Uploaded by Alpha Johns

BasisboekBE Docentenuitw druk11

advertisement
Auteurs: Wim Koetzier, Rien Brouwers en Olaf Leppink
www.basisboekbe.noordhoff.nl
isbn: 9789001889173
© 2018 Noordhoff Uitgevers bv
Basisboek Bedrijfseconomie
Docentenuitwerkingen bij de 11e druk
Docenten – Uitwerkingen van de opgaven |
1
Auteurs: Wim Koetzier, Rien Brouwers en Olaf Leppink
www.basisboekbe.noordhoff.nl
isbn: 9789001889173
© 2018 Noordhoff Uitgevers bv
Deel 1
Bedrijfseconomie en
onderneming
Docenten – Uitwerkingen van de opgaven |
2
Auteurs: Wim Koetzier, Rien Brouwers en Olaf Leppink
www.basisboekbe.noordhoff.nl
1
isbn: 9789001889173
© 2018 Noordhoff Uitgevers bv
Ondernemingen en hun functie
in de economie
V1.1
1
2
3
Accountantskantoor
Juwelier
Supermarkt
V1.2 a
Vordering voor de bank:
4
5
6
Tabaksgroothandel
Touringcarbedrijf
Steenfabriek
€80.000
Opbrengst voor de bank:
Ondernemingsbezittingen
Inventaris
€30.000
Bestelauto
€10.000
Voorraad computers
€30.000 – €20.000 =
€10.000
€50.000
Privébezittingen
Spaarrekening Groen
€5.000
Auto De Bruin
€8.000
€13.000
€63.000
Verlies bank
b
V1.3 a
€17.000
Nu is Groen niet met zijn privévermogen aansprakelijk. De spaarrekening
blijft buiten bereik van de bank, dus is het verlies voor de bank €22.000.
Winst
Af: ondernemersaftrek
€170.000
€7.280
€162.720
Af: winstvrijstelling (14%)
€22.781
Belastbare winst
Schijf 1: 36,55%
€139.939
€7.361
Schijf 2/3: 40,85%
€19.756
Schijf 4: 51,95%
€37.108
Totaal
€64.225
Af: heffingskortingen
Algemene heffingskorting
€0
Arbeidskorting
€0
€0
Te betalen inkomstenbelasting
€64.225
Docenten – Uitwerkingen van de opgaven |
3
Auteurs: Wim Koetzier, Rien Brouwers en Olaf Leppink
www.basisboekbe.noordhoff.nl
b
V1.7 a
b
Inkomen voor belasting
Inkomstenbelasting
€ 170.000
€
64.225
Netto-inkomen
€ 105.775
isbn: 9789001889173
© 2018 Noordhoff Uitgevers bv
Bij de vennootschap onder firma zijn de partners hoofdelijk aansprakelijk
voor de schulden, bij de bv zijn ze niet in privé aansprakelijk.
Winstaandeel per partner
€100.000
Af: ondernemersaftrek
€7.280
€92.720
Af: winstvrijstelling (14%)
€12.981
Belastbare winst
€79.739
Schijf 1: 36,55%
Schijf 2/3: 40,85%
Schijf 4: 51,95%
€7.361
€19.756
€5.835
Totaal
€32.952
Af: heffingskortingen
Algemene heffingskorting
Arbeidskorting
€0
€842
€842
c
Inkomstenbelasting per
partner
€32.110
Totale inkomstenbelasting
€64.220
Vennootschapsbelasting:
Winst voor aftrek van salaris
€200.000
Salaris beide partners
€168.000
Winst bv
€32.000
Vennootschapsbelasting (20%)
€6.400
Inkomstenbelasting:
Brutosalaris per partner
Schijf 1: 36,55%
Schijf 2/3: 40,85%
Schijf 4: 51,95%
€70.000
€7.361
€19.756
€775
Totaal
€27.892
Af: heffingskortingen
Algemene heffingskorting
Arbeidskorting
€0
€1.922
€1.922
Inkomstenbelasting per partner
€25.970
Docenten – Uitwerkingen van de opgaven |
4
Auteurs: Wim Koetzier, Rien Brouwers en Olaf Leppink
www.basisboekbe.noordhoff.nl
isbn: 9789001889173
© 2018 Noordhoff Uitgevers bv
Totaal belastingen
d
€58.340
Belastingen vennootschap onder firma
Belastingen bv
€64.220
€58.340
Verschil
€5.880
Elke euro dividend kost €0,25 inkomstenbelasting.
Uit te keren dividend = 5.880 / 0,25 =
e
€23.520
Winst voor vennootschapsbelasting
Vennootschapsbelasting
€32.000
€6.400
Nettowinst
€25.600
Dividenduitkering
€23.520
Winstreservering
€2.080
V1.9 a
Bedrag
Tarief
Af te dragen
omzetbelasting
Levering aan Polis
€2.000
21%
€420
Levering aan Tempo
€3.500
21%
€735
Levering aan Soleil
€1.500
0%
Levering aan particulieren
€12.000
21%
€2.520
€3.675
Terug te
vorderen
Bedrag
Tarief
Inkoop bij Negotie
€15.000
21%
Inkoop bij Bürosachen
€5.000
0%
omzetbelasting
€3.150
€3.150
Per saldo te voldoen
b
€525
Polis is als verzekeringsmaatschappij vrijgesteld van omzetbelasting. Dat
betekent dat Polis de door Presse Papier doorberekende omzetbelasting
niet kan terugvorderen.
Tempo kan de door Presse Papier doorberekende omzetbelasting
terugvorderen.
Soleil is bij invoer in België omzetbelasting verschuldigd, maar kan deze
weer terugvorderen.
De particuliere afnemers kunnen de door Presse Papier doorberekende
omzetbelasting niet terugvorderen.
Docenten – Uitwerkingen van de opgaven |
5
Auteurs: Wim Koetzier, Rien Brouwers en Olaf Leppink
www.basisboekbe.noordhoff.nl
C1.1
isbn: 9789001889173
© 2018 Noordhoff Uitgevers bv
Aansprakelijkheid
• Eenmanszaak: ook met privévermogen
• vof: hoofdelijke aansprakelijkheid
• bv: niet met privévermogen aansprakelijk
Continuïteit
• Eenmanszaak: staat of valt met persoon eigenaar.
• vof: wegvallen vennoot kan opgevangen worden door de andere, maar
wel meer kans op ruzie.
• bv: in principe scheiding leiding en eigendom, maar in dit geval toch
grote afhankelijkheid van DGA.
Publicatieplicht
• Eenmanszaak: Geen publicatieplicht
• vof: geen publicatieplicht
• bv: wel publicatieplicht
Fiscale positie
• Eenmanszaak: over de winst wordt bij de eigenaar in box 1
inkomstenbelasting geheven; eigenaar heeft ondernemersfaciliteiten.
• vof: over de winstaandelen wordt bij de vennoten in box 1
inkomstenbelasting geheven; eigenaren hebben
ondernemersfaciliteiten.
• bv: over de winst wordt bij de bv vennootschapsbelasting geheven;
over het salaris wordt bij de directeuren in box 1 inkomstenbelasting
geheven; over het dividend wordt bij de aandeelhouders in box 2
inkomstenbelasting geheven.
Docenten – Uitwerkingen van de opgaven |
6
Auteurs: Wim Koetzier, Rien Brouwers en Olaf Leppink
www.basisboekbe.noordhoff.nl
2
isbn: 9789001889173
© 2018 Noordhoff Uitgevers bv
Bedrijfseconomische
vakgebieden en functies
V2.1 a
Financiering
Investeringsselectie
Financieringswijze
Betalingsverkeer
b
Management accounting
Kostprijsbepaling
Interne winstbepaling
Budgettering
c
d
e
Financial accounting
Externe winstbepaling
Commerciële economie
Vier P’s
Concurrentie
Promotionele activiteiten
Ondernemingsrecht
Rechtsvormen
Keuze machines/capaciteitsgrootte
Koop of lease
Indien koop: extra eigen vermogen of
extra vreemd vermogen
Indien lease: welke looptijd/welke
rentevaste periode
Afrekening in euro’s of roepia's
Indien roepia's: afdekken valutarisico of
niet
Vaststellen kostprijs kruidenmengsels:
van belang vaste kosten versus variabele
kosten, directe kosten versus indirecte
kosten
Leggen van relatie tussen afzet en winst
(profit-volumechart)
Bepalen grootte afzet waarbij quitte
gespeeld wordt (BEP)
Afstemmen inkopen op productie en
productie op afzet
Al of niet activeren van merknaam
Voorraadwaardering in gepubliceerde
balans
Indien leasing van productiemiddelen: al
of niet activeren
Positionering kruidenmengsels
of prijs of kwaliteit
Selectie van distributiekanaal
(supermarkten of misschien toch beter
via speciaalzaken?)
Productieactiviteiten in afzonderlijke bv?
Van belang in verband met
aansprakelijkheid/doorwerking
faillissement.
Docenten – Uitwerkingen van de opgaven |
7
Auteurs: Wim Koetzier, Rien Brouwers en Olaf Leppink
www.basisboekbe.noordhoff.nl
Leverings- en
betalingsvoorwaarden
f
Belastingrecht
Vennootschapsbelasting
Omzetbelasting/invoerrechten
isbn: 9789001889173
© 2018 Noordhoff Uitgevers bv
Welke juridische afspraken worden met
de Indonesische leverancier gemaakt?
Zijn er fiscale faciliteiten voor nieuwe
ondernemingsactiviteiten?
Welke procedures gelden er voor de
invoer van de kruiden?
Docenten – Uitwerkingen van de opgaven |
8
Auteurs: Wim Koetzier, Rien Brouwers en Olaf Leppink
www.basisboekbe.noordhoff.nl
3
isbn: 9789001889173
© 2018 Noordhoff Uitgevers bv
Financiële overzichten
V3.1 a
b
Balans 1 januari 2017 (in euro’s)
Keukenapparatuur
10.000 Eigen vermogen
Overige inventaris
5.000
Vooruitbetaalde huur
40.000
Liquide middelen
3.000
58.000
Resultatenrekening 2017 (in euro’s)
Omzet
Kostprijs omzet
Huurkosten
Loonkosten
Afschrijvingskosten keukenapparatuur
Afschrijvingskosten overige inventaris
Energiekosten
Overige kosten
58.000
58.000
100.000
38.000
20.000
20.000
1.250
1.000
4.800
10.000
95.050
4.950
c
Balans 31 december 2017 (in euro’s)
Keukenapparatuur
8.750 Eigen vermogen
Overige inventaris
4.000 Crediteuren
Voorraad
2.000 Nog te betalen bedragen
Debiteuren
2.500
Vooruitbetaalde huur
20.000
Liquide middelen
31.900
69.150
Liquide middelen (in euro’s)
Beginsaldo
Ontvangsten verkopen
Inkopen
Loon
Energie
Overige kosten
Eindsaldo
3.000
97.500
35.000
20.000
3.600
10.000
31.900
Aansluiting balans-resultatenrekening:
Eigen vermogen 21/12
Eigen vermogen 1/1
Vermogensvooruitgang = winst
62.950
58.000
4.950
62.950
5.000
1.200
69.150
+
–
–
–
–
Docenten – Uitwerkingen van de opgaven |
9
Auteurs: Wim Koetzier, Rien Brouwers en Olaf Leppink
www.basisboekbe.noordhoff.nl
V3.3 a
isbn: 9789001889173
© 2018 Noordhoff Uitgevers bv
Resultatenrekening 2017 (in euro’s)
Opbrengst verkopen
Inkoopwaarde verkopen
Huurkosten
Schade tv
147.000
73.000
74.000
15.000
1.250
16.250
57.750
Opbrengst verkopen (in euro’s)
Ontvangsten
Debiteuren 1/1
Debiteuren 31/12
Inkoopwaarde verkopen (in euro’s)
Inkopen
Beginvoorraad
Eindvoorraad
b
c
V3.6 a
b
134.000
16.000
29.000
147.000
–
+
57.000
39.000
23.000
73.000
+
–
Balans 31 december 2017 (in euro’s)
Voorraad
23.000 Eigen vermogen
Debiteuren
29.000
Vooruitbetaalde huur
30.000
Liquide middelen
90.750
172.750
Liquide middelen (in euro’s)
Beginsaldo
Ontvangsten verkopen
Inkopen
Erfenis
Schade tv
Huur
Eindsaldo
50.000
134.000
57.000
10.000
1.250
45.000
90.750
Eigen vermogen 31/12
Eigen vermogen 1/1
Vermogensvooruitgang
Kapitaalstorting
Winst
172.750
105.000
67.750
10.000
57.750
172.750
172.750
+
–
+
–
–
–
Jaarlijkse afschrijving = €50.000 / 5 = €10.000
Jaarlijkse winst voor belastingen = €210.000 – €10.000 = €200.000
Jaarlijkse vennootschapsbelasting = 20% × €200.000 = €40.000
Afschrijving jaar 1 = €100.000
Docenten – Uitwerkingen van de opgaven |
10
Auteurs: Wim Koetzier, Rien Brouwers en Olaf Leppink
www.basisboekbe.noordhoff.nl
isbn: 9789001889173
© 2018 Noordhoff Uitgevers bv
Vennootschapsbelasting jaar 1 = 20% × (€210.000 – €100.000) =
€22.000
Afschrijving jaar 2 t/m 5 = €0
Vennootschapsbelasting jaar 2 t/m 5 = 20% × €210.000 = €42.000
c
C3.1
Het totale afschrijvingsbedrag over 5 jaar is bij beide methoden gelijk en
dat geldt dus ook voor de te betalen vennootschapsbelasting. Door de
vervroegde afschrijving is de winst in jaar 1 lager en latere jaren hoger en
dit geldt ook voor het te betalen belastingbedrag. Het later betalen van de
vennootschapsbelasting is aantrekkelijk vanuit oogpunt van tijdvoorkeur.
Bedragen in euro’s
Opbrengsten
Bijdrage cursisten
Subsidie gemeente
Subsidie ministerie
Entreegelden exposities
Giften van particulieren
Sponsoring bijdragen
Diversen
57.250
20.000
5.000
2.250
1.500
10.000
2.500
98.500
Kosten
Huur van het gebouw
Salaris beheerder
Vergoedingen aan cursusleiders
Afschrijving oven
Materiaalverbruik
Energie en water
Bestuurskosten
Schoonmaakkosten
Verzekeringen
Diversen
Totaal
Exploitatieresultaat (winst)
9.000
35.000
12.500
2.500
6.950
7.250
1.550
4.500
3.500
2.500
85.250
13.250
Docenten – Uitwerkingen van de opgaven |
11
Auteurs: Wim Koetzier, Rien Brouwers en Olaf Leppink
www.basisboekbe.noordhoff.nl
4
isbn: 9789001889173
© 2018 Noordhoff Uitgevers bv
Ondernemingsplan
V4.1 a/b Investeringsplan (in euro’s)
Auto
Liquide middelen
20.000
20.000
40.000
Financieringsplan (in euro’s)
Aandelenkapitaal
Financieringsgat
c
40.000
0
Verwachte resultatenrekening (in euro’s)
Omzet
Huur
36.000
Afschrijving kantoorinrichting
3.000
Afschrijving auto
5.000
Kantoorartikelen
6.000
Salaris Lippens
96.000
Salaris secretaresse
10.000
Rente
1.000
162.000
157.000
5.000
Omzet (in euro’s)
6 × 8.000 + 6 × 15.000 =
12 × 2.000
d
138.000
24.000
162.000
Liquiditeitsbegroting (in euro’s)
Beginsaldo
20.000
Verwachte ontvangsten
162.000 – 15.000
Verwachte uitgaven
Kantoorinrichting
Huur
Kantoorartikelen
Salaris Lippens
Salaris secretaresse
Rente
Verwacht eindsaldo
147.000
167.000
15.000
36.000
6.000
96.000
10.000
1.000
164.000
3.000
Docenten – Uitwerkingen van de opgaven |
12
Auteurs: Wim Koetzier, Rien Brouwers en Olaf Leppink
www.basisboekbe.noordhoff.nl
e
Begrote balans 31 december 2018 (in euro’s)
Auto
15.000 Aandelenkapitaal
40.000
Kantoorinrichting
12.000 Winst
5.000
Debiteuren
15.000
Betaalrekening
3.000
45.000
45.000
V4.3 a
Pand
Inventaris
Bestelauto
Voorraad
Kas
b
isbn: 9789001889173
© 2018 Noordhoff Uitgevers bv
Balans 1 januari 2018 (in euro’s)
500.000 Eigen vermogen
107.500 Hypothecaire lening
35.000 Lening vader
150.000 Leverancierskrediet
5.000 Rekening courant bank
797.500
Begrote resultatenrekening 2018 (in euro’s)
Omzet
Inkoopwaarde omzet
805.000
Exploitatiekosten
120.000
Afschrijving pand
20.000
Afschrijving inventaris
10.000
Afschrijving bestelauto
10.000
Rentekosten
41.200
80.000
350.000
200.000
150.000
17.500
797.500
1.100.000
1.006.200
93.800
Inkoopwaarde omzet
Gereedschap
Hout, houtproducten
Verf, ijzerwaren e.d.
Rentekosten
Hypotheek
Lening vader
Rekening courant
c
65% van 500.000 =
80% van 300.000 =
80% van 300.000 =
8% van 350.000 =
6% van 200.000 =
Liquiditeitsbegroting (in euro’s)
Beginstand rekening courant
28.000
12.000
1.200
41.200
−17.500
Verwachte ontvangsten
Ontvangsten van afnemers
Verwachte uitgaven
Crediteuren
Exploitatiekosten
Intrest
Aflossing
325.000
240.000
240.000
805.000
1.078.000
1.060.500
854.375
120.000
41.200
34.000
Docenten – Uitwerkingen van de opgaven |
13
Auteurs: Wim Koetzier, Rien Brouwers en Olaf Leppink
www.basisboekbe.noordhoff.nl
isbn: 9789001889173
© 2018 Noordhoff Uitgevers bv
1.049.575
+10.925
Verwacht eindsaldo
Ontvangsten van afnemers
1.100.000 – 24% van 1.100.000/12 = 1.078.000
Betaling crediteuren
150.000 + 10,5/12 × 805.000 = 854.375
d
V4.5 a
Balans 31 december 2018 (in euro’s)
Pand
480.000 Eigen vermogen
Inventaris
97.500 Hypothecaire lening
Bestelauto
25.000 Lening vader
Voorraad
150.000 Crediteuren
Debiteuren
22.000 Winst
Rekening courant
10.925
Kas
5.000
790.425
80.000
336.000
180.000
100.625
93.800
790.425
Vermogensbehoefte per 1 januari 2018 (in euro’s)
Pand
429.500
Inventaris
166.000
Beginvoorraad
71.500
Liquide middelen
8.000
675.000
Beginvoorraad:
1/12 × 60% van 1.430.000 = 71.500
b
Eigen vermogen + achtergestelde lening = 20% geïnvesteerde vermogen
€100.000 + achtergestelde lening = 20% van €675.000
Achtergestelde lening = €135.000 – €100.000 = €35.000
c
Benodigd krediet in rekening courant (in euro’s)
Vermogensbehoefte
675.000
Eigen vermogen
100.000
Borgstellingskrediet
72.000
Hypothecaire lening 70% van 429.500 = 300.650
Leverancierskrediet
71.500
Banklening
70.000
Achtergestelde lening
35.000
649.150
Rekening courant
25.850
Docenten – Uitwerkingen van de opgaven |
14
Auteurs: Wim Koetzier, Rien Brouwers en Olaf Leppink
www.basisboekbe.noordhoff.nl
d
isbn: 9789001889173
© 2018 Noordhoff Uitgevers bv
Begrote resultatenrekening 2018 (in euro’s)
Omzet
Inkoopwaarde omzet 60% × 1.430.000 =
Afschrijvingskosten
Rentekosten
Overige exploitatiekosten
1.430.000
858.000
35.000
60.000
397.000
1.350.000
80.000
e
Liquiditeitsbegroting 2018 (in euro’s)
Beginsaldo
−25.580
Verwachte ontvangsten
Uit verkopen 1.430.000 – 33.000
Verwachte uitgaven
Inkopen
Rente
Aflossing
Overige exploitatiekosten
Privéopnames
858.000
60.000
37.000
397.000
35.000
1.387.000
−15.580
Verwacht eindsaldo
C4.1 a
1.397.000
1.371.420
Benodigd vermogen (in euro’s)
Pand
Machines
Inventaris
Beginvoorraad meubels
Beginvoorraad hout
Beschikbaar vermogen (in euro’s)
Opbrengst huis
Spaargeld
Lening neef
200.000
75.000
30.000
50.000
10.000
365.000
60.000
25.000
50.000
135.000
230.000
Tekort
b1 Investeringsbegroting per 1 januari 2018 (in euro’s)
Vaste activa:
Pand
200.000
Machines
85.000
Inventaris
30.000
Vlottende activa:
Voorraad meubels1
Voorraad hout2
Vorderingen
26.460
1.680
0
Docenten – Uitwerkingen van de opgaven |
15
Auteurs: Wim Koetzier, Rien Brouwers en Olaf Leppink
www.basisboekbe.noordhoff.nl
Kas
Totaal
1
2
isbn: 9789001889173
© 2018 Noordhoff Uitgevers bv
5.000
348.140
2/12 × 70% × 0,9 × 252.000
2/12 × 40% × 0,1 × 252.000
b2 Financieringsplan per 1 januari 2018 (in euro’s)
Financieringsbehoefte
Af: beschikbaar eigen vermogen 3
Behoefte aan vreemd vermogen
Beschikbaar vreemd vermogen:
Op lange termijn:
Lening neef
Hypotheek
348.140
95.000
253.140
50.000
150.000
Op korte termijn:
Leverancierskrediet inventaris
Leverancierskrediet inkopen4
30.000
22.512
252.512
628
3
4
10.000 + 60.000 + 25.000
80% × (26.460 + 1.680)
b3 Liquiditeitsbegroting 2018 (in euro’s)
Jan.
Ontvangsten:
Contante verkopen
Verkopen op rekening
Totaal
Uitgaven:
Inkopen contant
Inkopen op rekening
Betaling inventaris
Exploitatiekosten
Openingskosten
Privé
Rente lening neef
Rente hypotheek
Aflossing hypotheek
Rente bankkrediet
Totaal
Netto-ontvangsten
Bankkrediet begin
maand
14.700
14.700
2.8145
30.000
1.250
5.000
2.000
Febr.
Maart
April
Mei
Juni
14.700
6.300
21.000
14.700
6.300
21.000
14.700
6.300
21.000
14.700
6.300
21.000
14.700
6.300
21.000
2.814
22.512
2.814
11.2566
2.814
11.256
2.814
11.256
2.814
11.256
1.250
1.250
1.250
1.250
1.250
2.000
2.000
2.000
2.000
2.000
5.625
41.064
1387
28.714
308
17.628
330
17.650
297
17.617
263
23.208
−26.364
628
−7.714
26.992
3.372
34.706
3.350
31.334
3.383
27.984
−2.208
24.601
Docenten – Uitwerkingen van de opgaven |
16
Auteurs: Wim Koetzier, Rien Brouwers en Olaf Leppink
www.basisboekbe.noordhoff.nl
Bankkrediet eind
maand
26.992
Juli
Ontvangsten:
Contante verkopen
Verkopen op rekening
Totaal
Uitgaven:
Inkopen contant
Inkopen op rekening
Betaling inventaris
Exploitatiekosten
Openingskosten
Privé
Rente lening neef
Rente hypotheek
Aflossing hypotheek
Rente bankkrediet
Totaal
Netto-ontvangsten
Bankkrediet begin
maand
Bankkrediet eind
maand
5
6
7
b4
34.706
Aug.
isbn: 9789001889173
© 2018 Noordhoff Uitgevers bv
31.334
Sept.
27.984
Okt.
24.601
Nov.
26.809
Dec.
14.700
6.300
21.000
14.700
6.300
21.000
14.700
6.300
21.000
14.700
6.300
21.000
14.700
6.300
21.000
14.700
6.300
21.000
2.814
11.256
2.814
11.256
2.814
11.256
2.814
11.256
2.814
11.256
2.814
11.256
1.250
1.250
1.250
1.250
1.250
1.250
2.000
2.000
2.000
2.000
2.000
257
17.577
251
17.571
217
17.537
182
17.502
147
17.467
2.000
2.500
5.625
5.000
112
30.557
3.423
26.809
3.429
23.386
3.463
19.957
3.498
16.494
3.533
12.996
−9.557
9.463
23.386
19.957
16.494
12.996
9.463
19.020
1/12 × 20% × (40% × 25.200 + 70% × 226.800)
1/12 × 80% × (40% × 25.200 + 70% × 226.800)
1% × ½ × (628 + 26.992)
Exploitatiebegroting 2018 (in euro’s)
Omzet
Kosten:
Inkoopwaarde meubels
158.760
Inkoopwaarde hout
10.080
Afschrijvingen
28.000
Exploitatiekosten
15.000
Openingskosten
5.000
Rentekosten
16.394
Winst voor belasting
252.000
233.234
18.766
Docenten – Uitwerkingen van de opgaven |
17
Auteurs: Wim Koetzier, Rien Brouwers en Olaf Leppink
www.basisboekbe.noordhoff.nl
b5
isbn: 9789001889173
© 2018 Noordhoff Uitgevers bv
Begrote balans per 31 december 2018 (in euro’s)
Vaste activa
Eigen vermogen
71.000
Pand
195.000 Lang vreemd vermogen
Machines
68.000 Lening
50.000
Inventaris
24.000 Hypotheek
145.000
Vlottende activa
Kort vreemd vermogen
Voorraad meubels
26.460 Crediteuren
22.512
Voorraad hout
1.680 Bankkrediet
19.020
Debiteuren
6.300 Te betalen intrest
142
Kas
5.000 Winst voor belasting
18.766
326.440
326.440
Docenten – Uitwerkingen van de opgaven |
18
Auteurs: Wim Koetzier, Rien Brouwers en Olaf Leppink
www.basisboekbe.noordhoff.nl
isbn: 9789001889173
© 2018 Noordhoff Uitgevers bv
Deel 2
Financiering
Docenten – Uitwerkingen van de opgaven |
19
Auteurs: Wim Koetzier, Rien Brouwers en Olaf Leppink
www.basisboekbe.noordhoff.nl
5
isbn: 9789001889173
© 2018 Noordhoff Uitgevers bv
Investeringsprojecten
V5.1 a
Bedragen × €1.000
2017
Omzet
2018
2019
2020
2021
2022
600
800
1.000
1.000
1.000
Afschrijvingen:
Gebouw
Installaties
Exploitatiekosten
Winst voor belasting
Belasting
Winst na belasting
b
25
25
25
25
25
100
100
100
100
100
300
400
400
500
600
425
525
525
625
725
175
275
475
375
275
35
55
95
75
55
140
220
380
300
220
2018
2019
2020
2021
2022
140
220
380
300
220
125
125
125
125
125
Bedragen × €1.000
2017
Winst na belasting
Afschrijvingen
Investeringen
–1.200
Desinvesteringen
Vrije kasstroom
V5.4 a
b
575
–1.200
265
345
505
425
920
Gemiddeld geïnvesteerd vermogen = €2.400.000
Gemiddelde jaarlijkse winst route 1 = €1.200.000
GBR route 1 = €1.200.000/€2.400.000 × 100% = 50%
Gemiddelde jaarlijkse winst route 2 = €1.450.000
GBR route 2 = €1.450.000/€2.400.000 × 100% = 60,4%
Berekening van de vrije kasstromen per route (bedragen × €1.000):
Route 1
Winst na belasting
Afschrijvingen
Investeringen
Desinvesteringen
Vrije kasstroom
Route 2
Winst na belasting
Afschrijvingen
Investeringen
Desinvesteringen
Vrije kasstroom
Jaar 0
Jaar 1
1.600
800
Jaar 2
1.600
800
Jaar 3
800
800
Jaar 4
800
800
–4.000
–4.000
2.400
2.400
1.600
800
2.400
Jaar 0
Jaar 1
600
800
Jaar 2
1.000
800
Jaar 3
1.800
800
Jaar 4
2.400
800
1.400
1.800
2.600
800
4.000
–4.000
–4.000
Terugverdientijd route 1: 2 jaar
Terugverdientijd route 2: 3 jaar
Docenten – Uitwerkingen van de opgaven |
20
Auteurs: Wim Koetzier, Rien Brouwers en Olaf Leppink
www.basisboekbe.noordhoff.nl
c
V5.7 a
isbn: 9789001889173
© 2018 Noordhoff Uitgevers bv
Op basis van GBR kies je voor route 2 en op basis van terugverdientijd
voor route 1.
I: 2 jaren
II: 3 jaren
III: 3 jaren, dus keuze project I.
b
I: 2 jaren
II: 2,25 jaar
III: 2,25 jaar, dus keuze project I.
c
De som de vrije kasstromen is bij beide projecten gelijk, maar bij project I
worden de kasstromen eerder ontvangen, waardoor de contante waarde
hoger is. De interne rentabiliteit van project I is daardoor hoger dan die
van project III.
d
Project II, want de vrije kasstromen van de eerste drie jaren zijn gelijk en
in jaar 4 is de vrije kasstroom van project II hoger.
e
Nee, keuze tussen I en II is niet bepaald.
f
Vermogenskostenvoet
10%
Project (bedragen in €)
II
III
Jaar 0
– 5.000
– 5.000
– 5.000
Jaar 1
2.000
1.000
1.000
Jaar 2
3.000
3.000
3.000
Jaar 3
4.000
4.000
4.000
Jaar 4
1.000
2.300
2.000
2.985,79
2.964,62
2.759,72
NCW
V5.9 a
I
Project A:
Jaarlijkse afschrijving = (950 – 80) / 4 = 217,5
(bedragen in €)
Vrije kasstroom
Jaar 1
Jaar 2
Jaar 3
Jaar 4
320
380
510
308
Afschrijving
217,5
217,5
217,5
217,5
Winst na belastingen
102,5
162,5
292,5
90,5
Totale winst na belastingen van project = 648
Gemiddelde jaarlijkse winst = 648/4 = 162
Gemiddeld geïnvesteerd vermogen = (950 + 80)/2 = 515
GBR = 162/515 × 100% = 31,5%
Docenten – Uitwerkingen van de opgaven |
21
Auteurs: Wim Koetzier, Rien Brouwers en Olaf Leppink
www.basisboekbe.noordhoff.nl
isbn: 9789001889173
© 2018 Noordhoff Uitgevers bv
b In het derde jaar moet nog 950 – (320 + 380) = 250 worden
terugverdiend. De vrije kasstroom is 510. De benodigde tijd is 250/510 =
0,49 jaar. De terugverdienperiode is dus 2,49 jaar.
c
Bezwaren tegen TVP:
• Er wordt geen rekening gehouden met de factor tijd, met andere
woorden de intrestfactor wordt bij de vrije kasstromen buiten
beschouwing gelaten.
• Er wordt geen rekening gehouden met de vrije kasstromen die na de
terugverdienperiode worden ontvangen.
d
De terugverdienperiode kan een hulpmiddel zijn bij de selectie van de
projecten indien op grond van risicoafkeer langlopende projecten gemeden
moeten worden.
e
950 
320
380
510
388



