ANTIBIOTICA Behandeling van infectieziekten Inleiding: micro-organismen, antibiotica en resistentie Antimicrobiële middelen • Antibiotica – Geproduceerd door micro-organisme: penicillines, cefalosporines, vancomycine, aminoglycosiden, etc. • Antimicrobiële chemotherapeutica – Volledig chemische synthese: fluoroquinolonen, sulfonamiden, oxazolidinonen • In de praktijk de term “antibiotica” gebruikt voor álle antimicrobiële middelen Een stukje terug de tijd in… One sometimes finds what one is not looking for… Ontdekking van antibiotica Geschiedenis van antibiotica Productie penicilline op “grotere schaal” (genoeg voor 10 patiënten) Eerste resistente bacterie ontdekt (S. aureus) Ontdekking Penicilline door Alexander Fleming 1928 1930 1941 1942 1943 1944 Genezing ooginfecties met penicilline extract Ontdekking Streptomycine door Selman Waksman Grootschalige productie penicilline mogelijk voor Amerikaanse leger Jaren 50-60: veel antibiotica ontdekt “Drug resistance follows the drug like a faithful shadow.” - Paul Erhlich 1854-1915 Weinig nieuwe antibiotica ontwikkeld Antimicrobial stewardship • Het bewaken van het antibioticabeleid • één van de belangrijkste maatregelen om onnodig/onjuist gebruik van antimicrobiële middelen te beperken • Doel: resistentie-ontwikkeling tegengaan, klinische uitkomsten verbeteren, kosten verminderen A-teams Praktijkgids - Antimicrobial Stewardship in Nederland - Stichting Werkgroep Antibioticabeleid (SWAB) Antibioticateam Hoe werken antibiotica? Hoe werken antibiotica? Selectief verschil tussen doden van bacteriën en doden van mensen Aangrijpingspunt: specifiek onderdeel bacterie Hoe werken antibiotica? Selectief verschil tussen doden van bacteriën en doden van mensen Aangrijpingspunt: specifiek onderdeel bacterie Eiwitproductie DNA Celwand Celmembraan Hoe werken antibiotica? - Beta-lactam antibiotica (penicilline) - Vancomycine - Daptomycine - Tetracyclines - Rifampicine - Aminoglycosiden Eiwitproductie DNA - Chinolonen - Sulfonamiden Celwand Celmembraan Niet elk antibioticum werkt tegen elke infectie • Farmacologische oorzaken Antibioticum komt niet bij de bron (bv. abces) • Resistentie Intrinsieke resistentie: - Micro-organisme per definitie niet gevoelig Verworven resistentie - Micro-organisme ‘verwerft’ resistentie vanuit zijn omgeving Een uitstapje naar de kliniek… Klinische redenering bij niet-infectieuze ziekten Ziektebeeld Aandoening Behandeling Klinische redenering bij infectieziekten Verwekker Ziektebeeld Aandoening Behandeling Klinische redenering bij infectieziekten Ziektebeeld Verwekker Gevoeligheid Aandoening Behandeling Klinische redenering bij infectieziekten Ziektebeeld Verwekker Gevoeligheid Aandoening Behandeling Van de kliniek naar het lab… In het laboratorium Behandeling? Verwekker Gram +/MaldiTOF Gevoeligheid van verwekker voor antibioticum! “In vivo” gevoeligheid • Verwachte kans op klinische genezing • Micro-organisme gevoelig: behandeling met een antibioticum > 90% kans op genezing • Micro-organisme resistent: behandeling met een antibioticum <60% kans op genezing Gevoeligheidsbepaling in het lab (“in vitro”) MINIMAAL INHIBITOIRE CONCENTRATIE = MIC • Minimale concentratie van een antibioticum nodig om de groei van bacteriën te remmen → Of m.o. gevoelig is of niet wordt bepaald door deze concentratie te vergelijken met de verwachte concentratie in het lichaam (→ hoe lager MIC, hoe gevoeliger bacterie) Gevoeligheidsbepaling in het lab (“in vitro”) MIC → aanvullende kennis over m.o. hierin betrekken - m.o. met lage MIC voor bepaald AB, kan toch als resistent worden beschouwd indien mechanismen beschikken om resistent te worden onder therapie - klinische data laten zien dat AB in praktijk niet werkzaam is (in vitro vs. in vivo) MIC gestandaardiseerd op lab-omstandigheden •Bepaald groeimedium •Bepaald inoculum van bacteriën •Bepaalde incubatie-temperatuur •Bepaalde incubatie-duur •Bepaalde groeifase van bacteriën Groot verschil met in-vivo situatie