Niels Laukens Fysica - Deel 2 - Golven 2003-12-07 (Fishbane H14-15) H1. Algemene begrippen A. Woordenschat 1. Convectie – conductie Conductie: overdracht van informatie zonder dat er macroscopisch transport gebeurt: brand blussen: op een rij staan, emmers doorgeven. Convectie: overdracht van macroscopische elementen: brand blussen: af- en aanlopen met een emmer. 2. Definitie golf is een storing van een fysische grootheid (druk, dichtgeid, hoogte, ...) ten opzichte van een referentiewaarde die zich zonder macroscopisch massatransport (conductie) voortplant. De voortplantingssnelheid van de golf is afhankelijk van het milieu dat de golf draagt. 3. Vier soorten golven • • • • Mechanische: geluid, zeegolven Electromagnetische: radio, tv (bestaan ook in vacuum) Materie: “de Broglie” Gravitationele (experimenteel) 4. Longtitudinale – transversale golven longitudinale: perturbatie gebeurt langs de voortplantingsrichting transversale: perturbatie gebeurt loodrecht op de voortplantigsrichting 5. Golffunctie ( ) f r, t B. Veronderstellingen 1. Het milieu dat de golf draagt is “constant”: homogeen, isotroop, stationair homogeen: eigenschappen van het milieu zijn invariant voor translaties isotroop: rotaties stationair: tijdstranslaties 2. golf is lineair De voortplantingssnelheid van de golf is functie van het ongestoord milieu: ν = C te Superpositie principe: lineaire combinatie van 2 golven is weer een golf 3. Het milieu is niet dissipatief: geen energieoverdracht tussen golf – milieu Besluit: In deze cursus gaan we ons interesseren in golven (lineair, ideaal milieu): Een golf is een perturbatie van een fysische grootheid die zich met constante snelheid en zonder vormverandering in de ruimte voortplant. G:\data\mijn documenten\archief\Collegejaar 2002-2003\Fysica\Deel 2 - Golven.doc p1/11 Niels Laukens Fysica - Deel 2 - Golven 2003-12-07 H2. Vlakke Monochromatisch Golven (VMG) A. Vlakke golf ( ) Voor f r , t geldt dat de meetkundige plaats van constante waarden evenwijdige vlakken vormen (reductie tot 1D). B. Monochromatische golf Één enkele pulsatie ω Op een vaste plaats evolueert een golf als f ( t ) als een HO ∂2 f r , t = −ω 2 f r , t 2 ∂t ( ) ( ) C. Bepaling van de golffunctie van een VMG Voor x = 0 : f ( 0, t ) = D sin (ωt ) Voor t = 0 : f ( x, 0 ) = D sin ( kx + ϕ ) De golf beweegt zich met een constante snelheid voort door de ruimte. We kunnen dus een referentie stelsel vinden waarin de golf stilstaat: f ( x ', t ) = D sin ( kx '+ ϕ ) Galileo-transformatie: D sin ( kx '+ ϕ ) = D sin ( k ( x − vt ) + ϕ ) = D sin ( kx − kvt + ϕ ) waarbij kv = ω Besluit: Een VMG wordt beschreven door een golffunctie f ( x, t ) = D sin ( kx − kvt + ϕ ) Waarbij v de voortplantingssnelheid of fasesnelheid is van de golf. v ω k H3. De Golfbetrekking = bewegingsvergelijking A. Opstellen voor een VMG ∂2 Z = −ω 2 Z : een HO in de tijd met pulsatie ω . 