de
>> voorz. landen. Welke en andere redenen U. Ed . Ge
>> committeerden ter laatster dagvaart veroorzaakt hebben ,
>> om bij de acte van den 13den dezer te verklaren , dat
>> men alle
alzulke voorslagen verwerpen zoude.
>> wij het daarvoor houden de meening van
U.
Zoodat
Ed . te
» wezen , dat de erkentenis van den vrijen souvereinen
>> staat dezer landen bij tractaat van de treves behoort te
>> geschieden in dezelve vorm en woorden , die na rijpe
>> deliberatie en bij advies van de t' samentlijke Gezanten
» en bewilliging van 's vijands Gedeputeerden zelfs gesteld
» zijn in het eerste artikel van de vredehandeling , ' t welk
AANTEEKENINGEN
104.
169
>> dan buiten allen twijfel en dispuut moet blijven , ten
>> aanzien dat in dit stuk geen onderscheid gemaakt mag
>> worden tusschen het tractaat van treves en vrede , ge
in beide verstaan , en bij de acten van den
» 24sten April , 2den November en 23sten December des voor
>> leden jaars uitdrukkelijk verdragen en verklaard is , dat
>> in beide tractaten eene eenparige erkentenis over der
>> merkt
>> landen vrijheid zoude moeten worden gedaan : ' t welk
>> alsnu ook te meer noodig is , omdat zich de vijand ,
>> willende toch alleen treves maken , met de artikelen , in
>> de vredehandeling geaccordeerd , in de handeling van de
>> treves zal willen behelpen.
>> En om de waarheid te zeggen , indien de Koning van
» Spanje en de Aartshertogen sinceerlijk gemeend zijn hare
>> pretensien op deze landen absolutelijk te verlaten , zoo
>> zullen zij hen in de woorden niet bezwaard vinden ,
>> inzonderheid niet in degenigen , die bij gemeen advies
>> bekwaam en noodig gevonden zijn , om alzulke absolute
» verlating uit te drukken en te doen . Indien men nu
>> in plaatse van dien eenige andere formule poogt op te
>> dringen , dat is een gewis teeken , dat men ons de sub
>> stantie wil onthouden , en in plaatse van dien ons tracht
>> te bedriegen met duistere , twijfelachtige en op 1 schroeven
>> gestelde woorden en termen , die zoo zeer niet verbin
>> den en verzekeren.
Of het nu geraden is den staat der
>> landen op tweezinnige of disputabele woorden te ver
>> trouwen , kunnen U. Ed . naar hare eigene discretie
» lichtelijk oordeelen (1) .
>> En dwalen grootelijks diegenen , die voortbrengen , dat
» de landen niet van noode hebben des vijands verklaring.
» Want schoon wij dezelve voor ons niet behoeven , zoo
>> is zij ons hoog noodig , om allen Prinsen en volkeren
>> oorzaak te geven , dat zij ons voor vrij houden , en
>> allermeest om onzen eigenen ingezetenen te verzekeren ,
>> dat zij geene andere opgaande zon te verwachten hebben :
(1 ) Reeds in September 1574 had Prins WILLEM tegen de duis
tere en dubbelzinnige procuratien van Spanje gewaarschuwd. GROEN
V. PR. , Arch. , V , 63.
170
AANTEEKENINGEN
104.
>> ' t welk hun bij gebreke van de voorz. verklaring inge
>> beeld zal worden. En nadien de treves gemeenlijk ge
>> maakt wordt ,
>> geraken ,
om daardoor tot eenen goeden peis te
waartoe zoude zulke treves anders dienen als
>> tot eene voorbereiding om naderhand op gelijken voet ,
>> namelijk zonder erkentenis van de souverainiteit te han
>> delen van eene deditie of reconciliatie ?
En waartoe wil
» de vijand van zijne pretensien geen afstand doen , als
» om ons wederom te bekrijgen , daar ter contrarie de
>> afstand van dien namaals den weg zoude mogen openen
>> tot
eenen verzekerden vrede ,
daartoe anderszins geene
>> hopening is ?
>> Wij hebben ons billijk verblijd te verstaan de goede
>> resolutie , bij U. Ed. hierop genomen , ons vastelijk be
>> trouwende op de standvastigheid , bij dezelven tot be
>> vordering van het gemeene beste altijd bewezen .
De
>> importantie niettemin van de zake port ons , om U. Ed .
bij dezen in haar loffelijk voornemen te versterken , te
>> meer dewijl wij voorzien , dat men bij allerlei practijken
» zoeken zal de gemeene resolutie te subverteren , ten wei
>> nigste dezelve met subtile clausulen en moderatien te
>> zwakken en te krenken , en volgens eenigen ijdelen en
>> dubieusen woorden te onderwerpen , daarin misbruikende
» U. Ed . gewoonlijke goedertierenheid en oprechtigheid , die
>> men bij mangel van redenen eerst poogt te bestormen en
» te overvallen met de exaggeratie en bezwaring van den
>> nood der landen : maar even daaruit kunnen U. Ed .
>> speuren , dat het den lande nadeelig is ' t geen men
» U. Ed. door den nood wil persuaderen ; want goede en
>> voordeelige zaken ook zonder nood aangenomen worden ,
» zijnde de nood niet anders als de pijnbank om iemand
>> met bedwang te brengen tot hetgeen kwaad is : en door
>> het bewilligen van hetgeen nadeelig is , wordt de nood
>> niet verminderd , maar veeleer vermeerderd en de landen
>> in grooter nood gebracht.
>> Het toestaan van de souverainiteit is alleen de grond
>> vest , daarop deze handeling aangelegd en U. Ed . aange
» prezen is , zijnde hetzelve toenmaals zoo noodig en voor
AANTEEKENINGEN
104 .
171
>> derlijk geacht , dat zich de landen daarzonder in geene
>> handeling zouden " ingelaten hebben tegen die mannelijke
>> resolutien , daarbij U. Ed . loffelijke voorouders sedert 30
» jaren herwaart kloekmoediglijk en in grooteren nood heb
zonder te admitteren eenige inductien
>> of intercessien , die tot onderscheidene malen bij meest
>> ben gepersisteerd ,
>> alle de voornaamste Koningen en Prinsen van het Chris
>> tenrijk gedaan en bij de voorz . U. Ed . voorouders niet
uit ' s vijands practijken her te komen ver
>> staan zijn : ten welken respecte ook de t' samentlijke
>> Provincien op den 23sten December 11. eendrachtelijk , op
>> rechtelijk en ter goeder trouw geresolveerd en malkan
>> anders als
>> deren beloofd hebben , dat men noch van vrede noch van
>> treves zoude handelen , zonder te hebben verklaring van
>> de souverainiteit in den besten vorm , en dat men bij
>> foute van dien het oorlog hervatten zou met ernst en
>> gemeene macht der Provincien en het secours (ware 't
» doenlijk) te impetreren van de Koningen , Potentaten en
En dewijl de
Stenden , hare zake toegedaan wezende.
» nood van de landen alsnu niet grooter is als te dier tijd ,
>> zoo is het immers buiten propoost dezelve resolutie met
>> den nood te willen labefacteren .
>> Een ieder kan bij zich zelf genoegzaam afnemen , dat
>> men met zoo machtige vijanden geene zaken ten halve
>> doen mag : want als schoon alles wel verzorgd is , mag
>> men zich nog evenwel daarop niet vertrouwen ; en dat
>> men daarop die voorz. en andere fundamentele resolutien ,
» (daarop de handeling is aangevangen) , in het geringste
>> niet mag retracteren , mutileren of modereren : want die
>> hier in het begin van den weg komt te wijken , verloren
» gaat ,
gelijk
als die van den
eersten ,
gemeenlijk ook
>> van alle trappen valt : bijaldien wij door de imaginatie
>> van den nood komen te postponeren het allerhoogste
>> punt namelijk de verzekerdheid van onze vrijheid ,
ZOO
» zullen wij de geringere punten ook wel door de mon
>> stering passeren en eindelijk in het sluiten van de rolle
>> tot eene reconciliatie komen ; in ' t welk gelegen is al·
>> ' t gevaar , dat onze voorouders in gelijke handeling ge
172
AANTEEKENINGEN
104.
>>> vreesd , en om ' t welk wij ook des te minder daartoe
» verstaan hebben .
>> Uit al hetwelk U. Ed . klaarlijk begrijpen, (wij ook
>> denzelven ten overvloede verzekeren mogen , ) dat wij in
>> dezen niet zien op ons particulier ; begeeren ook niet
>> hetzelve bij iemand onzenthalve gedaan te worden : want
>> een goede vrede is ons en onzen gantschen Huize niet
>> weiniger als eenigen ingezetenen dezer landen noodig.
>> Wijlen onze Heer Vader h. m. en wij hebben ons nu
>> over de 40 jaren in gedurigen strijd , oorlog en allerlei
>> zwarigheid ten dienste van deze landen gebruikt en
>> onzes Huizes welvaren daarbij opgezet met refus van
>> alle avantageuse . conditien , die ons diverselijk zijn ge
>> presenteerd geweest , ook als nog wel zouden volgen met
>> notoir en groot voordeel van onzen Huize , indien onze
>> Heer Vader en wij deze Christelijke zaak hadden willen
>> verlaten : maar rust te nemen , als de vijand de landen
» in onrust en grondelijk verderf zoekt te brengen , ver
>> mag niet onze conscientie noch plicht , daarmede wij aan
» de landen zijn verbonden.
>> Daarbeneven zoo is ons voornemen niet , om ons met
·
» raad of daad in ' t minst te separeren of de voorschr . fun
>> damentele en met behoorlijk beleid staatswijze genomen
>> resolutien te impugneren of te verhinderen ; maar wel
>> dezelve tegen alle listigheden en menées van den vijand
>> naar ons uiterste vermogen en eisch van onzen ambte bij
>> alle behoorlijke en dienelijke wegen te handhaven en uit
>> voeren te helpen , U. Ed . vertrouwelijk waarschuwende ,
>> dat het alleen het werk van den vijand is , dezelve U. Ed.
>> resolutien te contramineren , en dat hij daartoe geene lis
>> ten , moeiten noch kosten zal sparen om tot zijn voor
>> nemen te geraken , daarin hem de voorschr. resolutien
>> alleen beletten .
Waarom
U. Ed .
( zoo lief hun
is de
>> conservatie haars lieven Vaderlands ; ) die voorschr . reso
>> lutien tegen eenen iegelijk in alles moeten staande hou
» den , ook zelfs over het vertrek van des vijands Gecom
>> mitteerden , als van dewelken toch niet dan alle kwade
>> vruchten te verwachten zijn . Inzonderheid zal U. Ed .
AANTEEKENINGEN
104.
173
>> believen met ernst daarop te letten , dat de resolutien
» van alle de andere Provincien gantschelijk hangen aan het
» geen bij de Heeren Staten van Holland wordt goedgevon
» den ,
en dat
U. Ed . daarom bij hare resolutien in alle
>> manieren moeten persisteren , zonder om iemands wil in
» ' t geringste daarvan te wijken , of zich naar anderen te
>> accommoderen , te min alzoo U. Ed . , als de meeste offen
» sie gedaan hebbende , ook de meeste straffe zouden heb
>> ben te lijden.
>> Weshalve U. Ed . hiermede vermaand zullen wezen ,
>> om hare Gecommitteerden ter aanstaande dagvaart scher
>> pelijk te lasten , dat zij preciselijk zullen hebben te
» blijven bij de voorschr. fundamentele resolutien , en voor
>> namelijk over de souverainiteit en vrijheid der landen
>> geene andere verklaring toe te laten , dan de woorden
>> van het eerste artikel van de vredehandeling zijn mede
>> brengende , zonder daarin een eenig woord te laten ver
>> anderen : dezelve U. Ed . Gecommitteerden ook autorise
>> rende om te consenteren op de punten bij den Raad
>> van State geproponeerd , alzoo anderszins en bij langer
>> uitstel de staat van den lande buiten notoire confusie
>> niet kan gehouden worden.
>> Laatstelijk willen wij U.
» om hare Gecommitteerden ,
Ed . wel verzocht hebben ,.
die voortaan ter dagvaart
>> compareren zullen , ernstelijk te bevelen , dat zij met ons
>> in landszaken zullen hebben te houden alle goede cor
>> respondentie en communicatie , zulks als ' t behoort en
» met alle voorgaande Gouverneurs en bijzonder met wijlen
>> onzen Heer Vader zal. is gepleegd , en (zonder roem te
» melden) onze lange diensten genoegzaam meriteren ; ten
>> einde alle zaken voortaan in confidentie , onderlinge cor
>> respondentie en eenigheid ten meesten dienste van de lan
>> den mogen worden beleid en alle misverstanden geweerd :
» U. Ed . verzekerende , dat ons hetzelve altijd zeer aange
>> naam zal wezen , en dat wij niet zullen nalaten bij alle occa
>> sien metterdaad te betoonen de goede en getrouwe genegen
» heid , die wij dragen tot het welvaren van den lande in 't
>> gemeen en van U. Ed . stad en personen in ' t bijzonder.
174
AANTEEKENINGEN
>> En hiermede ―――――― willen wij
>> bevelen.
104-105.
U.
In ' s Gravenhage den
Ed . den Almogende
21sten September 1608.
>> U. Ed. goede Vriend , M. D. N."
(105)
De brief van Graaf WILLEM was van
Septem
ber 1608 , en is , naar wij weten , nimmer in druk ver
schenen . 1
>> Edele Enz.
Alhoewel U. Ed. uit het rapport van hare
» Gecommitteerden
genoegzaam vernemen
zullen , in wat
>> staat de zaken alhier gelaten zijn , zoo laat ik mij noch
>> tans bedunken , dat ik ambtshalve schuldig ben U. Ed .
» hierbij ten overvloed te verhalen , dat de vijand , gebroken
>> hebbende de handeling van vrede , zeer listelijk geprac
>> tiseerd heeft , dat bij de Gezanten der Koningen en Prin
>> sen de treves zijn geproponeerd geworden : ' t welk gecau
>> seerd heeft diverse disputen , waaruit eindelijk op den
>> 13
3 dezer gevolgd is de resolutie , bij dewelke des vijands
>> Gedeputeerden peremtoirlijk en voor allen delai gesteld is
» de leste dag van deze loopende maand. Dewijl nu te
>> bezorgen staat , dat wel eenige goede patriotten alleen uit
>> gebrek van waren bericht zich wel zouden laten misleiden
>> tot eene bedrieglijke en niet genoegzaam met behoorlijke
>> conditien verzekerde en zeer schadelijke treves , zoo dient
.>> vooral ernstelijk gelet en den goeden luiden wel inge
>> scherpt , dat de vijand sedert lange jaren herwaarts niet
>> als deze treves gezocht , ook alsnog niet anders voor
>> heeft , om ons bij middel van dien op te houden en
>> voorts buiten zorg en in den slaap , en alzoo eindelijk
>> onder den voet en te gronde te brengen : gelijk dan de
>> verstandigsten
ervarensten van ' s vijands zijde de
>> treves altijd
gehouden hebben voor den eenigen en ge
>> makkelijksten weg , daardoor de vijand zich absoluut mees
>> .ter maken kan van deze Vereen . Landen : 't welk de
>> oude en nog onlangs verstorvene patriotten wel verstaande ,
>> alle handeling geoordeeld hebben tot verderf en ruine der
>> landen te strekken. In allen gevalle is buiten twijfel ,
>> dat men terstond
na de treves den vijand noodzakelijk
>> zoude moeten toestaan de differentiale punten en inzon
» derheid de religie , of immers weder aannemen moeten
AANTEEKENINGEN
105.
175
>> den oorlog , dat het voorgaande in zwarigheden , listen ,
>> perikelen en miserien verre zoude passeren , zoodat , of
>> schoon de landen gedurende de voorz . treves eenige ver
>>
>>
>>
>>
lichting mochten komen te genieten , daartoe dan in der
waarheid kleine of geene apparentie is niettegenstaande
alle subtilisatie ter contrarie , dezelven niettemin daardoor
niet dan des te meer bezwaard zouden worden , mitsdien
» de vijand zijnen staat bij wege van treves redresseren
>> kan , en alzoo des te meer machts hebben zoude om ons
>> te overvallen , inzonderheid wanneer men hem eenige korte
>> treves kwame te accorderen , gemerkt hem een kort re
>> spijt veel , en ons gants niet of weinig helpen kan ; in
>> voege dat wij door de treves niet anders winnen zouden
>> als ons verlies ;
want
toch geene hopening is , dat ons
» de vijand alsdan de voorz . differentiale punten , voorna
>>
>>
>>
>>
melijk de religie , zal willen accorderen ; daarop dan die
genen , die de religie van harte beminnen , wel met ernst
te letten hebben . Waaruit lichtelijk af te nemen staat ,
wat dan uit zulke treves te verwachten zoude wezen ,
» daarbij wij zouden missen de souverainiteit , om dewelke
» te erlangen , deze handeling alleen aangevaard is , zulks
>> dat diegenigen , die hiervan wijken en die de souveraini
>> teit niet willen klaar en behoorlijk uitgedrukt hebben en
>> dezelve onnoodig achten , den rechten weg tot conservatie
>> des Vaderlands
niet ingaan.
Want behalven dat zulke
>> treves voor dezen Staat gevaarlijk ja pernicieus zijn , zoo
>> is den landen de souverainiteit ook ten hoogste noodig ,
>> niet alleen omdat zij van alle Koningen en Prinsen
>> voor vrij gekend worden en zich van derzelver assisten
>> tie daardoor verzekeren mogen , maar ook omdat de in
>> gezetenen daarvan verzekerd zijnde , op geene andere
>> nieuwigheden hopen , dan de landen eens in eenen vasten
>> staat gebracht
mogen worden , ' t welk niet kan geschie
>> den , zoo lang de ingezetenen eene andere opgaande zon
>> verwachten ; vooral mede omdat , zoo lang den vijand
>> eenige pretensie toegelaten wordt , de staat van den
>> lande in geene verzekering gesteld kan wezen.
Daarom
» de form van de souverainiteit noodzakelijk gehouden moet
¿
AANTEEKENINGEN
176
105-108 .
>> worden , die na zeer rijpe deliberatie bij de Heeren Staten
>> Generaal met advies van de t'samentlijke Gezanten in ' t
>> eerste artikel van de vredehandeling gesteld , en alzoo en
» niet een eenig woord anders noodig gevonden is .
>> delijk dienvolgens verzoekende ,
Vrien
dat U. Ed. hierop naar
» hare voorzichtigheid rijpelijk letten , de eenigheid vooral
>> behartigen en separatie mijden , en inzonderheid de tegen
>> woordige constitutie van onzen Staat met het voordeel ,
>> dat de vijand uit de treves , en het notoire nadeel , dat
» wij uit dezelve te verwachten hebben , naar hare wich
» tigheid te recht overwegen , en vastelijk gelooven willen ,
» dat hetgeen alsnu niet wordt bedongen , naderhand met
>> geene middelen ter wereld erhouden zoude kunnen wor
>> den ; en dat U. Ed . daarom believen zorg te dragen ,
>> dat hare Gecommitteerden wederom afgevaardigd mogen
>> worden met eene goede en vaste resolutie , daarmede
>> ' t gemeene Vaderland verzekerd zij en de flaauwhar
>> tigen gesterkt en aangepord worden kunnen tot mede
>> handhaving en uitvoering van deze Christelijke en hoog
>> loffelijke zake , dewijl zich te accommoderen naar eenige
>> kleinmoedigen en geirresolveerden niet anders is als zich
>> in de victorie zelfs den vijand over te geven. Inzon
>> derheid bid ik , dat U. Ed. hare Gecommitteerden vol
» komelijk en zonder eenige restrictie lasten willen op de
>> punten bij den Raad van State geproponeerd , niet al
>> leen ten aanzien , dat men anderszins den Staat niet
» zal
kunnen
redresseren ,
maar
ook
dat ,
blijvende de
» vijand alsnog in gebreke , men terstond in den aanvang
>> van de hervatting des oorlogs te kort zal komen te
>> vallen , daar hiertegen het eenige middel is , om deze
» zaak tot eene goede uitkomst te brengen , dat men zich
>> van nu af evertuere , om den vijand tot billijke , rede
lijke
en verzekerde conditien te dwingen.
En mij des
» tot U. Ed . gewoonlijken ijver gantschelijk vertrouwende ,
>> bidde God U. Ed . Edele." Enz.
(106)
(107)
(108)
BILDERD . , VII. 218 .
WAG. , IX . 384.
Res. Raad v. St. , 22 September 1608.
>> De Heer
AANTEEKENINGEN
108-109.
177
1
VAN SINDEREN proponeert door last van Z. Exc . , dat Z. Exc.
vooral noodig vindt , dat bij den Raad gelet worde op de macht
van de Provincien , en voorts gedelibereerd op de behoudenis
van ' t land , ondertusschen dat de Gedeputeerden van de
Provincien ter vergadering van de Staten Generaal wederom
verwacht worden : ' t welk zoo bij den Raad insgelijks noodig
geacht wordt , is goedgevonden Z. Exc. en den Heer Graaf
WILLEM tot dien einde te verzoeken op morgen voor den
noen ten tien uren in den Raad te willen komen , om ge
reed te wezen tegen dat de Staten zullen verzoeken het
advies van den Raad."
23 September.
(Present Z. Exc. , Graaf WILLEM , Graaf
HENDRIK Enz) . >> Is gedelibereerd op de middelen , noodig
tot behoudenis en defensie van ' t land , communicatiefsge
wijze daarop nog nader zal worden gelet en 非 gedelibereerd ,
en bij Z. Exc. en den Tresorier een staat beraamd."
25 September.
(Present als voren) .
» Z. Exc. levert over
eenen staat summier , bij dezelve beraamd , van de noodige
onkosten der oorloge , daarnaar dezelve acht dat met Gods
hulp het land tegens des vijands geweld zoude kunnen ge
defendeerd worden , indien men wederom in oorlog mochte
komen . En na deliberatie is goedgevonden , dat een iegelijk
van den Raad zich daarop nader zal bedenken , om op alles
gedelibereerd te zijn tegens dat het te pas zal komen om
de Staten te dienen van advies."
(109) Dezen brief , naar wij weten , nog nimmer gedrukt ,
hebben wij getrokken uit eenen ongedrukten bundel stuk
ken , beroerende den vredehandel , te vinden op de Leidsche
Bibliotheek.
>> Eerzame Enz. Wij vertrouwen , dat gijl . den inne
>> houden van onzen voorgaande wel verstaan en de wich
>> tigheid van dien wel overwogen zult hebben , ook voorts
>> daarop eene vruchtbare en zulke resolutie nemen , als de
>> conservatie van ' t Vaderland in ' t gemeen en van ul . stad
>> in ' t bijzonder is vereischende.
Tot vervolg van ' t welk
» wij ul. wel hebben willen adverteren , dat de Audiencier
» VERREYKEN op eergisteren van Brussel alhier wederge
» komen is , alleen (naar dat wij voor
III
alsnog vernemen
12
178
AANTEEKENINGEN
109-111 .
>> kunnen) met eene simpele verklaring van de Aartsherto
>> gen , van dat dezelven met deze landen willen handelen
>> als met eenen vrijen Staat , daarop zij niet pretenderen ,
>> zonder eenige mentie te maken van de aggreatie des
» Konings van Spanje , anders dan dat zij verhopen dezelve
» te verkrijgen . Waaruit klaarlijk is te speuren , dat de
» vijand zoo lang zoo meer terug gaat van ' t gene hij in
>> den beginne beloofd heeft , en niet anders zoekt als op
>> dezen bedrieglijken voet en op 't verwachten van 's
>> Konings
van Spanje aggreatie , (daarop men nu bij de
>> anderhalf jaar te vergeefs gewacht heeft , ) te continueren
>> deze schadelijke treves en bij middel van dien ' t land te
>> houden in gestadige onzekerheid , op hetwelk niet als
>> een generale verloop van zaken zoude moeten volgen.
» Dies wij ul. hierbij wel hebben willen vermanen , om
>> hierop met behoorlijken ernst te letten• en ul. Gecom
>> mitteerden met eene resolutie conform onzen voorgaan
>> den brief alhier te zenden ,
opdat het land door
deze
>> listen en lagen niet kome te vallen in ' s vijands handen
>> en volgens in eene eeuwige en ondraaglijke slavernij ,
>> daarvoor ul. God bewaren wil.
En hiermede , Eerzame
» Enz. zijt Gode bevolen. In ' s Gravenhage den 26sten Sep
>> tember 1608. Ul. goeden Vriend , M. D. N."
(110) JEANN. , II , 497 .
1
(111) WAG. ,
9 St. , bl. 104 .
IX ,
388.
VAN WYN ,
Bijv.op Wag. ,
Secr. Res. St. Gen. , 30 September 1608. >> Zijn in de
vergadering gecompareerd , ter presentie van Z. Exc. , van
Graaf WILLEM en den Raad van State , de Heeren Marquis
SPINOLA , President RICHARDOT en MANCIDIDOR , wezende de
Heer Audiencier VERREYKEN onpassig aan een been , alzoo
dat hij niet is mede verschenen (1) : hebben verklaard in
substantie (naar mijn beste onthouden en als ik heb kunnen
verstaan), dat zij in de vergadering zijn gecompareerd om
(1) VAN METER. , f. 573a zegt , dat VERREYKEN veinsde zich aan de
schenen gekwetst te hebben en daarom zijne kamer te moeten hou
den. In Res. Zeel. , 6 October leest men , dat VERREYKEN twee of
drie uren te voren vertrokken was.
AANTEEKENINGEN
111.
179
haar afscheid te nemen , en voorts vertoond , dat zij alhier
zijn gekomen , gezonden bij den Koning van Spanje en
Aartshertogen om te handelen en met de Heeren Staten te
tracteren eenen goeden en vasten vrede , om daardoor een
einde te maken van dezen langen oorlog , volgende de goede
intentie en wil van Z. Maj . en H. Hooghen ; dat zij hen
ook dienvolgende met de Heeren , die H. M. Ed . daartoe
hebben gedeputeerd , sinceerlijk en getrouwelijk hebben ge
employeerd en van harent wege daartoe gebracht en gedaan
alles wes zij vermocht en geacht hebben tot vordering van
de zake dienstelijk ; dat hen overzulks leed doet en zij be
droefd zijn , dat de uitkomst evenwel zoo niet is geweest ,
als zij wel wenschen en hadden begeerd ; hebbende de Ko
ning en de Aartshertogen , om niet na te laten , daarmede
zij mochten betoonen ,
dat dezelven de zaak
oprecht ge
meend hebben , zoo ver gecedeerd in zijne reputatie , ` dat
zij hen in de Vereen . Provincien hebben gezonden en laten
komen , al is ' t dat de onderhandeling elders had kunnen
geschieden ; en dat zij de Gedeputeerden van de Heeren
Staten over hare zijde hadden mogen laten komen ; verkla
rende ,
dat
zij in de handeling het eerste punt , rakende
den vrijen staat van ' t land , hebben geaccordeerd , maar dat
H. M. Ed. haar hebben geoffenseerd in het tweede , ra
kende het retablissement van de religie in de Vereen. Pro
vincien , daarover de Pater Commissaris naar Spanje is ge
zonden , die langer uitgebleven is als hun lief is , alhoewel
dat men ondertusschen op andere punten heeft gehandeld ;
dan dat ten laatste het punt van de religie hervat zijnde ,
de Heeren Staten resolutie genomen en hun verafscheid heb
ben , zonder hen daarna meer te hebben willen hooren of hen
eenige accommodatie of moderatie voor te houden ; voegende ,
dat haar last en instructie van den eersten aan is geweest te
proponeren het stuk van de religie voor het eerste punt , ge
lijk zij aan de Heeren aanwezende Gezanten van de Konin
gen en Prinsen en aan eenige anderen (1 ), hebben laten
(1 )
Aan wie ?
Aan OLDENBARNEVELD ?
Deze heeft er nooit iets van
doen blijken .
12*
el
180
AANTEEKENINGEN
111.
blijken bij hare instructie en andere brieven ; maar bericht
wordende van de zwarigheden , die daarin zouden vallen ,
dat zij hebben gedifficulteerd daarvan opening te doen ,
verhopende , dat ondertusschen daarin eenige verandering
zoude hebben mogen
vallen ;
doch
dat het
eene kleine
zaak zoude hebben geweest , dat de Heeren Staten hadden
goedgevonden haar 1 te accommoderen en den Koning en
H.
Hooghen daarin te believen ,
omdat H. M.
Ed . dat
hadden kunnen gedoen , zonder daarom te verkorten den
vrijdom van den staat van den lande , aangezien dat de
Koning en H. Hooghen niet min konden begeeren in ver
gelding van het quiteren van de souveraineté van den
lande , als het punt van de religie , daarvan zij professie
deden , tot genoegdoening van hare conscientie tot God , en
om te believen de Catholieken , in zoo ver als er eenigen
onder hen nog zijn ; buiten welk punt zij niet de waarde
van een oortje hadden verzocht ; daarom dat zij Heeren
Commissarissen hen beladen en in pijne vinden , hoe dat
zij
H.
zullen kunnen verantwoorden bij den Koning en bij
Hooghen , ' dat
zij
tegen haren last en instructie de
handeling op het punt van de religie gelaten hebben tot
het leste. Hebben voorts verklaard , dat , nadat de reso
lutie van haar afscheid hun in handen was gesteld , zij hen
hadden geprepareerd om te vertrekken , gelijk zij ook zouden
gedaan hebben , ten hadde geweest dat de Heeren aanwe
zende Gezanten van de Koningen en Prinsen ondertusschen
eene treves voor lange jaren hen hadden geproponeerd en
dezelve propositie bij
geschrifte
gegeven ;
daarop
dat zij
hare verklaring aan dezelven hebben gedaan in conformité
van ' t zelve geschrifte , gelijk de Heeren Staten dat nader
van de voorz. Heeren Gezanten zullen verstaan ; dan alzoo
dezelven echter daarin nog eenige zwarigheid hebben ge
vonden ,
en dat hen de tweede resolutie van de Heeren
Staten bij de voorz. Heeren Gezanten is behandigd , daarbij
hun geprefigeerd wordt een precise dag tot haar vertrek ,
zoo verre als zij daarentusschen geenen last ontvangen con
form ' t inhouden van dezelve resolutie , zonder hen hope
te laten tot eenige prolongatie of andere verandering , dat
AANTEEKENINGEN
111 .
181
H. Ed. hen daarom met de meening van H. M. Ed . had
den geaccommodeerd en reisvaardig zijn om dadelijk te ver
trekken ; doch dat zij niet mochten laten te zeggen , dat
men hen rouwelijk bij beide de voorz . resolutien had ge
tracteerd buiten alle de consideratien van de qualiteit en
reputatie van hare Prinsen en hare personen , 4 die anders
meriteerden ten regarde van hare incommoditeiten , en dat
zij haar met zulke genegenheid en goede affectie hadden
laten gebruiken om de handeling te vorderen en tot een
goed einde te brengen ; hebbende H. M. Ed . den tijd zoo
precies genomen , dat men eenen dienaar , dien men verlooft
om zijne misdiensten , zoo niet zoude tracteren , overmits
men denzelven , des verzoekende , licht eenen dag langer
zoude accorderen om zijne hardes tot zijn vertrek te accom
moderen ; protesterende voor God en der Heeren Staten ver
gadering , dat de Koning , hare Prinsen en zij
oprechtelijk gemeend en daarin met alle rondeur
riteit gehandeld en gebesogneerd hebben , en dat
zulks van alle inconvenienten en calamiteiten van
log onschuldig willen zijn .
de zaken
en since
zij over
den oor
Verklarende de Heer President
particulierlijk , dat hij geen Propheet was noch geboren van
een Propheet ; dan dat het den Heeren Staten zal berou
wen , dat men den vrede niet heeft geaccepteerd en geam
plecteerd , als den lande die is gepresenteerd en heeft mogen
geworden. Hierop is geantwoord , dat , hadden de Heeren
Commissarissen oorzaak of redenen om hen te beklagen en
te protesteren over de resolutie van de Heeren Staten , dat
H. M. Ed . veel meer redenen hadden zulks te doen over
de proceduren , die de Heeren Commissarissen van den aan
beginne in de vredehandeling gebruikt hebben tegen de be
loften , signature , zegel en brief van H. Hooghen, niettegen
staande dat dezelven tijdelijk van de resolutie van de Hee
ren . Staten bij monde en in geschrifte op het stuk van de
religie volkomelijk zijn onderricht geweest , en dat dezelven
evenwel daarop de Heeren Commissarissen alhier hebben
gezonden , (hetwelk in ' t lange particulierlijk werd gede
duceerd :) hebbende H. Hooghen, accorderende de souverai
neté of den vrijen staat van den lande , daarentegen den
AANTEEKENINGEN
182
111.
Heeren Staten wet daarin willen stellen met het retablisse—
ment van de Catholieke religie , directelijk tegen de ver
klaring en de acte van de aggreatie van de Aartshertogen ,
zonder dat de resolutien van H. M. Ed. anderszins eenige
rouwigheden inhebben , aangezien dat H. M. Ed . altijd
eene tegenheid hebben gehad tegen de longeurs en de trai
natien van de handeling ,
die meer als een jaar geduurd
heeft , hetwelk haar Staat en
J de constitutie van hare zaken
langer niet heeft mogen lijden ; en dat ook H. M. Ed. heb
ben geconsidereerd , dat de Heeren Commissarissen bekwa
melijker en met veel meerder commoditeit de resolutie des
Konings van Spanje te huis als alhier zullen mogen ver
wachten , bij zoo ver als H. Ed. nog hope hebben , dat zij
die zullen bekomen ; achtende de Heeren Staten , dat zij
van hare zijde God , haren Staat en onderzaten genoeg heb
ben gedaan , en dat men overzulks geene redenen heeft hun
te imputeren de miserien en calamiteiten van den oorlog ,
daarvan dat
zij onschuldig zijn ; verklarende H.
M. Ed.
dat zij geresolveerd zijn religieuselijk te observeren den
geaccordeerden bestand en te doen repareren , zoo verre
als van hare zijde daartegen iets is gedaan of nog gedaan
zal worden ; verzoekende te weten , of de Koning van
Spanje en Aartshertogen gelijke meening hebben : in zulken
gevalle hebben H. M. Ed . den Heeren Commissarissen ge
recommandeerd de reparatien van de schade , geschied aan
eenige koopvaarders , - en van andere contraventien , die
den Heeren Commissarissen bij geschrift zijn gegeven.
De
welke verklaard hebben , dat zij van hare zijde den stil
stand volgende het gehandelde begeeren te onderhouden ,
belovende de hand daaraan te zullen houden , dat op de
voorz. klachten behoorlijk zal worden voorzien . AEn voor
zoo veel de Heeren Staten hen beklagen , als of de Ko
ning en Aartshertogen haar wet hadden willen stellen in
de
religie ,
zeiden ,
dat zij
dat
niet hebben begeeren te
doen , maar dat dezelve alleenlijk het stuk van de religie
hebben voorgesteld bij form van conditie , om daarop te
handelen , niet om den vrijen Staat of souveraineté daarmede
te prejudiciëren : vermanende de voorz . Heer President de
AANTEEKENINGEN
111-116.
183
Heeren Staten , aleer zij resolutie nemen den oorlog te be
ginnen , elk in haren boezem te willen gaan en te bezien ,
met wat conscientie dat zij dat zullen kunnen gedoen en
oorzaak wezen van het storten van zoo veel Christenbloeds ,
en dat hare vrouwen en kinderen zulke calamiteit zal over
komen.
Daarvan dat de
Heeren Staten hen hebben ont
schuldigd en de schuld gelegd op den Aartshertoge , doende
tegen zijne belofte , brief en zegel (1): hetwelk H. M. Ed .
niet kunnen gelooven , aangezien dat dezelve is een Duitsche
Prins , eens Keizers zoon en een Keizers broeder. Daarop
H. M. Ed . den Heeren Commissarissen den adieu hebben
gegeven : verklarende de Heer Marquis SPINOLA , dat hij
voor zijnen persoon , gelijk ook de andere Heeren Commis
sarissen met een tegenheid of dégoût van hier vertrekken ,
dewijl zij dienelijker achteden tot vordering van eene goede
uitkomst van de handeling , dat zij alhier nog hadden mo
gen blijven en verwachten ; hetwelk zij van goeder harten ,
niettegenstaande hare incommoditeit , gedaan zouden hebben ;
dan hebbende gezien , dat
de tijd van haar vertrek hen
precies is gesteld , afsnijdende alle hoop van prolongatie ,
dat zij daartegen niet begeeren te doen , en overzulks da
delijk
zullen vertrekken , daar bijvoegende eenige courtoise
complimenten."
(112) Het vertrek der Spaansche gemachtigden staat in
Res. Holl. aangeteekend met dit bijvoegsel : God geve , dat
zij alhier geen kwaad zaad hebben gelaten , daarvan men
mettertijd de effecten gewaar worde tot ruine van dezen Staat !
(113) JEANN. , II , 504.
(114)
WAG . , IX , 389.
(115) JEANN. , II , 505.
(116) JEANN. II ,
500.
» Je tiens pour assuré , encore
que lui ( Maurice) quand il est en colère , et ses serviteurs
trop souvent , tiennent des langages , comme s'il étoit résolu
de se jetter à des conseils désespérés , qu'il est trop sage
et trop homme de bien pour le faire." Pag. 507. » Quant
à Monsieur le Prince MAURICE , il s'est montré si sage et
(1) Hier schijnt iets uitgevallen.
184
AANTEEKENINGEN
116-119.
considéré du passé , que je ne saurois croire non plus qu'il
veuille prendre de mauvais conseils , encore qu'il tienne à
présent d'autre langage par des instructions qui sans • doute
viennent d'ailleurs que de son inclination .
Bien est-il cer
tain , quelque résolution que les États prennent , soit de
trève ou de guerre , qu'elle sera sujette à des inconvéniens.
Je dis même celle de la trève qui est la meilleure , au cas
qu'ils ne rétablissent l'exercice de la religion Catholique en
quelques endroits , ce que je vois bien qu'ils ne feront pas . J'excuse donc ledit Sieur Prince , s'il a des soupçons , et
néanmoins résiste à son dessein."
(117) Men leest die instructie bij v . METER. , f. 573b- 574d.
>> Is in ' t lange
Res. Raad v. St. , 2 October 1608.
gelezen de principale instructie voor de Gedeputeerden van ·
den vijand , bij de Aartshertogen geteekend op ' t stuk van
den vredehandel , bij Z. Exc. in den Raad vertoond , die
of door abuis of met voordacht is gelaten , en na ' t vertrek
van de voorz. Gedeputeerden gevonden in ' t logies van
dezelven."
13 October. » De Heer WINWOOD communiceert den Raad
een gedrukt exemplaar van de instructie van de Gedeputeer
den van den vijand , op ' t stuk van den vredehandel in den
Hage geweest zijnde : waarin de Raad niet wel te vreden
wezende , en zelfs ook in de mare , die er gaat , van dat ook
gedrukt of in handen om te drukken zoude zijn de brief
van Z. Exc. aan de steden van Holland geschreven , en
dat er nog wat meer zoude volgen ; is na deliberatie goed
gevonden dien van Holland 't zelve aan te geven , en te
verzoeken daarop onderzoek te willen laten doen , om den
drukker te achterhalen en alle de exemplaren te doen in
trekken. 't Welk den Klerk GOOL belast is alzoo te doen.
Die gerapporteerd heeft den Advocaat van Holland in 't
uitgaan , (alzoo de vergadering van Holland gescheiden was , )
voorgedragen te hebben , die begeerd heeft het exemplaar
hem ter handen gesteld te worden , om alsdan met de Hee
ren daarvan te mogen spreken.”
(118) JEANN. , II , 505 , 510 en volgg.
(119)
JEANN. , II , 505 .
AANTEEKENINGEN
120-128.
185
(120) Wanneer dit juist gebeurd is , hebben wij niet
kunnen vinden. In Res. Raad v. St. wordt er geene mel
ding van gemaakt. Het voorstel van WINWOOD ter aanprij
zing van het bestand aan den Raad , is door hem gedaan
op den 20sten October , en twee dagen daarna werd besloten
hetzelve aan MAURITS mede te deelen.
Wij hebben MAURITS
en WINWOOD Voor het laatst te samen in den Raad tegen
woordig gevonden op den 2den October , toen de eerste de
gevonden instructie der Spaansche gemachtigden in den
Raad bracht. Dit was wel eene gelegenheid voor den hier
vermelden twist , waarvan echter in de Resol. van dien dag
geen schijn of schaduw voorkomt. Sedert vinden wij MAU
RITS niet in den Raad dan op den 6den November , maar
toen was WINWOOD afwezig.
(121) De Fransche Minister VILLEROY schreef aan JEAN
NIN : >> On nous dépeint le premier (MAURICE) , un homme
très-entier en ses opinions."
JEANN. , III , 59.
(122) In de Préface Hist. voor de Lettr. de CARLETON ,
p. 14 lezen wij van WINWOOD : >> Son humeur étoit brus
que et ses manières rudes ."
(123) JEANN. , III , 251 , 275 ; 324. IV, 99. WAG. , IX, 408.
(124) JEANN. , II , 464 .
(125 )
JEANN. , II , 514.
(126)
(127)
WAG. , IX , 395 heeft verkeerdelijk 18 October.
Men vindt dat antwoord der gezanten bij JEANN. , III .
3-20 , alsmede in het Secreetboek Stat. Gen. , en , in het
Hollandsch vertaald , in den bundel stukken beroerende den
vredehandel , op de Leidsche Bibliotheek. Daar nu de op
gave van JEANNIN soms nog al merkelijk verschilt van die
van het Secreetboek , waarmede 1 de gemelde Hollandsche ver
taling overeenstemt ; en het blijkt dat MAURITS in zijn
wederantwoord zich van die vertaling bediend heeft , zoo
zullen wij de opgave van " het Secreetboek , voor zoo veel
noodig , aan den voet van dat wederantwoord van MAURITS
mededeelen .
(128)
Secr. Res. St. Gen. , 13 October 1608.
pareren de
Frankrijk en
Heeren Ambassadeurs
>> Com
van de Koningen van
Groot-Britannie : hebben eerst bij monde ge
186
AANTEEKENINGEN
128 .
proponeerd generalijk , en serieuselijk in 't particulier ge
recommandeerd ' t geen H. Ed . schriftelijk ter requisitie van
de Heeren Staten daarna hebben overgegeven. - Verklarende
de Heeren Gezanten van de Keurvorsten en Vorsten , nadat
de Heeren Gezanten van de
Koningen hare
particuliere
recommandatien hadden gedaan , dat H. Ed . bij hare Over
heeren alhier gezonden en gelast zijn geweest , om benevens
de Heeren Gezanten van H. Majen dezen landen te helpen
procureren eenen goeden , verzekerden , Christelijken peis of
eene treves voor lange jaren , en hen daarin met dezelve
Heeren Gezanten te voegen , gelijk zij gedaan hebben , en
dat H. Ed. voor alsnog in de voorz . gedane propositie de
zelve voor haar particulier goed zouden vinden en overzulks
hen ook niet zouden begeeren daarin van H. Ed. te separe
ren : maar alzoo de Heeren Gezanten van de Koningen na de
rupture van den peis naderen last hebben ontvangen , en zij
niet als hare eerste instructie , dat H. Ed . daarom hierin
verder niet konden gaan of doen , als de Heeren te verzoe
ken en ernstelijk te vermanen , dat H. M. Ed. op deze
zaak , die van zeer groote importantie is , rijpelijk willen
letten en resolveren , gelijk dezelven voor haren beste en
verzekerdheid zullen bevinden te behooren. Is na deliberatie
goedgevonden , dat men de Provincien van het voorz. gepro
poneerde zal geven copie om daarop te letten en resolveren.
Z. Exc. heeft den Heeren Staten in bedenken gesteld , of
dezelven niet zouden goedvinden de Heeren Ambassadeurs te
verzoeken , dat H. Ed . gelieven H. M. Ed . te communiceren
den brief , dien H. Ed . , deze propositie aangaande , van de
Heeren Commissarissen van de Aartsbertogen hebben ont
vangen , en wat dezelven daarop aan de voorz. Heeren Com
missarissen voor antwoord hebben geschreven , gelijk Z. Exc.
dat voor zijn advies zoude goed bedunken , achtende , dat
de voorz. brief in deze zaak eenig licht zal mogen geven.
Graaf WILLEM , de Raad van State , die van Gelderland en
Zeeland hebben verstaan , dat men de voorz. communicatie
met beleefdheid zoude mogen verzoeken.
Dan alzoo die van
Holland haar advies hierop hebben opgehouden , hebben de
andere Provincien van gelijke gedaan."
AANTEEKENINGEN
14 October.
128-130 .
>> Is wederom geproponeerd ,
187
of men vol
gende het voorgeven van Z. Exc. van de Heeren Ambassa
deurs
zal verzoeken communicatie van 'den brief, dien de
Heeren Gezanten ontvangen hebben van Brussel met den
lesten courrier van de Heeren Commissarissen van de Aarts
hertogen , de treves aangaande : en goedgevonden , dat de
Griffier eerst de Heeren Gezanten zal verzoeken , dat H. Ed.
gelieve de beloofde punten bij hare propositie den Heeren
Staten over te geven , om , dezelve alhier geëxamineerd we
zende , alsdan gedelibereerd en geresolveerd te worden , hoe
dat men de voorz. communicatie met beleefdheid zal mogen
van hen krijgen , te weten , van den voorz. brief , bij de Hee
ren Gezanten ontvangen : dan wordt zwarigheid gemoveerd ,
of men meteenen ook zal verzoeken communicatie van de ant
woord , die de Heeren Gezanten daarop hebben geschreven."
17 October. >> Zijn gecommitteerd uit elke Provincie één ,
om de Heeren Gezanten van de Koningen en Prinsen met
beleefdheid en courtoisie te verzoeken communicatie van het
schrijven , dat H. Ed. ontvangen hebben van de Commissa
rissen van de Aartshertogen met den lesten courrier , de
treves toucherende."
(129) Betrekkelijk het gehoor der gezanten ter Staten
Generaal op den 13den October schrijft JEANNIN , III. 37 :
» Après notre départ de ladite assemblée , ledit Sieur Prince
dit ,
qu'il nous
falloit prier de leur faire voir les lettres
qu'on nous avoit écrites de Bruxelles , ensemble notre répon
se , et que la lecture pourroit servir à les instruire pour
mieux délibérer sur cette affaire. Son opinion fut à l'in
stant suivie par quelques-uns ; puis cette délibération sursise
et remise à une autre fois. Il avoit été bien informé de
ce que contenoient lesdites lettres , et est certain que , si elles
n'eussent été vûes , l'assemblée en eût pris un grand dégoût ,
peut-être eût suffi pour rompre tout."
(130)
Dezen brief met de bijgevoegde bedenkingen , nim
mer , naar wij weten , gedrukt , vindt men in den reeds
meermalen aangehaalden bundel stukken van de Leidsche
Bibliotheek , terwijl dezelve brief slechts vertaald voorkomt
bij JEANN. , III. 27.
188
AANTEEKENINGEN
» Erentfeste ,
130.
Eerzame , Wijze en Discrete , Lieve , Bij
>> zondere ! Bij onzen voorgaande van den 21sten September
» ll . hebben wij ul. ambtshalve gewaarschouwd van hetgeen
» gijl. 't uwer conservatie te considereren en te doen hebt
>> in deze voorgeslagene handeling van treves , en alhoewel
>> wij niet twijfelen , of gijl . zult onze trouwhartige verma
>> ning , als ul. ten beste geschied , met behoorlijken ernst
>> verstaan en aangenomen hebben , ook in hetgeen ul. over
» deze handeling voorder zal mogen bejegenen , als oprechte
>> patriotten betrachten , en dat overzulks onnoodig ware ge
>> weest ul. dienaangaande wijder te onderrichten en te ver
» manen , dewijl nochtans de Heeren Ambassadeurs deze
>> dagen nevens hare nieuwe propositie ook overgeleverd
>> hebben een groot discours , dienende om niet alleen H. Ed .
>> eerste propositie , den 27sten Augustus 11. op ' t stuk van
» de treves gedaan , te bevoorderen , maar ook om den
» voorz. onzen brief te refuteren en volgens ul. goede reso
>> lutien , daarop genomen , te enerveren , daartoe H. Ed .
>> dan zeer vele specieuse redenen bijbrengen , en niettemin
>> bekennen , dat daartegen ook vele wichtige wederredenen
» dienen , in voege dat een oprecht liefhebber des vaderlands
>> billijk bewogen wordt om zijn gevoelen daartegen te open
>> baren , te meer wijl diezelve Heeren Ambassadeurs geene
>> volkomene kennis hebben kunnen van den aard van onzen
» Staat , noch van hetgeen tusschen ons gepasseerd is ; zoo
» zijn wij daardoor veroorzaakt , om ons contrarie bedenken
» ul. hierbij wederom mede te deelen en door de voorz.
>> occasie wat omstandiger , als wij wel gewoon zijn , te de
>> duceren de motiven , die wij hebben om den raad van de
>> Heeren Ambassadeurs niet te volgen. ' t Is notoir , dat
>> van den beginne dezer oorlog voor een fundament van
>> onzen Staat bij de ervarensten en getrouwsten dezer lan
» den altijd is gehouden geweest met den vijand niet te
» handelen, en dat wij zonder verderf van onzen Staat in
» geene handeling konden treden , ook schoon wanneer wij
» alles , dat wij mochten begeeren , hadden mogen verkrij—
>> gen : welke regel niet alleen stichtelijk (1 ) onderhouden
(1 )
Misschien stiptelijk
in de vertaling bij JEANNIN fermement.
AANTEEKENINGEN
130.
189
>> is geweest bij eenen iegelijken , zelfs bij degenen , die nu
» van een contrarie • advies zijn (1 ) ; maar men heeft ook
>> bij alle wegen tegengestaan degenen , die dezen regel zoch
>> ten te impugneren , houdende alzulke voor onduchtige en
» schadelijke luiden in onzen Staat , en dat met zulke con
>> stantie dat men ook de intercessien van den Keizer , Ko
>> ningen van Frankrijk, Engeland , Denemarken , Polen ,
» Prinsen des Rijks , noch van iemand anders eenige plaatse
>> daartegen heeft laten vinden ; zelfs niet de intercessie van
» de Koningin van Engeland in den jare 1587 , als de lan
>> den geinfecteerd waren met periculeuse factien , als Nij
» megen , Zutphen , Deventer , Grave , Breda en Groningen
>> in ' s vijands geweld waren en de ordinarise middelen van
>> den lande boven 200000 gulden (2) ter maand niet uit
>> brachten , zoodat men noch leger noch geschut noch rui
>> terij konde te velde brengen ; en daarenboven als door
>> het sluiten van de Sond de landen in de hoogste be
>> naauwdheid geraakt waren. Door de autoriteit des Ko
» nings van Frankrijk heeft men daartoe ook niet kunnen
>> beweegd worden in den jare 1598 , • als het tractaat tot
» Vervins was gesloten , niettegenstaande men wel zag , dat ,
» de vrede in Frankrijk getroffen zijnde , de gantsche last
>> van ' t oorlog op deze landen vallen zoude , en dat onze
» middelen ongelijk kleiner waren als nu , en wij van onze
>> macht ter zee nog geene proeve gedaan noch gezien had
» den , dat wij den Koning van Spanje daarmede tot redenen
>> konden brengen . Maar sedert eenigen tijd herwaarts heeft
» men beginnen voor te slaan , dat men zou mogen hande
» len , als de vijand zijne pretensien tot de heerschappij
» dezer landen quiteren wilde , even als of men hier voor
>> maals
daarop niet had gelet , toen men alle handeling en
» conditien uitsloot , en dat alle zwarigheid zoude cesseren ,
>> als men zich niet begaf onder de regering van den vij
>> and.
