Uploaded by brechtchys

Thesis

advertisement
IMMACULATA INSTITUUT DE PANNE
SEMINARIE BIOLOGIE:
DE HUID:
ANATOMIE, FYSIOLOGIE, PATHOLOGIE
EN HUIDVERZORGING
EINDWERK PERSOONLIJK PROJECT
2010-2011
LEERLING
BRECHT CHYS
LEERKRACHT
DHR. LUC D’HAENINCK
2
IMMACULATA INSTITUUT DE PANNE
SEMINARIE BIOLOGIE:
DE HUID:
ANATOMIE, FYSIOLOGIE, PATHOLOGIE
EN HUIDVERZORGING
EINDWERK PERSOONLIJK PROJECT
2010-2011
LEERLING
BRECHT CHYS
LEERKRACHT
DHR. LUC D’HAENINCK
3
4
“ Wees niet bang voor perfectie. Je zal het nooit bereiken “
- Salvador Dali -
5
WOORD VOORAF
Ik stel het op prijs om langs deze weg de mensen die mij geholpen hebben bij het maken van dit
eindwerk oprecht te bedanken. Dankzij hun inbreng en advies meen ik erin geslaagd te zijn in het
schrijven van een boeiende tekst. Het was voor mij alvast een leerrijke ervaring en een reden tot
voldoening om dit te kunnen verwezenlijken.
Heel in het bijzonder hecht ik eraan mijn mama te danken voor de permanente ondersteuning die ik
van haar mocht ondervinden tijdens mijn humaniora en voornamelijk bij het schrijven van deze minithesis.
Alle waardering gaat ook uit naar mijn leerkracht, Luc D’Haeninck, die ik dankbaar ben voor zijn
aanstekelijk enthousiasme tijdens de biologielessen.
Mijn erkentelijkheid gaat tevens naar mijn opa voor het nazicht van deze scriptie.
Brecht Chys
Januari 2011
6
WOORD VOORAF
6
INHOUDSTAFEL
7
INLEIDING
9
HOOFDSTUK I: ANATOMIE EN FYSIOLOGIE VAN DE HUID
10
1 Inleiding
2 Structurele bouw
2.1 De epidermis
2.1.1 Stratum corneum
2.1.2 Stratum lucidium
2.1.3 Stratum granulosum
2.1.4 Stratum spinosum
2.1.5 Stratum basale
2.2 De dermis
2.2.1 De papillaire laag
2.2.2 De reticulaire laag
2.3 Het hypodermis
3 Fysiologie van de huid
3.1 Homeostatische functies van de epidermis
3.2 Homeostatische functies van de dermis
3.2.1 Structurele bouw en fysiologie van de zweetklieren
3.2.2 Structurele bouw en fysiologie van de huidlichaampjes
3.2.2.1 Pijnreceptoren
3.2.2.2 Tastreceptoren
3.2.3 Fysiologie van de talgklieren
3.2.4 Fysiologie van de bloedvaten
3.3 Homeostatische functies van de hypodermis
4 Lokalisatie en differentiatie
4.1 Huidtypes
4.2 Verdere differentiatie
5 Huidskleuren, sociale impact
5.1 Melanine
5.2 Caroteen
5.3 Hemoglobine
5.4 Sociale impact
HOOFDSTUK 2: PATHOLOGIE
1 Inleiding
2 Soorten mutaties
2.1 Somatische mutaties
11
11
11
11
12
12
12
12
14
14
14
16
17
17
17
17
18
18
19
19
20
20
21
21
21
22
22
22
22
22
23
24
24
24
7
2.2 Germinale mutaties
3 Oorzaken van huidbeschadiging
3.1 Fysische factoren
3.2 Chemische factoren
3.3 Beschadiging door micro-organismen
3.3.1 invloed van virussen
3.3.2 invloed van bacteriën
3.3.3 invloed van gisten en schimmels
4 Huidkanker
4.1 Het begrip ‘ kanker ‘
4.2 Basaalcelcarcinoom
4.3 plaveiselcelcarcinoom
4.4 Melanoom
5 Frequente huidaandoeningen
HOOFDSTUK 3: HUIDVERZORGING
1 Inleiding
2 Verouderingsproces van de huid
3 Algemene en alternatieve geneeswijzen
HOOFDSTUK 4: WETENSCHAPPELIJK ONDERZOEK
1 Inleiding
2 Onderzoeksresultaten
24
25
25
27
27
27
28
28
29
29
29
30
30
31
38
39
39
40
42
43
43
BIBLIOGRAFISCHE REFERENTIES
69
ADDENDUM
71
8
INLEIDING
De huid, la peau, the skin, haut, cute, 皮膚, la pell, die vel, lëkurë, dəri, azala, кожата, hud, nahk, iho,
pel, კანის, δέρμα, po, bőr, craiceann, húð, kulit, pelle, kože, ādas, odos, kulit, ġilda, hud, шкіри,
skóry, pele, piele, kože, la piel, ngozi, balat,…. What’s in a name ?
In ons dagelijks taalgebruik verstaan we onder de huid: het natuurlijk bekleedsel van het menselijk of
dierlijk lichaam ( “Groot Woordenboek Der Nederlandse Taal” van Dale). Bij het nalezen van deze
uitleg kunnen we onmiddellijk stellen dat deze meer dan sober en ontoereikend is. Het gaat hier
duidelijk over een zuiver cognitieve benadering van het gegeven. Een grondige studie van “de huid”
zal ons een totaal andere kijk geven op deze inhoud.
9
HOOFDSTUK 1: ANATOMIE EN FYSIOLOGIE VAN DE HUID
10
HOOFDSTUK 1: ANATOMIE EN FYSIOLOGIE VAN DE HUID
1 Inleiding
Om een zo breed mogelijk spectrum te krijgen van de huid is ontleding essentieel. Men kan dit
fenomeen pas volledig begrijpen indien alle lagen bekeken zijn, elke porie onderzocht of elk haartje
ontleed is.
We kunnen niet naast de vele functies van de huid kijken. Veelal zonder dat men het beseft is de
impact van onze huid op ons alledaagse leven niet te onderschatten. Als een fysieke barrière
voorkomt de huid dat er vocht uit de lichaamsweefsels lekt of hierin binnendringt en helpt daarmee
bij tot de instandhouding van de homeostase. Ook voorkomt de huid het binnendringen van
schadelijke, ziekteverwekkende micro-organismen. Hij herstelt zichzelf na snijden en andere
beschadigingen, hij filtert de schadelijke ultraviolette (UV) stralen van het zonlicht. Hij fungeert als
een belangrijk zintuig dat aanraking, druk, pijn, warmte en kou kan waarnemen. Vergeet dus niet,
indien je uit je vel wil springen, dat je er absoluut niet zonder kan!
2 Anatomie
De huid bedekt en beschermt het lichaam en vormt samen met zijn derivaties - haar en nagels - het
integumentum. De algemene huidstructuur is opgebouwd uit twee grote lagen: de epidermis
(opperhuid) en de dermis ( de lederhuid ). Onder de huid, de hypodermis of subcutis genaamd
vinden we het onderhuids bind- en vetweefsel en een laag spierweefsel terug.
2.1 De epidermis of opperhuid (figuur 1)
De niet-doorbloede, bovengelegen epidermis dient in de eerste plaats als bescherming en bestaat uit
een vijftal lagen, of strata genoemd. Voor de eenvoud bespreken we alle strata van buiten naar
binnen.
2.1.1 Stratum corneum
De meest oppervlakkige laag van de epidermis heet stratum corneum , ook wel de hoornlaag
genoemd. Deze laag bestaat uit dode, afgeplatte kubusvormige cellen gevuld met keratine. Deze
laatst vermelde stof is een taai, waterbestendige proteïne die ook in haren en nagels voorkomt.
Tussen de corneocyten ( hoorncellen ) liggen de epidermale lipiden (huidvetten) die als smeerolie
fungeren. De kwantiteit van epidermale lipiden bepaalt voor een groot deel het vochtigheidsgehalte
van de huid. Dichter bij het oppervlak wordt de hoornlaag steeds brokkeliger en worden
tussenruimten tussen de cellen steeds groter. Door het afslijtingsproces hechten de corneocyten zich
systematisch minder aan het onderliggende weefsel waardoor ze spontaan worden afgestoten. Door
lichte druk bijvoorbeeld door het aantrekken of uitdoen van kleren , te krabben of een
11
scrubbehandeling komen de hoorncellen los van het lichaam. Het proces van geleidelijk afschilferen
noemt men desquamatie.
2.1.2 stratum lucidum
Deze stratum is een essentiële verdediging van het organisme tegen de schadelijke inwerking van de
ultraviolette stralen, die de zonnestralen bezitten. Ter hoogte van de stratum lucidum wordt het licht
als het ware gebroken waardoor het onschadelijk wordt. Deze laag is niet overal even duidelijk
aanwezig. Vooral op plaatsen waar de huid dikker is, zoals de handpalmen en de voetzolen, is deze
laag sterk aanwezig. De cellen zijn plat en liggen dicht tegen elkaar aan. Er is tevens geen afscheiding
tussen de verschillende cellen zichtbaar alhoewel die er wel is.
