Uploaded by nwrieck

Bouwfouten ABN AMRO

advertisement
Over faalkosten in de bouwsector
Verspilde moeite
2
Verspilde moeite | Inhoudsopgave
Inhoudsopgave
Verspilde moeite | Inhoudsopgave
4
INLEIDING
6
HET PROBLEEM
VAN FAALKOSTEN
12
FAALKOSTEN IN
DE PRAKTIJK
26 28 30
CONCLUSIE EN
AANBEVELINGEN
APPENDIX 1.
BRONVERMELDING
APPENDIX 2.
ONDERZOEKS­
VERANT­WOORDING
3
4
Verspilde moeite
Inleiding
De bouw maakt het weer. Er wordt meer gebouwd
dan voor de crisis en orderportefeuilles bereiken
recordhoogtes. En dan nog wordt niet genoeg
gebouwd om aan de groeiende woningvraag te
voldoen. De ‘grote verbouwing’ komt hier de
komende jaren nog bij: de verduurzaming van
alle bestaande gebouwen in Nederland.
Omdat orderportefeuilles, toekomstbestendigheid
en winstgevendheid vaak onderwerpen van gesprek
zijn bij onze relaties heeft ABN AMRO sector Bouw
een serie rapporten gemaakt die bijdragen aan meer
inzicht en kennis over deze onderwerpen. We
schreven eerder over industrialisering, digitalisering, arbeidsmarkt, inkoop en innovatie. Een van
de belangrijkste onderwerpen aan de kostenkant
hebben we nog niet beschreven. Het is een onderwerp waar we in de sector allemaal bekend mee
zijn, maar dat ongrijpbaar en vaak onbesproken
blijft: faalkosten.
Onder faalkosten vallen alle kosten die gemaakt
moeten worden om zaken te herstellen indien niet
volgens de specificaties is geproduceerd of de kosten
die gemaakt moeten worden om zaken aan te
1
Deze definitie is overgenomen uit het proefschrift van Marcel Noordhuis.
passen wanneer deze niet aan de klantverwachting
voldoen.1 Faalkosten vertalen zich in verspilling van de
productiegoederen arbeid en materiaal, ze werken
de noodzakelijke nieuwbouw van woningen en de
verduurzaming tegen en leggen een groot beslag
op de onderneming, in tijd en geld.
T he easiest way
to make money is
to stop losing it
In dit rapport doen we een kwantitatief onderzoek
door middel van een enquête onder bedrijven die
actief zijn in de bouw- en vastgoedsector. Van de
151 personen die aan onze enquête hebben deelgenomen schat 39 procent de faalkosten in op
5 procent of meer. Wanneer wordt verondersteld
dat de gemiddelde faalkosten voor de hele sector
5 procent bedragen, betekent dat op een sector­
omzet van ruim 100 miljard euro een kostenpost
van 5 miljard euro. Dat is in veel gevallen hoger
dan de marges die bouwbedrijven behalen.
Verspilde moeite
Het grootste deel van de producenten van bouwmaterialen, adviseurs en installateurs schat hun
faal­kosten in op 5 procent of meer. Hoofd- en
onderaannemers zijn positiever over deze kosten.
In appendix 2 is een uitgebreid profiel van de deel­
nemers opgenomen. Verder blijkt dat de kosten
vooral tijdens de uitvoering aan het licht komen,
al is het advies om juist vroeg in het proces maatregelen te nemen om de faalkosten te beteugelen.
Naast de enquête komen in dit rapport aantal experts
uit het veld aan het woord; adviseurs, bouwbedrijven
en bouwkostenexperts. Ze geven hun visie en
praktische tips. We sluiten het rapport af met
enkele oplossingsrichtingen.
Faalkosten blijken hardnekkig, een bijna geaccepteerde inefficiëntie in de bouwsector. De bouwsector
is gewend aan fragmentatie in het bouwproces,
een proces met veel overdrachten dat gedreven
wordt door de kostprijs. Telkens wordt een ander
bouwwerk gemaakt op een locatie met unieke
kenmerken en steeds wordt gewerkt met nieuwe
partners. Dat moet toch beter kunnen? We gaan
daarover graag het gesprek met u aan.
Eerdere publicaties over de winstgevendheid in de bouw
Dit rapport is onderdeel van een serie rapporten die ABN AMRO de afgelopen jaren
publiceerde over toekomstbestendigheid en winstgevendheid van de sector. Hier leest
u de belangrijkste conclusies. De rapporten zijn na te lezen via bijgaande links.
Januari 2015: Bouw Informatie Modellen (BIM) in de bouw bieden kansen voor
bouwbedrijven wanneer digitalisering bouwbreed wordt ingezet. Wanneer alle
informatie en data op voorhand bekend zijn, worden minder fouten gemaakt.
De winstgevendheid kan hierdoor omhoog.
December 2015: Industrialisatie is aan een opmars bezig in de bouwsector, zoals
blijkt uit de toe­name van prefab en modulair bouwen. Het ‘conditioneren’ van het
bouwproces leidt tot minder fouten en lagere kosten.
December 2016: Een groeiend tekort aan ge­k wa­li­ficeerd personeel speelt de bouw
parten. De bouw kan profiteren van digitalisering, aan­­gezien dan minder mensen
nodig zijn. Bovendien geeft digitalisering de bouw een beter imago waarmee mensen met een ander profiel zich aangetrokken voelen.
September 2017: Circulair bouwen lijkt kostbaar, maar kan op de lange termijn juist
goedkoper zijn. Grondstoffen worden door schaarste naar verwachting steeds duurder.
Bij circulair bouwen is minder materiaal nodig, zodat de kosten worden gedrukt.
Juni 2018: Innovatie biedt de bouw kansen om efficiënter te werken. In de bouw
zijn vooral stappen te maken in procesinnovatie
5
6
Verspilde moeite
Faalkosten op faseovergang
}} Haalbaarheid/budget onduidelijk
}} Klantbehoefte onbekend
}} Veel ontwerpwijzigingen en varianten
}} Documentatie incompleet
Initiatief
€
Ontwerp
}} Prijs/ontwerp aanpassingen
}} Vastlegging en communicatie
}} Vertraging in uitwerking concept/details
}} Onjuiste data voor project en realisatie
(Bouw) voorbereiding
Verspilde moeite
}} Wissel van ontwerpteam naar bouwteam
}} Realistische (bouw)planning
}} Afstemmen documentatie op contracten/prijs
}} Engineeringstekeningen niet geschikt voor gebruik
Bouw
}} Verandering in ontwerp/inkoop
}} Aanpassingen niet binnen levertijd
}} (Op)levering niet conform planning
}} Oplevering niet conform kwaliteit
Oplevering/exploitatie
7
}} Onopgeloste kwaliteitsproblemen
}} Kwaliteit voldoet niet aan klantbehoefte/contract
}} Klantbehoefte blijkt anders in gebruik
}} Informatie verantwoordelijkheid
8
Verspilde moeite
Het probleem
van faalkosten
Verspilde moeite
Een bekende cartoon maakt de problemen van projectmanagement goed duidelijk. De cartoon toont hoe het maken
van een ogenschijnlijk simpele schommel in een boom volledig de mist in gaat. De cartoon komt oorspronkelijk uit
de jaren zestig en is op vele sectoren van toepassing, meestal om te laten zien hoe een groot IT-project kan mislukken. De kernboodschap is de mismatch tussen de vraag van de klant en het uiteindelijke eindresultaat. Hieronder
staat de versie van deze cartoon die is gemaakt over de bouwsector.