Daardoor en vele andere wichtige redenen , hier te
(1 ) Zie het gevoelen van V. D. MYLE en OLDENBARNEVELD in 1588 ,
in ons I Deel , bl . 84 , 86 .
(2) In de vertaling leest men : onze cent francs.
AANTEEKENINGEN
190
130.
» lang om te verhalen , ook voornamelijk geconsidereerd is
>> geweest , dat simpel het handelen pernicieus was , ten
>> aanzien dat onze Staat in de alliantie van zoo vele leden ,
>> die onderscheiden zijn in gezindheden , voornemens en in
>> teresten ,
is
bestaande ,
en dat overzulks in onderlinge
>> disputen gerakende , en eenig artikel gesteld zijnde , 't
>> welk den eenen meer als den anderen betreffen mochte ,
>> ook de een meer door ' t oorlog beschadigd zijnde dan de
>> ander , dat men daardoor zou komen te vervallen in con
>> tentien , jalousien en suspicien , en alzoo voorts , bij ge
>> breke van autoriteit om daarin te voorzien , geraken
>> zoude in scheuring en eindelijk in onverwinnelijk verderf
» en ruine , of immers elkanderen tot eene schandelijke
>> reconciliatie dringen , overmits
de vijand , onze desorder
» ziende , altijd zou mogen rugwaarts gaan ; en dat wij
>> daartegens eendrachtig blijvende , niet zouden kunnen ge
>> broken worden , gelijk de ervarenheid van de voorgaande
>> handeling had geleerd. En is ook ten andere overwogen
» geweest , dat , als schoon goede conditien gemaakt en ge
>> arresteerd waren , dezelve toch bij verandering van tijden
>> en gelegenheden niet zouden onderhouden worden bij de
» genen , dien zij zelfs aangingen . Hetwelk de vijand ,
>> (zijnde de wapenen eens in ' t geheel of ten deele neder
» geleid , ) door zijne practijken en degenen , die hem toege
» daan zijn en zelfs nog dagelijks van hem aan zijnen koorde
>> getrokken zouden mogen worden , allengskens zou kunnen
» te wege brengen , zoo niet overal , ten minste aan diverse
>> plaatsen ,
geene
macht
of autoriteit in den lande we
» zende , die daarin zoude kunnen remedieren ,
of eenig
>> lid , bij den vijand gestijfd , bedwingen , wanneer het zijn
» eigen recht , bij tractaat verkregen , zou willen afstaan.
>> En nadien deze evidente zwarigheden bij den voorz. voor
» slag niet zijn weggenomen , dan veel meer dat de landen
>> daardoor gedreigd worden met apparente perikelen ,
die
>> zich nader openbaren zullen ; dat wij ook tot nog toe
>> geene opening hebben gehad van eenige orde , die men
>> zoude mogen stellen tegen alle confusien , die de voorz.
» zwarigheden zoo wel in als na de handeling onder ons
AANTEEKENINGEN
130.
191
>> zouden mogen verwekken , zoo kunnen wij ons in deze
>> handeling niet gerust vinden , noch vergeten hetgeen ons
>> al van onze jonge jaren af is ingeprent zoo bij onzen
>> Heer Vader h. m. als bij de voornaamsten van dezen
>> Staat , inzonderheid wij
bij de effecten bevonden wordt
» de voorz . regelen niet vergeefsch te zijn.
Dezen allen
>> niettegenstaande is men in de vredehandeling gekomen ,
>> niet omdat de voorz. perikelen cesseerden , maar omdat
>> men meende daarin voorzien te wezen bij twee midde
>> len , namelijk dat men de handeling niet zou aanvangen
>> zonder eerst en alvoren bij brief en zegel zoo van den
>> Koning van Spanje als de Aartshertogen verzekerd te
» wezen , dat dezelven ten eeuwigen dage op de landen
>> niet zouden hebben te pretenderen eenig recht van sou
>> verainiteit , ten andere dat de Provincien , steden en leden
>> van dien malkanderen beloofden in geene handeling te
>> treden ,
>> hebben.
zonder eerst de voorz. brieven ontvangen te
Waarop de Aartshertogen wel verleend hebben
>> acte van den 24sten April 1607 en hare brieven van den
>> 12den Juny daaraanvolgende , inhoudende belofte van het
>> zelve bij
den Koning van Spanje te doen aggreëren :
>> maar deze aggreatie is tot nog toe in· ' t geringste niet
>> geschied. De Heeren Staten Generaal daardoor bemer
» kende , dat de Koning van Spanje deze aggreatie bij zijne
>> acte in dato den laatsten Juny 1607 genoegzaam refu
>> seerde , en bij zijne acte van den 16den September 1607
>> in zulker voege restringeerde , dat men klaarlijk speuren
» konde ,
dat men dezelve van hem niet had te verwach
>> ten , vonden groote zwarigheid om te consenteren van op
» de voorz . acten in handeling te treden. Dan eindelijk is
>> men bij advies en inductie van de Heeren Ambassadeurs
» zoo wijd van de voorz. resolutien afgeweken , dat men
>> den 23sten December 1607 goedgevonden heeft in handeling
>> te komen , zonder op de voorz. aggreatie voorder in
>> stantie te doen , mits dat de Provincien malkanderen
>> eendrachtelijk , oprechtelijk en ter goeder trouw beloof
» den ,
dat in het eerste artikel van de handeling zoo wel
>> van vrede als van stilstand uitdrukkelijk zoude moeten
1
192
AANTEEKENINGEN
130.
» gesteld en toegestaan worden der landen vrijheid , en dat
» de Koning van Spanje en Aartshertogen daarop niet pre
>> tenderen ,
en
zulks in den besten form , en bij gebreke
» van dien , dat de handeling gebroken en het oorlog met
» gemeene macht hervat zoude worden : meenende zij alzoo
» malkanderen wel verzekerd te hebben , doordien men zon
>> der afstand van ' s vijands pretensien niet zoude hande
len , en bij gebreke van dien gelijkelijk en zonder scheu
>> ring den oorlog weder aannemen .
Volgende ' t welk in
>> de handeling van vrede gekomen zijnde , is bij een van
>> de eerste artikelen van dien met advies van de voorz.
>> Heeren Ambassadeurs en bewilliging van beide partijen ,
>> na lange beraadslaging en overweging van alle woorden ,
» gemaakt een formulier van de voorz . verklaring , hetwelk
>> medebrengt , in wat voege beide de partijen als ook de
>> Heeren Ambassadeurs verstaan hebben , dat de voorz. er
>> kentenis van der landen vrijheid en afstand van ' s vijands
>> pretensien behoorde te geschieden , als dezelve suffisant
» en bondig zoude wezen ; inhoudende mede , dat de renun
» tiatien , daartoe noodig , bij een bijzonder artikel nader
» in den besten form zouden worden gesteld . Waaruit dan
>> besloten wordt , dat de meening , verstand en intentie der
>> beide
partijen mitsgaders van de Heeren Ambassadeurs
>> altijd geweest is , dat de woorden gesteld in de voorz.
>> acte van den 24sten April 1607 niet suffisant waren om
» te dooden de pretensien van den vijand , maar dat die
» gesteld moesten worden in den besten form , dat is , van
» geen titel of wapenen te voeren en voor haar en hare
» nakomelingen ,
met behoorlijke
renuntiatien
en beloften
>> van ten eeuwigen dage (want de vrede voor eeuwig is)
>> op de landen niet te pretenderen. Nadien nu dit artikel
>> eens afgehandeld en geaccordeerd is , zoo behoort in geen
» dispute gesteld noch ook in ' t geringste geweken te wor
>> den van hetgeen , daarop de voorz . vredehandeling zoo
>> lang gecontinueerd en diverse punten ter wederzijde ge
>> sloten en toegestaan zijn , en dat zoo weinig bij de Pro
» vincien , steden en leden van dien , als bij den vijand
>»> zelfs : want bij eenige Provincien en leden derzelven kan
AANTEEKENINGEN
130.
193
» daarvan niet geweken worden , overmits zij , om zich
>> tegen de voorz . inconvenienten te verzekeren , malkan
>> deren beloofd
hebben zoo wel de handeling van vrede
>> als van treves af te snijden , bijaldien men de voorz.
» verklaring in den besten form niet konde verkrijgen. En
>> over den form mag nu niet gedisputeerd worden , mitsdien
>> bij het voorz . artikel die form zoo solemnelijk als boven
» geaccordeerd en besloten is geweest : want den form nu
>> wederom in dispuut te willen brengen , is niet anders
>> als de scheuring eene kleur te geven .
Doch is ook tegen
» die dispute , den form belangende , voorzien bij twee reso
>> lutien , de eene in dato den 30sten Augustus gevolgd op
>> eene resolutie van de Heeren Stater van Holland van
>> den 29sten, inhoudende , dat de voorz . verklaring of er
>> kentenis zal wezen voor altijd , ook na de expiratie van
>> de treves ,
het zij
dat er vrede ten principale gemaakt
>> wordt of niet ; en de tweede in dato den 13den September
» 1. daarbij den Gezanten van de Aartshertogen opgelegd
>> wordt te vertrekken , bij zoo verre zij bij den Koning
» van Spanje vóór den laatsten derzelve maand niet waren
>> gelast de voorz . erkentenis te doen voor altijd : uit ' t welk
>> volgt ,
dat , schoon
men bij gemeen consent de voorz.
» verbindtenis , beloften en resolutien zou mogen te niet
>> doen , ' t welk - zonder 18 perikel van onzen Staat niet kan
>> geschieden ,
nog evenwel van deze resolutien niet mag
>> geweken worden zonder ' t publieke geloof te verkorten ,
>> ook schoon de meeste stemmen zulks verstonden . Want
» de Nadere Unie van Utrecht mitsgaders ' t verbond ,
>> tusschen de steden en leden van Holland gemaakt , in
>> zaken van dusdanige natuur geene overstemming toela
>> ten ; en opdat dit avontuur van stemmen ons niet zoude
>> werpen in de
>>> beloften
voorz. zwarigheden , zoo zijn de voorz.
en verzekeringen gedaan van 't zelve niet te
>> zullen stemmen , maar blijven bij de voorz . resolutien
>> zonder verandering , om niet te vallen in de inconvenien
» ten , die wij nu voor oogen zien . Dewijl dan de voorz .
>> resolutien zijn genomen als een verbond , dienende tot
» voorkoming van alle scheuringen , die uit de verscheiden
13
III
194
AANTEEKENINGEN
130.
>> heid van de adviezen zouden mogen spruiten , wanneer
» men van den eersten voet en zoo voorts tot andere
> nieuwigheden zou willen schrijden , daarvoor in deze han
»
>> deling allermeest staat te vreezen , zoo moet ook volgen ,
» dat degenen , die zonder algemeen en eendrachtig consent
>> eenigzins zouden komen te declineren van de voorz. reso
>> lutien of van hetgeen met zoo goede kennis solemnelijk
» met den vijand is geaccordeerd , hare beloften te buiten
>> zouden gaan , en alzoo oorzaak zijn van alle disputen ,
>> twisten en scheuringen , die daaruit zouden mogen komen
>> te rijzen , als wijkende van de resolutien , die tot hand
>> houding van eendrachtigheid zijn genomen , en integendeel
>> dat de eere van eendracht competeert dengenen , die be
» geeren te blijven bij hetgeen eendrachtelijk is besloten :
» want indien
wij beginnen onze genomene resolutien te
» veranderen , te buigen of te breken , zoo kunnen wij onze
>> ruine niet ontgaan. De Gecommitteerden van den vijand
>> kunnen ook met geen fundament bij de treves in twijfel
>> trekken hetgeen bij het voorz . artikel van de vredehande
>> ling is toegestaan , ofschoon de vredehandeling gebroken
>> is ; gemerkt het afstaan van hare pretensien op de landen
>
» niet anders is dan de verklaring van eenerlei zaak , die in .
>> denzelfden form toegezegd is zoo wel bij treves als vrede ,
>> en derhalve ook in beide gevallen in denzelfden form ge
>> daan moet worden , die henl . ook niet meer bezwaart in
» eer ,
reputatie of substantie , wanneer die gedaan wordt
>> in de treves
dan in den vrede : zoodat , indien zij ons
>> wilden accorderen de substantie van hetgeen zij ons be
>> loofd en bij de handeling van den vrede toegestaan heb
zouden zich aan de woorden , bij henl . eens
>> goedgevonden , nu geenszins stooten : en al hetgeen bij
>> henl . nu voorgegeven wordt , zijn maar bedriegelijke pre
>> ben , zij
» texten.
Dan ,
om
de waarheid te zeggen , zoo wordt de
» vijand daartoe
alleen gemoveerd door de hope , van ons
» door ijdele , donkere en op schroeven gaande woorden in
>> dispute en oneenigheid en volgens in scheuring en alzoo
>> eindelijk tot eene reconciliatie te brengen ; ' t welk zijn
>> eenig dessein is , daartoe hij aanvankelijk deze handeling
AANTEEKENINGEN
130.
195
>> heeft beleid , zonder ooit gedacht te hebben de pretensien
» op deze landen ter goeder trouw te quiteren , gelijk men
» bij zoo vele goede adviezen van alle kanten gewaarschuwd
>> is geweest : 't welk ons immers billijk achterdenken be
>> hoort te geven en bewegen van geene andere formulieren
>> te hooren spreken , verzekerd , dat men het formulier
>> niet zou weigeren , zoo men de substantie oprechtelijk
>> wilde toestaan : invoege , dat , hoe men ditzelve meer in
>> dispute trekt , hoe wij ons daarvan meer moeten verze
» kerd houden , en met des te meerder standvastigheid ons
>> daartegen wapenen . Wij vertrouwen vastelijk , indien de
>> Heeren Ambassadeurs van deze gelegenheid wel waren
>> geinformeerd geweest , dat zij ons geenszins zouden raden ,
>> om door verandering van de fundamentele regelen van onze
>> regering , en van de resolutien en verbonden , daarmede
» wij malkanderen verzekerd hebben , om te treden in eene
» handeling , daarvoor wij en onze ouders zoo zeer hebben
>> geschrikt , dit alles wederom te brengen in dispute en ons
in hasard van tweedracht en onder
» daardoor te stellen
"
>> gang ,
en dit om aan te nemen eenen stilstand van vele
die zoo weinig in de wereld is gepractiseerd ge
>> weest , en die de Heeren Ambassadeurs zelfs bekennen ,
>> niettegenstaande de redenen , bij H. Ed. aangetogen , zeer
» vele zwarigheden en inconvenienten onderworpen te zijn ;
jaren ,
>> zoodat alzoo apparent is , dat wij door denzelven stilstand
>> van erger als beter conditien zouden worden. Immers is
» buiten twijfel , dat de vijand daardoor in beteren en ver
» zekerden staat zoude worden gesteld , en na expiratie van
» de treves meer voordeels op ons hebben , als hij gedu
>> rende zulken tijd van treves bij openbaren oorlog op ons
>> zoude kunnen gewinnen. De autoriteit van de Koningen
» en van de Heeren Gezanten , mitsgaders de beneficien , die
» wij van H. Majen ontvangen hebben , verobligeren ons
» billijk tot allen mogelijken respecte en dankbaarheid in
» al ' t gene dat in ons vermogen , ook eerlijk en deugdelijk
>> is : maar wij moeten verzekerd zijn en op hare gerechtig
>> heid en goede genegenheid volkomelijk ons vertrouwen ,
» dat zij van ons niet begeeren , hetwelk men zoude mogen
13*
(
196
130.
AANTEEKENINGEN
>> verstaan anders te wezen.
Zoodat in dezen niet anders
>> valt te examineren , dan of deze treves en conditien , die
>> ons worden geproponeerd , zoodanig zijn , dat men met
>> verzekerdheid en voordeel van onzen Staat daarop zoude
>> komen in onderhandeling : want indien die zoodanig be
>> vonden worden , dat onze Staat daardoor zoude vallen in
>> perikel en merkelijk achterdeel ,
zoo kan men ons niet
» verdenken , dat wij op onze eigene conservatie letten ,
>> ook niettegenstaande onze opinie van de hare mocht ver
>> scheiden zijn , doordien deze deliberatie alleen ons en
>> niemand
anders
is
incumberende .
Staande
dan
alleen
>> hier te delibereren , of men met voordeel en verzekerdheid
>> van onzen Staat , behoudenis en welvaren van de goede
>> ingezetenen , die daarvoor zoo veel hebben geleden , in
>> handeling van den langen stilstand behoort te treden , zoo
>> dunkt ons voor ons advies , dat men behoudens eer en
>>
>>·
»
»
eed en de getrouwigheid , die men elkanderen bij zoo
vele resolutien en verbonden heeft beloofd , en daarop
men malkanderen in deze handeling heeft gebracht , mede
om geene scheuring te veroorzaken door inbreuk • van
>> hetgeen eendrachtelijk is besloten , niet mag wijken van
>> het voorz. artikel , bij de vredehandeling op de souverai
» niteit ter wederzijde geaccordeerd , maar dat men dien
» volgens behoort te hebben eene verklaring van de souve
养>> rainiteit , gesteld met goede , klare en geenszins tweezinnige,
>> captieuse , dan met dezelfde woorden , die in het voorz .
>> artikel begrepen staan , en dat men daarom in geene han
>> deling behoort te komen , vóór en aleer de Aartshertogen
» dezelve verklaring bij den Koning van Spanje zullen heb
>> ben te wege gebracht , zoo mits redenen voren verhaald ,
>> als diegenen , die wij aangeteekend hebben op elk artikel
» van het discours der voorz . Heeren Ambassadeurs hierne
>> vensgaande : verzoekende , dat gijl. daarop letten en resol
>> veren wilt met zulken ernst en sinceriteit , als ul. eigene
>> conservatie ten hoogste vereischt , wij ul . vertrouwen , en
>> gijl. ' t zelve voor het vaderland en de posteriteit gedenkt
>> te verantwoorden . Altijd willen wij ons hiermede tegen
>> het land en ul. voor God en de wereld van ons devoir
AANTEEKENINGEN
130.
197
» gekweten , en van allen onheil , die anderszins den lande
>> overkomen mochte , geëxcuseerd , en voorts • alles tot ul .
>> eigene voorzichtigheid , gewoonlijken ijver en zoo menigmaal
>> bewezen courage en trouwigheid gesteld hebben. En hier
>> mede , Erentfeste , Eerzame , Wijze en Discrete , Lieve ,
» Bijzondere , zijt Gode bevolen. In ' s Gravenhage den
>> 21sten (1) October 1608. Ul. goede Vriend , m. d. n.”
>> Consideratien van Z. Exc. en
» Graaf WILLEM VAN NASSAU op de
>> redenen bij de Heeren Ambassa
>> deurs den 13den dezer overgegeven
>> tot nadere verklaring , bewering en
>> bevoordering van hare propositie ,
>> gedaan den 27sten Augustus 11. op
» 't stuk van den stilstand voor vele
>> jaren (2).
» Op ' t eerste artikel , beginnende : Men zegt
» ten eerste dat de liberteit , etc. (3).
>> Dewijl het gantsche stuk daarin alleen bestaat , dat het
>> land na eenen veertigjarigen krijg gesteld mag worden in
» rust en vrijheid , zoo is ook vooral noodig , dat de sou
» verainiteit uitgedrukt worde met genoegzame , klare en
» geenszins twijfelachtige woorden , gemerkt de Koning van
» Spanje diezelve anderszins t' allen tijde uitleggen kan t'
>> zijnen voordeel. Nu kan een ieder van gezonden oordeel
>> we verstaan , dat die woorden , die men ons poogt te
(1) Het is mij onzeker , of men 21 , dan wel 23 lezen moet.
JEANNIN heeft het eerste.
(2) Vgl. bov. aant. 127.
(3) >> On dit en premier lieu , que la liberté n'est pas bien assurée
et pour toujours , par les mots contenus en notre écrit et en la
première trève : et nous répondons , si le zèle de ceux qui sont de
cette opinion , ne va qu'au public , qu'il y en a assez pour les
contenter : car la trève n'étant restreinte ni limitée au temps de
la tréve , mais accordée en mots généraux et indéfinis , c'est autant
que si ces mots , pour toujours , y étoient ajoûtés , attendu qu'c'est
un acte qui de sa nature ne reçoit temps ni condition , s'il n'est
nommément dit et exprimé ."
198
AANTEEKENINGEN
130 .
» doen gelooven , in geener maniere uitdrukken noch inhou
>> den ' t geen men begeert. Want men niet verzoekt noch
1
» ook behoeft eenige verklaring van onze vrijheid of van
>> een vrijen Staat , overmits wij altijd vrij geweest zijn ook
» onder onze Prinsen , die ons wettelijk naar de rechten en
» privilegien der landen geregeerd hebben. Maar om eens
>> uit deze langdurige oorloge te geraken , zoo hebben wij
» van noode de verklaring van onze wederpartij , van dat
» zij beloven nimmermeer iets te pretenderen op de heer
>> schappij dezer landen. Dan zonder dezelvige kunnen wij
geere hopening hebben van t' eenigen tijde in ruste te
» kunnen leven , gelijk bij alle resolutien , over deze hande
» ling genomen , altijd eendrachtelijk is verstaan : anders
» zins ' t geen men ons belooft zonder de voorz . verklaring ,
>> kan tot geen ander einde dienen , als om tot de preten
>> sien te geraken en deze landen t' onder te brengen , te
d dt
niet te preten
>> meer wijl die woorden van op de vrijhei
wor
happij
niet wegnemen ,
de heersc
op d
» deren , de pretensienan
stilst
»
, verscheiden zaken
komt
» mitsdien de vrijheid en heerschappij twee
begrepenI
» zijn : daarbij gevoegd , dat alles wat in een tractaat van
met den uit
>> stilstand begrepen wordt , komt te expirere
tractaat na
» gang van den stilstand ; zoodat het geheele
gemaa
kteli
tenjkware
be
>> zijne expiratie gehouden wordt als niet
>> de continuatie van eenig punt voor altijd expresselijk be
>> dongen mocht wezen. Daarop dan des te meer gelet
>> moet
worden ,
omdat
des
Paus Nuntius in
Frankrijk
>> zijnde , en de Jesuiten hare uiterste naarstigheid den ,
» ten einde deze form , bij de Heeren Gezanten voorgeste
>> goed en genoegzaam gevonden mag worden. Daarom ook
>> ' t woord voor altijd des te meer vereischt wordt , mits
» dien bij tractaten van peis gemeenlijk een artikel wordt
>> gesteld , dat dezelve eeuwig zijn zal : maar indien bij een
» tractaat van stilstand ' t woord voor altijd niet uitgedrukt
>> is , zoo komt de souverainiteit ook uit te gaan en te
>> cesseren met den stilstand . En de meening van de Hee
>> ren Staten is , dat de souverainiteit zal eeuwig zijn , en
» de Gedeputeerden van de Aartshertogen hebben wel ron
>> delijk verklaard ter contrarie , dat hare Meesters dezelve
AANTEEKENINGEN
130.
199
>> niet verstaan langer te zullen duren als voor den tijd van
>> den stilstand.
>> Op ' t artikel beginnende :
Men moet ook con
» sidereren , etc. (1).
>> Wij verzoeken geen octroy of gift van vrijheid , als
>> wel wetende ,
dåt. wij die van ons zelven hebben : maar
>> hier wordt gehandeld om de wapenen neder te leggen en
>> 't land in , verzekerdheid te brengen; ' t welk niet kan
>> geschieden ,
ten zij de Koning van Spanje volkomelijk
» quitere zijne pretensien op deze landen voor altijd : want
>> die huiden niet pretendeert , kan morgen pretenderen :
>> daaruit dan
ook
blijkt de captieusheid en ' t perikel in
>> den voorgestelden form gelegen.
» Op ' t artikel beginnende :
Gijl.
behoort niet
« meer te begeeren , etc. (2).
» Wat is dit anders te zeggen , dan dat wij de Aartsher
» togen of , om klaarder te spreken , den Koning van Spanje
(1) » Il faut aussi considérer , que ce n'est pas de l'octroi et con
cessions des Princes avec lesquels vous traitez , que devez tenir votre
liberté : car vous avez toujours maintenu que vous êtes affranchis
de leur sujection par un décret public et solemnel fondé en bonne
raison , et que deslors la prise des armes pour le défendre a été
juste et licite ; par ainsi qu'on ne vous a pu qualifier en quelque
temps que ce soit , sujets rebelles , ce que toutefois adviendroit ,
s'il falloit rechercher à obtenir d'eux , non une simple confession et
déclaration qu'ils vous tiennent pour libres , mais le titre entier et
absolu de votre liberté , lequel ne pourroit commencer en ce cas
qu'au jour de la concession qui vous en auroit été faite."
(2) » Vous ne devez non plus demander , qu'ils vous quitent ,
cèdent et remettent quelque chose du leur , pourceque les Souve
rains ne sont que simples administrateurs de leurs États , et ne
leur est loisible de les amoindrir au préjudice de leurs successeurs
par quelque traité que ce soit , n'y ayant que la seule force qui
leur puisse ôter et faire perdre ce qui leur appartient. Aussi qui
conque l'occupe sur eux soit sujet ou étranger , doit pourvoir à ce
que la même force qui le lui a fait acquérir , dure pour la lui
conserver , du moins par un si long temps , que la possession im
mémoriale et l'oubliance ou foiblesse de son ennemi l'en rende vrai
maître et seigneur."
200
AANTEEKENINGEN
130.
>> kennen moeten voor Sonvereinen Heer ; daartoe men bil
>> lijk vreest dat deze stilstand dienen zal tot een voorbe
>> reidsel? En waartoe kan dezelve anders strekken , als
>> dat de vijand
ons
gebracht
hebbende
buiten
zorg
en
>> achterdenken , en geredresseerd zijnen staat en finantie ,
>> ons mag overvallen en grondelijk ruineren , zonder dat
» wij onze zaken alsdan zullen mogen of kunnen redden
>> in eeniger maniere , ' t welk in der waarheid zijn eenig
>> dessein en voornemen is : zijnde opmerkenswaardig , dat
>> Keizer KAREL V
zich
niet heeft gecontenteerd , dat hij
>> over de 70 jaren in volle en rustelijke possessie was ge
>> weest van Vlaanderen , maar dat hij den Koning van
» Frankrijk FRANÇOIS I heeft doen renuntieren van de sou
>> verainiteit van dien , en dat wel in eenen anderen form ,
>> als men ons hier voorstelt.
» Op ' t artikel beginnende :
Gij hebt dan niet
» van hen te verzoeken etc. (1 ) .
>> Dit punt is hierboven beantwoord bij het eerste en
>> tweede artikel , te weten , dat vooral noodig is , dat de
>> souverainiteit wel uitgedrukt worde , ten opzichte van de
>> nature des stilstands , dewelke expirerende , alles komt te
>> cesseren , alsmede dat het land vrij is van zich zelfs , en
>> in zekerheid niet gesteld kan worden, zonder dat de Koning
•
» van Spanje quitere en renuntiere van zijne pretensien.
» Op 't artikel beginnende : Wij deden ook deze
» declaratie etc. (2).
(1) » Vous n'avez donc à requérir d'eux , si non qu'ils vous recon
noissent ce que vous êtes sans eux et malgré eux , c'est-à-dire libres ,
comme un titre et qualité , sans lequel reconnu et advoué , vous
n'eussiez voulu traiter avec eux ni avec autre Souverain quelqu'il´
soit. Or ce qui est contenu en ladite première trève et en notre
écrit, l'exprime si clairement , que personne n'en peut doûter avec
raison , et qui plus est , ces mots ajoutés à la reconnoissance de
votre liberté , qu'ils ne • prétendent rien sur vous , seroient même
suffisants , pour les exclure à l'avenir de tous droits de supériorité
et autres quelconques , s'il y a quelque moyen de les quitter et
remettre par traité."
(2) » Nous fimes aussi cette déclaration dès lors qu'on commença
AANTEEKENINGEN
130.
201
>> Het artikel van de souverainiteit is bij de vredehan
>> deling niet alleen gesteld met voorgaande advies der Hee
>> ren Ambassadeurs , maar ook bij dezelven niet genoeg
» zaam dan krachteloos geacht , zonder de woorden van
» jegenwoordig en toekomende , en voor haar en hare nako
» melingen : hebbende ook te voren altijd verklaard , dat
>> wij bij tractaat van bestand noodwendig hebben moesten
>> dezelve souverainiteit voor altijd .
>> Op 't artikel beginnende : Maar men objec
» teert etc. (1) .
>> 't Is niet genoeg , dat de vijand zegt : want ook de
>> verklaring , die de Heeren Ambassadeurs gedaan hebben
>> ter vergadering van de Heeren Staten Generaal op den
>> 18den dezer , (als H. Ed.
proponeerden en overleverden
à traiter du point de la souveraineté , qu'il y en avoit assez en la
première treve pour vous maintenir libres au préjudice des Archi
ducs , lesquels avoient fait la reconnoissance y contenue , et qu'on
en pourroit autant dire du Roi d'Espagne , quand il auroit fait la
même déclaration ou ratifié celle desdits Sieurs Archiducs. Mais
nous ayant été dit alors qu'on pouvoit espérer un plus grand éclair
cissement , et voyant aussi que plusieurs le désiroient avec ardeur ,
comme s'il eût été nécessaire pour la sureté publique ; il nous
sembla qu'on le devoit tenter , et nous nous rejouimes , quand l'eûtes
obtenu , non toutefois quand on consentit de vous quitter les noms ,
titres et armes , car cette déclaration qui nous sembloit honteuse
et sans exemple , faite avec si grande facilité par des Princes , qui
n'étoient en état de faire chose indigne de leur grandeur , nous fut
deslors suspecte , ne pouvant imaginer la cause d'une offre si spé
cieuse , qui depuis nous a été connue."
(1 ) » Mais on objecte , s'il est vrai que les mots contenus audit
écrit , soient suffisans pour assurer votre liberté , pourquoi les députés
des Archiducs font difficulté d'y ajouter l'explication requise. Ils
répondent , qu'ils ne sont tenus ni obligés à rien de plus ; que c'est
aussi tout ce qu'ils ont promis au nom du Roi d'Espagne et pu
obtenir de lui encore avec très-grande difficulté , son Conseil étant
plutôt disposé à rompre ce traité aux conditions par vous requises ,
que d'aider à le conclure : ainsi qu'on s'en doit contenter sans les
presser outre l'obligation et le pouvoir , attendu qu'en effet il y
en a assez , et que ce qu'on prétend y faire ajouter , serviroit plu
tôt pour les offenser que pour assurer davantage votre liberté. "
202
AANTEEKENINGEN
130 .
» de artikelen van den stilstand , ) van dat zij alle mogelijke
>> devoir gedaan hadden en nog doende waren om te wege
>> te brengen eene vastere en sterkere verklaring van de
>> souverainiteit , als zij dan ook altijd bij de Gedeputeerden
» van de Aartshertogen geinsisteerd hebben en nog insis
>> teren op de woorden , Wij houden ze en verklaren ze voor ,
» vrije Staten , wijst klaarlijk aan eene notoire contradictie ,
» immers dat de voorgestelde form niet kan gehouden wor
>> den voor genoegzaam , maar veeleer dat zij het doen bij
>> maniere van acquit , latende ons zelfs ' t oordeel over onze
>> eigene zake.
En dat meer is , zoo zijn niet alleen de
>> Aartshertogen gehouden hetzelve te presteren ; maar ook
de Koning van Spanje heeft uitdrukkelijk beloofd bij zijne
>> acte van aggreatie van den 18den September 1607 te zullen
>> onderhouden en observeren en doen observeren en vol
>> brengen alle en iegelijke punten zoo wel van den stil
>> stand als van den vrede , daartoe zich verbindende in
» Koninklijke woorden met alle generale en particuliere
>> renuntiatien en obligatien , die behooren en van noode
>> zijn : daarenboven hebben de voorn. Gedeputeerden zoo
» in den name van de Aartshertogen , als van den Koning
» van Spanje bij de vredehandeling geaccordeerd het artikel
>> van de souverainiteit in den form als het ligt , die wel
>> anders luidt , als dien men ons hier voorstelt.
» Op 't artikel beginnende : Het is daarom dat
» wij estimeren , etc. (1).
>> Daar is geene apparentie , dat de stilstand worden zal
>> een volkomen vrede , anders als tot voordeel van den
>> vijand , als die zich bij middel van dien eindelijk meester
>> maken zal van deze landen tot derzelver uiterste verderf
>> en ellende.
(1 ) » C'est pourquoi nous estimons , qu'on fera mieux et plus
sagement de s'en contenter , qu'en voulant essayer d'obtenir ce qui
n'est pas nécessaire , perdre l'occasion de faire un traité qui vous
doit faire jouir d'un bon et assuré repos durant la trève , et donner
aussi espérance qu'elle deviendra paix absolue , si vous vous con
duisez bien ."
AANTEEKENINGEN
130.
203
>> Op 't artikel beginnende : Zoo ver u deze re
» denen niet contenteren etc. (1) .
>> Niet genoeg is het , dat de Prinsen ons houden voor
» vrij ; maar 't is noodig , dat ook alle de ingezetenen
» daarvan in haar gemoed verzekerd zijn , opdat zij niet
>> mogen zien naar eene andere opgaande zon : ook zijn die
» Koningen en Prinsen maar verbonden gedurende den stil
>> stand : maar alle de zwarigheid is gelegen in ' t uitgaan
>> van dien.
» Op 't artikel beginnende :
Voorts zoo is het
» zekerlijk etc. (2).
>> Daar is groot onderscheid te bewilligen in eene souve
» rainiteit , die klaar is , en in eene zoodanige , die men op
>> twee zinnen kan verstaan en trekken . Want de klare
» maakt de oorzaak van den krijg kleiner , en bij de an
>> dere geven wij den vijand stof , om zijne pretensien te
>> justificeren , en een pretext om van ons te vervreemden
>> en tot zich te trekken onze Geconfedereerden zelfs , gelijk
» dan bij den dood en tijd alle zaken van de wereld ko
D men te veranderen.
>> Op ' t artikel beginnende : Het is dan de avon
» ture van wapenen etc. (3).
(1) » Si ces raisons ne vous contentent , considérez à qui vous
avez besoin de persuader qu'êtes vraiment libres et exempts pour
toujours de la sujection d'autrui . N'est-ce pas aux Princes qui sont
VOS amis et intéressés en la conservation de votre liberté ? Or ils
vous déclarent par nous qui sommes leurs Ministres , qu'il y en a
assez pour leur donner cette créance , et pour contenter même la
raison et le jugement de quiconque voudra examiner cette affaire
sans passion ."
(2) » Puis il est certain , que les Princes avec lesquels vous
traitez , ne vous mettront jamais en justice pour avoir l'explication
de cet article , mais vous feront la guerre , si bon leur semble après
la trève expirée , sans vous déclarer la cause , ni si c'est comme
à sujets rebelles ou comme à justes ennemis : ils ne vous rendront
non plus raison de leur victoire , si leurs armes sont heureuses ,
ni vous à eux de la vôtre , si l'heur est de votre côté , mais en
userez d'une part et d'autre à discrétion , et ainsi qu'il vous plaira.”
(3) » C'est donc le sort des armes qui doit être seul arbitre et
204
AANTEEKENINGEN
130.
» Bij de klaarheid van tractaten worden niet alleen zware
>> oorlogen , maar ook rechtvaardig of onrechtvaardig (1 ), en
>> is daarom dezelve klaarheid gants noodig voor dezen Staat :
>> en naar de rekening , bij dit artikel voorgegeven , behoef
» de men geene tractaten altoos te maken , gemerkt alle dif
>> ferenten beslicht zouden moeten worden door de wapenen.
» Op ' t artikel beginnende : Men zegt nog , dat
» de Koning van Spanje etc. (2).
» Het is al te zorgelijk zich te betrouwen op deze onze
» kerheden , te meer wijl de Koning van Frankrijk ons
>> dienen kan tot een contrarie exempel : maar men moet
>> veeleer gelooven, dat de Koning van zoo eene spáarzame
>> natie en die al te groote schatten heeft om door lust of
>> genoegte uitgeput te worden , gedreven wordende door
>> zijne hoogmoedige en eergierige natie , schatten vergaderen
>> zal om onder zijne gehoorzaamheid te brengen deze lan
» den , als die hem voor een goed deel in den weg zijn
>> geweest , dat hij zich niet heeft kunnen maken Monarch
>> van Europa.
>> Op ' t geen daar in ' t zelve artikel staat : Gij
» ter contrarie, die niet zult denken etc. (3).
juge souverain de ce différend , non les mots du traité qu'on inter
prète toujours au dommage de ceux qui sont foibles et vaincus ,
quoiqu'ils soient couchés si intelligiblement que personne n'en doive
doûter , et jamais au préjudice des victorieux , lesquels ont en le
29
moyen de prouver la validité de leur droit par les armes ."
(1) Hier ontbreekt iets aan den zin.
(2) » On dit encore , que le Roi d'Espagne aura loisir pendant
cette trève de faire amas de finances pour renouveller la guerre ,
quand elle sera finie , avec plus de force et vigueur , qu'il ne pour
roit a-présent , qu'il en est épuisé par la longueur de la guerre :
mais il advient peu souvent , que les grands Rois et jeunes , comme
est celui-ci , • se mettent a thesauriser , étant de leur naturel plus
enclins aux prodigalités et dépenses superflues qu'à l'épargne : puis
ne vous ayant plus pour ennemis , il en cherchera d'autres qui
l'épuiseront aussi bien de finances et moyens que cette guerre ici :
car il commande a une nation fière , ambitieuse et impatiente du
repos."
(3) >> Vous au contraire qui ne penserez point à vous accroitre ,
AANTEEKENINGEN
130.
205
>> Zoo wijd is ' t van daar , dat wij eenige schatten zou
>> den kunnen verzamelen , dat ter contrarie onze middelen
>> en nering zullen komen te verzwakken . Want de havenen
>> van den vijand geopend zijnde ,
zal de nering derwaarts
>> gediverteerd worden , als men alreede bij deze schorsing
>> van wapenen inderdaad bevindt , en de gemeente alom
>> daarover klaagt.
>> Op 't artikel beginnende : Eenigen voegen ook
» daarbij etc. (1).
>> Niemand begeert , dat men ter zake van deze vreeze
>> het
oorlog continueren zal , maar
die de humeuren en
>> practijken van den vijand , alsmede de gesteltenis van
>> onzen Staat kent , behoort dit inconvenient niet te ver
>> achten.
mais seulement
à vous conserver ,
vivrez en amitié avec tous VOS
voisins , et s'il y a grande apparence , qu'étant déchargés des dépenses
de la guerre , et obligés seulement à l'entretènement de quelques
garnisons pour votre conservation , vous éviterez toutes autres dépen
ses superflues pour acquiter vos dettes et amasser quelque fonds
qui vous puisse servir contre les nécessités de l'avenir , tant pour
ce que le passé vous a enseignés que devez user ainsi , que pour
être la coûtume des Républiques de mettre tout leur revenu à
profit."
(1) » Aucuns y ajoûtent aussi , quelle lui donnera le moyen de
faire des pratiques parmi vous et d'en corrompre quelques-uns pour
Vous diviser et enfin assujettir ; qu'il y a déjà des semences de
dissension entre les Provinces et les villes , même l'une contre l'autre ,
que l'oisiveté et le repos feront croitre ; au lieu que durant la
guerre la crainte des ennemis tient un chacun en devoir , union et
amitié. Ce mal peut arriver et est sagesse de le craindre et pré
voir pour s'en garantir , non pour le mettre en si grande considéra
tion qu'il faille perpétuellement demeurer en guerre pour l'éviter :
et néanmoins c'est le vous conseiller que de vous vouloir persuader
de rejeter la trève à cette occasion : car la guerre ne peut jamais
finir à votre avantage par une victoire absolue contre un ennemi
si puissant que celui auquel vous avez à faire , et vous ne sauriez
non plus penser en quel temps que ce soit à vous mettre en repos
soit par paix ou par trève , que vous n'y rencontriez toujours la
crainte des mêmes dangers et inconvéniens."
206
130.
AANTEEKENINGEN
» Op 't artikel beginnende : En nog veel meer
» in vrede etc. (1).
» Deze inconvenienten staan meer te beduchten bij eenen
>> stilstand als vrede : want degenen , die alzoo geneigd zijn ,
» zullen bij tijde van stilstand meer aangevochten worden
>> van den vijand , in denwelken
zij
achten
zullen meer
gehouden te zijn , daar hiertegen de vrede alle diergelijke
>> genegenheden zoude doen vergeten. En alhoewel de rede
» vereischt , dat men bij tijde van stilstand meer op zijne
» hoede zij , zoo lijdt dat evenwel onze gelegenheid niet :
» ja onze zorgeloosheid , daarin wij door den stilstand zul
>> len komen te vallen ,
>> zaak geven ,
zal den vijand des te meer oor?
om zijne gewoonlijke practijken te werk te
>> leggen en ons hier of daar aan te grijpen.
>> Op 't artikel beginnende : Voorder als men
» considereert etc. (2) .
>> Weinige luiden vermogen veel in onzen Staat zoo wel
» ten goede als ten kwade , gelijk verscheidene voorgeloo
>> pen exempelen genoegzaam uitwijzen. En blijkt klaar
>> lijk , dat velen , ook geboren zijnde in deze vrijheid ,
(1) » Et encore plutôt en paix qu'en trève , d'autant que la paix
entière et perpétuelle a prèsque toujours pour compagne une grande
sécurité qui nous rend nonchalants et par ainsi exposés à toutes
sortes d'embûches , surprises et périls ; au lieu que la crainte de
rentrer en guerre lorsque la trève sera finie , vous doit servir d'un
poignant éguillon pour vous contraindre à demeurer bien unis et
tenir ensemble toutes les pièces de votre État. Elle vous doit rendre
encore plus soigneux , vigilans et affectionnés à contribuer ce qui
sera requis pour votre conservation et vous tenir pareillement en
plus grande défiance des Princes qui pourroient encore devenir
quelque jour vos ennemis : c'est pourquoi il y a des gens sages
et affectionnés a votre État qui tiennent cette voye du milieu entre
la guerre et la paix , qui est la trève , vous devoir être plus utile
et assurée que le changement tout a coup d'une extrémité à l'autre."
(2) » Davantage quand on considère la constitution de votre État
et que corrompre peu de gens parmi vous ne sert de rien , a cause
du changement fréquent des Magistrats , qui ôte le moyen de s'attacher
à plusieurs ensemble qui ayent une puissance d'assez longue durée pour
conduire quelque trame contre l'État ; cette crainte semble du tout
AANTEEKENINGEN
>> daarom
130.
207
niet laten den vijand t'eenemaal toegedaan te
» zijn , gemerkt zij die ingewortelde Spaansche wreedheid
>> niet hebben beproefd als wel de ouden.
>> Op ' t artikel beginnende : Dit perikel van
» practijken en corruptien etc. ( 1) .
>> Dit staat voorzeker te bezorgen ingeval van eenig on
>> geluk. Nochtans zoo heeft de vijand zoo goede gelegen
>> heid niet ,
om zijne listigheden te
>> van oorlog als van stilstand ,
» tijden alle conversatie cesseert.
gebruiken bij
tijde
mitsdien dat bij oorlogs
En alleen deze reden is
>> genoegzaam ten aanzien van ons particulier , om allerlei
>> soort van stilstand te bevoorderen ; maar de conservatie
» des vaderlands moet altijd geprefereerd worden , want het
>> onmogelijk is
alle inconvenienten voor te
komen , en
>> eerlijke luiden , hebbende haar beste gedaan , kunnen zich
>> troosten over hare goede conscientie .
>> Op ' t artikel beginnende : Daar is er ook die
» voorstellen etc. (2).
>> Dit is gewisselijk een
goed
en bekwaam middel om
vaine : ajoûtez y encore l'amour de la liberté , empreinte ès esprits de
tous vos habitants , y ayant à-présent peu de personnes qui soient nées
du temps de l'ancienne sujection , ou qui n'ayent été nourris et élevés
par un si long temps en liberté , qu'ils ont tous en horreur le nom de
la servitude , et vous jugerez qu'il n'y en a un seul en votre État ,
qui veuille ou ose ouvrir la bouche pour vous y faire retourner , sans
se mettre en danger d'être a l'instant puni comme trâitre et ennemi
de son pays."
(1 ) » Ce péril des pratiques et corruptions seroit bien plus à craindre
durant la guerre , si quelque mauvaise fortune vous arrivoit , laquelle
seule feroit un plus grand changement en votre État et ès volontés
de vos peuples en un moment , que les pratiques de plusieurs mois
et années à l'endroit de quelques particuliers : car lors chacun voudroit
sortir du danger en confusion , et sans consulter en commun avec
choix et jugement , ce qui seroit utile pour l'État. Ils se plaindroient
aussi lors tous , mais trop tard , de leurs supérieurs , qui auroient
eu le moyen de les mettre
en auroient inconsidérement
(2) » Il y en a aussi
cette trève ne peut être
en quelque assuré repos , et néanmoins
rejetté le conseil. "
qui mettent en avant avec raison , que
assurée , sans avoir un bon nombre de
208
AANTEEKENINGEN
130.
» zich te verzekeren , en 't welk overzulks zoo wel bij peis
>> als stilstand behoort voor te gaan : want naar de gelegen
>> heid van onzen Staat kan ' t daarna niet te
>> bracht worden.
>> Op
' t artikel beginnende :
Maar
weeg ge
zij
voegen
» nog daarbij etc. (1).
» De verzwakking van onze nering , die de stilstand
>> medebrengen zal , en de vermindering van onze contri
>> butien ,
die men niet zal kunnen
ontgaan ,
zullen
niet
>> toelaten iets te versparen , ook wanneer schoon een goed
» deel van ons volk zoude wezen afgedankt , dat nochtans
>> zonder notoir hasard van onzen Staat niet kan geschieden :
» ' t welk wijd van daar is , dat wij meer als de eene helft
>> versparen zullen : en de nood of schaarschheid van midde
>> len , die men voorgeeft , is zoodanig niet ,
>> behoort te veroorzaken de gantsche ruine
>> door een blad papiers , te min wij
dat dezelve
van ' t land
in voorleden tijden
gens de guerre pour la conservation des places frontières et autres ,
où il sera besoin tenir garnison , et néanmoins que le peuple n'ayant
plus d'ennemi à découvert , fera difficulté de contribuer ce qui est
requis pour les entretenir ; par ainsi la solde et les gens de guerre
venant à défaillir , tout y sera à craindre. Il est nécessaire à la
vérité de pourvoir à cet inconvénient au même temps qu'on fera
la trève , et de régler dès lors les garnisons , comme aussi d'obli
ger les Provinces par serment solemnel et décret public à contribuer
leurs quotes tant que la trève durera , à quoi on les pourra
mieux disposer , n'y ayant que trève , que si la paix eût été faite ,
comme a été dit ci-dessus."
(1 ) » Mais ils ajoûtent encore , s'il est vrai que ces grandes
garnisons soient nécessaires , que la trève ne diminuera en rien vos
dépenses , et ainsi vous sera inutile : et la réponse est , qu'elles ne
peuvent être si grandes que ne fassiez épargne du plus d'une moitié ,
avec ce que éviterez les dangers de la guerre , auxquels seriez ex
posés , si n'etiez .assistés d'un grand secours , dont vos députés nous
ont souvent remontré qu'aviez besoin , outre vos propres moyens ,
quand il ne faudroit même que soûtenir la guerre sans entre
prendre sur vos ennemis , qui est toutefois un commencement de
foiblesse , auquel si vous étiez réduits , on n'en pourroit attendre
autre chose que la perte de l'État en peu d'années.”
AANTEEKENINGEN
130.
209
>> gezien is , dat God deze rechtvaardige zaak niet verlaten
>> heeft bij gebrek van middelen , behalven dat de servicen ,
>> die men alsdan gestadelijk zal moeten betalen , ook tot
» zoo eene groote som zullen komen te stijgen , dat zij wel
>> billijk in eenige consideratie behoorden te komen tegens
» de onkosten , die in ' t veldleger vallen.
» Op ' t artikel beginnende : Men allegeert nog
» voor redenen etc. (1 ).
>> Aleer LIPSIUS in eenige reputatie was gekomen , zoo
» hebben de verstandigsten en ervarensten aan ' s vijands
» zijde , als onder anderen de Presidenten VIGLIUS , HOPPE- ´
>> RUS , ASSONVILLE en RICHARDOT , Ook TAXIS en meer ande
>>> ren onder de Spanjaards zelfs den weg van stilstand
>> gehouden voor den bekwaamsten om ons te onder te
>> brengen.
En daartegens hebben de beste en getrouwste
>> patriotten van onze zijde alle soort van stilstand geoor
» deeld te wezen de ruine van den lande . Ook zoo toont
» de vijand klaarlijk , dat hij verhoopt tot zijne meening
» te komen door dezen stilstand . Want hij in den aanvang
>> van den tegenwoordigen met corruptien gezocht heeft den
>> zelven te mogen verkrijgen. En de brief van LIPSIUS
>> bewijst genoegzaam , hoe zeer de onderdanen te vreezen
>> hebben van hare Souvereinen ; en zonder te hebben de
(1) » On allègue encore pour raison l'avis de LIPSIUS contenu en
une sienne Epître , qu'on fait courir maintenant partout , pour montrer
que lui , homme sage , affectionné à vos ennemis et leur sujet , con
seilloit de faire des • trèves avec vous pour vous ruiner : mais il
entendoit de celles qui sont pour peu de temps et qui devoient
servir de préparatifs pour vous faire devenir sujets : car on ne par
loit point lors de vous reconnoître pour libres et de vous exempter
du tout de cette ancienne subjection . Aussi ne pouvoit-il prévoir ,
que vos armes dûssent être si heureuses que de vous donner le moyen
et pouvoir traîter avec tel avantage ; ni pareillement que deux grands
Rois vos voisins et plus proches de vous que ceux qui pourroient
avoir le desir et les forces pour vous nuire , se dussent obliger envers
vous pour rendre cette trève assurée et inviolable , qui sont des con
sidérations de grand poids et qui sans doûte lui eussent fait changer
d'avis."