2.1.3 stratum granulosum
Ook wel de korrellaag genoemd ( lat. Granula = korreltje ). Deze stratum dankt zijn naam aan de
aanwezigheid van keratohyalingranula, een mengsel van verschillende soorten proteïnen. In deze
laag vindt de verhoorning van de keratinocyten1 plaats, wat essentieel is om hun beschermende
functie te vervullen als ze eenmaal ter hoogte van de stratum corneum terechtkomen. De stratum
granulosum zorgt ervoor dat er geen vocht via de onderliggende weefsels verloren gaat en zorgt
ervoor dat er geen vocht van buiten uit in het organisme komt. Deze laag zorgt er, samen met het
sebum, voor dat onze huid geen reuzenspons wordt.
2.1.4 stratum spinosum
De laag boven de stratum basale is van een aanzienlijke dikte. In deze laag ontwikkelen zich de al
vooraf vermelde keratinosomen. Naast de keratinosomen vindt men tevens kleine holtes die door
een membraan omgeven zijn, de odlandbodies. In deze odlandbodies zit een vetachtige substantie in
de vorm van schijfvormige dubbele lipidemembranen.
2.1.5 stratum basale
De onderste laag heet de base laag. Ontleding van de naam vertelt ons dat de stratum basale, de
basislaag is van de epidermis. De cellen van de onderste laag zitten direct op het basale membraan,
het fungeert als vlies die de epidermis van de dermis scheidt. In de onderste laag worden cellen van
de opperhuid gevormd. De cellen die door desquamatie verloren gaan moeten door middel van
mitose weer worden aangemaakt ter hoogte van de basale laag. Hieruit kan men dus concluderen
dat de stratum basale tevens een kiemlaag is. Het is tevens deze basale laag die verantwoordelijk is
voor de aanmaak van pigmenten, die onze huidskleur bepalen.
2.1.6 gespecialiseerde cellen
Naast de keratinosomen ( 90% ) vinden we ook nog andere speciale cellen terug:
-
Melanocyten ( 5% ) zijn zoals de naam vermeldt verantwoordelijk voor de aanmaak van het
melanine-pigment, dat tevens een bescherming is tegen de Uv-stralen van het zonlicht.
1
Gedifferentieerde cellen die hun afkomst kennen uit de stratum basale, ze bevatten een rijkelijke hoeveelheid
keratine ( ook wel hoornstof genoemd )
12
-
Langerhans-cellen ( 2% ) zijn antigeenpersenterendecellen 2
Merkel-cellen ( 3% ). Deze cellen zijn nog niet geheel bekend, maar men weet wel dat ze
samen met de sensorische zenuw fungeren als tastzintuigreceptor.
stratum corneum
stratum lucidum
stratum granulosum
stratum spinosum
Dermis
Figuur 1: De 5 strata van de epidermis
2
Antigeenpresenterende cellen zijn verantwoordelijk voor de immuunrespons tegen lichaamsvreemde
antigeneen.
13
2.2 De dermis of lederhuid
De doorbloede, dikkere dermis is een buigzame, sterke laag, voorzien van collageen bindweefsel en
elastine-vezels. Dankzij deze laatst vermelde stof is ze elastisch en bezit ze een veerkracht.
Bovendien bevat de cutis vele kleine weefsels en klieren zoals: gevoelige zenuwuiteinden en
receptoren, bloedvaten, zweetklieren, haarzakjes, diepe putjes waaruit haren groeien en talgklieren.
Het zijn deze talgklieren die het sebum3 produceren.
We zullen de functies van de hiervoor genoemde weefsels en klieren later in detail bespreken, omdat
ze allen vallen onder een homeostatische functie.
Net zoals de bovengelegen epidermis is de dermis onder te verdelen in lagen. De dermis is onder te
verdelen in 2 grote lagen, namelijk de oppervlakkige papillaire laag en de dieper gelegen reticulaire
laag.
2.2.1 De papillaire laag ( figuur 2 )
Deze laag bestaat vooral uit areolair bindweefsel waarin de collagene en elastische vezels een
losmazig web vormen, die rijkelijk voorzien is van bloedvaten. De pientere ligging van deze
bloedvaten zorgt ervoor dat het lichaam warmte kan verliezen ter hoogte van de huid. De papillaire
laag heeft uitstulpingen die de epidermis helpen verankeren. Deze uitstulpingen, ook wel dermale
papillae genoemd, bevatten capillaire lussen, of vrije zenuwuiteinden ( pijnreceptoren ) en
lichaampjes van Meissner ( tastreceptoren ) .
2.2.2 de reticulaire laag ( figuur 3 )
De stratum reticulaire is ongeveer vier keer zo dik als de papillaire laag. Deze dieper gelegen laag
bestaat uit vezelig, onregelmatig bindweefsel. Het netwerk van bloedvaten dat de cellen in deze laag
van voedingstoffen voorziet, wordt de cutane plexus genoemd. De cutane plexus ligt precies tussen
de reticulaire laag en de hypodermis4 in. De extracellulaire matrix van deze huidlaag bestaat uit
dikke, met elkaar verweven collageenvezels die in verschillende richtingen lopen. Studie naar deze
collageenvezels is van heel groot belang voor de chirurgie. Bij het maken van een incisie, parallel met
deze collageenlijnen, trekt de wonde minder open.
3
Sebum, ook wel talg genoemd is een vetachtige stof die bescherming biedt tegen infecties door bacteriën en
schimmels, maar de huid ook soepel, elastisch en waterdicht houdt.
4
Hypodermis omvat alles wat zich onder het geheel van epidermis en dermis bevindt, met name onderhuids
bind- en vetweefsel en een spierlaag.
14
Figuur 2: De papillaire laag, zijaanzicht met bloedvatlussen.
Reticulaire laag
Figuur 3: De reticulaire laag, zijaanzicht (afgebeeld met epidermis en papillaire laag ).
15
2.3 De hypodermis (figuur 4)
De hypodermis of subcutis is een verzamelnaam voor alles wat onder de dermis gelegen is ( gr. Hypo
= onder ). Voornamelijk is dit bindweefsel en vetweefsel en een spierlaag.
De subcutis bestaat uit los bindweefsel waarin vetcellen genesteld zijn. Deze vetcellen zijn
verantwoordelijk voor een grote energieopslag in de vorm van glycogeen. Het onderhuids
bindweefsel scheidt de huid van de spieren en pezen in ons lichaam. De vetcellen zijn samengevoegd
in grotere, kussenvormige clusters en door bindweefselschotten van elkaar gescheiden. Dit
onderhuids vetweefsel is rijk doorbloed, een aanpassing van het lichaam om te kunnen
beantwoorden op een acuut energietekort. Het onderhuids vetweefsel is niet alleen bedoeld om een
energiebuffer te zijn, maar fungeert ook als een soort ‘’dikke jas’’ die ons beschermt tegen de kou en
stoten. Iets wat heel duidelijk merkbaar is ter hoogte van het zitvlak, waar de vetopslag bijna
uitsluitend fungeert als ‘’ stootkussen ‘‘.
subcutis
Figuur 4: De hypodermis met bloedvat, zijaanzicht.
16
3 Fysiologie van de huid
Een goed functionerende homeostase van de huid is van prioritair belang voor de algemene
gezondheid van het organisme. Niet alleen bij de mens, maar bij alle zoogdieren en andere
gewervelden. Ons lichaam kent een 3 tal soorten verdedigingsbarrières: de fysieke, de chemische en
de verdediging door middel van micro-organismen. Voor de huid is voor de eerste en de tweede van
groot belang
3.1 Homeostatische functies van de epidermis
De opperhuid, met name de stratum corneum, is één van de sterkste fysieke barrières die het
lichaam kent. De afgestorven corneocyten vormen de ideale verdediging tegen indringers van buiten
af. Op deze manier verdedigen de hoorncellen ons tegen schadelijke en ziekteverwekkende microorganismen. Naast deze micro-organismen kent het lichaam nog vele andere vijanden, één daarvan
zijn de schadelijke Uv-stralen die op de huid inwerken. Omdat dit zo een geduchte tegenstander is
heeft de huid niet één ,maar twee verdedigingsmethodes aangelegd. De eerste is al eerder vermeld,
de stratum lucidum breekt de Uv-stralen waardoor ze een groot deel van hun energie verliezen. Een
tweede verdediging is de aanmaak van het pigment melanine. Zoals al eerder vermeld, wordt
melanine geproduceerd in de melanocyten. De geproduceerde melanine fungeert als een ‘’parasol’’
tegen ultraviolette lichtstralen, het reflecteert en schermt af. Aangezien melanine bruin van kleur is
kan men een verklaring geven waarom de huid bruiner wordt bij het zonnebaden. Indien men lang
onder de zon ligt zullen de melanocyten meer geprikkeld worden om melanine af te scheiden. Deze
overproductie aan het bruine pigment zorgt voor een bruinere huidskleur.
3.2 Homeostatische functies van de dermis
De dieper gelegen dermis is tevens van essentieel belang voor de instandhouding van het organisme.
In de lederhuid zitten zeer veel kleine zenuwuiteinden, receptoren, zweetklieren, haarfollikels en
talgklieren. Omdat ze allen van niet te onderschatten belang zijn, worden ze elk afzonderlijk
besproken.
3.2.1 De structurele bouw en fysiologie van zweetklieren(figuur 5)
In de lederhuid vindt men twee soorten zweetklieren terug: de apocriene zweetklieren en de
eccriene zweetklieren. Het verschil tussen beide soorten zweetklieren is de plaats van uitmonding.
Apocriene zweetkliertjes monden in een haarfollikel uit , eccriene kliertjes monden direct op de huid
uit. Beide soorten zweetklieren bestaan enerzijds uit een gekronkeld buisje dat door veel bloedvaten
omringd is en anderzijds uit een lang buisje dat uitmondt in een porie. Ter hoogte van de
gekronkelde buis worden afvalstoffen, dankzij een concentratieverschil in opgeloste stoffen, via
passief transport doorgegeven aan de zweetklier.