 0, 028
2
3
1,2327 1,2327
1,2327
1,23274
(bedragen in €)
Vermogenskostenvoet
23,27%
Investering
–950.000
VK jaar 1
320.000
VK jaar 2
380.000
VK jaar 3
510.000
VK jaar 4
388.000
NCW
–28
IR
23,2684%
f
De veronderstelling dat de vrijgekomen middelen opnieuw tegen de interne
rentevoet van 23,27% kunnen worden belegd. In werkelijkheid bedraagt
dit slechts 8%.
g
(bedragen in €)
Vermogenskostenvoet
8,00%
A
Investering
h
B
–950.000
–950.000
VK jaar 1
320.000
0
VK jaar 2
380.000
1.500.000
VK jaar 3
510.000
VK jaar 4
388.000
NCW
362.131
336.008
In verband met de ongelijke looptijd is vergelijking niet zonder meer
mogelijk.
Docenten – Uitwerkingen van de opgaven |
22
Auteurs: Wim Koetzier, Rien Brouwers en Olaf Leppink
www.basisboekbe.noordhoff.nl
V5.11 a
isbn: 9789001889173
© 2018 Noordhoff Uitgevers bv
Bedragen × €1.000
Project A:
Huuropbrengst per jaar
Onderhoudskosten
Afschrijving (25.000 – 5.000)/ 40
6.000
500
500
1.000
5.000
1.000
4.000
500
4.500
Winst voor belasting
Belasting 20%
Winst na belasting
Afschrijving
Jaarlijkse vrije kasstromen
(In jaar 40 nog een extra vrije kasstroom van €5 mln in verband met
de restwaarde.)
Project B:
Netto ontvangsten uit verkoop:
Jaar 1: 40 × [300 – 0,20 × (300 – 200)]
Jaar 2: 30 × [300 – 0,20 × (300 – 200)]
Jaar 3: gelijk aan jaar 2
Netto ontvangsten uit huur:
Huuropbrengst per jaar
Exploitatiekosten
Afschrijving (20.000 – 14.000) / 30
11.200
8.400
8.400
4.800
200
200
400
4.400
880
3.520
200
3.720
Winst voor belasting
Belasting 20%
Winst na belasting
Afschrijving
Jaarlijkse vrije kasstromen jaar 1 t/m 29
Vrije kasstromen project B:
Jaar 1: 11.200+3.720
Jaar 2 en 3: 8.400 + 3.720
Jaar 4 t/m 29:
Jaar 30: 3.720 + 14.000
b
14.920
12.120
3.720
17.720
TVPA = 25.000 / 4.500 = 5,56.
Totale vrije kasstromen jaar 1 t/m 3 project B: 14.920 + 2 × 12.120 =
39.190
Nog terug te verdienen in jaar 4: 40.000 – 39.190 = 810
810
TVPB = 3 
 3,22 jaar.
3720
Gezien de kortere terugverdienperiode geniet project B dus de voorkeur.
c
(bedragen in €)
8%
Project
A
B
Docenten – Uitwerkingen van de opgaven |
23
Auteurs: Wim Koetzier, Rien Brouwers en Olaf Leppink
www.basisboekbe.noordhoff.nl
isbn: 9789001889173
© 2018 Noordhoff Uitgevers bv
Investering
–25.000.000
–40.000.000
VK jaar 1
4.500.000
14.920.000
VK jaar 2
4.500.000
12.120.000
VK jaar 3
4.500.000
12.120.000
VK jaar 4
4.500.000
3.720.000
VK jaar 5
4.500.000
3.720.000
VK jaar 6
4.500.000
3.720.000
VK jaar 7
4.500.000
3.720.000
VK jaar 8
4.500.000
3.720.000
VK jaar 9
4.500.000
3.720.000
VK jaar 10
4.500.000
3.720.000
VK jaar 11
4.500.000
3.720.000
VK jaar 12
4.500.000
3.720.000
VK jaar 13
4.500.000
3.720.000
VK jaar 14
4.500.000
3.720.000
VK jaar 15
4.500.000
3.720.000
VK jaar 16
4.500.000
3.720.000
VK jaar 17
4.500.000
3.720.000
VK jaar 18
4.500.000
3.720.000
VK jaar 19
4.500.000
3.720.000
VK jaar 20
4.500.000
3.720.000
VK jaar 21
4.500.000
3.720.000
VK jaar 22
4.500.000
3.720.000
VK jaar 23
4.500.000
3.720.000
VK jaar 24
4.500.000
3.720.000
VK jaar 25
4.500.000
3.720.000
VK jaar 26
4.500.000
3.720.000
VK jaar 27
4.500.000
3.720.000
VK jaar 28
4.500.000
3.720.000
VK jaar 29
4.500.000
3.720.000
VK jaar 30
9.500.000
3.720.000
VK jaar 31
3.720.000
VK jaar 32
3.720.000
VK jaar 33
3.720.000
VK jaar 34
3.720.000
VK jaar 35
3.720.000
VK jaar 36
3.720.000
VK jaar 37
3.720.000
VK jaar 38
3.720.000
VK jaar 39
3.720.000
VK jaar 40
17.720.000
NCW
26.156.912
29.244.202
Docenten – Uitwerkingen van de opgaven |
24
Auteurs: Wim Koetzier, Rien Brouwers en Olaf Leppink
www.basisboekbe.noordhoff.nl
d
isbn: 9789001889173
© 2018 Noordhoff Uitgevers bv
Bezwaren:
• Er wordt geen rekening gehouden met verschillen in looptijd van de
projecten.
• Er wordt geen rekening gehouden met het verschil in
investeringsbedrag (meet geen rentabiliteit).
V5.12 a
Winst voor belasting
20% Belasting
Winst na belasting
Afschrijvingen
Restwaarde
Vrije kasstroom na
belasting
Jaar 1
1.000.000
200.000
800.000
240.000
Jaar 2
1.000.000
200.000
800.000
240.000
Jaar 3
1.000.000
200.000
800.000
240.000
Jaar 4
1.000.000
200.000
800.000
240.000
250.000
Jaar 5
1.000.000
200.000
800.000
240.000
800.000
1.040.000
1.040.000
1.040.000
1.290.000
1.840.000
b
NCW = –2.250.000 + 1.040.000/1,1 + 1.040.000/1,12 + 1.040.000/1,13 +
1.290.000/1,14 +1.840.000/1,15 = €2.359.909
c
Aangezien in dat geval degressief wordt afgeschreven, zullen de
belastingbetalingen in de eerste jaren lager zijn dan in latere jaren.
Hierdoor zijn de netto vrije kasstromen de eerste jaren hoger en in latere
jaren lager. De hogere bedragen vallen eerder vrij, waardoor de netto
contante waarde groter zal zijn.
V5.14 a
Investeringsproject: Geheel van investeringen in bij elkaar behorende
duurzame en vlottende activa.
b
(Bedragen ×€1.000)
Omzet
Afschrijvingen
Exploitatiekosten
Winst voor belasting
Belasting
Winst na belasting
–1.000
–200
–800
c
Winst na belasting
Afschrijvingen
(Des)investering vaste activa
(Des)investering vlottende activa
Verwachte vrije kasstroom
–800
1.000
–1.000
–200
–1.000
2017
2018
1.000
2019
1.600
2020
1.600
2021
1.330
750
250
50
200
900
700
140
560
900
700
140
560
850
480
96
384
200
560
560
384
560
54
614
266
650
1.000
–120
80
d
Terugverdienperiode is 3 jaar.
e
NCW = –1.000 + 80/1,1 + 560/1,12 + 614/1,13 + 650/1,14 = 440,8
(€440.800)
Docenten – Uitwerkingen van de opgaven |
25
Auteurs: Wim Koetzier, Rien Brouwers en Olaf Leppink
www.basisboekbe.noordhoff.nl
f
isbn: 9789001889173
© 2018 Noordhoff Uitgevers bv
De NCW wordt hoger.
V5.15 a
Verwachte vrije kasstroom 1e jaar = 0,6 × €12 mln + 0,4 × €6 mln = €9,6
mln
Verwachte vrije kasstroom 2e jaar = 0,7 × €14,4 mln + 0,3 × €7,2 mln =
€12,24 mln
Verwachte NCW = €9,6mln/1,20 + €12,24mln/1,20² – €14 mln = €2,5 mln
b
Omdat het hier om een eenmalige beslissing gaat is het niet verstandig te
beslissen op basis van de verwachte NCW. Deze uitkomst kan namelijk niet
worden gerealiseerd.
In dit geval moet een afweging worden gemaakt van mogelijke
rendementen en het risico dat gelopen wordt. In het meest negatieve
scenario resulteert een negatieve NCW.
V5.16 a
Jaar 1
200
50
40
20
310
Vaste activa
Voorraden
Debiteuren
Liquide middelen
Totaal
Gemiddelde investering =
NCW = 310 
c
Gemiddelde investering =
d
Vrije kasstromen:
Jaar 1: 100 – 60 +
Jaar 2: 150 – 60 +
Jaar 3: 150 – 60 +
Jaar 4: 200 – 60 +
C5.1
NCW = 110 
Jaar 3
100
60
60
30
250
Jaar 4
50
40
60
20
170
310  300  250  170
 257,5 (× €1.000)
4
100 150 150 200



 154,17594 (× €1.000)
1,1 1,12 1,13 1,14
b
e
Jaar 2
150
70
50
30
300
0,20
0,20
0,20
0,20
110  150  150  120
 132,5 (× €1.000)
4
×
×
×
×
(60
(60
(60
(60
–
–
–
–
50)
50)
50)
50)
=
=
=
=
42
92
92
142
42
92
92
142