III
14
210
AANTEEKENINGEN
130.
' » klare en volkomene souverainiteit zouden deze landen in
>> dezelve qualiteit van subjectie hersteld worden.
» Op ' t artikel beginnende : Voorts de exempelen
» bij hem verhaald etc. (1).
>> Indien men zich met exempelen wilde behelpen , zijn
>> tien tegen één , dat , die al te licht haren vijand geloofd
>> hebben , bedrogen en verdorven zijn geweest.
>> Op ' t artikel beginnende : Dies moogt gij u op
» dit subject herinneren het tractaát etc. (2).
>> Het tractaat van Gend is gemaakt tusschen de Staten
>> van de Provincien zelfs : maar bij alle andere tractaten ,
>> die wij met den Koning van Spanje hebben begonnen ,
>> zijn wij bedrogen geweest : ja het tractaat van Keulen
>> heeft niet alleen onder ons veroorzaakt groote scheurin
» gen , maar ook van ons afgezonderd een groot deel van
>> onze Provincien , daaraan wij ons bij deze conjuncture
» wel behooren te spiegelen.
» Op ' t artikel beginnende : Het exempel van de
» Zwitsers etc. (3).
>> Deze comparatie is al te ongelijk : want de Zwitsers
>> maakten eenen stilstand met eenen Graaf van Habsburg ,
(1 ) » Puis les exemples allégués par lui pour fortifier son opi
nion , en ont tant d'autres contraires , que ce ne seroit pas pru
dence de les tenir pour règles infaillibles d'État. "
(2) » Vous vous pouvez sur ce sujet souvenir du traité de Gand
fait en l'an 1576 , qui fut très-mal gardé , et néanmoins si utile
à la Province de Hollande , qu'ayant eu loisir de cinq ou six ans
pour établir quelque forme de gouvernement entr'eux et acquiter
leurs dettes , elle se mit en état de soutenir le faix de la guerre
qui tomba sur elle , aprèsque les Provinces de Flandres et Brabant
eûrent été subjuguées : ce qu'elle n'eut pu faire , si les ennemis
occupés à démolir ce rempart qui étoit devant eux , se fussent
attachés tout à coup à leur pays."
(3) » L'exemple des Suisses sert aussi pour confirmer le conseil
que nous vous donnons , d'accepter cette trève : car eux s'étant
élevés contre leurs Seigneurs pour causes prèsque semblables que
vous , après avoir soûtenu l'effort d'une longue et périlleuse guerre
avec divers évènements , prirent ce conseil de la faire finir par
une tréve qu'on leur offroit , à conditions toutefois beaucoup moins
AANTEEKENINGEN
130.
211
» tegens denwelken zij binnen 24 uren eenen zeer grooten
>> hoop volks konden te velde brengen ; daar wij te doen
>> hebben met den allermachtigsten Monarch van Europa ,
>> met denwelken wij onzer offensien halve irreconciliabel
» zijn ; gelijk dan ook ' t exempel , aangetogen bij de pro
» positie van de Ambassadeurs nopende den Koning CHRIS
>> TIERNUS van Denemarken , hier geene plaats kan hebben ,
>> gemerkt dat een electief Koningrijk is , daar de zoon den
>> vader niet succedeert dan bij voorgaande verkiezing : en
>> zoo was ook de voorz. Koning gevangen en alreede een
>> ander in zijne plaats gesurrogeerd .
>> Op ' t artikel beginnende : Nu gij moogt ho
» pen enz. en het navolgende : Het is God al
» leen enz. (1).
avantageuses que celles que vous conseillons : pendant laquelle ils
établirent un si bon gouvernement entr'eux qu'on ne leur fit oncques
depuis la guerre , ayant expérimenté avec grand profit , que les trè
ves après une longue guerre se convertissent ordinairement en une
paix perpétuelle sans autre traité , d'autant que les Souverains qui
sont contraints de souffrir quelquefois la perte de ce qu'ils ne peu
vent conserver , aiment mieux s'accommoder à telles surséances et
cessations d'armes qui laissent quelque opinion és esprits d'un
chacun qu'ils pourront encore recouvrer quelque jour ce qu'ils ont
perdu , que de le quitter du tout par une paix absolue qui a de
la honte et les assujetit à cette nécessité de confesser et recon
noître qu'il y a de la lâcheté en eux ou de la foiblesse en leurs
états et affaires."
( 1 ) » Or vous pouvez espérer de jouir du même bonheur , si vous
êtes sages : car s'ils ont eu pour eux des commodités et avantages
qui ont détourné leurs ennemis de renouveller cette guerre ,
savoir un grand nombre de bons hommes chez eux pour se dé
fendre , sans qu'ils ayent besoin d'en emprunter d'autrui , des mon.
tagnes qui les enferment pour la plupart et rendent leur pays in
accessible , pauvre et stérile , qui diminue l'envie d'y entreprendre
et de rechercher un petit gain parmi de grands périls : vous
1
avez aussi de votre côte la mer et de grands fleuves navigables
qui vous enferment prèsque de toutes parts , grand nombre de na
vires , de pilotes , mariniers et matelôts , qu'on peut dire être des
meilleurs soldats pour les combats de mer qui soient aujourdhui on
14*
1
212
AANTEEKENINGEN
130.
>> De macht te water en ' t getal van goed ervaren en
>> kloekmoedig scheepsvolk kan alhier in geene consideratie
» komen , mitsdien al ' t gevaar , dat wij te vreezen hebben ,
la Chrétienté , lesquels vous conserverez ensemble la vigneur militaire
et l'industrie de naviger qui est en eux par le trafic et continuation
des longs voyages qu'ils pourront faire comme de coûtume. Or c'est
de tels soldats qu'avez plus grand besoin , ayant égard à la situation
de votre État : et quant aux auxiliaires , s'il y en faut ajoûter , vous
savez chez qui les prendre et avez aussi un fonds et revenu ordi
naire qui pourra suffire pour y subvenir sans l'aide de personne ,
après qu'aurez eu quelque loisir de respirer : et outre tout ce que
dessus la bienveillance et amitié de grands Princes qui sont tellement
intéressés en la conservation de votre liberté qu'ils auront toujours
soin d'empêcher que ne vous perdiez soit par impuissance ou mau
vaise conduite non seulement durant la trève , mais en quelque temps
que ce soit , afin qu'ils tirent les mêmes fruits de votre amitié au
besoin , qu'aurez reçu de la leur. Et ceci doit servir de réponse à
une sourde objection qu'on fait courir parmi vous , pour vous détour
ner d'accepter cette trève , à savoir , qu'après qu'elle sera finie , vos
amis n'auront peut-être lors la même volonté ou pouvoir de vous
assister qu'à présent , et peut-être vous mêmes aussi ne serez en si
bon état de vous défendre.
>> C'est Dieu seul qui peut juger certainement de* l'avenir. Mais
s'il est permis de conjecturer quelque chose par prudence , les mêmes
raisons d'état qui ont mû ces Princes à vous secourir , ne sont pas
prètes de finir , et tant qu'elles dureront , la même volonté durera
en eux , n'y ayant rien qui ait tant de pouvoir sur les Souverains
que l'intérêt et la sureté de leurs États , dont la conservation des
amis qui peuvent être utiles , fait partie : et qui juge de leurs inten
tions avec cette regle et mesure plutôt que par les alliances , amitiés
et autres devoirs et obligations , il ne se trompe guères. Quant à
votre État il ne peut faillir aussi d'être mieux lors si vous vous con
duisez bien ce qu'on doit espérer et croire , qu'après avoir tant dépen
du , travaillé et couru de périls pour acquérir la liberté , de la sureté
et réputation de votre État , vous aurez encore le même soin , la
même prudence , la même
J foi et intégrité les uns envers les autres
pour vous conserver et garder un si précieux acquêt , plutôt que de
vouloir présumer que deviendrez méchans et ennemis les uns des
autres , pour vous déchirer , défaire et ruiner. Par ainsi nous ju
geons que cette trève vous sera profitable au lieu d'être cause de
votre ruine."
AANTEEKENINGEN, 130.
213
» te lande is , daartegen de gelegenheid en de sterke rivie
>> ren niet helpen zonder macht van volk. En nadien al
» de
macht dezer Provincien alleen bestaat in uitlandsch
» krijgsvolk ,
zoo is het zeker, dat na ' t verlies , 't welk
>> ons zoude mogen overkomen , het secours te spade aan
» komen zou uit Frankrijk , Groot-Britannie en Duitsch
» land : en zonder eene zuivere en klare souverainiteit zijn
>> er zoo vele redenen , om na den stilstand te twijfelen
>> van ' t secours , als zich daarvan te verzekeren .
>> Op ' t artikel beginnende :
Arresteert u dan
» niet etc. (1).
>
>> Hierop mogen die antwoorden , die eenige schriften ge
of uitgegeven hebben , om ' t volk oproerig te
» maken , en die zich niet hebben geaddresseerd , daar en
>> zoo 't behoort.
>> maakt
>> Op ' t artikel beginnende : Men heeft hun zelfs
» willen doen gelooven etc. (1) .
» Wezende Don PEDRO DE TOLEDO nog in Spanje , heeft
» Z. Exc. van zeer goede hand gewisse kondschap ontvan
>> gen , dat dezelve Don PEDRO gezonden zou worden in
» Frankrijk , om deze vredehandeling te breken en eenen
>> stilstand te practiseren , overmits de Gedeputeerden van
(1) » Ne vous arrêtez donc point à ces écrits qu'on fait semer
parmi vous pour la faire trouver mauvaise : c'est en votre assemblée
et au lieu auquel on traite des affaires publiques , qu'il faut dire
son avis , et représenter de bonnes raisons pour se faire suivre : car
tout ce qu'on fait ailleurs , est dangereux , et ne peut servir qu'à
émouvoir le peuple contre leurs Magistrats et Supérieurs sans profiter
au public."
(1 ) » On leur a même voulu faire croire par quelques-uns de
ces écrits pour les induire plus aisément à rejeter la trève , qu'elle
avoit été proposée par l'artifice et finesse de vos ennemis : et toute
fois elle vient des Rois et Princes qui sont nos Maîtres , lesquels
sont tant affectionnés à la conservation de votre État , que personne
soin et désir de vous vouloir pro
ne les sauroit deyancer en
curer du bien : ils sont aussi reconnus pour être si sages et consi
dérés , qu'il n'auroit pas été aisé de les surprendre , ni de leur
faire mettre en avant de mauvais conseils au lieu de bons et utiles."
AANTEEKENINGEN
214
130 .
» de Aartshertogen zich te wijd bij de vredehandeling had
>> den ingelaten over de souverainiteit , 't welk 1men daarom
» bij ' t middel van den stilstand moest zien te repareren.
» Al 't welk Z. Exc. na ' t breken van de vredehandeling
>> en vóór de propositie der Heeren Gezanten , op ' t stuk
>> van • de treves gedaan , verklaard heeft in volle verga
» dering van de Heeren Staten Generaal.
En in allen
» gevalle zoo heeft de minute , bij RICHARDOT ontworpen
» op ' t punt van de treves en alhier in den Haag nevens
» zijne instructie vergeten , diezelve woorden in den mond ,
>> die de voorz. propositie is inhoudende.
>> Op 't artikel beginnende : Wij gevoelen daarom ,
» niet kwalijk etc. (1).
>> Wij kunnen wel afnemen , dat de Ambassadeurs van
» de Koningen en Prinsen hare particuliere inzichten heb
>> ben , strekkende ten dienste van haren Staat , die wij
>> ook gaarne ten beste verstaan en opnemen , verhopende ,
» dat zij ook wederom in ' t goede zullen duiden , dat wij
>> letten op ' t profijt en conservatie van dezen Staat , daaraan
» wij zoo hoog verbonden en geinteresseerd zijn : H. Ed.
» biddende ons vastelijk te willen toevertrouwen , dat wij
(1) » Nous ne
sentons point mal pourtant de l'intention et du
zèle de ceux qui donnent tels avis : car il y en a qui ont fait si
grande preuve de leur foi et affection envers votre État , qu'on
n'en doit aucunement doûter : mais il ne fut jamais que les gens
de bien, et sages n'ayent été sujets à se diviser en opinions , encore
qu'ils n'ayent qu'un même sentiment accompagné d'un bon et louable
désir de profiter à leur pays. Nous les prions aussi de faire le
même jugement de nous , et votre assemblée qui doit délibérer du
salut du public , de choisir en cette diversité l'avis qui sera fortifié
des meilleures raisons sans y apporter autre préjugé étant néan
moins bien requis qu'outre les raisons par nous déduites 2 vous vous
en représentiez d'autres que la prudence et la considération de votre
intérêt veulent que nous laissions au pensement d'un chacun en
particulier , sans les exprimer par cet écrit : autrement ceux qui
tiennent l'avis contraire , auxquels il est permis de dire tout sans
faillir contre l'État , auroient un trop grand avantage , et vous ne
seriez suffisamment informés pour y prendre une bonne résolution .”
AANTEEKENINGEN
130.
215
>> hierin sinceerlijk en oprechtelijk handelen , zulks als wij
>> ten meesten dienste van 't land en zelfs van hare res
>> pective Koningen en Prinsen bevinden te behooren , ons
>> verzekerende , dat in tijden en wijlen H. Majen zelfs zul
>> len oordeelen en zien , dat wij hierin den wijsten en bes
>> ten raad gehad hebben.
>> Op ' t artikel beginnende : Wij zullen dit woord
» nog voegen etc. (1 ).
>> Indien bij tijde van den stilstand een misslag geschiedde ,
>> het gantsche land ware verloren zonder eenige hoop van
>> redres : daar integendeel de schaden en ongelukken , bij
>> ' t oorlog vallende , reparabel zijn , als bij experientie ge
>> bleken is ,
dat men ' t corpus van den Staat bewaard
>> heeft zonder de frontieren , die wij bij Gods zegening
» gewonnen en bij middel van dien zelfs onzen Staat ge
>> redresseerd hebben : en nu is ' t tijd dat wij behooren
>> te genieten de vruchten van een veertigjarigen oorlog ,
>> en ten minste goede conditien te maken , dewijl wij voor
» deel op den vijand hebben , ' t welk uit de hand wezende ,
>> nimmermeer zoo goede occasie daartoe verschijnen zal.
(1) » Nous ajoûterons encore ce mot pour conclure notre avis ,
que s'il y a des dangers et inconvéniens en la trève , comme il y
en peut avoir , ceux de la guerre qui seront encore plus grands ,
sont aussi plus à craindre , attendu que Vous pouvez éviter les
premiers par une bonne et sage conduite , puisque le remède est
en vos mains , au lieu que les autres semblent inévitables , du
moins est-il bien certain , que le moyen de s'en garantir dépend
d'autrui , non de vous , ce que vous devez sagement considérer , et
que vous rencontreriez mal-aisément par ci-après en quelque temps
que ce soit, tant de commodités ensemble pour sortir avec avantage
de cette guerre qu'à-présent. Les Archiducs sont Princes qui aiment
le repos , et d'une foi entière pour garder sincèrement ce qui vous
sera promis. Le Roi d'Espagne est induit à leurs prières de vous
accorder des conditions plus avantageuses qu'il ne seroit sans eux.
Vous êtes aussi assistés de la bienveillance de deux grands Rois ,
dont la considération et le respect sert de beaucoup pour y apporter
de la facilité ; au lieu que le temps peut faire naître des accidens
et changemens ès affaires et volontés , qui seroient cause de produire
des effets du tout contraires."
216
AANTEEKENINGEN
130.
» Want na den stilstand zullen wij toch gedrongen zijn
>> den vijand te voet te vallen of te treden in een veel
>> periculeuser ja gedesespereerd oorlog. En alzoo men ons
» tot verscheidene malen de carte blanche gepresenteerd heeft
» om een stilstand te maken , zoo zal men ontwijfelijk ons
>> nog van gelijke wel doen , zoo dik- en menigmaal als
» wij ons willen laten blindhokken en te vreden stellen met
>> zoo eene donkere en gebrekkige souverainiteit.
>> Zoo is dan onze meening en zwek alleen
daartoe
>> strekkende , indien ' t land wel verzekerd en gediend meent
>> te wezen met den stilstand , dat ten weinigste de souve
>> rainiteit gesteld mag worden in eene goede , klare en
>> bastante form , zulks dat dezelve niet alleen dienen en
» hare kracht hebben en houden moge voor den tijd van
>> den stilstand , maar ook daarna voor altijd , en dat zij
>> overzulks niet bekleed worde met tweezinnige en cap
» tieuse , maar met dezelve, woorden , die in ' t artikel van
» den vredehandel met rijpen raad gesteld zijn : volgende
» den voet van den
>> telijk genomen bij
>> 2den November en
>> item den afscheid
beginne daarop wijsselijk en eendrach
de resolutien van den 24sten April ,
23sten December des voorleden jaars ,
over 't breken van de vredehande
.
» ling den 24sten Augustus verleend , en de acte van den
>> 13den September 11. alsmede de adviezen van de Heeren
» Gezanten gegeven over 't artikel van de souverainiteit ,
» ook zelfs de obligatien en renuntiatien begrepen in de
>> acte zoo van den Koning van Spanje als Aartshertogen :
» opdat alzoo het land inderdaad mag genieten ' t gene
>> daarop deze gantsche handeling is aangeleid ,
» voorgestelde souverainiteit niet dienen moge
» om ons te brengen in eene handeling , die
» schadelijk en verderfelijk zij : en om zulks
en dat deze
voor pretext
dezen Staat
des te beter
» voor te komen en de Provincien in goeden vrede , eenig
>> heid en verzekerdheid te houden , achten wij voor ons
>> advies geheel noodig te zijn , dat , alvoren in deze zaak
>> in eenige deliberatie te treden , de Aartshertogen bezorgen
» en bij den Koning van Spanje uitbrengen zullen açte van
» verklaring van de souverainiteit , die zuiver , suffisant , en
AANTEEKENINGEN
130-134 .
217
» de voorz. resolutien , afscheid , acten , adviezen , obligatien
>> en renuntiatien , inzonderheid den voorz . artikel gants en
>> al conform is , ten einde men zich niet anderwerf , als
» bij de handeling van vrede geschied is , bedrogen vinden
>> moge."
(131) Zie ons I D. , bl. 86 en II D. , bl. 112.
(132) Res. Holl. , 15 October 1608.
AITZEMA , I , 36b. WAG. , IX , 412.
(133)
Res. Holl. , 18 October 1608.
JEANN. , III , 43.
>> Is op dezen na
middag gehouden zekere secrete communicatie op het ver
zoek en aangeven van den Heer Advocaat VAN OLDENBAR
NEVELD , ten bijwezen van eenen uit de Edelen , zes Steden
of zeven van den Zuiderquartiere , en drie van den Noòr
derquartiere , om in dezelve te openen den bedenken , dien
de Heer Advocaat scheen te hebben in de proceduren en
actien van de Heeren Staten van Zeeland , van dewelke hij
verklaarde opening te willen doen , of redenen waren daarop
te mogen gelet worden , en zoo niet , die uit den hoofde
gezet . God geve het beste !"
(134) Dezenaangaande leest men in de Verhoor. van Ol
denb. op den 11den Maart 1619 het volgende :
Vr. 17. T » Of hij gevangen anno 1608 niet nog gelegd
heeft eene secrete vergadering en daar gelezen de voorz .
minuten van brieven ,
de steden ingebeeld ,
stond ?
Antw.
en daarbij
den Gedeputeerden van
dat Z. Exc. naar de souverainiteit
» Zegt , dat hem
gedenkt , dat in ' t zelve jaar
bij de Heeren Staten van Holland en Westvriesland , ziende
dat er extraordinarise devoiren gedaan werden , om te be "
letten den voortgang en succes van de handeling van de
treves , en dat Z. Exc. scheen bij anderen buiten de ver
gadering beweegd te zijn , om tot dien einde aan de steden
van Holland en Westvriesland te schrijven van het misnoe
gen en mishagen , dat Z. Exc. had in de continuatie van
dezelve handeling , bij de Heeren Staten van H. en W.
goedgevonden is eenigen uit de Edelen en principaalste Ste
den te committeren , om de redenen , in dezelve brieven
vervat en 't gunt op die materie tot der landen dienst be
218
AANTEEKENINGEN
134-136 .
hoorde geëxamineerd te worden , rijpelijk te overwegen : en
dat in dezelve vergadering , naar zijn beste onthoud , eenige
opening van ' t geen diesaangaande zoo wel hem bejegend ,
als tusschen de Heeren Tresoriers KINSCHOT en VALCK , en
ook in Engeland gepasseerd was , alleen met naakt verhaal
van ' t geen gepasseerd was , zonder den Gedeputeerden van
de steden diesaangaande iets in te beelden , dan dat zij van
't gepasseerde zelfs zouden oordeelen ' t geen zij goedvon
den , en alzoo der landen dienst te bevorderen ."
(135 )
Res. Holl. , 21 October 1608.
(136)
Dit geschrift vindt men in den bundel stukken op
WAG. , IX , 414.
de Leidsche Bibliotheek , onder den titel : Discours of ver
haal van redenen , dienende voor het bestand , bij den Heer
Advocaat BARNEVELD geconcipieerd.
» Redenen dienende voor het be
>> stand tegens het oorlog.
>> Dat het oorlog is eene straf van God den Heere , en
>> dat men schuldig is tot afwering van het bloedvergieten ,
» overval , roof , moord , brand , mitsgaders andere schaden ,
>> miserien en calamiteiten (als vruchten van den oorlog)
>> te bidden en alle behoorlijke officie te doen , is naar
» Gods Woord en alle redenen van staat onwedersprekelijk.
>> Dat geen oorlog rechtvaardig gehouden wordt , dat niet
<
> noodelijk is , heeft men van alle tijden voor zeker ge
»
>> houden .
>> Dat Mijne Heeren de Staten Generaal . bij alle gelegen
» heid voor God den Heere almachtig en alle Potentaten
>> hebben geprotesteerd en verklaard , dat zijl . van den be
>> ginne der oorloge wel hadden overlegd alle de miserien ,
» schaden , calamiteiten , onheilen en ook de onzekere uit
» komst van de oorloge ; en dat zijl. daarom niet anders
>> als eene goddelijke , eerlijke en verzekerde uitkomst van
>> dien begeerden , blijkt uit verscheidene antwoorden , brie
>> ven en depeches , daarop van tijd tot tijd gegeven , ge
>> schreven en gedaan , en daarop is ook de jegenwoordige
>> handeling begost .
>> Dat met het woord goddelijk verstaan is , dat men je
» gens Gods eer en Zijn heilig Woord niet verstaat bij han
AANTEEKENINGEN
136.
219
>> deling iets toe te staan , dat tot toelating van de Room
>> sche leer , noch ten minste tegen de Christelijke Gerefor
» meerde religie mocht strekken , is kennelijk .
>> Item dat met het woord eerlijk is verstaan , dat men
>> niet konde iets toestaan jegens het decreet van de Heeren
>> Staten Generaal , daarbij de landen ontslagen zijn van de
>> heerschappij des Konings van Spanje en gesteld in vrij
» heid , en dat der landen voorz. vrijheid bij de wederpar
>> tijen ook toegestaan worde.
>> En met het woord verzekerd is verstaan , dat men niet
>> alleen het volkomen recht in der landen regering over de
>> Geun. Provincien en al 't gene de Heeren Staten Gene
>> raal houden en bezitten , verstond te behouden , maar
>> daarbeneffens hem bij nadere alliantien en vriendschappen
>> te verzekeren met de Koningen , Prinsen en Republieken ,
>> der landen zaken toegedaan.
>> Nu moet geëxamineerd worden , of bij het voorgestelde
» bestand voor vele jaren , de voorschr. punten kunnen ge
>> noten worden of niet.
>> Dat die genoten kunnen worden , blijkt daaruit , dat
>> bij het voorgeslagen bestand onze wederpartij in ' t min
>> ste niet tegen de Geref. religie noch voor de Roomsche
» leer tracht te bedingen.
Ook dat zijl . de landen houden
>> voor vrije landen , daarop zijl . niet pretenderen , en in
>> die qualiteit met dezelven handelen.
Insgelijks dezelven
>> laten behouden al wat zij hebben en bezitten , en niet
>> voorstellen , daardoor de landen verhinderd zouden mogen
>> worden haar te versterken met de alliantien en vriend
>> schappen van de voorschr. Koningen , Prinsen en Repu- ·
>> blieken , ja dat zelfs de Koningen van Frankrijk en Groot
>> Britannie haar stellen als voorslagers en garandeurs van
>> het bestand.
>> Dat zulke bekentenis van de wederpartij nopende der
>> landen vrijheid ons behoort te contenteren , en strekt niet
>> alleen voor den tijd van het bestand , maar voor altijd ,
>> is bij de propositien en vertoogen der Heeren Ambassa
>> deurs met pertinente en solide redenen aangewezen .
>> De Heeren Staten Generaal en van Holland en Westvr.
220
AANTEEKENINGEN
136 .
>> in ' t particulier bij advies van de Collegien van den Hoo
>> gen en Provincialen Rade en Luiden van Rekening heb
» ben ook van den beginne der ' handeling 't zelve voor
>> genoeg geacht , en overzulks niet anders van de Aartsher
>> togen noch van den Koning van Spanje begeerd , naar
>> inhoud van de handeling van den 24sten April 1607 .
» Ja ongeveerlijk drie maanden daarna van nieuws daarop
>> geconsulteerd wezende in ' t concipieren van het formu
» lier , daarnaar de aggreatie van den Koning van Spanje
>> begeerd worde , is bij advies van de presente Heeren Am
>> bassadeurs iterativelijk ' t zelve alzoo verstaan.
>> En de zake wel geëxamineerd zijnde , zal naar recht
>> en redenen moeten verstaan worden , dat ' t gene meer
>> begeerd is of begeerd wordt , veel meer schadelijk als
>> dienstelijk is , overmits der landen vrijheid geen ander
het voorschr. decreet.
>> fundament mag hebben als
>> 't Welk exempelen heeft van verscheidene Rijken en lan
>> den , die bij gelijk decreet haar gevrijd hebben van het
» geweld van hare Heeren en Koningen . En daarom is
» ook in de handeling tot meermaal aan de Gedeputeerden
» des
vijands verklaard , dat de
>> koop , noch bij
Heeren Staten noch bij
noch renuntiatie ,
gifte ,
noch eenigen
>> anderen titel van de vijanden hare vrijheid hadden of be
>> geeren te hebben , maar alleenlijk uit het voorz. decreet ,
>> bevestigd en bezegeld met zoo veel vergoten bloeds en
geleden schade : en makende het voorgepasseerde bestand ,
>> heeft de Koning van Spanje zonder eenige restrictie bij
» de brieven van aggreatie van den 18den September 1607
>> voldaan de belofte ; begrepen in de brieven van verband
>> van de Aartshertogen van den 4den April 1607 , aangezien
» dezelve alleen gerestringeerd zijn van daaraan niet gehou
>> den te wezen , ingevalle noch vrede noch bestand geac
>> cordeerd
wierde ;
en
al 't gene bij de
Heeren Staten
>> geresolveerd is , daarop het eerste artikel van de handeling
>> der vrede gesteld is , om malkanderen te accommoderen
» en met eenigheid te besogneren ,
>> landen niet gebruikt
>> niet importeert ,
en
worden ,
dat
men
mag tot nadeel der
bijzonder
dewijl hetzelve
eenparig eens zijnde , dat
AANTEEKENINGEN
136 .
221
>> het bestand voor het oorlog moet worden geamplecteerd ,
>> zoo behoort hetzelve niet belet te worden om eenige
>> woorden. En is de oprechte meening in 't nemen van
» de voorz. resolutie geweest om malkanderen te verzeke
1
>> ren , dat men der landen vrijheid zoude conserveren en
>> niet in kerkelijke of andere zaken iets toestaan , dat
» eenigzins daarjegens mochte strijden , gelijk bij deze han
>> deling ook niet gedaan wordt.
>> In ' t geen gezegd wordt , dat onze wederpartij geen
>> geloof wil houden en daarom het eerste artikel van de
>> vredehandeling difficulteren , en diergelijke voorstellen , de
>> zelve mogen wel geloofd worden om des te beter op
>> onze hoede te wezen : maar dat men daarom zoude nala
>> ten de uiterste rigeuren van de oorloge ( bestaande in over
>> val ,
moord ,
brand ,
roof , slavernij en verlies van al 't
» gene men in de wereld lief en waard heeft , die men bij
» oorloge altijd onderworpen is , ) te ontgaan of uit te stel
» len , is tegen alle redenen van state strijdende.
>> Dat men om zulken gevoelen zoude nalaten te behar
>> tigen de behoudenis van alle de lidmaten van de Unie en
>> hem in gevaar stellen van honderd te verliezen en niet
>>. één te mogen winnen , als in specie zal kunnen aange
>> wezen worden , (is " ' t nood , ) is strijdende tegen de be
>> zworen beloften , der landen welvaart en behoudenis.
>> Dat men daarom zoude nalaten de alliantien met de
>> Koningen van Frankrijk en Groot-Britannie voor onze
>> defensie en behoudenis te laten effectueren en hare Kon.
>> gunst , affectie en assistentie voor ons te behouden , strijdt
» tegen alle redenen van staat , jegens der landen dienst en
>> welvaart , jegens de dankbaarheid en 't respect , dat men
>> H. Majen schuldig is , jegens de beloften aan dezelven
>> formelijk gedaan , van met hare bewilliging , raad , advies
>> en contentement in
deze
handeling te
procederen , en
>> doende daarjegens zoude niet alleen alle voordere assisten
» tie geweigerd , maar ook der Koningen vriendschap ver
» loren , en nog zwaarder veroorzaakt mogen worden.
>> Dat men om ' t zelve gevoelen ook zoude nalaten te
» redresseren den bezwaarlijken staat der landen , om die te
222
AANTEEKENINGEN
136 .
>> stellen in zulke punten , dat die niet vallen in confusie ,
>> zoude niet kunnen verantwoord worden nu noch in toe
» komende tijden..
>> Dat men daarom
ook zoude nalaten de lasten van de
>> oorloge meer als de helft te lande en geen minder deel
» te water te verminderen en de landen van vele onnutte
>> forcen en kosten te ontlasten , kan met redenen noch met
» de welvaart der landen niet bestaan.
>> Dat men mede om ' t zelve gevoelen alle jaars meer
of bouwnering
>> als 20000 onnoozelijke luiden van'
>> zoude doen beschadigen ja ruineren , mag in goeder con
>> scientie niet geschieden .
>>> Dat men om ' t zelfde gevoelen de zeevarende luiden
>> zoo te koopvaardij , groote , smalle , als kleine visscherij ,
» de zee bouwende , zoude van nieuws stellen in gevaar
» van vermoord , gevangen , gerantsoeneerd , op galeiën ge
» worpen , van hare reize verstooten en van hare nering
>> verjaagd te worden , kan de staat der landen ook niet
» lijden , als te zeer schadelijk niet alleen voor de zeevaart ,
>> maar ook voor alle nering en handwerken , daarvan de
» penderende .
Veelmin behoort om zulke onzekere vreeze
>> het land in gevaar gesteld te worden , om bij een notabel
>> ongeluk ,
('t welk van alle daags bij oorlog ' t zij door
» verrassing of geweld onderworpen is , ) eene generale alte
>> ratie onder de gemeente te verwachten , die hen met
>> redenen zouden mogen beklagen , dat men het bloedig ,
» bezwaarlijk , kostelijk en schadelijk oorlog voor een god
» delijk , eerlijk en verzekerd bestand , (zelfs jegens den
>> raad en adviezen van de Koningen en Prinsen alhier tot
>> onze assistentie op ons eigen verzoek gezonden , ) zoude
» hebben geprefereerd.
» Op ' t gene men zegt , dat de Jezuiten en haars gelijken
>> in den lande meer zullen komen bij tijde van bestand
>> als oorlog , daarjegens kan men zoo wel en beter bij 't
>> bestand voorzien als bij oorlog.
» Op ' t gene men voorstelt , dat de Koning van Spanje
>> bij 't bestand zijne zaken zal redresseren en zijne macht
>> in de Indien versterken , daarop dient gelet , dat de Ko
AANTEEKENINGEN
136.
223
» ning van Spanje het redres van zijne zaken in zijne eigene
>> handen heeft bij vele middelen en namelijk bij een , te
>> weten , het surcheren van de betaling der interessen , drie
» maal meer jaarlijks importerende , als al het inkomen der
>> Vereen. Landen : en de noodelijkheden tot de Indische
>> vaarten kunnen hem niet gebreken , zoolang hij met
» Frankrijk , Engeland , Denemarken en de Oostersche steden
>> in vrede is : maar onze principale zorg moet wezen op 't
>> redres van onzen Staat , die over Holland en Westvr. zoo
>> hoog bezwaard is , dat men maandelijk meer als eens zoo
>> veel moet opbrengen , als men voor de redemtie van den
» 10den en 20sten penning (ten deele oorzaak van de oorloge)
>> in ' t jaar opgebracht heeft , en overzulks meer als 24 maal
>> zoo veel : en nog kan men daarmede niet volstaan noch
>> jegens overval verzekerd wezen.
>> 't Is ook buiten alle apparentie en strijdt jegens de
>> vromigheden en éer der landen en goede ingezetenen ván
» dien en hare geëxperimenteerde courage , affectie , oordeel ,
>> . constantie en patientie , dat men zoude meenen , dat de
>> Regeerders van dezelve landen en steden jegens de meneën
>> en practijken der vijanden en jegens het verval van de
>> discipline met alle en diergelijke zaken niet zouden beter
>> bij bestand als oorlog kunnen voorzien.
>> Of der landen en steden neringen toenemen of vermin
>> deren zullen door het bestand , staat in Godes hand , die
>> in alles zijnen
zegen geeft naar zijn welgevallen , maar
>> meest zegent degenen , die goddelijke en eerlijke nering
>> zoeken en vorderen.
» Van de arresten , die in Spanje te vreezen zijn , is
>> meer zwarigheid bij oorlog als bestand , alzoo de vijand ,
>> de trafiek toelatende , een iegelijk aldaar zal willen han
» delen , ook bij oorlog , zonder eenige verzekering , als de
>> experientie en onze eigene remonstrantien aan de Kon.
» Maj . van Engeland h. g. hebben geleerd . En bij han
>> deling zullen de landen bij beloften en ook bij garand
» van de Koningen van Frankrijk en Groot-Britannie ver
>> zekerd wezen .
>> Dat de vijand meer garnizoenen bij bestand zal houden
224
» als
AANTEEKENINGEN
136..
wij , is van kleine consideratie , hoewel hij zoo wel
>> zijne frontieren jegens Frankrijk als deze landen zal
>> moeten verzekeren en overzulks in vele plaatsen garni
>> zoen houden .
>> ' t Geen men voorstelt , dat de Oostindische Compagnie
>> door het bestand zoude prejudicie lijden , heeft geen fun
>> dament , ja het bestand gemaakt zijnde , zal men ter
>> stond bevinden , dat de actien van de voorz. Compagnie
>> veel beter zullen wezen als bij oorlog.
» Want bij bestand zal de Compagnie , hare handeling
>> doende mede bij bestand , veel minder kosten en conse
>>> quentelijk meer profijts doen ."
» En indien zijl . hare nering doen bij oorloge , zoo zullen
» de Heeren Staten (bij bestand in deze landen) middel
>> hebben om aldaar het oorlog tot haren laste te conti
>>> nueren en de Compagnie laten trafiqueren , zonder dat
>> het eenige
apparentie ter wereld heeft , dat notabele as
>> sistentie aan de Compagnie van wege de Heeren Staten
>> gedaan kan worden bij hervatting en continuatie van de
>> oorloge in deze landen , aangezien de eerste , middelste
>> en laatste zorg moet wezen volgens de gezworen Unie de
>> landen
en
goede ingezetenen van
dien jegens
overval
>> yooral te beschermen : en mag de Compagnie haar ook
>> niet beklagen , • dat zijl . aldaar in oorlog zouden moeten
» blijven , alzoo geen onderzaat van eenig Koning of Poten
>> taat van de Christenheid derwaart ooit heeft gevaren of
>> gehandeld , ten ware bij speciaal en gelimiteerd consent.
>> Op ' t gene gezegd wordt , dat men bij oorloge eene
>> Westindische Compagnie zal formeren en daarvan groote
>> profijten wachten , daarop staat te letten , dat de onkosten
>> altijd zekerder , maar de profijten onzeker zullen vallen ,
>> en dat men op alzulke onzekere en brooze fundamenten
>> geen acht behoort te nemen , daar men consulteert om
» land en luiden tegens de uiterste rigeuren van den oorlog
>> te verzekeren .
>> 't Is nog ver te zoeken het verkrijgen van ' t octroy
>> voor de Compagnie na den gedaan voorstel , en nog ver
De
» der de subsidie , aan dezelve Compagnie te doen.
AANTEEKENINGEN
225
136.
>> participanten zullen bij avonture zoo gereed niet wezen ,
» terwijl de luiden alledaags scrupuleuser worden hare pen
» ningen voor vele jaren op onzekere winst uit te stellen .
>> Als de Compagnie geformeerd zoude wezen , alsdan zoude
> nog onzeker zijn ,
»
>> uitrechten.
of men met vrucht iets zou kunnen
Want de exploiten , die men uit de schepen
>> te lande voorneemt te doen , zijn geheel onzeker , vallende
» dikwijls het beleid zulks , dat men aan de voorgenomen
plaatsen niet kan komen : en schoon aan ' t land gekomen
» zijnde , hebben de exploiten hare difficulteiten en loopen
>> ordinair met schade en schande te niet. ' t Is ook onze
>> ker , of men in zee iemand zal
zien of bejegenen , en
» iemand bejegend zijnde , is onzeker , of men malkanderen
» zal kunnen aandoen , en malkanderen aandoende , is onze
» ker , wie de victorie hebben zal : maar het is zeker , dat
» de kosten zeer groot zouden vallen.
» Alle welke redenen郭 wel geëxamineerd zijnde , zal bij
» alle eerlijke luiden , die gezond oordeel gebruiken , wel
>> verstaan worden , dat het voorgestelde bestand veel beter
>> is als het oorlog : en als men daarbij voegt , dat men in
>> twee jaren van het jegenwoordig bestand , te weten van
>> zeven en acht , noch in eere , noch in reputatie , noch in
>> landen , Provincien , steden of plaatsen niet verloren heeft ,
>> veel duizende menschen minder bedroefd en beschadigd
» zijn , en minder kosten gedaan , als in twee jaren te
>> voren tusschen de 40 en 50 honderd duizend guldens , en
>> dat men nog wel f 1500000 zoude hebben kunnen bespa
>> ren , indien met eenigheid de zaken hadden mogen beleid
>> worden , zoo zal lichtelijk verstaan worden de apparentie
>> voor het toekomende , niettegenstaande al wat men ter
>> contrarie voorstellen mag , aangezien dat er geen beter
>> leeraar is dan de experientie van vele jaren .
» Voor, ' t besluit worden verzocht en begeerd diegenen ,
>> die directelijk of indirectelijk meer tot den oorlog als
>> tot het bestand genegen zouden mogen zijn , wijsselijk
» en tijdelijk te willen overleggen , dat het voordeel , bij
>> deze landen in den oorlog gehad , bestaande in ' t op
>> houden van des vijands voortgang tot der landen on
III
15
226
AANTEEKENINGEN
136 .
» dergang , naar menschen verstand meest veroorzaakt is ,
>> doordien de vijand omtrent 50 maal mutinatien onder
» zijn volk van oorlog heeft gehad ; bovendien dat de
>>> meeste ophouding van ons verlies en het wederkrijgen
>> van eenige plaatsen ,
bij ons te voren verloren , gevallen
» zijn , als de twee derde deelen van des vijands macht in
» Frankrijk geoccupeerd was : en daarbeneffens dat men bij
>> verlies van de groote en kleine steden van Braband en
» Vlaanderen en andere Provincien veel meer landen , ste
>> den en menschen in weinig jaren verloren en onder den
>> Spanjaard en ' t Pausdom gebracht vindt , als in alle, de
En dezelve mede rijpelijk en
zonder passie overwegende ' t gene in ' t laatste
» jaar van den oorlog , te weten in den jare 1606 , zoo te
>> water als te lande is gepasseerd , niettegenstaande dat
>> men in denzelven jare over de 12000 mannen te voet
>> Vereen. Provincien zijn .
» tijdelijk
>> en 1000 te paard meer in dienste gebruikte , als men
>> jegenwoordelijk en nog boven ' s lands vermogen heeft ;
>> ook bedenkende , wat zonder den extraordinaris regen en
» het failleren van twee dangereuse en ten naaste geëffec
>> tueerde aanslagen der vijanden nog schadelijk en bezwaar
» lijk (zelfs voor den lande van Holland en Westvr.) te
>> passeren apparent was , en dat men voor den toekomen
>> den tijd gelijke zwarigheid tot onverwinnelijke schade on
>> derworpen blijft ; zullen niet kunnen twijfelen , of zulke
» goddelijke , eerlijke en verzekerde bestand behoort het
>> oorlog geprefereerd te
worden ;
en dat men bij goede
>> regering (die met Gods hulp lichtelijk kan gesteld en on
>> derhouden worden) veel beter de Vereen. Landen en alle
» de leden van dien van den overval en practijke der vij–
>> anden zal kunnen bewaren en beschermen bij bestand als
>> oorlog , en bij ' t aannemen van ' t voorz. bestand zullen
>> Gods rechtvaardige toorn , der voorz. Koningen gram
>> schap en misnoegen en de bedroefnis van vele duizende
>> vrome en oprechte liefhebbers des Vaderlands mogen
» geweerd worden :
daar ter contrarie het prefereren van
>> een oneindelijk , bloedig , bezwaarlijk , schadelijk , niet
>> noodig en consequentelijk onrechtvaardig oorlog moet ver
AANTEEKENINGEN
136–137 .
227
>> zelschapt blijven met ontallijke miserien , calamiteiten en
>> onheilen."
(137)
Brief van MAURITS.
» Erentfeste , Eerzame , Wijze en Discrete , Lieve , Bij
>> zondere ! Op eergisteren is ons bij eenige Gecommitteer
>> den op ons verzoek ter handen gesteld zeker geschrift of
>> redenen dienende voor het bestand , in de vergadering
>> der Heeren Staten van Holland overgegeven. Hetwelk
>> wij geëxamineerd bevonden hebben bij onzen laatsten brief
>> en appostillen ,
daarbeneffens
overgezonden ,
genoegzaam
» wederleid. Daartoe wij ons dan refererende , onnoodig
>> achten nader daarop te zeggen : maar willen ul. alleen
>> ten overvloed en tot waarschuwing hierbij aanwijzen , dat
>> bij 't voorz. geschrift bekend wordt , dat de vijand ons
>>. nimmermeer zal accorderen eenen absoluten afstand . van
>> zijne pretensien , en dat daarom zonder fundament gezegd
>> wordt , dat onder die voorgestelde woorden begrepen en
>> ons toegestaan zoude zijn 't geen de vijand wel expresse
»
>>
>>
>>
lijk is weigerende. Op de inconvenienten en zwarigheden
van den oorlog , die bij dit geschrift boven ouder ge
woonte breed uitgemeten worden, is te considereren , dat
immers beter is alle dezelven uit te staan en van God
>> eene goede uitkomst te verwachten , als in 's vijands
>> handen te vallen , volgens den ouden regel , houdende ,
>> dat een zeker oorlog beter is als een onzekere peis of
>> stilstand ; zoodat alles op de verzekerdheid van dit trac
>> taat aankomt.
Zijnde onze meening geenszins ul . tot het
>> oorlog te raden ,
wanneer gij anders zoudt mogen leven
>> in eenen verzekerden vrede , denwelken wij in deze han
» deling niet kunnen bemerken , uit oorzaak dat alles wat
>> daartoe bij ' t voorn . geschrift verhaald wordt , alleen be
>> staat in ijdele woorden en beloften van in toekomende
>> tijden orde te zullen stellen : daarop men onzes erachtens
>> den staat van 't land niet kan vertrouwen , mits twee
>> redenen , dat men namelijk ul. zoekt te bewegen tot het
>>> retracteren van de fundamentele resolutien en beloften ,
» daarop deze handeling is aangevangen : 't welk ons billijk
» veroorzaakt om op het effectueren van zoodanige resolu
15*
228
>> tien
AANTEEKENINGEN
weinig te bouwen :
137-140.
ten anderen omdat wij gezien
» hebben , dat men met gelijke voorslagen van goede orde
>> en verzekering malkanderen heeft gebracht tot besluit
>> van de eerste treves , onder belofte dat vóór de expiratie
>> derzelve niet alleen alles geresolveerd en geconsenteerd ,
>> maar ook geëffectueerd zoude wezen ; en dat na eenige
>> beschrijving , daarop gevallen , de zaken zulks zijn gediffi
>> culteerd , dat tot nog toe de minste resolutie , veel wei
»> niger eenig effect daarop gevolgd zij : kunnende wij niet
>> anders vermoeden , dan dat er nog veel min zoude vol
» gen , indien de treves gesloten waren.
Dies wel vlijtelijk
>> daarop te letten staat : want de vijand ons t' allen tijde ,
>> niet alleen gedurende de treves , in gelijke en meerdere
>> vreeze en perikelen stellen kan , als men ons poogt bij
>> dit geschrift in te
beelden ;
maar ook inzonderheid na
>> den uitgang van dezelve , als wanneer de vreeze en peri
>> kelen zoo veel meerder zullen wezen , als onze macht
>> kleinder en des vijands grooter geworden zijn zal , zonder
>> dat wij een eenig woord in dit geschrift bevinden , dat eenige
>>> orde daartegen gegeven is of zal worden. Ook zoo zijn
» de middelen van ' t land zoo gering niet , dat men daarom
>> eenige kwade of nadeelige conditien behoort aan te nemen.
>> Begeeren overzulks , dat gijl . uw stuk waarnemen en de
>> conservatie van uw Vaderland en van u zelven wel ern
>> stelijk behartigen wilt , makende de vaste rekening , dat ,
» wat gijl . nu niet bedingt , daarna nimmermeer verkrijgen
» zult. En ons des alles t' uwaart verlatende , bevelen ul.
>> den Almogende. In 's Gravenhage den 23sten October
» 1608.
(138)
M. d. n."
Vgl. bov. bl. 43 , 165.
(139)
Vgl. bov. bl . 12 , 121 .
(140)
Niet
onopmerkelijk is hieromtrent zijn verhoor.
Op den 26sten November 1618 werd hem , bij art . 212 ,
gevraagd , of hij niet te eeniger tijd f 14000 aan dubbelde
Spaansche pistoletten betaald had en waarvan daan hem die
gekomen waren.
Hierop antwoordde hij eenigzins ontwij
kende : zoodat hem de vraag , bij art. 213 , op nieuw ge
daan werd , en hij toen antwoordde zulks niet zekerlijk
AANTEEKENINGEN
140.
229
te kunnen zeggen , en te verzoeken , dat de Heeren hem
niet verder vragen wilden.
Dit verhoor daarmede geëin
digd zijnde , begon hij het volgende op den 27sten November
met tot nader verklaring van de twee voorgaande vragen
te zeggen , >
» uit dezelve vragen te bemerken , dat zijne vij
anden hen niet genoegen met hare valsche , versierde , in
jurieuse , faam- en eerroovende geschriften en libellen zijn
hart zeer en wee gedaan of gekwetst te hebben , maar dat
zij ' t zelve zoeken te breken , daarvoor hij God almachtig
bidt hem genadelijk te bewaren en zijn rechtvaardig oordeel
over hem en haar te gebruiken : latende hem voorstaan
uit een van de voorz . fameuse geschriften verstaan te heb
ben , als dat zij hem insimuleren of verdacht willen maken ,
uit zake , dat de Marquis SPINOLA en de Gedeputeerden der
Aartshertogen vóór haar vertrek in ' t jaar 1608 in ' t einde
van September of 't beginsel van October eene slee met
eenige manden met penningen voor zijne deur heeft gezon
den , uit respect dat iemand van de zijnen bij hem was
gezegd de meening van Hoogged . Heeren Staten te wezen ,
dat hij niet alleen zoude moeten betalen ' t gene voor fou
rage van zijne paarden en opzienders derzelven aan de
leveraars te betalen stond , maar ook ' t gene van wege
Hoogged. Heeren Staten alreede betaald was ; dat hij die
spreekt , in dien cours zeer verstoord zijnde , terstond den
Commissaris JOHAN SPRONSSEN , die de opzicht van de voorz.
zaak had gehad , ontboden heeft , om de slee met de voorz .
penningen tot den Ontvanger Generaal of zijnen Commies
VOLBERGEN te doen voeren , als hij meent dadelijk geschied
te zijn , en de Heeren nader zullen kunnen verstaan uit
den voorz. Commissaris SPRONSSEN en den Commies VOL
BERGEN de gelegenheid van de voorz . zaak . " Voorts ver
klaarde hij plechtig nimmer iets het minste van den vijand
ontvangen te hebben , en ten bewijze zijner braaf heid en
eerlijkheid haalde hij in het breede alle de diensten op , door
hem van den beginne van den oorlog af aan het Vaderland
bewezen. En nadat hem nog een paar vragen gedaan waren
over voordeelen door hem uit Frankrijk en Engeland ge
noten , vroeg men hem ten laatste bij art . 217 : Waarom
230
AANTEEKENINGEN
140-145.
hij op gisteren verzocht heeft , dat men hem niet nader zoude
willen vragen op ' t stuk van de Spaansche pistoletten ?
Waarop hij antwoordde , dat hij meende Mijne Heeren zoo
veel onderrichting daarop gedaan te hebben , dat hij meende
den Heeren daarmede contentement gegeven te hebben.
CARLETON ,
(141 )
Lettr. ,
III , 83.
BRANDT , Rechtspl. ,
bl. 221. De Schrijver der Staatk. Part. , bl. 136 wil , dat
er van OLDENBARNEVELDS misdadige verstandhouding met
ALBERTUS niets gebleken is . In zijn verhoor op den 30sten
November 1618 werden hem de volgende vragen gedaan
en door hem beantwoord.
Vr. 318. >> Of hij niet wel kent eenen FRANS of FRAN
ÇOIS VAN PLACE van Mechelen , die hier in den Haag placht
te wonen , en hem te generen met het tappen van wijn
en bier?
Antw. >> Zegt niet te weten , dat hij ooit zijnen naam
gehoord of hem gekend heeft.
Vr. 319.
>> Of hij denzelven FRANS vóór de treves niet
te meermalen gezonden heeft met zijne brieven over Enge
land en Calais naar Brussel ?
Antw. >> Zegt neen om redenen voorz.