De zweetklieren die gelegen zijn in de lederhuid, zijn van groot belang bij het in stand houden van
een min of meer constante temperatuur. Zweet bestaat voor 99% uit water, aangezien de
warmtecapaciteit van water 4186 J/kg bedraagt kan het lichaam overtollige warmte verliezen via het
17
huidoppervlak5. De overige 1% is een verzameling van opgeloste mineralen, ureum, melkzuur en
ammonia. Hieruit kan dus besloten worden dat zweetklieren exocriene klieren zijn. Ze dragen niet
alleen bij tot een constante lichaamstemperatuur, maar hebben ook een lichaamsreinigende functie.
Figuur 5: Zijaanzicht van een apocriene zweetklier met haarfollikel ( links )
en een eccriene zweetklier ( rechts ).
3.2.2 De structurele bouw en fysiologie van pijn- en tastreceptoren
3.2.2.1 Pijnreceptoren
Pijnreceptoren zijn vrije zenuweinden die overal uitkomen: in de huid, gewrichten, slagaders, …
Pijnprikkels kunnen veroorzaakt worden door zowel mechanische, thermische als chemische invloed.
De aanwezigheid van deze soort receptoren is van prioritair belang voor het lichaam. Beeld u een
wereld zonder fysieke pijn in. Een gekneusde vinger zou nooit kunnen genezen want je zou de vinger
blijven belasten. Een gebroken been zou de kans niet krijgen om te recupereren, indien men erop
blijft wandelen. Pijn is een natuurlijk signaal dat het organisme een teken geeft dat er ergens in het
lichaam iets niet pluis is.
5
Het water verdampt ter hoogte van het huidoppervlak en onttrekt zo de warmte aan het lichaam.
18
3.2.2.2 Tastreceptoren
Baroreceptoren of tastreceptoren zijn minder diep gelegen dan de pijnreceptoren. Deze stelling is
gemakkelijk te bewijzen door een lichte druk en grote druk uit te oefenen. Bij een lichte druk worden
alleen de tastreceptoren geprikkeld, waardoor we iets ‘’voelen’’. Als we echter een grote druk gaan
uitoefenen doet dat eerder ‘’pijn ‘’ omdat de dieper gelegen pijnreceptoren worden geprikkeld.
Baroreceptoren hebben echter niet alleen een belangrijke functie voor de huid, maar ook voor de
bloeddrukregeling. De aanwezigheid van baroreceptoren in de aorta zorgt voor een
controlemechanisme voor een constante bloeddruk. Indien de bloeddruk te hoog is zal de
hartslagfrequentie dalen en indien ze te laag is treedt er bloedvatvernauwing op om zo de bloeddruk
weer te verhogen.
3.2.3 Fysiologie van talgklieren(figuur 6)
Talgklieren zijn trosvormige, exocriene klieren die gelegen zijn in de meer oppervlakkige lagen van
de dermis. Één of meerdere talgklieren vormen samen met de haarfollikel en het haarspiertje het
haar-talgklier-complex. Alhoewel de meeste talgklieren zich in een complex bevinden met een
haartje en een haarfollikel, kunnen talgklieren ook afzonderlijk voorkomen. De lippen, neusvleugels
en tepels zijn voorbeelden waar talgklieren alleen voorkomen .
Talg bestaat uit een mengsel van glyceriden, wasesters, squalenen, cholesterol, cholesterolesters en
vrije vetzuren. Alle vooraf vermelde stoffen zijn hydrofobe lipiden6. Het sebum vormt dus een vetlaag
ter hoogte van het huidoppervlak. Niet alleen houdt de vetlaag de stratum corneum soepel en
voorkomt ze uitdroging, ze maakt tevens deel uit van de 1ste fysieke barrière van het lichaam.
Figuur 6:Doorsnede van een talgklier ( Eng. Sebaceous gland ).
6
Hydrofobe lipiden zijn waterafstotende vetten.
19
3.2.4 De fysiologie van het bloedvatenstelsel (figuur 7)
Zoals al eerder vermeld is de papillaire laag van de dermis sterk doorbloed. Dankzij de aanwezigheid
van haarvatlussen kan het lichaam zijn homeostase onderhouden. Indien het organisme een te hoge
basale lichaamstemperatuur heeft zullen de bloedvaten meer naar de opperhuid komen te liggen.
Hierdoor kan er meer warmte aan de haarvatlussen onttrokken worden. Het omgekeerde geldt dan
ook voor een te lage lichaamstemperatuur. De bloedvaten komen dieper in de dermis te liggen
waardoor er minder warmte verloren gaat.
Figuur 7: Aanpassing van de haarvatlussen aan de lichaamstemperatuur bij een
koude omgeving ( links ) en een warme omgeving ( rechts )
3.3 Fysiologie van de hypodermis
Het vetweefsel dat zich in de subcutis bevindt heeft een tweetal belangrijke eigenschappen die een
bijdrage leveren aan de homeostase, namelijk isolatie en energieopslag.
-
-
Isolatie: De aanwezigheid van vetcellen in de hypodermis zorgt voor een isolerende laag
warmte. Voor de mens is een vetlaag van groot belang niet alleen als energiereserve of als
winterjas, maar ook als smeerolie voor het lichaam. Alle functionele organen vallen terug op
een basiskwantiteit vet. Indien dat vet er niet is, bijvoorbeeld rond de nier, dan kunnen er
zich ernstige medische complicaties voordoen zoals in dit geval een wandelende nier.
Energieopslag: Zoals eerder vermeld is de vetlaag van het lichaam van groot belang om de
energienoden van het lichaam te voldoen. Indien er geen aanspraak meer kan gedaan
worden op glucose dan worden lipiden afgebroken.
20
4 Differentiatie en lokalisatie
In dit deeltje wordt de huid op specifieke plaatsen bestudeerd. Onze huid is niet over het volledige
lichaam gelijk. Zo vinden we een dichtbehaarde hoofdhuid terug, maar onbehaarde voetzolen en
handpalmen. Er wordt dus onderzocht welk huidtype we terugvinden en wat de verschillen zijn
tussen de verschillende huidtypes.
4.1 Huidtypes
Op het menselijk lichaam treffen we twee huidtypen aan.
Dikke huid, die maximaal 4 mm dik en onbehaard is, heeft een dikkere, beschermende epidermis. Dit
type vindt men terug op die plaatsen – handpalmen, voetzolen en vingertoppen – die betrokken zijn
bij beweging en contacten,plaatsen derhalve waar de huid meer tegen schurende krachten bestand
moet zijn.
Behaarde huid, die de rest van het lichaam bedekt, heeft een veel dunnere epidermis en mist één
van de vijf lagen – het stratum lucidum – die wel in de dikke huid wordt aangetroffen.
4.2 Verdere differentiatie
De huid verschilt niet alleen ter hoogte van de oppervlakkige epidermis, maar ook in de dieper
gelegen dermis treft men differentiatie aan. Zo is er een groot verschil in voorkomen van
zweetkliertjes, tastlichaampjes, pijnreceptoren, bloedvaten,…
Op klinische basis is men te weten gekomen welke lichaamsdelen het gevoeligst zijn ( figuur 8 ). Hoe
groter hun deel in de sensorische cortex, des te gevoeliger ze zijn7. Zo is men te weten gekomen dat
de torso aanzienlijk minder gevoelig is dan het hoofd. Heel opvallend is de omvang van de cortex
verantwoordelijk voor de lippen ( groot ) ten opzichte van de omvang voor de genitaliën.
Figuur 8: Lichaamsverhoudingen ter hoogte van de sensorische cortex
7
De omvang van de sensorische cortex is recht evenredig met de kwantiteit informatie dat de hersenen te
verwerken krijgen. Die overvloedige informatie is afkomstig van een groot aantal pijn- en baroreceptoren in de
lederhuid.
21
5 Huidskleuren en hun sociale impact
De kleur van de huid loopt sterk uiteen, niet alleen tussen verschillende rassen, maar ook tussen
individuen van hetzelfde ras. Huidskleur wordt bepaald door drie pigmenten: melanine, caroteen en
hemoglobine.
5.1 Melanine
Melanine, dat uiteenloopt van rood tot bruin tot zwart wordt in gespecialiseerde cellen,
melanocyten, die in de onderste lagen van de opperhuid liggen geproduceerd. Iedereen heeft
evenveel melanocyten, hoewel de huidskleur sterk uiteenloopt. De melanocyten van mensen met
een donkere huid produceren meer en donkerder melanine dan mensen met een lichte huid. Dit
verklaart ook waarom mensen met een donkere huid niet rap verbranden. Al deze melanine korrels
dienen als een ‘’ parasol ‘’ tegen de zon
5.2 Caroteen
Dit oranjekleurig pigment wordt opgenomen uit groenten zoals bijvoorbeeld wortels8. Het verzamelt
zich in de buitenste laag van de epidermis en is het best zichtbaar op de handpalmen en voetzolen
5.3 Hemoglobine
Hemoglobine is gekend als de stof in de rode bloedcellen waar zuurstof zich aan bindt. Het is
hemoglobine die de bloedvaten van de dermis een roze-blauw schijnsel geeft. Dit is goed zichtbaar
bij mensen met een laag melanine gehalte. Historisch gezien heeft hemoglobine als pigment een zeer
grote rol gespeeld. Vroeger was een witte huid hebben een teken van welvaart, een witte huid
betekent weinig melanine, waardoor de blauwe tinten sterk uitkwamen. Men sprak toen van ‘’
blauw bloed ’’ ,maar dat is uiteraard niet zo.