Wat de klant wil
Hoe de klant het uitlegt
Hoe de projectleider
het begrijpt
Hoe de architect het
uitbeeldt
Hoe de ingenieur het
ontwerpt
Hoe de bouwer
het bouwt
De vertraging in
oplevering
De kosten zijn veel
hoger geworden
Wat de klant krijgt
Wat de klant eigenlijk
nodig had
Bron: www.projectcartoon.com, vertaling ABN AMRO Sector Advisory
Hoe bouwtoezicht vindt dat
het gebouwd moet worden
9
10
Verspilde moeite
Wat de klant zegt te willen, komt niet overeen met
hoe de projectleider het begrijpt, hoe de architect
het uitbeeldt, hoe de ingenieur het ontwerpt, hoe
bouwtoezicht vindt dat het gebouwd moet worden,
hoe de bouwer het uiteindelijk bouwt en wat de
klant daadwerkelijk nodig heeft. Dit laat goed zien
hoeveel partijen betrokken zijn bij een bouwproject
en hoe complex en gefragmenteerd de bouwsector
eigenlijk is. Het is een sector waar veel partijen
moeten samenwerken, lang van tevoren projecten
via een aanbesteding worden gewonnen en waar
aanhoudende discussie is over de verdeling van
het risico tussen opdrachtgever en opdrachtnemer.
Doordat zoveel partijen aan een bouwproject werken,
dit bij elk project in een andere samenstelling doen
en aangezien ook nog de vorm en de locatie steeds
verandert, is het onvermijdelijk dat de leercurve niet
heel steil is en elke keer fouten worden gemaakt.
Dit resulteert in hoge faalkosten voor de bouwsector.
Projecten lopen door de complexiteit van het proces
vertraging op en de kwaliteit is niet wat het had
moeten zijn. Veel van deze fouten zijn te voorkomen
wanneer beter gecommuniceerd en echt goed
samengewerkt wordt.
Uit onderzoek van PwC uit 2013 blijkt dat obstakels
in het proces tot grote problemen leiden. PwC heeft
voor 33 grote bouwprojecten gekeken hoe vaak
de projecten over het budget heengingen. Dit is in
figuur 1 te zien. In 94 procent van de onderzochte
projecten was dit het geval. In 25 van de 33 projecten
was de budgetoverschrijding zelfs meer dan 25
procent. Het is dus eerder regel dan uitzondering.
Uit onderzoek van McKinsey naar grote infraprojecten blijkt dat deze projecten 20 procent langer
duren en 80 procent meer kosten dan beoogd.
FIGUUR 1. BUDGETOVERSCHRIJDINGEN GROTE BOUWPROJECTEN
8
8
6
5
4
2
Onder budget
1-25%
Aantal projecten
Bron: PwC
26-50%
51-75%
76-100%
> 100%
Verspilde moeite
NIEUWE WET KWALITEITSBORGING VOOR
HET BOUWEN EN DE RELATIE MET FAALKOSTEN
De nieuwe wet kwaliteitsborging voor het Bouwen
is bedoeld om de kwaliteit van bouwwerken te
verbeteren en de positie van de eindgebruiker te
versterken. Een belangrijke wijziging in deze wet is
dat de vergunninghouder zelf verant­woorde­lijk
wordt voor de controle op de te leveren kwaliteit
door middel van een onafhankelijke kwaliteitsborger.
Zo ontstaat minder mis­commu­nicatie wie het risico
heeft. Zoals u kunt lezen in dit rapport is miscommunicatie is een van de hoofdoorzaken van faalkosten.
Er is op dit moment veel discussie over deze wet,
die nog niet is ingevoerd. De wet ligt bij de Eerste
Kamer. De minister heeft recentelijk de schrifte­lijke
vragen van de Eerste Kamer beantwoord.
Een van de effecten van de nieuwe wet is het
reduceren van faalkosten. Dit komt doordat
opdrachtgever en opdrachtnemer moeten werken
met landelijke kwaliteitssystemen zoals die van
Woningborg, Plangarant, SKG Ikob en KOMO.
Casper van Busschbach, eigenaar van Q2 System
Engineering, heeft meegewerkt aan de wet en de
uitvoerbaarheid en handhaafbaarheid van de
nieuwe wet getoetst. Hij geeft aan dat volgens de
nieuwe wet partijen niet zozeer meer informatie
hoeven te verstrekken, maar de informatie die nodig
is voor de realisatie moet wel beter reproduceerbaar zijn. Een bouw­werk kan namelijk pas in gebruik
worden geno­men nadat een private bouwinspecteur
zijn goedkeuring heeft gegeven en door de vergunninghouder een gereedmelding is gedaan bij het
bevoegd gezag. En daarvoor heeft hij alle relevante
informatie nodig. Dit kan bijvoor­beeld via BIM.
Wanneer informatie over een bouwwerk beter
beschikbaar is, komen fouten veel eerder naar voren
en dalen de faalkosten. “Als iedereen met BIM zou
werken, zou nu al duidelijk zijn welke issues er zijn
en heb je de nieuwe wet helemaal niet nodig. BIM
moet dan wel gebruiksvriendelijker worden”, aldus
Casper van Busschbach.
Om de werking van de wet te meten zijn een aantal
pilotprojecten uitgevoerd. Daarbij is bij sommige
pilotprojecten stilgestaan bij de faal­kosten. Zo heeft
de Venlose woningcorporatie Antares bij een
project rond zorgappartementen de Nieuwe Munt in
Tegelen gebruikgemaakt van een gecertificeerde
bouwplantoets. Dit houdt in dat een private partij
de bouwbesluittoets uitvoert. Dit zorgde voor een
reductie van de meerkosten naar 0,75 tot 2,25
procent ten opzichte van een gemiddelde van 5
procent. Bij een ander project, de aanleg van bedrijventerrein Dordtse Kil III, bedroegen de opleverpunten maar 0,0015 procent. Opleverpunten zijn alle
gebreken en afwijkingen die aan het eind van een
bouwproject geconstateerd worden.
11
12
Verspilde moeite
De bouwsector krijgt gedurende een project met
nog andere onzekerheden te maken. Een groot
bouwproject wordt zelden afgesloten zonder
dat over en weer claims worden neergelegd. Bij
veel openstaande opleverpunten - afwijkingen en
gebreken die aan het einde van het bouwproject
geconstateerd zijn - neemt het risico hierop toe.
Afgegeven garanties zorgen soms jaren later nog
voor extra kosten die voortkomen uit ontwerp- of
bouwfouten of uit een andere verwachting of
beleving van de opdrachtgever, zoals in het voorbeeld van de schommel. Als gevolg van deze
claims lopen zowel opdrachtgevers als opdrachtnemers het gevaar weinig grip te hebben op de
uiteindelijke kosten van een bouwproject.
FAALKOSTEN IN DE BOUW HOGER DAN IN
ANDERE SECTOREN
De bouwsector is gevoeliger voor faalkosten
dan andere sectoren. De faalkosten zijn in andere
sectoren dan ook vele malen lager. Deels heeft
dit te maken met het ingewikkelde, gefragmenteerde
bouwproces. Dat proces wordt gekenmerkt door
een scheiding tussen ontwerp en uitvoering en de
samenwerking tussen een groot aantal partijen.
Bovendien geeft de laagste prijs bij veel aanbestedingen de doorslag. Echter, de sector kan zich de hoge
faalkosten deels zelf aanrekenen vanwege het
gebrek aan standaardi­satie en samenwerking.
Emeritus hoogleraar Integraal Ontwerpen van de
TU Delft Hennes de Ridder, zelf goed bekend met
faalkosten en het traditionele bouwproces, pleitte
hierom al in 2011 voor ‘legolisering’ van de bouw.