 170,32 (× €1.000)
2
3
1,1 1,1
1,1
1,14
Berekening van de vrije kasstromen (bedragen × €1.000)
Jaar
0
1
2
3
Aankoop
–500 – 200 = –700
200 – 50 + 100 = 250
300 – 75 + 100 = 325
400 – 100 + 100 = 400
Lease
–200
200 – 50 – 125 = 25
300 – 75 – 125 = 100
400 – 100 – 125 = 175
Docenten – Uitwerkingen van de opgaven |
26
Auteurs: Wim Koetzier, Rien Brouwers en Olaf Leppink
www.basisboekbe.noordhoff.nl
4
400 – 100 + 100 +100 +200 =
700
isbn: 9789001889173
© 2018 Noordhoff Uitgevers bv
400 – 100 – 125 + 200 =
375
Vergelijking van de projecten:
Criterium
TVP
GBR
NCW (disconteringsvoet =
6%)
IR
Aankoop
2,3125 jaar
¼ × 975/450 =
54,17%
€715,411
Lease
2,4286 jaar
¼ × 475/200 =
59,375%
€356,553
38%
47%
Vergelijking van de projecten op basis van de verschillende criteria geeft
geen eenduidig antwoord op de vraag welk alternatief het best is. De keuze
hangt af van de persoonlijke voorkeur van de beslisser.
Docenten – Uitwerkingen van de opgaven |
27
Auteurs: Wim Koetzier, Rien Brouwers en Olaf Leppink
www.basisboekbe.noordhoff.nl
6
isbn: 9789001889173
© 2018 Noordhoff Uitgevers bv
Werkkapitaalbeheer
V6.3 a
b
2  90  3600
 1.440.000  1.200 stuks
0, 45
Orderkosten =
3600
× €90 =
1200
Opslagkosten =
€ 270
1200
× €0,45 + €400 =
2
Totale kosten per maand
€ 670
€ 940
c
De bestelhoeveelheid zal toenemen in verband met het te behalen
prijsvoordeel.
d
Dit heeft een verlaging van de optimale bestelhoeveelheid tot gevolg. Door
de stijgende voorraadkosten (4,5%) wordt de noemer in de formule van
Camp namelijk groter, waardoor de uitkomst van deze formule kleiner
wordt.
e
De optimale bestelhoeveelheid blijft 1.200 stuks. De voorraadkosten
stijgen met 200 × €0,45 × €90 per maand tot €760.
f
De optimale bestelhoeveelheid verandert niet (geen wijziging van de
componenten in de formule van Camp).
g
De technische voorraad wijzigt niet, de economische voorraad stijgt met
3/8 × 1 200 = 450 eenheden.
Docenten – Uitwerkingen van de opgaven |
28
Auteurs: Wim Koetzier, Rien Brouwers en Olaf Leppink
www.basisboekbe.noordhoff.nl
V6.4 a
isbn: 9789001889173
© 2018 Noordhoff Uitgevers bv
De jaarlijkse afzet is 384.000/4 = 96.000 blikken.
2  1.000  96.000
 8.000 blikken.
3
Het aantal bestelorders is dan 12 per jaar.
Q* =
b
Bestelkosten = 12 × €1.000 + 96.000 × €0,20 = € 31.200
8.000
Opslagkosten =
× €3 =
€ 12.000
2
Totale kosten per jaar
c
€ 43.200
De optimale bestelhoeveelheid verandert niet, omdat deze niet afhankelijk
is van de variabele bestelkosten.
Docenten – Uitwerkingen van de opgaven |
29
Auteurs: Wim Koetzier, Rien Brouwers en Olaf Leppink
www.basisboekbe.noordhoff.nl
isbn: 9789001889173
© 2018 Noordhoff Uitgevers bv
d
V6.8 a
Optimale seriegrootte =
2  200  200
 84 stuks.
11,25
b
Bestelniveau = maximale dagafzet × serieproductietijd = 16 × 5 = 80
stuks.
c
Veiligheidsvoorraad = bestelniveau – gemiddelde dagafzet ×
serieproductietijd = 80 – 10 × 5 = 30 stuks
d
Gemiddelde voorraad =
84
+ 30 = 71 stuks
2
Opslagkosten = 71 × €11,25 =
200
Instelkosten =
× €200 =
84
€
798,75
€
476,19
€ 1.274,94
V6.10
Het factoring-contract verlaagt de vermogensbehoefte niet in elk kwartaal
in gelijke mate waardoor de schommelingen in de totale
vermogensbehoefte in dit geval toenemen.
V6.11 a
Gemiddeld debiteurensaldo = 80% × €30 mln × 1/12 = €2 mln
Docenten – Uitwerkingen van de opgaven |
30
Auteurs: Wim Koetzier, Rien Brouwers en Olaf Leppink
www.basisboekbe.noordhoff.nl
isbn: 9789001889173
© 2018 Noordhoff Uitgevers bv
b
Gemiddeld debiteurensaldo = 80% × €30 mln × 1,5/12 = €3 mln
c
Kortingen: 20% × €30 mln × 2% = €120.000
d
Verlies wegens oninbaarheid = 80% × €30 mln × 5% = €1,2 mln
V6.12 a
Omzetsnelheid voorraad = 2500/100 = 25
b
Gemiddelde krediettermijn debiteuren = 375/4.000 × 365 = 34 dagen
c
Gemiddelde krediettermijn crediteuren = 475/2.500 × 365 = 69 dagen
d
Is niet te zeggen.
V6.14 Liquiditeitsbegroting voor drie maanden
Omzet
Ontvangsten:
Verkopen contant
Verkopen na 1 maand
Verkopen na 2
maanden
Verkoop machine
Verkoop effecten
Totaal
Uitgaven:
Inkopen contant
Inkopen na 1 maand
Lonen en salarissen
Loonbelasting en
premies
Intrest
Aflossing
Afdracht btw
Belastingen
Aanschaf vaste activa
Aankoop effecten
Diversen
Totaal
Netto-ontvangsten
Kassaldo begin
Kassaldo eind
2017
Nov
280.000
Dec
250.000
2018
Jan
200.000
Febr
200.000
Mrt
300.000
50.000
125.000
61.600
50.000
100.000
55.000
75.000
100.000
44.000
236.600
275.000
480.000
78.000
52.000
29.800
117.000
52.000
29.800
Apr
350.000
45.000
264.000
136.500
78.000
29.800
22.000
12.500
41.000
5.000
70.000
50.000
10.000
10.000
201.500
120.000
5.500
223.800
9.000
539.300
2.500
398.800
12.800
–59.300
118.300
131.100
131.100
71.800
–
134.800
71.800
–63.000
Docenten – Uitwerkingen van de opgaven |
31
Auteurs: Wim Koetzier, Rien Brouwers en Olaf Leppink
www.basisboekbe.noordhoff.nl
C6.1 a
b
c
d
C6.2 a
isbn: 9789001889173
© 2018 Noordhoff Uitgevers bv
De optimale seriegrootte = 60.000 stuks.
Per jaar wordt 780.000/60.000 = 13 keer ingesteld.
De gemiddelde voorraad is (60.000 + 0)/2 = 30.000 stuks
Instelkosten: 13 × €6.000 =
Opslagkosten: 30.000 ×52 × €0,05 =
€
€
78.000
78.000
Totaal per jaar
€ 156.000
De instelkosten zijn nu €1.500 per keer; dit is 1/4 van de eerdere
instelkosten (bij b) ad €6.000. In de formule (de breuk onder het
wortelteken) wordt de teller nu viermaal kleiner en daardoor de waarde
van die breuk. Maar, omdat de uitkomst berekend wordt via een
tweedemachtswortel, is de uitkomst tweemaal kleiner. De uitkomst is dus
1/2 × 60.000 stuks = 30.000 stuks.
Jaarlijks moet dan 26 keer worden ingesteld; de gemiddelde voorraad
bedraagt nu 15.000 stuks.
Instelkosten: 26 × €1.500 =
Opslagkosten: 15.000 × 52 × €0,05 =
Gemiddelde extra rentekosten = 10% × €488.250 =
€
€
€
39.000
39.000
48.825
Totale kosten per jaar
€ 126.825
De seriegrootte is dan 780.000/16 = 48.750 stuks.
De gemiddelde voorraad is 48.750/2 = 24.375 stuks.
Aantal dagen waarop de apparatuur nodig is voor instellen en productie
van Y:
220 + 16/2 = 228 dagen.
Aantal dagen beschikbaar voor verhuur: 250 – 228 = 22.
Instelkosten: 16 × €1.500 =
Opslagkosten: 24.375 × 52 × €0,05 =
Gemiddelde extra rentekosten
€
€
€
24.000
63.375
48.825
Af: huuropbrengst: 22 × €5.000 =
€ 136.200
€ 110.000
Totale netto kosten
€
26.200
Gemiddeld debiteurensaldo = 60% × (3/12 × €30 mln) = €4,5 mln
b
CW vordering =
c
CW vordering =
€1.000
 €984,24
1,12/12
€1.000
 €976, 45
1,13/12
Docenten – Uitwerkingen van de opgaven |
32
Auteurs: Wim Koetzier, Rien Brouwers en Olaf Leppink
www.basisboekbe.noordhoff.nl
d
C6.3
isbn: 9789001889173
© 2018 Noordhoff Uitgevers bv
CW bij contante betaling = 98% × €1.000 = €980
De contante waarde bij contante betaling is hoger dan de contante waarde
bij betaling aan het eind van de gemiddelde werkelijke krediettermijn, dus
contante betaling is voordeliger.
Liquiditeitsbegroting in euro’s
Ontvangsten uit verkopen
Uitgaven wegens inkopen contant
Inkopen op rekening
Huisvestingskosten
Privéopnamen
Aflossing
Rente hypotheek
Rente banklening
Loon
Sociale lasten en loonbelasting
Aanschaf kasregister
Beginsaldo liquide middelen
Netto-ontvangsten
Eindsaldo liquide middelen
April
25.000
Mei
20.000
Juni
21.000
5.000
10.750
1.000
2.000
3,000
10,000
1,500
2,000
600
600
2.000
7.000
800
2.000
6.000
1.400
800
600
1.200
19.350
7,500
24.600
21.800
5.000
5.650
10.650
10,650
–4.600
6.050
6.050
–800
5.250
b
In voorafgaande liquiditeitsbegroting is ervan uitgegaan dat alle uitgaven
(behalve de rentekosten van het krediet in rekening-courant) contant
worden gedaan. Indien een deel van de uitgaven via de bank wordt betaald
ten laste van het krediet in rekening-courant kan er minimaal €7.500 aan
liquide middelen beschikbaar blijven. Het krediet in rekening-courant dient
dan eind juni minimaal €7.600 + €425 + (€7.500 – €5.250) = €10.275 te
zijn. Dit is nog ruim beneden het toegestane kredietplafond.
c
Exploitatiebegroting in euro’s
Omzet
Inkoopwaarde omzet
42.900
Huisvestingskosten
3.300
Afschrijvingskosten
1.575
Rentekosten
975
Personeelskosten
3.000
Winst
66.000
51.750
14.250
Docenten – Uitwerkingen van de opgaven |
33
Auteurs: Wim Koetzier, Rien Brouwers en Olaf Leppink
www.basisboekbe.noordhoff.nl
isbn: 9789001889173
© 2018 Noordhoff Uitgevers bv
d
Balans per 30 juni 2018 (in euro’s)
Winkelpand
79.100 Eigen vermogen
Inventaris
21.825 7% Hypotheek
Voorraad
39.100 8% Banklening
Liquide middelen
7.500 Krediet in rekeningcourant
Crediteuren
147.525
108.250
15.000
9.000
10.275
5.000
147.525
Docenten – Uitwerkingen van de opgaven |
34
Auteurs: Wim Koetzier, Rien Brouwers en Olaf Leppink
www.basisboekbe.noordhoff.nl
7
isbn: 9789001889173
© 2018 Noordhoff Uitgevers bv
Eigen vermogen
V7.3
Bedragen in euro’s
Aandelenkapitaal
Gewone aandelen
Winstdelende preferente aandelen
18.796.337,50
334.962,50
Winstverdeling
Winst na belastingen
€0,12 dividend winstdelende
preferente aandelen
4% dividend gewone aandelen
1.000.000,00
16.078,20
751.853,50
767.931,70
232.068,30
12.058,65
Overwinst
€0,09 dividend winstdelende
preferente aandelen
Resterende uitkeerbare winst
50% dividend gewone aandelen
Winstreservering
V7.6 a
Claimwaarde =
Aantal
aandelen
7.518.535
133.985
220.009,65
110.004,83
110.004,83
€20, 40  €20
 €0, 09
800.000
180.000
b
Waarde 800 aandelen voor emissie: 800 ×
€22,50 =
Waarde 980 aandelen na emissie: 980 ×
€20,40 =
Emissieprijs 180 nieuwe aandelen: 180 ×
€20 =
€18.000
€19.992
€3.600
€16.392
€1.608
Financieel nadeel
V7.7 a
Aantal nieuwe aandelen =
€4.000.000
 160.000
€25
Aantal claims per nieuw aandeel =
Claimwaarde =
320.000
2
160.000
€27,50  €25
 €1,25
2
b
Beurswaarde 200 aandelen voor emissie
Beurswaarde 200 aandelen na emissie
Verkoopopbrengst 200 claims
€6.000
€5.500
€250
€5.750
Docenten – Uitwerkingen van de opgaven |
35
Auteurs: Wim Koetzier, Rien Brouwers en Olaf Leppink
www.basisboekbe.noordhoff.nl
isbn: 9789001889173
© 2018 Noordhoff Uitgevers bv
Nadeel
€250
c
Diverse activa
d
V7.9 a
Balans na emissie (× €1 mln)
14,4
Aandelenkapitaal
Agioreserve
Winstreserve
Vreemd vermogen
14,4
Dit heeft geen gevolgen voor de balans van de onderneming, aangezien de
geplaatste aandelen op de balans zijn gewaardeerd tegen de nominale
waarde.
Agiobonus:
Voorkeursemissie:
Winstreservering:
Herwaardering:
geen toename
buiten
binnen
binnen
b
Aantal geplaatste aandelen = 1,25 
€20 mln
 2.500.000
10
c
Beurswaarde na emissie = €27,50 
2.500.000
 €1,50  €35
500.000
d
Geplaatst aandelenkapitaal
Agioreserve
Winstreserve
Herwaarderingsreserve
€
€
€
€
30.000.000
15.750.000
41.500.000
4.500.000
Totaal eigen vermogen
€
91.750.000
e
4,8
2,4
2,0
5,2
14,4
Intrinsieke waarde per aandeel =
€91.750.000
 €30,58
3 mln
C7.1 a
Balans na agiobonus (× €1.000)
Terreinen en gebouwen
11.000 Aandelenkapitaal
Machines
9.000 Winstreserve
Voorraden
6.000 Agioreserve
Debiteuren
5.000 Hypotheek
Liquide middelen
4.000 Crediteuren
Bank
35.000
4.000
13.000
5.000
4.000
4.000
5.000
35.000
Totale beurswaarde = €120 × 200.000 = €24 mln
Na agiobonus is aantal aandelen: 2 × 200.000 = 400.000
Docenten – Uitwerkingen van de opgaven |
36
Auteurs: Wim Koetzier, Rien Brouwers en Olaf Leppink
www.basisboekbe.noordhoff.nl
Beurswaarde per aandeel =
b
Beurswaarde na emissie =
Claimwaarde =
isbn: 9789001889173
© 2018 Noordhoff Uitgevers bv
€24 mln
 €60
400.000
€27 mln
 €54
500.000
€54  €50
 €1
4
c
Aantal aandelen voor agiobonus
Aantal aandelen verkregen door agiobonus
Aantal nieuwe aandelen door emissie:
100
100
200
50
200

4
Aantal aandelen na emissie
250
d
Waarde aandelen voor besluiten: 100 × €120 =
Kasmiddelen ter waarde van 50 nieuwe aandelen à €50
Waarde aandelen na besluiten: 250 × €54 =
Financieel nadeel
€12.000
€2.500
€14.500
€13.500
€1.000
e
Waarde aandelen voor besluiten
Waarde aandelen na besluiten: 200 × €54 =
Opbrengst verkoop claims: 200 × €1 =
Financieel nadeel
f
€12.000
€10.800
€200
€11.000
€1.000
Wel of niet deelnemen aan de emissie maakt in financieel opzicht geen
verschil.
Docenten – Uitwerkingen van de opgaven |
37
Auteurs: Wim Koetzier, Rien Brouwers en Olaf Leppink
www.basisboekbe.noordhoff.nl
8
isbn: 9789001889173
© 2018 Noordhoff Uitgevers bv
Vreemd vermogen
V8.3 a
•
•
•
•
marktrente en looptijd: in dit geval de gebruikelijke rente voor
leningen met een looptijd van 10 jaar
risico: omdat het een startende onderneming betreft is er sprake van
een relatief hoge risico-opslag
rangorde: vanwege de achterstelling van de obligatiehouders is hier
sprake van een hogere rente
verhandelbaarheid: vanwege het ontbreken van een marktnotering is
de verhandelbaarheid van de obligatie beperkt; ook dit zorgt voor een
hogere rente
b
Deze obligatielening behoort tot het garantievermogen vanwege de
achterstellingsclausule, waardoor overige schuldeisers voorgaan in geval
van faillissement.
c
Dat hangt ervan af of de kwartaalrente wordt berekend op basis van
enkelvoudige of samengestelde intrest. In geval van enkelvoudige intrest is
de kwartaalrente 7,2% / 4 = 1,8% en worden rentebedragen eerder
ontvangen waardoor de effectieve rente toeneemt. In geval van
samengestelde intrest blijft de effectieve rente gelijk.
d
Betaling nominale waarde op 1 mei 2017: €500
Ontvangst jaarlijkse rente op 1 mei 2018: 7,2% × €500 = €36
Ontvangst uit verkoop obligatie op 2 mei 2018: 94% × €500 = €470
Berekening rendement: 500 = (36 + 470) / (1 + i) → 1 + i = 506/500 =
1,012 → i = 0,012 (1,2%)
V8.4 a
b
V8.9 a
b
Conversieprijs =
€200.000  €400.000
 €30
20.000
Per obligatie worden 33⅓ aandelen ontvangen dus de conversiewaarde is
33⅓ × €32 = €1.066,67.
1
99
 360
 100%  16,5289%
22
Bij gebruikmaken van de korting moet na 8 dagen €49.500 aan de
leverancier worden betaald. Voor dit bedrag wordt een rekeningcourantkrediet opgenomen. Na 30 dagen wordt het rekeningcourantkrediet weer afgelost. Het gemiddeld rekening-courantkrediet is dus
22
 €40.500  €36.300 .
30
Docenten – Uitwerkingen van de opgaven |
38
Auteurs: Wim Koetzier, Rien Brouwers en Olaf Leppink
www.basisboekbe.noordhoff.nl
c
Kosten leverancierskrediet op jaarbasis: 12 × €500 =
€
of: 16,5289% × €36.300
Kosten rekening-courantkrediet op jaarbasis: 14% × €36.300 = €
Voordeel rekening-courantkrediet
d
6.000
5.082
€
918
Kosten leverancierskrediet op jaarbasis: 12 × €500 =
€
Kosten rekening-courantkrediet op jaarbasis: 14% × €49.500 = €
6.000
6.930
Nadeel rekening-courantkrediet
V8.10 a
isbn: 9789001889173
© 2018 Noordhoff Uitgevers bv
2
98
€
930
12
 1,5
 100%  16,33%
b
Bij gebruikmaken van de korting moet na een halve maand €29.400 aan de
leverancier worden betaald. Voor dit bedrag wordt gedurende anderhalve
maand een rekening-courantkrediet opgenomen. 1 maand later wordt het
rekening-courantkrediet als gevolg van de volgende inkoop met hetzelfde
bedrag verhoogd tot €58.800.
Het rekening-courantkrediet bedraagt dus steeds een halve maand
€29.400 en een halve maand €58.800.
Het gemiddeld rekening-courantkrediet is dus (€29.400 + €58.800) / 2 =
€44.100
c
Kosten leverancierskrediet op jaarbasis: 12 × €600 =
€
Kosten rekening-courantkrediet op jaarbasis: 16% × €44.100 = €
Voordeel rekening-courantkrediet
C8.1 a
€
7.200
7.056
144
Converteerbare obligatie heeft ‘extraatje’ waardoor de couponrente lager
dan de marktrente kan zijn.
b
Conversiewaarde =
× €1.000 = €1.090,91
c
Nadeel indien de belegger niet tot conversie overgaat:
× €30,50 –
€5.000 = €545,45.
Docenten – Uitwerkingen van de opgaven |
39
Auteurs: Wim Koetzier, Rien Brouwers en Olaf Leppink
www.basisboekbe.noordhoff.nl
9
isbn: 9789001889173
© 2018 Noordhoff Uitgevers bv
Beoordeling van de financiële
structuur
V9.3 a
b
Het boekjaar loopt parallel aan het voetbalseizoen.
Waarde van de spelerscontracten.
c
Omzet
Omloopsnelheid
totaal vermogen
118.223
0,568
Rentabiliteit
totaal
vermogen
Vlottende
activa
/
Totaal
vermogen
121.975,5
208.296,5
Vaste activa
×
+
86.321
4,02%
Omzet
Bedrijfsresultaat
118.223
8.372
–
Brutowinstmarge
/
Bedrijfslasten
7,08%
Omzet
109.851
118.223
V9.4 a
Omloopsnelheid totaal vermogen =
4.000
 4,21
950
b
Omzet
Omloopsnelheid
totaal vermogen
4,21
Rentabiliteit
totaal
vermogen
×
€4.000
Vlottende
activa
/
Totaal
vermogen
€520
€950
Vaste activa
+
€430
13,2%
Docenten – Uitwerkingen van de opgaven |
40
Auteurs: Wim Koetzier, Rien Brouwers en Olaf Leppink
www.basisboekbe.noordhoff.nl
isbn: 9789001889173
© 2018 Noordhoff Uitgevers bv
Omzet
Bedrijfsresultaat
€4.000
€125
–
Brutowinstmarge
/
Kosten
3,125%
Omzet
€3.875
€4.000
V9.7 a
Gebouwen
Inventaris
Voorraden
Debiteuren
Liquide middelen
Liquiditeitsbalans (× €1.000)
2.600
Aandelenkapitaal
1.100
Hypotheek
3.700 Voorziening
400
600
Bank
300
Crediteuren
1.300
5.000
1.000
2.500
400
2.900
800
300
1.100
5.000
Vlottende activa > lopende verplichtingen, dus liquide, maar voorraden en
debiteuren nemen een (te) grote plaats in.
b
Brutowerkkapitaal = €1.300.000
Nettowerkkapitaal = €1.300.000 – €1.100.000 = €200.000
c
Current ratio =
Quick ratio =
1.300
 1,18
1.100
1.300  400
 0, 82
1.100
1.300  1.000
 1,1 , dus de liquiditeit verslechterd.
1.100  1.000
d
Current ratio wordt
e
De eisen aan de liquiditeit worden minder naarmate
1 er relatief meer in liquide vorm aanwezig is;
2 de overige vlottende activa sneller liquideerbaar zijn (bijv. courante
voorraden);
dus de liquiditeit wordt beter.
f
Zie antwoord op vraag e, geval 1 is beter dan geval 2.
g
Men zou de liquide middelen kunnen gebruiken voor het aflossen van het
bankkrediet of het betalen van de crediteuren:
1.300  300
Current ratio wordt
 1,25 (>1,18).
1.100  300
V9.9 a
Nettowerkkapitaal 31-12-2014 = 178.949 – 122.429 = 56.520 (× €1.000)
Nettowerkkapitaal 31-12-2015 = 194.742 – 134.467 = 60.275 (× €1.000)
Docenten – Uitwerkingen van de opgaven |
41
Auteurs: Wim Koetzier, Rien Brouwers en Olaf Leppink
www.basisboekbe.noordhoff.nl
isbn: 9789001889173
© 2018 Noordhoff Uitgevers bv
b
Current ratio 31-12-2014 = 178.949 / 122.429 = 1,46
Current ratio 31-12-2015 = 194.742 / 134.467 = 1,45
c
Het nettowerkkapitaal is licht gestegen en de current ratio licht gedaald. De
liquiditeit is vrijwel ongewijzigd.
d
Het is een momentopname.
Er kan sprake zijn van window dressing.
e
Mate waarin een onderneming in geval van liquidatie kan voldoen aan haar
financiële verplichtingen ten opzichte van de verschaffers van vreemd
vermogen.
f
Debt ratio 31-12-2014 = 185.963 / 273.946 = 0,68
Debt ratio 31-12-2015 = 194.501 / 289.477 = 0,67
De debt ratio is zeer licht gedaald. De solvabiliteit is vrijwel onveranderd.
g
Rentedekkingsfactor = 19.441 / 4.164 = 4,67
h
Gemiddeld totaal geïnvesteerde vermogen = (273.946 + 289.477) / 2 =
281.711,5
RTV = 19.441 / 281.711,5 × 100% = 6,90%
i
Gemiddeld geïnvesteerd eigen vermogen = (87.983 + 94.976) / 2 =
91.479,5
Gemiddeld geïnvesteerd vreemd vermogen= 281.711,5 – 91.479,5 =
190.232
RVV = 4.164 / 190.232 × 100% = 2,19%
Belastingfractie = 4.135 / 15.277 = 27,07%
REV = (1 – 0,2707) × [6,90% + (6,90% – 2,19%) × 190.232 / 91.479,5]
= 12,18%
Controle:
REV = 11.142 / 91.479,5 × 100% = 12,18%
j
V9.11 a
Het financiële risico is groter dan het bedrijfsrisico, omdat de
hefboomfactor (VV/EV) groter is dan 1.
(alle bedragen × €1 mln)
Ultimo 2016:
1.404  1.932  652 3.988
Current ratio =

