Uploaded by sanneromeevveluw

Opdrachten 6 schulden

advertisement
Opdrachten bij ‘Mens en Recht’, uitg. Noordhoff, 10e druk
Opdrachten hoofdstuk 6
6.1 Casus
Rondkomen van het inkomen
Fred en Mary wonen in een huurwoning. Fred heeft altijd in de patatfabriek gewerkt en verdiende daar voldoende mee
zodat Mary niet hoefde te werken. Mary heeft altijd voor het huishouden gezorgd. Wanneer Fred thuiskwam kon hij zo
aanschuiven, omdat Mary voor het eten had gezorgd.
Fred draaide veel ploegendiensten waardoor zijn inkomen bestond uit een vast loon en toeslagen in verband met de
onregelmatige uren die hij maakten. De laatste tijd gaat het echter niet zo goed met de fabriek en Fred draait veel
minder uren dan normaal. Hij is daardoor niet alleen zijn toeslagen kwijtgeraakt, maar ook een deel van zijn inkomen is
verloren gegaan wegens verlies aan uren.
Fred en Mary komen door de inkomensdaling financieel in de problemen. Zij zijn namelijk financiële verplichtingen
aangegaan met Freds volledige inkomen in gedachten. Het duurt dan ook niet lang of de eerste brieven van incassokantoren liggen op de deurmat. Met sommige kan Mary betalingsregelingen treffen, maar lang niet met alle
incasso-kantoren valt een regeling te treffen.
Na enige tijd ontvangt Fred een brief van een deurwaarder. Volgens de deurwaarder is het niet gelukt via het incassokantoor om de schuld te innen en is hij nu ingeschakeld om de schuld te innen. Hoewel Fred wel wil betalen, heeft hij de
middelen niet om de schulden te betalen. De deurwaarder besluit daarom om de schuld door de rechter te laten
bevestigen.
De rechter heeft de schuld bevestigd. Bij het eerstvolgende loonstrookje blijkt dat Fred nog minder inkomen heeft dan
normaal. Volgens de financiële afdeling van de patatfabriek blijkt dat er een deel van het inkomen van Fred naar de
deurwaarder wordt overgemaakt.
Fred en Mary weten nu niet meer wat zij moeten doen omdat zij er zelf niet meer uitkomen en besluiten om op zoek te
gaan naar hulp.
Vragen
a. Een incassoprocedure kent twee fases. Welke fases zijn dit en hoe kan je deze herkennen in de casus?
b. Het inkomen van Fred is deels overgemaakt aan de deurwaarder, mag dit?
c. Mag de deurwaarder bij het loonbeslag zelf bepalen hoeveel geld er maandelijks ingehouden mag worden op
het inkomen van Fred?
d. Fred en Mary komen zelf niet meer uit de problemen. Wat kunnen Fred en Mary nu het beste doen?
6.2 Casus
Schone lei
Marcel heeft al enkele jaren financiële problemen. Dit is begonnen na zijn echtscheiding. De koopwoning is verkocht met
verlies. Voor deze schuld heeft hij een regeling met de bank kunnen treffen en betaalde hij maandelijks af. Hij moet ook
iedere maand € 200 betalen voor kinderalimentatie. Dit alles bij elkaar zorgt ervoor dat Marcel maar weinig geld
overhoudt om van te leven.
Door de moeilijke situatie heeft Marcel een burn-out gekregen en is hij mede daardoor zijn baan kwijtgeraakt. Het
inkomen van Marcel is enorm gedaald nu hij een werkloosheidswetuitkering heeft. De kinderalimentatie heeft Marcel al
een paar maanden niet kunnen betalen. Ook de betalingsregeling die hij met de bank heeft getroffen, kan Marcel niet
meer nakomen. Hij ontvangt bijna iedere maand een brief van de bank met het verzoek om de achterstand in te lopen.
Marcel heeft, om de meest urgente schulden te betalen, geld bij familie geleend. Omdat hij iedere maand echter geld
tekortkomt, ontstaan er nieuwe schulden. Om de nieuwe schulden in te lossen maakt hij gebruik van de roodstand op
zijn betaalrekening. In zijn wanhoop heeft Marcel fraude gepleegd met zijn uitkering waardoor hij geruime tijd een
dubbele uitkering heeft ontvangen.
Op een gegeven moment ziet Marcel in dat het zo niet meer verder kan. De schuld bij de bank wordt niet minder door alle
kosten die erbij komen, de kinderalimentatie betaalt hij vaker niet dan wel. Hij heeft schuld bij familieleden en heeft
roodstand op zijn betaalrekening. Hij is er, ondanks zijn goede bedoelingen, alleen maar op achteruitgegaan. Marcel besluit
daarom hulp te zoeken bij de schuldhulpverlening.
Opdrachten bij ‘Mens en Recht’, uitg. Noordhoff, 10e druk
Bij de schuldhulpverlening wordt duidelijk welke schulden er allemaal zijn. De schuldeisers betreffen de bank, de
belastingdienst, het UWV en het LBIO in verband met de achterstallige kinderalimentatie. Alles bij elkaar betreft het
een schuld van bijna € 100.000. Marcel heeft maandelijks een inkomen van € 1.200.
Vragen
a. Schuldhulpverlening kan in twee verschillende vormen geboden worden. Welke twee vormen zijn dit?
b. Welke vorm van schuldhulpverlening zal bij Marcel het beste passen?
c. Zal Marcel toegelaten worden tot de schuldsanering?