2
De grote bouwers hebben waar mogelijk al stappen
gezet. Dit geldt vooral in de woningbouw, omdat
daar de mate van repetitie groot is. Bijna elke grote
bouwer heeft een of meer woonconcepten om snel
gestandaardiseerde woningen neer te kunnen zetten.2
In zijn algemeenheid is de uitrol van deze woonconcepten nog beperkt. Want dat het niet altijd
makkelijk is, blijkt uit het feit dat BallastNedam
gestopt is met hun gestandaardiseerde woning; de
iQ woning. Het lukte de bouwer niet om het concept
winstgevend te krijgen. Naast de woningbouw
heeft ook in de infra stappen gezet. VolkerInfra
heeft bijvoorbeeld een circulair viaduct ontworpen
dat prefab gebouwd is en volledig demontabel is.
FAALKOSTEN IN HET VERLEDEN
In het verleden zijn diverse onderzoeken gedaan
naar de oorzaken en hoogte van faalkosten in
de bouw- en vastgoedsector. De kosten blijken
significant en lopen in de miljarden. In 2001
werd gesproken van 7 procent van de omzet.
USP Marketing Consultancy kwam in 2009 al
uit op 11 procent van de omzet. Uit onderzoek in
2010 bij bouwer Plegt-Vos blijkt dat de schattingen
van de faalkosten uiteenlopen tussen de 5 en 30
procent van de omzet. Dat sluit aan bij het promotie­­
onderzoek van Marcel Noordhuis. De cijfers lopen
uiteen, maar op basis van wetenschappelijk onderzoek in het Verenigd Koninkrijk en Nederlandse
schattingen wordt 5 tot 35 procent van alle
projectkosten gezien als faalkosten.
Het belang van faalkosten blijkt in het bijzonder
wanneer deze worden vergeleken met de marges
van bedrijven uit de bouw- en vastgoedsector,
die doorgaans lager liggen. Bouwers actief in
de grond-, wegen- en waterbouw (gww) hebben
een marge van tussen de 3,3 en 5,8 procent. De
gemiddelde marge van de grootste 50 bouwbedrijven
ligt volgens Cobouw op 2,7 procent in 2017 en in
de periode 2010-2017 tussen de 0,4 procent en
3,3 procent. De marge voor woning- en utiliteitsbouwers bedroeg in de periode 2014-2016 net
geen 8 procent en was tussen 2010 en 2014 nog
lager. Hieruit blijkt dat het reduceren van de faalkosten de winstmarge van bouwbedrijven flink kan
verhogen. Zeker de grote bouwbedrijven kunnen
hiervan profiteren.
FAALKOSTEN ZIJN VAN ALLE TIJDEN
Faalkosten komen in alle fases van de economische
cyclus voor. Tijdens een fase van laagconjunctuur
(crisis) bestaat het risico dat bouwbedrijven te laag
inschrijven op aanbestedingen vanwege de grote
concurrentie om opdrachten. Zij proberen dan de
kosten te verlagen door minder kwaliteit te leveren
dan de opdrachtgever eist. Tijdens hoogconjunctuur
vinden faalkosten vooral hun oorzaak in de hoge
tijdsdruk en de grote hoeveelheid werk in combinatie
met een gebrek aan personeel en materiaal. Vanwege
de snelheid van werken ontstaat snel miscommunicatie en worden fouten gemaakt. De aanname is
dat de faalkosten tijdens hoogconjunctuur hoger
zijn dan in een crisis. Dit uit zich bijvoorbeeld in het
aantal opleverpunten bij een nieuwbouwwoning.
Zoals Passend Wonen van de Van Dijk Groep, Heijmans woonconcept, PlusWonen en MorgenWonen van VolkerWessels, BAM wooncollectie, PCS van DuraVermeer en FijnWonen van Van Wijnen.
Verspilde moeite
Vereniging Eigen Huis houdt hier cijfers over bij.
In 2017 deden zich gemiddeld 21 gebreken per
opgeleverde nieuwbouwwoning voor. In 2012, 0p
het hoogtepunt van de crisis, bleef dit beperkt tot
15 gebreken. Vanwege de tijdsdruk en miscommunicatie komt niet alleen de kwaliteit in het geding,
maar ook de veiligheid. Het aantal ernstige arbeids­
ongevallen op de bouwplaats neemt volgens het
ministerie van SZW toe. In 2017 waren er 12 procent
meer meldingen dan het jaar ervoor (van 3.785
naar 4.225).
Om meer duidelijkheid te krijgen hoe hoog de faal­
kosten op dit moment zijn en hoe de bouw- en
vastgoedsector zelf denkt over hoe faalkosten zijn
terug te dringen, hebben wij een enquête uitgezet
onder bedrijven en relaties die actief zijn in de bouwen vastgoedsector. Daarnaast hebben we een aantal
bedrijven en experts geïnterviewd over het onderwerp. In het volgende hoofdstuk zijn hiervan de
resultaten te lezen.
13
14
Verspilde moeite
Faalkosten
in de praktijk
Verspilde moeite
Hoe denken marktpartijen over faalkosten en hoe
kunnen de faalkosten in de bouw gereduceerd
worden? Hieronder laten wij ondernemers uit de
bouw- en vastgoedsector aan het woord. Aan onze
enquête hebben 151 personen deelgenomen. De
meeste deelnemers zijn eindverantwoordelijk binnen
hun bedrijf. De ondervraagden zijn vooral actief als
hoofdaannemer (26 procent) of als onderaannemer
(21 procent). Tevens hebben adviseurs, projectontwikkelaars, installateurs, leveranciers en producenten
meegedaan aan de enquête. Daarnaast hebben wij
verschillende experts geïnterviewd. Hoe denken zij
dat faalkosten de bouw beïnvloeden en in welke
bouwfases zien zij problemen ontstaan?
FIGUUR 2. HOOGTE VAN DE FAALKOSTEN TEN OPZICHTE VAN DE AANNEEMSOM
34
23
23
7
< 2%
2-4%
5-6%
Percentage faalkosten
FAALKOSTEN ZIJN RELATIEF LAAG
Uit onze enquête blijkt de ondervraagden zich goed
bewust zijn van de faalkosten in het eigen bedrijf;
90 procent van de deelnemers kan de hoogte ervan
aangeven. Daarnaast blijken de kosten voor groot
deel van de deelnemers relatief laag, al zijn er forse
uitschieters naar boven. Zo schat 57 procent van
de deelnemers de faalkosten in op minder dan
5 procent. Een groep van 39 procent zegt kosten
van 5 procent of meer te hebben en van alle deelnemers meent zelfs 9 procent dat de faalkosten
8 procent of meer bedragen (zie figuur 2).
Bron: ABN AMRO Business Community, MWM2
7-8%
9
> 8%
5
Weet ik niet
15
16
Verspilde moeite
INTERVIEW DOUWE IDEMA
DIRECTEUR PLEGT-VOS INFRA&MILIEU
In 2010 heeft Plegt-Vos meegewerkt aan een bachelor­
scriptie over faalkosten. Daaruit bleek dat op 270
punten faalkosten kunnen voor­komen. De definitie
van faalkosten blijft lastig. Het falen van de ene
partij kan perfect worden uitgevoerd door een
ander, zoals een fout in het ontwerp.
De bouw kent veel vakmensen en daar gaat volgens
Douwe Idema ook weinig fout. “Bij de randen van
de werkzaamheden, zowel fysiek als procesmatig,
ontstaan de meeste fouten. Daar is weinig ruimte
en werken veel partijen. Deze randen vergen qua
voorbereiding de meeste tijd.”