 1, 49
2.677
2.677
Nettowerkkapitaal = 3.988 – 2.677 = 1.311
Ultimo 2017:
1.554  2.154  916 4.624

 1, 60
2.893
2.893
Nettowerkkapitaal = 4.624 – 2.893 = 1.731
Current ratio =
Docenten – Uitwerkingen van de opgaven |
42
Auteurs: Wim Koetzier, Rien Brouwers en Olaf Leppink
www.basisboekbe.noordhoff.nl
isbn: 9789001889173
© 2018 Noordhoff Uitgevers bv
De statische liquiditeit is verbeterd, want de current ratio en het
nettowerkkapitaal zijn groter geworden.
b
RTV 
1.802  169
 100%  21, 85%
9.020
422  
169  5.573,5 


REVnb  1 
 21, 85%   21, 85% 
  40, 40%


1.802  
5.573,5  3.446,5 


c
Omzet
Omloopsnelheid
totaal vermogen
€11.169
1,24
Rentabiliteit
totaal
vermogen
Vlottende
activa
/
Totaal
vermogen
€4.306
€9.020
Vaste activa
×
+
€4.714
15,4%*
Omzet
Bedrijfsresultaat
€11.169
€1.383
–
Brutowinstmarge
/
Kosten
3,125%
Omzet
€9.786
€11.169
*exclusief overige baten
C9.1 a
Winst voor belastingen
Vennootschapsbelasting
€ 4.000.000
€
800.000
Winst na belastingen
6% primair dividend preferente aandeelhouders
€ 3.200.000
€
60.000
Dividend gewone aandeelhouders
€ 3.140.000
b
Vaste activa
Voorraden
Debiteuren
Kas
Balans na winstverdeling (× €1.000)
11.000 Preferent aandelenkapitaal
5.000 Gewoon aandelenkapitaal
3.000 10% achtergestelde lening
500 8% converteerbare
obligatielening
10% hypotheek
Kortlopend bankkrediet
Crediteuren
Docenten – Uitwerkingen van de opgaven |
1.000
6.000
1.000
5.000
2.000
2.500
2.000
43
Auteurs: Wim Koetzier, Rien Brouwers en Olaf Leppink
www.basisboekbe.noordhoff.nl
isbn: 9789001889173
© 2018 Noordhoff Uitgevers bv
19.500
c
19.500
Voor winstverdeling (× €1.000):
Nettowerkkapitaal = (5.000 + 3.000 + 4.500) – (2.000 + 2.500 + 4.000)
= 4.000
12.500
Current ratio =
 1, 47
8.500
Na winstverdeling (× €1.000):
Nettowerkkapitaal = 8.500 – 4.500 = 4.000
8.500
Current ratio =
 1, 88
4.500
d
Op basis van de ontwikkeling van de current ratio lijkt de liquiditeit beter,
maar door de afname van de liquide middelen is er in feite sprake van een
verslechtering.
e
Voor winstverdeling: debt ratio =
Na winstverdeling: debt ratio =
€16,5 mln
 0, 70
€23,5 mln
€12,5 mln
 0, 64
€19,5 mln
f
Uit de daling van de debt ratio blijkt dat de solvabiliteit enigszins verbeterd
is.
g
RTV =
€1 mln
 100%  25, 6%
€19,5 mln
h
RVV =
€1 mln
 100%  8%
€12,5 mln
Aangezien de RTV groter is dan de RVV, is er sprake van een positief
hefboomeffect.
i
C9.2 a
REVnb = (1 – 0,2) × [25,6% + (25,6% – 8%) × 12,5/7] = 45,6%
De liquiditeit geeft aan in welke mate een organisatie aan de lopende
verplichtingen kan voldoen.
b
Dynamische en statische liquiditeit.
c
Een gedeelte van de voorzieningen en/of leningen kan als verplichting op
korte termijn worden aangemerkt, bijvoorbeeld in verband met
aflossingsverplichtingen.
Een andere mogelijkheid is dat NV Tex de vaste voorraden, debiteuren en
crediteuren buiten beschouwing heeft gelaten.
d
10% = 0,8 × [RTV + (RTV – 6,5%) × 10/10]
Docenten – Uitwerkingen van de opgaven |
44
Auteurs: Wim Koetzier, Rien Brouwers en Olaf Leppink
www.basisboekbe.noordhoff.nl
isbn: 9789001889173
© 2018 Noordhoff Uitgevers bv
10% = 1,6 × RTV – 5,2%
RTV = 15,2%/1,6 = 9,5%
e
Gemiddeld EV = €10,5 mln + €2 mln/2 = €11,5 mln
Minimaal geëiste REVnb = 9%
Minimaal benodigde nettowinst na belastingen = 9% × €11,5 mln =
€1.035.000
Minimaal benodigde nettowinst voor belasting = €1.035.000/0,8 =
€1.293.750
f
Omdat het vermogen niet in de vorm van geldmiddelen beschikbaar geteld
wordt, maar in de vorm van goederen.
g
Het gebruik van de kortingsregeling geeft een besparing van €7.500 × 12
= €90.000 per jaar.
De jaarlijkse kosten van het rekening-courantkrediet zijn:
15
12 ×
× (€750.000 – €7.500) × 10% = €37.125
360
Voordeel per jaar dus: €90.000 – €37.125 = €52.875.
Docenten – Uitwerkingen van de opgaven |
45
Auteurs: Wim Koetzier, Rien Brouwers en Olaf Leppink
www.basisboekbe.noordhoff.nl
isbn: 9789001889173
© 2018 Noordhoff Uitgevers bv
10 Financiële markten
€1.515
 1  i 
2
1.515
 1,515  1  i  1,23  i  0,23 (23%)
1.000
V10.2
€1.000 
V10.4 a
Intrinsieke waarde = 100 × (€129,80 – €160) = nihil
Verwachtingswaarde = €417 – €0 = €417
b
V10.8 a
b
1  i
2
Gerealiseerde winst in 2 maanden is €730 – €417 = €313
In procenten €313 / €417 × 100% = 75%
Op basis van enkelvoudige interest is dit op jaarbasis een rendement van 6
× 75% = 450%
Op basis van samengestelde interest is het rendement op jaarbasis 1,756 –
1 = 28,72 – 1 = 27,72 (2772%).
Rendement = uitgekeerd dividend/ beurswaarde aandeel = €0/€78,10 ×
100% = 0%
Winst per aandeel = €11.142.000/1.382.537 = €8,06
Cashflow per aandeel = (€11.142.000 + 19.504.000)/1.382.537 = €22,17
Intrinsieke waarde per aandeel = €94.976.000/1.382.537 = €68,70
Koers-winstverhouding = €78,10/€8,06 = 9,7
Koers-cashflowverhouding = €78,10/€22,17 = 3,5
Koers-intrinsieke waardeverhouding = €78,10/€68,70 = 1,14
c
V10.9 a
b
De koers-winstverhouding van industriële bedrijven bedraagt de laatste
jaren gemiddeld 18 tot 24 met uitschieters naar boven, bijvoorbeeld ASML
(ruim 30). Met een koers-winstverhouding van iets minder dan 10 is het
aandeel Reesink eind 2015 dus een stuk goedkoper, terwijl de
onderneming financieel gezond is (goede liquiditeit, solvabiliteit,
rentabiliteit). Met een koers-winstverhouding groter dan 1 lijkt het voor de
overnemende partij verstandiger het bedrijf voort te laten bestaan, dan het
(in delen) weer te verkopen. En dat heeft men ook gedaan, resulterend in
een verdere groei van de onderneming in 2016 en 2017.
Winst na belastingen
Dividend 40,2%
€ 44.782.000
€ 18.002.364
Reservering
€ 26.779.636
Dividend per aandeel =
Rendement =
€18.002.364
 €1, 42
12.677.000
€1, 42
 100%  2, 7%
€52, 40
Docenten – Uitwerkingen van de opgaven |
46
Auteurs: Wim Koetzier, Rien Brouwers en Olaf Leppink
www.basisboekbe.noordhoff.nl
c
Winst per aandeel =
€44.782.000
 €3,53
12.677.000
Koers-winstverhouding =
Cashflow per aandeel =
€52, 20
 14, 9
3, 53
€44.782.000  €62.184.000
 €8, 44
12.677.000
Koers-cashflowverhouding =
€52,50
 6, 2
€8, 44
Intrinsieke waarde per aandeel =
€494.000.000
 €38, 97
12.677.000
Koers-intrinsiekewaardeverhouding =
C10.1 a
1
2
3
4
5
isbn: 9789001889173
© 2018 Noordhoff Uitgevers bv
€52,50
 1, 35
€38, 97
Debt ratio = 2.400 / 3.900 = 0,615
REVnb = (270 / 1.500) × 100% = 18%
Winst per aandeel = €270.000 / 1.000.000 = €0,27
CR = 900 / 600 = 1,5
Rentedekkingsfactor = 504 / 144 = 3,5
b
Balans per 1 januari 2018 (× €1.000)
A
B
Vaste activa
1.200 1.200 Geplaatst
aandelenkapitaal
Vlottende activa
4.200 4.200 Winstreserve
Agioreserve
Vreemd vermogen op
lange termijn
Crediteuren
Dividend
Belasting
Bank
5.400 5.400
A
1.600
B
1.000
500
900
1.800
500
0
3.300
70
75
205
250
5.400
70
75
205
250
5.400
c/d
c
Bedrijfsresultaat
Rente
Winst voor belasting
Belasting
Winst na belasting
1
2
3
4
e
Debt ratio
REVnb
Winst per aandeel
Current ratio
Alternatief A
600
700
144
144
456
556
91,2
111,2
364,8
444,8
0,44
12,2%
0,228
2
0,44
14,8%
0,278
2
d
Alternatief B
600
700
264
264
336
436
67,2
87,2
268,8
348,8
0,72
17,9%
0,2688
2
0,72
23,3%
0,3488
2
Dit risico is hetzelfde, aangezien de variatie bij beide alternatieven gelijk is.
Docenten – Uitwerkingen van de opgaven |
47
Auteurs: Wim Koetzier, Rien Brouwers en Olaf Leppink
www.basisboekbe.noordhoff.nl
isbn: 9789001889173
© 2018 Noordhoff Uitgevers bv
f
Bij alternatief A varieert de REVnb van 12,2% tot 14,8%, bij alternatief B
loopt dit van 17,9% tot 23,3%. Het financieel risico is dus het grootst bij
alternatief B.
g
1
2
3
4
5
6
C10.2 a
Solvabiliteit: voorkeur A.
Rentabiliteit eigen vermogen: voorkeur B.
Winst per aandeel: voorkeur B.
Liquiditeit: geen voorkeur.
Bedrijfsrisico: geen voorkeur.
Financieel risico: voorkeur B.
Bedragen × €1 mln
31 december 2017:
Nettowerkkapitaal = (63 + 1.337 + 1 + 158) – 1.520 = 1.559 – 1.520 =
39
1.559
Current ratio =
 1, 03
1.520
Quick ratio =
1.559  63
 0, 98
1.520
31 december 2016:
Nettowerkkapitaal = (90 + 1.739 + 3 + 168) – 1.960 = 2.000 – 1.960 =
40
2.000
Current ratio =
 1, 02
1.960
2.000  90
 0, 97
1.960
De statische liquiditeit is vrijwel onveranderd.
Quick ratio =
b
Bedragen × €1 mln
31 december 2017:
2.260  1.520
Debt ratio =
 0,74
5.124
31 december 2016:
2.159  1.960
Debt ratio =
 0,75
5.460
De solvabiliteit is vrijwel onveranderd.
c
Bedragen × €1.000
Brutowinstmarge =
RTV =
262.346  154.154
 100%  6, 93%
6.008.686
262.346  154.154
 100%  7, 87%
5.292.000
Docenten – Uitwerkingen van de opgaven |
48
Auteurs: Wim Koetzier, Rien Brouwers en Olaf Leppink
www.basisboekbe.noordhoff.nl
REVnb =
d
isbn: 9789001889173
© 2018 Noordhoff Uitgevers bv
252.345
 100%  18, 80%
1.342.500
Bedragen × €1.000
REVnb =
10.001  
154.154  3.949.500 


1  262.346   0, 0787   0, 0787  3.949.500   1.342.500   0,1880

 



(18,80%)
e
Bedragen × €1 mln
Omzet
Omloopsnelheid
totaal vermogen
€6.009
1,14
Rentabiliteit
totaal
vermogen
Vlottende
activa
/
Totaal
vermogen
€1.779,5
€5.292
Vaste activa
×
+
€3.512,5
7,87%
Omzet
Bedrijfsresultaat
€6.009
€417
–
Brutowinstmarge
/
Kosten
6,93%
Omzet
€5.779
€6.009
f
Gegevens per aandeel:
Winst na belastingen =
€252.345.000
 €13,15
19.191.193
Dividend =
€60.707.000
 €3,16
19.191.193
Cashflow =
€252.345.000  €321.816.000
 €29, 92
19.191.193
Intrinsieke waarde =
€1.341.000.000
 €69, 88
19.191.193
Kengetallen:
Rendement =
€3,16
 100%  3, 6%
€88, 00
Pay-outratio =
€3,16
 100%  24%
€13,15
Docenten – Uitwerkingen van de opgaven |
49
Auteurs: Wim Koetzier, Rien Brouwers en Olaf Leppink
www.basisboekbe.noordhoff.nl
Koers/winstverhouding =
isbn: 9789001889173
© 2018 Noordhoff Uitgevers bv
€88, 00
 6, 7
€13,15
Koers/cashflowverhouding =
€88, 00
 2, 9
€29, 92
Koers/intrinsiekewaardeverhouding =
€88, 00
 1, 26
€69, 88
Docenten – Uitwerkingen van de opgaven |
50
Auteurs: Wim Koetzier, Rien Brouwers en Olaf Leppink
www.basisboekbe.noordhoff.nl
isbn: 9789001889173
© 2018 Noordhoff Uitgevers bv
Deel 3
Kosten en kostprijs
Docenten – Uitwerkingen van de opgaven |
51
Auteurs: Wim Koetzier, Rien Brouwers en Olaf Leppink
www.basisboekbe.noordhoff.nl
isbn: 9789001889173
© 2018 Noordhoff Uitgevers bv
11 Kostenstructuur
V11.1 a
In september was de productie het hoogst (5.200 stuks, kosten €11.500)
en in december was de productie het laagst (3.900 stuks, kosten €9.875).
€11.500  €9.875
 €1,25 per maand.
5.200  3.900
b
€11.500 – 5200 × €1,25 = €5.000 per maand of €9.875 – €3.900 × €1,25
= €5.000 per maand.
c
3.600 × €1,25 + €5.000 = €9.500
V11.4 a
BEP = €350.000 / (€6,25 – €2,75) = 100.000 stuks
b
(125.000 – 100.000) / 125.000 × 100% = 20%
c
(€350.000 + €100.000) / €3,50 × 1 flacon = 128.572 flacons
d
Om een winst van €100.000 te realiseren, bij een belastingvoet van 20%,
moet de winst voor belasting zijn: €100.000 / (1 – 0,2) = €125.000.
(€350.000 + €125.000) / €3,50 × 1 flacon = 135.715 flacons
e
(€350.000 + €70.000) / (€6,25 – €2,25) × 1 flacon = 105.000 flacons
f
Huidige productietechniek: 1.000 × (€6,25 – €2,75) × 1 flacon = €3.500
Nieuwe productietechniek; 1.000 × (€6,25 – €2,25) × 1 flacon = €4.000
g
Bij de nieuwe productietechniek worden variabele kosten vervangen door
vaste kosten. De dekkingsbijdrage per eenheid wordt groter en daarmee de
gevoeligheid van de winst voor veranderingen in de verkochte hoeveelheid.
Bij de nieuwe productietechniek is de hefboomwerking van de
kostenstructuur groter.
h
€70.000/ €0,50 × 1 flacon = 140.000 flacons
V11.6 a
De variabele kosten zijn 70% van de omzet en de vaste kosten worden
€350.000. De dekkingsbijdrage van 30% moet dus gelijk zijn aan
€350.000, waardoor de break-even-omzet uitkomt op:
100
 €350.000  €1.166.667
30
b
30% omzet = €350.000 + €50.000 = €400.000
Omzet =
100
 €400.000  €1.333.333
30
Docenten – Uitwerkingen van de opgaven |
52
Auteurs: Wim Koetzier, Rien Brouwers en Olaf Leppink
www.basisboekbe.noordhoff.nl
c
V11.7
isbn: 9789001889173
© 2018 Noordhoff Uitgevers bv
X = 0,7X + €350.000 + 0,2X
0,1X = €350.000
X = €3,5 mln
De variabele kosten zijn €712.500 + €165.000 = €877.500, hetgeen 78%
van de omzet is. De dekkingsbijdrage is dan 22% van de omzet.
De BE-omzet =
V11.9 a
b
€93.750  €75.000
 €767.045,45
0,22
Bedrijfseconomische betekenis break-evenanalyse:
•
geeft de relatie aan tussen opbrengst, kosten en winst bij verschillende
productie/verkoopomvang;
•
vaststellen van het kritische punt;
•
indicatie van de veiligheidsmarge.
Veronderstellingen die ten grondslag liggen aan break-evenanalyse:
•
vaste verkoopprijs per eenheid product;
•
productie is gelijk aan afzet;
•
proportioneel variabele kosten;
•
één product, of bij meerdere producten een vaste verhouding in de
afzet of bij elk product hetzelfde bijdragepercentage.
c
€1,5 mln
 €3,75 mln
1  0,6
d
€5,5 mln  €3,75 mln
 100%  31,8%
€5,5 mln
e
6% × €600.000 = €36.000 en 6% × 25% × omzet is 1,5% × omzet.
De BE-omzet wordt
€1.536.000
 €3.989.610
1  0,615
Docenten – Uitwerkingen van de opgaven |
53
Auteurs: Wim Koetzier, Rien Brouwers en Olaf Leppink
www.basisboekbe.noordhoff.nl
isbn: 9789001889173
© 2018 Noordhoff Uitgevers bv
f
g
BEP was
€250.000
€390.000
 50.000 en wordt
 60.000
€5
€6, 50
De veiligheidsmarge bij een verwachte afzet van 80.000 stuks:
was:
80.000 – 50.000
 100%  37,5%
800
en wordt:
80.000 – 60.000
 100%  25%
800
De winst bij de verwachte afzet was:
80.000 × €5 – €250.000 = €150.000 en wordt:
80.000 × €6,50 – €390.000 = €130.000
De nieuwe methode biedt pas voordeel als de afzet groter is dan
€390.000  €250.000
 €93.333
€5  €3,50
Het antwoord is dus afhankelijk van verwachtingen omtrent de toekomstige
afzet en de maximaal mogelijke productie.
V11.11 a
Het percentage dekkingsbijdrage is steeds 80%, dus:
(€3.000 + €1.000) / 0,80 = €5.000 per maand
Docenten – Uitwerkingen van de opgaven |
54
Auteurs: Wim Koetzier, Rien Brouwers en Olaf Leppink
www.basisboekbe.noordhoff.nl
b
(€4.000 + €2.500) / 0,80 = €8.125
c
Vaste kosten = 2 × €86 + 2 × €400 = €972 per maand
isbn: 9789001889173
© 2018 Noordhoff Uitgevers bv
Bijdrage ‘pakket’:
1 × €5 + 3 × €6,50 + 2 × €8 = €40,50
(€972 / €40,50) × 1 ‘pakket’ = 24 ‘pakketten’, dus 24 stuks Napoli,
72 stuks Milano en 48 stuks Torino.
V11.12 a
•
•
•
•
•
Afschrijvingen op bungalows en inventaris.
Personeelskosten.
Verzekeringskosten.
Onroerendezaakbelasting.
Overig.
b
•
•
•
•
Schoonmaakkosten.
Vervangen/wassen linnengoed.
Energie- en waterverbruik.
Overig.
c
50
50
50
50
×
×
×
×
9 × 0,6 =
4 × 0,8 =
9 × 1,0 =
18 × 0,4 =
270
160
450
360
weken
weken
weken
weken
à
à
à
à
€300
€350
€440
€275
=
=
=
=
1.240 weken
€ 81.000
€ 56.000
€198.000
€ 99.000
€434.000
De gemiddelde prijs is dan: €434.000/1.240 = €350
€310.000
 1.000 weken (of €350.000).
€350 – €40
d
BEP 
e
Veiligheidsmarge:
C11.1 a
1.240 – 1.000
 100%  19,35%
1.240
€128.600  €116.000 €12.600