Vr. 320. >> Of niet gebeurd is , dat dezelve FRANS eens
wederkeerende met eenig antwoord , dat hij hem toen zeide :
FRANS , gij mocht nu wel bij middel van peis of treves
weder in uw goed geraken?
Antw. » Zegt bij zijne kennisse daarvan niet te weten."
(142) VAN CAPPELLE , Fil. Will. ,
ook bov. ons II D. , bl. 91 .
(143)
UITENB. , Lev . , bl . 56.
bl . 110 , 237.
Vgl.
K. H. , bl. 356 , 443.
(144) JEANN. , I , 62 hield OLDENBARNEVELD d'un carac
tère assez peu respectueux et trop élevé pour sa condition.
(145) Het request hiertoe was ter Staten Generaal inge
diend op den 13den Juny 1606 en is te lezen bij v. CAP
PELLE , Fil. Will . , bl. 102 , 231. Op den 20sten Juny werd
gelezen de schriftelijke verklaring van MAURITS van den 17den,
waarbij hij in het
verzoek zijns broeders toestemde , en
welke woordelijk in het navolgende besluit der Staten is
ingelascht.
Hierop schijnt er den volgenden dag een gun
AANTEEKENINGEN
145 .
231
stig besluit genomen te zijn , hoezeer men er op dien dag
Res. St. Gen. niets van vermeld vindt : maar op den
in
22sten Juny werden er tegen dat verzoek van PHILIPS WIL
LEM gelezen twee remonstrantien , de eene gepresenteerd bij
de Raden van de Prinses Weduwe van Oranje en haren
zoon Graaf HENDRIK , de andere bij ROELAND SWEERTS ,
Raad en Agent van de nagelaten dochters van wijlen Prins
WILLEM en Vrouwe CHARLOTTE VAN BOURBON : en nu werd
besloten de resolutie , den voorgaanden dag op het request
van PHILIPS WILLEM genomen , niet uit te geven dan op
nadere order van de Staten , om ondertusschen te beproeven ,
of men partijen zal kunnen geïnduceren tot accoord en ver
eeniging met der minne en in der vriendschap , om processen
te vermijden en meerder broederlijke en zusterlijke liefde onder
malkanderen te oefenen. De gronden , in de beide remon
strantien voorgedragen , kwamen daarop neder , dat er over
die goederen tusschen de leden van het Sterf huis nog een
proces aanhangig was en PHILIPS WILLEM zich nog niet
als erfgenaam had gedragen , zoodat , indien MAURITS van
het beheer dier goederen wilde ontslagen worden , er dan
met toestemming van alle de partijen een nieuwe bewind
voerder moest gesteld worden , maar het bewind niet van
zelfs op den Prins van Oranje overging. Met dit al werd
op den 1sten July op des Prinsen verzoek een gunstig be
sluit genomen , te lezen bij v. CAPPELLE , bl. 234 , waarbij
de Staten zich alleenlijk voorbehielden de beschikking over
de bewaring en verzekering der steden en sterkten en over
de souveraine rechten of regalia. Ten gevolge echter van
een schrijven van den Keurvorst Paltsgraaf aan den Rhijn ,
ontvangen den 27sten July , werd alstoen besloten de Heeren
VAN OLDENBARNEVELD en BERK te committeren , om alle
goede officien tusschen de partijen te doen en de Raden re
spectief zulks te onderrichten , dat zij de zaken zoo precies
niet nemen tegen malkanderen , als het schijnt dat zij doen ,
bijzonder ook niet tegen de kinderen van BOURBON-NASSAU .
Op den 18den
Juny 1607 ontvingen de Staten Generaal
eenen brief van den Prins van Oranje van den 17den Decem
ber des vorigen jaars , waarbij hij hen bedankte , dat zij
232
AANTEEKENINGEN
145-152 .
hem in het bezit zijner goederen gesteld hadden .
St. Gen.
(146 ) JEANN. , III , 108.
WAG. , IX , 410.
PELLE , Fil. Will. , bl . 115 , 188.
( 147)
JEANN . , III , 74.
Zie Res.
VAN CAP
WAG. , IX , 410.
(148) JEANN. , III , 46 , 49 , 51 , 54 , 70 , 71 , 75 , 93 .
(149) WAG. , IX , 384 zegt niet te weten , of hij de
zeeofficier LAMBERT HENDRIKSZOON anders MOY LAMBERT , of
een ander van dezen naam geweest zij . In Res. St. Gen. ,
19 Maart 1602 vindt men gesproken van eenen Capitein
LAMBERT , Ecuyer van Graaf FREDERIK HENDRIK , als met
dezen geweest zijnde op een Gezantschap in Duitschland en
toen teruggekomen : terwijl men van bovengenoemden zee
officier op den 23sten Maart gewaagd vindt.
Diezelfde Ecu
yer wordt in Res. St. Gen. , 13 July 1606 , onder den
naam van GASTON DE LAMBERT , gezegd te zijn Luitenant
van de compagnie ruiteren van Graaf HENDRIK VAN NASSAU.
In het jaar 1607 werd hij gevangen gezet als beschuldigd
van eigendunkelijke
onordelijkheden op onzijdigen bodem:
en eerst na veel moeite en op de ernstige en herhaalde
verzoeken der Fransche Gezanten hebben hem de Staten
Generaal 需 in het begin van
Res.
1608 vergiffenis geschonken.
Gen. , 19 January 1608. VAN WYN , Bijv. op
St.
Wag. , 9 St. , bl. 105 not . s , gist , dat het deze GASTON
DE LAMBERT is , die door MAURITS naar Frankrijk gezonden
werd . In Res. St. Gen. , 13 September 1618 leest men :
>> De Capitein LAMBERT , vertrekkende naar Frankrijk , presen
teert H. H. Mog. zijnen dienst , bij zoo ver als zij hem iets
hebben te gebieden. En is goedgevonden hem daarvoor te
bedanken."
Waarschijnlijk is deze dezelfde als die van 1608
en werd hij toen door MAURITS gezonden , om de belangen
van het Prinsdom van Oranje bij het Fransche Hof waar
te nemen. Vgl. CARLET. , II , 301 , 302.
( 150)
(151)
JEANN. , II , 480–482 , 524—527 , III , 45–58.
JEANN. , III , 69.
( 152) Men leest dien brief bij JEANN. , III , 62 , MAURITS
heeft er op geantwoord , doch zijn antwoord is onbekend.
JEANN. , III , 106 , 129 , 138 .
153-155 .
AANTEEKENINGEN
(153)
JEANN. , III , 52 , 93 , 109.
(154)
JEANN. , III , 94 , 106.
(155)
Res. St. Gen. , 5 November 1608.
233
WAG. , IX , 413 .
» Gelet zijnde
op het inhouden van de brieven van de Agenten AERSSEN
en CARON , is bij de t' samentlijke Provincien verstaan , dat
men een einde behoort te maken op de zaak van de gepro
poneerde treves :
en overzulks goedgevonden , dat men de
zelve hoe eer hoe liever bij der hand zal nemen."
Secr. Res. St. Gen. , 13 November 1608. » Is communi
cative gedelibereerd
en geadviseerd op de geproponeerde
treves bij de Heeren Gezanten van de Koningen mitsgaders
van de Duitsche Keurvorsten en Vorsten : maar niet einde
lijk daarop geresolveerd , dan uitgesteld tot morgen , om
alsdan nader deze zaak te examineren ter presentie van
Z. Exc. , van Graaf WILLEM en des Raads van State , en
derzelver advies
daarop gehoord ,
te delibereren en resol
veren naar behooren : inclinerende de t' samentlijke Provin
cien , dat men de treves behoort te prefereren voor den
oorlog , bij zoo verre als men dezelve kan verkrijgen op
goddelijke , eerlijke en verzekerde conditien , te weten met
de behoudenis van de religie en de souveraineté van de
Vereen. Provincien : behalven die van Zeeland , die verstaan ,
dat men behoort eerst te examineren de redenen , die dienen
voor en tegen de treves , en daarop te hooren de adviezen
van de Provincien .”
14 November.
>> Is volgende
de
resolutie van gisteren
ter presentie van Z. Exc . , van Graaf WILLEM en des Raads
van State gedelibereerd op de
geproponeerde treves : en
nadat de redenen , pro en contra dienende , geëxamineerd en
de adviezen van Z. Exc . , van Graaf WILLEM en des Raads
van State gehoord waren : (verklaard hebbende Z. Exc.
ziende de inclinatie van de Provincien tot de treves , ) dat
hij dezelve mede toestaat , mits dat men zal behouden met
uitgedrukte , verstandige , klare en ronde woorden de fun
damentele punten , daarop de vredehandel met den vijand is
bewilligd volgende de resolutie van de Provincien met een
parige stemmen daarop genomen , te weten , de religie en
den vrijdom of de souveraineté van de landen , zonder iets
234
AANTEEKENINGEN
155 .
toe te laten , dat daartegen zoude mogen strijden , en dat
de Heeren Staten tot dien einde zelfs de treves zullen han
delen , gelijk zij den vrede gedaan hebben , met advies van
de Heeren aanwezende Gezanten van de Koningen en Prin
sen , opdat men zeker gaan , verstaan en weten mag , met
wien dat men zal handelen , mitsgaders den wil en meening
van den Koning van Spanje en Aartshertogen , of zij de
voorz . fundamentele punten dezen landen willen accorderen ,
en dienvolgende de conditien instellen en dezelve aan de
Aartshertogen overzenden , om daarop te hebben derzelver
verklaring : daarmede dat Z. Gen. hem ook heeft geconfor
meerd , daarbij voegende , dat men de Koningen van Frank
rijk en van Groot-Britannie mitsgaders de Evangelische
Keurvorsten en Vorsten behoort te verzoeken garant te
willen zijn en gelooven voor de fundamentele punten gedu
rende en ook na de treves voor altijd : en de Raad van
State , dat H. Ed . zouden bedunken , dat men de treves
niet zoude behooren af te slaan , maar dat in ' t gemeen
eendrachtelijk daarop gelet en geadviseerd worde , om met
advies der voorz. Heeren Gezanten dezelve treves te nego
tieren en te maken Christelijk , eerlijk en zekerlijk , zulks
dat nochtans met éénen te samen , ja van nu af zoo goede
en vaste orde op de gemeene Unie , regering , finantie en
anderszins gesteld worde , dat in allen gevalle , ' t zij wat
God zoude willen geven , men zoo vóór , in of na de treves
mag wel gesteld , gequalificeerd en gewapend zijn , om de
souverainiteit en liberteit van den lande te mainteneren , en
dat de Provincien willen goedvinden malkanderen vastelijk te
beloven niet te zullen scheiden , vóór en aleer dezelve goede
en vaste orde zal gesteld zijn : de Raad zoude ook noodig
vinden , dat H. M. Ed. geliefde de Gezanten der Koningen
en Prinsen te verzoeken ,
dat in het tractaat van alliantie
gesteld worde , dat heure Koningen en Prinsen verstaan de
acte van den Koning van Spanje en de Aartshertogen geen
ander verstand te hebben ,
als
dat zij bekennen den staat
dezer landen voor souverein , daarop de Koning en Aarts
hertogen niet hebben te pretenderen nu als dan en dan als
nu en altijd , en dat heure Koningen en Prinsen denzelven
AANTEEKENINGEN
onzen Staat ook alzoo
neren:)
Utrecht,
is
bij
houden en daarbij
zullen mainte
de Provincien van Gelderland ,
Vriesland ,
235
155-157 .
Holland ,
Overijssel , Stad Groningen en Omme
landen verstaan en verklaard , gelijk dezelven gisteren com
municative hare adviezen ook geopend hebben , dat men de
redenen en consideratien voor de treves behoort te prefe
reren voor die van den oorlog , bij zoo ver als men dezelve
treves kan bedingen en verkrijgen Goddelijk , eerlijk en
zeker , als te weten , met behoudenis van de ware Chris
telijke religie , gelijk die jegenwoordig in de Vereen. Pro
vincien geëxerceerd wordt , en de vrijheid of souveraineté
van den lande , en dat men tot dien einde eenigen uit de
Provincien zal committeren , die de propositie van de aan
wezende Heeren Gezanten , dienaangaande gedaan , met de
conditien , daarin geëxpresseerd , zullen examineren , of in
dezelven iets is dat daartegen strijdt of daartoe of af zoude
dienen gedaan ,
om het rapport daarvan gehoord ,
alsdan
daarop met gemeen advies geresolveerd te worden naar be
hooren. Maar die van Zeeland , eerst haar lang verblijven
geëxcuseerd hebbende , hebben in ' t lange gededuceerd de
redenen , waarom dat zij achten , dat de treves en de con
ditien van dezelve zijn strijdende tegen het welvaren en de
verzekerdheid
van den staat dezer landen ; daarover dat
1
hare principalen in dezelve niet hebben kunnen accorderen.
En alzoo dezelven van Zeeland niet nader hebben kunnen
gebracht worden , zijn H. Ed . verzocht hun nader daarop
te willen bedenken tegen morgen ten negen uren voor den
middag ."
(156) Men leest hunne redevoering bij JEANN. , III , 113 ;
maar op menige plaats verschilt zij aldaar van de opgave
in de Res. St. Gen.: alwaar , onder anderen gemist worden
alle 1 de zinsneden van Car nos Rois af tot Il y a d'autres
toe ; alsmede de laatste zinsnede : Nous faisons.
(157) Secr. Res. St. Gen. , 17 November 1608. >>> Is
1
wederom geproponeerd , of de Heeren van Zeeland haar
niet anders alsnog zouden kunnen verklaren op de gepro
poneerde treves , immers om benevens de andere Provincien
over het besogne van de examinatie
van de propositie ,
236
AANTEEKENINGEN
157.
punten en conditien van dezelve te zijn op ' t welbehagen
van hare principalen en zonder prejudicie van dezelven.
Daarop H. Ed . gezegd hebben , · dat zij rondelijk en sin
ceerlijk verklaard hebben , dat zij geenen anderen last had
den , als denwelken zij tot meer reizen hebben geopend ,
en dat zij ook overzulks niemand kunnen committeren , te
vreden niettemin zijnde , dat volgende den voorslag van de
Provincien de Heeren Staten van Zeeland worden bezonden ,
en zullen van harent wege devoir doen , dat de Gedepu
teerden van de Heeren Staten Generaal , die derwaarts zul
len gaan , wel ontvangen en gehoord zullen worden.
>> Op de voorz . verklaring van die van Zeeland , is ge
proponeerd , nademaal dat de andere Provincien geconsen
teerd hebben , dat men eenigen zoude committeren tot de
examinatie van de conditien van de treves , gelijk die zijn
geproponeerd , dat dezelven zouden gelieven de nominatie
van de Gedeputeerden daartoe te doen en meteenen te ad
viseren op den last , dien dezelven zullen hebben , en wan
neer die in de besogne zullen treden . En hebben hierop
de zes Provincien verklaard , dat zij te vreden zijn te nomi
neren , en genoeg te verstaan , dat de genomineerden na
den middag in de besogne zullen treden : maar dat zij be
droefd
zijn en haar verwonderen , dat die van Zeeland als
nog difficulteren haar te conformeren , aangezien zij wel
verhoopt hadden , dat die van Zeeland veel meer in achting
zouden genomen hebben , dat de zes Provincien , op den ge
prefigeerden tijd alhier gekomen zijnde , sedert met zoo
groote kosten hare komst patientelijk verwacht hebben , en
dat dezelven zoo ten dien regarde als ziende de eenparige
hare inclinatie en resolutie tot de treves , bij zoo ver als
men die kan gekrijgen goddelijk , eerlijk en zeker , op zoo
vele vriendelijke instantien , aan haar gedaan , om eenigheid
onder de t' samentlijke Provincien te onderhouden en daar
mede ook te conserveren de eer en reputatie van 't land ,
haar zouden hebben geconformeerd ten minste op ' t beha
gen van hare principalen en zonder prejudicie van dezelven :
biddende overzulks alsnog , dat H. Ed. daarop nader willen
letten en hen voegen ,
of immers opening doen , met wat
AANTEEKENINGEN
157.
237
fondament dat zij hare opinie mainteneren tegens het advies
van de Koningen , derzelver Gezanten , van den Raad van
State en de zes Provincien . Hierop hebben die van Zeeland
gezegd , dat zij hare redenen tot meer reizen hebben ver
klaard , en namentlijk dat zij in de treves niet kunnen
consenteren , zonder eerst te hebben de acte gementioneerd
in de resolutie van de Heeren Staten van den 13den Sep
tembris 11. (1 ) , daarbij zij alsnog persisteren ; zijnde niette
min te vreden , dat de Heeren Staten van Zeeland worden
bezonden volgende den voorslag.
>> Hierna is bij den Heer Advocaat van Holland aange
diend , dat de Heeren Gezanten voorhebben op morgen in
de vergadering te compareren , om iets dezenaangaande aan
te dienen ; stellende overzulks in bedenken , of niet geraden
is de voorz . resolutie , op deze zaak te nemen , zoo lang
uit te stellen. Is daarin bewilligd .
>> Alzoo bij die van Zeeland in haar advies ook tot
meer reizen is vermaand en aangetrokken , dat , alvoren in
de handeling van de treves te treden , zoude dienen gere
solveerd op eenen goeden form van regering en anderszins ,
zijn dezelven verzocht eens te willen verklaren , wat rege
ring dat H. Ed . meenen dat er zoude behooren gesteld te
worden , anders als degene , die er jegenwoordig is. Hierop
hebben die van Zeeland geantwoord , dat zij achten , dat dit
regering niet zonder wichtige oorzaken en
consideratien de t' samentlijke Provincien onder andere pun
punt van de
ten is voorgesteld in den brief van de Heeren Staten van
den 12den . Aprilis 1607 (2); zulks dat H. Ed. daarom ver
staan , dat daarop behoort vooreerst geresolveerd te worden .
En zijnde mitsdien hierna op den form van regering in 't
lange gediscoureerd en communicative geadviseerd , en be
vonden , dat er geene regering geduriger is geweest van alle
degenen , die er geweest zijn , noch daarmede dat de Pro
vincien haar beter hebben bevonden , als met de jegenwoor
dige ;
is bij de zes Provincien verstaan , dat men daarom
(1) Vgl. bov. bl. 164.
(2) Vgl. bov. bl. 112.
238
AANTEEKENINGEN
157.
bij dezelve behoort te blijven , zonder nieuwigheid in te
voeren , maar wel die te redresseren in de punten , daar
dezelve door lankheid
van tijd
zoo in de autoriteit als in
de orde en discipline militair en anderszins in het stuk van
de contributien is vervallen en defectueus wordt bevonden :
hebbende H. Ed. de Heeren van den Raad van State verzocht
de defectuositeiten en difficulteiten , die dezelven daarin bevin
den , te willen examineren en schriftelijk vervatten met haar
advies , en dat den Heeren Staten aan te dienen , om daarop
te letten en te resolveren , gelijk voor den welstand van den
staat van den lande zal bevonden worden te behooren."
18 November. >> ―――― Hierop is wederom geproponeerd ,
nademaal dat men met deze zaak bijnaast de geheele voor
gaande week en deze doende is geweest en om die van
Zeeland te induceren haar met de andere Provincien te
willen conformeren mitsgaders met het advies van den Raad
van State , hetwelk genoeg met de opinien van de Provin
cien overeenkomt , immers ' t zelve te doen op het welbe
hagen van hare principalen en zonder prejudicie van dezel
ven ; hebbende de voorz. zes Provincien alreede tot de
besogne gecommitteerd en allen te samen verzekerd , dat
zij verstaan te conserveren de religie met de vrijheid van
de landen , zonder iets toe te laten dat daartegens zoude
mogen wezen en strijden , en aangeboden genoegzame mid
delen van de contributien te zullen consenteren om de treves
en den staat van ' t land te mainteneren , en tot dien einde
hare meening ook verklaard op de regering en het redres
seren van de defectuositeiten , die door den langen tijd in
de autoriteit van dezelve zijn gevallen ; en dat die van
Zeeland haar hierop niet nader kunnen verklaren , maar
naar hare principalen moeten vertrekken om last te ge
krijgen ;
en dat de Heeren Gezanten van de Koningen ,
ook bij hare gedane propositie zeer urgeren om resolutie ;
of Z. Exc. , de Heeren van den Raad en de zes Provin
cien
niet
goedvinden ,
dat
de
Gedeputeerden
in de be
sogne treden morgen na de leste predicatie ( 1 ) of over
(1 ) Het was toen biddag .
AANTEEKENINGEN
157.
239
morgen vroeg ter klokke acht uren , om de propositie
met de artikelen van de treves . te 1 examineren en alzoo
tijd te winnen , terwijl dat de loopende tijd van het be
stand verloopt en haast zal komen te expireren , en dat
anderszins nieuwe prolongatie van denzelven van den vijand
zal moeten verzocht worden tot disreputatie van den lande.
Hierop heeft Z. Exc . verklaard , dat hij goedvindt , dat de
zes Provincien eenige punten instellen , en dat die van Zee
, land van hare zijde van gelijke doen , of dat elke Provincie
dat apart doe , om dezelve daarna met gemeen advies gear
resteerd en aan de Aartshertogen gezonden te worden , om
van dezelven te verstaan , of zij die zullen begeeren te ac
cepteren (1 ). Die van den Raad hebben verklaard , dat zij
haar advies op de treves schriftelijk hebben vervat en inge
geven , vermanende alsnog , dat men zoude letten op de
conservatie van de religie en de qualificatie van ' t land ,
raadzaam achtende , dat men gedurende de deliberatie van
die van Zeeland in de geproponeerde besogne trede.
>> ' t Voorz. advies gehoord , hebben de zes Provincien nog
maals verstaan volgende verscheidene hare voorgaande ver
klaringen , dat hare Gedeputeerden bij den anderen behooren
te komen , om de propositie van de treves te examineren
en te zien , of er te veel of te weinig is gesteld om het
land te bewaren en te bedingen eene goddelijke , eerlijke en
verzekerde treves , overmits dat zij tot nog toe geene rede
nen hebben verstaan , daarom dat zij van hare opinie zouden
behooren te wijken ; en hebben daarom die van Zeeland
alsnog verzocht , dat H. Ed . gehoord hebbende de voorz.
adviezen , haar met dezelven zouden gelieven te voegen ,
op den geproponeerden voet van het welbehagen
van hare principalen en zonder prejudicie van dezelven.
Daarop dat die van Zeeland wederom verklaard hebben ,
immers
dat zij de voorz. adviezen en opinien van de zes Provincien
wel hebben verstaan , maar dat zij niet zijn gelast haar
daarmede te conformeren , maar veelmeer ter contrarie ,
- .
omdat de Heeren Staten van Zeeland dien handel en com
(1) Graaf WILLEM was afwezig .
240
AANTEEKENINGEN
157--165.
municatie van de treves den landen ten allerhoogste scha—
delijk achten om de redenen , die zij te meermalen hebben
verhaald ; begeerende te zien het geschrift , dat de Heeren
Gezanten van de Koningen zullen instellen en overgeven , en
excuserende , dat zij geene oorzaak zijn van het retardement
van de besogne , omdat de Commissarissen van de Aartsher
togen van hier zijn vertrokken bij gebrek van last , denwelken
zij uit Spanje verwachten , gementioneerd in de resolutie van
de Heeren Staten van den 13den Septembris ll. welken last zij
Gedeputeerden van Zeeland alhier hebben meenen te vinden.”
(158 )
UITENB. , Lev. , bl. 157 .
(159)
JEANN. , III , 122 , 131.
(160)
(161 )
JEANN. , III , 122 , 152.
JEANN. , III , 104 , 124 , 126.
(162)
JEANN. , III , 182.
WAG. , IX , 423.
( 163 ) JEANN. , III , 53 , 145 , 147 , 148 , 175 , 177 , 218 ,
235 , 257 , 279 , 281 , 292 , 301 , 303.
(164) JEANN. , III , 204.
(165)
JEANN. , III , 128 , 141–143 , 145 , 147, 151 , 152 ,
174 , 177 , 182 , 192 , 234 , 265. Verkeerdelijk dus schrijft
de Schr. der Staatk. Part. , bl . 126 , dat de onverzettelijk
heid beide van MAURITS en OLDENBARNEVELD op het punt
der erkentenis van de onafhankelijkheid der Vereen. , Pro
vincien , en hunne eenstemmigheid ten dezen , meer nog
dan de pogingen van JEANNIN , eene verzoening tusschen
hen beide te weeg bracht , die het twaalfjarig tijdperk on
der de gelukkigste vooruitzichten deed beginnen.
Res. St. Gen. , 23 November 1608. » Is de Griffier ge
last Z. Exc. van wege de Heeren Staten Generaal te ver
zoeken den Heeren Staten van Zeeland met zijne brieven
te recommanderen haar met de andere zes Provincien te
willen conformeren in de zaken van de geproponeerde tre
ves , daartoe dat de Heeren Gecommitteerden van de Heeren
Staten Generaal naar Zeeland vertrekkende , zijn gelast en
geinstrueerd (1).”
(1 ) Dat MAURITS den verzochten brief geschreven heeft, is mij niet
gebleken,
AANTEEKENINGEN
165.
. 241
Seer. Res. St. Gen. , 19 December 1608. » Zijn ter ver
gadering gecompareerd de Heeren Gezanten van de Konin
gen van Frankrijk en van Groot-Britannie : hebben eerst
bij monde vertoond en geproponeerd en daarna schriftelijk
overgegeven ' t gene hierna geinsereerd volgt (1).
>> Het voorz. geschrift gelezen en de Heeren Gezanten
met de behoorlijke complimenten bedankt en dezelven ver
trokken zijnde , is daarop gevraagd het advies van Z. Exc. ,
van Graaf WILLEM en des Raads van State. Daarop Z. Exc.
verklaard heeft , gelijk hij hier te voren nog gedaan heeft ,
dat hij , ziende de inclinatie van de Provincien tot de tre 1
ves , daartegen niet begeert te zijn , maar dat hem bedunkt
voor zijn advies noodig te wezen , dat men de punten van
de treves behoort te examineren , en te laten diegene , die
bekwaam zijn , en de andere te redresseren daar dat diene
lijk zal bevonden worden , en dat men het punt van de
souverainiteit klaar en wel expres behoort te stellen ; en de
voorz . punten alzoo gearresteerd zijnde , dat de Provincien
malkanderen behooren te beloven van dezelve niet te zullen
wijken goedvindende dat men ten effecte van deze hande
ling de loopende treves zal mogen prolongeren , volgende
het advies van de voorz . Heeren Gezanten (2). Graaf WIL
LEM heeft hem met dit advies geconformeerd , behalven dat
Z. L. goedvindt , dat men de treves zal prolongeren voor
twee maanden.
» De Heeren van den Raad adviseren , dat zij dienelijk
vinden , dat men zonder langer delai de handeling van de
treves promptelijk behoort voor te nemen op de punten en
de substantie van dezelve , begrepen in de propositie van de
Heeren Gezanten , en te zien of men door het bemiddelen
van dezelve zal kunnen verkrijgen 15 of 12 jaren treves ,
mitsgaders de navigatie en handeling op Oostindien de gré
à gré , om te min oorzaak te geven tot eenige verbittering
en het breken van de treves ; insgelijks goedvindende , dat
(1) Men zie dat voorstel bij JEANN. , III , 189 , alwaar verkeerde
lijk, 18 December staat.
(2) Dat is , voor eene maand.
16
III
242
AANTEEKENINGEN
165.
de loopende treves voor eene maand na de expiratie van
dezelve worde geprolongeerd ; recommanderende , dat de re
solutie , hierop te nemen , mag geschieden , zoo haast eenig
zins doenlijk is , met eenigheid , daarin dat de onderdanen
van den lande haar mogen vervroegen (1 ) .
De t'sament
lijke Provincien hebben ook verstaan , dat men deze zaak
langer niet behoort te delayeren , maar dezelve bij alle ma
nieren te voorderen : dan hebben eerst van het gepropo
neerde verzocht copie , om dat te examineren en na den
middag of morgen daarop te resolveren."
30 December. >> De Heeren Gecommitteerden om te resu
meren de conditien en artikelen van de geproponeerde tre
ves , hebben ter presentie van Z. Exc . , van Graaf WILLEM
en den Raad van State gedaan rapport van haarl . gebe
sogneerde , mitsgaders van het concept bij hen daarnaar ge
dresseerd met advies van de Heeren Gezanten van de
Koningen van Frankrijk en Groot-Britannie , dewelke uiter
lijk ( 2) begeerd hebben , dat men ' t voorz. concept en be
sogne zoude secreet houden , zonder daarvan eenige copien
uit te geven , ten
einde daarin met meerder zekerheid ,
reputatie , eer en voordeel mag
worden.
gehandeld en getracteerd
>> Hierna is 't voorz. concept in ' t Walsch en ook het
translaat daarvan in 't Duitsch gelezen : daarop dat Z. Exc.
en Graaf WILLEM voor haar advies verklaard hebben , dat
zij altijd van advies zijn geweest en nog gaarne zouden
hebben , dat het punt van de souverainiteit of vrijdom van
+
't land expresselijk en met uitgedrukte klare woorden had
mogen gesteld worden ; doch dat H. L. om beter eenig
heid te onderhouden onder de Provincien , ziende de incli
natie van dezelven tot de treves , hun 't voorz. concept
laten gevallen , mits dat de Heeren Gezanten van de Konin
gen van Frankrijk en Groot- Britannie zullen verklaren en
van H. Majen acten uitbrengen , dat zij de souveraineté voor
deze landen houden genoeg geëxpresseerd , om ' t zelve te
(1 ) Dat is , verheugen.
(2) Misschien ernstelijk.
AANTEEKENINGEN
165.
243
dienen niet alleen voor den tijd van de treves , maar voor
altijd , en om dezelve liberteit te mainteneren , dat H. Majen
deze landen ook na de expiratie van de treves zullen assis
teren : vermanende voorts Z. Exc. en Graaf WILLEM de
Heeren Staten vóór de conclusie van de treves orde te wil
len stellen op de regering en de contributien voor het toe
komende gedurende den tijd van den stilstand , ten einde
de Staat mag staande gehouden worden : voegende Z. Gen.
dat men tot dien einde niemand tot de regering zoude ad
mitteren dan degenen doende professie van de religie of
bekende getrouwe liefhebbers des lands."
31 December. >> Compareren de Heeren van den Raad
van State en verklaren , dat H. Ed. gelet hebben op het
concept van de treves :
en voor H. Ed. advies goed te
vinden , dat men op 't voorz. concept in handeling trede
en dezelve zoo zeer spoedige als ' t eenigzins doenlijk is ,
zonder eenigen tijd te verliezen : verstaande in confor
mité van de adviezen van Z. Exc. en van Graaf WILLEM ,
dat men van de Heeren Gezanten van de Koningen
zał
verzoeken acte van dat H. Majen respectief de Heeren Sta
ten garant zullen staan voor het maintenement van de tre
ves ,
en dat dezelven verstaan ,
dat de souveraineté van
deze landen zal geduren niet alleen voor den tijd van de
treves , maar ook na de treves en voor altijd , en dat
H. Majen deze landen zullen assisteren in de treves , gelijk
dezelven in den vrede gedaan zouden hebben.
» De Provincien - hebben haar dezelve concepten laten
gevallen en goedgevonden , dat men daarop ten spoedigste
zal treden in handeling en van de Heeren Gezanten verzoe
ken te verklaren bij acte , dat hare Koningen deze landen
houden voor vrije landen voor altijd , en dat zij dezelve
zullen assisteren tegen de infractien van de treves en die
helpen mainteneren.
Behalven dat die van Zeeland susti
néren , dat men met klare woorden in deze handeling van de
treves behoort te exprimeren de souveraineté van den lande ,
gelijk dat gedaan is bij het eerste punt van de vredehan
deling : — item dat de ratificatie des Konings van Spanje
en Aartshertogen van de handeling simul en semel zal
16*
244
moeten
AANTEEKENINGEN
gedaan
165–167.
worden : item dat de Provincien
van de
andere zijde deze handeling behooren te approberen : item
dat men ten voordeeligste behoort te gedenken en bedin
gen voor het Sterfhuis van Z. Exc. h. m. ten regarde van
de punten bij Z. Exc. over te geven : en ten leste dať de
Provincien malkanderen bij acte zullen beloven , dat men
de punten , die alhier zullen worden besloten , bij de han
deling zal mainteneren , zonder daarvan te wijken , bij zoo
ver als de vijand zwarigheid zoude maken die te accorderen ,
maar veeleer de handeling te breken.
>> Verstaande de t' samentlijke Provincien , dat de zeker
heid van den staat van ' t land meest bestaat en voor het
toekomende nog moet bij goede eenigheid , orde en rege
ring en genoegzame middelen van de contributien tot onder
houding van een goed aantal ruiteren en soldaten , mitsga
ders bij de vriendschap en goede correspondentie van de
naburige Koningen en Prinsen , en dat men daarom daarop
eenen vasten voet en resolutie eenpariglijk behoort te ne
men en te arresteren vóór het besluit van de treves.
» Hierna zijn bij de zes Provincien de voorz . gemoveerde
difficulteiten bij die van Zeeland , gesolveerd en gedi
lueerd : dewelke mitsdien dezelven van Zeeland verzocht
hebben haar te willen conformeren met de voorz . concep
ten : waartegen die van Zeeland nader hare redenen en mʊ
tiven verklaard hebbende , is goedgevonden , dat men hem
nader op alles zal bedenken tot morgen.”
( 166)
MAURITS zelf verklaarde aan de Fransche Gezan
ten , dat OLDENBARNEVELD zich hierin wel gedragen had ,
JEANN. , III , 254.
(167) Secr. Res. St. Gen. , 11 January 1609. » Die
van Zeeland zijn wederom gevraagd , of H. Ed. haar nader
op het punt van de commercie en de acte van verzekering
hadden bedacht en haar met de andere zes Provincien
begeerden te conformeren : die daarop hebben geantwoord , H
dat zij haar niet vinden gelast noch ook eenige rede
nen hebben gehoord , die haar kunnen moveren , om van
advies te veranderen ,
en dat dezelven
hare voorgaande verklaring persisteren.
daarom alsnog bij
1
Mits welken het
AANTEEKENINGEN
245
167-170.
punt van de commercie en de zwarigheden , bij die van
Zeeland daarop gemoveerd , geëxamineerd en daarop ge
delibereerd zijnde ,
de
artikelen ,
is
bij de zes Provincien verstaan , dat
dienaangaande in ' t project van de
gesteld , wel ingesteld zijn ,
treves
en dat alzoo ' t zelve project
gehouden wordt voor gearresteerd . Maar die van Zeeland
hebben verklaard en doen aanteekenen , dat zij dit niet
houden voor resolutie.
is
Aangaande de acte van verzekering
bij t' samentlijke Provincien
verwilligd , dat
men zal
mainteneren de souveraineté en vrijen staat van de Provin
cien in conformité van het eerste artikel des punts van
de treves in deze acte te insereren , en dat geene remisen
naar
Spanje
zullen
niatreren , langer
toegelaten
als voor 8 ,
worden , ingeval
van opi
10 of 12 dagen , (doch de
voorz. tijd sane , en niet als civiliter verstaan zijnde , ) dat
men den handel van treves zal afsnijden .”
13 January (1). - Op het voorz. rapport en de gedane
veranderingen en correctien (2) gelet zijnde , hebben de zes
Provincien dezelve goedgevonden : - en die van Zeeland
serieuselijk vermaand en verzocht haar daarin te willen con
Maar dienniettegenstaande hebben H. Ed. dat
formeren .
tot meer reizen gedifficulteerd bij gebrek van last , zonder
eerst te hebben contentement op de binnenlandsche com
mercien volgende haar verzoek : alzoo dat eindelijk om de
zaak te accommoderen , op de voorz. commercie genomen
is de volgende resolutie . Enz.
>> Mits welke resolutie is dien van Zeeland wederom af
gevraagd , of zij haar met de andere zes Provincien begeeren
te conformeren.
Daarop dezelven verklaard hebben , dat zij
daartoe haar niet vinden gelast , maar vertrouwen , dat hare
principalen daarin zullen verwilligen."
(168) JEANN. , III , 251. WAG. , IX , 429.
(169) JEANN. , III , 278.
(170)
JEANN. , III , 301 .
(1) Men vindt deze resolutie in haar geheel reeds bij v. WYN ,
Bijv. op Wag. , 10 St. , bl. 123.
(2) Te weten , van de voorgestelde artikelen des bestands.
246
AANTEEKENINGEN
171-179.
(171 ) JEANN. , III , 256 , 277 , 280 , 282 , 290 , 293.
(172) BILDERD. , VII , 207 , VIII , 2.
(173) JEANN. , 1 , 65 , 75 , III , 44 , 51 , 76 , 86 , 90 ,
126 , 159 , 177 , 182 , 281 , 325.
(174) JEANN. , III , 53.
(175) JEANN. , III , 59 , 324.
(176) JEANN. , I , 66.
(177)
UITENB. , Lev. , bl. 156 .
(178)
JEANN. , III , 146 , 152 , 173 , 206.
Wanneer men
dit alles in overweging neemt , dan kan men waarlijk niet
berusten in het niets beslissend oordeel van AITZEMA , I , 37a,
schrijvende : » Mijne meening is niet te oordeelen , of de
treves wijsselijk of onwijsselijk gemaakt was. -- ' t Is mij
genoeg te zeggen , waar twee kijven , dat zij gemeenlijk
beide schuld hebben. - Ik wil gelooven , dat behalven de
zware lasten , daarin de Staat door den oorlog was verval
len , ook andere particuliere inzichten waren bij degenen ,
die de treves dreven : maar ik geef ook een ieder te be
denken ,
of niet de anderen , die voor de continuatie van
den oorlog spraken , haar particulier daar mede onder zochten.
Een veldoverste veel emolument trekkende uit den oorlog ,
en uit het zijne niet daartoe contribuerende , zoude dwaas
lijk doen , indien hij dreef of prees eene vredemaking.”
(179) JEANN. , IV , 38 , 59 , 78.
Res. St. Gen. , 22 November 1608. » Op het aangediende
van wege Z. Exc. dat dezelve bevindt , dat het Huis van
Nassau niet wordt genoeg gedaan bij de geproponeerde
artikelen van de treves , namelijk in de punten rakende de
limiten en confiscatien , en dat Z. Exc. daarover zijn belang
desaangaande bereid is ter vergadering te remonstreren ,
indien 't H. M. Ed. alzoo goedvinden , is verstaan , nade
maal de meening van de Heeren Staten altijd geweest is
voor Z,
Exc. en het Huis van Nassau in de handeling
met den vijand zoo vele commoditeiten en voordeelen te
bedingen , als ' t eenigzins met den welstand van den staat
van den lande zal doenlijk zijn , dat de voorschr. Heeren
Gecommitteerden tot de handeling van de treves Z. Exc.
zullen hooren en deszelfs meening en pretensien verstaan ,
AANTEEKENINGEN
179.
247
om daarna alhier ter vergadering daarvan rapport te doen
en daarop gedisponeerd te worden naar behooren."
Secr. Res. St. Gen. , 3 April 1609. >> Is ter presentie
van Z. Exc. en des Raads van State gedelibereerd op de
missive van de Heeren Gedeputeerden van den 1sten dezes
mitsgaders op de gevoegde punten : verklarende de Gedepu
teerden van de Provincien mitsgaders Z. Exc. en de Raad
van State , dat zij alles hadden geconfereerd met de arti
kelen van het bestand ,
die den Heeren Gezanten van de
Koningen medegegeven zijn ; en dezelven bevonden daarmede
genoeg overeen · te komen.
En op alles naar behooren
gelet , (het advies van Z. Exc. en des Raads van State
gehoord , ) eenpariglijk verstaan en geoordeeld , dat de Hee
ren Gedeputeerden met alle consideratien wijsselijk en zeer
voorzichtelijk tot voordeel van den lande hebben gebe
sogneerd , daarvoor dat de Heeren Staten dezelven ook
hadden te bedanken , met vertrouwen dat H. Ed. daarin
verder nog
met gelijke getrouwigheid , ijver , affectie
en
naarstigheid zullen continueren , opdat de handel korts tot
een goed en gewenscht besluit gebracht mag worden . Edoch
alzoo op eenigen van de voorz . punten en bijzonderlijk op
de limiten en confiscatien sommige consideratien werden
gemoveerd en voorgesteld uit de kennis van de quartieren ,
en dat ook Z. Exc. hem scheen te beklagen , dat er voor
alsnog niets voordeeligs voor het Sterfhuis van Z. Pr. Exc.
h. m. noch ook voor hem zelfs was gehandeld , verzoekende
daarom , dat men den voorz . Heeren Gedeputeerden serieu
selijk zoude recommanderen alle mogelijke goede devoiren
te doen , dat deze zaak favorabelijk afgehandeld zoude wor
den vóór het sluiten van de treves ; is goedgevonden , dat
men de voorz. consideratien schriftelijk zal vervatten en aan
de Heeren Gedeputeerden overzenden , om daarop te letten
en daaruit zoo voordeelige conditien te bedingen , als ' t eenig
zins doenlijk zal zijn , en den handel voorts te besluiten ,
gelijk dezelven voor den meesten dienst en verzekerdheid
van den staat dezer landen zullen bevinden te behooren ,
zonder de zaken langer te dilayeren tot groot prejudicie
en zware kosten van dezelven , nadat H. Ed . alles zouden
248
AANTEEKENINGEN
gedaan hebben voor het voorz .
179-181 .
Sterfhuis en Z. Exc . dat
mogelijk is en is hierop de vergadering gescheiden ."
Res. St. Gen. , 11 April 1609. >> Is geproponeerd ,
of
men Z. Exc. zal geven copie van de acte geteekend op de
limiten , volgende zijn begeeren : en de Griffier gelast ' t zelve
voor alsnog te excuseren , maar Z. Exc. te presenteren de
lecture van de voorz . acte."
(180) Het verdrag is te lezen bij JEANN. , IV, 62. VAN
METER. , f. 576d .
Secr. Res. St. Gen. , ↳ Maart 1609.
dering gecompareerd Z.
Exc. ,
» Zijn ter verga
Graaf WILLEM en de Raad
van State : en nadat wederom gelezen is geweest de brief
voor den middag ontvangen van de Heeren Gezanten , en de
acte van prolongatie van de loopende treves (1) , is na be
hoorlijke deliberatie eenpariglijk verstaan en geresolveerd ,
dat de vergadering van de Heeren Staten Generaal , Z. Exc. ,
Graaf WILLEM en de Raad van State haar Zondag naastko
mende volgende het begeeren
van de welgemelde Heeren
Gezanten zal transporteren naar Bergen op den Zoom : behalven dat bij die van Zeeland , Z. Exc. , Graaf WILLEM
en de Raad van State voorgeslagen en vermaand is , dat
men ondertusschen naar Antwerpen aan de Heeren Gezanten
zoude mogen schrijven , ten einde H. Ed. gelieven over te
zenden het geschrift , dat dezelven op de artikelen van de
Heeren Staten hebben ontvangen , in H. Ed . brief gemen
tionneerd maar is daarop niet geïnsisteerd , om de Heeren
Gezanten niet te miscontenteren en tijd te gewinnen , al is
't dat generalijk genoeg anders verstaan is , dat dezelven
't voorz. geschrift wel hadden behooren met den
brief te zenden."
voorn.
(181) JEANN . , III , 340 , 375 , 377 , 404.
Secr. Res. St. Gen. , 14 Maart 1609. >> De Heeren Ge
zanten van de Koningen zijn wederom ter vergadering ge
compareerd
in ' t afwezen van Z. Exc. , van Graaf WILLEM
(1 ) Deze was eerst verlengd tot den 15den February , toen tot
den laatsten dier maand , en nu tot den 20sten Maart : vervolgens
weder tot den laatsten dier maand en eindelijk tot den 10den April .
249
181 .
AANTEEKENINGEN
en van den Raad van State : hebben den Heeren Staten in
't lange vertoond de groote diensten , die Z. Exc. h. m. mits
gaders Z. Exc. Graaf MAURITS de Vereen. Provincien hebben
gedaan , hebbende gelegd
de fundamenten van de vrijheid ,
die dezelve jegenwoordig genieten : dewelken overzulks alle
behoorlijke erkentenis en recompense meriteren : en hebben
daarover de Heeren Staten bij last van hare Koningen zeer
serieuselijk verzocht en
gerecommandeerd , dat H. M. Ed .
zouden gelieven daarop rijpelijk te letten en de voorz. dien
sten en weldaden zulks te vergelden en recompenseren vóór
het sluiten van de treves met dankbaarheid , als dezelven
vereischen ,
opdat H. M.
Ed .
mogen van haar weren de
reprochen van ondankbaarheid , daarmede andere Republieken
in voortijden beschuldigd zijn geweest ; verzekerende , dat
H. Majen de voorz. erkentenis zeer aangenaam zullen heb
ben.
Hierop geadviseerd wezende , is goedgevonden , dat
men één uit elke Provincie zal deputeren , om te maken
eene voorraming van de voorgestelde recompensen voor
Z. Exc. in ' t particulier , het Sterfhuis van Z. Exc. h. m. 9
Mevrouw de Prinsesse , Graaf WILLEM en Graaf HENDRIK
VAN NASSAU , mitsgaders het Sterfhuis van Graaf JOHAN VAN
NASSAU goed. mem. om daarna metteneerste daarop gelet
en geresolveerd te worden naar behooren."
17 Maart. >> Zijn wederom ter vergadering gecompareerd
de Heeren Gezanten van de Koningen van Frankrijk en van
Groot-Britannie ,
vertoonende , dat
zij
waren verschenen ,
om te verwekken de diligentie van de Heeren Staten en
H. M.
Ed. te
recommanderen
ten
spoedigste
te
willen
resolveren op de twee punten , bij H. Ed . voorgedragen , te
weten , van de treves en van de erkentenis te doen aan
Z. Exc. en de andere lidmaten des Huis van Nassau voor
de diensten en beneficien , die de Vereen . Provincien van
Z. Exc. h. m. , Z. Exc. etc. hebben ontvangen , en dat vóór
de expiratie van de loopende treves , die voorhanden is ,
zonder deze zaak langer te traineren , dewijl zij achten ,
belangende de voorz . erkentenis , al is ' t dat het eene zaak
is ,
die zelve spreekt ,
dat zij
dezelve bij last van hare
Koningen hebben gerecommandeerd , gelijk
zij
nog doen ;
250
AANTEEKENINGEN
181-182 .
hebbende zeer aangenaam , dat H. Ed. speuren bij de ver
klaring , die haar is gedaan , dat den Heeren Staten haar
voorstel en recommandatie bevalt , verzoekende dat H. M. Ed.
op beide punten conjunctim willen resolveren. Voorts heb
ben H. Ed. ook meteenen zeer serieuselijk gerecommandeerd
het gouvernement of regering van 't land , mitsgaders de
contributien , om het interest
dat
hare
Koningen daarin
hebben , dat de staat van de Vereen. Provincien mag blijven
geconserveerd. - Is geantwoord , dat de Heeren Staten met
ernst en naarstigheid beide voorz. punten hebben voorge
" als met de Heeren Gezanten noodig achtende , dat
ten principale een
einde van de handeling van de treves
gemaakt , en van gelijke ook op het tweede punt geresol
veerd worde ten meesten contentemente , naar dat de staat
van 't land zal kunnen
Enz (1)."
lijden en de billijkheid vereischt.
(182) Secr. Res. St. Gen. , 17 Maart 1609 , post prand.
>> De Heeren Gedeputeerden van de Provincien hebben ge
daan rapport van de voorberaming bij H. Ed. gemaakt op
de recognitie aan Z. Exc. en de andere leden van het Sterf
huis van Z. Exc. h . m. , den Prins van Oranje , - daarin
bestaande , dat men , om 't voorz. Sterfhuis in eenigheid
te houden en ' t zelve beter daartoe te brengen , dat de
partage van de nagelaten goederen van Z. Exc. h. m. in
't vriendelijke onder de erfgenamen mag geschieden , de
Heeren Staten Generaal bij geval van succes van treves tot
haren last zouden mogen aannemen alzulke ƒ 6000 ' s jaars ,
als Z. Exc. h. m. heeft gemaakt zijne dochter VAN NASSAU
BOURBON en geassigneerd op de visscherij van Geertruiden
berg , met nog eene rente van f 3500 , gemaakt aan Vrouwe
EMILIA VAN NASSAU , Prinses van Portugal.
>> Item dat men , voor zoo veel Z. Exc . aangaat , hem
zijne politieke tractementen zoude mogen dubbeleren : item
zijne tractementen militaire , (die bedragen f 80000 ' s jaars ,)
augmenteren met f 40000 , beloopende tot f 120000 ' s jaars ,
tot een verzet van 't gene Z. Exc . zal afstaan en missen
(1) Het punt der regering werd niet aangeroerd.
AANTEEKENINGEN
182.
251
door de treves bij ' t succes van dezelve , van de inkomsten
van de confiscatien en geestelijke goederen , die de Heeren
Staten van Braband en elders gegund hebben , alles bij suc
ces van de treves en gedurende dezelve (1) .
>> Item om te toonen , dat men het Huis van Nassau
houdt gerecommandeerd en 't zelve verstaat en begeert in
eere te houden , bij zoo ver als Z. Exc. komt te houwe
lijken , dat men (ook bij succes van de treves) zoude mogen
tot eene douarie van zijne huisvrouw constitueren eene
rente van f 25000 's jaars en hereditair voor
zijne kin
deren , bijaldien als God hem eenigen van zijne huisvrouw
verleende.
» En om de Provincien onder eene goede regering bij
anderen te vaster vereenigd te houden , dat men
den
Z. Exc. zoude mogen maken Gouverneur Generaal van
alle de Vereen. Nederlanden , op alzulke commissie en in
structie , als men met gemeen advies Z. Exc. daartoe zoude
mogen geven op de voorz. tractementen en bij ' t succes
van de voorz.
treves : blijvende Z. Gen. Graaf WILLEM
in zijn gouvernement particulier.
>> Item dat men het tractement van Mevrouw de Prinses
van f 15000 's jaars zoude mogen augmenteren tot f 20000 ;
en van gelijke ook het tractement van Graaf HENDRIK tot
f 20000 ; alzoo dat zij te samen zullen hebben f 40000 .
>> Item dat
Prinses
zoude
men het huis in den Haag Mevrouw de
mogen
laten ad vitam , en hereditair
aan
Graaf HENDRIK ; al ' t geen voorz. is insgelijks bij ' t succes
van de treves.
>> Item dat men bij ' t succes van de treves en gedurende
dezelve de tractementen ordinaris en extraordinaris van
den
Welgeb. Heer Graaf WILLEM LODEWYK VAN NASSAU
etc. Stadhouder ook zoude mogen continueren en dubbe
(1) De Staten van Gelderland machtigden op den
hunne Gedeputeerden ter Generaliteit , om te mogen
de verdubbeling va MAURITS politieke tractementen
was gesproten , dat hij de domeinen van Braband
Zoom in handen gehad had en niet dan met groote
stand derzelven heeft kunnen gebracht worden.