Naar aanleiding van de resultaten uit de scriptie is
Plegt-Vos aan de slag gegaan met het verlagen van
de faalkosten. Daarbij hebben zij de keuze gemaakt
om volgens de Lean-methode te werken. Ze staan
open voor het maken van fouten. “Je hoeft je niet te
verontschuldigen als er fouten gemaakt worden”,
zegt Idema. Iedereen wordt gevraagd om na te
denken over welk probleem ze keer op keer ‘struikelen’
en iedere werkdag besteden wij op de bouwplaats
een kwartier aan afstemming, wie wat gaat doen
en wanneer. “kleine issues worden dan snel opgelost,
bijvoor­beeld beschikbaarheid van gereedschap, zodat
je niet de hele tijd heen en weer hoeft te lopen.”
Daarnaast probeert het bedrijf de werkdruk op
personeel en partners zo laag mogelijk te houden.
Idema: “Ze geven zelf aan wanneer ze nieuw werk
kunnen gebruiken. Er wordt dus niet van bovenaf
werk doorgedrukt waardoor personeel en onderaannemers onder tijdsdruk komen te staan en gegarandeerd fouten maken. Dit is in de bouw echt een
cultuuromslag.”
De leerpunten die Douwe Idema mee wil geven:
1. Leer van je fouten, bijvoorbeeld door middel van
methodieken zoals Lean.
2. Laat personeel en onderaannemers zelf beslissen
hoeveel werkdruk ze aan kunnen.
3. Geef aandacht aan de randzaken. Daar is veel
falen te voorkomen en dus kosten te besparen.
17
Verspilde moeite
Hoofdaannemers en onderaannemers schatten
hun faalkosten laag in. Van de hoofdaannemers
schat 67 procent in dat de faalkosten lager zijn dan
5 procent. Van de onderaannemers schat 54 procent
hun faalkosten op minder dan 5 procent. Tegelijk
geldt voor zo’n 10 procent van hoofd- en onderaannemers dat de kosten boven de 8 procent liggen.
Opmerkelijk is verder dat relatief weinig producenten
hun faalkosten laag inschatten. Maar 43 procent
van de producenten van bouwmaterialen dat denkt
dat de faalkosten onder de 5 procent liggen. Van
de producenten zit 58 procent boven de 5 procent.
Het is te verwachten dat producenten lagere faal­
kosten hebben, omdat de productie van materialen
plaatsvindt in de fabriek en daarmee dus in een
gecontroleerde omgeving. Dat leidt tot efficiënter
werk en minder fouten. Installateurs zijn veel
pessimistischer, want 53 procent van hen denkt
dat hun faalkosten meer dan 5 procent bedragen,
waarbij een relatief groot aantal zelfs boven de
8 procent zit. Installateurs werken vaak later in
het bouwproces waardoor zij te maken krijgen
met een opeenstapeling van fouten of vertragingen
door andere partijen. Ze worden vaak pas bij het
werk betrokken in een drukkere fase tijdens de
bouw en de techniek die ze installeren wordt
steeds complexer.
Verder zijn de deelnemers positief over de ontwikkeling van de faalkosten in hun bedrijf. Van hen
geeft 81 procent aan dat de faalkosten de afge­
lopen drie jaar gelijk bleven of daalden. Een
belangrijke oorzaak van de afname is een betere
voorbereiding en planning van projecten. Daarnaast
worden het voeren van een open communicatie
en nauwe aansturing tijdens het project en op de
FIGUUR 3. HOOGTE FAALKOSTEN NAAR TYPE DEELNEMER
In slechts 14 procent van de gevallen geven respon­
denten aan dat de faalkosten zijn toegenomen.
Project­ontwikkelaars, installateurs en onderaan­
nemers zijn het meest pessimistisch over de
ontwikkeling in de afgelopen jaren. De oorzaken
liggen in het bijzonder in de beschikbaarheid van
(gekwalificeerd) personeel (32 procent) en tijdsdruk (18 procent).
FIGUUR 4. DE BELANGRIJKSTE OORZAKEN VAN AFGENOMEN FAALKOSTEN
<2%
2-4%
5-6%
7-8%
>8%
Weet niet
Adviseur
19
13
38
6
13
13
Hoofdaannemer
44
23
21
5
8
0
Installateur
16
26
16
16
21
5
Leverancier
25
50
13
0
0
13
Onderaannemer
35
19
29
3
10
3
Producent
43
0
29
29
0
0
Projectontwikkelaar
20
60
20
0
0
0
Bron: ABN AMRO Business Community, MWM2
bouwplaats als oorzaken genoemd. Dit is in figuur
4 te zien. De open communicatie betreft tevens het
vermogen om te leren van fouten. Een leverancier
verwoordde dit zo: “Het is van belang om faalkosten
te kwantificeren en om fouten te analyseren, ze op
te lossen en om van fouten te leren. Dit is bovendien een doorlopend proces waarin steeds de klant
moet worden betrokken.”
Betere voorbereiding en planning van projecten
19%
Beter aansturing van het project
19%
Betere communicatie
16%
Door aandacht (bijv. beleid) voor faalkosten
Verbeterd overleg met personeel en/of stakeholders
Bron: ABN AMRO Business Community, MWM2
15%
12%
18
Verspilde moeite
INTERVIEW HARMEN BUNK
TEAMLEIDER COST MANAGEMENT ARCADIS
Harmen Bunk merkt op dat missers van niet-professionele opdrachtgevers vaak leiden tot het moeten
doorvoeren van veel aanpassingen gedurende het
project. “Zij hebben vaak te weinig ervaring en geen
goed inzicht in wat ze nodig hebben. Daar komt bij
dat zij niet de vaardig­heden hebben om een bestek
of technisch ontwerp te lezen. Ontwikkelingen zoals
BIM en Digital Twinning helpen wel om in een vroege
fase meer duidelijkheid te creëren over proces en
project, onder andere in combinatie met Augmented
en Virtual Reality. Dergelijke ICT-ontwikkelingen
nodigen echter ook uit om meer complexe constructies te ontwerpen, waardoor de faalkosten uiteindelijk toch niet dalen.”
Ook aannemers willen vaak aanpassingen aan het
project doorvoeren, zo is de ervaring van Bunk. De
oorzaak ligt dan in druk op de prijs als gevolg van
een verkeerde risico-inschatting aan de start van
het bouwproces. “Dit risico­management is een vak
apart en is lastig voor middelgrote en kleine aannemers waar fulltime risicomanagers schaars zijn.”
Door beperkte capaciteit van de eigen vak­mensen
ontstaat grotere afhankelijkheid van onderaannemers. Zeker tijdens hoogconjunctuur betekent dat
een sterke afhankelijkheid van beschikbaarheid en
tijdige levering van producten en van de beschikbaarheid van onderaannemers. “Het is dus essentieel hoe je om gaat met je partners. Partijen die in
slechte tijden met vaste partners zijn blijven werken,
profiteren hier van in goede tijden.” Naast wederzijdse betrokkenheid levert langdurige samenwerking ook op dat partners van elkaar kunnen leren.
De meest succesvolle bedrijven zijn sterk in samenwerking en het leren van fouten.
Harmen Bunk geeft drie punten mee aan
iedereen die faalkosten wil reduceren:
1. Zorg voor goed risicomanagement.
2. Organiseer goede communicatie binnen en
tussen bedrijven.
3. Wees open over gemaakte fouten en leer van
die fouten.
