Doel: prijsstabiliteit= stijging consumptieprijzen 2% per jaar
Iets inflatie is gewenst zodat consumenten blijven besteden als ze verwachten dat alles duurder
wordt
Hoge inflatie is ongewenst omdat de koopkracht wordt aangetast.
Deflatie is ongewenst omdat consumenten aankopen gaan uitstellen als ze verwachten dat alles
goedkoper wordt.
Rentebeleid:
ECB banken worden minder liquide banken moeten geld lenen bij ECB ECB vraagt rente aan
de bank banken bereken rente door aan leners.
Bij laagconjunctuur met te lage inflatie
ECB vermindert de rente gezinnen en bedrijven lenen meer bestedingen gaan omhoog
Bij hoogconjunctuur met hoge inflatie
ECB verhoogt de rente gezinnen en bedrijven lenen minder bestedingen gaan omlaag.
Kwantitatieve verruiming
ECB koopt obligaties e.d. van banken banken groter tegoed bij ECB banken meer liquide
banken kunnen meer geld uitlenen.