+
10den Mei 1616
verklaren , dat
slechts daaruit
en Bergen op
moeite tot af
252
AANTEEKENINGEN
182 .
leren , alzoo dat die te samen zullen beloopen f 50000
's jaars .
>> En dat men Z. Exc. en Graaf WILLEM ook zal mogen
laten hare compagnien respectief , die zij hebben te paard
en te voet , tot zulken getal , voet en orde als bij de Hee
ren Staten goedgevonden zal worden.
>> Hierop geadviseerd wezende , hebben de Gedeputeerden
van de Provincien daarin bewilligd op het welbehagen van
hare
principalen
respectief ,
op den voet en bespreken ,
gelijk zij elk aangenomen hebben haar advies schriftelijk
in te stellen en in handen van den Griffier over te ge
ven , om dat te boek te brengen : verstaande de t' sament
lijke Provincien , voor zoo veel aangaat het verdubbeleren
van de tractementen van de politieke gouvernementen , dat
elke Provincie Z. Exc. en Graaf WILLEM daarin zullen ge
ven contentement."
19 Maart.
>> De Heeren Gedeputeerden van de Provin
cien hebben gerapporteerd , dat H. Ed. aan de Heeren Ge
zanten opening gedaan hebben van de resolutie ,
bij
de
Heeren Staten genomen op hare recommandatie van wege
hare Koningen , ten einde met alle behoorlijke dankbaarheid
erkend zouden worden de diensten van Z. Exc. h. m. en
van Z. Exc. jegenwoordig voor zijnen persoon en de andere
leden van het Sterfhuis ( 1 ) : en dat H. Ed . daarop geant–
woord hebben , dat dezelven daarin goed contentement had
den , maar verzocht hebben , dat de f 25000 , Z. Exc. geac
cordeerd om te vorderen eene goede alliantie van huwelijk ,
hem zouden
gegund mogen worden zonder de voorz. con
ditie , erfelijk voor hem en zijne mans oiren , en daar die
hem zouden ontbreken , dat dezelve zouden mogen succe
deren op Graaf HENDRIK , Z. Exc. broeder en deszelfs mans
oiren , en dat de voorz . rente zoude mogen ingaan terstond
na de treves ; voorslaande dat men de waarde van de ƒ25000
zoude mogen geven in landen en luiden. Item dat men
het tractement van f 20000 , geaccordeerd aan Graaf HEN
(1) Opmerkelijk , dat JEANNIN , IV , 19 in zijn bericht van deze
resolutie aan zijn Hof , niets gewaagt van het Gouvernement Gene
raal. Zou hem dit punt wel zijn medegedeeld ?
AANTEEKENINGEN
182-183 .
253
DRIK , zoude augmenteren tot f 25000.
geantwoord hadden ,
Daarop dat H. Ed .
dat de Generaliteit geene landen had
noch heerlijkheden , alzoo die te samen resorteren onder de
particuliere Provincien , daarover dat men moest blijven bij
de constitutie van de voorz. rente ; en voor zoo veel1 raakt
de gevoegde conditie , dat 't zelve gedaan was om goede
consideratien en hopening , dat Z. Exc . zal doen eene goede
alliantie naar zijne qualiteit en dezen landen dienelijk , als
wanneer die rente zoude beginnen cours te nemen : aan
1
gaande de voorgeslagen successie van die van den een op
den ander , op de mans oiren , dat ' t zelve zoude strijden
tegen de rechten en usantien van deze landen , die de doch
teren niet uitsluiten , en dat men ook twijfelt , of Z. Exc.
de voorz . successie ook alzoo aangenaam zoude hebben ;
daarop dat de Heeren Gezanten Z. Exc. nader zouden mogen
hooren , om daarna nader daarop gelet te worden : belan
gende het verhoogen van het tractement van Graaf HENDRIK
van 20 tot 25000 Guldens , dat wel de Provincien haar
daartoe niet vonden gelast , maar de zaak ten favorabelste
aan de Provincien zouden rapporteren en recommanderen."
(183) Res. St. Gen. , 24 Maart 1609. >> Z. Exc. is ter
vergadering gecompareerd , en is hem aangezegd de resolutie ,
alhier op het welbehagen van de Provincien genomen op de
dankelijke erkentenis van de gedane diensten van Z. Pr. Exc.
h. m. , van Z. Exc . zelfs en van de andere leden van het
Sterfhuis , en dat de Gedeputeerden van de Provincien aan
genomen hebben alle mogelijke devoiren in de Provincien te
doen , ten einde daarop metteneerste promptelijk en favora—
belijk mag worden geresolveerd . Z. Exc. heeft de Heeren
Staten hiervoor bedankt en verklaard , dat hij met gelijke
affectie het land bij succes van de treves zal dienen , gelijk
hij gedaan heeft bij den oorlog , en begeert dat H. M. Ed .
zouden willen gelooven , dat de difficulteiten , die hij in de
zaak van de treves heeft gemaakt , alleen hebben gestrekt
voor de conservatie van den lande en niet tot eenig ander
einde (1)."
(1)
Gelijk men vermoeden mag , dat aan JEANNIN het punt nopens
+
254
AANTEEKENINGEN
183.
Evenwel het was eerst in Augustus en September , dat
deze zaak haar volle beslag kreeg.
Res. St. Gen. , 14 Augustus 1609. » Op de memorie
overgegeven bij den Tresorier van Z. Exc. is goedge
vonden en verstaan , dat men alle de punten , rakende
2 Z. Exc. en de t'samentlijke leden van het Sterfhuis van
Z. Pr. Exc . h. m. behoort bij der hand te nemen en
daarop te resolveren ."
18 Augustus. » Is geproponeerd de recognitie voor Z. Exc.
en de andere leden van het Sterfhuis van Z. Exc. h . m.
mitsgaders de f 25000 voor den Heere Prins van Oranje :
maar is daarop niet finalijk geresolveerd , overmits eenige
Provincien verstaan , dat men daarop punctuelijk en niet
in genere behoort te resolveren."
19 Augustus. » Is geadviseerd op de propositie van de
Heeren Ambassadeurs ―
aangaande de erkentenis van de
groote diensten en verlies van goed en bloed voor de vrij
heid der Nederlanden , van h. g. den Heer Prins van Oranje,
voor Z.
Exc.
Sterfhuis in
' t gemeen , voor de Vrouwe
Prinsesse zijne nagelaten Weduwe , Z. Exc. Prins Maurits ,
ook ten opzien van zijne meriten zoo lange jaren in alle
constantie en getrouwigheid in tegenspoed en voorspoed
den landen bewezen , insgelijks van Prins HENDRIK zijnen
broeder , eenzamentlijk den Welgeb. Heere Graaf WILLEM
LODEWYK Graaf van Nassau etc. En hebben de t' sament
lijke Provincien geconsenteerd in de twee erfelijke renten ,
de eene van 6000 ponden , bewezen aan de Vrouwen doch
teren van Z.
Pr. Exc.
h.
m.
geprocreëerd bij Vrouwe
CHARLOTTE VAN BOURBON etc. Voor hare vaderlijke goederen ,
en de andere van 3500 ponden voor Vrouwe EMILIA VAN
NASSAU Prinsesse van Portugal etc. voor H. Exc. moeder
lijke goederen , ten einde daardoor gefaciliteerd en besloten
het Gouvernement Generaal niet is medegedeeld , zoo zou het ook
zeer bevreemden , zoo zulks aan MAURITS geschied ware , vooral bij
den sterken tegenstand , dien het voorstel der Zeeuwen tot eene
regeringsverandering ter Staten Generaal nog kort te voren onder
vonden had. Zie bov. bl. 237.
AANTEEKENINGEN
183 .
255
mag worden de partage tusschen de Hooggem . Vrouwe
Prinsesse , de Heeren Prinsen zonen en de Vrouwen doch
teren van Hoogged. Heer Prins , tot conservatie van de
lustre van den Huize en onderlinge eenigheid , liefde , affec
tie tusschen de leden van dien.
>> Hebben
nog
geaccordeerd in
de
f 20000
voor de
Hooggem. Vrouwe Prinsesse van Oranje Weduwe 's jaars
in plaatse van 15000 ponden , bij dezelve tot nog toe van
de Generaliteit genoten .
>> Consenteren voorts , dat tot behoef van Z.
Exc. zal
worden verzekerd eene rente van 25000 ponden ' s jaars
erfelijk purelijk , zonder eenige conditien , te lossen den
penning 20 : die van Utrecht en Vriesland , op hope dat
•
hare principalen hun daarmede zullen conformeren (1 ): en
de Stad Groningen en Ommelanden bij ' t gevolg van alle
de andere Provincien.
>> Bewilligen nog in de verhooging van de militaire trac
tementen van Z. Exc. tot 120000 ponden ' s jaars.
» Accorderen mede , dat Prins HENDRIK Voor zijn trac
tement als Generaal van de cavallerie en andere voordeelen
van den oorlog zal genieten 25000 ponden ' s jaars.
>> Bewilligen voorts , dat het tractement militair van den
Welgeb. Heer
Graaf WILLEM LODEWYK VAN NASSAU ordi
naris en extraordinaris verhoogd zullen worden tot f 36000
' s jaars.
>> Consenteren nog in de verdubbeling van de politieke
tractementen van Z. Exc. en den Welgeb. Heer Graaf
WILLEM als Stadhouders en Capiteins Generaals respective
van de Provincien , mits dat dezelve verdubbelingen worden
gebracht tot laste van de Generaliteit , uitgezonderd dat
die van Holland en Zeeland sustineren , dat de Provincien ,
daarvan dezelven Gouverneurs zijn , deze betaling behooren
te dragen.
>> Alle de voorz. tractementen met de verdubbelering en
verhooging respectief van dezelve worden geaccordeerd ge
durende den tijd van de treves.
(1 ) Reeds op den 21sten Augustus heeft Utrecht hierin bewilligd.
256
AANTEEKENINGEN
183-187.
» Aangaande de delatie van het Gouvernement Generaal
van de Vereen . Provincien tot behoef van Z. Exc. , is dit
punt bij die van Vriesland , Overijssel , Stad Groningen en
Ommelanden alsnog in advies gehouden .
» Hebben de t' samentlijke Provincien alsnog geaccor
deerd in de voorgeslagen f 25000 tot eene vereering voor
den wellekom
en het
defroyement
van den
Heer Prins
van Oranje."
24 Augustus. » Is geaccordeerd , dat de dubbelering van
de tractementen van Z. Exc . en van Graaf WILLEM mili
taire en politieke in zullen gaan ten dage van het besluit
van de treves."
25 September. » De Staten Generaal der Vereen . Neder—
landen hebben geconsenteerd en consenteren mits dezen , dat
alle tractementen en voordeelen , dependerende aan de Capi
teinschappen Generaal van Z. Exc. ordinaris en extraordinaris ,
te velde en daarbuiten , mitsgaders ' t geen Z. Exc . uit eenige
donatien van de geconfisqueerde of geannoteerde goederen en
rechten , beden , domeinen , geestelijke goederen of andere
beneficien tot nog toe heeft genoten , die bij het tractaat
van het bestand weder aan H. H. Mog . zijn gekomen ,
zullen begroot worden tot profijte van Z. Exc. tot 120000
ponden van 40 grooten ' t pond ' s jaars , gedurende ' t voorz.
bestand
of vrede ,
ingaande
den
9den Aprilis
11.
en dat
dezenvolgende Z. Exc. met de Provincien zal mogen doen
liquideren en maandelijk zijne betaling ontvangen .
Gedaan
ter vergadering van de Hooge gem. Heeren Staten Gene
raal den 25sten Septembris in 't jaar 1609.
C. VAN ITTERSUM , vt. ( 1) .
( 184 ) JEANN. , III , 376 .
(185 )
Geparapheerd .
JEANN. , IV , 96 , 99 , 104.
(186) KLUIT , Hist. d. Holl . Staatsreg. , III , 77.
(187) Op den 29sten January 1610 werd door de Staten
Generaal aan de twee klerken van OLDENBARNEVELD eene
som van f 300 toegelegd in erkentenis van haren extraor
(1 ) Den volgenden dag werd eene dergelijke acte van ƒ 36000
voor Graaf WILLEM gemaakt
AANTEEKENINGEN
dinaris arbeid
257
187-188 .
en moeiten gedaan in de twee en drie jaren
gedurende de handeling van den vrede en treves , met schrij
ven , boodschappen en anders bij nachten en ontijden , zoo wel
als bij dage , naar vereisch der zaken , onder den voorz.
Heer Advocaat , die genoeg de geheele directie en conceptie
van de handeling heeft gehad en alles schriftelijk heeft in
gesteld, veranderd , af- en toegedaan , naar dat de commu
nicatien met de Heeren Ambassadeurs van de Koningen en
de resolutien zijn gevallen : hetwelk zij meestal hebben ge
grosseerd uit de minuten en anderszins voor de Generaliteit.
De
Schr. der Staatk. Part. , bl. 125 schrijft , dat in de
raadplegingen over het bestand de staatkunde van OLDEN
BARNEVELD , gerugsteund door de kundigheden van eenen
AERSSEN , HOGERBEETS en DE GROOT , Zegepraalde.
Dan over
de bemoeiïngen van beide laatstgemelde Heeren ten dezen
vindt men in de historie niets gemeld : en welke de invloed
van den Griffier AERSSEN geweest is , weet men niet.
(188) 1Res. St. Gen. , 14 Juny 1603. >> Op de ernstige
instantie gedaan van wege Z. Exc. is geaccordeerd , dat
men ten regarde van de sobere gelegenheid van de arme
ingezetenen van het stedeken en ambt van St. Vit , ' t zelve
stedeken en ambt zal nemen in de sauvegarde van de Ge
neraliteit ,
ten einde
zij
vrijelijk
en onverhinderd mogen
wonen en hare bouwerij en andere nering drijven , om
haar wederom een weinig te verhalen en van de uiterste
calamiteit gerespireerd wezende ,
Z.
Exc . als haren Heer
mettertijd eenige recognitie mogen geven."
17 Juny. » Op ' t verzoek gedaan van wege Z. Exc . is
de geheele Heerlijkheid of Rentmeesterie van St. Vit , daar
onder het stedeken en het dorp van Butgenberg is begre
pen , voor den tijd van één jaar naastkomende genomen in
sauvegarde van de Heeren Staten Generaal , en toegelaten ,
dat de ingezetenen van dezelve vrijelijk en onverhinderd
zullen mogen wonen en hare bouwerij en andere nering
▸
drijven , gelijk andere stedekens en Heerlijkheden ten platten
lande onder sauvegarde zittende , mits dat zij in plaats van
de contributien aan Z. Exc. als Heer en proprietaris van
de voorz
III
Heerlijkheid jaarlijks daarvoor zullen gehouden
17
258
AANTEEKENINGEN
188-193 .
zijn te geven alzulke recognitie , als dezelve Z. Exc. haarl.
in redelijkheid zal opleggen."
(189) Men leest dit verdrag van scheiding bij JEANN. , IV,
173-181 . VAN CAPPELLE , Fil. Will. , bl . 117 , 240–253.
(190)
Vgl . bl . 251 , 252 , 255 .
(191 ) JEANN., IV , 95 , 97 , 104 , 118 , 152 , 165 , 182 , 185.
(192)
bl. 120.
Dit leert uitdrukkelijk VAN CAPPELLE , Fil. Will. ,
(193) Men zie het verhoor van OLDENBARNEVELD op den
29sten November 1618.
Vr. 308. » Waarom hij gedurende de treves getracht
heeft de stad van Breda neutraal te maken en de landen
van zoo eene notabele frontier te ontblooten ?
Antw. >> Zegt , dat hem voorstaat , dat Mijn Heere de
Prins van Oranje 1. g. - daartoe wel eenige instantie ge
daan of doen doen heeft vóór de treves , maar hem gedenkt
niet , dat bij zijne kennis daarop vervolg gedaan is na de
treves , maar wel dat er disputen geweest zijn tusschen
Hoogged. Prins en den Raad van Braband op eenige punten
van autoriteit of jurisdictie in de stad en Baronnie van
Breda en aanpalende plaatsen.
Vr. 309. » Wat handeling gedurende de treves hij dien
aangaande met KERREMANS heeft gemaakt , en wat commu
nicatien met hem daarop gehouden ?
Antw. >> Zegt , dewijl deze zaak lang geleden is , dat hij
geene memorie daarvan heeft , maar gedenkt hem wel , dat
er KERREMANS hem van gesproken heeft uit den naam en
last van Mijn Heer den Prins.
Vr. 310. >> Of hij gedurende de treves dezelve neutraal
making van Breda niet gevorderd heeft bij die van Holland ,
noemende de plaatse maar te wezen een houkind voor de
Staten , daarvan zij niet dan last hadden te verwachten ?
Antw. >> Zegt hem 't zelve niet te gedenken en ook
kwalijk te kunnen gelooven , nademaal Mijne Heeren de
Staten na ' t besluiten van de treves aan de Heeren Prin
sen Gebroederen1 verscheidene concessien tot ontlasting van
den Sterfhuize van h. 1. m . haar Heer Vader hadden be
willigd en ook in de handeling voor dezelve Heeren Prinsen
•
AANTEEKENINGEN
193-194.
259
eenige avantageuse conditien van de Aartshertogen bedongen.
En dat hij Breda houdt voor een frontiere wel gefortifi
ceerd en geprovideerd en dienstelijk voor de Vereen . Lan
den . Dat hem niettemin voorstaat , dat hij eens gedurende
dit vervolg aan eenige Gecommitteerden der stad Dordrecht,
als naaste hoofdstad van Holland , van dit vervolg secrete
opening heeft gedaan , en hare redenen verstaan hebbende ,
den vervolger vermaand , dat hij zijns oordeels wel doen
zoude de zaak niet verder te vervolgen ; en dat overzulks
daarop geen verder vervolg is geschied.
Vr. 311. » Of hij niet wel weet , dat de neutraalmaking
van Breda niet konde strekken dan tot grooten ondienst
van de landen ?
Antw.
» Zegt ,
dat hij
met het neutraal maken geen
voordeel voor de landen heeft kunnen oordeelen : dan dat
hij niettemin Mijn Heere den Prins van Oranje , als oudsten
zoon van Hoogged. overleden Prins , en zoo veel in zijne
gevangenis geleden hebbende , altijd gunstig en favorabel is
geweest , zoo veel met den welstand en dienst van de lan
den heeft kunnen geschieden.
Vr. 312.
>> Of hij niet wel weet , dat het heele stuk
van de neutraalmaking van Breda gedreven werd bij den
vijand , en dat die daarover aan den Prins MAURITS presen
teerde over te geven den geheelen Staat of Graafschap van
Lingen?
Antw. >> Zegt zulks nooit verstaan te hebben , en dat hij
het Vorstelijk gemoed van den Hoogged. Heere Prins zulks
gesondeerd en van zulken rondeur en oprechtigheid geoor
deeld heeft , dat , niettegenstaande hij van de Roomsche re
ligie was , hij nochtans zulks voor den Spanjaard en Aarts
hertogen tot nadeel van de Vereen. Landen en zijn eigen
Huis niet zoude hebben willen doen : zulks dat de han
deling , in dit artikel verhaald , eene andere handeling moet
""
wezen.
(194)
Res. Raad v . St. 18 February 1609.
>> Alzoo de
Raad bij gemeen gerucht verstaan had , dat de Heer Prins
van Oranje voornemens is eerlang te vertrekken naar Breda
en aldaar zijne hulding te nemen en den Magistraat te stel
17*
260
AANTEEKENINGEN
194.
len of hermaken , is de Secretaris HUYGENS belast ' t zelve
Z. Exc. Graaf MAURITS af te vragen. Dewelke wederge
keerd zijnde rapporteert ,
dat Z.
Exc. hem
daarop heeft
geantwoord , dat het waarachtig is ; dat ook eenen KERMAN ,
Raad van den voorz. Heer Prins , het voorleden jaar Z. Exc.
had aangezegd , dat de voorz. Heer Prins alsdan den Magi
straat op zijnen naam en autoriteit begeerde te stellen ; dat
dezelve Heer Prins nu zelfs voorgenomen heeft ' t zelve te
doen ; dat Z. Exc. ook gedacht had ' t zelve den Heeren
Gen. Staten voor te dragen , opdat , de souverainiteit bij
H. M. Ed . staande , de Magistraat op heure autoriteit ge
steld worde ,
terwijl toch
Z.
Exc . hem niet begeerde te
ingereren in zijns broeders domeinen ; dat ook apparentelijk
hieruit zoude mogen volgen eene neutraliteit derzelver stad ;
dat de Raad wist te overleggen , wat aan dezelve stad is ge
legen en wat dezelve aan fortificatien gekost heeft , en dient
tot bedekking en verzekering van een zoo groot district en
quartier der frontieren van 't land , en daarom de souve
rainiteit derzelver bij zulken middel der Generaliteit , die
dezelve toekomt , niet behoort onttrokken te worden."
Hierop heeft de Raad den volgenden dag deze zaak met
deszelfs advies aan de Staten Generaal voorgedragen : de
welken haar in beraad legden op den 21sten February , doch
besloten , dat men om den dienst van ' t land deze zaak nog
zal houden in bedenken en secreet , zonder daarop te resol
veren. Evenwel men leest in Secr. Res. St. Gen. , 26 Fe
bruary.
» Gehoord het rapport des Heeren VAN BREDERODE
van dat Z. Exc. de Heer Prins van Oranje verklaard heeft ,
dat dezelve in de zaak van Breda begeert naar te komen
het goed believen van de Heeren Staten Generaal en dat
Z. L. naar Breda ook niet zoude hebben gegaan , als met
het goed bevinden van H. M. Ed . , is verstaan en geresol
veerd , dat men van het gepasseerde in de zaak van Breda
acte noch notitie zal houden en zoo ver als Z. Exc . Graaf
MAURITS Voorder insisteert om te weten , wat daarin gedaan
en geresolveerd is , is goedgevonden , dat de Heer President
hem deze resolutie met de meening van de Heeren Staten
zal mogen aanzeggen. "
AANTEEKENINGEN
194.
261
OLDENBARNEVELD , ofschoon niet presiderende , was in alle
deze zittingen tegenwoordig.
Betrekkelijk Steenbergen leest men in Res. Raad v. St. ,
1 Mei 1609. >> De Raad verstaan hebbende , dat de Heer
Prins van Oranje iemand van zijnen Raad naar Steenbergen
geschikt had om den Magistraat aldaar op zijnen naam nu
te vernieuwen , en dat Z. Exc. ook ten zelven effecte naar
Steenbergen geschreven had , en dat overzulks , de Magistraat
aldaar niet wetende wat in dezen te doen , de vernieuwing
was uitgesteld tot op den Zondag toekomende , zoo Capitein
JAN DE WITTE , tot Steenbergen commanderende , schijnt
hem te hebben laten verluiden ; is gedelibereerd , wat in
dezen best zoude te doen zijn , en geresolveerd den Heeren
Gen. Staten dat alzoo voor te dragen. Maar alzoo dezelve
Heeren Gen. 氟 Staten nu niet vergaderd zijn , en men ook
verstaat ,
dat mogelijk namiddag ook geene vergadering zijn
zal , en apparentelijk morgen ook niet , alzoo men verstaat ,
dat de Advocaat van Holland , nu presiderende in de Gene
rale Vergadering , morgen zal van huis trekken ; zoo is de
Secretaris belast den voorz . Advocaat te verzoeken van
1
wege den Raad , dat hem zoude believen de vergadering
namiddag te doen leggen , alzoo de Raad zekere gewichtige
zaak aan H. M. Ed . had voor te dragen , zonder hem de
*
zelve te openen , ten ware dat hij ' t ernstelijk vraagde. De
Secretaris wedergekeerd rapporteert ' t zelve gedaan te heb
ben , en dat de Advocaat , gevraagd en verstaan hebbende de
oorzaak , hem had geantwoord , dat er namiddag geene ver
gadering zoude wezen , en dat de Raad in deze zaak zoude
doen ,
zoo 't de Raad zoude meenen ' aan de Heeren Gen.
Staten te verantwoorden . Daarop na ernstige deliberatie is
geresolveerd , dat Z. Exc. den Magistraat tot Steenbergen
zal doen continueren bij provisie , totdat , den Heeren Gen.
Staten deze zaak voorgedragen zijnde , daarop bij H. M. Ed.
nader zal zijn gedisponeerd. En zijn verzocht en geautori
seerd de Heeren ALEMAN en BUT van dezelve resolutie den
Heer Prins van Oranje van des Raads wege te gaan ver
wittigen , ten einde hij hem
en ook Z. Exc ."
daarnaar wiste te reguleren ,
262
AANTEEKENINGEN
Namiddag.
» De
Heeren
194.
ALEMAN en BUT rapporteren ,
dat zij den Heer Prins ' t gene voornoen heur was ver
zocht , hadden aangezegd , maar dat dezelve Heer Prins hem
genoeg betoonde daarmede kwalijk te vreden te zijn , zeg
gende dat het al gedaan was , en daarin gedisponeerd had ,
en dat zijn schrijvens daar tot Steenbergen eer gekomen was
als zijns broeders schrijvens , en dat het nu te laat was.
En is de Secretaris gelast al dat en ' t gene voormiddag in
dezen is gedaan , den Heeren Gen. Staten , (die men ver
staat al evenwel nu vergaderd te zijn , ) alzoo aan te geven :
't welk de voorz. Secretaris rapporteert gedaan te hebben.
En daarop is dezelve Secretaris wederom gelast wederom al
't zelve en wes voorts voormiddag in deze zaak is gedaan ,
Z. Exc. aan te geven , te meer alzoo de voorz . Heeren
ALEMAN en BUT verklaarden , dat zij , A hoorende dat antwoord
van den Heer Prins , niet hadden heure commissie aan
Z. Exc. uitgericht ."
2 Mei.
>> De
Secretaris
rapporteert ,
dat
hij
gisteren
Z. Exc. had aangediend belangende de zaak van Steenbergen
volgens 't gene hem belast was , en dat Z. Exc. hem daar
op
had geantwoord en verzocht den Raad te verzoeken te
willen schrijven aan den Officier en Magistraat van Steen
bergen den Magistraat aldaar te continueren bij provisie ,
totdat de Heeren Gen. Staten hierop zullen geordonneerd
hebben. Daarop de Secretaris belast is Z. Exc. aan te zeg
gen , terwijl de Raad nu zwak is , en dat ook gisteren de
zaak den Heeren Gen. Staten is aangedragen , dat daarom
den Raad niet zoude voegen eenige provisionele dispositie in
dezen te doen , maar dat dezelve van de Heeren Gen. Staten
nu moet verwacht worden."
Deze berichten , die tot aanvulling strekken van hetgeen
men leest bij VAN CAPPELLE , Fil. Will. , bl. 118 , 119 ,
geven stof tot nadenken . In de zaak van Breda wilde
men het gehandelde als in de vergetelheid begraven hebben.
In die van Steenbergen wenschte de Raad van State de
reden tot de verzochte belegging der vergadering voor
OLDENBARNEVELD
verborgen
te houden.
Niettegenstaande
OLDENBARNEVELD zeide , dat er geene vergadering zijn zou ,
AANTEEKENINGEN
194-197.
263
kwamen de Staten toch bijeen. Hij scheen de zaak , door
den Raad voor zoo ernstig aangezien , van geen groot
gewicht
te
houden ,
en
zonder
zijn advies te zeggen ,
1
maakte hij den Raad bevreesd voor de verantwoording
aan de Staten Generaal : en de Raad , ofschoon van één
advies met MAURITS , begreep genoeg , dat de Staten in dat
advies niet deelden , en schroomde dus , als men zegt , de
Van een besluit ten dezen ,
handen te zullen branden.
door de Staten Generaal genomen , hebben wij niets ge
vonden. Het Secreetboek van dezen tijd loopt slechts tot
den 11den April 1609.
( 195) Deze brieven leest men bij VAN CAPPELLE , Fil .
Will. , bl. 256 , 258.
(196)
verdacht
In
Maart
1609
was UITENBOGAART bij
gemaakt , dat hij dikwijls kwam hij
van Oranje , om hem ,
als het
MAURITS
den
Prins
ware , in den godsdienst ,
onderricht te geven. Dat hij meermalen ten huize van
den Advocaat DIMMER , bij wien de Prins logeerde , geweest
was , erkende hij , maar voegde er bij , dat hij dit slechts
gedaan had om dien Advocaat over bijzondere zaken te
raadplegen , en ontkende hij stellig den Prins ooit te heb
ben toegesproken ,
of daartoe ten zijnen huize gekomen te
zijn , niettegenstaande hij zelfs tot twee malen toe bij den
Prins ter maaltijd was genoodigd geweest , maar de uitnoo
diging had afgeslagen. UITENB . , Lev . , bl . 158. Onmoge
lijk is het deze stellige verklaringen van UITENBOGAART
tegen te spreken : maar hoogst bevreemdend blijft het toch ,
dat hij , zulk een voornaam persoon , de vereerende toege
negenheid van den Prins , den vriend van OLDENBARNEVELD ,
in eene gants onverschillige zaak , als is eene maaltijdsnoo
diging , zoo onbeleefdelijk ja honend zou hebben beantwoord ,
dat hij hem nooit ofte ooit eenig woord heeft willen toe
spreken. Geloove die het wil of kan !
(197) Zie VAN CAPPELLE , Fil. Will. , bl . 128. De Schr.
der Staatk. Part. , bl. 137 , meent , dat uit die brieven
van PHILIPS WILLEM veeleer OLDENBARNEVELD's goede trouw
en liefde tot het Huis van Oranje schijnen te blijken , dan
eenige misdadige verstandhouding tot omverwerping van
264
AANTEEKENINGEN
197-205.
MAURITS gezag.
Wij oordeelen , dat de geheimzinnigheid
dier brieven gegronde aanleiding geeft tot ongunstige ver
moedens.
( 198)
Zie bov. bl. 29 , 38 , 43, 47 , 55.
(199) JEANN. , IV , 110 , 124 , 144.
(200) Zie daartoe zijn advies ter Staten Generaal
den 30sten December 1608 , bov. bl. 242.
op
(201 ) Op den 23sten April 1609 verstonden de Staten van
Zeeland , dat , ingeval van hernieuwing der Unie , die ook
spreekt van de religie , men niet slechts op het punt van
het gouvernement moest letten , maar ook op de vastigheid
van de Geref. religie , als wezende het fundament van den
Staat. Res. Zeel.
(202) Zie daartoe het advies der Engelsche Gezanten
op den 22sten Augustus 1608 , bov. bl . 158. En toen de
Raadsheer WINWOOD , uit Engeland als Ambassadeur weder
gekeerd , op den
12den September 1609 gehoor kreeg ter
Staten Generaal , beval hij hun namens zijnen Koning onder
andere punten ook aan : le soin de la religion , qu'elle soit
enseignée et préchée en pureté et sincérité par toutes vos Pro
vinces sans mélange et mixture : er bijvoegende : Dieu a fait
tant de merveilles en votre endroit , à cause qu'avec tant de
zèle et constance vos
Provinces ont protégé et maintenu la
vérité de sa Parole.
Sur ce fondement la justice de votre
cause est bâtie : il n'y a qu'une vérité.
Ceux qui se savent
accommoder à quelque religion que ce soit , et tâchent vous
faire croire , que la liberté de toutes deux est nécessaire en
votre État, frayent le chemin à Athéisme .
Embrasser de la
même affection ou l'une ou l'autre , c'est de chérir avec zèle
et conscience ni l'une ni l'autre.
(203) JEANN . , IV , 144.
(204) JEANN. , IV , 144 , 145 .
(205) JEANN. , I , 9 , 11 , IV , 182. In zijn verhoor op
den 21sten November 1618 bij art. 91 en volg. werd aan
OLDENBARNEVELD gevraagd , of hij niet aan iemand had be
loofd gedurende het Bestand de zaken daarhenen te richten
dat de Catholieken mettertijd openbare oefening van hunne
religie kregen. • Maar hij noemde zulks eene openbare valsch
AANTEEKENINGEN
205-212 .
265
heid en versierde calumnie , strijdende met het placaat tegen
dè Jezuiten en Papisten , door hem geparapheerd , en
met zijne zorg om het voorstel van JEANNIN geheim te •
houden.
(206) JEANN . , IV , 153 , 217 , 286.
(207) Zie Res. St.
bov. bl. 109 , 113.
Gen. , 31
Maart , 21 April 1607 ,
(208) Res. St. Gen. , 10 October 1607. >> Is gelezen de
Unie van Utrecht , en na deliberatie geresolveerd , dat men
uit elke Provincie twee zal committeren om dezelve te re
sumeren en te letten ,
hoe dat men de contraventien en
't geen daarin verloopen is en niet geobserveerd wordt ,
ten meesten dienste van den lande zal mogen redresseren ,
mitsgaders daarbij te doen ' t geen dat dezelve zullen advi
seren dienstelijk tot meerder versterking van de Unie , en
daarin alle goed regard te nemen op de nagevolgde trac
taten , mitsgaders om de gebrekende Provincien provincialijk
daarin te brengen , dewijl de voorz . Unie alleenlijk stuks
gewijze bij den anderen is gebracht en weinige Provincien
daarin geheel gekomen zijn , zonder anders iets in de sub
stantie van de Unie te veranderen , om het rapport van de
voorz. Gedeputeerden gehoord , alsdan met gemeen advies
daarop geresolveerd te worden naar behooren."
11 October. » Is goedgevonden , dat men op morgen zal
deputeren tot de resumtie van de Unie van Utrecht vol
gende de resolutie daarop genomen."
Meer hebben wij dezenaangaande niet gevonden.
(209) Zie
bl. 235 .
Res.
St.
Gen. ,
17
November 1608,,
(210)
JEANN. , I , 34 , 70 , 178 , 185 , II , 38 .
(211 )
Zie bov. bl . 250 , 254.
bov .
(212) In Res. Geld. , 20 April 1609 leest men dat de
Geldersche Gedeputeerden ter Staten Generaal op dien dag
een verslag gaven aan hunne Staten van hetgeen ter verga
dering der Staten Generaal was voorgevallen.
Zij berichte
den , wat bij de Gecommitteerden der Heeren Staten Generaal
op ' t goed behagen der Provincien beraamd is voor recompense
en erkentenis van de goede meriten van ' t Huis van Nassau ,
266
AANTEEKENINGEN
als te weten :
212-215.
(hier volgen de geldelijke
voordeelen ,
en
wijders) dat men Z. Exc. zal geven den titel en ' t beleid
van Gouverneur Generaal van de Vereen. Provincien op 't
tractement vorens verhaald , en op zulke commissie en instruc
tie , als bij de Provincien daarover , mitsgaders over de ge
meene regering van de landen gemaakt zal worden , zonder
derogatie nochtans van de instructien , daarop Z. Exc. bij
de respective Provincien tot Stadhouder particulier aangenomen
is geworden.
In den namiddag van dien dag werd gemelde
voorslag in overweging genomen : en nu lezen wij : Heeft
zich de Landschap de geprojecteerde ramingen laten gevallen :
zonder eenige uitdrukkelijke vermelding nopens de meerdere
macht voor MAURITS.
Maar op den 1sten Augustus vinden
wij een nieuw verslag der Geldersche Gedeputeerden om
trent hetgeen in de maanden Mei en Juny ter vergadering
der Staten Generaal verhandeld was en onder anderen , dat
er niet is goedgevonden verandering te doen in de gemeene
regering van de landen , alleen dat dezelve geadministreerd
worde met effect en autoriteit. Verder wordt hiervan in de
Res. Geld. niets gevonden. Verkeerdelijk dus heeft KLUIT ,
III , 75 , 483 zich laten berichten , dat het uit de Res. Geld.
zou blijken , dat de Staten dier Provincie zoo zeer op dat
voorstel zouden hebben aangedrongen . Het aantal besluiten
toch , die men daarin sedert 1600 tot 1613 op de invoering
eener generale regering aantreft , en waarop dat bericht be
rust , hebben slechts betrekking op de generale regering
der Provincie , in tegenoverstelling van de verschillende
regeringen der drie Quartieren ,
stond.
waaruit de Provincie be
Na het bovengemelde verslag der Geldersche Gede
puteerden is het derhalve eenigzins vreemd het onderwerp
nogmaals aan te treffen in Res. St. Gen. , 19 Aug.
(zie bov. bl. 254 , ) en daar alleenlijk te lezen , dat de Pro
vincien van Vriesland , Overijssel en Groningen dit punt
alsnog in advies hielden , terwijl van het advies der overige
Provincien niet gewaagd wordt.
(213) JEANN. , IV , 97 , 105 , 119 , 125.
(214) JEANN. , IV , 132.
(215)
Volgens VAN WYN , Bijv. op Wag. , 9 St. , bl. 109
AANTEEKENINGEN
215-217 .
267
was het voorstel gedaan door Holland , en tegengehouden
door Vriesland, Overijssel en Groningen. Ook is het den
kelijk , dat in de Commissie der Staten Generaal , benoemd
om eene voorraming te maken nopens de vergeldingen aan
het Huis van Nassau, OLDENBARNEVELD de voornaamste
geweest is .
(216) Vgl. WAG . , X , 247. De Schr. der Staatk. Part. ,
bl. 129 wil , dat de tegenkanting tegen MAURITS verheffing
veelmeer kwam van den kant van den Raad van State- en
van den Stadhouder van Vriesland dan van BARNEVELD en
de zijnen.
Dit gevoelen is niet meer dan eene gants on
waarschijnlijke gissing. Door MAURITS verheffing toch zou
de Raad van State zeer in aanzien hebben gewonnen : en
van eenigen naijver van Graaf WILLEM tegen MAURITS vindt
men niet alleen geene de minste sporen , maar zelfs de
duidelijkste bewijzen des tegendeels .
(217) Men leest dit verhaal bij L. AUBERY , Mémoir. ,
bl. 204 , 296 , 369 , die vermeldt hetzelve vernomen te
hebben van zijnen vader DU MAURIER , Fransch Gezant hier
te lande sedert 1613 , en welke hetzelve wist zoo van de
Prinsesse Weduwe van Oranje , als van OLDENBARNEVELD .
Een verhaal , alzoo door de tweede en derde hand tot ons
gekomen , mag men voor merkelijk opgesierd houden : ter
wijl indien men hetzelve ,
zoo
als het daar ligt , geheel
moest aannemen of geheel verwerpen , het buiten twijfel ge
heel zou behooren verworpen te worden : welk laatste daarom
ook gedaan wordt door LE VASSOR , Hist. d. Louis XIII ,
(die daarin wordt tegengesproken door den Aanteekenaar op
BRANDT , Rechtspl. , 3de Druk , bl. 231 , ) IDSINGA , Staatsr. ,
.
I , 345 , en BARUETH , Hist. van het Stadh. , bl. 138 , die
te recht leert ,
dat dit verhaal al zoo weinig geloof bij
hem vindt , als de vertellingen , die AUBERY doet van
HUGO DE GROOT , geloof vinden bij BRANDT en CATTEN
BURG , die in hunne Levensbeschrijving van de Groot ge
heele bladen geschreven hebben , waarin zij ten duidelijkste
aantoonen , dat op de vertellingen van AUBERY zelfs van
hetgeen hij zelf heeft bijgewoond , geenen staat te maken
is. Wanneer men echter dat verhaal niet als geheel ver
1
268
AANTEEKENINGEN
zonnen verwerpen wil , zal
217-219 .
het evenwel voor de eer van
OLDENBARNEVELD's verstand noodig zijn vele redenen , hem
bij hetzelve in den mond gelegd , voor versierd te houden ,
bijv. alle die , waarbij MAURITS wordt voorgesteld als ,
den eenigen titel , inderdaad de souvereine
behoudens
macht te bezitten en daarin gelijk te staan zelfs met Kei
zer KAREL , en dat degenen , die het zouden wagen
hem ook
den titel
van
Souverein
te doen toekennen ,
gevaar zouden loopen door het vrijheidlievende volk niet
alleen vermoord , maar zelfs van één gereten te worden.
Dit zijn zotheden , welke door OLDENBARNEVELD onmogelijk
kunnen gezegd , en door de Prinses geloofd zijn. Hoe meer
men zich nochtans van de waarheid van dit verhaal zoekt
overtuigd te houden , hoe meer men zal dienen te erken
nen , dat alle voorslagen van OLDENBARNEVELD tot MAURITS
verheffing niet
verhaal
dan geveinsd geweest zijn.
omstreeks
dezen
Dat
men dit
tijd plaatsen moet , volgt uit de
woorden , daarbij aan OLDENBARNEVELD in den mond gelegd ,
dat thands een ieder MAURITS tractementen en jaarwedden
wilde verhoogd hebben.
(218) Eigendunkelijk zegt de Schr. der Staatk. Part. ,
bl. 129 , dat JEANNIN thands langs alle mogelijke wegen
MAURITS tegen OLDENBARNEVELD opzette en zijne listige han
delingen geen ander gevolg hadden , dan dat zij de vonken
gestrooid hebben , die Holland in vlam moesten zetten.
Even zoo ook VAN HEUSDE , Vit. Gul. Lud . Nass. , p. 131 :
>> JANINUS subdole in Principis et Comitis GUILIELMI gratiam
se insinuavit , id semper agens , ut qua parte natura debilem
MAURITIUM novisset , huic potissimum blandiretur , atque am
bitioni praesertim ejus ita serviret , ut immoderata exsisteret."
(219) DA COSTA , Karakt. van Maur. , bl . 32 , meent ,
dat het aanzoek van de Prinsesse Weduwe bij OLDEN
BARNEVELD ter verheffing van MAURITS (waarvan bov. in
Aant. 217) blijkbaar geschied is buiten bewilliging van den
Prins , maar veeleer door de Prinses in hare heerschzuch
tige ontwerpen voor haren zoON FREDERIK HENDRIK onder
nomen is. Ook hij dus meent , dat op het verhaal een
belangrijk punt moet worden afgedongen .
AANTEEKENINGEN
(220)
269
220-228 .
Vreemd het verkeerde bericht van VAN METER. ,
f. 579a , dat aan MAURITS de titel van Gouverneur Generaal
is toegevoegd.
(221 ) Zie Res . Holl. , 25 Mei , 29 Juny 1604 , 10 Juny,
15 Augustus 1605 , 26 Mei 1606.
(222)
TRIGLAND , K. G. , bl . 502a, zegt hiervan :
» Ap
parent is het te voren alzoo besteken geweest in ' t heime
lijk : want zoo eene groote zaak kan zoo op een stel en
sprong niet gedaan worden , als die gedaan is geweest , ten
zij dat zij te voren geprepareerd zij .”
(223) Terecht zegt TRIGLAND , bl . 506b :
>> Deze luiden
moeten haar achterrug gehad hebben , daarop zij haar ver
lieten.
Dat zulks zouden geweest zijn alleen eenige Vroed
schappen binnen die stad , is kwalijk te gelooven ."
(224)
TRIGLAND , bl . 507b zegt :
>> De Gecommitteerden
van de beste zijde hebben bij memorie aangeteekend , dat ,
waar zij kwamen in den Haag , behalven op ééne plaats van
waar haar voor het eerste nog geen hulp te verwachten
stond , (waar dat was , mag de lezer bij hem zelven over
leggen ,) hare partijen het meeste voordeel en faveur had
den , niet , zoo het scheen , dat op hare zijde het beste
recht was , maar om eenig ander secreet mysterium , het
welk zij , zoo haar docht , wel konden merken , maar moch
ten ' t niet zeggen : dan het heeft zich daarna wel geopen
baard."
(225 )
TRIGL . , bl . 508b.
(226) . TRIGLAND , bl 511a zegt , dat de Commissarissen
tot het doen eener nieuwe keuze raadpleegden met de vu
rigste mutijns
en beste favoriten Adolphi.
Op het van
deze geheele zaak gedane verslag in de Staten van Holland ,
verklaarden Amsterdam en Alkmaar ( ?) gelast te wezen de
voorz. besogne niet te approberen. Res . Holl. , 9 Maart 1610.
(227) Zie bov. bl . 56 .
(228) Met dezen voornaam van Hendrik vindt men hem
bij al de Geschiedschrijvers genoemd , ook in Res. St. Gen. ,
14
April 1610 ; maar in de Regeer. Lijst bij VAN DE WA
TER , Gr. Utr. Plac. , III , 180 wordt hij Ellert genoemd
en onderscheiden van Hendrik.
270
AANTEEKENINGEN
229-230 .
(229) Sommigen hielden hen voor ware Gereformeerden ,
sedert Contraremonstranten genoemd : doch BRANDT , II , 157
bewijst , dat althands KANTER gants andere inzichten had ,
en dat , gelijk hij vroeger een voorstander geweest was van
de St. JACOBS-gemeente , welke in dezelfde
gevoelens , als
1
naderhand ARMINIUS , stond , hij nu ook aan de Roomschge
zinden vrijheid van Godsdienstoefening en gelijke rechten
met de Gereformeerden zocht te bezorgen. En toen de
afgezette Regering
in hare acte van afstand wilde gesteld
hebben , dat men bij de verkiezing eener nieuwe letten
zoude op personen van de religie , wilde KANTER zulks niet
gedoogen , maar deed die woorden veranderen in personen
van goede qualificatie.
(230)
Vgl . ook VAN METER. , f. 596b.
Res. St. Gen. , 3 Februarij 1610. >> Ontvangen en
gelezen eenen brief van den 23sten January stilo antiquo ,
geschreven bij
de
aanwezende Staten van den lande van
Utrecht, bij denwelken H. Ed. excuseren , dat zij vóór
dezen de Heeren Staten niet hebben geadviseerd van de alte
ratien , binnen Utrecht binnen 4 of 5 dagen herwaarts ont
staan ; verzoekende om redenen , in den brief verhaald , dat
den Heeren Staten zoude gelieven twee of drie gequalifi–
ceerde personen in der ijl en zoo haast als eenigzins moge
lijk is , benevens Z. Exc. naar Utrecht te schikken , om de
zaak te verhooren en daarin behoorlijke orde te stellen ;
vertrouwende dat H. H. M. 't zelve als hare goede bondge
nooten terstond zullen doen , dewijl dezelve kwalijk uitstel
lijden mag , gelijk H. Ed . aan Z. Exc. ook geschreven en
verzocht hebben. Is goedgevonden , dat men Z. Exc. en
den Raad van State tegen morgen ter klokke negen uren
alhier ter vergadering zal bescheiden , om op den voorz.
brief en dien van Z. Exc. te resolveren naar behooren."
•
4 February. » Compareren ter vergadering Z. Exc. en
de Heeren van den Raad van State : en nadat in derzelver
presentie in deliberatie is gelegd geweest ,
wat
men zal
hebben te doen op 't verzoek van de aanwezende Staten
van Utrecht , ― aangaande het gaan van Z. Exc. met
eenige Gedeputeerden van de Heeren Staten Generaal naar
Utrecht: en nadat daarop met alle consideratien was
AANTEEKENINGEN
gelet , is eenpaarlijk verstaan
230.
en geresolveerd ,
271
dat
men
nog zal differeren het derwaarts gaan van Z. Exc. en de
begeerde Gedeputeerden ; maar dat men eerst zal schrijven
aan Burgemeesteren , Schepenen en Raad der voorz. stad ,
dat de Heeren Staten met leedwezen verstaan hebben de
misverstanden , die dezer dagen binnen Utrecht gerezen
zijn ; en alzoo voor den welstand van de Vereen . Nederlan
den in ' t generaal en van de Provincie van Utrecht in 't
particulier zonderling daaraan gelegen is , dat H. H. M.
pertinentelijk van de oorzaken en redenen van dezelve naar
de waarheid worden onderricht , mitsgaders waartoe dat
de zaken strekken en in wat staat dat dezelve zijn ,
tijds te
te mogen voorkomen de verandering , die
om bij tijds
de geruchten en rapporten van de voorz. misverstanden
zouden mogen veroorzaken van de gunst en affectie , die de
Koningen van Frankrijk en van Groot-Britannie , mitsgaders
van de andere Prinsen en Republieken , dezer landen vrien—
den , denzelven tot nog toe toegedragen hebben , en dat
H. H. M. ook op alles te beter mogen letten en voorts
doen , dat de gelegenheid van de zaken en de dienst van
't land in 't generaal en particulier vereischt ; dat daarom
H. H. M. verzoeken en begeeren , dat zij haar bij den
brenger des briefs in diligentie van alle gelegenheid willen
adverteren ; en niet twijfelende , of de gemeente is alreede
in stilte gebracht , dat zij bij alle goede devoiren en verma
ningen dezelve in stilte willen houden , bijzonder beharti—
gende en bezorgende , dat in de zaken van de religie , van
de contributien en in den staat van den lande van Utrecht ,
de leden en Officieren deszelfs geene verandering worde ge
om te verhoeden alle onheil in de jegenwoordige
ruste van de Vereen. Nederlanden , dat apparentelijk gescha
pen zoude zijn daaruit te volgen , behalven dat ook zulke
verandering grootelijks zoude verzwakken den bond en unie
daan ,
van de Provincien , daardoor haar dezelve met Godes gena
de , hulp en assistentie van de voorz . Koningen en Prinsen ,
dezer landen vrienden , haar zoo loffelijk gemainteneerd en
hare jegenwoordige vrijheid en rust verkregen hebben. Enz.
>> Item dat men copie van den voorz , brief zal zenden
272
AANTEEKENINGEN
230.
aan de Heeren Staten van Utrecht en H. Ed. aanschrijven ,
dat de Heeren Staten Generaal daarop antwoord ontvangen
hebbende , niet zullen laten te doen alles wat de meeste
dienst tot behoudenis van den staat van den lande van
Utrecht vereischt. Enz.
>> Is voorts aan Z. Exc. geremitteerd op gelijken voet
te schrijven of niet.
>> Is nog goedgevonden , dat men den bode zal lasten ,
in de stad Utrecht komende , te vernemen , of de nieuwe
Magistraat den eed gedaan en in de bediening getreden is :
ingevalle ja , de brieven , daaraan houdende , aan denzelven
te presenteren ; ingevalle niet , die op te houden (1).”
8 February. » Is ter presentie van Z. Exc. en des Raads
van State in deliberatie gelegd , wat men op het verzoek
der Heeren Staten van Utrecht , mitsgaders van de Burge
meesteren , Schepenen en Raad derzelver stad bij de brieven
van dezelven ontvangen , allen te samen daartoe strekkende,
dat Z. Exc. met eenige Gedeputeerden van de H. M. Ed.
Heeren Staten Generaal tot Utrecht zoude komen , zal doen :
en op alles rijpelijk gelet , verstaan en geresolveerd , nade
maal de burgeren van Utrecht de wapenen hebben afgelegd
en in stilte zijn gebracht , en dat de Heeren Staten en de
stad Utrecht beide instantelijk verzoeken , dat Z. Exc . met
eenige Gedeputeerden van de Heeren Staten Generaal tot
Utrecht metteneerste zoude komen , dat men dezelven daarin
zal accommoderen en believen , en Z. Exc. daartoe verzoe
(1 ) Res. Raad v. St. , 4 February 1610.