mogelijk! Inoculum = bacteriën per ml of per gram • Hoog inoculum → hogere MIC – Meer enzymproductie – Verbruik van antibioticum – Minder snelle groei • Hoog inoculum bijvoorbeeld: – Endocarditis – Grote abcessen Groeifase: van invloed op “in vivo” MIC • Veel antibiotica werken met name op delende bacteriën – Minder/niet actief tegen bacteriën in rustfase – Vooral van toepassing op infecties in biofilm/op kunstmateriaal • Dit geldt vooral voor: – Aminoglycosiden – Beta-lactam antibiotica MBC = Minimaal bactericide concentratie • Minimale concentratie waarbij een 99% van de bacteriën wordt gedood (in 12-24 uur tijd) Bacteriostatische antibiotica Bactericide antibiotica Gevoeligheidsbepaling in het lab (“in vitro”) De MIC is de belangrijkste farmacodynamische parameter in de microbiologie Farmacokinetiek & Farmacodynamiek PK/PD PK/PD • Farmacodynamiek (PD): wat doet het middel met het organisme (de bacterie)? • Farmacokinetiek (PK): wat doet het organisme (de patiënt) met het middel? – Resorptie (bioavailability) / eliminatie (halfwaardetijd) – Piekconcentratie (Cmax), dalconcentratie (Cmin) – Penetratie in compartimenten • Samen: PK/PD: – Factor bij uitkomst behandeling van infecties – Naast patiënt factoren, ondersteunende therapie, snelheid starten therapie, etc... Farmacokinetiek: orale resorptie / bioavailability PK: penetratie in lichaamscompartimenten • Bijvoorbeeld in bot: – Quinolonen: 25-100% – Clindamycine: 40-45% – Rifampicine: >100% – Metronidazol: 100% – Cefazolin 10-20%, ceftriaxon: 5-20% – Ampicilline: 15-30% • Studies echter moeizaam: – verschillende meetmethoden (diermodellen, al dan niet geïnfecteerd patiëntenmateriaal, verschillende soorten infecties) – moeizame meetmethoden • Onduidelijke relatie met genezing: – Cefalosporines klinisch werkaam bij osteomyelitis (>75% genezing) PK/PD • Farmacodynamiek (PD): wat doet het middel met het organisme (de bacterie)? (MIC/MBC) • Farmacokinetiek (PK): wat doet het organisme (de patiënt) met het middel? – Resorptie (bioavailability) / eliminatie (halfwaardetijd) – Piekconcentratie (Cmax), dalconcentratie (Cmin) PK/PD ✶ MIC ✶ AUC = Area under the curve = de expositie aan een antibioticum, gemeten per 24 uur Concentratie-afhankelijke vs. concentratieonafhankelijke werking Concentratie-afhankelijke werking: hoe hoger de concentratie, des te sneller worden bacteriën gedood activiteit afhankelijk van verhouding Cmax en MIC OF tussen de AUC en MIC Concentratie-afhankelijke vs. concentratieonafhankelijke werking Concentratie-onafhankelijke werking (=tijdsafhankelijk) hogere concentratie leidt niet/nauwelijks tot sneller doding activiteit vooral afhankelijk van percentage van de tijd dat concentratie boven MIC blijft (%T > MIC) %T > MIC PK/PD Cmax / MIC AUC / MIC MIC Concentratie-afhankelijk vs concentratie-onafhankelijk QUIZ-TIME! Beta-lactam antibiotica Beta-lactam antibiotica • Beta-lactam ring • Activiteit op PBPs (penicilline-bindende eiwitten) • Penicillines • Cefalosporines – 1e – 5e generatie • Cefamycines • Monobactams – Aztreonam • Carbapenems – Imipenem, meropenem, ertapenem Van alle antibiotica die we gebruiken… erythromycine clarithromycine azithromycine cefuroxim imipenem meropenem clindamycine ertapenem flucloxacilline piperacilline penicilline amoxicilline cefotaxim linezolid daptomycine ceftriaxon cefepime ceftazidim augmentin aztreonam nitrofurantoïne colistine vancomycine tigecycline tetracycline doxycycline teicoplanine fusidinezuur cotrimoxazol levofloxacin moxifloxacin rifampicine amikacine gentamicine fosfomycine cefalexine tobramycine nalidixinezuur ciprofloxacine chlooramfenicol …vallen de belangrijkste in de Beta-lactam groep erythromycine clarithromycine azithromycine cefuroxim imipenem meropenem tobramycine clindamycine ertapenem flucloxacilline piperacilline penicilline daptomycine amikacine gentamicine nitrofurantoïne amoxicilline BETA-LACTAMS cefotaxim linezolid colistine fosfomycine cefalexine ceftriaxon ceftazidim cefepime