5.4 Het sociaal impact
Alhoewel de differentiatie van huidskleuren een evolutionaire verdediging is van het menselijk
lichaam, werden de rassen met een donkere huidskleur vaak als minderwaardig beschouwd.
Ondanks het feit dat deze stelling geen enkele wetenschappelijke achtergrond of verdediging kent
heeft ze vele eeuwen lang bestaan. Onder de invloed echter van figuren zoals Marther Luther King,
Charles Darwin, Nelson Mandela en Mahat Maghandi is de emancipatie van de donkere rassen
begonnen. Vandaag de dag is deze emancipatie nog steeds bezig, radicale personen en
fundamentalisten weigeren aan deze ‘’revolutie voor gelijkheid’’ deel te nemen, wat het verloop van
het proces benadeelt.
8
Caroteen kan ook voorkomen in bepaalde soorten frisdranken. Er zijn voorvallen geweest, waarbij een kind
licht geel-oranje uitsloeg door het overmatig drinken van zulke frisdranken.
22
HOOFDSTUK 2: HUIDPATHOLOGIE
23
HOOFDSTUK 2: HUIDPATHOLOGIE
1 Inleiding
Uit het eerste hoofdstuk blijkt duidelijk dat een intacte huid zorgt voor een vitale rol in het behoud
van de homeostase van het lichaam. Er is uitgelegd hoe de huid de eerste fysieke barrière is tegen
aanvallen van micro-organismen. De huidbarrière kan echter bedreigd worden door verschillende
zaken: ouderdom, droogte, wastechnieken, levenswijze en zepen. In dit hoofdstuk wordt dieper
gegraven naar oorzaken van huidbeschadigingen.
2 Soorten mutaties
Naargelang van de aspecten van een mutatie die we onderzoeken kunnen we mutaties op
verschillend manieren indelen. In totaal kunnen de verschillende soorten mutaties opgedeeld
worden volgens drie criteria
-
Soorten mutaties volgens de cellen waarin ze zich voordoen
Soorten mutaties volgens de omvang van het gewijzigde DNA
Soorten mutaties volgens de effecten op proteïnen
Het eerst vermelde criterium is het meest toepasselijk voor de huid. Soorten mutaties volgens de
cellen waarin ze zich voordoen kunnen opgedeeld worden in twee soorten mutaties: somatische
mutaties en germinale mutaties.
2.1 Somatische mutaties
Mutaties in de lichaamscellen heten somatische mutaties. Omdat ze alleen maar in de lichaamscellen
voorkomen en niet in gameten of hun kiemcellen, treffen somatische mutaties alleen het individu
zelf. Somatische mutaties hebben dus geen invloed op het nageslacht en zijn daarom niet erfelijk.
Kanker is een voorbeeld van somatische mutatie. Een lichaamscel is gemuteerd tot een kankercel.
Door te blijven delen, ontstaat een tumor die andere cellen zal overwoekeren. De kankercellen gaan
verloren bij het einde van het leven van het organisme. Dit fenomeen wordt later nog uitvoeriger
besproken.
2.2 Germinale mutaties
Mutaties kunnen zich ook voordoen in de kiemcellen ( stratum basale ) of in de gameten. Die tweede
is voor de huid van minder belang. Deze soort mutaties zijn erfelijk, er bestaat dus een kans dat de
fout zal worden doorgegeven aan volgende generaties.
24
3 Oorzaken van huidbeschadiging
De oorzaken van mutaties zijn nog niet volledig door de wetenschap blootgelegd. Men is het er wel
over eens dat mutaties te wijden zijn aan een onregelmatige mitotische celdeling. Het volstaat
daarom om de factoren op te noemen die de mitose beïnvloeden. Alhoewel er een aanzienlijk aantal
factoren zijn die de mitose beïnvloeden, wordt het spectrum beperkt tot alles wat in relatie staat met
de huid.
3.1 Fysische factoren
De twee grootste fysische factoren die een invloed hebben op de huid zijn straling en temperatuur.
Deze twee factoren zijn sterk aanwezig bij het zonnebaden, daarom dat farmaceutische bedrijven
zich zo veel bezighouden met zonnecrème en dat er zo veel keuze op de markt is.
De verhoogde temperatuur zorgt voor een bevordering van de mitose ( optimumtemperatuur is 42°c
). De invloed van straling op de huid is echter veel complexer. Er wordt een onderscheid gemaakt
tussen drie verschillende soorten straling: de ultraviolette straling, de gammastralen en de
röntgenstralen.
-
-
-
Uv-straling behoort tot de zonnestraling en heeft een golflengte die korter is dan de violette
stralen van het zichtbaar licht, vandaar de benaming ultraviolet. Uv-straling kan doordringen
tot op de kiemlaag van de epidermis en daar DNA-schade aanrichten aan de delende cellen
die in zich in de interfase bevinden. Voorbeelden van afwijkingen die ontstaan door uvstraling zijn melanomen9
Röntgenstralen10( figuur 9 ) zijn elektromagnetische stralen, die men in bepaalde
omstandigheden kan opwekken. Ze kennen hun toepassing in de medische beeldvorming.
Aangezien dit een zeer energierijke straling is, is ze in staat stoffen chemisch te veranderen.
Een kenmerkende eigenschap van röntgenstraling is dat het door bijna alle stoffen heen
dringt. Een andere eigenschap is dat bepaalde stoffen fluorescerend worden wanneer ze in
aanraking komen met röntgenstralen
Gammastralen bezitten de mogelijkheid de samenstelling van atoomkernen te veranderen,
waardoor een nieuwe stof wordt gecreëerd. Deze mutaties zijn neergeschreven in de 2
transmutatieregels van Soddy11 ( figuur 10 ). Net omdat gammastralen deze vaardigheid
bezitten zijn ze zo schadelijk voor ons DNA. Alhoewel de naam anders doet denken is
gammastraling meestal een verzamelwoord voor alfa-, bèta-, en gammastraling.
Gammastralen komen bijna nooit alleen voor, meestal gaan ze gepaard met de alfa- en
bètastraling.
9
Melanomen zijn een huidkankersoort.
In 1895 ontdekt door Wilhelm Konrad Röntgen.
11
Alhoewel er 3 soorten gammastralen zijn ( alfa, bèta en gamma ) bestaat er alleen voor de alfa- en
bètastraling formules
10
25
Figuur 9: Röntgenfoto van de hand met ring van Alfred van Kolliker.
één van de eerste röntgenfoto’s, gemaakt op 23 januari 1896
Figuur 10: De transmutatieregels van Soddy voor alfa- en bètastraling
26
3.2 Chemische factoren
Onze huid, vooral de epidermis, kent een sterke verdediging tegen het binnendringen van
lichaamsvreemde stoffen. Huidbeschadiging door chemische factoren gaat dan ook meestal gepaard
met een wonde, zoals bijvoorbeeld een snijwonde. In het alledaagse leven zijn er dus aanzienlijk veel
bedreigingen voor de huid, maar er is één product waar men zeker rekening mee moet houden:
zepen. Zepen zijn chemisch samengestelde reinigingsproducten die surfactanten12 om gemakkelijk
vuil en debris van de lipiden op de huid te verwijderen. Spijtig genoeg verwijderen zepen de
natuurlijke vetlaag zodanig dat de natuurlijke barrière van de epidermis gecompromitteerd wordt.
Zeep is een natuurlijk surfactant en bevat zout, of kalium alkali zouten van vetzuren. Door het
alkalisch karakter heeft zeep beperkte spoelkwaliteiten en kan er een film op de huid achterblijven.
Doordat deze film achterblijft vermindert de dikte van de natuurlijke vetlaag die op de epidermis
gelegen is. Bijgevolg werkt dit de waterhuishouding tegen, verdunt de lagen van het de stratum
corneum en verhoogt de pH. De huid pH heeft minsten 45 min nodig om te normaliseren na een
gewone wasbeurt zelfs met beperkt zeepgebruik.
3.3 Beschadiging door micro-organismen
In dit deeltje wordt de invloed van micro-organismen op de huid dieper ontleed. Zowel de invloed
van virussen, bacteriën als van gisten en schimmels worden besproken.
3.3.1 Invloed van virussen
Virussen zijn de allerkleinste micro-organismen en kunnen alleen overleven als ze in een lichaamscel
zijn binnengedrongen. Wanneer een virus in de cel is binnengedrongen, veroorzaakt het een
aandoening. Na de infiltratie komt het proces van natuurlijke immunisatie13 op gang. Voorbeelden
van virussen die kun uitwerking kennen op de huid zijn: herpes labialis14 ( figuur 11 ), waterpokken,
mazelen,..
Figuur 11: Het herpes labialis virus
12
Een oppervlakte verlagend middel
Het lichaam maakt natuurlijke antistoffen aan, om de indringer te bestrijden.
14
Virus dat koortslip veroorzaakt
13
27
3.3.2 Invloed van bacteriën
Wanneer een bacterie kans ziet van tussen de hoorncellen van de opperhuid door te glippen wordt
het LPS15 herkend door Toll Like Receptors. Deze storten zich over de bacterie eiwitten die zich
hechten aan het membraan van de bacterie. Vervolgens worden gaten in de wand en membraan ‘’
geboord ‘’ om zo de indringer te elimineren. Dit alles staat uiteraard in het teken van het vermijden
van infecties.