» De Raad verzocht te
komen in de vergadering der Heeren Staten Generaal , is aldaar ge
delibereerd op de misverstanden onlangs tot Utrecht onder de bur
gerij verrezen , die daarover ook den Magistraat extraordinaris hebben
veranderd , welke verandering bij advies en goedvinden der Heeren
Gen. Staten onlangs op 't gene vier Gedeputeerden , aan Z. Exc .
van wege de burgerij gekomen , was voorgedragen en verzocht , bij
Z. Exc. is geaggreërd : en is eindelijk daarop geresolveerd , dat ,
alvorens Z. Exc . met eenige Gedeputeerden zoude derwaarts gaan ,
(zoo 't zelve bij schrijvens der aanwezende Staten aldaar van de
Staten Generaal verzocht is , ) aan den jegenwoordigen Magistraat al
daar zal geschreven worden een wel treffelijke brief, etc."
AANTEEKENINGEN
ken ,
gelijk geschiedt.
230-231 .
273
En alzoo Z. Exc . hem daartoe ge
willig heeft verklaard , zijn bij de Heeren Staten Generaal
daartoe verzocht en gecommitteerd de Heeren GHIESSEN ,
Ambtman van Bommel , een uit Holland en JOACHIMI uit
deze vergadering , en uit den Raad van State de Heeren
RINIA en de Tresorier Generaal DE BIE : en zullen Z. Exc .
en de voorz. Gecommitteerden , tot Utrecht wezende , van
de Heeren Staten en stad Utrecht verstaan , wat er begeerd
wordt , en alles doen naar de gelegenheid , wat mogelijk ,
om de religie en den staat van de landschap van Utrecht
te mainteneren en conserveren , zonder daarin eenige veran
dering toe te staan , mitsgaders daartoe te arbeiden en alle
mogelijke devoiren te doen , dat de afgezette contributien
wederom opgericht worden : en aangaande de middelmatige
zaken wordt verstaan , dat Z. Exc. met de voorz . Heeren
Gecommitteerden daarin zullen doen , naar dat de gelegen
heid en de dienst van 't land zullen vereischen en toelaten ,
en de Heeren Staten van alles van tijd tot tijd van haar
gebesogneerde en wedervaren adverteren ."
De instructie voor deze Gecommitteerden , gedagteekend
den 9den February leest men bij KLUIT , III , 484.
(231 ) Brief der Gecommitteerden naar
Staten Generaal.
Utrecht aan de
>> Hoog Mogende Heeren , Mijne Heeren ! Z. Exc. is hier
>> aangekomen vrijdag voorleden korts na den middag , en
>> wijlieden bijna ten zelven tijde. Wij zijn terstond be
>> groet geworden van de aanwezenden uit de twee eerste
>> Leden van de Staten van deze Provincie , die ons voor
>> gehouden hebben de enormiteit van de proceduren van
» de burgerij in den laatsten oproer en het schadelijk exem
>> pel tot nadeel van de gemeene rust , en verzocht , dat
wij wilden helpen bevorderen , dat ' t gene in den voorz .
>> oproer bij de burgerij onbehoorlijk is gedaan , worde ge
>> repareerd ; mitsgaders daarbenevens gezegd , dat omtrent
>> den middag vóór de aankomst van Z. Exc. binnen de
>> stad gekomen was de Heer VAN BRAKEL ; uit wiens komst
>> alzoo zijl. beduchteden dat nieuwe moeite zoude mogen
>> ontstaan , begeerden , dat wij met Z. Exc. metteneerste
18
III
274
AANTEEKENINGEN
231 .
>> wilden spreken , ten einde orde gesteld worde , dat de
» voorz, Heer VAN BRAKEL wederom uit de stad vertrokke.
» Z. Exc. was te voren van de voorz . zaak door henl.
>> ook aangesproken ,
en zoo haast als wij dezelve hebben
>> gesalueerd gehad , is het voren verhaalde voorgesteld : en
» des anderen daags , nadat Z. Exc. hierop gehoord had de
>> opinie van beide de Burgemeesters , dewelke niet over
>> eenkwamen , mitsgaders van eenige personen meer , is bij
» Z. Exc. voorz. en ons geacht , dat het tot meerder rust
>> zoude dienen en tot beter vervordering van de besognen ,
>> daarom Z. Exc. hier gekomen is , dat de voorz. Heer
>>> VAN BRAKEL vertrokke . En opdat ' t zelve in alle stil
>> heid mochte geschieden , is goedgevonden , dat Z. Exc.
>> den voorz . Heer VAN BRAKEL zulks .te doen zoude ver
» manen en raden om misverstanden te schuwen : hetwelk
» Z, Exc. gisteren op ' t ernstigste heeft gedaan en denzel
» ven beloofd , dat op zijne klacht en doleantie zal worden
» gelet , eer Z. Exc . van hier vertrekt. Wij hebben hem
>> ook verzocht , dat hij den raad van Z. Exc . wilde volgen,
>>
»
>>
>>
alzoo hij bij ons was gekomen om ons zijne klachte te
doen en te behandigen zekere zijne requeste addresserende
aan Z. Exc. , ten fine hem recht en justitie werde ge
daan met dat hij wierde geredintegreerd in zijne gerech
>> tigheid om beschreven te worden ter vergadering van de
>> Heeren Staten van Utrecht. Maar dies niettegenstaande
>> en onaangezien dat eenige zijne vrienden hem vermaand
>> hebben , dat hij Z. Exc. in ' t gene voorz. is , believe ,
>> zoo weigert hij zulks te doen en zegt ronduit , dat het
» hem ongeraden is met zijnen wil uit de stad te trekken ,
>> alzoo hij dat doende hem zelven zoude schuldig kennen ,
>> en dat het hem tot al te groote oneer zoude strekken ;
>> presenteert hem binnen
zijn huis hier in de stad stil te
>> houden of zijne zaak ter verantwoording te stellen . Z. Exc.
>> en wij vinden ons bezwaard in de voorz . zaak vorders
>> iets te doen , zonder hierop verstaan te hebben U. H. M.
>> intentie, - Wij mogen U. H. M. verklaren , dat wij de
>> zaken hier in veel bezwaarlijker stand hebben gevonden
>> dan die aldaar voorgedragen waren . Wat de zaak van
AANTEEKENINGEN
>> den Heer VAN BRAKEL
231 .
275
belangt , die wordt gefavoriseerd
>> bij den Heer Burgemeester KANTER , dewelke zegt , dat
>> hem ongelijk wordt gedaan .
Hij zelfs beroept hem op de
>> justitie en zegt ingekomen te wezen door bewilliging van
>> den Magistraat , die hij infereert uit dien , dat , als hij
>> gedurende den oproer voor de stad was , door de Geëli
>> geerden tot den Magistraat of door eenigen van henl .
·
>> hem is doen aanzeggen , dat hij te dier tijd zoude ver
>> trekken , maar dat ten einde zes of zeven dagen de
>> poorten voor een ieder zouden openstaan. Wij vertrou
» wen , dat , bij zoo ver als in den Magistraat in deliberatie
>> zoude worden gelegd , of hij zoude hebben te vertrekken
>> dan niet , gedurende dat op de klachten van de gemeente
>> zal worden gebesogneerd , dat verstaan zoude worden , dat
>> hij den raad van Z. Exc. behoort naar te komen , maar
gelooven niet , dat hij de bevelen van den Magistraat
>> zoude obediëren ,
dan zoude laten
dadelijk
executeren :
>> hetwelk weder zijne consideratien heeft , en te meer omdat
» hij hem niet ontziet te zeggen , dat hij meer faveur heeft
>> onder de gemeente , dan zijne partij . Indien U. H. M.
>> goedvinden , dat zijne doleantie vóór andere zaken of
>> nevens
de klachten van de gemeente worde onderhanden
>> genomen , zullen dezelven ons believen te laten weten ,
» hoe U. H. M. verstaan , dat men zal afdoen het punt ,
>> daarbij hij sustineert , dat hij behoort beschreven te wor
» den ter vergadering van de Staten. Andere riddermatige
>> personen , die nu niet worden beschreven , zullen van ge
>> lijke verzoeken , en de vijf Collegien maken eene remon
>> strantie gereed om mede te compareren in der maniere ,
>> gelijk placht te geschieden vóór den oorlog. U. H.
>> kunnen bedenken , wat daarmede wordt gezocht.
M.
De
>> pretensien van de gemeente zijn overgegeven geweest op
>> verscheidene dagen en komen niet te samen overeen.
>> De Magistraat heeft gezegd , dat zijl. morgen een recueil
» daarvan zullen maken en Z. Exc. overleveren. Zijl. heb
>> ben aan dezelve geëxhibeerd een geschrift inhoudende de
>> redenen , waarom de gemeente haar in stilheid in de wa
>> penen heeft begeven den 21sten January , - en zijn van
18*
276
AANTEEKENINGEN
231 .
>> meening morgen de Capiteinen van de acht vendelen te
>> vermaken uit de genoemden bij
de Corporaals , hoewel
» Z. Exc. de oude Capiteinen bewilligd had , dat zijl. zou
» den in haren dienst continueren , en den Magistraat aan
>> gezegd , dat hij zulks goedvindt om alle onlust te vermij
» den : dan de Magistraat zegt , dat zijl. den burgeren geen
» contentement zouden kunnen geven , indien zijl . niet pro
» cedeerden tot creatie van andere Capiteinen op den nieuwen
» voet , als de gemeente zulks bij hen is toegezegd , belo
>> vende zoo weinige veranderingen te doen , als eenigzins
» mogelijk zal wezen , en te stellen zoodanigen , die tot den
» dienst van de stad wel gequalificeerd zullen wezen. » Utrecht den 14den February 1610. VAN GHIESSEN , S. EG
>> BERTS , A. JOACHIMI , R. VAN RINIA , J. DE BIE . Post
>> date.
Mijne Heeren !
Wij zijn dezen voornoen geweest
>> in de vergadering van Burgemeesters , Schepenen en Raad
>> dezer stede om te vorderen het punt van de consenten ,
» en hebben dezelven uit den naam van Z. Exc. verzocht ,
>> dat zijl. wilden continueren de hopluiden tot de eerste
>> vernieuwing van den Magistraat : dan hebben ons ' t zelve
>> terstond , zonder daarop te delibereren , afgeslagen , hou
» dende 't zelve een punt van heure verzekering , en ver
>> klarende dat het hen onmogelijk ware de gemeente in
>> rust te houden , zoo zijl. niet procedeerden tot verande
» ring van de hopluiden of eenigen derzelven . Actum den
» 15den February 1610.”
Res. St. Gen. , 17 February
1610.
>> Ontvangen
en
gelezen eenen brief van de Heeren Gecommitteerden tot
Utrecht , gedateerd den 14den dezes , ter presentie van den
Raad van State : en in deliberatie gelegd wezende ' t gene
daarbij wordt voorgesteld belangende den Heer VAN BRAKEL ,
en het voorgenomen veranderen van de burgerhopluiden
binnen Utrecht , is met gemeen advies verstaan en geresol
veerd te antwoorden , dat de Heer VAN BRAKEL hem zal
hebben te reguleren naar Z. Exc. en der voorz . Heeren
Gecommitteerden raad en advies , en dienvolgende uit de
stad wederom te vertrekken ; en dat Z. Exc. en zij bij alle
wegen en middelen daartoe ook zullen arbeiden en de za
AANTEEKENINGEN
ken
daarnaar
dirigeren ,
231 .
dat deze H.
H.
277
M.
resolu
tie - worde nagekomen en geëffectueerd , den voorz. Heere
VAN BRAKEL tot dien einde aanzeggende , dat men geens
zins in besogne op zijne zaak zal treden , zoo lang als hij
binnen Utrecht zal blijven. Aangaande de voorz. verande
ring van de burgerhopluiden , dat de Heeren Staten insge
lijks verstaan , Am dat men de oude dienende hopluiden be
hoort te continueren tot de eerste vernieuwing van den
Magistraat tot
Utrecht , om geene meerdere oneenigheid ,
questien en misverstanden onder de burgeren door de voor
genoemde verandering te veroorzaken ; dat daarom H. H. M.
verzoeken en begeeren , dat Z. Exc. en de Heeren Gecom
mitteerden deze zaak en de verdere besogne in recomman
datie willen nemen en behartigen ten meesten dienste van
den lande."
6 Maart.
» Zijn - ter
vergadering ' gecompareerd de
Heeren Raden van State , en H. Ed . advies gehoord op
het gedaan rapport van de Heeren Doctor SEBASTIAAN EG
BERTS en ALBERT JOACHIMI , alhier bij Z. Exc. gezonden , ―
van ' t gene bij Z. Exc. en de Heeren Gecommitteerden
tot dien tijd toe zoo met de Heeren Staten van Utrecht
als ook met den Magistraat derzelver stad is gehandeld , is
na rijpe deliberatie , (met alle behoorlijke consideratien gelet
wezende op de gewichtigheid , importantie en consequentie
van de zake voor de conservatie van de publieke autoriteit
van den lande mitsgaders van Z. Exc. in 't particulier , )
eenpariglijk met gemeen advies verstaan en geresolveerd ,
dat de voorz. Heeren Rapporteurs in diligentie wederom
naar Utrecht zullen vertrekken en Z. Exc. mitsgaders den
Heeren Gecommitteerden verklaren , dat de resolutie en 't
begeeren van Hooggem. Heeren Staten Generaal is , om in
alles genoeg te doen , dat Z. Exc. en H. L. zullen gelieven
de geëligeerde Ridderschap en kleine Steden , de Magistraat
en burgerhopluiden tot Utrecht met alle goede redenen ,
manieren en middelen van inductie te bewegen , om de za
ken te stellen aan de decisie van Z. Exc. en de Heeren
Gecommitteerden : en bij zoo ver als dezelven daartoe niet
willen verstaan , of daarin bewilligende , daarbij zouden be
278
AANTEEKENINGEN
geeren te voeren eenige
231 .
onbehoorlijke
conditien
of con
trainte , dat in zulken gevalle Z. Exc. rondelijk zal gelieven
te verklaren , dat hij met de Gecommitteerden van de Hee
ren Staten Generaal en zulke anderen van de Geëligeerden
en die van de Ridderschap mitsgaders de Officieren van de
stad van Utrecht en anderen , die Z. Exc. zullen begeeren
te volgen , (dewelke Z. Exc. zal nemen in zijne sauvegarde ,)
begeert uit de stad te vertrekken , en ' t zelve metterdaad
alzoo doen en effectueren : bescheidende die van de stad
Utrecht hare Gedeputeerden in den Haag te zenden , om
aldaar met volkomen kennis de geheele gelegenheid van de
zaak te examineren en voorts daarin te doen naar behoo
ren . En bijaldien als Z. Exc. en zij beter zouden bevinden
tot afhandeling van de zaak , dat eenige meer Gecommit
teerden in eene nadere frontierplaats van het Stift Utrecht
zouden komen , en dat Z. Exc. en de Heeren Gecommit
teerden beneffens de geëligeerde Ridderschap mitsgaders eeni
gen van de stad ( 1 ) en de Officieren van de stad Utrecht
(best van de zaken geinformeerd wezende) hen aldaar zou
den willen vinden , om de zaken met volkomen kennis ver
staan , geëxamineerd en afgehandeld te worden , zullen Z. Exc.
en de Heeren Gecommitteerden ' t zelve toestaan en daarin
bewilligen bij accommodatie."
13 Maart. >> De Heeren Dr.
JOACHIMI ,
SEBASTIAAN EGBERTS en
gekomen
Utrecht
, hebben --- ter presentie
van
van den Heer en Mr. ANSELMUS SALMIUS , Licentiaat in de
rechten , en JACOB VAN MEDEMBLIK , Raad der stad Utrecht ,
mitsgaders van Mr. HUGO RUYSCH , Raad ordinaris in het
Hof Provinciaal aldaar , bij den Magistraat en gemeente van
dezelve stad verzocht en gecommitteerd , gedaan rapport van
't geen dat sedert haar lest vertrek van hier naar Utrecht,
tot Utrecht voorgevallen , veranderd en gebesogneerd is bij
Z. Exc. en de Heeren Gecommitteerden , en in wat staat
zij de
zaken tot Utrecht op haar vertrek gelaten hebben ,
hun voorts refererende tot ' t gene dat de voorz. Gecommit
teerden van Utrecht den Heeren Staten aandienen zullen
(1) Misschien Staten.
AANTEEKENINGEN
231 .
van ' t gene dat de gemeente verzoekt en begeert.
279
Dewelke
bij monde van den voorz. Raadsheer RUYSCH aangediend en
verzocht hebben , dat Z. Pr. Exc. bij de Heeren Staten ,
ten minste voor zoo veel H. H. M. aangaat , ontslagen
zoude worden van den eed en plicht , daarmede Z. Exc.
verobligeerd is te volgen de instructie , hem als Stadhouder
der stad , steden en lande van Utrecht verleend , om meer
der autoriteit te interponeren tot beslichting van de zwarig
heden binnen Utrecht ontstaan ; hetwelk noodzakelijk straks
dient gedaan , inziende den grooten nood en het perikel ,
daarin de stad Utrecht jegenwoordig is door de gemeene
ambachtsluiden en arbeiders met degenen , die denzelven
aanhangen , die van uur tot uur haar dreigen in de wape
nen te begeven en gelijkelijk den trom te slaan en in de
huizen te vallen , ' t welk niet zonder bloedstorting en groot
beklag zoude komen te cesseren , hetwelk tot nog toe met
de andere burgerij , te weten met de adelborsten en mus
kettiers , die haar in wapenen begeven hebben , belet is ge
weest , zulks dat in dezen met extraordinaire goede gevoeg
lijke middelen dient geremedieerd en dezelven dadelijk bij
de hand genomen : vertoonende de kleinigheid van de diffe
renten , waardoor men geene gemeente en zoo loffelijke
stad in ' t perikel behoort te stellen .
Hierop gedelibereerd
en behoorlijk gelet wezende op de importantie van de zaak ,
alvorens te resolveren , is goedgevonden , dat men de voorz .
Gedeputeerden van de stad Utrecht door den Griffier zal
doen verzoeken , dat zij haar geproponeerde bij geschrifte
willen vervatten en overgeven , om daarop met den Raad
van State te communiceren en derzelver advies te ver
staan."
14 Maart. >> De Staten Generaal van de Vereen. Neder
landen , gehoord het rapport ― en op alles rijpelijk gelet ,
ook het advies van den Raad van State , eenzamentlijk het
goed bevinden van de Heeren Ambassadeurs van de Kon .
Majten van Frankrijk en Groot-Britannie daarop verstaan ,
hebben na rijpe deliberatie verklaard en verklaren bij dezen ,
dat H. H. M. met ernst en affectie den Heeren Burgemees
teren , Schepenen , Raad en Gemeente der voorz. stad Utrecht
280
AANTEEKENINGEN
231-232 .
in alles wes tot welstand der stad en gemeente strekt , be
geeren te believen : en zoo veel aangaat de verzochte ont
slaging van den eed bij Z. Exc. aan de Generaliteit op de
commissie en instructie als Stadhouder van de landschap
van Utrecht gedaan , vinden behoorlijk daarop , ( na commu
nicatie met Z. Exc. , H. H. M. Gecommitteerden en al
zulken uit de geëligeerde Ridderschap , Gedeputeerden van
de stad en steden van Utrecht , en de dienaars van de
vergadering van de Heeren Staten , kennis van zaken heb
bende , die zekerlijk en zonder uitstel hen zullen mogen
vinden binnen de stede van Woerden als naaste frontiere , )
promptelijk te resolveren : tot welken einde de voorz . Hee
ren Ambassadeurs , eenzamentlijk de Heeren Staten Generaal
en Raad van State hen tot Woerden verhopen te vinden op
den 16den dezer naar den nieuwen stijl , om aldaar met
Z. Exc. , de voorz. Heeren hare Gecommitteerden , de geëli
geerde Ridderschap en Gedeputeerden van de stad en steden
te communiceren en promptelijk te resolveren tot meesten
dienste der voorz. stad en goede gemeente van Utrecht."
(232) Res. St. Gen. , 17 Maart 1610. (Te Woerden.)
» Is ter presentie der Heeren Ambassadeurs , >>
— van Z. Exc.
en den Raad van State geresumeerd de leste resolutie -in den Haag genomen op de zaken van Utrecht : — en
geproponeerd wezende , - wat voet van besogne dat men
voor het beste en bekwaamste zal mogen voornemen , is na
deliberatie
eenpariglijk
en met gemeen advies verstaan en
geresolveerd , dat men partijen , elk apart , alhier ter ver
gadering zal bescheiden en hooren derzelver doleantien en
pretensien , en vooreerst de Gedeputeerden van de stad en
gemeente van Utrecht en zien haren last en wat dezelve
hebben te proponeren en voor te dragen .
» Dezenvolgende zijn ter vergadering gecompareerd M¹. PIE
TER VAN LEEUWEN , HUGO RUYSCH en HENDRIK DE WILDT , Ra
den in den Hove Provinciaal , ANSELMUS SALMIUS , Licentiaat in
de rechten , en CORNELIS VAN WEEDE , Schepen , mitsgaders
M². JOHAN VAN werkhoven , Raad , en CORNELIS VAN VIANEN,
Advocaat der stad Utrecht : - verklarende , dat ten hoogste
noodig is , dat de accommodatie van de differenten en be
V
AANTEEKENINGEN
232 .
281
roerten , binnen Utrecht ontstaan , spoediglijk geschiede tot
voorkoming van inconvenienten en perikelen van plunderin
gen en andere : en al is ' t zoo dat hen de proceduren van
de gemeente mishagen , dat zij evenwel , (daartoe bij dezelve
serieuselijk verzocht zijnde , ) niet hebben mogen laten hun
te laten gebruiken , om de zaken te helpen accommoderen
en de gemeente uit de wapenen in rust te brengen .
>> Hierna hebben de Comparanten in ' t lange vertoond de
zwarigheid en onlust , die binnen Utrecht is gerezen , en
dat dezelve zoo ver toegenomen is , dat daarbinnen voortaan
niemand is verzekerd van zijn lijf en goed van de schamele
gemeente , die haar had begonst op te werpen , dewelke
tot nog toe door de burgerhopluiden ,
officieren en adel
borsten in officie is gehouden geweest : verklarende , dat zij
wel bereid waren de oorzaken en redenen van de voorz.
zwarigheid
en
alteratie van de
gemeente te ontdekken :
maar alzoo dezelve te zeer odieus zijn ten regarde van
eenige particulieren , en om andere consideratien , dat zij
dat zullen nalaten , ten ware dat zij wierden gepresseerd
om de voorz . ontdekking te doen , hetwelk zij aan deze
Hebben voorts verhaald , in wat
vergadering remitteerden.
Voege dat de gemeente in het beginsel van hare alteratie
verscheidene remonstrantien , inhoudende hare doleantien en
pretensien , schriftelijk hebben overgegeven , daarvan dezelve
prompt redres hebben verzocht , en dat de Magistraat een
recueil daarvan gemaakt en die gereduceerd hebben in vijf
hoofdpunten differentiaal (1) : - remonstrerende voorts , dat
de Magistraat niet lievers zoude zien , dan dat tot beslech
ting van de voorz. punten differentiaal op het spoedigste
goede bekwame middelen beraamd mochten worden om de
gemeente in stilte te brengen , en dat dezelve Magistraat
geen beter of bekwamer middel zoude weten voor te stel
(1) Volgens het aangeteekende in de Res. Raad v. St. , betroffen
die vijf punten 1º de Geëligeerden of het eerste lid , 2º de Ridder
matigen of Edelen , 3º de stelling of verandering van den Magistraat
van Utrecht , 4° de afdoening der nering ten platten lande , namelijk
der brouwerijen , 5 ° het recoleren der rekeningen dergenen , die in de
administratie geweest waren .
282
AANTEEKENINGEN
232.
len , dan dat vooreerst afgedaan worden de brouwerijen ten
platten lande : - dat voorts geapprobeerd wierde het con
cept of orde gemaakt op het creëeren van den Magistraat ,
Z. Exc. en den Heeren Gecommitteerden behandigd , en
(want de revue van de rekeningen
was beliefd , )
dat de
Magistraat te vreden was de verdere differentiale punten te
stellen ter arbitrage van Z. Exc. als Stadhouder , mits dat
Z. Exc. daartoe alvorens zoude worden geautoriseerd en
diesaangaande gerelaxeerd van den eed , dien Z. Exc. ter
contrarie gedaan zoude mogen hebben , en dat de uitspraak
daarvan zoude geschieden binnen Utrecht op zoo kort in
terval , als ' t doenlijk is , opdat alle twist en ongemak te
eerder zoude mogen cesseren : - achtende dat daarin te
min zwarigheids behoort gemaakt te worden , omdat Z. Exc.
in de decisie van de differentiale punten zal mogen gebrui–
ken het advies van de Hooggem. Heeren Staten Generaal
of van derzelver Gecommitteerden , bij zoo verre als hem
dat alzoo goeddunkt ; doende instantie dat Z. Exc. zoude
gelieven wederom binnen Utrecht te komen , gelijk dezelve
dat aan de gemeente beloofd had , aangezien dat zij anders
als met contentement kwalijk
keeren.
in de stad zouden durven
» Na dezen zijn in de vergadering gecompareerd de aan
wezende Heeren Staten van Utrecht, en is H. Ed . verhaald
het geproponeerde , mitsgaders ' t verzoek van de voorz.
Gedeputeerden , - en voorts afgevraagd , of H. Ed. iets
hadden daartegen te zeggen en te vertoonen . Dewelke -hebben geëxcuseerd van dat men hun imputeert , als of zij
oorzaak zouden zijn en schuld hebben van de ontstane
zwarigheden en beroerten , omdat zij niet bij tijds op de
klachte van de gemeente zouden hebben voorzien : want
dat met waarheid alzoo niet zal bevonden worden , maar
wel de contrarie , dat mits de kortheid des tijds , hun ge
laten , zij dat niet hebben kunnen gedoen , als hebbende
haar de gemeente binnen middelen tijde in de wapenen
begeven : verhalende , hoe dat de alteratien binnen Utrecht
waren ontstaan , met de proceduren aldaar gepleegd , die
alsnog continueren : verzoekende dat daartoe geadhibeerd
AANTEEKENINGEN
232.
283
zoude worden de noodige remedie , en gerepareerd 't gene
dat met geweld en tegens de gerechtigheid van de Staten
van Utrecht zoo bij ' t invoeren van een nieuwen Magistraat
en ' t geen daaruit gevolgd is , als anderszins gepleegd is ,
en alle zaken gesteld in zulke punten , als die zijn geweest
vóór date van de gerezene beroerten en gedane veranderin
gen ; en dat men achtervolgende de Unie hun wil hand
houden en conserveren in hare rechten en gerechtigheden
en namelijk mainteneren het tractaat bij hun gemaakt met
Z. Exc . , daarop dat Z. Exc. als Stadhouder van de land
schap van Utrecht is aangenomen en dezelve landschap eed
gedaan heeft." Enz.
Post prand. » De Staten van Utrecht zijn wederom ter
vergadering gecompareerd , en is H. Ed . voorgehouden , dat
de Heeren Staten Generaal overleid hebbende de verandering
van de zaken binnen Utrecht geschied , bevinden , dat er
maar drie middelen zijn , om tot het redres te komen , als
te weten bij accoord , submissie of extremiteit : dat tot het
middel van accoord H. H. M. geene apparentie zien ; heb
bende het middel van extremiteit zijne difficulteit en con
sideratien ; en dat zij daarom het middel van submissie wel
het bekwaamste zouden achten : maar dat zij meest bekom
merd en beladen zijn in de noodige assurantie voor de
Heeren Staten van Utrecht , om wederom binnen Utrecht
te keeren en aldaar te besogneren ; dat H. H. M. daarom
begeerden derzelver meening en advies daarop te verstaan.
>> De Staten van Utrecht hebben hierop verklaard , dat
zij gelet hebbende op het geproponeerde van de Gedeputeer
den van den Magistraat en gemeente der stad Utrecht , daarin zeer sobere stof bevinden om te breken voorgaande
beloften en solemnele tractaten en contracten , en namelijk
het tractaat met Z. Exc. gemaakt , daarop dat dezelve als
Stadhouder van de landschap van Utrecht is aangenomen ,
dewelke bij eede beloofd heeft dezelve te onderhouden ; en
nog min fondaments tot de begeerde ontslaging van Z. Exc.
eed , daarmede dezelve aan de Heeren Staten Generaal en
Staten van Utrecht is verplicht , om te mogen doen de
decisie van de alsnog resterende punten differentiaal : doch
284
AANTEEKENINGEN
232 .
als de zaken bij middelmatige wegen te helpen zouden zijn ,
dat zij overzulks wel te vreden zijn haar te submitteren
aan de Heeren Ambassadeurs , Staten Generaal , Z. Exc. en
Raad van State , nopende de infractie van 't gene dat bij
dit tumult is geattenteerd tegens de ordonnantien en gerech
tigheden van den lande en het maintenement van de Sta
ten , desgelijks ook nopende het punt van de geëligeerde
Ridderschappen , van den Magistraat , van de neringen ten
platten lande en van de rekeningen : maar dat zij wel kun
nen merken , dat het dessein van den jegenwoordigen Ma
gistraat van Utrecht verder strekt als tot deze punten ,
zulks dat met de submissie of accommodatie van deze pun
ten de zaken niet geholpen zullen wezen : begeerden daarom ,
dat de Heeren Staten Generaal en Z. Exc. tegens de voorz.
attentaten en gewelden behoorlijk gelieven te voorzien : maar dat vooral moet gelet worden op de verzekering van
de Staten , als die in den lande of stad van Utrecht weder
vergaderen en besogneren zouden : en daarbenevens in zoo
ver als er augmentatie zoude dienelijk bevonden worden ,
dat personen worden genomen gequalificeerd , van de Gere
formeerde religie , naturelen van den lande van Utrecht ,
en niet factieus noch officianten , en dat dezelven niet wor
den gerevoceerd .
Enz.
>> Die van de Ridderschap verklaarden , dat zij haar no
pende de augmentatie van de Ridderschappen ( als henl. de
nominatie en presentatie van dien alleen competeerden) niet
konden submitteren , maar dienaangaande begeerden te blijven
bij hare gerechtigheid , die hen God en de natuur gegeven
heeft , en dat zij ook niet konden submitteren ' t punt van
de neringen en brouwerijen ten platten lande , alzoo daar
meer Edelluiden en dorpen zijn gerechtigheden hebbende ,
behalven dien dat zij haar eigen recht en gerechtigheid en
hun alleen competerende , niet begeeren te submitteren noch
verminderen noch haren kinderen zulke blaam na te laten.
» De Steden hebben verklaard , dat zij het punt van de
afdoening van de neringen en brouwerijen ten platten
lande met de stad Utrecht sustineren , doch bij moderatie
en accommodatie : dan dat zij evenwel met de andere Staten
AANTEEKENINGEN
232.
285
en Leden verzoeken afdoening en reparatie van de nieuwig
heden binnen Utrecht gepleegd en geattenteerd , als henl .
zeer mishagende en prejudiciabel zijnde : voegende , dat zij
haar met de regering van de Heeren Staten van Utrecht
zeer wel contenteren en te vreden waren , en derhalve ook
verzoeken , dat dezelven mogen gemainteneerd worden.
>> De voorz. verklaring van de Staten van Utrecht ge
hoord , is met advies als voren goedgevonden , dat men de
submissie , bij H. Ed. geaccordeerd , den Gedeputeerden van
den Magistraat en gemeente van de stad Utrecht zal aan
zeggen en dezelve Gedeputeerden met goede redenen onder
richten , dat men niet ziet de differenten zoo promptelijk af
te doen , als de nood vereischt , dan bij het middel van
de submissie van dezelve aan deze vergadering ; dewelke
zij te min behooren te difficulteren aan te nemen , omdat
de meening en intentie is , dat men op alle de punten
differentiaal , mitsgaders op de remonstrantien en doleantien
van de gemeente met alle consideratien rijpelijk zal letten
en daarop in alle redenen en billijkheid bejegenen en con
tentement geven ( 1)." Enz.
18 Maart. >> Is den Heer VAN BRAKEL op de verklaring
van Z. Exc . van dat hij denzelven alhier te Woerden heeft
beschreven te komen , om den Heeren Staten Generaal zijne
zaken , doleantien en pretensien voor te dragen en te re
monstreren , ten zelven einde geaccordeerd zijne verzochte
audientie.
>> Dewelke dienvolgende in de vergadering gecompareerd
wezende , heeft vertoond de devoiren en sollicitatien , die
hij tot zijne groote kosten vele jaren achter den anderen
bij de Heeren Staten Generaal , Z. Exc . en Raad van State
(1) Volgens Res. Raad
v.
St. , is aan de Gedeputeerden der
stad geantwoord , dat zulks (hun verzoek ) niet kon toegestaan wor
den etc. en hun vertoond , dat onbehoorlijk de gemeente heur tegen
Z. Exc. hadden gedragen , heur in zijne presentie , die heur Gou
verneur was " zoo ver vergetende , dat zij de wapenen aangenomen
en de vaandels uitgesteken , en ook Z. Exc. bijna als gevangen ge
houden hadden , zoodat zij nu vreemdelijk komen verzoeken , de zaken
ter decisie alleen van Z. Exc. zouden gesteld worden etc.
286
AANTEEKENINGEN
232.
gedaan heeft , om in zijne eer en gerechtigheid geredinte
greerd en dienvolgende als riddermatig onder de Ridder
beschreven te wor
schap van de landschap van Utrecht
den : item dat het verbod hem gedaan van de stad Utrecht
te frequenteren , zoude worden afgedaan : en ten derde dat
het different op zijne rekening bij recolement van dezelve
bij der hand genomen en onpartijdiglijk afgedaan zoude
mogen worden. Maar dat hij - niet anders heeft kunnen
geimpetreren , als alleen dat hij hem aangaande de voorz .
zijne pretensien zoude hebben te addresseren aan de Heeren
Staten van Utrecht :
hebbende met de verandering van
den Magistraat tot Utrecht,
van den jegenwoordigen
Magistraat verkregen acte van consent , om dezelve stad vrij
en vrank te mogen frequenteren , zulks dat hij daarin heeft
contentement.
Dan alzoo hij alsnog niet was geredintegreerd
en dat ook niet was gedisponeerd op de differenten van
zijne rekeningen , heeft instantelijk verzocht , dat H. H. M.
gelieve op beide punten te letten en daarin te accorderen :
verklarende , dat zijne meening niet is hem in eenige re
gering van de landschap van Utrecht verder te laten ge
bruiken , en presenterende hem te verdedigen tegen degenen ,
die hem opleggen , dat hij hem de beroerten tot Utrecht
Hierop geadviseerd wezende , is
zoude hebben bemoeid.
met advies van den Raad van State verstaan , het eerste
punt aangaande , - dat men zal uitstellen daarop te resol
veren , totdat de principale zaak zal wezen afgehandeld : dan
wat belangt het tweede , rakende het different op zijne re
kening ,
is geaccordeerd met bewilliging van de Heeren
Staten van Utrecht, dat men van hetzelve different een einde
zal maken . Enz.
>> Is geproponeerd , aangezien dat de Gedeputeerden van
de stad en gemeente van Utrecht zijn gebleven bij de
punten van hare instructie en geene hoop geven van
verandering , wat dat men in de zaak verder zal mogen
dat men
doen : en met gemeen advies goedgevonden , hierop eerst zal hooren de Heeren Staten van Utrecht.
Dezenvolgende hebben dezelven voor antwoord ver
klaard ,
voor zoo veel aangaat de voorgestelde submissie ,
AANTEEKENINGEN
232 .
287
dat zij hun laten bedunken , dat zij daarop gisteren genoeg
ampele verklaring hebben gedaan ;
en aangaande de ge
mentionneerde ontslaging van Z. Exc. van zijnen eed , dat H.
Ed .
te samen alsnog
in verscher memorie heb
ben , met wat rijpe deliberatie dat zij met Z. Exc . ge
handeld en getracteerd hebben ten tijde van de delatie
van het gouvernement van de Provincie van Utrecht , zulks
dat het eene ongehoorde zaak is , dat een vijfde lid van het
derde lid van de Staten van Utrecht alleen met zoo klein
respect des persoons van Z. Exc . zulke ontslaging voorstelt ,
en dat zij daarom dezelve ontslaging en dergelijke verande
ring van 't voorz . tractaat , aangegaan met raad , advies en
commissie van de H. M. Heeren Staten Generaal niet zou
den kunnen toestaan : bedankende Z. Exc . voor de goede
devoiren bij hem in de administratie van zijn gouvernement
den tijd van 20 jaren gedaan ; en verzoekende dat Z. Exc .
gelieve daarin te continueren en H. Ed . in hare gerechtig
heid en vrijheid te willen mainteneren ,
Z. Exc. dat toevertrouwen ." Enz.
gelijk H.
Ed.
Post prand. » Zijn wederom ter vergadering gecompa
reerd de Gedeputeerden van de stad Utrecht , en is hen
voorgehouden , dat zij wel kunnen gespeuren , met wat affec
tie en ijver dat de Heeren Ambassadeurs , Staten Generaal ,
Z. Exc. en Raad van State getracht en gearbeid hebben
om de zaken en differenten te accommoderen en alles in de
voorgaande eenigheid te brengen , als hebbende nog dezen
dag bij alle mogelijke inductien gearbeid , om de Staten van
Utrecht te verwilligen , om de decisie van de voorz . diffe
renten te stellen aan Z. Exc. en ten zelven einde te willen
dispenseren den eed bij Z. Exc . gedaan : - maar dat
H. Ed. daartoe niet zijn te brengen ; alzoo dat daarom deze
vergadering hun Comparanten alsnog wel serieuselijk hebben
begeeren te vermanen de importantie en consequentie van
deze zaak - rijpelijk te willen considereren en bewegen ,
en ten dezen aanzien in de verzochte noodige submissie
accorderen , stellende ten zelven effecte uit den hoofde 't
gene dat bij hen gemeend en gezegd wordt , dat de Ko
ningen van Frankrijk en van Groot-Britannie in de beroer
288
AANTEEKENINGEN
232 .
ten en alteratien van Utrecht geen interest hebben , aange
zien dat het daarmede anders gelegen is :
begeerende
daarom , dat zij hun hierop nader willen verklaren. — Maar
de voorz . Comparanten hebben wederom verklaard , dat zij ,
geenen anderen last hebben noch weten te krijgen , als
denwelken zij verklaard en bij instructie getoond hebben ;
insisterende dat Z. Exc. (nakomende zijne beloften , de ge
meente gedaan) tot Utrecht zoude gelieven weder te keeren.
Maar is hun bij de Heeren Staten geantwoord , dewijl
Z. Exc. is Gouverneur van meer andere Provincien , dat zij
hen daarop niet hebben te verlaten , alzoo H. H. M. dat
niet zullen toelaten . Daarop de voorz . Gedeputeerden we
derom verhaald hebben haren uitersten last , en vertoond ,
met wat groote devoiren en moeiten dat zij dien van de
gemeente gekregen hebben , om de gemeente in stilte te
brengen ; en alzoo het H. H. M. evenwel niet gelieft Z. Exc.
te ontslaan van den eed , alleenlijk om te doen de decisie
van de punten differentiaal , die zij aan Z. Exc. submit
teren , dat zij geresolveerd zijn wederom naar Utrecht te
vertrekken , om van haar 1wedervaren rapport te doen en de
zaken voorts God op te geven en te verwachten , wat er van
komen zal. Hierop zijn de voorz. Comparanten vermaand
toe te zien , dat tot Utrecht niet worde iets geattenteerd
tegens de personen van de Staten van Utrecht en derzel
ver Officieren en dienaars , derzelver huisvrouwen , familie ,
huizen en goederen : want anders geschiedende , dat men
achtervolgende de Unie zulke attentaten zoude genoodzaakt
wezen te verhalen naar behooren tot last van de stad en
gemeente van Utrecht. Enz.
>> Zijn ter vergadering wederom gecompareerd de Heeren
Staten van Utrecht : - hebben verklaard , dat zij met droe
fenis hebben verstaan , dat de Gedeputeerden van de stad
Utrecht tot de verzochte submissie van de decisie van de
differenten aan deze vergadering niet zijn te induceren ge
weest , - en dat ook deze vergadering van meening is
wederom onverrichter zake naar den Haag te vertrekken :
doch dat H. Ed . desniettemin vertrouwen , en de Heeren
Ambassadeurs , Staten Generaal , Z. Exc. en Raad van
AANTEEKENINGEN
232.
289
State zeer ernstelijk bidden en recommanderen de
zaken
niet te willen verlaten , maar veel meer behartigen , gelijk
de Provincien bij de Unie verbonden en verplicht zijn te
gen alle geweld en oppressien malkanderen te maintene
ren." Enz.
19 Maart. >> Zijn de Heeren Ambassadeurs van de Ko
4 ningen , Staten Generaal , Z. Exc . en Raad van State van
Woerden naar den Haag vertrokken ."
24 Maart. >> Zijn ter vergadering gecompareerd de Hee
ren Ambassadeurs , - Z. Exc. en Raad van State , en ge
delibereerd wezende op de zaken van Utrecht , - is gere
solveerd daarop te schrijven aan den Magistraat der stad
Utrecht, dat de Heeren Staten Generaal hadden vertrouwd ,
de differenten en questieuse punten dat zij
gesteld
zouden hebben tot kennis en decisie van de voorz . Heeren
Ambassadeurs , van deze Vergadering , van Z. Exc. en Raad
van State : ――― maar alzoo zij zijn gebleven in gebreke en
de zaken langer geen uitstel mogen lijden zonder groote
prejudicie en ondienst van den lande , miscontentementen
van H. Majen en verachtering van de zaak van Cleve , dat
daarom - noodig bevonden is hun wederom serieuselijk te
vermanen , dat zij de voorz . submissie alsnog willen doen
en daarmede hare Gedeputeerden in competenten getale met
volkomen last alhier schikken preciselijk binnen vier dagen
na date dezes . Enz.
>> Is voorts verstaan en geresolveerd , bij zoo ver als die
van
Utrecht ,
onaangezien
't voorz .
schrijven
in gebreke
blijven haar te submitteren en derzelver Gedeputeerden al
hier met behoorlijken last ten zelven einde binnen den
voorz. tijd te zenden , dat Z. Exc . van alsnu verzocht en
geautoriseerd wordt behoorlijk orde te nemen en te stellen ,
dat een Commandeur met ruiteren en knechten en wat meer
noodig is , gereed en vaardig gemaakt worden , die dadelijk
naar Utrecht mogen marcheren , om de stad tot reden en
devoir te brengen. Dan de Gedeputeerden van Zeeland en
Overijssel hebben begeerd hierbij geteekend te hebben ,
dat deze laatste resolutie is genomen met pluraliteit van
stemmen."
19
III
290
In Res.
AANTEEKENINGEN
232-233 .
Raad v. St. vindt men hieromtrent nog andere
bijzonderheden . Na de voorstelling van het punt in ver
schil , leest men aldaar :
>> ― En hierop gevraagd zijnde het advies van den Raad ,
is na deliberatie geantwoord , dat dezelven van Utrecht nog
wel ernstelijk zouden beschreven worden , om de zaak te
submitteren alsnog aan de Heeren Staten , en heure Gedepu
teerden daartoe te schikken binnen vier dagen , en daarbe
neffens nog geresolveerd , dat , zoo zij niet komen , dat van
nu af geresolveerd is , dat compagnien geschikt zullen wor
den , om de stad Utrecht te bezetten aan alle advenuen ,
dat er geen toe- of uitvoer zal mogen geschieden , om heur
alzoo tot redenen te brengen. Deze resolutie neffens de
resolutien van alle de Provincien , die genoeg conform wa
ren , dikmaals wederom in deliberatie gelegd zijnde , of mo
gelijk men zich hadde willen conformeren met de Heeren
Ambassadeurs en van Holland , die van advies waren , dat
men terstond derwaarts eenige vier goede compagnien schik
ken zoude , om die daarbinnen te doen ontvangen , en zoo
zij des weigerig waren , alsdan aan en aan de stad als vo
ren op heure advenues te bezetten , is bij den Raad bij de
voorz . heure resolutie gepersisteerd , en ook bij Z. Exc. en
de Provincien , uitgenomen de Heeren Ambassadeurs en de
Heeren Staten van Holland , persisterende bij de heure als
voren."
Het besluit der Staten Generaal werd des namiddags aan
de Gedeputeerden der Staten van Utrecht medegedeeld , die
er echter geen volkomen genoegen in hadden , oordeelende ,
dat de zaken daarmede niet zijn
helpen naar vereisch van
de jegenwoordige gelegenheid en constitutie van de stad Utrecht ,
maar wel dat dezelve stad vooreerst behoort verzekerd te wor
den , als wanneer dat men daarna beter en zekerlijker zal
kunnen daarbinnen verhandelen , dat er resteert en gerequi
reerd wordt , als met de voorgenomen trainatie. Dan men
bleef bij de genomene resolutie van voor den middag.
(233) De Raad van State en Graaf HENDRIK VAN NASSAU
waren er bij tegenwoordig geweest. Res. Raad. v . St. ,
27 Maart 1610.
(234)
291
234-237.
AANTEEKENINGEN
Res. Raad v. St. , 27 Maart 1610.
>> G
En be
langende den Commandeur , en verstaande , dat in de Gene
rale Vergadering was gesproken van den Heer Graaf HEN
DRIK , had Z. Exc.
dat hij
geantwoord ,
zijnen
broeder
dienthalve geëxcuseerd hield , als nog wezende jong , en
hem kwalijk zoude voegen den ondank op hem te halen."
(235) Res. St. Gen. , 28 Maart 1610. » Is voorts de
Raad 1 van State verzocht de voorz . resolutie Z. Exc. aan
te dienen en serieuselijk te recommanderen de zaken bij de
hand te nemen en te accelereren."
Res. Raad v. St. >> ――― 't Welk ook alzoo is terstond
bij den heelen Raad gedaan aan Z. Exc. , dewelke aannam
de compagnien terstond te beschrijven , zeggende , dat die
uit Vlaanderen en Vriesland hadden te komen , in tien da
gen kwalijk zouden kunnen aangekomen zijn ; dat het te
wenschen ware , dat de stad bij de bezetting der advenuen
konste tot reden gebracht worden : want anders , zoo men
met genoegzaam volk van een leger moeste daarvoor ko
men , dat het Sticht van Utrecht door alle de vreemde na
tien zoo met hutten als anderszins zal gantschelijk bedorven
worden : meende ook dat een goed getal van wagens in 't
leger zal moeten gebruikt worden."
(236) Men vindt zijne instructie bij KLUIT , III , 486 ,
waar men , in haar begin , moet lezen twee maanden in
plaats van tien maanden.
(237)
Res.
Raad v. St. , 31 Maart 1610.
>> De Raad
vertrekt uit den Haag naar Jutphaas en voor Utrecht , en
's avonds gearriveerd tot Woerden."
1 April. » Vertrokken van Woerden door Montfoort en
Ysselstein , en op den middag aangekomen tot Jutphaas ,
alwaar men verstond , dat die van Utrecht ' t geschut op de
vesten gebracht hadden ; dat zij uit de onvermogende en
arme gemeente volk in krijgsdienst aannamen en bezig wa
ren om heure justificatie te drukken en alom door alle
steden en Provincien ook in Duitschland te schikken .
>> Korts namiddag arriveren tot Jutphaas uit Utrecht de
Raadsheer LEEUWEN , HENDRIK BUTH en ANSELMUS SALMIUS ,
beide Schepenen van
Utrecht ,
medebrengende brieven van
19*
292
AANTEEKENINGEN
credentie van
Utrecht:
Burgemeesteren ,
237 .
Schepenen
en
Raad
var
volgens dewelke de voorz. LEEUWEN , de pro
positie doende , verhaalde vooreerst den goeden ijver , die de
stad van Utrecht altijd betoond had durende deze oorloge ,
ZOO om heur te defenderen en te mainteneren tegen den
vijand , die heur altijd zoo na en genoeg rondsom was ge
weest , denzelven te resisteren en te krenken , als ook in 't
contribueren ; dat zij nu meenende eens te rusten , dat zij
verwonderd zijn , dat men heur als vijanden komt aanvallen
met krijgsvolk aan verscheidene plaatsen , die moedwilliglijk
heur land en ingezetenen berooven en bederven , waardoor
ook de generale middelen ten platten lande zullen groote
lijks worden verkort , niet wetende waarom en tot wat
einde : want wat de punten differentiaal belangt , dat dezelve
geene groote zwarigheid hadden , zoo die wel ingezien wor
den ; dat men immers zoo veel bij de gemeente gedaan had ,
dat zij die hadden willen stellen aan Z. Exc . heuren Stad
houder , en daarna nog aan Z. Exc. en de Heeren Staten
van Holland , als die de neringen ten platten lande niet toe
laten (1 ) : dikwijls repeterende , dat zij ' t niet waren verble
ven aan de Heeren Staten Generaal , niet door eenige vili
pendie van heure autoriteit , maar dat onder dezelven zulke
Provincien zijn en namelijk Gelderland , die in ' t punt van
de brouwerij heur contrarie waren , zoo toch op de verga
dering tot Woerden , onlangs gehouden , een van de Gedepu
teerden van Gelderland zelfs
zich des opentlijk had laten
verluiden ; maar dat de zaak (men weet om wat jalousie)
alzoo aan Z. Exc. niet heeft mogen gelaten worden ; dat
voorts de andere twee punten niet veel zwarigheids had
den ; -- dat zij nochtans ' t een en ' t ander hadden begeerd
en nog begeerden te laten ter decisie van den Heere Stad
houder en Staten van Holland , hun getroostende , hoe 't
zelve bij dezelven zoude mogen verstaan worden : ―― dispu
terende zeer heftelijk , dat de eene Provincie over de andere
geen gezag had en dat nochtans het geschil nu was alleen
lijk , omdat zij heur niet hadden willen submitteren aan de
(1)
Van dit laatste aanbod leest men niets in Res. St. Gen.
AANTEEKENINGEN
237.
293
Heeren Staten Generaal ; dat men moest gedenken , dat zoo
men eenen competenten rechter niet mocht recuseren , dat
ook alzoo niemand gehouden was hem aan iemand te sub
mitteren dan bij zijnen goeden wille ; immers als ' t anders
niet wezen wilde , dat zij God heure , rechtvaardige zaak
opgaven , en zouden moeten verwachten , wat er van komen
zoude etc. Hierop gedelibereerd zijnde t' samentlijk met
den Hoog- en Welgeb. Grave HENDRIK VAN NASSAU en de
Staten van Utrecht , ―― is den voorz. drie Gedeputeerden
geantwoord ,
dat , wezende de zaak van grooten gewichte ,
dat men daarop nog zoude delibereren en heur op morgen
daarop antwoord ―――― zal toeschikken." Enz.