Verspilde moeite
FAALKOSTEN KOMEN VOORAL IN DE UITVOERINGS­
FASE TOT UITING
De faalkosten komen meestal tot uiting in de
uitvoeringsfase, zoals blijkt uit figuur 5. Van de
ondervraagden ziet 54 procent de faalkosten in
deze fase van het bouwproces ontstaan. Voor
32 procent van de deelnemers geldt dit in de
ontwerp- en voorbereidingsfase. Hieronder zijn
relatief veel projectontwikkelaars en installateurs.
De oorzaken van de faalkosten in de uitvoeringsfase zijn deels terug te voeren op de huidige hoog­
conjunctuur en deels op fouten in de voorbereidings­
fase die in de uitvoeringsfase tot uiting komen.
Tijdsdruk is de meeste genoemde oorzaak van
faalkosten. Op dit moment is er zoveel werk dat
alles snel afgerond moet worden, wat leidt tot fouten.
Als tweede belangrijke oorzaak wordt een slechte
werkvoorbereiding genoemd. Samen met fouten
FIGUUR 5. WELKE BOUWFASE IS DE OORZAAK VAN DE FAALKOSTEN?
Initiatiefase
1%
Ontwerpfase
11%
Voorbereidingsfase
21%
Uitvoeringsfase
54%
Opleverfase
8%
Weet ik niet
6%
Bron: ABN AMRO Business Community, MWM2
in de planning, fouten bij de inkoop en in het
oorspronkelijk ontwerp en fouten in de logistiek
kan dit geschaard worden onder een slechte werk­
voorbereiding. Fouten en slechte communicatie
door het personeel op de bouwplaats worden 91
keer genoemd als oorzaak. Dit is in figuur 6 te zien.
de faalkosten. Hoofdaannemers, onderaannemers
en installateurs zijn allemaal aanwezig op de bouwplaats, maar zien de oorzaak van faalkosten toch
anders. Onderaannemers zien de oorzaak in slechte
werkvoorbereiding en fouten in de planning. Dit
zijn zaken die meestal niet gedaan worden door
de onderaannemer, die voert het werk namelijk
uit volgens de planning en eisen van de hoofdaan­
nemer. Hoofdaannemers zien vooral tijdsdruk en
aantoonbare fouten van het bouwplaatspersoneel
als oorzaak. Onderaannemers en installateurs zijn
vaak het bouwplaatspersoneel. Installateurs zien
een slechte werkvoorbereiding en tijdsdruk als
oorzaak, zaken die de hoofdaannemer bepaalt.
Installateurs starten hun werkzaamheden ook
vaak relatief laat in het proces, waardoor de tijdsdruk zich bij hen opstapelt.
In 2012 deed BouwKennis ook onderzoek naar
faal­kosten. Dit was midden in de crisis. Toen zagen
de deelnemers aan hun enquête fouten in de planning
en werkvoorbereiding als belangrijkste oorzaak.
Tijdsdruk was toen volgens de deelnemers niet de
belangrijkste oorzaak van faalkosten, terwijl dit nu
wel het geval is. Faalkosten hebben kennelijk in
een fase van hoogconjunctuur een andere oorzaak
dan tijdens laagconjunctuur.
Het blijkt dat de verschillende partijen in hoge mate
naar elkaar wijzen als het gaat om de oorzaak van
FIGUUR 6. OORZAKEN FAALKOSTEN IN DE UITVOERINGSFASE
Tijdsdruk
Slechte werkvoorbereiding
Aantoonbare fouten bouwplaatspersoneel
Fouten in de planning
Slechte communicatie bouwplaatspersoneel
Fouten bij de inkoop
Fouten in het oorspronkelijke ontwerp
Fouten bij logistiek
Anders, namelijk...
Weet ik niet
Bron: ABN AMRO Business Community, MWM2
19
62
57
49
45
42
38
37
24
22
3
20
Verspilde moeite
INTERVIEW JOHAN DE VRIES
DIRECTEUR BOAG ADVIES EN MANAGEMENT
De controle over faalkosten ligt volgens Johan de
Vries in de voorbereidingsfase en dan vooral bij de
opdrachtgever. “De aannemer weet gedu­rende de
voorbereidingsfase vaak gewoon niet goed genoeg
waarvoor hij tekent. Bij middelgrote tot grote aan­
nemers worden de uitvoerders pas betrokken nadat
het acquisitieteam de deal heeft binnengehaald. Er
ontstaat hierdoor een mismatch tussen belangen
en kennis.” In de uitvoer wordt dit pas duidelijk.
Wanneer de nadruk alleen op de prijs wordt gelegd,
ontbreekt het zicht op het gehele project en proces.
“In het proces ontstaan dan meer tegenvallers en
discussiepunten”, zegt De Vries. “Dat kan zorgen
voor herontwerpen door archi­tecten en een niet-­
realistische planning. Daardoor loopt de totaalprijs
gedurende het project alleen maar op.” Door ruim
voor de start van het project meer tijd en ruimte vrij
te maken voor een rea­listische planning en budget-
tering komen de kosten over het geheel lager uit.
BOAG heeft de projectmanagementmethode GOTIK
(Geld, Organisatie, Tijd, Informatie en Kwaliteit) dan
ook uitgebreid naar GROTIK, met de R van Risicomanagement.
Volgens BOAG spelen vaste partners en conti­nuïteit
in personeel, met de juiste kennis en ervaring op de
bouwplaats, een belangrijke rol. Zo profiteren partijen
die in de crisistijd vasthielden aan vaste partners daar
nu van. “Medewerkers met relevante en ruime ervaring
zijn essentieel voor het verloop van een bouw­project.
Dat terwijl het aanstellen van een project­leider zonder
eerdere ervaring in een bepaald type bouwproject
kan leiden tot grote fouten.”
Johan de Vries geeft de volgende 3 tips mee:
1. Zorg dat uitvoer en acquisitie niet op verschillende eilanden staan.
2. Zorg voor een vaste vertrouwensband met
ervaren partners en personeel.
3. Geef risicomanagement een belangrijke plek
in projectmanagement.
Verspilde moeite
VASTE PARTNERS EN VAST PERSONEEL CRUCIAAL
BIJ VOORKOMEN FAALKOSTEN
Belangrijk is het antwoord op de vraag hoe bouwbedrijven in de toekomst faalkosten kunnen voorkomen. Deelnemers aan de enquête noemen
verschillende mogelijkheden om faalkosten te
reduceren. Werken met vaste partners en vast
personeel wordt het vaakst genoemd, zowel door
hoofdaannemers, onderaannemers en installateurs.
Sowieso worden vaak oplossingen genoemd die
met personeel te maken hebben, zoals de kwaliteit
van het personeel en de communicatie met het
personeel op de bouwplaats. Daarnaast is een
goede planning belangrijk, wat betekent dat de
planning algemeen bekend en breed gedragen
wordt. Veel minder wordt het terugdringen van
faalkosten door BIM en standaardisatie van producten genoemd. Alleen installateurs zien relatief
vaak standaardisatie als oplossing.
Opvallend is dat deelnemers andere antwoorden
geven op de vraag welke acties ondernomen kunnen
worden om faalkosten te verminderen dan op
de vraag hoe zij de afgelopen drie jaar hun eigen
faal­kosten hebben weten te verminderen. Deel­
nemers zien personeel als belangrijke factor om
faalkosten in de toekomst te verminderen. Goed
personeel blijkt echter niet de oorzaak van de
daling van de faalkosten van de afgelopen jaren,
want door het personeelstekort was het eenvoudig
niet mogelijk om kwalitatief goed personeel aan
te nemen.