3.3.3 Invloed van gisten en schimmels
Gisten en schimmels behoren tot de fungi. Er zijn ongeveer 50 fungi bekend die ziekten bij de mens
kunnen veroorzaken. Vaak gaat het hierbij om huidafwijkingen, die ontstaan door contact met
iemand die reeds geïnfecteerd is of via voorwerpen of dieren waarmee men in contact is geweest.
Schimmels zijn onder andere verantwoordelijk voor het ontstaan van ringworm16. Indien ringworm
zich op de voeten voordoet dan spreekt men van zwemmerseczeem ( figuur 12 ).
In het algemeen worden schimmelziekten bestreden met schimmeldodende middelen, ook wel
fungiciden genaamd. Voorbeelden zijn: erytharasma, candidasis, madura,…
Figuur 12: Zwemmerseczeem op de voeten, zijaanzicht
15
Lipopolysaccharide
Ringworm is een verzamelnaam voor een aantal huidinfecties die vooral schilfering en jeuk als symptomen
hebben.
16
28
4 Huidkanker
Aangezien een groot deel van de leerstof rond het thema genetica draait, wordt ook in dit werk extra
aandacht besteed aan genetische afwijkingen. Één van de vele onderschatte vormen van kanker is
huidkanker. Door het feit dat de huid zelfhelend is en uit snel delende weefsels is opgebouwd,
veronderstelt men vaak een niet-turbulent geneesproces te ondergaan. Om huidkanker nader te
onderzoeken, moet de term ‘ kanker’ eerst verder uitgediept worden. Vervolgens worden drie
verschillende soorten huidkanker individueel besproken.
4.1 Het begrip ‘ kanker’
Wanneer, door het falen van controlemechanismen, een fout in het DNA van een cel kruipt kan deze
cel uitgroeien tot een potentiële kankercel. Kankercellen zijn cellen waarvan hun metabolisme sterk
verhoogd is en hun celcyclus ontregeld is. Het gevolg is een ongeremde deling. Bij een kwaadaardig
gezwel of kankergezwel blijft de carcinogene groei17 niet altijd beperkt tot het weefsel waar de tumor
ontstaat. Indien dit gebeurt spreekt men van metastase of uitzaaiing.
4.2 Basaalcelcarcinoom
Het basaalcelcarcinoom ( figuur 13 ) is de meest voorkomende soort van huidkanker. Men vermoedt
dat het ontstaat als de basale cellen in de diepste laag van de opperhuid worden beschadigd door
Uv-straling en gaan woekeren. Deze cellen groeien dan naar het huidoppervlak, waar ze eruitzien als
een knobbel of een zweertje.
Meestal komen basaalcelcarcinomen voor in het gezicht, met name de neus of de oren, maar ze
kunnen overal optreden. Het is een pijnloze, langzaam groeiende kanker, die zelden uitzaait naar
andere lichaamsdelen. Maar als geen behandeling volgt, kan het carcinoom langzaam in de
aangrenzende weefsels binnendringen en deze vernietigen. Gelukkig is basaalcelcarcinoom in 95%
van de gevallen te genezen door middel van chirurgische ingreep of bestraling.
Figuur 13: Een basaalcelcarcinoom
17
Carcinogene groei is een synoniem voor wildgroei van cellen. De kankercellen verspreiden zich doorheen
andere weefsel dan het oorspronkelijke weefsel waarin ze ontstaan zijn.
29
4.3 Plaveiselcelcarcinoom
Deze redelijk zeldzame vorm van huidkanker komt aanzienlijk meer voor bij mannen dan bij
vrouwen. In tegenstelling tot het basaalcelcarcinoom is het plaveiselcelcarcionoom makkelijk in staat
uit te zaaien naar de rest van het lichaam. Dit gebeurt meestal pas wanneer de oorspronkelijke
tumor van relatief grote afmeting is. Men kan deze vorm van huidkanker oplopen door erfelijkheid,
zonblootstelling of een verlaagde immuniteit. Indien een dermatoloog een plaveiselcelcarcinoom
vermoedt, zal de arts doorgaans eerst een klein proefstukje van het weefsel afnemen om te laten
onderzoeken door een patholoog. Wanneer de diagnose wordt bevestigd zal de tumor operatief
worden verwijderd. Na deze ingreep volgen regelmatige poliklinische controles van het litteken, de
lymfeklieren18
4.4 Melanoom
Het melanoom is de minst voorkomende vorm van huidkanker, maar wel de meest dodelijke. De
laatste tijd komt melanoom echter steeds meer voor. Bij vrouwen stijgt alleen het voorkomen van
longkanker sneller. Melanoom ontstaat in de melanocyten. Het zijn deze melanocyten die het
pigment melanine produceren, die de huid beschermt tegen de Uv-stralen van de zon. Mensen met
een donkere huid produceren meer melanine en lopen minder kans op melanoom ( en andere
soorten huidkanker ) dan mensen met een lichtere huid. Hoewel er verband bestaat tussen
zonnebrand en huidkanker, is dit verband bij melanoom minder duidelijk en de juiste oorzaak is dan
ook niet bekend. Melanomen kunnen zich overal in het lichaam ontwikkelen, maar ontstaan meestal
in huidgebieden die vaak blootgesteld zijn aan de zon, zoals het gezicht, de hals en de armen.
Melanomen in het oog zijn zeldzaam en komen vrijwel alleen voor bij ouderen. Indien geen
behandeling volgt kunnen melanomen zich snel verspreiden naar andere delen van het lichaam,
waardoor het de gevaarlijkste huidkanker is. Bij vroegtijdige ontdekkingen en behandelingen is
melanoom bijna altijd te genezen.
Figuur 14: Een melanoom in gevorderd stadium
18
De lymfeklieren worden gecontroleerd op de aanwezigheid van eventuele kankercellen. Indien zulke cellen
worden aangetroffen is het uitzaaiingsproces nog op gang en is er dus geen sprake van genezing.
30
5 Frequente huidaandoeningen
In dit onderdeel worden frequent voorkomende huidaandoeningen besproken. Omdat de huid een
heel uitgebreid pathologisch spectrum kent, worden alleen de huidaandoeningen besproken die zich
voordoen in mijn wetenschappelijk onderzoek ( Addendum ).
Sproetjes
Sproetjes zijn plekjes in de huid waar de melanocyten meer melanine produceren dan elders. Deze
bruine melanine vlekjes komen overal op het lichaam voor19. Ze zijn ongeveer twee tot vier
millimeter groot maar kunnen ook voorkomen in cirkels met een diameter tot 1 centimeter. Een
opvallende eigenschap is het symmetrisch voorkomen van sproetjes.
Acne
Acne ( figuur 15 ) wordt gekenmerkt door kleine letsels in de huid als gevolg van ontsteking van de
talgklieren. Deze talkliertjes die in het hele lichaam langs de haarschacht in de huid liggen, vormen
het sebum. Hormoonstoornissen, die voorkomen tijdens de adolescentie en de menstruatieperiode,
bij zwangerschap en in de eerste maanden van gebruik van orale anticonceptiemiddelen20, kunnen
de oorzaak van overmatige talgproductie zijn. Mannelijke hormonen zoals androgenen stimuleren de
talgklieren tot een verhoogde productiviteit. De verhoogde uitscheiding van sebum kan ervoor
zorgen dat huidporiën verstopt raken. Zo ontstaan open ( geelwit puntje ) of gesloten ( zwart propje
ingedroogd talg) comedo’s21. Oorzaken van acne zijn: hormonale veranderingen, erfelijke factoren,
bepaalde geneesmiddelen, vet, dikke oliën, stress. Acne is een fenomeen dat gewoonlijk van zelf
geneest. Een goede persoonlijke hygiëne is essentieel om infecties en littekenvorming te vermijden.
Koortsblaasjes
Huiduitslag die bestaat uit groepjes blaasjes op of rondom de lippen. Deze blaasjes zijn vaak pijnlijk
en gaan na enkele dagen over in zweertjes die bedekt zijn met een korstje. Koortsuitslag wordt
veroorzaakt door een herpesvirus. Na besmetting blijft het virus levenslang in het lichaam aanwezig.
In tijden van verminderde weerstand, zoals koorts, zonnestraling, ziekte, menstruatie of
vermoeidheid, kan het virus naar buiten komen en koortsuitslag veroorzaken. De aandoening is
besmettelijk vanaf ongeveer drie dagen voor het ontstaan van de blaasjes tot aan het tijdstip dat zij
weer verdwenen zijn. Lichamelijk contact wordt best vermeden om besmetting te verhinderen. Een
echte genezing bestaat niet voor dit fenomeen.
Vette huid
De vette huid is glimmend, dik, heeft grove poriën, aanleg tot puistjes en andere oneffenheden. Bij
de vette huid werken de talgklieren te hard, en produceren dus een te veel aan huidvet dan nodig.
Dit verklaart het glimmende uiterlijk van de huid. Het voordeel van een vette huid is dat zij langzamer
verouderT dan andere huidtypen.
19
Sproetjes doen zich meestal voor op de behaarde huid, zelden op de dikke huid van de voetzolen en
handpalmen.
20
De ‘pil’
21
Comedo is de wetenschappelijk benaming voor meeëters.