 €10,50
3.600  2.400
1.200
€116.000 – 2.400 × €10,50 = €90.800 daaruit volgt
Y = 10,5X + €90.800
b
€90.800
 1 abonnement  2.299 abonnementen
€50  €10,50
c
4.000  €0,66
€2.640
 1 ex. 
 1 ex.  1.200 exemplaren
€5,55  €3,35
€2,20
Docenten – Uitwerkingen van de opgaven |
55
Auteurs: Wim Koetzier, Rien Brouwers en Olaf Leppink
www.basisboekbe.noordhoff.nl
d
C11.3 a
isbn: 9789001889173
© 2018 Noordhoff Uitgevers bv
€2.640 = €2,20q + (4.000 – q) × €0,20
2q = 1.840 q = 920
Er zijn 150 × 360 × 60% = 32.400 kamers/overnachtingen geboekt.
De variabele kosten per kamer zijn dus: €810.000/32.400 = €25
BEP 
€2.531.250
 33.750 boekingen
€100 – €25
De break-even omzet bedraagt dan: 33.750 × €100 = €3.375.000
De kritische bezettingsgraad is dus:
b
33.750
 100%  62,5%
150  360
Het aantal kamerboekingen wordt: 150 × 360 × 75% = 40.500
De vaste kosten worden: 90% × €2.531.250 = €2.278.125
De variabele kosten worden: 90% × €25 = €22,50
De kamerprijs (K) wordt dan:
K
40.500  €22,50  €2.278.125 €3.189.375

 €82
96%  40.500
38.880
Omzet = Totale kosten + Winst
40.500 × K = €2.278.125 + 40.500 × €22,50 + 4% × 40.500 × K
38.880 × K = €3.189.375
K = €82
Docenten – Uitwerkingen van de opgaven |
56
Auteurs: Wim Koetzier, Rien Brouwers en Olaf Leppink
www.basisboekbe.noordhoff.nl
isbn: 9789001889173
© 2018 Noordhoff Uitgevers bv
12 Kostencalculaties
V12.1 a
b
€2.200.000
 €15  €44  €15  €59
50.000
Omzet
45.000 × €72 =
Variabele kosten 45.000 × €15 =
Vaste kosten
€ 3.240.000
€
675.000
€ 2.200.000
€ 2.875.000
Winst
c
€
Transactieresultaat 45.000 × (€72 – €59) =
Bezettingsresultaat (45.000 – 50.000) × €44 =
€ 585.000
€ 220.000
365.000
negatief
€ 365.000
d
Nieuwe kostprijs:
90% van €2.2000.000
€1.980.000
 €15 
 €15 
80% van 50.000
40.000
49,50  €15  € 64,50
V12.4 a
Totale kosten december:
40.000 × €8 + €20.000 = €340.000
Totale kosten januari:
80.000 × €8 – €50.000 = €590.000
€590.000 – €340.000
 €6,25 per eenheid
80.000 – 40.000
Vaste kosten = €590.000 – 80.000 × €6,25 = €90.000 per maand
b
Kostprijs = €90.000/75.000 + €6,25 = €7,45 (per eenheid product)
c
December:
Transactieresultaat:
40.000 × (€8 – €7,45) =
Bezettingsresultaat:
35.000 × €1,20 =
€ 22.000
winst
€ 42.000
verlies
Winst
€ 20.000
verlies
Januari:
Transactieresultaat:
80.000 × (€8 – €7,45) =
€ 44.000
winst
Docenten – Uitwerkingen van de opgaven |
57
Auteurs: Wim Koetzier, Rien Brouwers en Olaf Leppink
www.basisboekbe.noordhoff.nl
V12.5 a
isbn: 9789001889173
© 2018 Noordhoff Uitgevers bv
Bezettingsresultaat:
5.000 × €1,20 =
€
6.000
winst
Winst
€ 50.000
winst
Bij de break-evenafzet is er geen winst. De €20.000 winst is dus het gevolg
van de 500 eenheden daarboven.
500 × (P – €10) = €20.000
P = €50
b
De kostprijs bedraagt €30 + €10 = €40.
Per product is het verkoopresultaat dus €50 – €40 = €10.
Bij een normale productie en afzet is er geen bezettingsresultaat en is de
totale winst gelijk aan het totale verkoopresultaat. De normale bezetting is
dus €20.000 / €10 = 2.000 stuks.
c
De vaste kosten bedragen €30 per stuk, gebaseerd op de normale
bezetting.
Dus:
C = N × C/N = 2.000 × €30 = €60.000.
V12.7
Productie:
Bezettingsverlies = (200.000 – 160.000) × C / 200.000 = €108.000
0,2 × C = €108.000
C = €540.000
Verkoop:
Bezettingsverlies = (200.000 – 180.000) × C/200.000 = €24.000
0,1 × C = €24.000
C = €240.000
Totale constante kosten = €540.000 + €240.000 = €780.000
Integrale kostprijs = €1.458.000/180.000 = €8,10
Variabele kosten per product = €8,10 – €780.000/200.000 = €4,20
V12.9 a
b
Winstberekening volgens direct costing
Omzet: 210.000 × €6 =
€ 1.260.000
Variabele kosten van de omzet: 210.000 × (€3 + €2) =
€ 1.050.000
Totale dekkingsbijdrage
€
210.000
Vaste kosten: 200.000 × €0,30 + €80.000 =
€
140.000
Winst afgelopen maand
€
70.000
Winstberekening volgens absorption costing
Bij 200.000 eenheden per maand wordt de (commerciële) kostprijs per
eenheid als volgt berekend:
Docenten – Uitwerkingen van de opgaven |
58
Auteurs: Wim Koetzier, Rien Brouwers en Olaf Leppink
www.basisboekbe.noordhoff.nl
Productiekosten: €3 + €0,30 =
Verkoopkosten: €2 +
€80.000
=
200.000
isbn: 9789001889173
© 2018 Noordhoff Uitgevers bv
€
3,30
€
2,40
Totaal:
€ 5,70
Omzet: 210.000 × €6,00 =
Kostprijs van de omzet: 210.000 × €5,70 =
€ 1.260.000
€ 1.197.000
€
63.000
€
16.000
Winst afgelopen maand
€
79.000
Direct costing: 50.000 × €3 =
Absorption costing: 50.000 × €3,30 =
€
€
150.000
165.000
Voordelige bezettingsresultaten:
c
V12.11 a
Productie: (240.000 – 200.000) × €0,30 =
€ 12.000
Verkoop: (210.000 – 200.000) × €0,40 =
€
4.000
Eindvoorraad DC: (1.400 – 1.300) × (€42.000/1.400) =
100 × €30 = €3.000
b
Eindvoorraad AC: 100 × (€30 + €56.000/1.600) = 100 × €65 = €6.500
c
Omzet: 1.300 × €180 =
Variabele fabricagekosten: 1.300 × €30 =
Variabele verkoopkosten
d
€
234.000
€
67.000
Dekkingsbijdrage:
Totale vaste kosten: 2 × €56.000 =
€
€
167.000
112.000
Winst volgens direct costing
€
55.000
Omzet
Fabricagekostprijs omzet 1.300 × (€30 + €35) =
€
€
234.000
84.500
Bezettingsresultaat: (1.400 – 1.600) × €35 =
€
€
149.500
7.000 –
Verkoopkosten: €28.000 + €56.000 =
€
€
142.500
84.000
Winst volgens absorption costing
€
58.500
€ 39.000
€ 28.000
Alternatieve berekening:
Docenten – Uitwerkingen van de opgaven |
59
Auteurs: Wim Koetzier, Rien Brouwers en Olaf Leppink
www.basisboekbe.noordhoff.nl
isbn: 9789001889173
© 2018 Noordhoff Uitgevers bv
Commerciële kostprijs =
€65 + €28.000 / 1.300 + €56.000 / 1.600 =
Verkoopresultaat: 1.300 × (€180 – €121,54) =
Bezettingsverliezen:
• fabricage: 200 × €35 =
€ 7.000
• marketing: 300 × €35 =
€ 10.500
Winst
e
V12.13 a
€
121,54
€
76.000
€
17.500
€
58.500
Het winstverschil (€3.500) wordt veroorzaakt door de toename van de
voorraad met 100 stuks, die bij AC op de balans worden geactiveerd tegen
de fabricagekostprijs. Hierdoor wordt bij AC ook een deel van de vaste
kosten geactiveerd, namelijk 100 × €35 = €3.500.
Kostprijs product A:
C Vw
€1 mln


