Toets code + naam module: Collegejaar: Opleiding: Jaar & periode: Docent(en): K403 Human Recourse Management BBA NL Jaar 1 periode 3 M.Harry Cesuur: 55 Regulier/herkansingstoets: Reguliere toets Totaal aantal te punten: Totaal aantal bladzijden: Toegestane hulpmiddelen: Overige instructie(s): Naam +. Voornaam student: Geen Geen Studentennummer: Vraag Antwoordmodel Onderdeel A – MC vragen 1 C 2 B 3 C 4 D 5 B 6 A 7 C 8 B 9 A 10 B 2020-2021 Datum: Tijdsduur: Totaal aantal opgaven: 31.05.2021 120 minuten 20 MC 12 OV (met sub) behalen 100 6 Totaal aantal punten: Cijfer: Scoringsvoorschrift Criteria/instructies 1pt 1pt 1pt 1pt 1pt 1pt 1pt 1pt 1pt 1pt Onderdeel B – Open vragen 1A Kernmedewerkers Professionals Ondersteunende personeel Ondersteunende professionals B Kernmedewerkers: HR-beleid vooral gericht op medewerkers voor langere periode binnen aan het bedrijf HR-beleid gericht op productiviteit en verbeteren van de prestaties va de professionals Ondersteunend personeel: HR-beleid gericht op dat de medewerker zich schikt naar wat de organisatie nodig heeft en doet waarvoor hij is aangenomen 4p 4p -de student kan in eigen woorden beantwoordente beoordelen door de docent 2 Ondersteunende professionals: HR-beleid gericht op samenwerking Thuiswerken beleid: Operationeel niveau: Medewerkers moeten op zodanige wijze aangestuurd worden door de leidinggevende dat zij de targets of vastgestelde werkzaamheden uitvoeren 6p Strategische: De gevolgen die het thuiswerken kan hebben voor de organisatie op langtermijn. Hoe gaat de organisatie daarmee om? De taken en competenties de Covid-19 crisis het hoofd te bieden 3 4 5A B Organisatorisch: De inrichting van het thuiswerken beleid. Moeten de medewerkers van 8-17.00u achter de pc zitten. Moeten zij in uniform gekleed zijn? Moeten die medewerkers de camera’s aan hebben tijdens de meetings? Afhankelijk van de visie/missie/bedrijfsdoelen kan gekozen 3p worden voor bedrijfseconomisch, sociaalpsychologisch, politiek of maatschappelijk perspectief. Kernwoorden van de perspectieven moeten in het antwoord benoemd worden Operationeel HRM betreft de dagelijkse aansturing en 2p begeleiding van medewerkers 1. mensen vergelijken de beloning en inspanning die ze 8p daarvoor leveren met anderen 2. Als hun beloning en inspanning vergeleken met anderen te hoog of te laag zijn, dan voelen mensen zich er ongemakkelijk blij 3.Hoe sterker dit gevoel is, des te meer zullen ze hun best doen om het evenwicht te herstellen zodat het eerlijk is 4. Dat kan dus betekenen dat een medewerker minder gaat doen om vergeleken met andere collega’s op het juiste niveau te liggen. Zo’n medewerker zal dus minder gemotiveerd zijn Student kan kiezen uit: De theorie van Maslow Theorie van Maslow geeft aan dat mensen meerdere behoeftes hebben. Deze zijn: 1. Primaire biologische 2. Bestaanszekerheid in vorm van veiligheid en zekerheid 3. Sociale behoeften. Antwoord naar inzicht van de student. De docent beoordeeld op correctheid van de uitleg aan de hand van de niveaus Keuze perspectief (1p) Toelichting (2p) 4. Erkenning en waardering 5. Zelfontplooiing De theorie van Frederick Herzberg De theorie van Frederick Herzberg dat mensen hun tevredenheid door twee type factoren bepaald worden. 