FIGUUR 7. ACTIES OM FAALKOSTEN TE VERMINDEREN
Acties
Overkoepelend onderwerp
Aantal keer genoemd
Werken met vaste partners
Partners
66
Werken met vast personeel
Personeel
65
Realistische planning
Planning
53
Kwaliteit verhogen van uitvoerend personeel
Personeel
51
Aanbesteden op kwaliteit ipv laagste prijs
Contractvorm
49
Ervaringen andere projecten toepassen/kennisdeling
Ervaring
47
Gezamenlijke planning met andere betrokken partijen
Planning
45
Periodiek overleg met bouwplaatspersoneel
Personeel
45
Gedeelde verantwoordelijkheid door alle partijen in proces
Verantwoordelijkheid
41
Aandacht voor de uitvoerbaarheid in ontwerpfase
Planning
41
Standaardisatie van producten en processen
Innovatie
37
Hoge betrokkenheid opdrachtgever
Verantwoordelijkheid
26
Digitale informatie-uitwisseling (BIM)
Innovatie
20
Bindende prestatiecontracten
Contractvorm
8
Inschakelen onafhankelijke coach
Overig
4
Weet ik niet
Overig
7
Bron: ABN AMRO Business Community, MWM2
21
Een cultuuromslag is lastig, dat geldt zeker voor de
bouwsector. Gedeelde verantwoordelijkheden en
aanbestedingen op kwaliteit in plaats van op prijs
zijn nog lang niet de standaard. Daarom worden
deze zaken ook niet genoemd als oorzaak van de
dalende faalkosten de afgelopen jaren, maar zijn
ze het volgens de deelnemers wel in de toekomst.
Een producent heeft dit overigens al opgepakt:
“We hebben ons personeel meer verantwoordelijk­
heid gegeven en daaraan gekoppeld dat beloningen
worden uitgereikt aan snelle opvolgbare oplossingen,
zodat het personeel gemotiveerd is om mee te
denken over de goedkoopste oplossingen.”
22
Verspilde moeite
INTERVIEW SANDER DE JONG
BEDRIJFSKUNDIG VERANDERMANAGEMENT ROYALHASKONINGDHV
Sander de Jong kijkt als voormalig opdracht­gever
(ING) maar ook als voormalig toeleveran­cier (TBI)
met een iets andere bril naar de bouw­sector. In zijn
visie wordt nog te weinig gekeken naar en gehandeld
in het belang van de eind­gebruiker. “Dat is vreemd
als je beseft dat alle werkzaamheden in het project
ten behoeve van het gebruik door de eindgebruiker
worden uit­gevoerd. De bouwsector moet kijken naar
hoe ze de risico’s kunnen verlagen zodat de project­
investering- en beheerkosten dalen over de hele
levenscyclus van het gebouw.
Dit kan door het eerder betrekken van partijen zoals
afbouw en leveranciers aan de voorkant van het
bouwproces, wat kan zorgen voor lagere kosten.
Een goed prestatiecontract kan hierbij helpen.
De Jong is niet tevreden over het karakter van
prestatie­contracten in Nederland. “In de huidige
vorm straffen de contracten vooral fouten af. Een
positieve vorm kan het verschil maken. Het ‘belonen’
van contractpartners wanneer zij bijvoorbeeld eerder
opleveren of dit tegen lagere kosten of juist hogere
kwaliteit doen, geeft een prikkel om oplossings­
gericht te werken.”
De bouwsector kan volgens De Jong veel leren van
managementtechnieken als Lean, SixSigma en Agile.
Concepten zoals reflecteren, vastleggen en vervolgens
verbeteren worden onvoldoende in de bouw toe­
gepast. “Door tijdgebrek wordt te vaak gestart met
rennen in plaats van nadenken, het doel te bepalen,
te communiceren en dan pas zorgvuldig te handelen,
welke benodigd zijn bij het terugdringen van faalkosten. Bovendien wordt weinig gekeken naar eerder
gemaakte fouten.” Een quick-reference guide met
de grootste en meest voorkomende faalkosten is
eenvoudig op te stellen, maar dit wordt te weinig
gedaan in de sector. De Jong: “Honderd procent
alles uitsluiten zal nooit lukken, maar een aanzienlijke optimalisatie is wel mogelijk mits het continu
wordt ingezet. Je moet continu kritisch blijven en
kunnen bijsturen; niet éénmalig maar als way-ofworking. De hoogte van faalkosten wordt voor­
namelijk in menselijk handelen bepaald.”
De leerpunten volgens Sander de Jong zijn:
1. Houd als ondernemer de grootste- en meest
voorkomende faalkosten bij zodat je tegenmaat-regelen kunt inzetten bij nieuwe projecten.
2. Werk met positieve incentives door te werken
met prestatiecontracten.
3. Beschouw het geheel vanuit een Total Cost of
Ownership (TOC) oogpunt; prestatie op zowel
korte en als lange termijn.
Verspilde moeite
DEELNEMERS POSITIEF OVER TOEKOMSTIGE
ONTWIKKELING FAALKOSTEN
Deelnemers verwachten dat zij de komende drie
jaar de faalkosten binnen hun bedrijf verder kunnen
terugdringen. Maar liefst 48 procent van hen voorziet
een daling in de komende drie jaar, terwijl 34 procent
verwacht dat de faalkosten stabiliseren.
tussen inkopend en uitvoerend personeel.” Planning,
communicatie, overleg en aansturing zijn vaak terug­
kerende thema’s. Aandacht geven aan de faalkosten
zelf komt ook naar voren. Deelnemers zien het aan­
trekken van meer gekwalificeerd personeel maar
beperkt als oplossing vanwege het personeels­tekort.
Gezien de omvang van de faalkosten is het opvallend dat 26 procent van de deelnemers zegt dat
het terugdringen van de faalkosten geen thema is
binnen hun bedrijf. Dat kan te maken hebben met
de hoogconjunctuur, waardoor er minder financiële
noodzaak is om fouten te voorkomen.
De deelnemers die verwachten dat de faalkosten
dalen, noemen hiervoor uiteenlopende maatregelen.
Een hoofdaannemer geeft aan al plannen in gang
te hebben gezet: “We zetten in op structureel overleg
FIGUUR 8. WAAROM GAAN DE FAALKOSTEN DE KOMENDE DRIE JAAR MINDER WORDEN
Acties
Aandeel
Betere communicatie en/of overlegstructuur
16%
Door beleid en/of anders aandacht voor het onderwerp
15%
Betere planning en voorbereiding van projecten
13%
Proces en kwaliteitsverbetering van de bouw
10%
Betere aansturing van projecten
10%
Door investeringen in technische en/of software oplossingen
10%
(Kennis van) het beschikbare personeel
8%
Anders
8%
Reeds ingezette acties
6%
Standaardisatie van de werkzaamheden
4%
Bron: ABN AMRO Business Community, MWM2
23
24
Verspilde moeite
INTERVIEW ARNO VONK
DIRECTEUR IGG BOUWECONOMIE
De oorsprong van de meeste faalkosten ligt volgens
Arno Vonk in de ontwerp- en voorbereidingsfase.
“Je moet binnen het ontwerptraject tijd nemen om
alles goed door te nemen. Is alles goed op elkaar
afgestemd, is er een realistische planning en is er
genoeg aandacht voor de uitvoerbaarheid? Bouw
controlemomenten in. Dit kost op de korte termijn
meer tijd en geld, maar op de lange termijn leidt het
tot winst in tijd en kosten voor alle betrokkenen.” In
de fase voor de bouw kan tegen relatief geringe
kosten en tijd het risico op faalkosten in het bouwtraject fors worden verlaagd. De voorbereidingstijd
en niveau van afstemming in de beginfase zou wat
betreft Vonk dan ook omhoog moeten. In de uitvoerfase heeft de opdrachtgever juist niet te zoeken.
