AT - Practice 3 – Beeld compositie A Inleiding Ons oog concentreert zich op een bepaald object en degradeert alles eromheen tot achtergrond. Plaatsing van het object, de vorm, contrast en helderheid van de objecten bepalen vaak wat eerst en wat later wordt gezien. Belangrijk Bekijk ook onderstaande video’s/tutorials: • The Rule of Thirds in 5 minutes | Creating More Dynamic Feeling • 9 composition tips • Visual Storytelling – Philip Bloom/Film Riot • 15 essential camera shots, angles and movements in filmmaking • 003 Composition – Division05 • Composition In Storytelling | Criswell - Zorg dat je de inhoud van de lesbrief begrijpt, kent en kunt toepassen Zorg dat je genoeg oefent (buiten de lessen om) met de verschillende apparatuur Je werkt met erg kostbare en kwetsbare apparatuur, ga hier verstandig en volwassen mee om. Is iets onduidelijk, kapot of ‘vreemd’ aan de apparatuur; geef dit meteen door aan docent en de magazijn medewerkers Inhoud Inhoud = key De belangrijkste vraag die we onszelf steeds moeten stellen is; wat willen we dat de kijker ziet en hoort en daarmee ervaart en voelt? De inhoud (bijvoorbeeld het verhaal) is altijd het belangrijkste gegeven, daarna ga je nadenken over hoe je de inhoud gaat bereiken in welke vorm je dit wilt gaan doen en vervolgens welke technieken je hiervoor kunt inzetten. Inhoud is het belangrijkst. Inhoud leidt tot het nadenken over de vorm en hoe je dit wilt gaan bereiken (de technieken). Beeld compositie Met beeld en geluid vertellen we het (audiovisuele) verhaal. We doen er dus alles aan om met beeld en geluid het juiste verhaal te vertellen. Hoe en waarmee vertel je een verhaal? Dit doe je allereerst door het plaatsen van objecten in je kader. Wat is belangrijk voor de kijker om te zien? Wat is niet belangrijk? Compositie van een beeld is het plaatsen van visuele elementen tot een harmonieuze eenheid, die je doel en het te vertellen verhaal (inhoud) ondersteunt. Omdat er geen vaste wetten bestaan voor wat we mooi of lelijk vinden, is het zaak voor de cinematograaf om per productie een eigen stijl te ontwikkelen. Gevoel voor verhoudingen, ritme, ruimte, kleuren, licht en opbouw van dramatische spanning zijn van groot belang voor de DoP (director of photography/cameraman of vrouw). Hieronder benoemen we verschillende zaken die ingezet kunnen worden (en vaak een belangrijke rol spelen) in hoe de kijker het beeld ervaart. 1. Gulden snede of 1/3 regel (rule of thirds) Een van de meest genoemde regels in de fotografie om het oog van de kijker te leiden naar het meest interessante punt in de foto is “de gulden snede, 1/3 regel, derdenregel, Rule of Thirds”, en misschien zijn er nog wel meer benamingen voor. Ongetwijfeld heb je al eens van deze regel, die al eeuwen geleden door schilders is bedacht, gehoord van andere cinematografen of fotografen. Het idee achter deze regel is dat je kader opgedeeld wordt in 9 gelijke delen (Figuur 1, 2 en 3) door middel van 2 horizontale en 2 verticale lijnen (oftewel het beeld op delen in stuken van 1/3). En wanneer je nu het onderwerp of een deel van de scene op of bij een kruispunt van deze lijnen plaatst leidt je het oog van de kijker door het beeld. Dit geeft dit een beter gebalanceerde compositie. Probeer het maar eens, je zult versteld staan hoe kleinere onderdelen ineens dominant kunnen worden in het grotere geheel! Figuur 1 Figuur 2 Figuur 3 Tevens zijn er ook nog andere hulpmiddelen, denk aan het quadrante systeem. Als je het kader in 4 delen opdeelt: Drive – 2011 En de gouden spiraal – Fibonacci reeks (golden spiral). Zie voor meer informatie deze video. 2. Leidende lijnen en hoekpunten (leading lines of vertices) Een leidende lijn in beeld helpen om de kijker zijn aandacht in het beeld te sturen, het creeert vaak diepte in het beeld. Daarnaast kan het ook kracht en ‘beweging’ creëren, wat bijdraagt aan de energie van het beeld. Een leidende lijn (of lijnen) kunnen vaak bijdragen om de aandacht naar een specifiek punt te leiden. Dit kan subtiel gedaan worden (door het gebruik van de gang en de deuren die leiden tot de twee meisjes). Voorbeeld uit The Shining – 1980. Of zoals het voorbeeld hierboven, waarin een shot uit Taxi Driver – 1976, de kijker expres weg leidt van het hoofdpersonage naar rechts de gang in. Dit geeft niet zowel een krachtig verhalend als een visueel effect. 