31
Figuur 15: acne doet zich voor indien de huidporie verstopt is. Een bekend fenomeen voor
mensen met een vette huid
Droge huid
Wanneer de huid regelmatig met zeep wordt gewassen wordt de huid weliswaar schoon, maar ook
letterlijk ‘’ ontvet ‘’: de huidlipiden worden weggespoeld. Daardoor kan het vocht in de huid
makkelijker verdampen. Normaal is de verdamping van vocht door de huid heel precies geregeld.
Indien de hoeveelheid huidvetten in de huid vermindert, is de vochthuishouding uit balans.
Allergische huidreacties:
Alhoewel allergieën aandoeningen zijn van het afweersysteem, kunnen ze hinder vertonen op de
huid. De hinder kan variëren van onschuldige huiduitslag en jeuk tot zeer lastige aandoeningen aan
de slijmvliezen en eczeem. Om te kunnen vaststellen voor welke stoffen de patiënt allergisch is,
worden diverse allergenen22 op de huid aangebracht. Deze procedure wordt ook wel de lapjesproef (
figuur 16 )genoemd
Zonneallergie:
Zonneallergie of PMLE23 wordt veroorzaakt door de langgolvige straling van het zichtbaar licht, UVA.
Zonneallergieën zijn nog niet volledig blootgelegd, men is er nog niet achter gekomen waarom de
ene last heeft van PMLE en de andere niet. Wel is men ervan overtuigd dat het huidtype een
determinerende rol heeft.
22
23
Stoffen die een allergie kunnen teweegbrengen
Polymorf lighteruption ( Ned. Polymorfe lichteruptie )
32
Figuur 16: De lapjesproef
Zweetvoeten
overmatige transpiratie ter hoogte van de voeten is één van de meest onderschatte
huidaandoeningen. De productie van zweet zorgt voor een afbraak van de opperhuid. Naast de
beroepsmatige en onaangename sociale ervaringen kennen zweetvoeten ook veel pathologische
gevolgen. Zweetvoeten bevorderen het doorweken van de huid en woekering van bacteriën, de
voetzolen doen pijn en de huid is wit ‘’ vol vocht ‘’ en is doorploegd met diepe groeven die de
ontwikkeling van schimmelinfecties bevorderen.
Wratten:
Wanneer de cellen van een welbepaald weefsel zich ongeremd gaan delen ontstaat een tumor.
Wratten zijn een voorbeeld van zo een tumor. Het verschil tussen een tumor en kanker is, dat een
tumor niet noodzakelijk van slechte aard is. Wratten bestaan uit een opeenhoping van cellen. De
cellen zaaien echter niet uit, waardoor wratten een goedaardig karakter kennen. Vele mensen
kennen wel het pijnlijke proces om wratten te verwijderen. Wratten uitvriezen is een pijnlijk, maar
efficiënt middel.
Schimmelnagels
Schimmelnagels zijn teen- of vingernagels die met schimmel geïnfecteerd zijn. Schimmelnagels
worden ook wel ‘ kalknagels ‘ genoemd. Meestal begint de infectie aan de nagelranden die daardoor
witgeel, groen of bruin verkleuren. De nagel wordt dik en brokkelig. In een later stadium kan de nagel
in zijn geheel, of gedeeltelijk loskomen. De medische term voor de gele verkleuring en het brokkelig
worden van nagels is onychomycose.
33
Blaren aan de voeten
Alhoewel blaren frequent voorkomen en meestal niet van ernstige aard zijn, worden ze wel als een
huidletsel beschouwd. Blaren zijn ophopingen van plasma24 tussen de epidermis en de dermis,
waardoor blaasjes op de huid te zien zijn. Goede voorzorgsmaatregelen zijn het belangrijkste. Als er
toch blaren verschijnen op de voeten , is het aangeraden om de blaren goed te verzorgen zodat er
zich geen infecties voordoen.
Eelt aan de voeten
Eelt is een speciale verharding van de opperhuid. Ter hoogte van de voeten gaat eelt zich vormen als
beschermingsmechanisme tegen blaren e.d. Overmatig eelt mag verwijderd worden, maar is geen
noodzaak.
Zwemmerseczeem
Deze schimmelinfectie van de tinea pedis25 begint meestal tussen de vierde en de vijfde teen. Jeuk,
roodheid, schilfering en soms kloven zijn de algemene symptomen ( figuur 12 ). Als allergische reactie
kunnen zich nu en dan plotseling blaasjes vormen ter hoogte van de handpalmen en vingers. De
beste preventie is het goed afdrogen van de voeten. Infecties doen zich het meest voor op plaatsen
die warm en vochtig zijn. Aangezien de lichaamstemperatuur moeilijk te regelen is, moet ervoor
gezorgd worden dat het vochtigheidsniveau tussen de tenen niet te hoog is.
Overbeharing (figuur 17)
De termen hirsutisme en hypertrichose26 verwijzen beide naar een toestand die gepaard gaat met
overbeharing. Vaak worden deze termen door elkaar gehaald, dat is echter onterecht. Het grote
verschil tussen hirsutisme en hypertrichose is de plaats van overmatige haargroei. Bepaalde plaatsen
op het lichaam zoals oksels en schaamstreek worden hormonaal beïnvloed om haar te groeien.
Indien er sprake is van aanwezigheid van snorren of baarden bij vrouwen bijvoorbeeld, spreekt men
van hypertrichose. Hypertrichose ( figuur 17 ) is kort gezegd een overmatige beharing, op gebieden
waar er normaal geen hormonale stimulans is tot haargroei.
Overtollig zweten (figuur 18)
Hyperhidrosis of overtollige transpiratie is een fenomeen dat bij veel mensen bekend is. De klachten
ontstaan meestal vanaf 10 – 20 jarige leeftijd en houden dan meestal tientallen jaren aan. Overtollig
zweten is onaangenaam en brengt vaak ook een onaangename geur27 mee. Hyperhidrosis maakt de
huid kwetsbaar waardoor er makkelijk schimmelinfecties en infecties met bacteriën kunnen
ontstaan. De “okselvijvers” van Ben Crabbé zijn nu alom bekend.
24
Plasma is een speciaal soort vocht dat is opgebouwd uit water ( 99% ) en opgeloste stoffen ( 1% )
Ruimte tussen de tenen van de voeten.
26
Vertaling: overmatige haargroei
27
De onaangename geur van zweet kent zijn oorsprong in de bacteriën die zich ontwikkelen en een geur
afgeven.
25
34
Figuur 17: Een jonge man met het weerwolf syndroom, een vorm van hypertrichose
Figuur 18: Ben Crabbé toonde in het programma
‘ De allerslimste mens ‘ dat hyperhidrosis hem bekend is.
35
Brandwonden
Verbrandingen ontstaan door de invloed van hitte op de huid gedurende een bepaalde tijd en boven
een kritische temperatuur. De diepte van de brandwonde wordt uitgedrukt in graden ( 1ste, 2de en 3de
) en is afhankelijk van de temperatuur, de tijd van inwerken en de oorzaak van verbranding28. De
behandeling van brandwonden is de voorbije decennia in een stroomversnelling terechtgekomen.
Intensieve research en nieuwe inzichten in de pathofysiologie hebben geleid tot een verbeterde
systematische en lokale behandeling van deze patiënten.
Pijnlijke littekens
Iedereen heeft wel één of meerdere littekens aan de huid. Meestal geeft een litteken weinig
problemen. Bij sommigen kan een litteken echter leiden tot ernstige cosmetische en psychologische
aandoeningen. Littekens kunnen zich ontwikkelen wanneer de huid zich herstelt na een
huidbeschadiging. Factoren zoals leeftijd, plaats, bijkomende infecties en erfelijke kenmerken spelen
een grote rol bij de graviteit van de littekens. Alhoewel er meerdere soorten littekens zijn, zijn het
alleen de hypertrofische littekens die pijn doen. Meestal treedt spontane genezing op, indien dat niet
het geval is kan er nog altijd ingegrepen worden met andere middelen zoals chirurgie.
Moeilijk te genezen wonden
Wonden kunnen soms heel moeilijk te helen zijn. Het lichaam kent drie procedures die tot
wondheling leiden. De eerste fase is een ontsteking van de wonde, de tweede een proliferatie29 en
als laatste een remodulering30. Wanneer de natuurlijke heling echter stopt of vertraagd wordt,
ontstaat er een chronische wonde. In tegenstelling tot acute wonden die genezen binnen enkele
dagen of weken, blijven chronische wonden ( door onaangepaste zorg ) maanden tot jaren aanwezig.
Psoriasis (figuur 19)
Psoriasis ook zilverschub of schubziekte genoemd is een veel voorkomende, hardnekkige huidziekte,
die wordt gekenmerkt door plekken op de huid met rode bultjes en witte, schilferende schubben. De
huiduitslag komt meestal voor op de hoofdhuid, de knieën of de ellebogen, maar kan overal op de
huid ontstaan. Deze ziekte komt vooral bij het blanke ras voor en ontstaat meestal op een jeugdige
leeftijd. De aandoening kent periodes waarin de patiënt klachtenvrij is, vaak zijn deze echter van
korte duur. Psoriasis komt voor bij ongeveer 1.5% van de West-Europese bevolking (addendum) . Het
mechanisme dat aan de psoriasisafwijkingen ten grondslag ligt is een verhoogde celdeling en
celbeweging in de huid, waardoor de hoorncellen makkelijk loslaten en schilferen. Psoriasis is een
erfelijke ziekte waarbij de voornaamste behandelmethoden de volgende zijn:
-
Teerpreparaten in zalven
Corticosteroïden; kunstmatig geproduceerde hormonen die een immuunreactie stoppen.