 €5  €13
N W 125.000
Kostprijs product B:
C Vw €125.000


 €8  €13
N W
25.000
Verkoopresultaat:
(80.000 + 30.000) × €7 =
Bezettingsresultaten:
Product A: 25.000 × 8 =
Product B: 2.000 × 5 =
b
c
€
770.000
€ 200.000 verlies
€ 10.000 winst
€
190.000
Bedrijfsresultaat (winst) volgens AC
€
580.000
Totale omzet: 110.000 × €20 =
Variabele kosten:
80.000 × €5 + 30.000 × €8 =
€ 2.200.000
€
Totale dekkingsbijdrage
Totale vaste kosten
€ 1.560.000
€ 1.125.000
Bedrijfsresultaat (winst volgens DC)
€
640.000
435.000
Winst AC:
Winst DC:
€ 580.000
€ 435.000
Verschil:
€ 145.000 is het gevolg van:
Docenten – Uitwerkingen van de opgaven |
60
Auteurs: Wim Koetzier, Rien Brouwers en Olaf Leppink
www.basisboekbe.noordhoff.nl
Vaste kosten in
voorraadtoename A: 20.000 × €8 =
Vaste kosten in
voorraadafname B: 3.000 × €5 =
Per saldo
V12.15 a
isbn: 9789001889173
© 2018 Noordhoff Uitgevers bv
€ 160.000
€ 15.000
€ 145.000
€36.000
 20.000
4.000
€8.000
 20.000
Vaste verkoopkosten =
2.000
Vaste productiekosten =
€
180.000
€
80.000
€
260.000
Omzet: 18.000 × €40 =
Variabele kosten: 18.000 × €14 =
€
€
720.000
252.000
Dekkingsbijdrage
Vaste kosten
€
€
468.000
260.000
Winst volgens direct costing
€
208.000
Totale vaste kosten
Kostprijs =
€486.000
 €27 p.e.p.
18.000
Variabele p.e.p. €27 – (€9 + €4) = €14
BEP bij
b
c
V12.17 a
b
c
€260.000
 1 blik  10.000 blikken
€40  €14
€208.000 – €190.000 = €18.000, is het gevolg van de voorraadafname
met 2.000 stuks à €9.
A: €400 – €160 – €75 = €165
B: €300 – €70 – €50 = €180
C: €450 – €125 – €100 = €225
D: €500 – €160 – €125 = €215
1.000 × €165 + 1.200 × €180 + 800 × €225 +
1.400 × €215 =
Minus totale vaste kosten
€
€
862.000
520.000
Totale winst per jaar
€
342.000
Dekkingsbijdrage per arbeidsuur:
A = €165 / 3 = €55
B = €180 / 2 = €90
C = €225 / 4 = €56,25
D = €215 / 5 = €43
Docenten – Uitwerkingen van de opgaven |
61
Auteurs: Wim Koetzier, Rien Brouwers en Olaf Leppink
www.basisboekbe.noordhoff.nl
isbn: 9789001889173
© 2018 Noordhoff Uitgevers bv
d
Het optimale plan bestaat uit 1.200 eenheden B, 800 eenheden C en 1.000
eenheden A (waarvoor in totaal 8.600 uur arbeid nodig is).
e
1.200 stuks B à €180 =
800 stuks C à €225 =
1.000 stuks A à €165 =
€
€
€
216.000
180.000
165.000
Totale bijdrage
Af: vaste kosten
€
€
561.000
520.000
Winst
€
41.000
f
Van het optimale programma is product A het minst winstgevend. De
incidentele order gaat dus ten koste van 3.000 aan A te besteden
arbeidsuren en zal dus minimaal moeten opbrengen:
Bijdrage A: 3.000 × €55 =
Arbeid: 3.000 uur à €25 =
Materiaalkosten
€
€
€
165.000
75.000
35.000
Totaal
€
275.000
V12.19
Differentiële kosten van deze extra order:
50 × €4 + €40 = €240. Dit bedrag ligt onder de differentiële opbrengst van
€395, dus geen verstandige beslissing.
V12.20 a
In de vraagstelling had moeten staan: 'Bereken de differentiële kosten per
product bij een productiestijging van 3.000 naar 4.000 en van 4.000 naar
5.000.'
Van 3.000 naar 4.000: (€558.000 – €493.000) / 1.000 = €65
Van 4.000 naar 5.000: (€675.000 – €558.000) /1.000 = €117
b
€558.000 / €4.000 = €139,50
c
€117
V12.21
Afzet
Afzet
Afzet
Afzet
×
×
×
=
€20 = 6.000 × €19 – (6.000 – Afzet) × €12
€20 = €114.000 – €72.000 + Afzet × €12
€8 = €42.000
€42.000 / 8 = 5.250
V12.24 a
Gebruik
Afschr.
Complem.
Totaal
Productie
P.e.p.
1
2
3
4
5
150
150
150
150
150
90
189
309
445
610
240
339
459
595
760
40
76
108
136
160
6
4,46
4,25
4,375
4,75
jaar
jaar
jaar
jaar
jaar
Docenten – Uitwerkingen van de opgaven |
62
Auteurs: Wim Koetzier, Rien Brouwers en Olaf Leppink
www.basisboekbe.noordhoff.nl
b
1e jaar: 40.000 × €4,25 – €90.000 =
2e jaar: 36.000 × €4,25 – €99.000 =
3e jaar: 32.000 × €4,25 – €120.000 =
isbn: 9789001889173
© 2018 Noordhoff Uitgevers bv
€ 80.000
€ 54.000
€ 16.000
€ 150.000
c
V12.25 a
2e jaar: 36.000 × €3,50 – €99.000 = €27.000
3e jaar: 32.000 × €3,50 – €120.000 = €8.000 negatief
(Tabel in euro’s)
Gebruik
1
2
3
4
5
6
Afschrijving
Intrest
Complementaire
kosten
75.000
125.000
160.000
190.000
220.000
280.000
26.250
47.500
66.000
82.000
95.000
96.000
100.000
210.000
331.000
464.100
610.510
771.561
jaar
jaar
jaar
jaar
jaar
jaar
Totaal
201.250
382.500
557.000
736.100
925.510
1.147.561
Gemiddeld
201.250
191.250
185.667
184.025
185.102
191.260
De economische gebruiksduur is vier jaar.
b
Jaarlijkse afschrijving (in euro's):
Jaar 1 184.025 – 100.000 – 20.500
Jaar 2 184.025 – 110.000 – 20.500
Jaar 3 184.025 – 121.000 – 20.500
Jaar 4 184.025 – 133.100 – 20.500
=
=
=
=
63.525
53.525
42.525
30.425
190.000
C12.2 a
N = (€982.500 / €10,50) × 1 stuk = 93.600 stuks
(W – 93.600) × €10,50 = –€218.400
10,5W = 764.000
W = 72.800 stuks (= BE-afzet)
b
Bij de break-evenafzet wordt het bezettingsverlies geheel gecompenseerd
door het positieve verkoopresultaat, dus:
72.800 × (P – €42) = €218.400
P = €45
c
Verkoopresultaat:
86.000  (
100
 €45  €45) 
90
€ 430.000
Bezettingsresultaat:
(91.000 – 90.000) × €10 =
€ 10.000
Winst AC
€ 440.000
Docenten – Uitwerkingen van de opgaven |
63
Auteurs: Wim Koetzier, Rien Brouwers en Olaf Leppink
www.basisboekbe.noordhoff.nl
isbn: 9789001889173
© 2018 Noordhoff Uitgevers bv
Dekkingsbijdrage: 86.000 × (€50 – €35) = € 1.290.000
Vaste kosten: 90.000 × €10 =
€ 900.000
Winst DC
€
390.000
d
AC: 5.000 × €40 = €200.000
DC: 5.000 × €30 = €150.000
e
De variabele kosten zijn 60% van de omzet.
Bij BE-omzet geldt TO = TK
€1,5 mln = C + 0,6 × €1,5 mln
C = €600.000
f
Eerst de nieuwe machine benutten, aangezien deze lagere variabele kosten
per eenheid heeft.
g
Omzetcapaciteit nieuwe machine is €750.000.
Bij BE-omzet geldt: TO = TK.
Omzet = vaste kosten + variabele kosten. Omzet =
€600.000 + €150.000 + 0,4 × €750.000 + 0,6 × (omzet – €750.000)
Omzet = €1,5 mln (dat wil zeggen op beide machines €750.000)
C12.3 a
b
(€30.000  150%  €15.000 ) 
100
 €100.000
60
Bij een omzet van €175.000 is een extra verkoper nodig.
De break-even omzet wordt in dat geval:
(€55.000  150%  €15.000  €7.500 ) 
100
 €175.00 0
60
In beide situaties is de werkelijke/verwachte omzet dus gelijk aan de
break-even omzet, waardoor er sprake is van winst noch verlies.
Controleberekening:
Het jaarresultaat wordt:
60% × €175.000 – (€55.000 × 150% + €15.000 + €7.500) = nihil
Het jaarresultaat was:
60% × €100.000 – (€30.000 × 150% + €15.000) = nihil
De regionale advertentiecampagne geeft dus geen verbetering van het
resultaat.
Het is echter zeer de vraag of de opslag van 50% ter dekking van de
overhead van de hoofdvestiging juist is. Met name als deze
overheadkosten meer verband houden met andere grootheden dan de
personeelslasten, leidt dit toerekeningssysteem tot een onjuiste
kostenverdeling over de filialen.
Nagegaan moet worden of het sluiten van een filiaal tot verminderde
overheadkosten van de hoofdvestiging leidt. Is dit niet het geval, dan zou
Docenten – Uitwerkingen van de opgaven |
64
Auteurs: Wim Koetzier, Rien Brouwers en Olaf Leppink
www.basisboekbe.noordhoff.nl
isbn: 9789001889173
© 2018 Noordhoff Uitgevers bv
toestemming voor de actie verleend moeten worden omdat het filiaal
daardoor een grotere bijdrage levert ter dekking van de overhead.
Afgezien van de doorberekende 50% overhead geldt namelijk het
volgende: De bijdrage wordt:
60% × €175.000 – (€55.000 + €15.000 + €7.500) = € 27.500
De bijdrage was:
60% × €100.000 – (€30.000 + €15.000)
€ 15.000
Toename dekkingsbijdrage
C12.6 a
b
€
12.500
Wegvallende kosten bij sluiting van eigen centrale:
Variabel: 60/50 × (€1,9 mln + €100.000) =
Vast: €150.000 + €400.000 + €450.000 =
€ 2.400.000
€ 1.000.000
In totaal minder kosten
Opbrengst verhuur gebouw
€ 3.400.000
€
150.000
Aankoop stroom: €190.000 + 60 mln × €0,07 =
€ 3.550.000
€ 4.390.000
Nadeel van sluiting op korte termijn
€
840.000
Variabele kosten zijn bij de eigen centrale €0,04 per kWh. Gelijkstelling
kosten eigen centrale aan inkoop geeft:
0,04X + €1 mln + €150.000 = 0,07X + €190.000
X = 32 mln kWh
c
d
Vaste kosten zijn €3 mln, variabel €0,03 per kWh.
De normale bezetting is 75% van 80 mln = 60 mln kWh.
Kostprijs: (€3 mln / 60 mln) + €0,04 = €0,09
e
Nee, aankoop van stroom heeft een integrale kostprijs van:
€190.000 / 60 mln + €0,07 = €0,0733, zodat op lange termijn aankoop
voordeliger is.
f1 Kostprijs = (150% × €3 mln) / 120 mln + €0,04 = €0,0775
f2 Kostprijs = (180% × €3 mln) / 180 mln + €0,04 = €0,07
Docenten – Uitwerkingen van de opgaven |
65
Auteurs: Wim Koetzier, Rien Brouwers en Olaf Leppink
www.basisboekbe.noordhoff.nl
isbn: 9789001889173
© 2018 Noordhoff Uitgevers bv
g1 Differentiële kostprijs = (€4,5 mln – €3 mln) / 60 mln + €0,04 = €0,065
g2 Differentiële kostprijs = (€5,4 mln – €4,5 mln) / 60 mln + €0,04 = €0,055
h1 Aankoop van stroom en geen eigen productie:
Totale kosten €190.000 + 60 mln × €0,07 = €4.390.000
h2 Productie van 120 mln kWh:
Totale kosten €4,5 mln + 120 mln × €0,04 =
Af: opbrengst 60 mln × €0,06 =
Kosten per saldo
h3 Productie van 180 mln kWh:
Totale kosten €5,4 mln + 180 mln × €0,04 =
Af: opbrengst 120 mln × €0,055 =
€
€
9.300.000
3.600.000
€
5.700.000
€ 12.600.000
€ 6.600.000
Kosten per saldo
€ 6.000.000
Het eerste alternatief, de aankoop van stroom, is dus op lange termijn het
voordeligst.
C12.7 a
(Tabel in euro’s)
Gebruik
1
2
3
4
5
6
7
8
Afschrijving
jaar
jaar
jaar
jaar
jaar
jaar
jaar
jaar
80.000
110.000
140.000
160.000
168.000
190.000
220.000
230.000
Exploitatie
Totale
kosten
80.000
165.000
255.000
345.000
440.000
545.000
665.000
815.000
Gemiddeld
160.000
275.000
395.000
505.000
608.000
735.000
885.000
1.045.000
160.000
137.500
131.667
126.250
121.600
122.500
126.429
130.625
Economische gebruiksduur is vijf jaar, de gemiddelde kosten zijn
€121.600.
b
(Tabel in euro’s)
Jaar 1
Gemiddelde kosten
Exploitatiekosten
Afschrijving
c
Jaar 2
Jaar 3
Jaar 4
Jaar 5
121.600
80.000
121.600
85.000
121.600
90.000
121.600
90.000
121.600
95.000
41.600
36.600
31.600
31.600
26.600
Omdat de berekening gebaseerd is op een schatting van de opbrengst bij
verkoop en een geschat verloop van de exploitatiekosten en de prestaties.
Docenten – Uitwerkingen van de opgaven |
66
Auteurs: Wim Koetzier, Rien Brouwers en Olaf Leppink
www.basisboekbe.noordhoff.nl
d
isbn: 9789001889173
© 2018 Noordhoff Uitgevers bv
(Tabel in euro’s)
Gebruik
1
2
3
4
5
6
7
8
jaar
jaar
jaar
jaar
jaar
jaar
jaar
jaar
Exploitatie
Intrest
160.000
275.000
395.000
505.000
608.000
735.000
885.000
1.045.000
Totale
kosten
20.000
37.000
51.000
64.000
78.000
87.000
91.000
100.000
Gemiddeld
180.000
312.000
446.000
569.000
686.000
822.000
976.000
1.145.000
180.000
156.000
148.667
142.250
137.200
137.000
139.429
143.125
De economische gebruiksduur is nu zes jaar; de gemiddelde kosten
bedragen €137.000 per jaar, waarvan €14.500 intrestkosten.
e
De economische gebruiksduur dient nu te worden gebaseerd op de laagste
kosten per kilometer:
Gebruik
1
2
3
4
5
6
7
8
jaar
jaar
jaar
jaar
jaar
jaar
jaar
jaar
Totale kosten
(in euro’s)
Totaal aantal
km
180.000
312.000
446.000
569.000
686.000
822.000
976.000
1.145.000
Per km (in
euro’s)
80.000
154.000
222.000
284.000
340.000
390.000
434.000
472.000
2,25
2,03
2,01
2,00
2,02
2,11
2,25
2,43
De economische gebruiksduur is dus vier jaar geworden.
f
Jaar
Kostprijs
Exploitatie
Intrestkosten
Afschrijving
waarde
1
80.000 × €2
€80.000
€16.000
€
64.000
2
74.000 × €2
€85.000
€16.000
€
47.000
3
68.000 × €2
€90.000
€16.000
€
30.000
4
62.000 × €2
€90.000
€16.000
€
€
18.000
159.000
Afrondingsverschil
€
1.000
Totaal
€
160.000
Het verschil ontstaat door afronding van de kosten per km ad €2,0035 op
€2.
g
€240.000 × (1 – p/100)4 = €80.000, daaruit volgt: P = 24% (afgerond)
Eerste jaar: 24% × €240.000 =
€
57.600
Docenten – Uitwerkingen van de opgaven |
67
Auteurs: Wim Koetzier, Rien Brouwers en Olaf Leppink
www.basisboekbe.noordhoff.nl
isbn: 9789001889173
© 2018 Noordhoff Uitgevers bv
Tweede jaar: 24% × €182.400 =
Derde jaar: 24% × €138.624 =
Vierde jaar: 24% × €105.354 =
€
€
€
43.776
33.270
25.285
€
159.931
C12.8 a
Jaar
Jaar
Jaar
Jaar
1
2
3
4
Productie
verhouding
100
75
50
25
Kosten
(in euro’s)
1.000
1.500
2.250
3.375
250
8.125
In jaar 3 dus: 50/250 × €8.125 = €1.625
b
50/250 × €30.000 = €6.000
c
Op basis van de productieverhouding geldt:
€34.750 / 225 = €154,44 p.e.p. bij drie jaar gebruik
€38.125 / 250 = €152,50 p.e.p. bij vier jaar gebruik
d
(Tabel in euro’s)
Gebruik
1
2
3
4
5
Afschrijving
Onderhoud/
reparatie
50.000
50.000
50.000
50.000
50.000
6.000
13.000
22.000
34.000
50.000
jaar
jaar
jaar
jaar
jaar
Totale
kosten
Gemiddeld
56.000
63.000
72.000
84.000
100.000
56.000
31.500
24.000
21.000
20.000
De economische levensduur is dus vijf jaar.
e
De jaarlijkse kosten van de nieuwe machine zijn ook €20.000. Daar de
productie echter een derde groter is, worden de vergelijkbare kosten
€15.000 per jaar.
(Tabel in euro’s)
2018
2019
2020
2021
Vergelijkbare kosten
Onderhoud/reparatie
15.000
7.000
15.000
9.000
15.000
12.000
15.000
16.000
Waarde werkeenheden
8.000
6.000
3.000
negatief
De economische levensduur is dus met een jaar verkort tot vier jaar (2017
t/m 2020).
Docenten – Uitwerkingen van de opgaven |
68
Auteurs: Wim Koetzier, Rien Brouwers en Olaf Leppink
www.basisboekbe.noordhoff.nl
f
isbn: 9789001889173
© 2018 Noordhoff Uitgevers bv
De jaarlijkse kostprijswaarde bedraagt €20.000.
(Tabel in euro’s)
Jaar
2017
2018
2019
2020
2021
Onderhoud/
reparatie
Afschrijving
6.000
7.000
9.000
12.000
16.000
Boekwaarde
31/12
14.000
13.000
11.000
8.000
4.000
36.000
23.000
12.000
4.000
–
Per 31 december 2017 bedraagt de boekwaarde €36.000.
g
Boekwaarde per 31 december 2017
Waarde van de werkeenheden
€
€
36.000
17.000
Verlies
€
19.000
(zie e)
Docenten – Uitwerkingen van de opgaven |
69
Auteurs: Wim Koetzier, Rien Brouwers en Olaf Leppink
www.basisboekbe.noordhoff.nl
isbn: 9789001889173
© 2018 Noordhoff Uitgevers bv
13 Indirecte kosten
V13.1
De walstijden verhouden zich als 1,3 : 1 : 0,9 : 0,8
Met als calculatie-object de bliksoort van 1 mm wordt de totale equivalente
productie:
1,3 × 600 + 500 + 0,9 × 300 + 0,8 × 400 = 1.870 ton
€785.400 / 1.870 = €420 per ton van 1 mm
Kostprijzen per ton:
0,5 mm = 1,3 × 420
1,0 mm = 1,0 × 420
1,5 mm = 0,9 × 420
2,0 mm = 0,8 × 420
V13.3
=
=
=
=
€546
€420
€378
€336
Het opslagpercentage voor de indirecte kosten is:
€6.000
 62,5%
600  €4  900  €8
Kostprijs ontbijt 1 = €4 × 1,625 = €6,50
Kostprijs ontbijt 2 = €8 × 1,625 = €13
V13.5 a
Tarief indirecte kosten
€684.000
 €28,50 per uur
24.000
Direct materiaal
Directe arbeid
Opslag indirecte kosten
€
€
€
84,00
25,00
23,75
Kostprijs
€
132,75
(= 5/6 × €30)
(= 5/6 × €28,50)
b
Bij deze primitieve (enkelvoudige) opslagmethode worden de indirecte
kosten geheel afhankelijk verondersteld van de gekozen opslagbasis, in dit
geval het aantal directe arbeidsuren.
In vele situaties zal dit verband echter niet voor 100% aanwezig zijn,
waardoor een te hoge of te lage kostprijs wordt verkregen.
c
Verfijnde of meervoudige opslagmethode.
d
€504.000
 100%  42% opslag op direct materiaal
€1.200.000
€108.000
€108.000
 100% 
 100%  15% opslag op directe arbeid
24.000  €30
€720.000
Docenten – Uitwerkingen van de opgaven |
70
Auteurs: Wim Koetzier, Rien Brouwers en Olaf Leppink
www.basisboekbe.noordhoff.nl
isbn: 9789001889173
© 2018 Noordhoff Uitgevers bv
€72.000
€72.000
 100% 
 100%  3,75% opslag op de
€1.200.000  €720.000
€1.920.000
totale directe kosten
Berekening kostprijs:
Direct materiaal
Directe arbeid
€
€
84
25
Totaal directe kosten
€
109
Totale indirecte kosten
€
43,12
Kostprijs
€ 152,12
42% × €84 =
15% × €25 =
3,75% × €109 =
e
V13.6 a
€
€
€
35,28
3,75
4,09
Kosten van toezichthoudend personeel, kantinekosten, kosten werkkleding,
reiskosten woon/werkverkeer, kosten directievoering,
personeelsfonds/vereniging enzovoort.
Begrote bezetting:
Machine I = 1.500 × 2 + 300 × 6 = 4.800 uur
Machine II = 1.500 × 6 + 300 × 2 = 9.600 uur
Normale bezetting:
Machine I = €120.000 / €15 = 8.000 uur
Machine II = €200.000 / €25 = 8.000 uur
Dus zowel van P als van Q: (8.000 uur / 8 uur) × 100 stuks = 100.000
stuks
b
c
d
Begrote indirecte kosten
€900.000
 100% 
 100%  125%
Begroot direct loon
€720.000
Zowel voor P als voor Q bedragen de kosten van het direct loon 8 × €50 =
€400 per 100 stuks, dus €4 per product. Voor beide producten wordt dan
de kostprijs:
Materiaal
Direct loon
Toeslag
€
€
€
9
4
5
Totaal
€
18
De indirecte kosten zijn wellicht niet enkel afhankelijk van het direct loon.
Bovendien bestaat er meestal geen lineaire relatie. Ook kunnen de
indirecte kosten nog verschillen per type machine en moeten de vaste
Docenten – Uitwerkingen van de opgaven |
71
Auteurs: Wim Koetzier, Rien Brouwers en Olaf Leppink
www.basisboekbe.noordhoff.nl
isbn: 9789001889173
© 2018 Noordhoff Uitgevers bv
indirecte kosten eigenlijk worden gerelateerd aan de normale bezetting.
Hierdoor is het mogelijk dat de berekende kostprijzen niet geheel juist zijn.
e
Machine I
Machine II
Materiaal
Per product P
2 uur =
€ 1,65
6 uur =
€ 7,60
€ 9,00
Per product Q
6 uur = € 4,95
2 uur = € 2,53
€ 9,00
€ 18,25
€ 16,48
Totaal
f
Op basis van machine-uren:
Machine I (4.800 – 8.000) × €15 =
Machine II (9.600 – 8.000) × €25 =
€
€
48.000
40.000
Per saldo een onderbezettingsverlies van
€
8.000
verlies
winst
Op basis van aantallen P en Q:
P : (150.000  100.000) 
Q : (30.000  100.000) 
2  €15  6  €25
 50.000  €1,80  €90.000 positief
100
6  €15  2  €25
 70.000  €1,40  €98.000 negatief
100
Per saldo een onderbezettingsverlies van €90.000 – €98.000 = €8.000.
V13.8 a
b
Grondstof: 8.000 kg à €3 + 3.000 kg à €4 =
Arbeid: 8.000 uur à €15 + 6.000 uur à €17,50 =
Uitbesteding: 8.000 × €2 =
€
€
€
36.000
225.000
16.000
Totaal directe kosten
€
277.000
75%  €150.000
 100%  50% opslag op arbeid
€225.000
21%  €150.000
 100%  87,5% opslag op grondstof
€36.000
4%  €150.000
 100%  37,5% opslag op uitbesteed werk
€16.000
Docenten – Uitwerkingen van de opgaven |
72
Auteurs: Wim Koetzier, Rien Brouwers en Olaf Leppink
www.basisboekbe.noordhoff.nl
isbn: 9789001889173
© 2018 Noordhoff Uitgevers bv
(Tabel in euro’s)
Product A
3,00
15,00
2,00
2,625
7,50
0,75
Grondstof
Arbeid
Uitbesteed werk
87,5% van grondstof
50% van arbeid
37,5% van uitbesteed werk
Kostprijzen
c
30,875
Product B
4,00
35,00
–
3,50
17,50
–
60,00
De normale productie is dan 10.000 stuks A en 3.750 stuks B. Dit heeft
vervolgens consequenties voor de arbeidskosten per eenheid. Deze
bestonden voor 10% uit vaste kosten, dus €1,50 per eenheid A en €3,50
per eenheid B. De variabele arbeidskosten per stuk zijn dan €13,50 voor A
en €31,50 voor B.
Per product worden de arbeidskosten nu:
0,8 × €1,50 + €13,50 = €14,70 voor A
0,8 × €3,50 + €31,50 = €34,30 voor B
De vaste indirecte kosten blijven: 0,9 × €150.000 =
De variabele indirecte kosten worden:
0,1 × €150.000 × 100/80 =
€
135.000
€
18.750
Totale indirecte kosten bij normale productie
€
153.750
De opslagpercentages worden nu:
75%  €153.750
 100%  41,84% op arbeid
10.000  €14,70  3.750  €34,30
21%  €153.750
 100%  71,75% op grondstof
10.000  €3  3.750  €4
4%  €153.750
 100%  30,75% op uitbesteding
10.000  €2
(Tabel in euro’s)
Grondstof
Arbeid
Uitbesteed werk
71,75% van grondstof
41,84% van arbeid
30,75% van uitbesteed werk
Kostprijzen
Product A
3,00
14,70
2,00
2,15
6,15
0,62
28,62
Product B
4,00
34,30
–
2,87
14,35
–
55,52
Docenten – Uitwerkingen van de opgaven |
73
Auteurs: Wim Koetzier, Rien Brouwers en Olaf Leppink
www.basisboekbe.noordhoff.nl
V13.10 a
b
V13.11 a
isbn: 9789001889173
© 2018 Noordhoff Uitgevers bv
Per agent bedraagt het aantal productieve uren: 8 × 5 × 48 × 0,875 =
1.680 uur.
Het totaal benodigde aantal productieve uren, op basis van de te
verwachten calls, is dan: 750.000 × 9/60 = 112.500 uur.
Het aantal uren waarvoor vervolgens uitzendkrachten moeten worden
ingehuurd is: 112.500 – 1.680 × 50 = 28.500 uur.
De in rekening te brengen kosten voor deze uitzendkrachten zijn dan:
28.500/0,95 = 30.000 uur à 2 × €8,50/0,85 = €600.000.
Vaste kosten:
Huisvesting: 240 × (€9.000 / 600) =
Energie: 5.000 kWh à €0,25 =
Lonen en sociale lasten: 1,25 × €15.000 =
Afschrijving: 4 × (€30.000 / 12) =
Intrest: 4 × 0,75% × €140.000 =
€
€
€
€
€
3.600
1.250
18.750
10.000
4.200
Totale vaste kosten per maand
€
37.800
Variabele kosten:
Energie: 625 uur × 80 kWh à €0,25 =
Olie: 625 uur × 2 liter à €4 =
€
€
12.500
5.000
Totale variabele kosten per maand
€
17.500
Begrote kosten in totaal €55.300 per maand.
b
c
V13.12 a
€37.800 €17.500

 €60,48  €28  €88,48
625
625
(700 – 625) × €60,48 = €4.536 voordelig
Tarief onderhoud 
€38.000 €6.000

 €40  €7,50  €47,50
950
800
Tarief administratie 
€29.750 €1.500

 €42,50  €2,50  €45
700
600
(Tabel in euro’s)
Productieafdeling I
Eerstbelaste kosten
Onderhoud
Administratie
Vaste kosten
200.000
200.000
Variabele kosten
43.750
23.750 (500 × 47,50)
13.500 (300 × 45)
81.000
Docenten – Uitwerkingen van de opgaven |
74
Auteurs: Wim Koetzier, Rien Brouwers en Olaf Leppink
www.basisboekbe.noordhoff.nl
Tarief 
isbn: 9789001889173
© 2018 Noordhoff Uitgevers bv
€200.000 €81.000

 €50  €22,50  €72,50
4.000
3.600
(Tabel in euro’s)
Productieafdeling II
Eerstbelaste kosten
Onderhoud
Administratie
Vaste kosten
150.000
150.000
Tarief 
b
V13.15 a
b
Variabele kosten
39.750
14.250 (300 × 47,50)
9.000 (200 × 45)
63.000
€150.000 €63.000

 €62,50  €31,50  €94
2.400
2.000
Onderhoud: 150 × €40 =
Administratie: 100 × €42,50 =
Productieafdeling I: 400 × €50 =
Productieafdeling II: 400 × €62,50 =
€
€
€
€
6.000
4.250
20.000
25.000
verlies
verlies
verlies
verlies
Verwacht bezettingsresultaat
€
55.250
verlies
Machine-omstellingen: €320.000 / (20 + 44) = €5.000
Logistieke handelingen (inkoop): €360.000 / (25 + 35) = €6.000
Kwaliteitskeuringen: €240.000 / (30 + 50) = €3.000
Verkooporders: €340.000 / (90+110) = €1.700
Het Fazantenhuis Het Pauwenverblijf
€ 1.000.000
€
600.000
Totale directe variabele kosten
Indirecte constante kosten
• omstellingen machines
20 × €5.000
€
44 × €5.000
• logistieke handelingen (inkoop)
25 × €6.000
€
35 × €6.000
• kwaliteitskeuringen
30 × €3.000
€
50 × €3000
• verkooporders
90 × €1.700
€
110 × €1.700
• overige indirecte constante kosten
1.000/1.600 × €420.000
€
600/1.600 × €420.000
€
100.000
€
220.000
€
210.000
€
150.000
€
187.000
€
157.500
150.000
90.000.
153.000
262.500
1.755.500
€ 1.524.500
Docenten – Uitwerkingen van de opgaven |
75
Auteurs: Wim Koetzier, Rien Brouwers en Olaf Leppink
www.basisboekbe.noordhoff.nl
• geplande productie en afzet
• kosten per eenheid
C13.2 a
isbn: 9789001889173
© 2018 Noordhoff Uitgevers bv
2.000 stuks
€877,75
1.000 stuks
€1.524,50
Kostenverdeelstaat (× €1.000)
Huisvesting
Krachtcentrale
Magazijn
Fabriek
Verkoop
Eerstbelaste kosten
–79,2
115,2
87,6
480
138
Doorbelasting
–79,2
7,2
14,4
50,4
7,2
–122,4
–
117,3
5,1
0
102
647,7
150,3
1
0
122,4
Doorbelasting2
Doorbelasting
3
Doorbelasting
4
–102,0
0
–650,0
W
2,3
Doorbelasting5
150
V
1
2
3
4
0,3
€79.200
 €24 per m2
3.300
€122.400
 €0,255 per kWh
480.000
€102.000
 €0,17 per kg
600.000
60.000 × 1/12 + 30.000 × 1/4 = 12.500 uur
€647.700
 €51,82  €52
12.500
5
Er wordt dus doorberekend 12.500 × €52 = €650.000
60.000 × €25 + 30.000 × €50 = €3 mln
€150.300
 100%  5% (5,01)
€3 mln
Doorberekend wordt dus 5% × €3 mln = €150.000
b
Product P
Grondstof 4 × €1,70 =
€ 6,80
Magazijnkosten 4 × €0,17 = € 0,68
Arbeid 0,2 × €40 =
€ 8,00
Machine 1/12 × €52 =
€ 4,33
Fabricagekostprijs
€ 19,81
c
P = €19,81 + 5% × €25 = €21,06
Q = €43,44 + 5% × €50 = €45,94
d
Winst P = 0,96 × €25 – €21,06 = €2,94
Winst Q = 0,96 × €50 – €45,94 = €2,06
Product Q
12 × €1,70 =
12 × €0,17 =
0,2 × €40 =
1/4 × €52 =
€ 20,40
€ 2,04
€ 8,00
€ 13,00
€ 43,44
Docenten – Uitwerkingen van de opgaven |
76
Auteurs: Wim Koetzier, Rien Brouwers en Olaf Leppink
www.basisboekbe.noordhoff.nl
C13.3 a
isbn: 9789001889173
© 2018 Noordhoff Uitgevers bv
Verkoopresultaat:
60.000 × €2,94 + 30.000 × €2,06 =
Resultaat op doorbelasting: €2.300 – €300 =
€ 238.200
€
2.000
Totale verwachte winst
€ 240.200
(6.500 / 11.000) × 100% = 59% opslag op totale directe kosten
Grondstofkosten product A: 1,5 × (6 mln / 600.000) =
Grondstofkosten product B: 2,0 × (6 mln / 600.000) =
Directe loonkosten product A: 0,25 × (5 mln / 200.000) =
Directe loonkosten product B: 1,0 × (5 mln / 200.000) =
€15
€20
€6,25
€25
Kostprijzen:
Product A: €15 + €6,25 + 59% × €21,25 = €33,79
Product B: €20 + €25 + 59% × €45 = €71,55
b
(1.590 / 6.000) × 100% = 26,5% = 27% opslag op directe grondstof
(330 / 11.000) × 100% = 3% opslag op totale directe kosten
(4.580 / 5.000) × 100% = 91,6% = 92% opslag op direct loon
Kostprijzen:
A: 21,25 + 27% × 15 + 3% × 21,25 + 92% × 6,25 = €31,69
B: 45 + 27% × 20 + 3% × 45 + 92% × 25 = €74,75
c
Huisv
Directie
Ind. lonen/salarissn
200
Ind. kosten dpm
70
Overige ind. kosten
30
300
Doorbelasting van:
* Huisvesting
Adm
1.490
60
40
Garage Fabricage
1.070
1.270
30
50
70
50
Nabewerking
250
300
220
1.160
80
60
1.590
1.170
1.370
550
1.520
10
30
30
100
130
300
100
500
700
750
750
600
900
2.500
4.000
1.600
* Directie
1.500
* Administratie
1.500
* Garage
d
Fabricage: 200.000 × 6 min. + 150.000 × 12 min. = 50.000 uur
Nabewerking: 200.000 × 6 min. + 150.000 × 8 min. = 40.000 uur
Tarief fabricage: €2,5 mln / 50.000 = €50 per uur
Tarief nabewerking: €4 mln / 40.000 = €100 per uur
Docenten – Uitwerkingen van de opgaven |
77
Auteurs: Wim Koetzier, Rien Brouwers en Olaf Leppink
www.basisboekbe.noordhoff.nl
e
isbn: 9789001889173
© 2018 Noordhoff Uitgevers bv
(Tabel in euro’s)
Totale directe kosten
Kosten voorbewerking
Kosten nabewerking
Product A
21,25
5
10
Product B
45,00
10,00
13,33
Totale indirecte kosten
15
23,33
Kostprijs
36,25
68,33
Docenten – Uitwerkingen van de opgaven |
78
Auteurs: Wim Koetzier, Rien Brouwers en Olaf Leppink
www.basisboekbe.noordhoff.nl
isbn: 9789001889173
© 2018 Noordhoff Uitgevers bv
14 Budgettering en
verschillenanalyse
V14.1 a
Januari
22.500
24.000
Februari
27.000
30.000
Maart
21.000
36.000
April
24.000
28.000
Benodigd
Beginvoorraad
46.500
18.000
57.000
22.500
57.000
27.000
52.000
21.000
Productie
28.500
34.500
30.000
31.000
Januari
57.000
42.750
Februari
69.500
51.750
Maart
60.000
45.000
April
62.000
46.500
Januari
34.500
57.000
Februari
30.000
69.000
Maart
31.000
60.000
Totaal nodig
Beginvoorraad
91.500
28.500
99.000
34.500
91.000
30.000
Inkopen
63.000
64.500
61.000
Januari
25.875
42.750
Februari
22.500
51.750
Maart
23.250
45.000
Totaal nodig
Beginvoorraad
68.625
21.375
74.250
25.875
68.250
22.500
Inkopen
47.250
48.375
45.750
Eindvoorraad
Afzet
b
Nodig voor:
Productie
Deconyl (in kg)
Effoliet (in kg)
Deconyl (in kg)
Eindvoorraad
Tbv productie
Effoliet (in kg)
Eindvoorraad
Tbv productie
V14.4 a
€600.000
 13.000  €3,50  €50.000  €45.500  €95.500
12
b
€50.000 + 15.000 × €3,50 = €102.500
c
Kostprijs =
€600.000
 €3,50  €7,50
150.000
Docenten – Uitwerkingen van de opgaven |
79
Auteurs: Wim Koetzier, Rien Brouwers en Olaf Leppink
www.basisboekbe.noordhoff.nl
Kostprijs productie: 15.000 × €7,50 =
Werkelijke kosten
Fabricageresultaat
Bezettingsresultaat: 2.500 × €4 =
Budgetverschil: €102.500 – €110.000 =
isbn: 9789001889173
© 2018 Noordhoff Uitgevers bv
€ 112.500
€ 110.000
€
2.500 (voordelig)
€
10.000 (voordelig)
€
7.500 (nadelig)
€
V14.6 a
2.500 (voordelig)
9.000 × €60 = €540.000
b
€540.000 – €552.300 = €12.300 nadelig
c
Efficiencyverschillen:
Materiaal: (9.000 × 2 – 17.600) × €10 =
Arbeid: (9.000 × 0,5 – 4.400) × €30 =
Machine-uren: (9.000 × 0,5 – 4.700) × €50 =
€
€
€
4.000 (voordelig)
3.000 (voordelig)
10.000 (nadelig)
Prijsverschillen:
Materiaal: 17.600 × €10 – €183.500 =
Arbeid: 4.400 × €30 – €134.000 =
Variabele machinekosten:4.700 × €20 – €82.800 =
Vaste machinekosten: 5.000 × €30 – €152.000 =
Bezettingsresultaat: (4.700 – 5.000) × €30 =
€
€
€
€
€
7.500
2.000
11.200
2.000
9.000
Per saldo
€
12.300 (nadelig)
V14.8 a
b
(nadelig)
(nadelig)
(voordelig)
(nadelig)
(nadelig)
€162.500 €75.625