6.3 Zelfstudievragen
Beantwoord de volgende vragen over de WSNP aan de hand van de bestudeerde literatuur en het internet. Kun je het in de
wet vinden?
•
•
•
•
•
•
•
Wanneer kan ik in aanmerking komen voor de WSNP?
Moet er een minimum aan schulden zijn om in aanmerking te komen voor de WSNP?
Mag ik – als ik de WNSP zit - zelf nog over mijn financiën beslissen?
Wat zijn de taken van mijn bewindvoerder?
Wat gebeurt er met mijn bezittingen?
Ik krijg binnenkort een erfenis. Wat gebeurt hiermee?
Ik ben niet tevreden over het handelen van mijn bewindvoerder. Kan ik hier wat tegen doen?
6.4 Casus familie Moneij
De familie Moneij zit in de problemen. De huur is al drie maanden niet betaald en de verhuurder heeft gedreigd dat hij hen
uit hun woning zal zetten als er niet binnen een week € 2.388,- wordt betaald. De verhuurder heeft ook gezegd dat hij
anders beslag zal (laten) leggen. De heer Moneij heeft echter nog geen dagvaarding ontvangen. Mevrouw Moneij werkt
een paar uur in de week in de thuiszorg. De kinderen Ger en Guido zitten op de havo, hun zusje Eline zit in groep 8 van de
basisschool. De WW-uitkering is gewoon niet voldoende om alle lasten te betalen. De heer Moneij hoopt dat hij geld kan
lenen van zijn ouders om de huurschuld af te lossen, anders moeten ze verhuizen en hij zou niet weten waar naartoe. Er is
echter ook een betalingsachterstand van € 795, - bij KPN en € 560,- bij de elektriciteitsmaatschappij. KPN heeft de telefoon
afgesloten en de incasso-afdeling ingeschakeld. De heer Moneij heeft al geschreven dat hij geen geld heeft om te betalen
en voorgesteld om € 20,- per maand af te lossen. Maar KPN gaat hier niet mee akkoord. KPN heeft zelfs al gedreigd met
een deurwaarder. De heer Moneij probeert zijn financiële situatie te verbeteren door te gokken in de hoop dat hij een keer
een groot bedrag wint. In een winkel komt hij bijna niet meer. Vorige maand hebben ze bij een postorderbedrijf voor €
485,- gordijnen besteld en een nieuwe matras omdat zijn vrouw zo’n last heeft van haar rug. Daar kan hij namelijk
tenminste kopen op afbetaling.
De rekening zal hij wel betalen als zijn uitkering binnen is. De betalingstermijn is toch al verstreken. De kinderen
hebben nieuwe fietsen nodig en Eline zeurt al maanden dat ze graag een keer naar Disneyland wil.
Hij zou graag willen dat ze naar Disneyland konden, maar de auto hebben ze helaas weg moeten doen. Misschien
kan hij een auto huren en moeten ze gewoon maar gaan. Want de sfeer in huis is er niet beter op geworden.
Mevrouw Moneij geeft hem overal de schuld van. Ze zegt dat hij niet de hele dag moet piekeren, maar eens iets
moet gaan doen. Maar wat?
Je wordt nu als hulpverlener ingeschakeld bij de familie Moneij.
a. Beschrijf eens stapsgewijs hoe je deze familie zou helpen bij het op orde brengen van de financiën.
b. Zou de familie Moneij in aanmerking kunnen komen voor een WSNP-traject? Bedenk daarbij aan welke
voorwaarden zal moeten worden voldaan en of er belemmerende factoren kunnen zijn voor de toelating tot
het traject.
c. Zijn er juridische mogelijkheden om de familie te helpen als het gaat om de afsluiting van de telefoon en
de dreigende huurschuld?
Opdrachten bij ‘Mens en Recht’, uitg. Noordhoff, 10e druk
6.5 Voorbeeld MC-vraag
Erica (23) weet maar niet wat ze wil. Ze hobbelt van studie naar studie en heeft na zes jaar nog steeds niet gevonden
wat ze wilde. Helaas heeft ze inmiddels wel een flinke studieschuld opgebouwd en die drukt op haar. Ze werkt drie
dagen in de week als verkoopster bij de HEMA en daarmee kan ze gelukkig net haar lopende kosten betalen. Nu heeft
ze gehoord van een vriend die in de WSNP zit. Het klinkt haar als muziek in de oren. Erica vertelt jou blij dat ze een
mogelijkheid heeft gevonden om binnen drie jaar van haar studieschulden af te komen. Wat is juridisch gezien waar?
a. Erica heeft gelijk, omdat haar schulden problematisch zijn geworden.
b. Erica heeft geen gelijk.
c. Om te kunnen bepalen of Erica gelijk heeft, zal eerst gekeken moeten worden of ze voldoet aan de
voor-waarden voor toelating tot de WSNP.
d. Erica zal eerst een minnelijk traject moeten doorlopen en als dat is mislukt kan ze misschien in de WSNP.
6.6 Zelfstudievragen
a. Leg aan de hand van een voorbeeld uit hoe een WSNP-traject verloopt.
b. Een burger met problematische schulden kan failliet worden verklaard of in de schuldsaneringsregeling natuurlijke
personen terechtkomen. Geef beargumenteerd aan welke de voorkeur heeft.
c. Benoem twee rechten die een schuldeiser in verband met zijn geldvordering op een schuldenaar heeft en wat hij
moet doen om die rechten in te roepen.
Related documents
Download