2 April. » Korts na den middag zijn wederom uit de
stad gekomen de voorz . drie gisterige Gedeputeerden , en
na
eenige geallegeerde
zwarigheden ,
gaven
aan ,
dat de
Magistraat en gemeente te vreden was de questien te stellen
ter decisie van de Heeren Staten Generaal en Z. Exc. ,
maar belangende eenig garnizoen in te nemen , dat ' t zelve
geheellijk was afgeslagen." Enz.
3 April. » Arriveren tot Jutphaas uit de stad Utrecht
de Raadsheeren RUYSCH , WILTIUS , HENDRIK BUTH en de
Advocaat VIANEN , verklarende , - dat die van Utrecht de
questien stelden aan de Heeren Staten Generaal , de Heeren
Ambassadeurs der beide Koningen , Z. Exc . en den Raad
van State , of aan de Heeren Staten Generaal en Z. Exc. ,
zoo 't H. H. M. alzoo beliefde , en dat zij willig waren 't
garnizoen te ontvangen : ― verzoekende voorts , dat geene
approchen of hostiliteit zouden worden voorgenomen , en
ook consent en patent om te mogen vertrekken naar de
Heeren Staten Generaal.
Daarop na deliberatie hun is ge
antwoord , dat men gehouden was aan den last en instructie
van de Heeren Staten Generaal en dat men tot heur ver
trek naar den Haag niet konde verstaan ; doch , zoo zij ' t
deden , zoude wezen op heur perikel. Daarop zij zeer hef
telijk en desperatelijk uitvarende zeiden en riepen , dat zij
nu wel zagen , dat de Raad partijdig was , dat men heure
partijen in alle communicatien hoorde en heur advies vraag
dat zij ' t met de gemeente nooit gehouden hadden ;
de ,
294
AANTEEKENINGEN
maar als men heur zoo wilde
237.
voor ' t hoofd stooten , dat
zij mede de stad wilden helpen houden : God aanroepende
over 't ongelijk dat heur geschiedde , en dat het over
twintig jaren nog zoude beschreid worden .
Hierop gedeli
bereerd , hoewel de Staten van Utrecht eerst persisteerden ,
dat men hun niet behoorde toe te laten naar de Gen. Staten
te vertrekken , nochtans --- hebben heur geremitteerd aan
den
Heere
den voorz.
Graaf
en
Raad , die na
Gedeputeerden
ernstige deliberatie
hebben geantwoord ,
dat men
mocht aanzien , dat zij vertrokken naar den Haag , doch
zonder expres consent van den Raad , - en dat aleven
wel de last van de
den."
aten Generaal zoude nagekomen wor
Enz.
5 April.
» De Heere
Graaf communiceert den Heeren
Raden en Staten van Utrecht den brief , bij hem nu ter
stond van Z. Exc. ontvangen , inhoudende in effecte , dat hij
zeer gaarne verstaan heeft , dat die van Utrecht heur tot
redelijkheid schijnen te willen voegen , en dat hij niets
hostilijks tegen de stad voorneme tot zijn nader schrijvens.
Hierop gedelibereerd , is t' samentlijk goedgevonden , (doch
de Heeren Staten van Utrecht niet al t' samen bij den ande
ren zijnde , ) dat men nog zal verbeiden met de approches ,
totdat nu apparentelijk binnen een uur 2 of 3 brieven en
bescheid uit den Haag van de Heeren Gen. Staten zal ge
komen zijn.”
Na den noen. » De Raad met de Heeren Staten van
Utrecht insisteren wederom zeer ernstelijk aan Z. Exc.
Graaf HENDRIK , om voor te nemen de approches tegen de
stad van Utrecht , om geenen tijd te verliezen en de in
structie der Heeren Gen. Staten na te komen , terwijl toch
geene
verandering van dezelve instructie uit den Haag tot
nog toe is gekomen . Z. voorz. Exc. meent , dat het beter
ware nog wat naar nader bescheid te verwachten , allege
rende 't geen hem van Z. Exc. zijnen broeder dezen morgen
is geschreven van niets hostilijks te attenteren tot zijne
nadere advertentie. Daarop geantwoord zijnde , dat bij 't
schrijven van Z. Exc. de resolutie en instructie van de
Heeren Staten Generaal niet konde veranderd worden , zeide
AANTEEKENINGEN
237-238 .
295
dat zijne commissie nochtans eensdeels inhield hem te regu
leren volgens het advies van Z. Exc. zijnen broeder."
(238) Res. St. Gen. , 16 April 1610 . >> --- De voorz.
brieven gelezen zijnde , is de Griffier gelast dezelve Z. Exc .
te communiceren en van denzelven te verstaan , of ' t Z. Exc.
zal gelieven hem over de resolutie , daarop te nemen , pre
sent te laten vinden . Dewelke heeft gerapporteerd , dat
Z. Exc. den brief van den Raad van State gelezen heb
bende , heeft verklaard , dat hij hem refereert tot 't gene
dat de Heeren Staten Generaal zullen goedvinden daarop te
resolveren : latende Z. Exc. hem alsnog bedunken , dat men
de zaken binnen Utrecht niet behoort te verbitteren noch
de burgeren meer te irriteren , maar veel meer met ge
voeglijkheid alles te accommoderen , daarin dat de meeste
gerustheid en verzekerdheid van de stad voor het toeko
mende zal bestaan ."
30 April. » Is ontvangen en gelezen een brief van den
Welgeb. Heer Graaf ERNST CASIMIR VAN NASSAU , gedateerd
binnen Utrecht den 29sten dezes , inhoudende advies van de
bezending , die de Magistraat van Utrecht is doende aan
de steden van Holland om hare intercessie : ― is verstaan ,
dat men , alvorens eindelijk te resolveren , Z. Exc. eerst
den brief zal communiceren , ―
en nademaal uit den brief
verstaan wordt de zekerheid van ' t geen dat de Magistraat
voorheeft , dat men Z. Exc. zal onderrichten en doen be
grijpen , dat de voorgenomen proceduren van den voorz.
Magistraat zijn ruineus voor den staat van 't land , ten
einde Z. Exc. dezelve niet gelieve toe te staan , maar veel
meer die te doen stuiten en verhinderen bij alle goede
middelen daartoe dienende. En zijn hiertoe gecommitteerd
de Heeren BRIENEN , MAGNUS , JONGSTAL en Tresorier."
1 Mei. » De Heeren BRIENEN , MAGNUS , JONGSTAL en
Tresorier DE BIE doen rapport van de communicatie en
conferentie , die dezelve gehad hebben met Z. Exc. ――――― op
den brief bij den Welgeb.
Heere Graaf ERNST CASIMIR
VAN NASSAU uit Utrecht , daarop - dat Z. Exc . verklaard
heeft alles te zullen doen , wat tot dienst en eenigheid
van den lande en van de Heeren Staten Generaal zal
296
AANTEEKENINGEN
238-243 .
‚ dienen , en met dezelven te willen houden alle goede cor
respondentie."
(239) Omtrent de bepaling der Staten Generaal waarbij
de uitvoering van dat besluit aan den Raad van State werd
opgedragen , leest men in Res . Raad v. St. , 6 Mei 1610
deze in eenen tusschenzin staande woorden : terwijl de Raad
executeur is van de resolutien der Generaliteit , zoo als toen
bij eenigen (leden der Staten Generaal) gezegd werd.
(240 ) Vgl. WAG. , X , 25-30 en de Bijvoegs.
(241 ) JEANN . , IV , 31 , 34 , 52 , 57 , 59 , 61 , 80 , 90 ,
101 , 139.
(242) Koning HENDRIK had zelf het oogmerk gehad het
leger aan te voeren . Res. St. Gen. , 12 Mei 1610. En
het is mogelijk , dat dien ten gevolge MAURITS er niet tegen
geweest is , om zijnen broeder tot bevelhebber onzer troe
pen te doen benoemen . Althands op den 22sten Mei komt
dit in Res. St. Gen. als iets reeds bepaald voor. Doch in
middels was Koning HENDRIK vermoord.
liet
de
Koningin Regentes
verzoeken ,
Op den 28sten Mei
dat
het
MAURITS
mochte zijn , die het bevel van de onderstandstroepen in
persoon zou aannemen. Hierop vindt men geen antwoord.
Maar op den 25sten Juny werd hetzelfde verzoek gedaan van
wege den Vorst van Anhalt , en goedgevonden te ant
verscheidene gewichtige consideratien van
staat bij de Heeren Staten niet kon goed noch geraden ge
vonden worden de troupes van deze landen anders te laten
woorden ,
dat om
conduiseren als bij Z. Exc. Graaf HENDRIK VAN NASSAU.
Doch alvorens dit antwoord te geven , besloot men te ver
staan de meening van MAURITS ; waartoe gecommitteerd
werden de Heeren BRIENEN en OENEMA : en deze rappor
teerden den volgenden dag , dat het Z. Exc. beliefde in
persoon hem te employeren op den aanstaanden tocht. Men
bleef echter bij het voorgenomen antwoord.
(243) Res. St. Gen. , 5 July 1610. » De Heer MAGNUS
heeft aangediend en geproponeerd , dat Z. Exc. hem houdt
geaggraveerd en in zijne eere en reputatie gelaedeerd en
verkort , (hebbende nu zoo vele jaren deze landen getrou
welijk gediend en deszelfs legers gecommandeerd , ) dat hij
AANTEEKENINGEN
243 .
297
alsnu zoude te huis blijven , daar de meeste en principaalste
forces van dezelven uittrekken , en dat Z. Exc. daarom
verzoekt , dat de Heeren Staten zouden gelieven daarop
te letten. Is goedgevonden , alzoo dit is eene zaak van
groote importantie , die met alle leden wel behoort bewogen
te worden , als hebbende hare consideratien ten beide zij
den , dat men hierop zal verzoeken het advies van den
Raad van State , alhoewel dat bij den meerendeel van de
Provincien (1 ), prijzende Z. Exc. courage , verstaan wordt ,
dat Z. Exc . hier blijvende , meerderen dienst dezen landen
kan gedoen , als met zijn vertrek naar boven , ten regarde
dat de Aartshertogen , de treves brekende met de occasie ,
dat Z, Exc. met de forces uit het land zoude zijn , dezen
lande meerdere inconvenienten zouden geraken over te
komen , ten aanzien dat H. Hooghen binnen tweemaal 24
uren de macht of haren leger zouden mogen brengen tot
voor de Grave of tot voor ' s Hertogenbosch , om te atten
teren ,
daar hem dat
zoude
goed bedunken : in welken
gevalle Z. Exc. met het leger zoude moeten keeren ,
daardoor dat ten alle zijden niet zoude worden verricht ,
maar zoude het secours van de Koningen van Frankrijk ,
van Groot-Britannie en van deze landen infructueus val
len , en bij consequentie Gulik en de zaken van de Vorsten
in verloop komen en verlies , en de staat van Duitschland
in
perikel gesteld
worden : in
al hetwelk door Z. Exc.
presentie in ' t land en door deszelfs autoriteit en beleid
voorzien kan worden.
>> Hierna is de Raad van State ter vergadering gecom
pareerd en alle consideratien ten beide zijden bewogen en
gebalanceerd , is verstaan , dat Z. Exc. eer en reputatie
met zijn blijven in het land in geener maniere verminderd
wordt , maar veeleer vermeerderd : en overzulks met gemeen
advies goedgevonden , dat de Raad van State Z. Exc. ' t gene
des voorz. is , zullen vertoonen en zoo ver onderrichten ,
dat dezelve gelieve
in de goede intentie van de Heeren
(1) Uit Res. St. Gen. , 28 Augustus 1610 blijkt , dat Zeeland
voor MAURITS vertrek geweest is.
298
AANTEEKENINGEN
243 .
Staten te nemen contentement , en gelooven , dat H. H. Mog.
Z. Exc. eer en reputatie buiten en binnen 's lands trachten
te conserveren , gelijk Z. Exc. zelfs mag doen."
Post prand. >> Compareren de Heeren van den Raad van
State , rapporteren , dat H. Ed . , volgende de resolutie voor
den middag genomen , Z. Exc. hebbende verklaard en ope
ning gedaan van de resolutie genomen op Z. Exc. vertrek
met het leger , met alle de redenen en consideratien , die
daartoe hebben bewogen om Z. Exc. daarin te doen hebben
contentement , H. Ed . dat niet hebben kunnen gedoen , maar
Z. Exc. hebben gelaten even gemiscontenteerd , zeggende de
zelve , dat het maar zijn pretexten alle die redenen , die
voortgebracht worden om hem alhier te houden tegen zijne
eer en reputatie , achtende dat Z. Exc. beter van het land
voor alle zijne diensten heeft gemeriteerd .
Alzoo dat deze
zaak is gelegd in nieuwe deliberatie : maar alles bewogen
en gebalanceerd , is alsnog verstaan , dat de redenen voor
Z. Exc. blijven prepondereren , en is mitsdien gepersisteerd
bij de resolutie voor den middag genomen , en de Raad
verzocht ' t zelve Z. Exc. met alle circumstantien te willen
aanzeggen en in het goede doen verstaan , dat men niet
vindt voor de verzekerdheid van den staat van ' t land ,
noch voor de eere , digniteit en reputatie deszelfs en van
Z. Exc. dat dezelve bij deze gelegenheid uit het land ga.”
6 July. » De Heeren Raden van State rapporteren , dat
H. Ed. - Z. Exc. wederom voorgedragen en gezegd heb
ben met alle redenen en consideratien daartoe dienende ,
dat de Heeren Staten en Raad niet dienelijk kunnen vinden
voor de eere , digniteit en reputatie van 't land noch van
Z. Exc. persoon , dat dezelve hem voor zijnen persoon zoude
laten gebruiken in den tocht naar boven , en mitsdien Z. Exc.
zeer instantelijk verzocht , dat dezelve daarin zoude gelieven
te nemen contentement voor de verzekerdheid van den staat
van 't land en den dienst deszelfs : maar dat Z. Exc . daar
toe niet heeft kunnen verstaan noch consenteren te blijven ,
doch verklaard , daar het den Heeren Staten gelieft hem
anders te belasten , dat hij daartegen anders niet konde ge
doen.
Op dit rapport geproponeerd wezende ,
wat hierop
AANTEEKENINGEN
243.
299
dient gedaan , is met advies van den Raad van State ver
staan , dat men zal blijven bij de voorgaande resolutie : dan
hebben de Heeren van den Raad voorgeslagen voor een
expedient , dat de Heeren Staten zelfs Z. Exc. met autori
teit zouden mogen onderrichten en contentement geven."
7 July. » Is wederom met den Raad van State in de
liberatie gelegd het geproponeerde van wege Z. Exc. op
deszelfs vertrek , en gelijk te voren , alsnog verstaan , dat
men zal persisteren bij de negative , en dat de Raad van
State de zwarigheden , redenen en consideratien , die daar
toe dienen voor de verzekerdheid van den staat van ' t land
en de conservatie van de digniteit , reputatie en eere des
zelfs en van Z. Exc. , Z. Exc. zullen
vertoonen , om hem
te moveren daarin te willen nemen contentement : zijnde
voorgeslagen , bij zoo verre als Z. Exc . daartoe niet
zoude zijn te bewegen , dat H. Ed . Z. Exc. zullen afvra
gen ,
bij wat middelen dezelve vermeent de zaken tegen
alle inconvenienten gedurende zijne absentie te houden in
verzekerdheid . Hebbende die van Holland verklaard anders
niet gelast te zijn als zij verklaard hebben , behalven dat
zij tot accommodement Z.
hem te begeven op de
occurrentien."
Exc. niet begeeren te beletten
frontieren ,
om te letten op de
Post prand. » Anderwerf met den Raad van State ge
communiceerd , gedelibereerd en geadviseerd wezende op het
geproponeerde beroerende het vertrek van Z. Exc. , hebben
de H. en M. Heeren Staten Generaal de voorz . Heeren
van den Raad van State verzocht collegialiter of bij Ge
deputeerden Z. Exc. te communiceren 't geen dat alhier
ter vergadering voor en na den middag dienthalve wederom
met alle consideratien pro et contra is geventileerd , be
wogen en gebalanceerd voor de verzekerdheid , dienst ,
reputatie en eere van ' t land en van Z. Exc. persoon."
8 July. » De Heeren Raden van State rapporteren , dat
H. Ed . Z. Exc. gecommuniceerd hebben ' t geen dat
alhier ter vergadering -op het geproponeerde beroerende
het vertrek van Z. Exc. naar boven , wederom met alle
consideratien pro et contra is geventileerd , bewogen en
AANTEEKENINGEN
300
gebalanceerd : - maar dat Z. Exc.
243 .
niet is te bewegen
geweest hem daarmede
te contenteren , achtende dat zijn
verblijven hem eene groote affronte zoude wezen en strek
ken tot zijne disreputatie en verkleining. Waarover deze
zaak gelegd wezende in nieuwe deliberatie , is daarop ge
resolveerd , gelijk hierna volgt .
» Gedelibereerd zijnde op ' t geproponeerde den 5den dezes
gedaan ter begeerte van Z. Exc. , te weten , dat hij zoo
voor den dienst der Vereen . Landen als voor de conser
vatie van zijne reputatie best vindt zelfs te commanderen
het secours bij H. H. Mog. gedestineerd voor de possi
derende Keur- en Vorsten van de Vorstendommen Gulik,
Cleef, Berg en andere landen : nadat tot verscheidene reizen
met den Raad van State alle de redenen en consideratien ,
zoo voor als jegens de voorz . begeerte dienende , rijpelijk
waren overgewogen , was (niettegenstaande de Heeren Sta
ten
Generaal
Z.
Exc.
gaarne
zouden
believen ,
en dat
H. H. Mog. de landen te meer aan hem verbonden hou
den , omdat hij
zelfs presenteert hem in de voorz. expe
ditie te gebruiken ; dat ook voor zeker gehouden wordt ,
dat Z. Exc. in dezelve expeditie notabelen dienst zal kun
nen doen , ) iterativelijk voor den
dienst en reputatie der
Vereen. Landen en van Z. Exc. zelfs verstaan niet geraden
te wezen in de voorz . begeerte te bewilligen , houdende
voor best en dienstelijkst , dat het voorz. secours , volgende
de genomen resolutie , beleid worde bij den Heere Prins
HENDRIK FREDERIK ,
Z. Exc . geliefden broeder : ' t welk bij
de Heeren Raden van State aan Z. Exc . verklaard en bij
vele gewichtige
redenen tot verscheidene
malen gearbeid
zijnde om hem ' t zelve te doen goedvinden , was bij Z. Exc.
bij zijne begeerte gepersisteerd : zoodat Z. Exc. redenen
voor de laatste maal in deliberatie gelegd zijnde , is bij
de Heeren Staten Generaal en Raad van State nogmaals
voor den dienst , eer en reputatie der Vereen . Landen en
Z. Exc. zelfs verstaan , dat hij in de voorz. expeditie of
uit de Vereen. Landen niet behoort te trekken , daartoe
de Gecommitteerden van de Heeren Staten van Holland en
Wester. ook verklaren van hare principalen in specie ge
AANTEEKENINGEN
last te wezen .
301
243-245.
Doch is tot discretie van Z. Exc. gelaten ,
of hij hem wil vinden ter plaatse , daar het voorz. secours
jegens den 10den dezer maand is bescheiden of daaromtrent ;
en indien hij aldaar uit de adviezen van Frankrijk , Duitsch
land , Braband en andere plaatsen , mitsgaders uit de ge
legenheid des secours , onaangezien de redenen en conside
ratien hem geopend , bij zijn eigen mouvement zoude oor
deelen en verstaan , dat hetzelve secours bij hem noodelijk
zoude dienen beleid , willen de Heeren Staten Generaal en
Raad van State daartegen niet wezen , wel verstaande dat
tot goede verzekering der Vereen . Landen jegens alle uit
heemsche invallen en binnenlandsche zwarigheden de Welgeb.
Heer Graaf WILLEM LODEWYK en ERNST CASIMIR Graaf van
Nassau en andere Oversten en Hoofdofficieren , tot het voorz .
secours niet gedestineerd , in de Vereen . Landen zullen ver
blijven met last en middelen , om binnen twee dagen onder
goede orde en beleid bij den anderen te kunnen brengen
uit de soldaten , in ordinaris dienste wezende , ongeveerlijk
40 vendelen soldaten te voet , een goed getal ruiteren en
4 of 5 stukken geschuts met den toebehooren van dien ,
om naar de occurrentien tot der landen dienst bij order
van de Heeren Staten Generaal of den Raad
van
State
gebruikt te mogen worden , en dat de order en instructie ,
op het beleid van het voorz . secours besloten , zal worden
achtervolgd . "
(244) VAN METER. , f. 614a .
(245 ) Het verlof , om Graaf WILLEM bij zich te heb
ben , verzocht MAURITS van de Staten Generaal , die daar
toe het goedvinden van Vriesland en Groningen vroegen.
Ook Graaf WILLEM deed hetzelfde verzoek , schrijvende
zich ongaarne bij deze gelegenheid van Z. Exc. te willen
absenteren.
Res. St. Gen. , 17 July 1610.
Den 23sten July
was hij reeds te Arnhem en herhaalde zijn verzoek.
Dan
de
Staten Generaal gaven ten antwoord nog geen bericht
van Vriesland en Groningen ontvangen te hebben , maar
voegden er bij , dat hem kennelijk waren de zwarigheden
en difficulteiten , die de Heeren Staten in het vertrek van
Z. Exc. met het leger gemaakt hebben , en dat er zulke
302
AANTEEKENINGEN
245-246.
zware adviezen uit Frankrijk komen over den staat der za
ken aldaar , dat H. H. Mog. tegen alle occurrentien Z. L.
presentie in den lande en bij den werke geheel noodig ach–
ten. Eindelijk op den 1sten Augustus werd op een ver
nieuwd verzoek van Graaf WILLEM zijn vertrek aan zijne
eigene discretie overgelaten ,
ningen , de Staten Generaal
ofschoon
Vriesland en Gro
en de Raad van State liever
wenschten , dat hij te Arnhem bleef, om op alle voorvallen
toe te zien. Hij vond daarop goed in het land te blijven
tot nadere orde van MAURITS , die ten gevolge van alle deze
moeilijkheden op den 13den Augustus aan de Staten Gene
raal verzocht , dat Graaf ERNST CASIMIR in het leger zou
gezonden worden.
(246) Brief van MAURITS aan de Staten Generaal.
» Welgeborene Enz. Omdat de Rhijn al thands tamelijk
>> hoog is , hebben de schepen met vivres , ammunitie van
>> oorlog en geschut geladen
wezende , niet wel opwaarts
» kunnen komen : nochtans hebben wij zoo veel doen be
» naarstigen , dat zij al te samen van daag met consent van
>> den Gouverneur van Rhijnberk zonder eenige difficulteit
>> voorbij de voorz. stede
gepasseerd
zijn.
De resterende
>> wagens , die wij van Utrecht verwacht hebben , zijn dezen
>> avond ook tot Biselick aangekomen ; alzoo dat wij gere
» solveerd zijn jegens morgen vroeg goedtijds met dit leger
>> opwaarts te trekken , en den volgenden nacht in het
>> klooster tot Kamp te logeren , ' s anderen daags omtrent
» de stad Kempen , en zoo voorts naar Nuis , om onzen
De Prins van
» weg van daar naar Gulik te nemen.
» Anhalt heeft ons geschreven , dat Z. L. met eenige stuk
>> ken geschut van Dusseldorp naar Hombourg is vertrokken ,
>> alwaar hij onze " aankomst naar Gulik zal verwachten.
» Sedert hebben wij geene tijding van Z. L. ontvangen. Wat
>> verders zal voorvallen , zullen wij niet nalaten U. M. Ed.
>> bij alle gelegenheid te verwittigen. - In het leger tot
» Furstenberg den 21sten July 1610.
M. D. n.
De Ambt
>> man van de Voogdij van Gelder is alhier bij ons ge
• >> weest en heeft tot zijnen last gevonden de wegen zulks
>> te repareren , dat wij met dit leger en wagens daardoor
AANTEEKENINGEN
246-248 .
303
» gevoeglijk zullen kunnen passeren : hebben daarom orde
» gesteld , dat den onderdanen van de voorz. Voogdij geene
>> schade gedaan zal worden ."
(247) Res. Zeel. , 13 September 1610. >> Is gelezen eene
missive van den Heer Agent AERSSENS van den 15den Augus
tus , daarbij hij schrijft , dat aldaar is vreemd gevonden , dat
men Gulik heeft belegerd zonder het secours van Frankrijk
te verwachten.
(248)
Brief van MAURITS aan de Staten Generaal .
» Welgeborene Enz. Wij zijn gisteren omtrent den noen
>> met dit leger alhier tot Mersen , wezende een half uur
>> van de stad Gulik aangekomen , alwaar de Vorst van
» Anhalt ons is komen vinden . Wij hebben deszelven
>> daags nog quartier genomen , en zal de Hoogged. Vorst
>> dezen dag of morgen zijn quartier mede nemen. Wij
>> hebben nog eenige plaatsen voor den Heer Maarschalk
» DE LA CHASTRE open gelaten en zijn hem alhier verwach
>> tende : maar wij hebben nog geene zekere tijding , tegens
>> wanneer hij alhier zal mogen aankomen , alleenlijk dat hij
» langs den Moezel afkomt. De Hoogged. Vorst van Anhalt
>> heeft goedgevonden Graaf FREDERIK VAN SOLMS met 5
>> of 6 compagnien van Z. L. compagnie den voorschr.
>> Maarschalk te gemoet te zenden om hem te convoyeren ,
>> dewijl hij hetzelve begeerd heeft. Eergisteren , al zoo
» haast wij tot Goesdorp quartier genomen hadden en de
>> wagens van ammunitie aangekomen waren , is bij ongeluk
>> het vuur in de voorschr. wagens gekomen , alzoo dat er
>> omtrent 14 of 15000 pond kruits met eenige wagens en
>> omtrent 20 personen zoo schippers als wagenluiden ver
» brand zijn : maar men kan nog niet weten , hoe dit onge
» luk bijgekomen is. Eenigen vermoeden , omdat de matro
>> zen zeer aan het drinken van tabak geweest zijn , dat
>> eenige lonten , daar hetzelve mede aangesteken wordt , in
>> het stroo gekomen zijn . En alzoo hetzelve kruit voor
» den Heer Maarschalk gedestineerd was , zal van noode
>> wezen , dat ander in de plaats gezonden worde ; verzoe
>> kende U. M. Ed. daarom orde te willen stellen , dat
>> daarin voorzien worde. ―――― In ' t leger tot Mersen den
1
304
AANTEEKENINGEN
248 .
>> 29sten July 1610. M. D N. Van daag hebben wij met dit
>> leger voor de stad Gulik quartier genomen en de stad
>> doen bezichten : en bevinden , dat hare fortificatien genoeg
>> zaam in defensie zijn. Uit de gevangens en anderen , die
>> uit de stad gekomen zijn , verstaan wij , dat het garni
>> zoen , daarbinnen wezende , omtrent 1600 man te voet
>> en omtrent 60 paarden sterk
>> voor Gulik. Datum ut supra.
Brief als voren.
is .
Actum
in het leger
» Welgeborene Enz. Sedert onze laatste schrijvens is
>> alhier niet voorgevallen , daaraf wij U. M. Ed. zouden
» kunnen verwittigen , alleenlijk dat wij nu vier nachten
>> de approchen voor de stad Gulik hebben doen conti—
» nueren , en dat dezelve voor den tijd , dat men daaraan
Gisteren is de
>> gearbeid heeft , wel geavanceerd zijn.
» Heer BUISSY , Ambassadeur van Frankrijk bij de Vorsten
» tot Dusseldorp , alhier bij ons geweest , en heeft ons
>> brieven van den Marechal DE LA CHASTRE vertoond ,
>> waarbij hij den voorz. Ambassadeur laat weten , dat hij
>> den 9den dezer jegensover Carden op den Moezel zal
>> aankomen ; maar dat hij niet geresolveerd is de voorz.
>> rivier te passeren , - ten zij dat men hem met 6000
>> man te voet en omtrent 10 of 12 honderd paarden van
>> hier te gemoet komt om hem te convoyeren. Wij kun
» nen niet gedenken , waarom hij zulk een convoy is ver
» zoekende , aangezien de Marquis SPINOLA hem , zoo wij
>> verstaan , geheel stil houdt , en dat wij met dit leger tus
>>> schen beide liggen , en den voorz . Marquis , bij zoo ver
>> hij hem begoste te roeren , lichtelijk zouden kunnen be
» letten , dat hij den voorz. Maarschalk zijne aankomst al
>> hier niet zoude kunnen empecheren.
Wij kunnen ook
>> niet gedenken , dat hij eenig mishagen zoude hebben , dat
» wij de stad vóór zijne aankomst belegerd zouden hebben ;
>> en om hem daarin contentement te geven , hebben wij
>> hem met den Capitein DANIEL geschreven , dat zijn quar
>> tier open gehouden wordt , en dat wij hem een deel van
» de trancheen en approchen ť' zijner aankomste zullen doen
>> ruimen . Van ' t gene voorder zal voorvallen , daaraf zul
AANTEEKENINGEN
248-250 .
305
» len wij U. M. Ed. verwittigen. - In ' t leger voor Gulik
» den 3den Augustus 1610. M. D. N."
(249) Brief van MAURITS aan de Staten Generaal.
>> Welgeborene Enz.
Bij onze voorgaande hebben wij
» U. M. Ed . geschreven , dat de Gouverneur van Gulik
>> met ons in accoord begeerd had te treden . Waarop ge
>> volgd is , dat , na het voorz. accoord gesloten , ―― de
>> voorz. Gouverneur gisteren na noen uit de voorz . stede
>> en kasteel vertrokken , en dezelve in handen van de
>> Vorsten van Brandenburg en Nieuwburg gesteld heeft :
>> en zijn van de Hoogged. Vorsten wege de compagnie
>> Colonel van den Overste SCHONBERG en van zijnen Lui
>> tenant Colonel PITHAN op het voorz . kasteel getrokken ,
>> en binnen de stad vier Duitsche compagnien , in dienst
>> van de Vorsten wezende. Met den voorz. Gouverneur
>> zijn uitgetrokken 21 vendels , waaronder marcheerden
>> omtrent 1500 soldaten met hare wapenen : daarenboven
>> nog omtrent 150 zoo zieken als gekwetste soldaten , en
>> nog omtrent 150 die met de wagens en bagage waren .
>> Daar zullen boven dezen nog omtrent 150 dood gebleven
» zijn. Van daag zijn die op het kasteel Bredebend garnizoen
>> gehouden hebben , op gelijke conditien , als die van Gulik ,
>> uitgetrokken .
>> wachtende ,
Wij zijn van U. M. Ed .
antwoord ver
wat
denzelven met dit leger gelieft gedaan
>> te worden , alzoo wij hetzelve aan U. M. Ed. in onze
>> voorgaande van gelijke geschreven hebben. Wij zullen en
>> zijn alhier doende , om de artillerie en ander goed weder
>> om te schepe te doen. De Marechal DE LA CHASTRE maakt
>> ook gereedschap binnen 5 of 6 dagen wederom te vertrek
» ken en zijnen weg door het land van Luxemburg te nemen ,
>> waartoe de Aartshertog hem den pas geaccordeerd heeft. >> In het leger voor Gulik den 3den September 1610. M. d. n.”
(250)
Brief van MAURITS aan de Staten Generaal.
» Welgeborene Enz. Bij onze twee voorgaande brieven
» hadden wij U. M. Ed . verwittigd van het overgaan der
>> stad Gulik , en daarbeneffens
dezelven verzocht ons te
» willen laten weten , wat U. M. Ed . voorder met dit leger
» begeerden gedaan
III
te hebben .
Sedert het schrijven van
20
306
AANTEEKENINGEN
250.
» dezelve onze brieven , zijn de Gezanten van den Keizer ,
» waaronder zijn de Graaf van Hohensolre en de Landgraaf
» van Darmstad , zoo ook van de Keur- en Vorsten van
» Maintz, Trier , Brunswijk aangekomen , om in onderhan
» deling te komen en te zien , of de zaak van den lande
» van Cleve en Gulik zoude kunnen beslecht worden. En
» opdat hetzelve te beter tot voordeel van de Vorsten
» zoude mogen afgehandeld worden , zoo zouden de Heeren
» Ambassadeurs van Frankrijk en Groot-Britannic , zoo
» ook U. M. Ed . Gedeputeerden , alhier zijnde , niet onraad
» zaam vinden , dat het leger nog voor eenigen tijd alhier
» bleef continueren , totdat men zag hetgeen aldaar voorge
» slagen en verhandeld zal worden , hopende dat door mid
» del van dien hetzelve te eerder en tot meerderen dienst
» van de Vorsten zoude kunnen
afgehandeld
worden. —
» Gisteren is de Marechal DE LA CHASTRE met zijn leger
>> wederom van hier naar Frankrijk vertrokken , en over
>> mits de menigte van kranken , die onder hen waren , zijn
>> wij genoodzaakt geweest hen met een honderd wagens
» te assisteren , om dezelven te brengen tot aan de Maas. » In ' t leger voor Gulik den 10den September 1610. M. d. n.”
Brief als voren .
» Welgeborene Enz.
» saris DE
Na het vertrek van den Commis
MIST , hebben wij met de Heeren Marquis van
» Brandenburg en den Hertog van Nieuwburg en den Prins
» van Anhalt in communicatie geweest om te weten ,
>> H. L. begeerden
of
eenig garnizoen van volk van oorloge
>> van dit leger in de steden van het land van Cleve in te
» nemen , waarop H. L. ons dezen avond haar antwoord
>
>> schriftelijk hebben overgezonden. - Maar alzoo eenige
>> steden van den voorschr. Hertogdom Cleve eenige solda—
» ten , bij de Landschap gelicht , inhebben , en de Hoogged.
Vorsten , zoo ook wij , een achterdenken hebben , dat de
» steden van Emmerik en Rees en mogelijk nog andere
>> meer geen volk zullen willen innemen , zoo verzoeken wij
» U. M. Ed. ons te laten weten , of U. M. Ed. goedvin
>>> den eenig volk van oorloge in ' t voorz. Hertogdom van
» Cleve in garnizoen te laten en hoeveel ; en bij zoo ver
AANTEEKENINGEN
250.
307
» de voorz. steden refuseerden garnizoen in te nemen , of
» U. M. Ed. goedvinden , dat wij dezelve met den kanon
>> daartoe forceren , alzoo de Hoogged. Vorsten goedvinden ,
>> zoo zij
» de stad
>> hier te
>> staande
ons verklaard
hebben , gedaan te worden : want
Rees de compagnie van den Prins van Anhalt
voren gerefuseerd heeft in te nemen , niettegen
alle instantie bij de Vorsten gedaan. ―
In 't
>> leger voor Gulik den 13den September 1610.
Brief als voren .
M. p . N."
>> Welgeborene Enz. Dezen nanoen zijn wij met dit
>> leger alhier tot Finen gearriveerd , wezende halverweg
>> tusschen Santen en Calcar , en verhopen , zoo het God
>> belieft , morgen omtrent ' s Gravenweert aan te komen.
>> En alzoo de Maarschalk DE LA CHASTRE terstond na de
» verovering van Gulik wederom naar Frankrijk is vertrok
» ken , zonder iemand achter te laten , om in den Hertog
>> dom van Cleve in garnizoen te blijven , en ook dat de
>> Heer CECIL , met denwelken wij in presentie van den
» Heer Ambassadeur WINWOOD diverse reizen in communi
>> catie geweest zijn om van hem zijne resolutie te weten ,
>> ons verklaard heeft geenen last te hebben iemand op ' s
>> Konings bezolding in den voorz . Hertogdom in garnizoen
<< te laten ; alzoo zijn wij , achtervolgende U. M. Ed . reso
>> lutie , van meening , tot ' s Gravenweert gekomen wezen
>> de , dit leger te scheiden en wederom in garnizoen te
>> zenden , zonder iemand in hetzelve Hertogdom in garni
>> zoen te laten , en zoo veel doenlijk is , orde te stellen ,
>> dat hetzelve ten minste kosten van het platte land mag
>>> geschieden. - In ' t leger tot Finen den 23sten Septem
>> ber 1610. M. D. N. "
Brief als voren.
>> Welgeborene Enz.
Gisteren , nadat wij met het leger
» omtrent 's Gravenweert gekomen waren , hebben wij alle
>> de compagnien van het voetvolk doen te scheep gaan en
>> elk naar haar garnizoen gezonden , zoo ver hetzelve ten
>> minste kosten van den lande doenlijk is
geweest.
De
>> compagnien van cavallerie zijn ook dadelijk naar haar gar
>> nizoen getrokken , dewelke wij met Commissarissen heb
20*
308 *
AANTEEKENINGEN
" >> ben doen convoyeren ,
250—253 .
opdat zij ten minste schade van
» de platte landen passeren .
Van daag omtrent den noen
» zijn wij tot Liven gearriveerd , alwaar wij eenige dagen
» vermeenen te blijven , en daarna de frontiersteden zoo
» van dit Vorstendom als ook van ' t Graafschap van Zut
» phen en Overijssel te visiteren , zoo U. M. Ed. 't zelve
>> alzoo goedvinden : maar bij zoo verre dezelven ons elders
>> tot derzelver dienst te employeren begeeren , zullen wij niet
>> nalaten , daaraf veradverteerd wezende , U. M. Ed . goede
>> geliefte te achtervolgen . - Tot Arnhem den 27sten Sep
>> tember 1610. M. D. N."
(251 )
' (252)
VAN METER. , f. 615.
WAG . , X , 43.
UITENB. , Lev . , bl . 306.
(253) Res. St. Gen. , 5 Mei 1612. >>» Is ter vergadering
gecompareerd de Heer WINWOOD , Ambassadeur des Konings
van Groot-Britannie : heeft geproponeerd , gelijk Z. Ed. daarna
bij geschrifte heeft overgegeven , hiernavolgende geinsereerd.
Dan is uitgesteld daarop te resolveren , mits de absentie
van de Heeren Gecommitteerden van
Gelderland ,
en de
Griffier gelast dit uitstel bij den voorschr . Heere wINWOOD
te excuseren : en dat hij Griffier ondertusschen hem zal
inquireren ; wat verbindtenis dat de Orde van de Jarre
tière inheeft.
>>> Messieurs , Parmi tant et tant de faveurs et celles gran
>> des et royales , que le Roi de la Grande-Bretagne mon
>> Maître a conférées depuis les commencements de votre
Republique envers le bien et le salut de cet État , les
» quelles il juge être bien colloquées tant qu'elles sont re
>> connues et de pareille affection d'amitié et alliance em
>> brassées , S. Maj . m'a donné charge de présenter à Vos
>> Seignies une faveur toute nouvelle , laquelle balancée ou
» poid de vos jugements , cédera à nul autre qui qu'elle soit ,
» en dignité et honneur . C'est que S. Maj . reconnoissant
>> les vertus singulières et vraiment héroiques de Monseig
>> neur Prince MAURICE Comte de Nassau , Général et Chef
» de vos forces tant par terre que par mer , et Gouverneur
» de vos villes et Provinces , l'ancienneté et splendeur de
» sa Maison , son affection et fidélité envers le bien de
AANTEEKENINGEN
253.
309
>> votre service , joint les bénédictions de tant de victoires
>> signalées et renommées par tout le monde , dont
il a
» plû à Dieu de sa grâce combler et couronner ses travaux ,
» en assurance de l'amitié perpétuelle entre ses Couronnes
>> en vos Provinces , a trouvé bon de le faire par commun
>> consentement de toute la Confrérie Chevalier de son Ordre
» de la Jarretière. Ordre qui est le plus ancien et le plus
>> renommé en toute la Chrétienté , fondé l'an 1350 par
» EDOUARD III , Roi d'Angleterre , l'honneur duquel Roi ne
>> mourra jamais tant
que l'Angleterre et la France de
>> meureront en être , continué depuis ce temps-là en lustre
>> et splendeur , lequel les plus grands Monarques , Poten
>> tats et Princes d'Europe ont recherché à l'envi , et l'ayant
>> obtenu , l'ont accueilli en tout respect et révérence , et
>> duquel les Rois d'Angleterre de tout temps ont été ac
Ce
>> coûtumés d'honorer leurs meilleurs amis et alliés.
>> que fit la feue Reine ELISABETH , Princesse de très-heu
>> reuse mémoire , au feu Roi de France HENRI le Grand :
» et S. Maj. à-présent n'étoit plutôt venu à la couronne
» d'Angleterre , qu'il n'envoya cet Ordre par Ambassade
>> solennelle à son frère le Roi de Danemark. S. Maj .
>> donques désirant de faire paroître à tout le monde l'estime
>> qu'elle tient de l'amitié des Provinces Unies , auxquelles
» pour l'augmentation de leur grandeur elle sera toujours.
» prête de contribuer et communiquer tous les honneurs
>> de son Royaume ; ne pouvant pas conférer cet honneur
>> en la personne de Vos Seignies dont un corps politique
» n'est nullement capable , au lieu d'icelles n'a pas voulu
>> faillir de la conférer en votre grand Général , tant en
>> témoignage de ses vertus qu'en reconnoissance des re
>> marquables services envers vos Provinces tant de sa per
>> sonne que de toute sa Maison , signés du sang de ses
>> prédécesseurs. Ma charge porte de vous en donner le
>> premier avertissement en cette assemblée , S. Maj . s'as
>> surant , que Vos Seignies auront pour agréable le choix
» qu'elle a fait , et qu'il sera accueilli de l'Union de vos
Car qu'est ce
>> Provinces d'un applaudissement unanime.
qui puisse être plus
agréable à
toutes vos Provinces
AANTEEKENINGEN
310
253.
>> que la continuation de l'amitié du Roi de la Grande
» Bretagne envers la prosperité d'icelles , et quel argument
» plus infaillible de la constance de sa bonne volonté , que
>> l'amour , respect et l'honneur qu'elle porte à vos fidels ,
>> plus affectionnés et plus dignes serviteurs. Ores s'il y
>> aura quelcun qui , portant envie que l'amitié entre le Roi
» de la Grande-Bretagne et Messieurs les États Généraux
>> des Provinces Unies s'augmente de jour à autre de plus
>> en plus , voudroit par calomnie dénigrer la candeur des
>> intentions de S. Maj . , le mot de l'Ordre engravé ès let
>> tres d'or alentour de la Jarretière , prononcera arrêt
>> contre cette malice , Hony soit qui mal y pense.
Den 8sten Mei werd deze propositie ter Staten Generaal
gelezen , maar er niet finaal op gedisponeerd . Den volgen
den dag besloot men aan WINWOOD te doen vragen , wat
regel ,
orde , beloften , conditien en verbindtenissen , dat de
leges van die Orde behelzen. Volgens rapport op den
10den Mei , had WINWOOD geantwoord , dat in de statuten
en beloften geen prejudicie
voor deze landen en Z. Exc.
kan gelegen zijn , dewijl andere uitheemsche Koningen en
Prinsen van de Orde geene zwarigheid hebben gemaakt die
Orde en Confraterniteit in te gaan en aan te nemen ; dat
ook posteriora juramenta niet prejudiciëren de priora ; en
dat de beloften kunnen geschieden met verklaring van daar
mede niet te
prejudiciëren de ordinaris verbindtenis , die
Z. Exc. heeft in het land , noch ook deszelfs commissien :
daarbij
voegende , dat , als de aanneming van de voorschr.
Orde zal geschied zijn , alsdan hier bij Z. Maj . iemand zal
worden gezonden met de orde en kleederen daartoe dienen
de , mitsgaders de leges of statuta , om die Z. Exc. te
presenteren , als
wanneer op die statuten de difficulteiten
gemoveerd zullen mogen worden , bijaldien daarin eenige be
vonden worden. Niettegenstaande dit antwoord , besloot men
evenwel vóór de aanneming op nader bericht te insisteren ,
omdat (zoo zeide men) het verzochte bericht wel gefundeerd
is en WINWOOD geene redenen heeft ' t zelve den Staten
Generaal kwalijk af te nemen , ten regarde dat de Gecom
mitteerden van de Provincien aan hunne principalen bericht
AANTEEKENINGEN
en contentement behooren te geven.
253 .
Op
311
den 14den Mei
werd er een antwoord , dat door den Griffier ontworpen
was , gearresteerd , en de Griffier gelast hetzelve aan MAU—
RITS mede te deelen , om , als deze het insgelijks goedvond ,
het daarna aan WINWOOD te overhandigen. Het schijnt door
MAURITS te zijn goedgevonden , en luidde als volgt :
>> Sur l'ouverture faite verbalement de la part du Roi de
» la Grande-Bretagne en l'assemblée des Seigneurs États
>> Généraux des Pays-Bas Unis, et depuis exhibée par écrit
>> par le Sieur RODOLPHE WINWOOD , Chevalier , Ambassadeur
>> ordinaire de S. Maj . touchant les très-honorables considé
>> rations qui ont mû S. dite Royale Maj . d'un commun
>> consentement de toute la Confrérie de son Ordre de la
>> Jarretière , qui est le plus honorable , ancien en renommé
>> Ordre de toute la Chrétienté , en faveur des Provinces
<< Unies et en respect des singulières et vraiment héroiques
>> vertus de l'Illustrissime Prince MAURICE Comte de Nassau
>> etc. , de l'ancienneté et splendeur de sa Maison , son affec
» tion et fidélité envers le service de ces Pays et ses signa
>> lées victoires , de faire icelui Seigneur Prince , Chevalier
>> dudit Ordre
de
la
Jarretière :
lesdits
Seigneurs États
» Généraux ont avec dû respect et révérence remercié bien
>> humblement S. R. Maj . dudit singulier honneur et faveur
» par dessus toutes ses précédentes royales assistances , 1
>> faveurs , grâces et affections démontrées à ces Pays ;
>> sachant que S. Maj . comme aussi ses très-honorables
>> ancêtres de tout temps ont seulement honoré de sembla—
>> bles faveurs leurs meilleurs amis et alliés ; et confiant ,
•
>> comme aussi ils requièrent avec révérence , que S. Maj .
>> selon sa royale bénignité , considérant la constitution de
» l'état de ces Pays , sera servie de leur faire entendre par
>> sondit Ambassadeur quelque temps compétent avant l'effec
>> tuelle inauguration ou investiture dudit Seigneur Prince
» audit honorable Ordre , les statuts , obligations , serment
>> et autres devoirs qui se solennisent et se doivent accepter
» devant , en , ou après icelle inauguration et investiture , à
>> cette fin qu'icelles Seignies , ayant entendu que par iceux
>> rien ne soit ordonné , statué ou requis , que ce qui peut
AANTEEKENINGEN
312
253.
>> subsister , convenir et correspondre avec les franchises et
» droits de l'état de ces Pays en général , Provinces , mem
» bres et villes d'iceux en particulier , ensemble l'hommage
>> et autres obligations que ledit Seigneur Prince a et doit
» à l'Etat , joint les traités faits avec autres Rois , Poten
>> tats , Princes et Républiques , il puisse être pris et donné
>> bon contentement par et
>> requiront
leurs Seignies
à ceux
qu'il
convient.
avec due révérence
Et
que cette
>> leur réponse puisse être agréable à S. Maj . comme aussi
>> ils désirent que ledit Sieur Ambassadeur y veuille tenir
>> la bonne main.
den 7den Juny leverde WINWOOD ter Staten Generaal
een gedrukt boekje , houdende de statuten der Orde , waar
uit men , zeide hij , zou kunnen zien , dat de verplich
tingen der Ridders niet strekken konden tot nadeel van de
souverainiteit en welstand des lands , gelijk ook de Koning
daar niets tegen begeerde te doen .
Hij voegde er eene
naamlijst bij van verscheidene Prinsen en Keurvorsten ,
geene Souvereinen wezende , die de Orde zonder eenige
prejudicie hadden aangenomen. Werd besloten dit een en
ander te
stellen in handen van MAURITS tot examinatie.
Op den 12den Juny hield WINWOOD aan op resolutie : men
besloot nader met hem te spreken over eenige difficulteiten.
Dit geschiedde.
En nu besloot men op den 16den Juny
de resolutie uit te stellen , dewijl het meerendeel der Ge
deputeerden naar hunne principalen vertrokken waren.
Op
den 1sten September gelijk uitstel om dezelfde reden. Op
den 26sten en 27sten September werd goedgevonden de ge
dane presentatie aan te nemen , mits MAURITS gedispenseerd
wierde van den eed en de ceremonie van de Orde; doch
vooraf zou men er nog met hem over spreken.
Op
den 2den October hield WINWOOD op nieuw aan op reso
lutie : men vond goed hem te antwoorden , dat men op de
zaak was delibererende.
Op den 12den October belastte
men onzen Gezant CARON , die , alhier overgekomen , weder
op zijn vertrek naar Engeland stond , om , indien de Ko
ning hem over deze zaak aansprak , te antwoorden , dat
de Staten Generaal zich daarmede zeer vereerd rekenden ,
AANTEEKENINGEN
253.
313
dat de 1 Koning hen geliefde te houden onder het getal der
Prinsen , die met deze Orde vereerd zijn ; maar tevens
Z. Maj . bekwamelijk voor te houden en te verzoeken , dat
het hem gelieve Z. Exc. te dechargeren in deze landen van
de ceremonie , beloften en eed van die Orde. Op den
23sten November deed WINWOOD de volgende propositie :
>> Messieurs , Sur le rapport que le Sieur DE CARON
>> votre Ambassadeur a fait depuis son retour en Angleterre
1>> au Roi de la Grande-Bretagne , que Vos Seignies enfin
>> se contentent , que Monseigneur le Prince MAURICE accep
>> tera son Ordre de la Jarretière , moyennant qu'il plairoit
» à S. Maj . de faire dispense tant de quelqués cérémonies
>> qui puissent apporter scandale à la discipline de vos
>> Eglises , que de ces conditions qui semblent aucunement
>> opposites à la police de votre État ; S. Maj . m'a donné
>> charge par ses
lettres expressement écrites sur ce fait
» le 4º de ce mois st. vet. vous dire , que , quoique s'il
» sourdroit de ces cérémonies le moindre scandale , ce seroit
» scandalum
acceptum et non datum , et que à son avis
>> les conditions , comprises au serment , ne dérogent rien à
>> la souverainété de Vos Provinces. Toutefois puisque la
>> présentation qui a été faite de cet Ordre , n'a eu autre
>> dessein qu'en témoignage de l'alliance qui est entre ses
>> Couronnes et vos Provinces , honorer les vertus de celui ,
>> lequel par ses fidels services a tant mérité de Vos
>> Seignies et en conséquence de tous vos amis et alliés qui
>> souhaitent
la prospérité de vos affaires , parmi lesquels
» S. Maj. juge qu'elle tient le premier rang , elle promet
>> en qualité de Chef de cet Ordre de faire dispense à
>> l'endroit du Prince MAURICE tant des cérémonies que des
>> conditions , laissant à la discrétion de cette assemblée ce
» qu'il en usera tant pour l'un que pour l'autre. Seule
>> ment S. Maj . prie , qu'il vous plairoit sans plus de remise
>> d'en déclarer vos volontés , sur cette raison qu'elle est
» délibérée de faire inaugurer Monseigneur l'Electeur Pala
>> tin et le Prince MAURICE tout ensemble en son Ordre
» de la Jarretière devant Noël , l'un qui y est en personne ,
>> l'autre par procureur.