3. Diagonalen (diagonals) Netzoals leidende lijnen, zijn diagonalen lijnen, lijnen die de kijker leiden over het beeld maar in plaats van dat ze de kijker in je beeld trekken, wordt bij een diagonale lijn je oog over het beeld ‘bewogen’. Je wordt als het ware over het beeld gestuurd waardoor het ‘beweging’ veroorzaakt. Diagonalen lijnen zijn meer intens dan horizontale, ze creeren namelijk een dynamisch effect bij de kijker. Shot uit The Birds – 1963. Gedurende het bovenstaand shot heeft Alfred Hitchcock erg sterk gebruik gemaakt van de diagonale lijnen. Het wordt nog meer versterkt door de contrasten in de lucht en de sterke contouren van de vogels op de kabels. Doe je ogen dicht en probeer het shot nu voor te stellen als de kabels horizontaal door het shot getoond zouden worden… Wat voor resultaat heeft dit op jou? Over het algemeen wordt het gevoel wat je er dan bij krijgt, veel rustgevender, bijna vredig. Doordat de kabels diagonaal lopen, krijgt het een bepaalde spanning en krijgt de kijker het gevoel dat er iets mis is. 4. Framing (‘montuur’ in het frame) Door het gebruiken van een frame (montuur) in een compositie kan je de aandacht nog meer leiden tot je object. Dit kan uiteraard met bestaande objecten (zie onderstaande afbeeldingen), maar zou eventueel ook in de montage (post productie) toegepast kunnen worden. Zie bijvoorbeeld het ‘Mondriaanse’ voorbeeld The Tracey Fragments, klik voor de trailer hier. Het beroemde ‘doorway shot’, klik op afbeelding voor de link naar de scene: Shot uit The Searchers – 1956 Shot uit Scarface (1983) 5. Shot uit Kill Bill Vol.2 (2004) Shot uit The Last Jedi (2017) Vorm, contrast, helderheid en scherpte (shape, contrast, opacity en depth of field) Contrast is één van de meest krachtige middelen waar we ons beeld mee op kunnen bouwen. Onze aandacht gaat heel erg snel uit naar objecten of zaken die met elkaar in contrast staan. Als je contrast opbouwt tussen je onderwerp en de achtergrond, creëer je diepte maar ook laat je zien waar de objecten in de ruimte staan. Hiermee kan je de kijker dus oriënteren in de ruimte. Veel van alle bovenstaande voorbeelden bevatten grote verschillen in contrasten (bijvoorbeeld in donker – licht en kleurgebruik). Uiteraard is een zeer belangrijk middel het gebruik in scherptediepte contrast. Denk hierbij aan waar ligt de scherpte (en de onscherpte). Tevens kan je hier een dramatisch effect bereiken. Zie lesbrief 3 – Beeld Compositie B voor meer informatie over de scherpte diepte werking. Acht koppen Houtsnede – Escher (1922) Een mooie vrouw en een heks, zie jij ze allebei? 6. Haal je onderwerp dichtbij of plaats deze juist verder weg Volgens vele theorieën bepaalt de grootte van het onderwerp/object binnen je frame (beeldkader) hoe belangrijk deze is. Hoe groter; hoe belangrijker en hoe kleiner; hoe minder belangrijk het object een rol speelt of heeft. Tevens is het ook zo dat de kijker vaak eerst zal kijken naar grote objecten in het kader. Onthoud wel dat negatieve ruimte, dus de ruimte waar ‘niks’ in te zien is, ook een heel belangrijke rol heeft. Dit kan er juist voor zorgen dat het object waar het om moet draaien nog ‘krachtiger’ wordt, dus heeft de negatieve ruimte een versterkende rol. Een close up is bijvoorbeeld krachtiger na het zien van eerst meerdere wide (wijde/totaal) shots dan een non-stop sequence van alleen maar close-ups. De afwisseling en toepassing hiervan zorgt dat het zijn belang niet verliest. Shot uit True Grit – 2010 Shot uit Star Wars , A New Hope - 1977 De vaas en de twee hoofden, gebruik van contrast en ruimte 7. Oog centreren (center dominant eye) Als je het dominante oog van je portretteerde (hoofdpersoon) in het midden van het frame plaatst, heeft de kijker het gevoel dat het oog je volgt. Deze techniek wordt erg veel gebruikt in de fotografie. Zie onderstaande voorbeelden van