 €6,50  €2,75  €9,25
25.000
27.500
Opbrengst verkopen:
Kosten:
Materiaal
Onderdelen
Energie
Constant
22.500 × €12 =
€ 270.000
€ 25.235
€ 24.600
€ 19.200
€ 162.500
€ 231.535
– 1.500 × €9,25 =
c
€
13.875
Kostprijs verkopen
€ 217.660
Bedrijfsresultaat
€
52.340
Transactieresultaat: 22.500 × (€12 – €9,25) =
Fabricageresultaat: 24.000 × €9,25 – €231.535 =
€
€
61.875 (voordelig)
9.535 (nadelig)
€
52.340 (voordelig)
Docenten – Uitwerkingen van de opgaven |
80
Auteurs: Wim Koetzier, Rien Brouwers en Olaf Leppink
www.basisboekbe.noordhoff.nl
d
V14.9 a
isbn: 9789001889173
© 2018 Noordhoff Uitgevers bv
Prijsverschillen:
Materiaal: 12.250 × €2 – €25.235 =
Onderdelen: 48.000 × €0,50 – €24.600 =
Energie: 80.000 × €0,25 – €19.200 =
€
€
€
Efficiencyverschillen:
Materiaal: (24.000 × 0,5 – 12.250) × €2 =
Energie: (24.000 × 3 – 80.000) × €0,25 =
€
€
500 (nadelig)
2.000 (nadelig)
Bezettingsverschil:
(24.000 – 25.000) × €6,50 =
€
6.500 (nadelig)
€
9.535 (nadelig)
Standaardkosten: 670 × €200 =
Werkelijke kosten:
Grondstof: €30.400 – €1.975 = €
Arbeid
€
Vaste machinekosten
€
Variabele machinekosten
€
735 (nadelig)
600 (nadelig)
800 (voordelig)
€ 134.000
28.425
60.800
32.000
18.000
€ 139.225
Nadelig fabricageresultaat
b
C14.1 a
€
5.225
Prijsverschillen:
Grondstof: 76.000 × €0,375 – €30.400 =
€
Arbeid: 1.900 × €33 – €60.800 =
€
Variabele machinekosten: 950 × €20 – €18.000 = €
Vaste machinekosten: €30.000 – €32.000 =
€
1.900
1.900
1.000
2.000
(nadelig)
(voordelig)
(voordelig)
(nadelig)
Efficiencyverschillen:
Grondstof: (750 × 100 – 76.000) × €0,375 =
Arbeid: (750 × 2,5 – 1.900) × €33 =
Machine: (750 × 1,25 – 950) × €50 =
€
€
€
375 (nadelig)
825 (nadelig)
625 (nadelig)
Afvalresultaat:
(15.800 kg – 20% × 75.000 kg) × €0,125 =
€
100 (voordelig)
Uitvalresultaat:
(10% × 75.000 – 8.000) × €200 per 100 =
€
1.000 (nadelig)
Bezettingsresultaat:
(950 – 1.000) × €30 =
€
1.500 (nadelig)
€
5.225 (nadelig)
Opbrengst verkopen: 120.000 × €16,25 =
Kostprijs verkopen: 120.000 × €11,75 =
€ 1.950.000
€ 1.410.000
Docenten – Uitwerkingen van de opgaven |
81
Auteurs: Wim Koetzier, Rien Brouwers en Olaf Leppink
www.basisboekbe.noordhoff.nl
isbn: 9789001889173
© 2018 Noordhoff Uitgevers bv
Transactieresultaat
Bezettingsverlies: 10.000 × €2,50 =
€
€
540.000
25.000
Begrote winst over februari
€
515.000
b
Een masterbudget is het totale budget van een onderneming en bestaat uit
diverse deelbudgetten, vanaf verkoopbudget tot en met gebudgetteerde
resultatenrekening en balans. Functies budget: planning, coördinatie,
communicatie, taakstelling, autorisatie en evaluatie.
c
Transactieresultaat:
130.000 × (€16,25 – €11,75) =
Fabricageresultaat:
130.000 × €11,75 – €1.631.000 =
d
€ 585.000 (voordelig)
€ 103.500 (nadelig)
Bedrijfsresultaat
€ 481.500 (voordelig)
Bezettingsresultaat: 20.000 × €2,50 =
€
50.000 (nadelig)
Efficiencyverschil grondstof:
(130.000 × 10 – 1.350.000) =
50.000 kg à €0,50 =
€
25.000 (nadelig)
Verschil op overige variabele kosten:
130.000 × €2 – €282.000 =
€
22.000 (nadelig)
Efficiencyverschil op arbeid:
(130.000 / 20 – 6.400) = 100 uur à €45 =
€
Prijsverschil op arbeid:
(6.400 × €45 – €304.000) =
€
Budgetverschil op vaste kosten:
€375.000 – €370.000 =
€
4.500 (voordelig)
16.000 (nadelig)
5.000 (voordelig)
€ 103.500 (nadelig)
C14.3 a
Grondstof: 10  €3,45 
100

92
€ 37,50
Overige variabele kosten
Vaste kosten: €2 mln / 50.000 =
€
€
Opbrengst uitval: 5% × €40 =
€ 116
€
2
Kostprijs:
100
×
95
38,50
40,00
€ 114
=
120
Docenten – Uitwerkingen van de opgaven |
82
Auteurs: Wim Koetzier, Rien Brouwers en Olaf Leppink
www.basisboekbe.noordhoff.nl
isbn: 9789001889173
© 2018 Noordhoff Uitgevers bv
b
95% × 50.000 × (€150 – €120) = 47.500 × €30 = €1.425.000
c
Bruto productie = 48.800 / 0,94 = 52.000 ongekeurde producten
Grondstof: 52.000  10  €3,45 
d
€
1.971.428,50
Overige variabele kosten: 52.000 × €38,50 =
Vaste kosten
€
€
2.002.000,00
2.000.000,00
Opbrengst uitval: 3.120 × €40 =
€
€
5.973.428,50
124.800,00
Opbrengst productie: 48.800 × €150 =
€
€
5.848.628,50
7.332.000,00
Herziene winst
€
1.483.371,50
Winsttoename = €1.483.371,50 – €1.425.000 = €
1
2
3
Toename transactieresultaat:
(48.800 – 47.500) × €30 =
Bezettingsresultaat:
(52.000 – 50.000) × €40 =
Afvalresultaat:
Grondstofkosten standaard
€
37,50
Verwacht:
34,50 
4
C14.4 a
b
100
=
91
100
 €
91
37,912087
€
0,412087
€
41.400,00 (voordelig)
€
80.000,00 (voordelig)
× 52.000 = €
Uitvalresultaat:
1% × 52.000 × (€120 – €40) =
58.371,50
21.428,50 (nadelig)
€
41.600,00 (nadelig)
€
58.371,50 (voordelig)
Directe lonen: €12 mln / 400.000 =
Vaste indirecte loonkosten: €7 mln / 35.000 =
Variabele indir. loonkosten: €2 mln / 400.000 =
€
€
€
30
20
5
Totaal per arbeidsuur
€
55
€300.000 + 4.500 uur à €55 = €547.500
c1 Begroot: €300.000 + €25.000 =
Werkelijk:
Nadelig begrotingsverschil
€ 325.000
€ 340.000
€
15.000
Docenten – Uitwerkingen van de opgaven |
83
Auteurs: Wim Koetzier, Rien Brouwers en Olaf Leppink
www.basisboekbe.noordhoff.nl
c2 Begroot:
Werkelijk:
4.500 + 150
isbn: 9789001889173
© 2018 Noordhoff Uitgevers bv
4.650 uur
4.620 uur
Voordelig verschil:
30 uur
à €30 = €900
c3 Nadelig prijsverschil: €144.375 – 4.620 × 30 = €5.775
d
Omzet:
Werkelijke kosten:
Mutatie onderhanden werk:
• €850.000 – €585.000 = €
• 14.000 uur à €55 =
€
€ 27.500.000
€ 27.875.000
265.000
770.000
€
1.035.000
€ 26.840.000
Winst
e
Omzet
Werkelijke kosten:
Mutatie onderhanden werk:
• €850.000 – €585.000 = €
• 14.000 uur à €55 =
€
€
660.000
€ 27.500.000
€ 27.875.000
265.000
490.000
€
755.000
€ 27.120.000
Winst
f
g
€
380.000
Winst integrale calculatie:
Winst direct costing:
€
€
660.000
380.000
Winstverschil:
€20)
€
280.000 (is gelijk aan 14.000 uur à
Omzet:
Werkelijke kosten:
Mutatie onderhanden werk:
• €850.000 – €585.000 = €
• 14.000 uur à €5 =
€
€ 27.500.000
€ 27.875.000
265.000
70.000
€
335.000
€ 27.540.000
Verlies
€
40.000
Docenten – Uitwerkingen van de opgaven |
84
Auteurs: Wim Koetzier, Rien Brouwers en Olaf Leppink
www.basisboekbe.noordhoff.nl
h
i
Directe lonen: €12.500.000 / 400.000 =
Indirecte loonkosten:
• vast: €7,5 mln / 400.000 =
• variabel: €2,5 mln / 400.000 =
isbn: 9789001889173
© 2018 Noordhoff Uitgevers bv
€
31,25
€
€
18,75
6,25
€
56,25
Materiaal:
Lonen: 5.000 × €6,25
€
€
125.000
31.250
Minimumprijs
€
156.250
De maximumprijs bedraagt €375.000, anders gaat Interrail extern naar
Rail Logistics.
Docenten – Uitwerkingen van de opgaven |
85
Auteurs: Wim Koetzier, Rien Brouwers en Olaf Leppink
www.basisboekbe.noordhoff.nl
isbn: 9789001889173
© 2018 Noordhoff Uitgevers bv
Deel 4
Verslaggeving en winst
Docenten – Uitwerkingen van de opgaven |
86
Auteurs: Wim Koetzier, Rien Brouwers en Olaf Leppink
www.basisboekbe.noordhoff.nl
isbn: 9789001889173
© 2018 Noordhoff Uitgevers bv
15 Externe verslaggeving
V15.2 a
Balans per 31 december 2017 (in euro’s)
Metaalbewerkingsmachine
Voorraad metaal
Voorraad
Vooruitbetaalde huur
Debiteuren
Liquide middelen
1.120.000
200.000
260.000
50.000
200.000
370.000
Aandelenkapitaal
Winst
2.200.000
Metaalbewerkingsmachine
Aanschafprijs
Afschrijving: 1/8 × €1.280.000 =
Voorraad metaal
Inkopen
Verbruik: 80.000 × €10 =
Voorraad rekken
Productie
Verkocht plus afgeleverd
2.000.000
200.000
2.200.000
€
€
1.280.000
160.000
€
1.120.000
€
€
1.000.000
800.000
€
200.000
–
–
80.000 stuks
60.000 stuks
20.000 stuks
Waardering per rek:
Metaalkosten
€ 10
€160.000