Aanpassingen ‘onderweg’ zijn kostbaarder dan een
goede voorbereiding en mogelijk zelfs duurder dan
het achteraf pas wijzigen.
In de ontwerpfase wordt in veel gevallen snel
doorgewerkt naar een fase waarin alles ‘over de
schutting kan’. Vonk: “De aannemer mag dan na
contracteren snel het technisch ontwerp en bestek
uitwerken en kan het project alvast in zijn orderboek
en planning opnemen.” In tijden met volle orderboeken lijkt dat een slimme zet. Maar volgens Vonk is
dit vaak contraproductief omdat de meeste aannemers vooral gericht zijn op wat er moet worden
gemaakt en niet bezig zijn met de vraag hoe dit het
beste kan worden gedaan. “Uitzonderingen hierop
zijn de aannemers met een eigen ontwikkelingstak.
Zij kennen beide zijden van de tafel.”
Arno Vonk geeft enkele adviezen mee:
1. Zorg ervoor dat de stukken op tijd en compleet zijn.
2. Houd risicodossiers bij, bijvoorbeeld ten aanzien
van het ontwerp en partners.
3. Neem tijd voor het ontwerp, de procesvoorbereiding en reflectie.
Verspilde moeite
VEILIGHEID EN FAALKOSTEN
Tenslotte hebben de respondenten een vraag over
de relatie tussen veiligheid en faalkosten beantwoord. Veel deelnemers zien een verband tussen
hoge veiligheid en lage faalkosten. Maar zij zijn
verdeeld over wat nu precies oorzaak en gevolg is.
Een installateur geeft de complexiteit hiervan aan:
“Bedrijven die de veiligheid beter op orde hebben,
zijn beter georganiseerd, hebben betere medewer-
kers en daardoor ook minder faalkosten.” Opvallend is dat 13 procent van de respondenten stelt
dat veiligheidsnormen juist faalkosten veroorzaken.
In hun ogen dragen veiligheidsnormen niet zonder
meer bij aan een efficiënte en effectieve bouw.
Dit citaat van een van hen maakt deze zorg goed
duidelijk: “Omslachtige, niet-realistische veiligheidsnormen roven tijd en leggen extra druk op
het uitvoeringsproces.”
FIGUUR 9. RELATIE TUSSEN FAALKOSTEN EN VEILIGHEID
Acties
Aandeel
Focus op kwaliteit zorgt voor veiligheid
31%
Veiligheidsnormen leiden tot minder faalkosten
27%
Anders
16%
Veiligheidsnormen leiden tot faalkosten
13%
Tijdsdruk zorgt voor ongelukken én voor faalkosten
9%
Door ongelukken komen meer faalkosten
4%
Bron: ABN AMRO Business Community, MWM2
25
26
Verspilde moeite
INTERVIEW FRANK HEGEMAN EN WILLEM-JAN SCHEPER
DIRECTEUR EN CONTROLLER HEGEMAN
Hegeman geeft aan dat de faalkosten bij zijn bedrijf
lager liggen dan de 10 tot 11 procent die vaak in de
media genoemd worden. Hij geeft aan dat dit onder
andere komt doordat zij relatief hoge Algemene
Bouwplaatskosten hebben. “Hierdoor kan je de
zaken beter voor­bereiden en zijn de faalkosten lager.
Ook BIM en 3D voorkomen faalkosten, want mogelijke fouten en clashes komen in een vroeg stadium
in beeld. Ook bij seriematig bouwen haal je de
fouten er wel uit”, zegt Hegeman.
Binnen Hegeman Bouw wordt een keer per jaar een
presentatie gehouden waar alle technische mensen
een bijdrage aan leveren. Alle ‘foute’ details worden
door de projectteams aangeleverd en onderling
besproken. Er worden dan verbeter­voorstellen
gedaan en de technische mensen herkennen zo
sneller fouten.
Verspilde moeite
27
28
Verspilde moeite
Conclusie en
aanbevelingen
Verspilde moeite
Wij doen vijf aanbevelingen om de faalkosten
binnen het bouwbedrijf te verminderen. Dit zijn
aanbevelingen die voortkomen uit de interviews en
de enquête die wij hebben gehouden. Ze zijn dus
afkomstig van de bouwbedrijven zelf. Het navolgende overzicht bevat aanbevelingen die u kunt
vertalen naar de praktijk van uw eigen organisatie.
2. SAMEN KOM JE VERDER
In een sector waar zoveel partijen één product
maken, is goede samenwerking essentieel. Het
optimaliseren van die samenwerking, binnen en
tussen bedrijven, zorgt voor meer kennisinbreng,
meer betrokkenheid en minder misverstanden
tussen alle partijen. De bedrijven die de enquête
hebben ingevuld, noemen samenwerken met vaste
partners als belangrijkste stap om de faalkosten te
verminderen. Bedrijven die in de crisis vasthielden
aan vaste partners profiteren daar nu van, terwijl
er ook voorbeelden zijn van partijen die het tegenovergestelde deden en daar nu de nadelen van
ondervinden. Het samenbrengen van de belangrijkste partijen in een bouwteam helpt het bouwproces en de planning. Dat vereist wel dat veel
aandacht wordt besteed aan de samenstelling van
het bouwteam en op welk moment in het bouwproces partijen bij elkaar worden gebracht. Het is
dus zaak dat partijen elkaar leren kennen en daar
op voortbouwen.
1. GOEDE VOORBEREIDING IS HET HALVE WERK
Meerdere partijen geven aan dat meer tijd moet
worden besteed aan de startfase: de fase waarin
het ontwerp wordt gemaakt en het project wordt
voorbereid. Meer tijd besteden aan de wensen
van de opdrachtgever, een realistische planning
en identificering van risico’s bij de start van het
proces zorgt voor minder onzekerheid en kosten in
de uitvoeringsfase. Met een goede voorbereiding
worden wijzigingen door de opdrachtgever in de
uitvoeringsfase voorkomen. Juist in die fase werken
wijzigingen zeer verstorend aangezien ze onverwachte kosten, vertragingen, kwaliteitsissues en
dus claims kunnen veroorzaken.
3. OP ERVARING KUN JE BOUWEN
De bouwsector is in korte tijd geconfronteerd met
zowel laag- als hoogconjunctuur. De meest recente
crisis was diep en gaf de bouwsector een flinke tik.
Veel vakmensen verloren hun baan. Veel werknemers
werden zelfstandig. Vooral jonge bouwlieden kwamen
op een zijspoor en de instroom bij opleidingen
droogde op. Door het geringe aantal bouwprojecten
in de crisisjaren hebben dus relatief weinig mensen
ervaring op kunnen doen met opdrachtgeverschap
voor de bouw, bouwwerkzaamheden of risico­
management. Met de omslag in het economisch
tij ondervindt de sector hiervan nog steeds de
gevolgen, zoals blijkt uit de interviews. Wanneer
Faalkosten zijn een vast gegeven in de bouwsector,
of het nu economisch goed gaat of niet. Uit de
enquête blijkt dat 39 procent van de ondervraagde
bedrijven faalkosten heeft van 5 procent of meer van
de aanneemsom. Het bouwproces is complex,
waardoor het lastig is om deze kosten onder controle
te houden. Faalkosten vormen een grote last waar elk
bouwbedrijf vroeg of laat mee te maken krijgt. Door
de faalkosten te verlagen kan het bedrijfsresultaat
aanzienlijk verbeteren, zeker gezien de lage winstmarges in de sector. Kostenbeheersing is een onderwerp dat leeft in de sector. Veel bedrijven doen hun
best om de faalkosten zo laag mogelijk te houden.