2 ∂t ∂2 Beschouw 2 Z = − k 2 Z : een HO in de ruimte met ruimtelijke pulsatie of golfgetal k. ∂x 2 ω 1 1 ∂2Z − k 2 Z = − 2 Z = 2 ( −ω 2 Z ) = 2 2 v v v ∂t Beschouw Besluit: ∂2Z 1 ∂2Z − = 0 met v constant. ∂x 2 v 2 ∂t 2 Algemene vorm van een golfbetrekking in een “ideale ruimte” B. Algemene oplossing? Stap 1: veranderen van veranderlijke: transformatie van Leibnitz: G:\data\mijn documenten\archief\Collegejaar 2002-2003\Fysica\Deel 2 - Golven.doc p2/11 Niels Laukens α β Fysica - Deel 2 - Golven 2003-12-07 x − vt x + vt Dan kunnen we Z ( x, t ) herschrijven als f (α , β ) . Stap 2: kettingregel: ∂ ∂f ∂α ∂f ∂β ∂f ∂f f (α , β ) = + = + ∂x ∂α ∂x ∂β ∂x ∂α ∂β ∂2 f ∂ ∂f ∂ 2 f ∂2 f ∂2 f ∂2 f ∂2 f ∂2 f ∂2 f = = + + + = + + 2 ∂x 2 ∂x ∂x ∂α 2 ∂α∂β ∂β ∂α ∂β 2 ∂α 2 ∂α∂β ∂β 2 ∂ ∂f ∂α ∂f ∂β ∂f ∂f f (α , β ) = + = −v +v ∂t ∂α ∂t ∂β ∂t ∂α ∂β (1) 2 2 2 ∂2 f ∂ ∂f 2 ∂ f 2 ∂ f 2 ∂ f 2 = = v − v + v ∂t 2 ∂t ∂t ∂α 2 ∂α∂β ∂β 2 ⇔ 1 ∂2 f ∂2 f ∂2 f ∂2 f = − 2 + v 2 ∂t 2 ∂α 2 ∂α∂β ∂β 2 (1)-(2) = 4 (2) ∂2 f =0 ∂α∂β ∂2 f = 0 equivalent met de golfbetrekking ∂α∂β Stap 4: oplossen: ∂g ( x ) = 0 ⇒ g ( x ) = C te ∂x Dus: ∂ ∂f OF = 0 ⇒ f (α , β ) = g1 ( β ) ∂α ∂β ∂ ∂f = 0 ⇒ f (α , β ) = g 2 (α ) ∂β ∂α Stap 5: Besluit f (α , β ) = g1 ( β ) + g 2 (α ) OF Z ( x, t ) = F1 ( x − vt ) + F2 ( x + vt ) met F1 en F2 willekeurige functies Bespreking: Wat is F1 ( x − vt ) ? Het is een signaal dat zich zonder wijziging van vorm voortplant langs de positieve x-as met snelheid v. Wat is F2 ( x + vt ) ? Het is een signaal dat zich zonder wijziging van vorm voortplant langs de negatieve x-as met snelheid v. C. Slotopmerking 1. De golfbetrekking bevat alleen maar het begrip voortplanting in een bepaalde zin met een bepaalde snelheid. G:\data\mijn documenten\archief\Collegejaar 2002-2003\Fysica\Deel 2 - Golven.doc p3/11 Niels Laukens Fysica - Deel 2 - Golven 2003-12-07 Niet de golfvorm, energie-inhoud, pulstatie, .... Deze worden opgelegd door de randvoorwaarden (bron). 2. De golfvergelijking is lineair: ∂2Z1 1 ∂2Z1 − =0 ∂x 2 v 2 ∂t 2 Hieruit volgt dat het superpositieprincipe geldt: twee golven optellen blijft een golf. H4. Staande Golven A. Algemeen Beschouw Z1 = A sin ( kx − ωt ) Beschouw Z 2 = A sin ( kx + ωt ) Z = Z1 + Z 2 = A ( sin ( kx − ωt ) + sin ( kx + ωt ) ) = 2 A sin ( kx ) cos (ωt ) Bespreking Knopen of nodes: plaatsen waar de golf 0 is en 0 blijft. Buiken of anti-nodes: plaatsen waar de golf maximaal/minimaal is: evolueert in de tijd als een HO. Positie van de knopen Z ( x, t ) = 0 en dat ∀t Oplossen geeft: sin ( kx ) = 0 ⇔ xknoop = n Vermits k = 2π λ π k is xn = Positie van de buiken π sin ( kx ) = ±1 ⇒ xB = en weer xBn = λ 4 2k met n ∈ λ 2 n ( 2n + 1) met n ∈ ( 2n + 1) G:\data\mijn documenten\archief\Collegejaar 2002-2003\Fysica\Deel 2 - Golven.doc p4/11 Niels Laukens Fysica - Deel 2 - Golven 2003-12-07 Besluit: Bij knopen hebben we destructieve interferentie van de golven: tegenfase Bij buiken hebben we constructieve interferentie van de golven: fase B. Resonante staande golven Vb: Bij snaar gespannen tussen 2 vaste punten (VMG) Z = 2 A sin ( kt ) cos (ωt ) de twee vaste punten moeten vast blijven en zijn dus verplicht knopen: Z ( 0, t ) = Z ( l , t ) = 0 en dit ∀t Aangezien de knooppunten liggen op ± λ 2 kennen, hebben we een beperking op λ . ,± 2λ 3λ , ± ,... en we de lengte van de resonator 2 2 Besluit Er treed quantisatie op van λ , dus ook van k , van ω en van f : λ1 : fundamentele mode, grondtoon, 1° harmonische λ1 = 2 L 2π π = k1 = λ1 L π ω1 = k1v = v Algemeen: 2L λi = i ki = i ωi = i L 1 ω f1 = 1 = v 2π 2 L π L π v L 1 fi = vi 2L H5. Zwevingen A. Hoe? Z1 = A sin ( k1 x − ω1t ) ω ω met v = 1 = 2 k1 k2 Z 2 = A sin ( k2 x − ω2t ) k = K + ∆k ω = Ω + ∆ω ∆k en 1 met Onderstel dat 1 K k 2 = K − ∆k ω2 = Ω − ∆ω G:\data\mijn documenten\archief\Collegejaar 2002-2003\Fysica\Deel 2 - Golven.doc 1 en ∆ω Ω 1 p5/11 Niels Laukens Fysica - Deel 2 - Golven 2003-12-07 B. Superpositie Z = Z1 + Z 2 = A ( sin ( k1 x − ω1t ) + sin ( k2 x − ω2t ) ) ω + ω2 k1 − k2 ω − ω2 k +k t cos x− 1 t = 2 A sin 1 2 x − 1 2 2 2 2 = 2 A sin ( Kx − Ωt ) cos ( ∆kx − ∆ωt ) = 2 A cos ( ∆kx − ∆ωt ) sin ( Kx − Ωt ) Amplitude in x en t Voorbeeld: rad rad Ω = 100 s K = 100 m en ∆ω = 1 rad ∆k = 1 rad s m Zie ook Fishbane 15-6 H6. Voorbeeld van een transversale mechanische golf A. Probleem 1. Voldoet deze permutatie aan de golfbetrekking? 2. Wat is dan de snelheid van voortplanting? B. Bepalen van de voortplantingssnelheid met dimensie analyse Parameters van het probleem? • Massa van de snaar Æ µ : massa per lengteeenheid • Spanning op de draad: T • Lengte van de draad Dimensie analyse geeft: v = κ T α m β l γ 1 −1 LT = ( LMT −2 ) M β Lγ α = Lα +γ M α + β T −2α Dit levert een stelsel op: α = 12 1 = α + γ 1 −1 = −2α ⇔ β = − 2 0 = α + β γ = 1 2 De formule wordt dus: v = κ Tl T =κ m µ G:\data\mijn documenten\archief\Collegejaar 2002-2003\Fysica\Deel 2 - Golven.doc p6/11 Niels Laukens Fysica - Deel 2 - Golven 2003-12-07 C. Opstellen van de golfbetrekking Onderstel dat de spanning T voor en tijdens de perturbatie gelijk zijn. θ is de hoek die TL maakt met de horizontale θ + ∆θ is de hoek die TR maakt met de horizontale Onderstel θ en θ + ∆θ klein zodat sin θ ≈ θ ≈ tan θ De wet van Newton leert ons dat: ∂2Z ∂2Z m 2 = µ∆x 2 = FtotaalZ ∂t ∂t = T sin (θ + ∆θ ) − T sin (θ ) ≈ T tan (θ + ∆θ ) − T tan (θ ) ∂Z ( x + ∆x ) ∂Z ( x ) =T − ∂x ∂x ∂ = T ( Z ( x + ∆x ) − Z ( x ) ) ∂x 2 ∂ Z ∂ ∂Z ∂2Z ⇔ µ 2 ≈T =T 2 ∂t ∂x ∂x ∂x 2 2 ∂ z µ∂ Z ⇔ 2 = T ∂t 2 ∂x T ∂2Z 1 ∂2Z ⇔ 2 − 2 2 = 0 met v = ∂x v ∂t µ D. Energietransport van de golf op de snaar Hoeveel energie wordt er door de golf gedragen? dEt = dKE + dU 2 ∂Z dKE = 12 mv 2 = 12 µ dx is de kinetische energie van een klein segmentje dx ∂t dU = T ( dl − dx ) =T ( dx 2 + dZ 2 − dx ) ∂Z 2 = T dx 1 + 2 − dx ∂x 2 ∂Z dU = Tdx 1 + 12 2 − 1 (ontwikkeling volgens binomium van newton: (1 + a ) n = 1 + na + ... ) ∂x 2 ∂Z dU = 12 Tdx 2 ∂x Optellen geeft: 2 dEt µ ∂Z T ∂Z = + dx 2 ∂t 2 ∂x 2 G:\data\mijn documenten\archief\Collegejaar 2002-2003\Fysica\Deel 2 - Golven.doc p7/11 Niels Laukens Fysica - Deel 2 - Golven 2003-12-07 E. Energie van een VMG Z ( x, t ) = A sin ( kx − ωt ) ∂Z = −ω A cos ( kx − ωt ) ∂t ∂Z = kA cos ( kx − ωt ) ∂x dEt = Energie die de golf draagt per lengteeenheid dx = 12 µω 2 A2 cos 2 ( kx − ωt ) + 12 Tk 2 A2 cos 2 ( kx − ωt ) k2 = 12 A2ω 2 cos 2 ( kx − ωt ) µ + T 2 ω 1 = 12 A2ω 2 cos 2 ( kx − ωt ) µ + T 2 v µ = 12 A2ω 2 cos 2 ( kx − ωt ) µ + T T dEt = A2ω 2 cos 2 ( kx − ωt ) µ dx Bespreking • • • dEt ω T is een golffunctie met v = = dx µ k Amplitude (energie) is evenredig met: o A2 : altijd o ω 2 : altijd bij mechanische golven o µ : altijd bij mechanische golven t0 + topname dE (τ ) dEt 1 t dτ ∫ t 0 dx topname dx Toestellen met ‘lange’ responsietijd ( topname voor VMG: dEt = 12 A2ω 2 µ dx 2π ω ) meten altijd de gemiddelde energie, F. Slotopmerking We werken in een niet dissipatief medium: de energie blijft dus constant! 1 Voor sferische golven (steen in water): Etotaal = C te ∼ A2 2π r dus is A ∼ r 1 Voor volume golven (geluid): Etotaal = C te ∼ A2 4π r 2 en is A ∼ r G:\data\mijn documenten\archief\Collegejaar 2002-2003\Fysica\Deel 2 - Golven.doc p8/11 Niels Laukens Fysica - Deel 2 - Golven 2003-12-07 H7. Een voorbeeld van een longitudinale mechanische golf: geluid A. Setting the scene 1. Wat? Pulsatie van de druk binnen het medium. N δ p = p ( x ) − p0 met p0 ≈ 105 Pa = 105 2 m N δ p ≈ 1Pa = 1 2 m 2. Snelheid Zie ook 2° kan BI: δ p ( x, t ) voldoet aan de golfbetrekking v =κ p0 ρ0 met ρ0 de massadichtheid van het medium N k BT k BT m =κ = 330 (in lucht) v =κ V N mdeeltje s mdeeltje V m v in water is 1402 s 3. Besluit: Hoe dichter het milieu, hoe sneller de geluidsgolven zicht voortplanten. 