80.000
€80.000

Loonkosten productiepersoneel:
80.000
Afschrijvingskosten machine:
€
2
€
1
€ 13
Docenten – Uitwerkingen van de opgaven |
87
Auteurs: Wim Koetzier, Rien Brouwers en Olaf Leppink
www.basisboekbe.noordhoff.nl
isbn: 9789001889173
© 2018 Noordhoff Uitgevers bv
Waardering voorraad: 20.000 × €13 = €260.000
Vooruitbetaalde huur
Van het betaalde bedrag ad €100.000 heeft de helft betrekking op de huur
voor 2017.
Liquide middelen
Uitgifte aandelenkapitaal: 20.000 × €100 =
Huur pand
Aankoop machine
Loonkosten
Aankoop metaal
Overige bedrijfskosten
Verkopen: 50.000 × €20 =
€
€
€
€
€
€
€
2.000.000
100.000
1.280.000
150.000
1.000.000
100.000
1.000.000
€
370.000
–
–
–
–
–
+
Aandelenkapitaal
20.000 × €100 = €2.000.000
b
Resultatenrekening over 2017 (in euro’s)
Opbrengst verkopen: 60.000 × €20 =
Kostprijs verkopen: 60.000 × €13 =
1.200.000
780.000
420.000
Huurkosten
Loonkosten directeur
Overige bedrijfskosten
50.000
70.000
100.000
220.000
Winst
200.000
V15.4
Balans per 1 januari 2018 (in euro’s)
Inventaris
Voorraad
Debiteuren
Liquide middelen
33.600
120.000
95.200
7.000
Eigen vermogen
Agio
Algemene reserve
Schuld aan bank
Schuld aan verhuurder
Crediteuren
40.000
60.000
–611.400
431.200
140.000
196.000
255.800
255.800
Inventaris
40% van €84.000 = €33.600
Voorraad
50% van €240.000 = €120.000
Docenten – Uitwerkingen van de opgaven |
88
Auteurs: Wim Koetzier, Rien Brouwers en Olaf Leppink
www.basisboekbe.noordhoff.nl
isbn: 9789001889173
© 2018 Noordhoff Uitgevers bv
Debiteuren
70% van €136.000 = €95.200
Schuld aan bank
1,1 × (€380.000 + €12.000) = €431.200
Schuld aan verhuurder
40% van 5 × €70.000 = €140.000
V15.5 a
b
Toekomstparagraaf
Bedrijfsresultaat uit normale activiteiten
€7 mln negatief
Bedrijfsresultaat uit normale activiteiten gecorrigeerd
verlies voorziening
Dotatie verliesvoorziening
€15 mln positief
€22 mln
c
Balans per 31 december 2016 (in mln euro’s)
Vaste activa
Vastgoedportefeuille
Handelsvorderingen
Liquide middelen
117
191
262
138
Eigen vermogen
Achtergestelde lening
Langlopende schulden
Kortlopende schulden
aan kredietinstellingen
Crediteuren
708
230
25
118
13
322
708
Solvabiliteit op basis van eigen vermogen = 32,5%
Eigen vermogen / Totaal vermogen = €230 mln / Totaal vermogen =
32,5%.
Totaal vermogen =
100 / 32,5 × €230 mln = €708 mln
Solvabiliteit op basis van garantievermogen = 36,0%
Garantievermogen / Totaal vermogen = Garantievermogen / €708 mln =
36,0%.
Garantievermogen =
0,36 × €708 mln = €255 mln
Achtergestelde lening =
€255 mln – €230 mln = €25 mln
Liquide middelen – Kortlopende schulden aan kredietinstellingen = €125
mln
€138 mln – Kortlopende schulden aan kredietinstellingen = €125 mln
Kortlopende schulden aan kredietinstellingen = €13 mln
Handelsvorderingen (restpost balanstotaal) = €262 mln
Nettowerkkapitaal = €65 mln
Docenten – Uitwerkingen van de opgaven |
89
Auteurs: Wim Koetzier, Rien Brouwers en Olaf Leppink
www.basisboekbe.noordhoff.nl
isbn: 9789001889173
© 2018 Noordhoff Uitgevers bv
Handelsvorderingen + Liquide middelen – Kortlopende schulden aan
kredietinstellingen – Crediteuren = €65 mln
€262 mln + €138 mln – €13 mln – Crediteuren = €65 mln
Crediteuren = €322 mln
Langlopende schulden (restpost balanstotaal) = €118 mln
d
Omzet
Balanstotaal
Aantal werknemers
€1.573 mln
€ 708 mln
Niet bekend
Aan 2 van de 3 criteria in ieder geval voldaan: Groot
e
C15.1 1
2
•
•
•
•
Jaarrekening
Balans
Resultatenrekening
Accountantsverklaring
Nog niet voldaan aan realisatieprincipe.
Balans:
Nog af te leveren goederen verhogen met €17.850
Resultatenrekening: Omzet verlagen met €107.100
Inkoopwaarde omzet verlagen met €89.250
In strijd met vergelijkbaarheid. Oorspronkelijke afschrijvingsschema dient
gehandhaafd te blijven.
De aanschafprijs van de vrachtauto is 8 / 6,5 × €78.000 = €96.000.
Jaarlijkse afschrijving €96.000 / 8 = €12.000.
Balans:
Vrachtauto verlagen met €6.000.
Resultatenrekening: Afschrijvingskosten verhogen met €6.000.
3
In strijd met voorzichtigheidsprincipe.
Balans:
Debiteuren verlagen met €45.000
Resultatenrekening: Overige bedrijfskosten verhogen met €45.000
4
Balans:
5
In strijd met matchingprincipe.
Balans:
Resultatenrekening
Aandelenkapitaal verlagen met €40.000
Agio verhogen met €40.000
Vooruitbetaalde huur verhogen met €18.000
Huurkosten verlagen met €18.000
Docenten – Uitwerkingen van de opgaven |
90
Auteurs: Wim Koetzier, Rien Brouwers en Olaf Leppink
www.basisboekbe.noordhoff.nl
isbn: 9789001889173
© 2018 Noordhoff Uitgevers bv
Balans per 31 december 2017 (in euro’s)
Inventaris
Vrachtauto
Voorraad
Debiteuren
Vooruitbetaalde huur
Liquide middelen
52.000
72.000
357.000
53.000
18.000
44.000
Aandelenkapitaal
Agio
Winstreserve
Winst 2017
Crediteuren
Nog af te leveren goederen
596.000
Resultatenrekening over 2017 (in euro’s)
Omzet
Inkoopwaarde omzet
Afschrijvingskosten
Huurkosten
Overige bedrijfskosten
Winst
50.000
40.000
328.750
(14.850)
85.000
107.100
596.000
1.773.100
1.148.350
29.000
172.000
438.600
(14.850)
Docenten – Uitwerkingen van de opgaven |
91
Auteurs: Wim Koetzier, Rien Brouwers en Olaf Leppink
www.basisboekbe.noordhoff.nl
isbn: 9789001889173
© 2018 Noordhoff Uitgevers bv
16 De jaarrekening nader bekeken
V16.1
Fouten:
•
Immateriële vaste activa behoren aan de materiële activa vooraf te
gaan.
•
Computerapparatuur moet gerangschikt worden onder de materiële
vaste activa.
•
Goodwill behoort bij de immateriële vaste activa.
•
Effecten dienen te worden gerangschikt onder vlottende activa, tenzij
deze effecten niet courant zijn.
•
Voor nieuwbouw kan geen voorziening worden getroffen.
•
De voorziening voor incourant moet in mindering gebracht worden op
de post Voorraden.
•
Handelscrediteuren zijn korte schulden.
V16.2 a
Balans per 31 december 2016 (× €1.000)
Kantoorpand
Baggervloot
Onderhanden werk
960
8.100
Aandelenkapitaal
9% Banklening
Winst
9.000
9.000
Nihil
40
900 +
3.000 +
810 +
4.750
Liquide middelen
8.000
3.000
810
–
–
4.190
18.000
18.000
Balans per 31 december 2017 (× €1.000)
Kantoorpand
Baggervloot
Debiteuren
Liquide middelen
920
7.200
11.000
Aandelenkapitaal
9% Banklening
Winst
9.000
9.000
1.500
4.190
3.000
810
–
–
380
19.500
19.500
Docenten – Uitwerkingen van de opgaven |
92
Auteurs: Wim Koetzier, Rien Brouwers en Olaf Leppink
www.basisboekbe.noordhoff.nl
isbn: 9789001889173
© 2018 Noordhoff Uitgevers bv
b
Balans per 31 december 2016 (× €1.000)
Kantoorpand
Baggervloot
Onderhanden werk
960
8.100
Aandelenkapitaal
9% Banklening
Winst
9.000
9.000
750
4.750
750 + *
Liquide middelen
5.500
4.190
18.750
*
18.750
4.750
 €1.500
9.500
Balans per 31 december 2017 (× €1.000)
Kantoorpand
Baggervloot
Debiteuren
Liquide middelen
920
7.200
11.000
380
Aandelenkapitaal
Winstreserve
9% Banklening
Winst
9.000
750
9.000
750
19.500
19.500
V16.4 a
Balans per 31 december 2017 (× €1.000)
Bestelauto
Voorraad Z
Effecten
Liquide middelen
23,5
115
46
Begin eigen vermogen
Winst 2017
175
48,5
39
223,5
223,5
Bestelauto
Jaarlijkse afschrijving = €30.000 – €4.000 / 4 = €6.500
Boekwaarde = €30.000 – €6.500 = €23.500
Voorraad Z
Beginvoorraad
Kostprijs verkopen
Inkoop
150.000 × €0,80 =
120.000 × €0,80 =
30.000 × €0,80 =
140.000 × €0,65 =
€120.000
€ 96.000
€ 24.000
€ 91.000
€115.000
–
+
De daling van de inkoopprijs hoeft niet tot een impairment te leiden, zolang
aannemelijk is dat de netto-opbrengstwaarde van de voorraad tenminste
€115.000 is.
Docenten – Uitwerkingen van de opgaven |
93
Auteurs: Wim Koetzier, Rien Brouwers en Olaf Leppink
www.basisboekbe.noordhoff.nl
isbn: 9789001889173
© 2018 Noordhoff Uitgevers bv
Effecten
1,15 × 5.000 × €8 = €46.000
Liquide middelen
Saldo 1/1
Verkoop
Inkoop
Aankoop effecten
Dividend
Saldo 31/1
120.000 × €1,20 =
140.000 × €0,65 =
5.000 × €8 =
5.000 × €0,20 =
€ 25.000
€144.000
€ 91.000
€ 40.000
€ 1.000
€ 39.000
Resultatenrekening over 2017 (in euro’s)
Omzet
Kostprijs omzet
+
–
–
+
144.000
96.000
Afschrijvingskosten
48.000
6.500
Financiële baten
41.500
7.000
Winst
48.500
V16.7
Balans per 31 december 2017 (× €1.000)
Bedrijfsterrein
Kantoorpand
Inventaris
Loodsen
Opslagtanks
Liquide middelen
8.000
565,5
24
Aandelenkapitaal
Algemene reserve
Winst 2017
3.000
11.280
2.101,5
1.500
2.000
4.292
16.381,5
16.381,5
Kantoorpand
Per 31 december 2016: 10 jaar in gebruik, nog 20 jaar te gaan
Jaarlijkse afschrijving = €590.000 – €100.000 / 20 = €24.500
Boekwaarde per 31 december 2017 = €590.000 – €24.500 = €565.500
Inventaris
Per 31 december 2016: 3 jaar in gebruik, nog 2 jaar te gaan
Jaarlijkse afschrijving = €48.000 / 2 = €24.000
Boekwaarde per 31 december 2017 = €48.000 – €24.000 = €24.000
Loodsen
Per 31 december 2016: 8 jaar in gebruik, nog 12 jaar te gaan
Jaarlijkse afschrijving = €2.000.000 – €200.000 / 12 = €150.000
Docenten – Uitwerkingen van de opgaven |
94
Auteurs: Wim Koetzier, Rien Brouwers en Olaf Leppink
www.basisboekbe.noordhoff.nl
isbn: 9789001889173
© 2018 Noordhoff Uitgevers bv
Boekwaarde per 31 december 2017 = €2.000.000 – €150.000 =
€1.850.000
Aangezien de realiseerbare waarde slechts €1.500.000 is, dient er een
impairment plaats te vinden en worden de loodsen afgeboekt naar
€1.500.000.
Opslagtanks
Per 31 december 2016: 4 jaar in gebruik, nog 6 jaar te gaan
Jaarlijkse afschrijving = €2.350.000 – €250.000 / 6 = €350.000
Boekwaarde per 31 december 2017 = €2.350.000 – €350.000 =
€2.000.000
Aangezien de realiseerbare waarde €3.000.000 is, hoeft er geen
impairment plaats te vinden.
Liquide middelen
€1.292.000 + €30.000.000 – €27.000.000 = €4.292.000
Controle op de winst:
Resultatenrekening over 2017 (in euro’s)
Omzet
Overige bedrijfskosten
30.000.000
27.000.000
3.000.000
Afschrijvingskosten:
Kantoorpand
Inventaris
Loodsen
Opslagtanks
Bijzondere waardevermindering loodsen 350.000
24.500
24.000
150.000
350.000
898.500
Winst
V16.9
2.101.500
Alle bedragen zijn afgerond in duizenden euro’s.
a
Resultatenrekening
Netto-omzet
Overige baten
43.500
9
43.509
Kosten:
Grond en hulpstoffen:
17.106 + 2.958 + 1.520 + 36 + 2 =
Uitbesteed werk/externe kosten
Lonen en salarissen:
1.026 + 1.728 + 1.314 + 216 =
21.622
32
4.284
Docenten – Uitwerkingen van de opgaven |
95
Auteurs: Wim Koetzier, Rien Brouwers en Olaf Leppink
www.basisboekbe.noordhoff.nl
Sociale lasten 40% × 4.284 =
isbn: 9789001889173
© 2018 Noordhoff Uitgevers bv
1.714
Afschrijvingen
10.059
37.711
Bedrijfsresultaat
Financiële lasten
5.798
1.423
Resultaat gewone bedrijfsuitoefening (voor vennootschapsbelasting) 4.375
Vennootschapsbelasting:
20% van 4.375
875
Nettowinst
b
3.500
Resultatenrekening
Netto-omzet
Overige baten
Kostprijs omzet:
17.106 + 9.735 + 2.958 + 1.520 +
(1.728 + 216) × 140% =
Bruto-omzetresultaat
Verkoopkosten:
1.026 × 140% + 30 + 2 =
Algemene beheerskosten:
1.314 × 140% + 32 + 294 + 36 =
43.500
9
34.041
9.468
1.468
2.202
3.670
Bedrijfsresultaat
5.798
Zie voor het vervolg bij a.
c
Netto-toegevoegde waarde (in euro’s)
Netto-omzet
Overige baten
Grond- en hulpstoffen
Uitbesteed werk
Afschrijvingen
43.500
9
21.622
32
10.059
+
+
–
–
–
11.796
Werknemers
Aandeelhouders
Verschaffers van vreemd vermogen
Overheid (fiscus)
Netto toegevoegde waarde
5.998
3.500
1.423
875
11.796
Docenten – Uitwerkingen van de opgaven |
96
Auteurs: Wim Koetzier, Rien Brouwers en Olaf Leppink
www.basisboekbe.noordhoff.nl
isbn: 9789001889173
© 2018 Noordhoff Uitgevers bv
C16.1
Balans per 31 december 2017 (in euro's)
Immateriële vaste activa
Inspectiesysteem
Materiële vaste activa
Inventaris
Meetapparatuur
Terreinauto
150.000
100.000
590.000
690.000
75.000
210.000
56.250
341.250
Vlottende activa
Debiteuren
Liquide middelen
Eigen vermogen
Aandelenkapitaal
Winst
130.000
234.260
Vreemd vermogen
Verplichting
jegens Autopaleis
59.760
Winst
105.750
364.260
855.510
855.510
Inventaris
0,6 × €125.000 = €75.000
Meetapparatuur
0,6 × €350.000 = €210.000
Terreinauto
€75.000 × 3/4 = €56.250
Debiteuren
€80.000 + €850.000 – €800.000 = €130.000
Liquide middelen
Beginsaldo
Ontvangsten
Uitgaven
Terreinauto:
Termijn
Kosten
Personenauto's:
Termijnen
Brandstof
Lonen
Rioleringsproject
Huur
€
€
€
€
€
€
135.000
800.000
€
935.000
25.740
30.000
€
55.740
€
€
€
€
55.000
400.000
150.000
40.000
45.000
10.000
Docenten – Uitwerkingen van de opgaven |
97
Auteurs: Wim Koetzier, Rien Brouwers en Olaf Leppink
www.basisboekbe.noordhoff.nl
Verplichting jegens Autopaleis
Termijn
Intrest: 14% van €75.000
isbn: 9789001889173
© 2018 Noordhoff Uitgevers bv
€
€
25.740
10.500
€
15.240
€
700.740
€
234.260
Resterende schuld: €75.000 – €15.240 = €59.760
Resultatenrekening 2017 (in euro's)
Omzet
Lonen/salarissen
400.000
Afschrijvingen
208.750
Overige bedrijfskosten
125.000
850.000
Som der bedrijfslasten
733.750
Financiële lasten
116.250
10.500
Winst
105.750
Overige bedrijfskosten
Terreinauto
Brandstof
Leasetermijnen personenauto's
Huur
€
€
€
€
30.000
10.000
45.000
40.000
€
125.000
C16.3
Balans per 31 december 2017 (in euro's)
Pand
Auto
Voorraad
Debiteuren
Liquide middelen
220.000
52.500
15.600
16.136
104.500
Aandelenkapitaal
Winstreserve
Voorzieningen
Handelscrediteuren
Hypotheek
Winst
408.736
40.000
187.700
38.455
28.600
75.000
38.891
408.736
Pand
Jaarlijkse afschrijving €54.000 / 9 = €6.000
Boekwaarde €280.000 – €60.000 = €220.000
Docenten – Uitwerkingen van de opgaven |
98
Auteurs: Wim Koetzier, Rien Brouwers en Olaf Leppink
www.basisboekbe.noordhoff.nl
isbn: 9789001889173
© 2018 Noordhoff Uitgevers bv
Auto
Aanschafwaarde: €60.000
Afschrijving 1/2 × 1/4 × €60.000 = €7.500
Boekwaarde €52.500
Voorraad (fietsen)
40 × €390 = €15.600
Debiteuren: 1/3 × 120 × €600 = €24.000
Voorziening debiteuren: €4.000 + 4% van €409.100 – €12.500 = €7.864
Per saldo €24.000 – €7.864 = €16.136
Liquide middelen
Beginsaldo
Betaalde verkopen:
€39.000 + €409.100 – €24.000 – €12.500 =
€
37.000
€ 411.600
€ 448.600
Betaalde inkopen
€7.000 + €231.600 – €28.600 =
Bestelauto
Hypotheekrente
Aflossing hypotheek
€ 210.000
€ 50.000
€
6.600
€
7.500
Bedrijfskosten
€
70.000
€ 344.100
Eindsaldo
€ 104.500
Voorzieningen
Garantie: €17.000 + 5% van €409.100 – €19.000 =
Groot onderhoud: 4/6 × €30.000 =
€
€
18.455
20.000
€
38.455
Crediteuren
2/3 × 110 × €390 = €28.600
Hypotheek
Aflossing per jaar €82.500/11 = €7.500
Per 31 december 2017: €82.500 – €7.500 = €75.000
Resultatenrekening 2017 (in euro's)
Opbrengst verkopen
Boekwinst bestelauto
409.100
5.400
414.500
Docenten – Uitwerkingen van de opgaven |
99
Auteurs: Wim Koetzier, Rien Brouwers en Olaf Leppink
www.basisboekbe.noordhoff.nl
Inkoopwaarde verkopen
Afschrijvingskosten
Toevoeging voorzieningen
Overige kosten
isbn: 9789001889173
© 2018 Noordhoff Uitgevers bv
258.000
18.100
41.819
51.000
368.919
Bedrijfsresultaat
Intrest
45.581
6.600
Winst
38.981
Opbrengst verkopen
170 × €550 + 230 × €580 + 190 × €580 + 120 × €600 = €409.100
Inkoopwaarde verkopen
120 × €350 + 150 × €350 + 200 × €375 + 170 × €360 +
70 × €390 = €258.000
Afschrijvingskosten
Pand
Oude auto (€46.000 / 5) × 1/2 =
Nieuwe auto (€60.000 / 4) × 1/2 =
Toevoeging aan voorzieningen
Debiteuren 4% van €409.100 =
Garantie 5% van €409.100 =
Groot onderhoud
€
€
€
6.000
4.600
7.500
€
18.100
€
€
€
16.364
20.455
5.000
€
41.819
Boekwinst bestelauto
€10.000 – €4.600 = €5.400
C16.4 a
Eind 2016 is gereed = €2.000.000 / €8.000.000 × 100% = 25%
Eind 2017 is gereed = €6.500.000 / €8.000.000 × 100% = 81,25%
Werkvoortgang in 2017 = 81,25% – 25% = 56,25%
Winst 2017 = 56,25% van (€8.500.000 – €8.000.000) = €281.250
b
€2.125.000 + €4.500.000 + €281.250 = €6.906.250
of
81,5% van €8.500.000 = €6.906.250
c
Winst 2017 = nihil
Waardering eind 2017 = €2.000.000 + €4.500.000 = €6.500.000
Docenten – Uitwerkingen van de opgaven |
100
Auteurs: Wim Koetzier, Rien Brouwers en Olaf Leppink
www.basisboekbe.noordhoff.nl
d
Reguliere afschrijving = €720.000 / 4 =
isbn: 9789001889173
© 2018 Noordhoff Uitgevers bv
€180.000
Bijzondere waardevermindering
Realiseerbare waarde
€350.000
Boekwaarde eind 2017
€540.000
€190.000 +
€370.000
e
Boekwaarde eind 2018 = 3 / 4 × €350.000 = €262.500
Bijzondere waardevermeerdering beperkt tot boekwaarde bij normaal
afschrijven.
Boekwaarde bij normaal afschrijven = 2 / 4 × €720.000 = €360.000
Docenten – Uitwerkingen van de opgaven |
101
Auteurs: Wim Koetzier, Rien Brouwers en Olaf Leppink
www.basisboekbe.noordhoff.nl
isbn: 9789001889173
© 2018 Noordhoff Uitgevers bv
17 Kasstroomoverzicht
V17.1 a
Kasstroomoverzicht 2017 volgens directe methode (in euro’s)
Operationele activiteiten
Ontvangsten van afnemers
1.830 + 350 – 370 =
1.810 +
Betalingen aan leveranciers en werknemers
((1.020 – 350 + 320) + 210 – 320 + 540) = 1.420 –
Betaalde interest
80 –
Betaalde vennootschapsbelasting
35 –
275 +
Investeringsactiviteiten
Investering machines
Desinvestering machines
200 –
30 +
170 –
Financieringsactiviteiten
Aandelenemissie
Aflossing banklening
Betaald dividend
60 +
150 –
25 –
115 –
Mutatie liquide middelen
b
10 –
Kasstroomoverzicht 2017 volgens indirecte methode (in euro’s)
Operationele activiteiten
Winst
68 +
Aanpassingen voor:
Afschrijvingen
100 +
Afname voorraden
30 +
Toename debiteuren
20 –
Toename crediteuren
110 +
Afname Te betalen belasting
13 –
107 +
275 +
Rest conform directe methode
Docenten – Uitwerkingen van de opgaven |
102
Auteurs: Wim Koetzier, Rien Brouwers en Olaf Leppink
www.basisboekbe.noordhoff.nl
isbn: 9789001889173
© 2018 Noordhoff Uitgevers bv
V17.3
Balans per 31 december 2017 (× €1.000)
Gebouwen
Inventaris
Voorraad
Debiteuren
Liq. middelen
250–10
80 – 20 +75 – 15
530 – 50
0 + 70
60 + 10
240
120
480
70
70
Aandelenkapitaal
Hypotheek
Crediteuren
Bank
Te betalen belasting
Nettowinst
180 – 15
300 + 20
60 – 30
980
C17.1
380
165
320
30
20
65
980
Kasstroomoverzicht 2016 (× €1.000)
Resultaat na belastingen
90.196 +
Correcties om van winst te komen tot kasstroom:
Afschrijvingen materiële vaste activa
158.678 +
Bijzondere waardeverminderingen materiële vaste activa
17.334 +
Amortisatie goodwill
10.493 +
Toename voorzieningen
3.581 +
Mutaties werkkapitaal
Afname voorraad
7.133 +
Afname handelsvorderingen
74.211 +
Afname schulden aan leveranciers
73.554 –
7.790 +
3.982 –
Winst deelneming
Kasstroom uit operationele activiteiten
Investeringen materiële vaste activa
Desinvesteringen materiële vaste activa
Kasstroom uit investeringsactiviteiten
Betaald dividend
Afname langlopende schulden
Afname schulden aan kredietinstellingen
Kasstroom uit financieringsactiviteiten
284.090 +
238.562 –
7.300 +
231.262 –
87.825 –
8.558 –
2.353 –
98.736 –
45.908 –
Docenten – Uitwerkingen van de opgaven |
103
Auteurs: Wim Koetzier, Rien Brouwers en Olaf Leppink
www.basisboekbe.noordhoff.nl
isbn: 9789001889173
© 2018 Noordhoff Uitgevers bv
18 Concernverslaggeving
V18.2 a
Zwart
Enkelvoudige balans per 1 januari 2018 (× €1.000)
Goodwill
Grond
Pand
Machines
Deelneming
Voorraad
Debiteuren
Liquide middelen
9
320
368
256
141
88
45
80
Aandelenkapitaal
Agio
Winstreserve
Hypothecaire lening
Bank
Crediteuren
1.307
200
80
379
220
110
318
1.307
b
Geconsolideerde balans per 1 januari 2018 (× €1.000)
Goodwill
Grond
Pand
Machines
Voorraad
Debiteuren
Liquide middelen
9
440
502
256
112
99
172
Aandelenkapitaal
Agio
Winstreserve
Minderheidsbelang
Hypothecaire lening
Bank
Crediteuren
1.590
V18.4 a
Nettovermogenswaarde per 1 januari:
60% van (40 + 480) =
Destijds betaalde goodwill:
20/19 × 190 =
200
80
379
94
344
110
383
1.590
312
200
512
Docenten – Uitwerkingen van de opgaven |
104
Auteurs: Wim Koetzier, Rien Brouwers en Olaf Leppink
www.basisboekbe.noordhoff.nl
isbn: 9789001889173
© 2018 Noordhoff Uitgevers bv
b
Geconsolideerde balans per 31 december 2017 (× €1.000)
Goodwill
Materiële vaste activa
Voorraden
Debiteuren
Liquide middelen
190
1.200
860
550
230
Aandelenkapitaal
Winstreserves
Winst 2017
Minderheidsbelang
Korte schulden
100
1.490
250
280
910
3.030
3.030
C18.1 a
Geconsolideerde balans Iep-Wilg groep per 31 december 2017 (in euro’s)
Gebouwen
Voorraden
Liquide middelen
2.300.000
1.160.000
300.000
Eigen vermogen
Minderheidsbelang
1.500.000
160.000
Lange schulden
Korte schulden
3.760.000
b
1
2
3
c
1
REV 
1.660.000
1.100.000
1.000.000
3.760.000
Winst
€250.000

 20%
Eigen vermogen €1.250.000
EV €1.500.000

 50%
TV €3.000.000
Vlottende activa
€860.000
CR 

 0,96
Kortlopende verplichtingen €900.000
REV 
Winst
€250.000

 20%
Eigen vermogen €1.250.000
EV €1.500.000

 39,9%
TV €3.760.000
Groepsvermogen €1.660.000

 44,1%
(of:
TV
€3.760.000
Vlottende activa
€1.460.000
CR 

 1,46
3
Kortlopende verplichtingen €1.000.000
2
d
De rentabiliteit is enkelvoudig altijd hetzelfde als geconsolideerd.
De solvabiliteit is enkelvoudig altijd beter dan geconsolideerd.
De liquiditeit is enkelvoudig beter dan geconsolideerd als de
liquiditeitspositie van de moedermaatschappij beter is dan die van de
dochtermaatschappij en in het omgekeerde geval slechter.
Docenten – Uitwerkingen van de opgaven |
105
Download