Eric Kim en Steve McCurry 8. Patronen Mensen zijn van nature geïnteresseerd in patronen. Misschien houden we onbewust niet van ‘chaos’. Als er dus gebruik wordt gemaakt van repeterende voorwerpen of patronen heb je meteen de aandacht van de kijker. Als je dit patroon dan ook nog doorbreekt, kun je je beeld interessant maken voor de kijker. Shot uit Garden State - 2004 Shot uit Hero - 2002 Patronen kunnen natuurlijk ook herhaald worden gedurende je video. Denk aan een scene waarin je steeds bepaalde handelingen en shots herhaalt. Zo wordt de kijker ook deelgenoot van dit patroon en zou je na het een paar keer herhaalt te hebben juist kunnen stoppen om zo een belangrijke verandering in het patroon (verhaal) aan te geven. Door zo gebruik te maken van een bepaalde vorm (en techniek) heeft het voor de kijker veel meer impact dan het ‘gewoon’ te vertellen. 9. Symmetrie Zoals we van patronen houden, houden we ook van symmetrie. Onderzoekers zijn er nog niet precies uit waarom mensen zo van symmetrie houden, maar verschillende testen hebben wel uitgewezen dat symmetrische gezichten als ‘aantrekkelijker’ worden waargenomen dan gezichten die dit in mindere mate hebben. Balans in het beeld zal een bepaalde rust brengen. Grote contrasten en onbalans zal voor een gevoel van chaos zorgen. Een regisseur die bekend staat om het verwerken van symmetrie in zijn films is Wes Anderson: Camera standpunten Normale ooghoogte Alles wat hoger is dan het standpunt van de camera (lens), steekt boven de horizon uit. Alles wat lager of kleiner is, blijft onder de horizon. Ooghoogte Kikvorsperspectief Als je je objecten vanuit een laag camerastandpunt filmt, noem je dit kikvorsperspectief. Dit maakt je personage groter of machtiger, je kijkt dus letterlijk tegen ze op. De horizon bevindt zich dan ook zeer laag in het shot. Vrijwel alles steekt boven de horizon uit: Kikvorsperspectief – shot uit Inglourious Basterds – 2009 Vogelvluchtperspectief Als je je objecten vanuit een hoog perspectief filmt (zoals een vogel het bekijkt) noem je dit vogelperspectief of vogelvluchtperspectief. Je object lijkt nu kleiner, dus voor de kijker lijken ze zwakker. De horizon bevindt zich hoog in het shot. Vogelperspectief – shot uit The Grand Budapest Hotel - 2014 Point of view (POV) Point of view; oftewel het punt waarvan je kijkt. Je bekijkt de scene door de ogen van het personage. Je ziet de wereld zoals hij, zij of soms een object het ziet. Klik hier voor een voorbeeldvideo met shots uit de serie Breaking Bad die alleen maar Point of Views zijn. Let wel op dat je een POV altijd goed introduceert en afsluit. Over the Shoulder (OVT) Bij dit camerastandpunt film je over iemand zijn/haar schouder. Dit wordt veelal gebruikt bij dialogen, waarin bijvoorbeeld wee personen met elkaar praten. OVT Shot uit Titanic – 1997 OVT Shot uit Westworld - 2016 OVT Shot uit Harry Potter – 2010 Bovenstaande zaken kunnen hopelijk leiden tot een eigen, creatieve vertaalslag van je audiovisuele producties zodat de inhoud goed overkomt bij de kijker. Belangrijk is dan ook dat je zelf vooral veel gaat bekijken en analyseren. Denk hierbij aan series, reportages, films, documentaires, meer camera registraties (bijvoorbeeld talkshows, concerten), videoclips, corporate video’s (commercials, wervingvideo’s) etc. Om vervolgens zelf te gaan experimenteren en te oefenen. Op de volgende pagina zijn belangrijke beeldkaders terug te vinden. Beeldkaders Belangrijk is dat we allemaal dezelfde taal spreken in het uitvoeren van de shots. Hiervoor is het belangrijk dat je de Nederlandse en Engelse benamingen kent. Nederlandse afkorting Nederlandse benaming Engelse afkorting Engelse benaming GR. TOT TOT ½ TOT RUIM MED MED CL. MED RCU CU GR. CU DETAIL Groot totaal Totaal Half totaal of Ten Voeten Uit (TVU) Ruim medium Medium Close medium Ruim close-up Close-up Grote close-up Detail of Extreem close-up ELS LS MLS KS MS MCU WCU CU BCU ECI Extra Long Shot / Extreme Long Shot Long Shot Medium Long Shot Knee ¾ Shot / Plan American Medium Shot Medium Close Up Wide Close Up Close Up Big Close Up Extreme Close Up