29
het ontbreekt aan de juiste ervaring, kennis en
vaar­digheden wordt het risico op fouten vanzelfsprekend groter. Opleiden van werknemers
loont dus.
4. INNOVATIE EN STANDAARDISATIE
Procesoptimalisatie en procesinnovatie, zoals
efficiënter plannen, digitalisering en automatisering,
helpen bij het voorkomen van fouten en het verlagen
van de kosten. De geïnterviewde bedrijven geven
aan dat, hoewel de noodzaak in de huidige hoogconjunctuur laag lijkt, het juist nu van belang is om
verder te innoveren en te verbeteren. Door nu in
te zetten op innovatie zorgen bedrijven voor lagere
(faal)kosten op de langere termijn. De meeste
geïnterviewde bedrijven komen met voorbeelden
van innovatie, terwijl dit bij de geënquêteerde
bedrijven in mindere mate naar voren komt.
Standaardisatie van het proces, product en
project is ook innovatie.
5. DEEL KENNIS MET ELKAAR EN LEER VAN FOUTEN
De geïnterviewde bouwers en adviseurs zien
kansen in het leren van gemaakte fouten. Bedrijven
moeten intern en met hun partners open communiceren over wat fout gaat. Dat betekent dat bedrijven
de tijd moeten nemen om terug te kijken en gedurende het werk al lijsten moeten bijhouden met
de meest voorkomende fouten, bijvoorbeeld per
fase of type project. Ook het verminderen van de
afhankelijkheid van een of enkele personeelsleden
met unieke kennis en vaardigheden zorgt voor een
daling van de faalkosten. Zorg dat hun kennis, ook
over waar het mis kan gaan, gedeeld wordt. Die
kennis is dan meer waard.
30
Verspilde moeite
Appendix 1
Bronvermelding
Verspilde moeite
BouwKennis (2013). Faalkosten. Uitleg, oorzaak, preventie en remedies.
https://www.bouwkennis.nl/wp-content/uploads/2014/03/Faalkosten.pdf
Centraal Bureau voor de Statistiek. www.cbs.nl
Cobouw (2018). Cobouw top 50. https://www.cobouw.nl/cobouw50
Marcel Noordhuis (2015). De waarde van ketensamenwerking. Nyenrode Business Universiteit.
https://www.nyenrode.nl/docs/default-source/pdf’s/pdf’s---faculteit-research/dissertations/dissertation_
marcel-noordhuis.pdf?sfvrsn=879ec414_2
McKinsey (2017). Optimizing performance in infrastructure project delivery.
https://www.mckinsey.com/industries/capital-projects-and-infrastructure/our-insights/optimizingperformance-in-infrastructure-project-delivery
Peter Schoonderbeek (2010). Faalkosten: realistisch te reduceren. Universiteit Twente.
https://essay.utwente.nl/69465/1/Schoonderbeek-Peter.pdf
PwC (2013). Correcting the course of capital projects.
https://www.pwc.com/gx/en/capital-projects-infrastructure/pdf/pwc-correcting-the-course-of-capitalprojects-v3-pdf.pdf
TU Delft (2017). Faalkosten en budgetoverschrijdingen.
https://repository.tudelft.nl/islandora/object/uuid%3A6bf69443-2b8c-457c-89d3-4e7c2fc76e69
USP Marketing Consultancy (2010). Verminder faalkosten met een derde door te evalueren en kennis te delen.
http://persberichten.usp-mc.nl/UserFiles/File/persberichten/mrt10_01.pdf
Vereniging Eigen Huis (2018). VEH: steeds meer gebreken in nieuwbouwwoningen.
https://www.eigenhuis.nl/actueel/2018/06/05/06/00/veh-steeds-meer-gebreken-in-nieuwbouwwoningen#/
https://www.businessballs.com/amusement-stress-relief/tree-swing-cartoon-pictures-early-versions/
http://www.projectcartoon.com/cartoon/2648
31
32
Verspilde moeite
Appendix 2
Onderzoeks­
verantwoording
Verspilde moeite
33
Tussen 4 en 12 maart 2019 is er door MWM2 in opdracht van ABN AMRO een enquête uitgezet onder deelnemers
van de ABN AMRO Business Community, een panel van onderzoeksbureau MWM2 en klanten van ABN AMRO
actief in de bouwsector. Aan deze enquête hebben 151 personen deelgenomen. Hieronder volgt een korte samenvatting van het profiel van de deelnemers.
FIGUUR A1. IN WELKE SECTOR IS UW ORGANISATIE ACTIEF?
% Vastgoed
6
% Bouw
94
Bron: ABN AMRO Business Community, MWM2
FIGUUR A2. IN WELKE ROL BENT U WERKZAAM?
Percentage
Adviseur
11%
Producent
5%
Leverancier
5%
Hoofdaannemer
26%
Installateur
13%
Onderaannemer
21%
Projectontwikkelaar
3%
Anders
17%
Bron: ABN AMRO Business Community, MWM2
FIGUUR A3. WAT IS UW ROL BINNEN UW ORGANISATIE MET BETREKKING TOT DE BESLISSINGEN OVER FINANCIËLE PRODUCTEN
ZOALS BANKZAKEN, VERZEKERINGEN EN ZAKELIJKE LENINGEN?
Ik ben hiervoor
eindverantwoordelijk
59%
Ik ben hiervoor
medeverantwoordelijk
Ik adviseer wel, maar maak niet
de uiteindelijke beslissing
28%
13%
Bron: ABN AMRO Business Community, MWM2
Colofon
Dit rapport is een uitgave van ABN AMRO.
Auteurs
Petran van Heel, Sector Banker Bouw ABN AMRO
Madeline Buijs, sectoreconoom Bouw ABN AMRO
Casper Wolf, sectoranalist Bouw ABN AMRO
Commercieel contact
Petran van Heel, Sector Banker Bouw
E-mail: petran.van.heel@nl.abnamro.com
Geïnterviewden
Casper van Busschbach, Q2 System Engineering
Douwe Idema, Plegt-Vos Infra&Milieu
Frank Hegeman en Willem-Jan Scheper, Hegeman Bouw
Sander de Jong, RoyalhaskoningDHV
Arno Vonk, IGG
Harmen Bunk, Arcadis
Johan de Vries, BOAG Advies en Management
Redactie
Bendert Zevenbergen
Vormgeving
Creativeservices ABN AMRO
Fotoverantwoording
Shutterstock
U kunt deze uitgave vinden op:
https://www.abnamro.nl/nl/zakelijk/insights/
sectoren-en-trends/tag/bouw.html?pos=nav_insights_
sectoren_bouw
Disclaimer
De in deze publicatie neergelegde opvattingen zijn gebaseerd op door ABN AMRO
betrouwbaar geachte gegevens en informatie, die op zorgvuldige wijze in onze analyses
en prognoses zijn verwerkt. Noch ABN AMRO, noch functionarissen van de bank kunnen
aansprakelijk worden gesteld voor in deze publicatie eventueel aanwezige onjuistheden.
De weergegeven opvattingen en prognoses houden niet meer in dan onze eigen visie en
kunnen zonder nadere aankondiging worden gewijzigd. Het gebruik van tekst en/of cijfers
uit deze publicatie is toegestaan mits de bron duidelijk wordt vermeld.
© ABN AMRO 2019
Deze publicatie is alleen bedoeld voor eigen gebruik. Verveelvoudiging en/of openbaarmaking
van deze publicatie is niet toegestaan, behalve indien hiervoor schriftelijk toestemming is
gekregen van ABN AMRO Bank. Teksten zijn afgesloten op 29 maart 2019.
Download