augmentin aztreonam fusidinezuur vancomycine teicoplanine tigecycline tetracycline doxycycline cotrimoxazol levofloxacin moxifloxacin rifampicine nalidixinezuur ciprofloxacine chlooramfenicol Penicilline Beta-lactam ring Werking beta-lactam antibiotica op celwand Werking Suiker Aminozuur Werking Suiker Aminozuur Penicilline-bindend eiwit (PBP) Actieve site Werking Suiker Aminozuur Penicilline-bindend eiwit (PBP) Actieve site Crosslink Werking Suiker Aminozuur Beta-lactam antibioticum Werking Suiker Aminozuur Beta-lactam antibioticum Bacteriële lysis Spectrum penicillines Gram-positief Anaeroben Gr- Gr+ CNS Enterococ Streptococ Gram-negatief S. aureus H. infl P.aer ESBL+ AMP-C+ ARE ASE Penicilline Enterobacteriaceae Peni Peni Flucloxacilline Amoxi Amoxicilline Augmentin Augmentin Pipera Piperacilline Pip Pip / tazo Piperacilline + tazobactam Ptz Cefalosporines • 1e generatie – Cefazolin, cefalotin, cefalexine • 2e generatie – Cefuroxim • 3e generatie – Ceftriaxon, cefotaxim, ceftazidim • 4e generatie – Cefepime • 5e generatie – Ceftaroline, ceftobiprol Spectrum Cefalosporines Gram-positief Anaeroben Gr- Gr+ CNS MRSA Ent.coc Streptococ Gram-negatief S. aureus H. infl Enterobacteriaceae P.aer ESBL+ AMP-C+ 1e 1e generatie 2e 2e generatie 3e: Ceftriaxon CTX CFT 3e: Ceftazidim 4e 4e generatie 5e 5e generatie Cft Belangrijk bij cefalosporines • Van 1e naar 3e generatie steeds werkzamer tegen enterobacteriaceae • Matige tot geen activiteit tegen: – Anaerobe Gram-negatieven: daarom vaak combinatie met metronidazol – AMP-C positieve enterobacteriaceae (vaak wel effect op UWIs) – Enterococcen • 1e en 2e generatie actief vs S. aureus, 3e generatie minder, vooral ceftazidim • Ceftazidim enige cefalosporine actief vs P. aeruginosa • 3e generatie dringt goed door in liquor; 1e en 2e generatie niet Carbapenems • Zeer breed spectrum, inclusief bepaalde resistente bacteriën: – Enterobacteriaceae, inclusief ESBL-positief en AMP-C-positief – P. aeruginosa, Acinetobacter – S. aureus, streptococcen – Anaeroben – Sommige mycobacteriën • Niet actief tegen: – Stenotrophomonas, Enterococcus faecium, MRSA, C. difficile, carbapenemase-producerende enterobacteriaceae Spectrum carbapenems Gram-positief Anaeroben Gr- Gr+ CNS Enterococ Streptococ Gram-negatief S. aureus H. infl P.aer ESBL+ AMP-C+ ARE ASE Penicilline Enterobacteriaceae Peni Peni Flucloxacilline Amoxi Amoxicilline Augmentin Augmentin Pipera Piperacilline MER/IMI MER/IMI Pip Ptz Wanneer zet je carbapenems in? • Restrictief beleid, ivm controle resistentieproblematiek; “laatste redmiddel” • (Verdenking op) infectie MDR Gramnegatieven • Sommige centra hebben enkele empirische indicaties, zoals bijv. bij patiënten met neutropene koorts Toediening Beta-lactam antibiotica • Goede / redelijke orale opname: – Penicilline, amoxicilline / augmentin, 1e gen cefalosporines, ceftibuten, flucloxacilline • Matige orale opname: – cefuroxim • Geen oraal preparaat: – Piperacilline, ceftazidim, ceftriaxon, 4e en 5e generatie cefalosporines, carbapenems, aztreonam SAMENGEVAT • Antibiotica grijpen aan op een specifiek deel van de bacterie. Belangrijkste: celwand, eiwitsynthese en DNA • Verschillende technieken om in vitro gevoeligheid te meten Vaak bepaald op basis van minimaal inhibitoire concentratie (MIC): minimale concentratie nodig om bacteriegroei te remmen • Belangrijkste PK/PD-parameters activiteit: • Cmax/MIC bij concentratie-afhankelijke activiteit (aminoglycosiden, quinolonen) • %T>MIC bij concentratie-onafhankelijke activiteit (beta-lactams, clindamycine) • Penetratie op plaats van infectie • MIC getest onder specifieke condities: groeifase, inoculum, etc • Kan aanzienlijk verschillen van omstandigheden in patiënt SAMENGEVAT • Beta-lactams: penicillines, cefalosporines, carbapenems, monobactams • Activiteit op celwand via PBP • Meerdere derivaten, combinatie-preparaten (augmentin, pip/tazo) • • Smal spectrum <-> breed spectrum • • Carbapenems zijn reserve-middelen Einde