Het gebruik van post-productie scopes Of je nu op pad bent voor een klus of aan het editen/graden bent tijdens de post-productie, het gebruik van videoscopes essentieel wanneer je de best mogelijke beelden wil krijgen. Het gebruik van scopes tijdens productie en post-productie is handig, omdat scopes nooit liegen. In tegenstelling tot een monitor (niet goed gekalibreerd) of je ogen (passen zich aan aan de omgeving en je beeld) kan je scopes altijd vertrouwen omdat ze je feitelijke informatie geven in de vorm van data. In deze lesbrief behandelen we de meest bruikbare scopes tijdens post-productie. Waveform Je waveform laat de helderheid van een beeld zien door middel van IRE-waardes. IRE staat voor Institute of Radio Engineers (een organisatie die de schaling van het lumasignaal ontwikkelde voor het testen van NTSC-videosignalen). Door middel van een grafiek wordt de helderheid getoond. Op de Y as zie je onderaan de 0-waarde (puur zwart) en bovenaan de 100-waarde (puur wit). Alles boven 100 wordt gezien als superlicht en is niet veilig voor opname. Door het analyseren van de waveformonitor kan het contrast worden afgelezen en zonder de beelden te zien bepaald worden of beelden onder- of overbelicht zijn. In tegenstelling tot de histogram en de zebra, zie je bij de waveform wel het volledige helderheid-bereik van je beeld doordat je kan zien waar in het beeld bepaalde helderheidswaardes liggen. De breedte van je waveform, is altijd de breedte van je frame. In de afbeelding hieronder zie je de waveform van een onderbelicht shot. Het maximumniveau van de meest heldere delen in het beeld, liggen rond de 80. De helderste delen in dit shot zijn de wolken, dit betekent dat de wolken niet volledig wit zullen zijn. De donkerste delen in het beeld liggen rond de 5. Dit betekent dat geen deel van het shot volledig zwart is. Dit is bruikbare informatie wanneer we de exposure willen aanpassen. Door de highlights wat omhoog te trekken, de schauwtinten wat omlaag te halen en de midtones helderder te maken, kunnen we de dynamic range van het beeld beter benutten. In de onderstaande afbeelding zie je het resultaat: meer contrast. Niet ieder beeld hoeft een spreiding te hebben van 0 tot 100, maar het blijft vaak wel een goed startpunt. De pieken in je waveform komen overeen met de meest heldere pixels binnen je beeld. RGB-parade De waveform laat alleen de helderheid zien, maar verteld ons niets over de kleuren in je beeld. Wanneer je de kleuren in je beeld neutraal wil maken, gebruik je de RGB-waveform. Die laat niet alleen het contrast, maar ook de levels van individuele kleurkanalen (rood, groen en blauw) zien. Op de Y-as zie je nog steeds de IRE-waarden tussen 0 en 100. Voor een neutrale kleurtemperatuur moeten de grafieken van de drie kleuren er ongeveer hetzelfde uitzien. Als alle drie de kleurniveaus gelijkliggen rond het gebied waar de schaduwen zich bevinden, zullen de zwarte stukken ook daadwerkelijk echt zwart zijn zonder een zichtbare kleurtint. Ditzelfde principe geldt voor de highlights, als er een wit vlak zichtbaar is in een shot dienen de afzonderlijke kleurkanalen min of meer gelijk te liggen. Als dit niet zo is zal het witte gedeelte een bepaalde kleur afgeven. Omdat het verwarrend kan zijn alle drie de kleuren over elkaar te zien, kan je ervoor kiezen de rgb-parade te gebruiken. De rgb-parade laat de drie kleuren naast elkaar zien. In de bovenstaande afbeelding zien we dat de highlights meer rood in zich hebben dan groen en blauw. Daarom heeft het beeld een warme tint. We kunnen ook zien dat de midtones meer blauw dan groen en rood in zich hebben. Daarom heeft de lucht een blauwcyaan tint. Na correctie zien we dat de highlights ongeveer gelijkliggen. Hierdoor oogt het gebouw neutraler. De midtones hebben meer blauw en wat minder rood gekregen, waardoor de lucht dieper blauw oogt. De rgb-parade werkt goed samen met de rgb-curves. In het geval van de afbeelding van de vuurtoren hierboven, kan je door het beeld te bekijken al zien dat er minder rood en meer blauw in moest komen. Door bij de rgb-curves het blauwe kanaal te selecteren en de linkerbovenkant van de curve omhoog te trekken, zie je het resultaat meteen in je rgbparade: de blauwe highlights gaan omhoog en je beeld oogt neutraler. Combineer dit met het naar beneden trekken van de roodtinten in je highlights en je krijgt een beeld wat met een aantal simpele stappen gecorrigeerd is. Vector scope De YC vector scope is de scope die je gebruikt om de hue en saturatie van je kleuren te meten. De afstand tot het centrum verteld hoe gesatureerd je kleuren zijn. Een klein spotje in het midden van je scope, betekend dat het een shot in zwart-wit is. Een signaal dat dicht bij de randen van de cirkel ligt, geeft aan dat je shot veel saturatie in zich heeft. Een vectorscope zegt dus iets over de kleuren in een beeld door te verwijzen naar je color wheel. In een cirkel zie rood, magenta, blauw, cyaan, groen en geel. Het middelpunt van de scope is het beginpunt waarvan de gain (saturatie) van het signaal gemeten wordt. Hoe verder de trace uitwijkt, hoe groter de kleurverzadiging van het signaal. De hoek of richting waar de trace naar uitslaat geeft de kleur weer. De vectorscope wordt gebruikt om de kleurtemperatuur van het videosignaal te bepalen en indien nodig aan te passen. Hoe verder weg de scope uitslaat van het centrum, hoe verzadigder de kleuren zijn in je beeld. Iedere kleur heeft twee vierkantjes naast zich staan. Het binnenste kader is de zogenoemde ‘broadcast safe region’. Wanneer al je waardes binnen deze kaders vallen, ga je geen probleem hebben wanneer je voor tv produceert. De buitenste kaders staat gelijk aan 100 procent verzadiging en kan je ter referentie gebruiken wanneer je iets wil publiceren op het internet. Het laatste wat opvalt aan de vectorscope, zijn de twee lijnen die elkaar kruisen. De lijn die tussen geel en rood loopt, kan je gebruiken om de huidskleur van iemand goed weer te geven. Alle huidskleuren vallen op deze lijn. In welke situaties is het gebruik van een vectorscope handig? • • • Color matching shots: je kan de ene vectorscope van een beeld vergelijken met de vectorscope van een ander beeld. Om de beelden op elkaar te laten lijken, kan je de waarden binnen je vectorscope aanpassen zodat de scope er hetzelfde uit komt te zien. Merken: Wanneer je voor een merk een product filmt, kan je een logo / beeld van dat product op je beeld leggen en de kleurwaarde ter referentie gebruiken voor wat je zelf gefilmd hebt. Zo weet je zeker dat de kleur in je beeld klopt met de kleur van het merk. Huidskleur: Als je mensen filmt, wil je dat ze qua huidskleur op mensen lijken. De vectorscope kan hierbij helpen. Door de huidskleur te isoleren, kan je kijken waar de waardes van die kleur binnen je vectorscope vallen. Indien nodig kan je aanpassingen maken zodat de huidskleur natuurlijk overkomt.