1. De context of hygiëne factoren 2. motivatoren C D 6 7 Theorie van David McClelland McClelland geeft aan dat behoeftes van mensen kunnen verschillen. De drie behoeften waarin mensen kunnen verschillen zijn: - Prestatiebehoefte - Affiliatiebehoefte (behoefte sociaal contact) - Behoefte aan macht Eens, omdat financiële prikkels medewerkers in staat stellen om hun financiële belangen te behartigen op kort termijn 2p Oneens, onderzoek toont aan dat financiële prikkels slecht voor een korte tijdsperiode motiveren, maar op lang termijn niet. Meer niet financiële prikkels schijnen de motivatie te beïnvloeden Arbeidsoriëntatie beschrijft waar men waarde aan hecht in 4p het werk Student kan kiezen uit: - Intrinsieke oriëntatie - Extrinsieke oriëntatie - Een carrière oriëntatie - een gemakoriëntatie - een sociale oriëntatie Bij het creeren van Organisational Process Advantages 4p gaat het erom de organisatie dat een bedrijf vergeleken met zijn concurrenten beter, goedkoper en sneller kan leveren Nadat de organisatie het strategisch beleid bepaald heeft 3p moet de organisatie ingericht worden. Op welke manier kan de levertijd gegarandeerd worden? Hoe kunnen producten en diensten sneller vernieuwd of geproduceerd worden? Op welke manier kan de organisatie flexibeler gemaakt worden? Kunnen de producten en diensten met het huidig personeelsbestand gemaakt worden? -de student kan in eigen woorden beantwoorden -te beoordelen door de docent 8A Instroom: Het werven en selecteren van medewerkers met de juiste kennis, vaardigheden en competenties 3p Doorstroom: wanneer een medewerker een andere functie krijgt binnen de organisatie B C 9 Uitstroom: Wanneer een medewerker de organisatie verlaat 1. Organisatieperspectief, organisaties hebben vanwege de onvoorspelbare ontwikkeling op zoek naar manieren om hun wendbaarheid te vergroten 4p 2. Medewerkersperspectief, Medewerkers hebben continu behoefte aan door groei en persoonlijke ontwikkeling Opbrengsten: 4p 1. Er is sprake van de juiste mensen op de juiste plek tegen de juiste kosten aan het werk 2. Het stimuleert dat medewerkers duurzaam inzetbaar blijven en behouden blijven voor de organisatie 3. Door het actief stimuleren van door- en uitstroom kunnen (nieuwe) medewerkers worden aangetrokken, waardoor innovatie wordt gestimuleerd Kosten: 1. Wanneer een medewerker doorstroomt binnen de organisatie of de organisatie verlaat. Dit kan leiden tot gemiste opbrengsten en b.v. kosten voor het zoeken van een vervanger 2. Door – en uitstroom betekend ook een verlies van kennis en ervaring 3. Uitstroom en zeker gedwongen ontslag, is nog steeds gevoelig een gevoelig onderwerp bij sociale partners. (Vakbonden, werkgeversorganisatie en politiek). Het betekent dat het personeel dossier goed moeten worden bijgehouden. Planningsgesprekken: Hierin worden afspraken gemaakt over de activiteiten van een medewerker voor een komende periode. Functioneringsgesprekken: Hierin wordt aandacht besteed aan alle omstandigheden rond het werk. Collegiale verhouding, arbeidsomstandigheden, stijl van leidinggeven. 10p Beoordelingsgesprekken: Hierin wordt teruggekeken op de afgelopen periode Persoonlijke ontwikkelingsgesprekken: Hier draait het om de persoonlijke ontwikkeling van de medewerkers 10A 1. kennis: Wat moet je voor een functie weten, welk 6p denkvermogen vraagt de functie? 2. Vaardigheden: Wat moet je voor een functie kennen? 3. Motivatie: Is er de wil om of bereidheid om aan een specifieke competentie te werken? 4. Persoonskenmerken: wat voor persoonseigenschappen moet je voor een bepaalde functie hebben? B Kerncompetenties: 4p Afdelingscompetenties Functiecompetentie Leidinggevende competenties -competentie te beoordelen door de docent 11A 1. Interventies gericht op regulering van menselijke gedrag 3p 2. Inspirerende interventies B Interventies gericht op regulering van menselijk gedrag: - Duidelijke doelen stellen door middel van gedragsvoorschriften - De weg aangeven en vrijmaken, respectievelijk het gereedschap aanleveren waarmee doelen moeten worden gerealiseerd - De