4. Monochromatische geluidsgolven Hoorbare golven: Infrasoon – 20Hz – 20kHz – ultrasoon B. Intensiteit I P W J in 2 = 2 S m sm p0 2 Voor akoestische golven: I = I gemiddeld = 2 ρ 0v W W W Wij horen van 10−12 2 tot 100 2 = 1 2 m m m I De decibel (dB): β 10 log I0 Geluidsintensiteit die hoorbaar zijn: 0dB ≤ β ≤ 120dB Typische geluidssterkten: Fluisteren van de bladeren Gewoon gesprek Finale van de 9° symfonie van Beethoven Popconcert in KK 10dB 60dB 95dB 100dB G:\data\mijn documenten\archief\Collegejaar 2002-2003\Fysica\Deel 2 - Golven.doc p9/11 Niels Laukens Fysica - Deel 2 - Golven 2003-12-07 H8. Het Doppler effect A. Wat? De frequentie (toon/kleur) van een monochromatisch signaal zoals waargenomen door een detector hangt af van: • de snelheid van de bron • de snelheid van de waarnemer als deze ten opzichte van elkaar bewegen Ze hangt niet af de voortplantingssnelheid van het milieu Geheugensteuntje: [auto] • bron/waarnemer gaat weg Æ roodverschuiving/redshift [rode achterlichten] • bron/waarnemer komen naar elkaar toe Æ blauwverschuivinf/blueshift [wit-blauwe voorlichten] Woordenschat uit de optica (elektromagnetische golven): Golflengte: UV – 350nm, blauw – 750nm, rood – IR c Frequentie: f = λ IR – 400THz, rood – 850THz, blauw – UV B. Niet relativistisch Doppler effect: geval 1 Bron beweegt naar waarnemer toe Gegeven: vr = 0 vs > 0 De bron zendt monochromatische golven uit met golflengte λ0 en frequentie f 0 met λ0 f 0 = v De eigenlijke golflengte hangt af van de snelheid: 1 λ = λ0 − vsτ 0 met τ 0 = = de periode van 1 golf f0 v v − vs v λ = λ0 − s λ0 = λ0 1 − s = λ0 v v v De frequentie wordt gegeven door v v v = f0 f = = λ λ v − vs v − vs 0 v C. Geval 2 Bron beweegt van waarnemer weg Zelfde als vorig geval, maar met vs ' = −vs v + vs ' v en f = f 0 λ = λ0 v v + vs ' G:\data\mijn documenten\archief\Collegejaar 2002-2003\Fysica\Deel 2 - Golven.doc p10/11 Niels Laukens Fysica - Deel 2 - Golven 2003-12-07 D. Geval 3 Waarnemer beweegt naar bron toe vs = 0 vr > 0 De golflengte is hier wel dezelfde als de bron zendt, maar de voortplantingssnelheid is veranderd: v = v + vr . De frequentie is dan: v v + vr v ' v + vr v v f = = = + r = f0 + r f0 = f0 λ λ0 λ0 λ0 v v E. Geval 4 Waarnemer beweegt van bron weg Zelfde als vorig geval maar met vr ' = −vr v − vr ' f = f0 v F. Geval 5 Bron en waarnemer in rust, medium in beweging v ' = v + vm Dus is λ ' = λ + vmτ met τ = 1 f vm v λ = λ + m want λ f = v f v v en dus λ ' = λ 1 + m v λ'=λ+ De frequentie blijft echter wel constant: f ' = v' = λ' v + vm v = = f v + vm λ λ v Er treed dus geen Doppler verschuiving op. G. Schokgolf Als de bron naar de waarnemer toe beweegt, wordt de frequentie gegeven door fv . Als vs nu v benadert, dan nadert de frequentie tot oneindig en de golflengte f '= v − vs tot nul. cos θ = Als vs vt2 v = vs t2 vs v dan word de schokgolf een dunnere kegel. G:\data\mijn documenten\archief\Collegejaar 2002-2003\Fysica\Deel 2 - Golven.doc p11/11