Cytostatica; middelen die de celdeling stoppen
PUVA-therapie; een behandeling met fumaarzuur
28
Brandwonden kunnen ook optreden als gevolg van het inwerken van zuren zoals salpeter- of zwavelzuur.
Vorming van nieuwe bloedvaten en collageen in het wondbed
30
Omzetting van collageen dat leidt tot genezing en littegenvorming.
29
36
Figuur 19: Psoriasis op de rug ( zware aandoeningsgraad )
37
HOOFDSTUK 3: HUIDVERZORGING
38
HOOFDSTUK 3: HUIDVERZORGING
1 Inleiding
De huid is ons grootste orgaan, zij heeft vele functies en is van levensbelang. De huid staat in direct
contact en werkt samen met systemen zoals het zenuw-bloedvaten-hormonenstelsel en
immuunsysteem, die het volledige organisme regelen en beïnvloeden. Het is dus overduidelijk
waarom de huid onze uitgebreide aandacht en verzorging verdient.
2 Verouderingsproces van de huid
Huidverzorging is van alle eeuwen. De “raad van tante Kaat”, kruiden en andere natuurlijke
hulpmiddelen zijn alom bekend. Vandaag de dag wordt onze huidverzorging gekenmerkt door een
grote verscheidenheid in behandelingsmogelijkheden. Zowel de dagelijkse verzorging als het medisch
begeleiden van ernstige huidaandoeningen zijn in onze maatschappij een gekend gegeven. De
voortdurende aandacht, informatie over het ontstaan, het behandelen van- en voorkomen van
huidproblemen geven de mogelijkheid om het levenscomfort van veel mensen met ernstige
huidaandoeningen te verbeteren. Zowel vanuit de klassieke geneeskunde, de homeopathische en
andere natuurgeneeskundige visies is het doel de huid haar werk te laten doen in bescherming en
celvernieuwing.
Eeuwig jong blijven ……dat willen we allemaal. Vandaag de dag zijn we in staat om
ouderdomsverschijnselen –we leven steeds langer-adequaat te bestrijden of beter gezegd te
vertragen. Het gamma van schoonheidsproducten welke op de markt te vinden zijn, zowel in de
supermarkt als de apotheek, zijn oneindig. Daarnaast worden de medische technieken
geavanceerder en steeds vaker wordt ten onrechte hulp ingeroepen van plastische chirurgen. Ook
mannen hebben lange tijd geen aandacht besteed aan de verzorging van de huid maar aan deze
instelling lijkt langzaam maar zeker een eind te komen.
Het allerbelangrijkste is van jongs af aan de huid te beschermen tegen externe factoren zoals de zon,
milieuverontreiniging en invloed van schadelijke producten om geen te grote belasting op dit orgaan
uit te oefenen. Een goede verzorging en het op tijd nemen van correct advies bij de huisarts,
dermatoloog of schoonheidsdeskundige kan het ontstaan van heel wat huidproblemen verhelpen.
“Bruin”, is niet altijd in geweest. Vroeger was een bleke huid zelfs een statussymbool. Gebruinde
mensen waren boeren, rijke mensen konden zich aan de zon onttrekken door binnen te blijven of te
vertoeven onder een parasol.
Het optreden van huidproblemen veroorzaakt dikwijls sociaal en professioneel isolement. Niet alleen
de pijnen, roodheid, schilfers en andere zichtbare huidveranderingen vormen voor deze patiënten
39
een ongemak maar het bijkomende isolement is voor deze patiënten zeer onaangenaam en moeilijk
om te dragen. Het is dan ook vanuit deze optiek dat de medische wereld er alles aan moet doen om
ernstige huidproblemen snel en adequaat aan te pakken. Het blijven zoeken naar nieuwe en betere
behandelingsmethoden is een prioriteit. Ten spijt alle esthetische chirurgie om er jonger, knapper,
slanker en beter uit te zien gaat dit de essentie van huidproblemen voorbij.
3. Klassieke en alternatieve geneeswijzen.
Omdat er zich veel fabeltjes voordoen omtrent het onderwerp huidverzorging, wordt in dit deeltje
wat aandacht besteed aan algemene en alternatieve geneeswijzen zonder daar heel diep op in te
gaan.
3.1 Alternatieve geneeswijzen
Acupunctuur ( figuur 20 ) is een behandelingsmethode waarbij gebruik wordt gemaakt van dunne
naalden die in het lichaam worden gestoken. Hierdoor worden prikkels opgewekt in de huid en
dieper gelegen weefsels. Soms wordt ook gebruik gemaakt van brandende kruidbolletjes vb. Moxa 31.
De naalden worden op denkbeeldige lijnen, meridianen, geplaatst. Volgens de klassieke Chinese
filosofisch-medische opvatting circuleert in de meridianen de zogenaamde levensenergie : “Chi”. Op
deze meridianen liggen ongeveer 950 punten die gerelateerd worden aan twaalf organen. Een
geoefend acupuncturist zou in staat zijn deze punten door de huid te voelen. Men gelooft erin dat de
weerstand boven en onder de naald een verschillende spanning hebben. Het is dit spanningsverschil
die een geneeswerkende en pijn- verminderende werking heeft. Deze geneeswijze kent weinig
wetenschappelijke onderbouw en wordt nog altijd als een alternatieve geneeswijze aanzien.
Figuur 20: Acupunctuur
31
Moxa, een gedroogde alsemsoort
40
3.2 Klassieke geneeswijzen
Binnen de klassieke geneeskunde beschikt men over een groot spectrum aan
behandelingsmogelijkheden. Deze allemaal beschrijven is te alomvattend . De huid kent een
zeer uitgebreid ziekte-spectrum. Voor iedere aandoeningen bestaat wel een aangepaste
behandeling. Orale medicatie, zalven , oliën, pleisters, injecties zijn maar een summiere
opsomming van een aantal courante toepassingen.
Artsen die zich specialiseren in de huid worden dermatologen genoemd. Na de
basisopleiding tot arts ( duur: 6 jaar ), volgt een specialisatie in huidziekten. Deze
vervolgopleiding duurt vijf jaar.
41
HOOFDSTUK 4 : WETENSCHAPPELIJK ONDERZOEK
42
HOOFDSTUK 3: HUIDVERZORGING
1. Inleiding
Het lag in mijn bedoeling om via een enquête de incidentie van huidaandoeningen bij
jongeren in kaart te brengen. Hierbij willen we vooral de evolutie nagaan van enkele
huidaandoeningen en dit tussen de leeftijd van 12 tot 18 jaar. Het is niet de bedoeling om de
bekomen resultaten ook statisch te gaan verwerken. Dit ligt niet binnen mijn mogelijkheden.
Het zou wel interessant kunnen zijn om deze gegevens voor verdere analyse vrij te geven.
De testgroep bestond uit de leerlingen secundair onderwijs, Immaculata-instituut te De
Panne. Zij kregen allen een vragenlijst met in totaal 22 vragen. Op 21 vragen antwoordden
ze met ja of nee. Op de laatste vraag met betrekking tot het nemen van advies waren er 4
mogelijkheden. Vrijwel alle vragenlijsten kwamen terug waardoor er sprake is van een
minimale drop-out. 461 vragenlijsten werden weerhouden. Via onderstaande tabellen en
grafieken delen we de belangrijkste bevindingen mee.
Overzicht leerlingenaantal per leeftijd
1998
1997
1996
1995
1994
1993
1992
N
87
82
82
72
70
59
9
461
%
18.9
17.8
17.8
15.6
15.2
12.8
1.9
100
43
Sproetjes
50,00%
38,89%
36,59%
34,29%
32,18%
32,20%
22,22%
1998
1997
1996
1995
1994
1993
1992
De incidentie van sproetjes volgens leeftijd.
Geboortejaar
1998
1997
1996
1995
1994
1993
1992
Aantal leerlingen
28
24
30
28
24
19
2
De procentuele frequentie van sproetjes volgens leeftijd.
Geboortejaar
1998
1997
1996
1995
1994
1993
1992
Procentuele hoeveelheid
32.18%
50.00%
36.59%
38.89%
34.29%
32.20%
22.22%
44
Conclusie
Uit deze gegevens kunnen we vaststellen dat sproetjes in alle leeftijdscategorieën voorkomen.
Sommige mensen hebben meer sproeten tijdens de zomer. Misschien verklaart dit de iets hogere
incidentie bij de leeftijdscategorie 1997. Zij spelen nog veel buiten en vinden dit rond die leeftijd
misschien iets meer storend. De vragenlijst werd immersafgenomen begin september.
Voorafgaand stond al beschreven wat sproetjes zijn32. Er bestaat geen echte behandeling voor
sproeten.
32
Een plaatselijke verhoogde productie van melanine, geproduceerd door de melanocyten.
45
Eelt aan de voeten
62,71%
48,57%
44,44%
43,90%
33,33%
28,74%
1998
26,83%
1997
1996
1995
1994
1993
1992
De incidentie van eelt aan de voeten volgens leeftijd.
Geboortejaar
1998
1997
1996
1995
1994
1993
1992
Aantal leerlingen
25
36
22
24
34
37
4
De procentuele frequentie van eelt aan de voeten volgens leeftijd.