relaties verduidelijken tussen het gewenste gedrag (prestaties) en te verwachten opbrengsten - Feedback geven over prestatie - Zorgen voor beloning Inspirerende interventie: - Medewerkers enthousiast maken voor belangrijke doelen en/of lidmaatschap van een organisatie - Mensen het vertrouwen geven dat zij meer kunnen dan ze denken - Het zelfbeeld van de medewerker corrigeren - Opnieuw inhoud geven aan sociaal contact - Bemoedigen wanneer een medewerker ten onrechte veronderstelt een taak niet meer te kunnen 12A Politieke en/of Maatschappelijke toelichting met kernwoorden 4p -de student kan in eigen woorden beantwoorden- B C Antwoord: Eens, ja omdat verschil/belangen van ambtenaren behartigd moeten worden en zij dus een loonsverhoging nodig hebben om de verarming tegen te gaan Oneens, omdat de regering geen geld heeft om tegemoet te komen aan de eisen van de vakbonden, zij heeft andere prioriteiten Robinson et al (1994) omschrijven het psychologische contract als het geheel van wederzijdse verwachtingen (zowel expliciet als impliciet) over rechten en plichten waaraan een werknemer en een werkgever denken gehouden te zijn Psychologische contracten worden ook beschreven als contracten die niet op papier staan maar wel in de hoofden zit van de medewerkers en werkgever, de zgn. onuitgesproken verwachtingen. 3p 3p te beoordelen door de docent -de student kan in eigen woorden beantwoorden -te beoordelen door de docent 1a. Welke 4 type medewerkers zijn opgenomen in de theorie van lepak en snell? Kernmedewerkers Professionals Ondersteunende personeel Ondersteunende professionals 1b. Noem het HR-beleid dat van toepassing is op deze verschillende medewerkers Kernmedewerkers: HR-beleid vooral gericht op medewerkers voor langere periode binnen aan het bedrijf HR-beleid gericht op productiviteit en verbeteren van de prestaties van de professionals Ondersteunend personeel: HR-beleid gericht op dat de medewerker zich schikt naar wat de organisatie nodig heeft en doet waarvoor hij is aangenomen Ondersteunende professionals: HR-beleid gericht op samenwerking 2. ligt toe hoe het HR-beleid bij de verschillende niveaus waaronder operationeel niveau, strategisch niveau en organisatorisch en tactisch niveau hoe er invulling gegeven wordt. Operationeel niveau: Medewerkers moeten op zodanige wijze aangestuurd worden door de leidinggevende dat zij de targets of vastgestelde werkzaamheden uitvoeren Strategische: De gevolgen die het thuiswerken kan hebben voor de organisatie op langtermijn. Hoe gaat de organisatie daarmee om? De taken en competenties de Covid19 crisis het hoofd te bieden Organisatorisch: De inrichting van het thuiswerken beleid. Moeten de medewerkers van 8-17.00u achter de pc zitten. Moeten zij in uniform gekleed zijn? Moeten die medewerkers de camera’s aan hebben tijdens de meetings? 3. geef aan wat je visie of misie is bij je project bedrijf, afhankelijk van de perspectief waarin je inkijkt Afhankelijk van de visie/missie/bedrijfsdoelen kan gekozen worden voor bedrijfseconomisch, sociaalpsychologisch, politiek of maatschappelijk perspectief. Kernwoorden van de perspectieven moeten in het antwoord benoemd worden 4. Wat houdt het operationeel niveau van HRM in? Operationeel HRM betreft de dagelijkse aansturing en begeleiding van medewerkers 5a. wat zijn de belangrijkste uitgangspunten van de theorie van Adams? Mensen vergelijken de beloning en inspanning die ze daarvoor leveren met anderen Als hun beloning en inspanning vergeleken met anderen te hoog of te laag zijn, dan voelen mensen zich er ongemakkelijk blij 3.Hoe sterker dit gevoel is, des te meer zullen ze hun best doen om het evenwicht te herstellen zodat het eerlijk is Dat kan dus betekenen dat een medewerker minder gaat doen om vergeleken met andere collega’s op het juiste niveau te liggen. Zo’n medewerker zal dus minder gemotiveerd zijn 5b. Noem de inhoud van de theorie van motivatie en omschrijven deze? Student kan kiezen uit: De theorie van Maslow Theorie van Maslow geeft aan dat mensen meerdere behoeftes hebben. Deze zijn: 1. Primaire biologische 2. Bestaanszekerheid in vorm van veiligheid en zekerheid 3. Sociale behoeften. 