We kunnen concluderen dat de summiere rechtspleging volgende knelpunten heeft. Deze knelpunten verklaren het beperkt succes van deze procedure:1 Enkel van toepassing op vorderingen voor geldsommen tot 2 500 euro; moet gestaafd zijn door een geschrift dat uitgaat van de schuldenaar, waardoor de schuld zelfs niet kan bewezen worden via een door een handelaar aangenomen factuur; tussenkomst van een advocaat is vereist, wat aanzienlijke meerkosten veroorzaakt de voorlopige tenuitvoerlegging van het vonnis is niet mogelijk. Een voorafgaande aanmaning is vereist; te hoge gerechtskosten, waardoor men liever beroep doet op incassobureaus. Bovenstaande knelpunten zorgen ervoor dat proceseconomisch gezien voor bepaalde zaken vorderen te duur is. Na het maken van een kosten-batenanalyse valt dit vaak negatief uit voor de schuldeiser. Deze knelpunten moeten zoveel mogelijk vermeden worden om het verhaal van de IOS-procedure succesvoller te maken dan dat van de summiere rechtspleging. Ten eerste is het bedrag in de IOS-procedure onbepaald. Ook liggen de kosten van de nieuwe procedure lager dan die van de summiere rechtspleging. Dit komt door het wegvallen van de gerechtskosten en dergelijke. Als de kost van een advocaat is het gros van de zaken ook zou verdwijnen zou de procedure gebruikt kunnen worden voor steeds kleinere bedragen. Tot slot is de procedure voor handelaars veel toegankelijker geworden. Bij de summiere rechtspleging moest de procedure gestaafd worden door een geschrift van de schuldenaar en was een voorlopige tenuitvoerlegging niet mogelijk. 1 X, Vlaams centrum schuldbemiddeling: De invoering van het betalingsbevel in België: Onderzoek, bedenkingen en oproep, 2009,p2.