Il vous plaira donc d'y résoudre ,
314
AANTEEKENINGEN
>> et pour ma
» par écrit .
décharge me
253-254 .
faire
donner la
résolution
Na deliberatie werd goedgevonden ' t zelve geschrift Z. Exc.
te communiceren en verklaren , nademaal Z. Maj . Z. Exc.
dispenseert van alle conditien , beloften en ceremonien , alles
remitterende aan H. H. Mog. , dat denzelven H. H. Mog.
bedunkt , dat Z. Exc. niet behoort te difficulteren te accep
teren de eer van de presentatie , die Z. Maj . hem doet
van de Orde van de Jarretière ; daarop H. H. Mog . ver
zoeken te verstaan de goede meening van Z. Exc. om op
de
voorschr.
propositie te
mogen antwoorden.
Op den
24sten November rapporteerde de Griffier , dat Z. Exc. hem
dien morgen verklaard had , dat hij alles stelde en remit
teerde ter discretie van H. H. Mog. om daarin te ordon
´neren naar hun gelieven. Ten gevolge waarvan dan ook
een dienovereenkomstig antwoord aan WINWOOD gearres
teerd en met goedkeuring van MAURITS geleverd werd . In
dien men uit het bovenstaande moet afleiden , dat MAURITS
zelf in de aanneming der Orde zwarigheid gevonden heeft ,
dan heeft men hier weder een blijk , hoe weinig hij door
verkeerde middelen eigene verheffing zocht.
(254) Op den 1sten February 1613 de Roi d'armes van
den Koning van Engeland met de teekenen der Orde over
gekomen zijnde , liet WINWOOD aan de Staten Generaal ver
zoeken , dat de presentatie zou geschieden in de vergadering
van H. H. Mog. ter presentie van den Raad van State :
hetgeen met advies van MAURITS werd goedgevonden , ter
wij
den
de
er tevens besloten werd , dat zulks geschieden zou op
den February en dat MAURITS. orde zou stellen , dat
compagnie der garde
in de
wapenen zou komen en
het geschut gelost worden. Ook vond men goed WINWOOD
vooraf door den Griffier te doen spreken over de forma
liteiten. Den volgenden dag rapporteerde de Griffier , dat
WINWOOD goedvond de actie te beginnen met het voorlezen
der commissie voor hem en den Roi d'armes tot het doen
dier presentatie : waarom men besloot hem die commissie
ter examinatie af te vragen , en dezelve gelezen en daarin
niets bijzonders gevonden zijnde , haar eerst mede te deelen
AANTEEKENINGEN
254.
315
aan MAURITS en daarna aan den Ambassadeur van Frankrijk ,
en dezen tevens te verzoeken de plechtigheid met zijne te
genwoordigheid te vereeren , dewijl de Koning van Engeland
in die commissie geene andere titels gebruikte dan die hij
gewoon was. Den 4den rapporteerde de Griffier de verklaring
van MAURITS , dat , daar de Staten Generaal niets extraor
dinairs in de commissie gevonden hadden het zij in de
titelen , het zij in de substantie , ook hij daarop niets te
zeggen had , maar zich gedroeg tot H. H. Mog.: terwijl
hij tevens bericht gaf van de bewilliging des Ambassadeurs
om bij de plechtigheid tegenwoordig te
van Frankrijk ,
zijn , evenwel onder eene zekere verklaring op den gewonen
titel , dien de Koning van Engeland aannam , van Roi de
France. Hierop werd goedgevonden de vergadering des na
middags ten half drie te beleggen , den Ambassadeur van
Frankrijk daarin te geleiden door eenen uit Gelderland en
Vriesland , alsmede den Heer WINWOOD , den Roi d'armes
en Z. Exc. door eenen uit Holland , Zeeland , Overijssel en
Groningen , en dat UITENBOGAART na de gedane presentatie
de vermaning doen zou . Het verhaal der plechtigheid staat
op de volgende wijze in Res. St. Gen. aangeteekend.
>> De Heeren Staten Generaal en Raad van State verga
derd zijnde , is eerst ter vergadering gebracht de Heer VAN
REFUGE , Ambassadeur des Konings van Frankrijk, en gezet
aan het boveneinde van de tafel. Daarna zijn ook ter ver
gadering gebracht , volgende de orde voor den middag ge
nomen , de Heer WINWOOD , Ambassadeur en de Roi d'armes
des Konings van Groot-Britannie met Z. Exc . geaccom
pagneerd met Z. Exc. Graaf HENDRIK , den Prins van Por
tugal , Graaf HANS ERNST VAN NASSAU , Graaf VAN DER LIPPE
en andere Heeren en Edelluiden , tusschen een getal mus
kettiers , voortredende eenige trommeters al stekende en
blazende : hebbende de Heer WINWOOD en Roi d'armes haar
gezet ter helft van de tafel , gelijk dat gewoonlijk is , als
de Heeren Ambassadeurs iets hebben te proponeren , en
Z. Exc. bezijden het boveneind van de tafel aan de slin
kerzijde des voorz . Heeren Ambassadeurs van Frankrijk.
En alzoo t' samen gezeten wezende en de trommeters ge
316
AANTEEKENINGEN
254.
}
ëindigd hebbende te spelen , heeft de salue van de mus
kettiers begonst en is ook los geschoten het grof geschut .
En in de stilte heeft de Heer WINWOOD gepresenteerd
de commissie , die Z. Ed . en de voorz. Roi d'armes van
Z. Maj . hebben , om de voorz . Orde van de Jarretière aan
Z. Exc. te presenteren : dewelke bij den Griffier AERSSEN
overluid is gelezen , daarvan de teneur hierna volgt.”
Deze commissie , uit het Latijn vertaald , leest men in
het Lev. van Maur. , bl . 346.
>> En heeft daarna dezelve Heer WINWOOD gedaan bij last
van Z. Maj . , gelijk Z. Ed . verklaarde , de propositie en
remonstrantie , hierna volgende."
Hierop volgt nu het begin der propositie , uit het Fransch
vertaald te lezen in het a. w. bl . 345 , doch blijkens den
inhoud vóór het overgeven der commissie uitgesproken ,
zoo als ook blijkt uit het onmiddellijk volgende :
>> Hierna is deze commissie gelezen , en heeft daarna de
Heer WINWOOD gecontinueerd te pronuntieren."
Hier volgt de propositie , te lezen in het a. w. bl . 347.
» Daarna zijn Z. Ed . en Roi d'armes opgestaan en hebben
Z. Exc. gepresenteerd en aangebonden aan zijn slinkerbeen
de jarretière en omgehangen de orde : en Z. Exc. heeft
Z. Maj . van Groot-Britannie over de eer , hem aangedaan
bij de presentatie van de voorschr . orde van de jarretière ,
beleefdelijk bedankt , en van gelijke ook de voorschr. Hee
ren WINWOOD en Roi d'armes voor hare moeiten. En we
derom gezeten zijnde , heeft de Roi d'armes geproponeerd
het navolgende."
Hier volgt de uitroeping van MAURITS als Ridder , te le
zen in a. w. bl. 348 .
» Daarop de trommeters wederom hebben geblazen en
de muskettiers geschoten en is ook gelost het grof geschut.
In de stilte hebben H. H. Mog . bij monde van den Heer
Advocaat van Holland de Heer VAN OLDENBARNEVELD (1)
(1) Echter was de Heer SCHEEL uit Overijssel alstoen president der
vergadering. Maar OLDENBARNEVELD's bekwaamheid in ' t spreken deed
hem gewoonlijk , ofschoon tegen de orde , het woord voeren. Men zie
nog een voorbeeld bov. bl. 139.
Vgl. CARLET , II , 41 , 298.
AANTEEKENINGEN
317
254-256.
reverentelijk met alle beleefde complimenten Z. Kon. Maj .
van Groot-Britannie bedankt voor alle de voorgaande ont
vangen groote weldaden , faveuren en liberaliteiten , en van
dat dezelve , in zijne Kon . affectie continuerende , de Vereen.
Provincien in den persoon van Z. Exc. deze eer en pre
sentatie van de voorschr. Orde van de Jarretière nog had
geliefd aan te doen ; verklarende , dat H. H. Mog.
hun
ook daarvoor ten hoogste aan Z. Maj . hielden verobligeerd ,
en dat dezelven niet zullen laten alles behoorlijk te erken
nen voor den dienst van Z. Maj . mitsgaders van de ge
meene
zaak der Christenheid , voor zoo veel dat met den
welstand van deze landen eenigzins zal kunnen geschieden.
Hierna heeft UITENBOGAART aangevangen eene korte ver
maning en dankzegging te doen : dewelke geeindigd we
zende , hebben de trommeters wederom geblazen en de
muskettiers geschoten , gelijk mede het grof geschut. En
zijn de Heeren respectief daarna wederom geconvoyeerd ,
gelijk dezelve naar de vergadering gebracht waren en is
alzoo deze actie wel geëindigd en de vergadering geschei
den . En alzoo Z. Exc. H. H. Mog. en den Raad van
State ten bankette had
Z. Exc. daarin beliefd ."
doen nooden ,
hebben
dezelven
Over de wijs , waarop de huldiging te Londen heeft plaats
gehad , leze men het a. w. bl. 349 : welk verhaal een
woordelijk uittreksel is uit eenen brief van onzen Ambassa
deur CARON aan de Staten Generaal , te lezen in het Dep.
boek St. Gen. Verkeerdelijk schrijft VAN HEUSDE , Vit. Guil.
Lud. Nass. , p. 135 , 259 , uit DUCHESNE , Hist. d'Angl.
dat bij deze gelegenheid MAURITS door Graaf WILLEM is ver
tegenwoordigd geworden. Dit is geschied door eenen broeder
van Graaf WILLEM .
(255)
BRANDT , II , 246.
(256) Over het hier gemelde nopens FRANÇOIS VAN AERS
SEN , zoon van den Griffier der Staten Generaal (1) en
(1) Res. Raad v. St. , 13 November 1603.
« De Klerk HARMAN
VAN DULMEN wordt belast met een mes uit te schrabben de letter D ,
die in twee acten van de Staten Generaal , die hier te zegelen ge
bracht zijn , gesteld zijn vóór den naam van AERSSEN , namelijk Doct.
318
AANTEEKENINGEN
256 .
sedert 1598 hun Gezant in Frankrijk , vinden wij de vol
Nadat hij eenige
gende berichten in de Res. St. Gen.
maanden alhier met verlof geweest was , werd op den
2den October 1613 besloten hem den volgenden dag ter ver
gadering te ontbieden om hem aan te zeggen , dat hij zich
gereed moest maken om weder naar Frankrijk te vertrek
ken , dewijl de dienst van ' t land zulks vereischte . Deze
aanzegging hem op den 3den October gedaan zijnde , nam
hij aan het goedvinden der Staten op te volgen : dan daar
zijn dienst reeds met Mei 1614 verstrijken zou , opperde hij
eenige bezwaren wegens de kortheid des tijds , dien hij nog
dienen zou , en verklaarde voorts » ook te verhopen de
meening van H. H. M. te wezen , dat hij hem in zijnen
dienst , adviezen en correspondentien zal employeren met
dezelve vrijmoedigheid , gelijk hij tot nog toe in aller ge
trouwigheid naar zijn uiterste vermogen gedaan heeft , zonder
aan te zien dank of ondank in Frankrijk en elders van
eenige personen , dewijl dat anders en zonder zulke liber
teit zijne residentie in Frankrijk ijdel zoude vallen en tot
vergeefsche kosten : hetwelk hij daarom moveert , omdat
H. H. M. alsnog indachtig zijn de contreminen , die tegen
zijnen persoon vóór dezen zijn gebruikt , die nog gedreven
en gecontinueerd worden , volgende ' t gene dat hem daar
van uit Frankrijk geadviseerd wordt , dewelke hij hem niet
ontziet , als hij maar den dienst van ' t land mag uitbrengen
Hierop werd hem door de Staten geant
woord , » dat H. H. M. vindende van consideratie en rede
lijk zijn voorgeven , rakende de kortheid des tijds van zijne
en vorderen."
continuatie ,
daarop
vóór
zijn
vertrek zullen
resolveren ;
dat H. H. M. voorts zeer aangenaam hebben zijnen dienst ,
adviezen en correspondentien , die hij tot nog toe in zijne
ambassade heeft gedaan , geadverteerd en gehouden , en be
FRANÇOIS AERSSEN , Agent in Frankrijk , terwijl men houdt , dat zijn
naam is AERSSEN en niet VAN AERSSEN , ' t welk men zegt te wezen
de naam van edel geslacht in deze landen. "
Intusschen is het opmerkelijk , dat de vader zich steeds Aerssen
teekende , en de zoon in de Res. St. Gen. steeds voorkomt onder den
naam van van Aerssen.
AANTEEKENINGEN
256.
319
geeren , dat hij daarin zal continueren zonder schouw of
aanzien van iemand , gelijk hij dus lang heeft gedaan , en
H. H. M. hem toevertrouwen." In een tevens overgeleverd
geschrift drong hij onder anderen nog nader aan , om in
zijnen dienst , adviezen en correspondentien met dezelfde
vrijmoedigheid , in weerwil van allen ondank , te mogen
voortgaan : >> want als de secreten somwijlen vóór den tijd
ontdekt en daardoor de schadelijke desseins belet worden ,
zoo kan zonder bedekte ongenade niet wezen degeen , die
daarvan de oorzaak is , gelijk hij de handeling met Spanje
op de reciproque huwelijken eerst heeft ontdekt en aan de
Prinsen van den bloede te kennen gegeven , om die te doen
breken , hadde ' t mogelijk geweest , alzoo hij altijd voor
regel heeft gehouden , qu'on s'éloigne de l'amitié de cet État
à mesure qu'on s'approche de celle d'Espagne."
In deze beide vergaderingen was OLDENBARNEVELD niet
tegenwoordig geweest. Maar in die van den 10den October
was hij aanwezig , waarin AERSSEN liet verzoeken een besluit
op de door hem vertoonde punten . Dan het besluit werd
uitgesteld , mits de absentie van de Gedeputeerden uit Hol
land , die present waren geweest , toen hem was aangezegd ,
dat hij zich moest prepareren tot zijn vertrek naar Frankrijk.
Op den 23sten October vertoonde de Heer MAGNUS , toen
presiderende , dat vóór eenige dagen alle de overige Provin→
cien verstaan hadden , dan men den diensttijd van AERSSEN
nog voor een jaar van Mei naastkomende af verlengen
zoude , maar dat Holland verzocht had deze zaak nog voor
drie of vier dagen in bedenken te houden , en vroeg dus ,
daar die dagen nu verstreken waren , dat die van Holland
zich verklaren wilden. Deze antwoordeden , » dat zij de
reize en continuatie van den Ambassadeur AERSSEN vinden
van zulke consideratie voor den staat van ' t land en den
persoon deszelfs AERSSEN , dat H. Ed . daarop begeeren te
letten voor eenige dagen , dewijl ook dat de vergadering
van de Heeren Staten van Holland is aanstaande. ”
Op den 29sten October deed AERSSEN zekere remonstrantie
op de contreminen , die tegen zijn persoon en bediening
onder de hand beleid en gedreven werden.
}
320
AANTEEKENINGEN
256.
Op den 2den November werd de zaak weder ter tafel
gebracht , maar bleef zij zonder besluit , · omdat die van
Holland haar eerst in hunne Staten brengen wilden.
7 November. » De Heer AYLVA , alzoo hij heeft te ver
trekken naar Vriesland en van meening is aldaar te refe
reren , wat in deze vergadering met gemeene eenstemmig
heid is geresolveerd op het vertrek van den Ambassadeur
AERSSEN voor den dienst van de Generaliteit naar Frankrijk
en de continuatie van zijne bediening , > daarin hij hem tot
nog toe getrouwelijk en met contentement van de Gene
raliteit heeft gekweten ; zoo verzoekt en verstaat hij AYLVA ,
dat de voorschr. resolutie haar effect zal sorteren , gelijk
dat in eene wel gestabilieerde regering van eene souvereine
Republiek behoort , dewelke , aangaande hare Oficieren , als
Ambassadeurs , Agenten of anderen , van uitheemsche Ko
ningen en Prinsen geene wet heeft te ontvangen op hare
aangenaamheid of onaangenaamheid , dewijl zulke Officieren
niet hebben te betreden of te bekleeden den dienst van
daar
zij gezonden worden , maar den dienst
van deze landen ,
tement ontvangen
de Heeren ,
van dewelke zij hare commissie en trac
en aan dewelke zij eed doen van ge
trouwigheid : begeerende , dat deze verklaring te boek worde
gesteld en hem extract daarvan worde gegeven : verklarende
voorts , dat hij zeer wel gelet en acht genomen heeft op
de remonstrantie , die bij den voorschr. Ambassadeur AERS
SEN voor de H. en M. Heeren Staten Generaal en den
Raad van State is gedaan ,
en dat
dezelve is geschied
met zeer groote modestie , respect en eerbieding , zonder
dat hij in 't minste gehoord of verstaan heeft , dat hij
onwaardelijk of verachtelijk gesproken heeft van de Raden
of andere Officieren van den Koning of Koningin van
Frankrijk , zelfs ook niet van den Heer DU MAURIER , des
welkers persoon hij meer eerlijk heeft geëxcuseerd als
geaccuseerd. Mag lijden , dat den voorschr. Ambassadeur
AERSSEN , indien hij zulks verzoekt , acte worde gegeven.
(Was onderteekend . ) AYLVA ."
Op den 12den November leverde AERSSEN ter begeerte
der
Staten bij
geschrifte de remonstrantie over ,
die hij
AANTEEKENINGEN
den
29sten October
256.
ter vergadering gedaan had.
321
In dit
uitgebreide en belangrijke geschrift verdedigt hij zijne han
delingen als gezant uitvoerig. Hij beklaagt zich over de
contreminen , die onder pretext van eenen particulieren brief
uit het Hof van Frankrijk , hier te lande jegens zijnen
persoon beleid worden , zonder juist te weten , wie of
waarvan men hem beschuldigde. Op het verlof der Staten
was hij na zeven jaren afwezigheid hier gekomen , na ,
bij het nemen van zijn afscheid , door het gantsche Hof
van Frankrijk zoo beleefdelijk te zijn bejegend geweest ,
dat hij geen het minste vermoeden had , dat er iets tegen
hem gebrouwen wierd , terwijl zelfs H. Majen bij heslotene
brieven aan de Staten zoo loffelijke getuigenis van zijnen
persoon en diensten gegeven hadden , dat hij in de lecture
beschaamd wierd .
Maar hier
te lande komende had hij
bemerkt , dat men hem te laste legde finaal afscheid van
het Hof genomen , daartoe een present ontvangen en alzoo
zijnen dienst verlaten te hebben. Dit een en ander ont
kent en wederlegt hij voorts met bondige redenen , en
betoogt verder , dat die particuliere brief , die eerst na
zijne komst hier te lande geschreven was , niets kan of
mag afdoen tegen de publieke brieven van het Hof ten
voordeele geschreven . Die particuliere brief hield
in , zonder bijgevoegde redenen , dat hij onaangenaam ten
Hove was , en dat , indien de Staten hem wilden terug
zenden , de Koningin zulks beletten zou. Het schijnt , dat
zijnen
hij voor den schrijver van dien brief den Heer DE REFUGE
hield , die alhier nog kort te voren Fransch gezant ge
weest was : want deze was tegen hem ingenomen en hij
verklaarde ook te weten , dat de Secretaris der Fransche
ambassade DU MAURIER , die nu de zaken van het gezant
schap waarnam , op het vernemen dat hij , AERSSEN , zou
worden teruggezonden , in spoed eenen brief naar Frankrijk
geschreven had , opdat zulks bij brieven van H. Majen belet
Vervolgens verdedigt hij zich bondig tegen
hetgeen hem heimelijk werd te laste gelegd , als of hij in
Frankrijk partijschap voedde ; als of hij in de jaren 1605
en 1606 bij zijne reizen naar herwaart den overleden Ko
III
21
zou worden.
322
AANTEEKENINGEN
256.
ning HENDRIK IV geïnduceerd zoude hebben de souveraini
teit dezer landen te eischen ; als of hij sedert den dood van
Koning HENDRIK van conduite veranderd was en het te
genwoordige bewind in een kwaad gerucht bij de Staten
zocht te brengen . Van dit laatste erkende hij dat iets aan
was , omdat hij bemerkte , dat het Fransche Hof sterk naar
Spanje trok en hij ook wist , dat de Heer DE REFUGE hier
gezonden geweest was , om de toelating van den Room
schen godsdienst hier te lande te bewerken : hij had ge
meend de Staten tot ' s lands dienst hiertegen te moeten
waarschuwen .
Dan op denzelfden dag leverde AERSSEN nog eene andere
remonstrantie over , waarbij hij verzocht , het land ten beste,
van zijne ambassade verlaten te worden. Er werd besloten
van beide de remonstrantien copien te maken voor alle de
Provincien terwijl OLDENBARNEVELD , die eerst na de pre
sentatie dier remonstrantien in de vergadering gekomen was ,
voorstelde er DU MAURIER van te verwittigen , indien deze
zou begeeren gehoord te worden .
bedenken gehouden.
Dan dit werd nog in
Op den 14den November liet DU MAURIER door OLDEN
Dit werd
BARNEVELD gehoor ter vergadering verzoeken.
tegen den volgenden dag toegestaan op de verklaring van
OLDENBARNEVELD , dat hij hem met moeite nog dien dag
had opgehouden. Dit gehoor dan had op den 15den No
Met hooge woorden beschuldigde hij AERS
SEN , als of deze in zijn voorgaand vertoog irreverentelijk
van het Fransche Hof , van de Ministers en van hem ,
DU MAURIER , gesproken had : » gebruikende de voorschr.
Heer DU MAURIER hierin zulke extraordinaris hevigheid ,
vember plaats.
dat hij zeide , al was hij stom geweest of nooit had ge
sproken , dat hij op het gehoor van de voorschr . actie van
den onlangs gewezen Ambassadeur AERSSEN sprekende zoude
Voorts hield hij nog staande , dat
hebben geworden."
AERSSEN , uit Frankrijk vertrekkende , zijn finaal afscheid
had genomen en daartoe het present ontvangen ; dat de
eerste Secretaris des Konings aan hem , DU MAURIER , had
geschreven , dat AERSSEN ten Hove onaangenaam was en
AANTEEKENINGEN
256.
diende vervangen te worden ; dat hij ,
AERSSEN
•
niet te
prejudiciëren ,
323
DU MAURIER ,
om
dien brief alleenlijk aan
Z. Exc. met nog vier andere personen van den Staat had
gecommuniceerd , opdat er in zou worden voorzien zonder
éclat , maar dat hij , ziende de inclinatie der Provincien
om AERSSEN weder naar Frankrijk te zenden , daarvan
advies had gegeven en nu eenen brief van de Koningin
aan de Staten ontvangen , (dien hij presenteerde , ) met last
om op het vervangen van AERSSEN , wegens zijne onaan
genaamheid , bij
de
Staten aan te dringen.
Hem werd
verzocht zijne propositie bij geschrift over te geven.
Op den 28sten November werd er op de beide remon
strantien van AERSSEN gedelibereerd , maar zonder eindelijk
besluit.
Den 6den December werd hij binnen ontboden en verzocht
zijne ware meening te willen zeggen met zijne beide re
monstrantien , dewijl zij verscheidentlijk uitgelegd werden.
Hij verklaarde daarmede zijn ontslag bedoeld te hebben ,
en zijne eerste remonstrantie ter voorkoming van verdere
onaangenaamheid niet publiek te hebben gemaakt noch te
zullen maken , ja zelfs zijne minuut te willen verbranden.
Men sprak nader over de zaak , zonder besluit.
Op den 11den en 13den December werd de zaak op het
ernstig aanhouden van AERSSEN in nadere overweging ge
nomen. Gelderland , Holland en Overijssel wilden hem een
eerlijk afscheid gegeven en door een ander vervangen heb
Zeeland verlangde , dat hij niet ontslagen , maar
ben.
weder als Ambassadeur naar Frankrijk gezonden zou wor
den.
Groningen voegde zich bij de eerstgenoemde Provin
cien , maar wenschte tevens , dat hij in eene andere be- 、
trekking geplaatst wierd , om alzoo te toonen , dat zijn
dienst den Staten aangenaam geweest was. Vriesland was
niet vertegenwoordigd (1) .
Uit den brief der Staten van Zeeland van den 21sten No
vember aan hunne Gedeputeerden ter Staten Generaal no
(1) Verkeerdelijk zegt VAN WYN , Bijv. op Wag. , 10 St. , bl. 98 ,
dat Vriesland zich ongelast verklaarde.
21*
324
AANTEEKENINGEN
256.
pens deze zaak geschreven , blijkt het , dat zij zeer bevreesd
waren voor het groote gezag van Holland op de Genera
liteit , en dat zij oordeelden , dat AERSSEN dat kwaad ook
van die zijde aankwam .
Zij klagen toch over de onbehoor
lijke proceduren , die in deze zaak worden voorgenomen tegen
de resolutie bij het meerendeel van de Provincien hierop
genomen , die verstaan hebben , dat de Heer AERSSEN in
zijne commissie metteneerste zoude hebben te vertrekken , im
mers , gelijk bij allen goedgevonden is , tot Mei komende : en
zij noemen de voorz. menées daarom mede te suspecter ,
omdat die van zulke hand beleid worden , als waarmede men
alle de autoriteit van het land schijnt te willen brengen aan
ééne Provincie alleen , en daarbij alle de andere te ontnemen
de behoorlijke en noodige correspondentien en vervolgens de
kennis van de importantste materien , concernerende den staat
van ' t gemeene land , zonderling in deze bezwaarlijke con
juncture van tijd.
Zie Res. Zeel.
Op den 23sten January 1614 kwam er ter Staten Generaal
een brief in van de Gecomm. Staten van Vriesland , aan
dringende , dat de resolutie van den 7den November (boven
vermeld) zou worden achtervolgd. Men besloot te ant
woorden ,
dat
de
zaken sedert dien tijd zeer veranderd
waren , en men dus verlangde , dat de Gedeputeerden van
Vriesland spoedig ter vergadering zouden komen , om er
op te resolveren.
Op den 31sten January werd deze zaak in overweging
genomen. Die van Gelderland , Holland , Utrecht en Over
ijssel adviseerden voor een eerlijk afscheid van AERSSEN.
Zeeland wilde hem weder naar Frankrijk gezonden hebben.
Vriesland verklaarde geenen naderen last te hebben ont
vangen , dan die in den bovengem . brief vervat was ; doch
wegens de verandering en het verloop der zaak naderen
last te verwachten. Groningen had gaarne gezien , dat
AERSSEN Volgens voorgaande resolutien teruggezonden was ;
dan wegens het verloop der zaak adviseerde ook zij voor
een eerlijk afscheid .
In dit verschil van stemmen maakte
de President , de Heer PIECK uit Gelderland , zwarigheid
een besluit op te maken , ofschoon Holland meende , dat
256.
325
in deze zaak de meerderheid beslissen kon.
Doch eindelijk
AANTEEKENINGEN
werd op Hollands voorslag met de meeste stemmen goed
gevonden het advies van MAURITS en den Raad van State
in te nemen .
1 February 1614. » Is Z. Éxc . en den Heeren Raden
van State summierlijk voorgedragen ' t geen gisteren ter
vergadering is gepasseerd ,
en de verscheidenheid van de
opinien , gevallen in de zaak van den Heer AERSSEN en de
bezending te doen naar Frankrijk , en verzocht derzelver
advies , wat in de voorz . zaken te doen stond tot meesten
dienst van den lande . Waarop Z. Exc . en de Heeren van
den Raad begeerende , dat de Gedeputeerden van de Pro
vincien wilden openen en verhalen hare voorgeroerde opi
nien met de redenen tot dezelve dienende , is zulks bij
allen gedaan , en hebben de Heeren van Holland gedebat
teerd de opinien en verklaringen van Zeeland , Vriesland
en Groningen met de Ommelanden. Welke opinien van de
Provincien gehoord en Z. Exc. advies gevraagd zijnde ,
heeft verklaard , dat zijns oordeels hoog noodig is , dat er
metteneerste naar Frankrijk worde gezonden , om te ver
volgen de betaling van de verschenen subsidien en de con
tinuatie van het onderhoud
van de regimenten : daartoe
gedespicieerd zal moeten worden een ander persoon om ge
bruikt te worden in plaats van den Heer AERSSEN , alzoo
hij geenen dienst in Frankrijk zoude kunnen doen ,
heb
bende Z. Exc . gezien verscheidene brieven , geschreven in
Frankrijk , daarbij geadviseerd wordt , dat , indien hij we
dergezonden wierd , hem en den lande een affront zoude
worden gedaan , ' t welk men behoort voor te komen : vin
dende zeer dienstig , dat een extraordinaris Ambassadeur
worde gezonden , gelijk voorgeslagen is , diens komst der
Koningin-Regente zeer aangenaam zal wezen bij deze gele
genheid en dewijl in Frankrijk verscheidene differenten en
misverstanden tusschen de Koningin en eenige Grooten zijn ,
derwelker sommigen hen van het Hof hebben geabsenteerd ;
als H. Maj . door den voorz. Ambassadeur zal verzekerd
worden van de goede affectie van dezen Staat ten dienste
van den Koning en H. Maj .
Zooveel den Heer AERSSEN
326
AANTEEKENINGEN
256.
aangaat , vindt goed , dat in erkentenis van zijne diensten
op zijn employ worde gelet. De Heeren Raden van State
adviserende zeggen , dat
het noodig is , dat hoe eer hoe
liever naar Frankrijk worde gezonden ;
en alzoo de Heer
AERSSEN heeft verklaard , dat hij geenen dienst in Frankrijk
kan doen en afscheid van de Heeren Staten Generaal heeft
verzocht , dat H.
H. Mog.
eenen anderen despiciëren , die
daar als ordinaris of extraordinaris Ambassadeur gebruikt
mag worden , - zonder dat de voorziening op het employ
van den Heer AERSSEN de zaak ten principale behoort te
retarderen , maar gelaten te worden ter dispositie van de
Heeren Staten Generaal."
Hierop werd er weder omvraag gedaan. Die van Gel
derland , behalven de Heer VAN BRIENEN , (die oordeelde ,
dat volgens zijnen last eenstemmigheid ten dezen vereischt
werd ,) vereenigden zich met MAURITS advies. Zoo ook
Holland, Utrecht en Overijssel.
Die van Zeeland zouden er
aan hunne principalen nader over schrijven. De Gedepu
teerde van Vriesland wilde , dat de Staten Generaal er aan
zijne principalen over schrijven , en de resolutie zoo lang
uitstellen zouden. Die van Groningen verlangde eenigheid
en zou zich met de voorstemmende Provincien vereenigen ,
indien deze onder elkander in eenigheid zijn zouden . Nu
werd op nieuw MAURITS en des Raads advies gevraagd , die
verklaarden , dat noch de resolutie noch de bezending kon
den worden uitgesteld. Na vele redewisselingen , bepaalde
lijk om te weten , of er ten dezen met meerderheid van
stemmen kon worden beslist , werd MAURITS bij de vijf
Provincien verzocht te willen voorslaan , wie tot gewoon en
tot buitengewoon Ambassadeur zou worden gebruikt. Tot
gewoon Ambassadeur sloeg hij voor den Heer VAN LANGE
RAK , en tot buitengewoon , om de komst des anderen ´in
Frankrijk af te wachten , den Heer VAN DER MYLE. De
Raad van State vond dien voorslag goed , gelijk dezelve
ook door de vijf Provincien werd aangenomen , terwijl Zee
land zich ongelast verklaarde , maar er over schrijven zou ,
en Vriesland beweerde , dat er ten dezen geene overstem
ming viel.
AANTEEKENINGEN
256-259.
327
Op den 3den February viel dan ook , in weerwil van
Zeeland , Vriesland en de Heer VAN BRIENEN uit Gelderland ,
die daartegen aanteekening lieten doen , het besluit over
eenkomstig MAURITS advies : en werd dit besluit terstond
medegedeeld aan de Heeren VAN DER MYLE en LANGERAK ,
die hunne benoemingen aannamen .
(257)
Zie bov. bl . 86.
(258) Dit getal van 10000 man heeft BAUDART , VI , 41
en Lev. van Maur. , bl . 353. WAG . , X , 74 spreekt van
20000 man , hetgeen onwaarschijnlijk is .
(259) Res. St. Gen. , 10 Mei 1614. » Is in de vergade
ring gecompareerd Z. Exc. en de Heeren Raden van State ;
en heeft Z. Exc . vertoond eenen brief van den Luitenant
Colonel PITHAN , commanderende op ' t kasteel van Gulik
van date den 5den dezes , daarbij geadverteerd wordt , dat
hij , beduchtende dat de misverstanden , die onder de com
pagnien van de respective Vorsten , dewelke daarbinnen lig
gen , dagelijks toenemende , zoo hoog zouden loopen , dat
de eene op de andere , eenig voordeel zoude zoeken te doen ,
en de zaken aldaar zoo ver waren gekomen , dat hij lich
telijk zoude hebben om lijf en eere kunnen worden ge
bracht , en het kasteel , 't welk hem van beide possiderende
Vorsten bevolen was , in ' t geweld van éénen alleen , hij
ten voorz. dage des morgens daarbinnen gebracht heeft nog
100 man uit het garnizoen van Meurs door de veldpoort
onder het beleid van den Overste SWICHEL en de Capitei
nen HANECOOT en BOOм , om dewelken in te laten de com
pagnie van den Heere Paltsgraaf van der Nieuwburg had
difficulteit gemaakt en haar daartegen geopposeerd en daar
onder geschoten , zulks dat er drie dood gebleven en zes
of acht gekwetst waren ; maar ingekomen zijnde , was de
zaak geappaiseerd en orde op de wachten en logering ge
steld : verzocht , dat Z. Exc. ' t zelve den Heeren Staten
zoude voordragen , en dat het tot geene andere intentie is
geschied dan om hem te beter te verzekeren van de voorz.
hem aanbevolen plaats tot dienst van beide Heeren en den
genen , die gerechtig successor zal verklaard worden . ――
Z. Exc. verklaarde aan den voorgen . PITHAN patenten ge
328
AANTEEKENINGEN
zonden te hebben , om
259 .
100 mannen uit Meurs en 200 uit
Nijmegen tot verzekering van de voorz. plaats te trekken ,
alzoo hij ernstelijk aangehouden had om van den dienst
verlaten te worden , ziende de onzekerheid , daarin hij dage
lijks verseerde. De voorz. zaak in deliberatie gelegd zijnde ,
is bij Z. Exc. en Raad van State geadviseerd en dienvol
gende geresolveerd , dat men de voorz. plaats tot dienst
van de voorz. Vorsten zal verzekeren en overzulks nog
daarbinnen schikken 200 mannen onder hare Officieren zon
der vendelen , en de Vorsten adviseren van de oprechte
intentie van de voorz . handeling en verzoeken , dat zij onder
pretext van dies niet willen remueren noch eenige dade
lijkheden aanvangen , daardoor de rust geturbeerd zoude
mogen worden tot hare , der landen van Gulik , Cleve etc.
en der nageburen schade en prejudicie , en zoo alreede bij
iemand van henl. iets is geattenteerd , dat zijl. 't zelve wil
len repareren . - Maar de Heer LENNEP van wege de Pro
vincie van Gelderland verklaart geenen last te hebben te con
senteren , dat eenig krijgsvolk naar Gulik of vreemde Hee
ren landen gezonden worde ; dan dat hij de meening van
de andere Provincien als ook het advies van Z. Exc. en des
Raads van State aan de landschap van Gelderland zal rap
porteren."
Op den 29sten Mei werd op voorslag van MAURITS en
van den Raad van State besloten , dat er aan de beide
possiderende Vorsten eene bijeenkomst te Wesel tegen den
10den Juny zou worden voorgesteld , om onder de bemid
deling der Staten de geschillen bij te leggen . Op den
7den Juny hebben de Staten daartoe Gecommitteerden be
noemd , die twee dagen daarna naar Wesel vertrokken zijn .
16 July. >> Z. Exc. en de Raad van State zijn ter
vergadering gecompareerd , en heeft Z. Exc. vertoond de
groote lichtingen van ruiteren en knechten ,
die de Aarts
hertogen met groote diligentie in alle quartieren zijn doende,
mitsgaders de groote preparaten , die zij voorts maken om
tegen het einde van deze maand hen te velde te begeven ,
en (gelijk men zegt) naar Gulik te marcheren. En alzoo
die kwalijk van volk en andere behoeften is voorzien ,
AANTEEKENINGEN
259.
329
heeft geproponeerd , of de meening van H. H. Mog. niet
is , dat men de voorz. stad Gulik met genoegzaam volk
van oorlog zal bezetten en van alle behoeften , noodig om
een beleg te sustineren ,
voorzien : verklarende voor zijn
advies , dat hij noodig vindt voor den dienst van den
lande , dat de frontiersteden en plaatsen met soldaten wor
den versterkt en
voorts behoorlijk geprovideerd voor de
verzekering van dezelven , maar voornamelijk met alle doen
lijke diligentie de stad Gulik , voor de conservatie van de
welke voor de possiderende Vorsten H. H. Mog. zoo groote
kosten hebben aangewend. Daarmede dat de Raad van
State haar hebben geconformeerd , mits dat orde zal worden
gesteld , dat het volk , naar Gulik te zenden , geene offensie
noch foulen doen in ' t marcheren noch in garnizoen we
zende , ten ware dat men van de andere zijde eerst hadde
begonnen."
Met dezen voorslag hebben alle de Provincien zich ver
eenigd , uitgenomen Gelderland , die zich ongelast verklaarde ,
maar om last zou schrijven .
22 Augustus. >> Is Z. Exc. met den Raad van State ter
vergadering gecompareerd , verklarende dat zij hadden gevi
siteerd en geëxamineerd de propositien , die H. H. Mog.
hun in handen hadden doen stellen , te weten , van den Am
bassadeur des Konings van Frankrijk , item - van den
extraordinaris Ambassadeur des Konings van Groot-Britan
nie , en
van den gezant van den Keurvorst van Keulen ,
met de stukken daarbij gevoegd ; en goedgevonden , alvoren
daarop te formeren advies , H. H. Mog. aan te dienen ,
dat hun bedunkt , dat men eerst zoude behooren te komen
in communicatie met de voorz . Heeren Gezanten , te we
ten , met elken apart , om van dezelven te verstaan hare
meening en intentie , (terwijl zij t' samen instantie doen tot
ontruiming van de stad en het kasteel van Gulik van het
garnizoen van H. H. Mog. en dezelve plaats te stellen in
neutrale handen , ) wat bezetting men daarna daarbinnen zal
leggen , en van wat natie : wat Luitenant Generaal dat
men zal stellen om daarin te commanderen : op wat con
ditien dat men de ontruiming zal mogen doen tot verzeke
330
AANTEEKENINGEN
259.
ring van de partijen geinteresseerden en voor de conservatie
van derzelver gerechtigheid , en dat den nageburen daaruit
geene schade zal geschieden : en wat verzekering dat zij
hebben , dat gedurende de voorgeslagen handeling van accom
modatie het leger van de Aartshertogen niet zal marcheren ,
maar blijven op zijnen bodem , zonder iets te entrepreneren
of eenige dadelijkheid te plegen ; en dat men deze besogne
eerst zal aanvangen met de Gezanten van de Koningen ,
dewelke Gulik hebben helpen veroveren en de Prinsen in
possessie stellen , - om dat gedaan en derzelver antwoord
en intentie gehoord , daarop voorts geadviseerd te worden
naar vereisch der zaken. Na deliberatie hebben H. H. Mog.
hun daarmede geconformeerd ." Enz.
Op den 27sten Augustus werd besloten , dat men de com
pagnien , gedestineerd om in geval van nood te velde te
gebruiken , zal brengen op de naaste frontieren van deze
landen.
30 Augustus. » Is ―― Z. Exc. met den Raad van State
ter vergadering gecompareerd ; en geproponeerd , (nademaal
met gemeen advies goedgevonden en geresolveerd is , om te
voorzien tegen alle occurrentien voor de verzekering van
den staat van ' t land , dewijl van alle oorden advertentien
komen , dat de Marquis SPINOLA met het leger op de been
is en voorheeft te marcheren naar den Rhijn en dezelve
rivier te passeren , om zeker groot exploit te executeren tot
dezer landen prejudicie en nadeel , daartoe dat alreede een
groot deel van de brug is gemaakt en gelegd , dat men het
volk van oorlog van deze landen ,
daartoe
gedestineerd ,
bij den anderen zal brengen op de uiterste frontieren , om
dat daarna te velde te trekken , de zaken dat vereischende :
en dat Z. Exc. instantie is doende , ten einde de compa
gnien ruiteren bij tijds orde gegeven zoude worden met
middel om bidets aan te nemen , alzoo Z. Exc. verklaart ,
dat zonder bidets de ruiteren bekwamelijk met vrucht , dienst
en reputatie
niet kunnen te velde komen noch gebruikt
worden , gelijk de experientie in de voorgaande oorloge ge
leerd heeft :) of men in het aannemen van de voorz. bidets
zal consenteren en alle voordere noodige gereedschap tot
AANTEEKENINGEN
259 .
331
een leger —
doen maken . Hierop Z. Exc. advies mits
gaders van den Raad van State gehoord en met alle con
sideratie gelet zijnde , is met gemeen advies verstaan en
geresolveerd , al is ' t zoo dat er vele redenen en con
sideratien dienen om deze lichting van de bidets nog te
retarderen , dat men nochtans de inclinatie tot het consent
van deze lichting zal laten prevaleren en hem van dezer
zijde ook namelijk (1) disponeren en prepareren tot tegen
weer , ten aanzien dat de voorz. Marquis SPINOLA ZOO sterk
alreede te velde is , en de roep gaat conform van ver
scheidene andere adviezen van goeder hand , dat hij een
groot dessein voorhanden heeft , om met geweld te resta
biliëren de vervallen autoriteit van het Huis van Oostenrijk :
en overzulks aan Z. Exc. stellen en remitteren , gelijk ge
daan wordt mits dezen , om de lichting van de bidets te
doen effectueren met de beste orde , menage en minste
kosten naar vereisch der zaken en adviezen. Is goedge
vonden , dat men voor alsnog zal ophouden met het aan
nemen van wagens , trekpaarden en anderszins . En alzoo
de aanneming van de bidets niet kan geschieden zonder
extraordinaris kosten , en dat de staat van oorlog daartoe
niet is belast bij eenige posten , is geaccordeerd , dat de
Raad van State daartoe promptelijk - over de Provincien
extraordinarie zullen mogen omslaan de som van f 100000
eens." Enz.
3 September. » Is geadviseerd op de Gedeputeerden , die
men Z. Exc. in deze voorgenomen expeditie zal bijvoegen ,
om hem te accompagneren , mitsgaders op de instructie ,
die men denzelven Gedeputeerden daartoe zal geven. En
na deliberatie met gemeen advies verstaan en geresolveerd ,
dat men vooreerst zal committeren ten fine voorz. uit elke
Provincie één , als namelijk de vier Heeren , die gecommit
teerd zijn geweest tot de handeling aangevangen tot Wesel ,
te weten , de Heeren GOCH uit Gelderland , BASS uit Hol
land , JOACHIMI uit Zeeland , en HAERSCHOLTE uit Overijssel ,
één uit Utrecht , één uit Vriesland en één uit de Provincie
(1) Misschien mannelijk.
332
AANTEEKENINGEN
259–261 .
van Stad Groningen en Ommelanden , volkomelijk gelast en
geautoriseerd , om met Z. Exc. en den Welgeb. Heer Graaf
WILLEM , Stadhouder etc. zonder ruggespraak te mogen re
solveren en doen effectueren naar de gelegenheid en ver
eisch der voorvallende zaken , gelijk zij voor den meesten
dienst , welstand en verzekerdheid van den staat dezer lan
den , mitsgaders van de naburen zullen bevinden te behooren."
(260) Men zie UITENBOGAARTS uitvoerige verdediging
daartegen in zijn Lev . , bl . 163 -- 169. Hij zou aan die
van Wesel eenen brief gezonden hebben met het bericht ,
dat de Staten Generaal geen paard zouden zadelen om de
stad te hulp te komen .
En aan OLDENBARNEVELD zijn bij
zijn verhoor op den 24sten November 1618 verscheidene
vragen gedaan , van art. 153 tot art. 165 , in de veron
derstelling , dat hij tegen het behoud van Wesel was en
het spoedig te velde brengen van het leger verhinderd
heeft. Maar op alle deze vragen heeft hij zich ontschul
digd.
(261 )
Brief van MAURITS aan de Staten Generaal.
>> Welgeborene Enz. Alzoo wij gewisse tijding hadden
>> ontvangen , dat de Marquis SPINOLA van meening was
>> binnen Emmerik garnizoen te zenden , hebben wij ons
>> ZOO zeer geavanceerd , dat wij gisteren morgen vroeg
>> alhier voor Emmerik zijn gearriveerd : en hebben dadelijk
>> goedgevonden den Magistraat der stad Emmerik te ver
>> wittigen , dat zij eenigen van onze compagnien binnen
» haarl. stede zouden innemen . 'Waarop gevolgd is ,
dat
» zij na eenige weigering aangenomen hebben tot de nom
>> bre van 800 soldaten in te nemen , waarvan eenigen
>> algereeds daarbinnen getrokken zijn.
Na de verovering
>> van Wesel is de Marquis SPINOLA nog aldaar stil blijven
>> liggen: dan Graaf HENDRIK VAN DEN BERG is met vijf
>> compagnien van cavallerie en 1000 man te voet van den
>> Hertog van Nieuwburg gemarcheerd naar Heynsberg , die
>> hen goedwillig ingenomen hebben : en is van meening ,
» zoo wij verstaan , zijnen weg vorders te nemen naar
» Sittart.
In ' t leger bij Emmerik den 8sten Septem
>> ber 1614. M. D. N. "
AANTEEKENINGEN
261 .
333
Brief als voren.
» Welgeborene Enz. Eergisteren , nadat wij met de stad
» Emmerik in accoord waren gekomen en dezelve met
>> garnizoen voorzien hadden , zijn eenige gezanten van de
>> stad Rees bij ons aldaar aangekomen , ons verzoekende ,
>> wij wilden . hare stad en inwoneren derzelve neutraal
>> houden , zonder henl . met eenig garnizoen te bezwaren .
>> Waarop wij henl . beantwoordeden , bij zoo ver de Marquis
>> SPINOLA hen genoegzame verzekering van neutraliteit wilde
» doen , dat wij gaarne van gelijke doen wilden. Onder
>> tusschen wij met hun nog waren sprekende , werden wij
>> veradverteerd , dat de Marquis SPINOLA vier ponten vol
>> soldaten voor de voorz. stad gezonden had om dezelven
>> daarbinnen in garnizoen te leggen ; anders niet wetende ,
>> dan dat zij dezelven ontvangen zouden hebben : maar om
>> trent een uur of twee daarna kwamen ons gewisse tijdin
» gen , dat de burgeren der voorz. stede daarop geschoten
>> en de inneming derzelver gantschelijk geweigerd hadden ,
>> alzoo dat zij genoodzaakt waren wederom terug te trek>> ken. Welken volgende wij ' s anderen daags geheel vroeg
>> van voor Emmerik zijn opgetrokken en ons leger voor
» de voorz . stad Rees hebben geslagen en met dezelve zoo
>> veel getracteerd , dat zij van daag garnizoen heeft inge
>> nomen. - Naderhand werden wij veradverteerd , dat de
>> Marquis SPINOLA de brug , die hij tot Rhijnberk had doen
>> maken , nederwaarts naar Wesel heeft doen komen en
>> begonnen dezelve aldaar over den Rhijn te leggen . Wij
» zullen niet nalaten ons voorts te gedragen , naar dat de
>> tijd en gelegenheid van zaken zal vereischen. - In
>> ' t leger bij Rees den 11den September 1614.
Brief als voren.
>> Welgeborene
Enz.
Gisteren hadden wij
M. D. N."
eenig volk
>> van oorloge zoo te voet als te paard uit dit leger naar
>> Calcar gezonden , om dezelve stad met garnizoen te be
>> zetten : en onderwege wezende , zijn ons die van den
>> Magistraat te gemoet gekomen en hebben op onze be
>> geerte het voorz. garnizoen zonder eenige moeite inge
» nomen. Wij hadden den Gouverneur van Nijmegen last
334
AANTEEKENINGEN
261–263 .
» gegeven eenig garnizoen binnen Goch te brengen , dewelke
>> met twee stukken daar aangekomen wezende en eenige
>> schoten op de stad gedaan hebbende , dezelve met gar
>> nizoen voorzien heeft. - In ' t leger bij Rees den
» 13den September 1614.
(262)
De
M. d. n."
Gedeputeerden
te velde schreven op den
>> Des Marquis volk en de onzen mal
kanderen ontmoetende , doen tot nog toe tegen elkanderen
niet vijandelijks : en laat hem vreemd aanzien , dat twee
9den September.
legers , contrarie voornemen hebbende , niet verre van den
anderen liggende , malkanderen geene afbreuk doen ."
(263)
Brief van MAURITS aan de Staten Generaal.
Van daag hebben wij dit leger
>> Welgeborene Enz.
>> doen opbreken en zijn geresolveerd omtrent 4000 mannen
>> alhier bij ons te doen blijven
en de rest hebben wij in
» de naastgelegene plaatsen in garnizoen gezonden om hun
>> een weinig te ververschen , en de extraordinaris lasten
>> van oorloge doen afdanken .
>> eenige
Wij zijn van meening nog
dagen alhier te continueren ,
totdat wij mogen
>> zien , wat voet de Marquis SPINOLA met zijn volk zal
>> willen nemen en waar hij het hoofd zal willen keeren. » Tot Rees den 2den December 1614. M. D. N."
Res. St. Gen. , 9 December 1614.
>> Zijn gecommitteerd
de Heeren GOES en RIPPERDA , om Z. Exc . te verwelle
kommen."
EINDE VAN HET DERDE
DEEL.
J
en
ee
EL
D
Download