4. Erkenning en waardering 5. Zelfontplooiing De theorie van Frederick Herzberg De theorie van Frederick Herzberg dat mensen hun tevredenheid door twee type factoren bepaald worden. 1. De context of hygiëne factoren 2. motivatoren Theorie van David McClelland McClelland geeft aan dat behoeftes van mensen kunnen verschillen. De drie behoeften waarin mensen kunnen verschillen zijn: Prestatiebehoefte Affiliatiebehoefte (behoefte sociaal contact) Behoefte aan macht - 5c. volgens scientific medewerkers vooral gemotiveerd wordt door financieel prikkels, loonsverhoging of bonussen geef aan een/ oneens. Eens, omdat financiële prikkels medewerkers in staat stellen om hun financiële belangen te behartigen op kort termijn Oneens, onderzoek toont aan dat financiële prikkels slecht voor een korte tijdsperiode motiveren, maar op lang termijn niet. Meer niet financiële prikkels schijnen de motivatie te beïnvloeden 5d. Omschrijf wat arbeidsoriëntatie inhoudt en kies 2 oriëntaties Arbeidsoriëntatie beschrijft waar men waarde aan hecht in het werk Student kan kiezen uit: - Intrinsieke oriëntatie - Extrinsieke oriëntatie - Een carrière oriëntatie - een gemakoriëntatie - een sociale oriëntatie 6. omschrijf Organisational Process Advantages Bij het creeren van Organisational Process Advantages gaat het erom de organisatie dat een bedrijf vergeleken met zijn concurrenten beter, goedkoper en sneller kan leveren 7. Noem 3 vragen die HRM op organisatiorische of tactisch niveau zou moeten beantwoorden. Nadat de organisatie het strategisch beleid bepaald heeft moet de organisatie ingericht worden. Op welke manier kan de levertijd gegarandeerd worden? Hoe kunnen producten en diensten sneller vernieuwd of geproduceerd worden? Op welke manier kan de organisatie flexibeler gemaakt worden? Kunnen de producten en diensten met het huidig personeelsbestand gemaakt worden? 8a. beschrijf de 3 stromen die vallen onder het stroom beleid binnen de organisatie Instroom: Het werven en selecteren van medewerkers met de juiste kennis, vaardigheden en competenties Doorstroom: wanneer een medewerker een andere functie krijgt binnen de organisatie Uitstroom: Wanneer een medewerker de organisatie verlaat 8b. beredeneer aan de hand van de perspectief waarom het stromen beleid relevant is voor de organisatie Organisatieperspectief, organisaties hebben vanwege de onvoorspelbare ontwikkeling op zoek naar manieren om hun wendbaarheid te vergroten Medewerkersperspectief, Medewerkers hebben continu behoefte aan door groei en persoonlijke ontwikkeling 8c. Noem 2 kosten en 2 opbrengsten van het stroom beleid Opbrengsten: 1. Er is sprake van de juiste mensen op de juiste plek tegen de juiste kosten aan het werk 2. Het stimuleert dat medewerkers duurzaam inzetbaar blijven en behouden blijven voor de organisatie 3. Door het actief stimuleren van door- en uitstroom kunnen (nieuwe) medewerkers worden aangetrokken, waardoor innovatie wordt gestimuleerd Kosten: 1. Wanneer een medewerker doorstroomt binnen de organisatie of de organisatie verlaat. Dit kan leiden tot gemiste opbrengsten en b.v. kosten voor het zoeken van een vervanger 2. Door – en uitstroom betekend ook een verlies van kennis en ervaring 3. Uitstroom en zeker gedwongen ontslag, is nog steeds gevoelig een gevoelig onderwerp bij sociale partners. (Vakbonden, werkgeversorganisatie en politiek). Het betekent dat het personeel dossier goed moeten worden bijgehouden. 9. noem de 4 typen gesprekken die voor komen in de gesprekkencyclus en geef ook de inhoud aan. Planningsgesprekken: Hierin worden afspraken gemaakt over de activiteiten van een medewerker voor een komende periode. Functioneringsgesprekken: Hierin wordt aandacht besteed aan alle omstandigheden rond het werk. Collegiale verhouding, arbeidsomstandigheden, stijl van leidinggeven. Beoordelingsgesprekken: Hierin wordt teruggekeken op de afgelopen periode Persoonlijke ontwikkelingsgesprekken: Hier draait het om de persoonlijke ontwikkeling van de medewerkers 10a. benoem de verschillende componenten die onderdeel zijn van een competentie en beschrijf deze. Kennis: Wat moet je voor een functie weten, welk denkvermogen vraagt de functie? Vaardigheden: Wat moet je voor een functie kennen? Motivatie: Is er de wil om of bereidheid om aan een specifieke competentie te werken? Persoonskenmerken: wat voor persoonseigenschappen moet je voor een bepaalde functie hebben? 10b. noem 2 type competenties en een voorbeeld van de competenties Kerncompetenties: Afdelingscompetenties Functiecompetentie Leidinggevende competenties 11a. geef aan welke soort type interventies zijn we terugkomen als we kijken naar de style van leiding geven en het tevredenheid en motivatie van de medewerker. Interventies gericht op regulering van menselijke gedrag Inspirerende interventies 11b. geef van elk interventie 2 voorbeelden (elementen). Interventies gericht op regulering van menselijk gedrag: - Duidelijke doelen stellen door middel van gedragsvoorschriften - De weg aangeven en vrijmaken, respectievelijk het gereedschap aanleveren waarmee doelen moeten worden gerealiseerd - De relaties verduidelijken tussen het gewenste gedrag (prestaties) en te verwachten opbrengsten - Feedback geven over prestatie - Zorgen voor beloning - Inspirerende interventie: Medewerkers enthousiast maken voor belangrijke doelen en/of lidmaatschap van een organisatie Mensen het vertrouwen geven dat zij meer kunnen dan ze denken Het zelfbeeld van de medewerker corrigeren Opnieuw inhoud geven aan sociaal contact - Bemoedigen wanneer een medewerker ten onrechte veronderstelt een taak niet meer te kunnen 12a. case meneer Hoogaard heeft de regering een ultimatum gesteld dat ze uiteindelijk toch een verhoging van de ambtenaren hun salaris krijgen Gevraagd geeft aan welk HRM beleid perspectief zie je hier terugkomen? Politieke en/of Maatschappelijke toelichting met kernwoorden Gaat om vakbondsleider dus politiek 12b. bent u het een met de vakbond leider dat de ambtenaren gelet op de economische crisis een loonsverhoging nodig hebben, beargumenteer. Antwoord: Eens, ja omdat verschil/belangen van ambtenaren behartigd moeten worden en zij dus een loonsverhoging nodig hebben om de verarming tegen te gaan Oneens, omdat de regering geen geld heeft om tegemoet te komen aan de eisen van de vakbonden, zij heeft andere prioriteiten 12c. wat houdt het psychologisch contract in? Robinson et al (1994) omschrijven het psychologische contract als het geheel van wederzijdse verwachtingen (zowel expliciet als impliciet) over rechten en plichten waaraan een werknemer en een werkgever denken gehouden te zijn Psychologische contracten worden ook beschreven als contracten die niet op papier staan maar wel in de hoofden zit van de medewerkers en werkgever, de zgn. onuitgesproken verwachtingen.