Geboortejaar
1998
1997
1996
1995
1994
1993
1992
Procentuele hoeveelheid
28.74%
43.90%
26.83%
33.33%
48.57%
62.71%
44.44%
46
Conclusie
Eelt aan de voeten is een frequent fenomeen. Eelt is een verdedigingsmechanisme van de
huid. DE voetzolen of de flanken zijn plaatsen die veel schokken en stoten moeten
opvangen en het dikwijls hard te verduren krijgen. Ook schoenen veroorzaken wrijving
waardoor eelt ontstaat. Een schoen zet zich niet naar de voet maar wel de voet naar de
schoen. Aankoop van goede schoenen is vaak een must. Ook bij het sporten kent men vaak
een verhoogde eeltvorming.
Eelt kan zich ook voordoen op de vingertoppen. Vroeger, toen breien en naaien een
intensieve bezigheid was, hadden de meeste vrouwen eelt op de vingertoppen. Het vele, per
ongeluk , in de vinger prikken resulteerde in een eeltophoping. Dit eelt beschermde de huid
tegen het prikken. Ook bij mannen, bv. boeren en handarbeiders vindt men zeer veel eelt op
de handen. Eeltvorming is steeds een reactie van de huid op overbelasting. Het beschermt
zichzelf.
47
Blaren aan de voeten
42,37%
31,71%
31,43%
29,17%
18,29%
11,49%
1998
11,11%
1997
1996
1995
1994
1993
1992
De incidentie van blaren aan de voeten volgens leeftijd.
Geboortejaar
1998
1997
1996
1995
1994
1993
1992
Aantal leerlingen
10
26
15
21
22
25
1
De procentuele frequentie van blaren aan de voeten volgens leeftijd.
Geboortejaar
1998
1997
1996
1995
1994
1993
1992
Procentuele hoeveelheid
11.49%
31.71%
18.92%
29.17%
31.43%
43.37%
11.11%
48
Conclusie
Het is eerder moeilijk om een conclusie te trekken. De aanwezigheid van blaren is per
leeftijdscategorie sterk verschillend. Blaren zijn een gekend gegeven bij sporters. Ook hier gaat het
een huidreactie op wrijving. In plaats van eeltvorming krijgt men een roodheid en vochtophoping.
Op zich zijn blaren geen zware huidaandoening, ze vragen wel wat aandacht. Indien zich grote
blaren voordoen is medische aandacht nodig om verdere infecties van de onderliggende weefsels te
voorkomen.
49
Huidschilfers
44,44%
28,05%
23,17%
20,34%
16,67%
17,14%
1995
1994
12,64%
1998
1997
1996
1993
1992
De incidentie van huidschilfers volgens leeftijd.
Geboortejaar
1998
1997
1996
1995
1994
1993
1992
Aantal leerlingen
11
23
19
12
12
12
4
De procentuele frequentie van huidschilfers volgens leeftijd.
Geboortejaar
1998
1997
1996
1995
1994
1993
1992
Procentuele hoeveelheid
12.64%
28.05%
23.17%
16.67%
17.14%
20.34%
44.44%
50
Conclusie
Huidschilfers komen bij 10 à 28% van de leerlingen voor. Op het eerste gezicht lijkt 1992 er sterk
boven uit te steken, maar dit is een vertekend beeld. 4 leerlingen van de 9 uit het jaar 1992 hadden
last van huidschilfers. Dit jaar is echter maar beperkt vertegenwoordigd. Er kan vanuit een dergelijke
kleine groep geen echte conclusies worden getrokken.
51
Acne
82,93%
79,17%
74,39%
69,49%
62,86%
55,56%
41,38%
1998
1997
1996
1995
1994
1993
1992
De incidentie van acne volgens leeftijd.
Geboortejaar
1998
1997
1996
1995
1994
1993
1992
Aantal leerlingen
36
68
61
57
44
41
5
De procentuele frequentie van acne volgens leeftijd.
Geboortejaar
1998
1997
1996
1995
1994
1993
1992
Procentuele hoeveelheid
41.38%
82.93%
74.39%
79.17%
62.86%
69.49%
55.56%
52
conclusie
Acne of puistjes komen in alle leeftijdscategorieën in grote getale voor. Minstens 1 op de 2 geeft dit
aan. De groep van 14- jarigen steekt er met kop en schouders uit. Acne kent een aanzienlijke
toename rond het begin van de puberteit. De verhoogde productie van de geslachtshormonen
zorgen voor een verhoogde talgproductie, waardoor de poriën verstopt geraken met acne tot gevolg.
Soms vergeet men dat puistjes de normaalste zaak van de wereld zijn. Zolang er geen sprake is van
overdreven acne met huidbeschadiging is een goede basishygiëne de enig vereiste zorg.
53
Vette huid
38,89%
30,49%
28,81%
26,83%
26,44%
22,22%
20,00%
1998
1997
1996
1995
1994
1993
1992
De incidentie van vette huid volgens leeftijd.
Geboortejaar
1998
1997
1996
1995
1994
1993
1992
Aantal leerlingen
23
25
22
28
14
17
2
De procentuele frequentie van vette huid volgens leeftijd.
Geboortejaar
1998
1997
1996
1995
1994
1993
1992
Procentuele hoeveelheid
26.44%
30.49%
26.83%
38.89%
20.00%
28.81%
22.22%
54
Conclusie
De vette huid is in onze steekproef minder aanwezig dan de droge huid. We zouden toch, gezien de
hoge incidentie van acne, net het tegenovergestelde verwachten. Men kan dus uit deze cijfers
opmaken dat de aanwezigheid van puistjes of acne niet noodzakelijkerwijs ook een vette huid
impliceert.
55
Droge huid
44,07%
41,46%
37,93%
39,02%
34,29%
33,33%
31,94%
1998
1997
1996
1995
1994
1993
1992
De incidentie van een droge huid volgens leeftijd.
Geboortejaar
1998
1997
1996
1995
1994
1993
1992
Aantal leerlingen
33
32
34
23
24
26
3
De procentuele frequentie van een droge huid volgens leeftijd.
Geboortejaar
1998
1997
1996
1995
1994
1993
1992
Procentuele hoeveelheid
37.93%
39.02%
41.46%
31.94%
34.29%
44.07%
33.33%
56
Conclusie
In zo goed als elke leeftijdscategorie ervaart 1 op de 3 leerlingen zijn huid als droog. Bij de 17
jarigen is dit bijna 1 op de twee. Hormonale veranderingen kunnen we als belangrijkste oorzaak naar
voor schuiven. Bij ouderen is een droge huid hoofdzakelijk te wijten aan een weesfelverandering
57
verhouding acne - vette huid - droge huid
82,93%
79,17%
74,39%
69,49%
62,86%
55,56%
41,38%
39,02%
37,93%
30,49%
26,44%
41,46%
44,07%
38,89%
31,94%
34,29%
33,33%
28,81%
26,83%
22,22%
20,00%
1998
1997
1996
1995
1994
1993
1992
= Acne
= Vette huid
= Droge huid
Conclusie
Uit bovenstaande tabel valt de constante lijn van vette- en droge huid op. In alle groepen varieert
deze tussen de 20 en 44%. Het percentage acne schommelt tussen de 41 en 82%. Hieruit kunnen we
de stelling naar voor brengen dat acne een andere huidaandoening is dan een droge en vette huid en
niet noodzakelijkerwijs een gevolg is van één van beiden.
58
Koortsblaasjes
19,51%
13,56%
8,57%
8,54%
6,94%
2,30%
0,00%
1998
1997
1996
1995
1994
1993
1992
De incidentie van koortsblaasjes volgens leeftijd.
Geboortejaar
1998
1997
1996
1995
1994
1993
1992
Aantal leerlingen
2
16
7
5
6
8
0
De procentuele frequentie van koortsblaasjes volgens leeftijd.
Geboortejaar
1998
1997
1996
1995
1994
1993
1992
Procentuele hoeveelheid
2.30%
19.51%
8.54%
6.94%
8.57%
13.56%
0.00%
59
Conclusie
Koortsblaasjes komen bij de jeugd, in tegenstelling tot oudere leeftijdsgroepen, niet zo veel voor.
Koortsblaasjes ontstaan via besmetting met het herpesvirus. Eenmaal besmet blijft men drager van
dit virus. Het lichaam gaat zich echter wel verdedigingen. Door het produceren van
immunoglobulinen wordt het virus onderdrukt.
Wanneer het lichaam een verzakt immuunsysteem kent door bijvoorbeeld: vermoeidheid, ziekte of
menstruatie, kan het zijn dat het herpesvirus weer toeslaat met koortsblaasjes als gevolg.
60
Wratten
22,22%
21,84%
15,25%
13,41%
9,72%
2,44%
0,00%
1998
1997
1996
1995
1994
1993
1992
De incidentie van wratten volgens leeftijd.
Geboortejaar
1998
1997
1996
1995
1994
1993
1992
Aantal leerlingen
19
11
2
7
0
9
2
De procentuele frequentie van wratten volgens leeftijd.
Geboortejaar
1998
1997
1996
1995
1994
1993
1992
Procentuele hoeveelheid
21.84%
13.41%
2.44%
9.72%
0.00%
15.25%
22.72%
61
Conclusie
Wratjes zijn afhankelijk van zeer feel verschillende factoren, bepaalde zelf genetisch. Het is een
huidaandoening waar zeer snel medisch wordt ingegrepen. De meeste jongeren vinden dit een lelijke
en vervelende aandoening.
62
Zwemmerseczeem
22,22%
10,34%
10,00%
7,32%
7,32%
6,78%
1,39%
1998
1997
1996
1995
1994
1993
1992
De incidentie van zwemmerseczeem volgens leeftijd.
Geboortejaar
1998
1997
1996
1995
1994
1993
1992
Aantal leerlingen
9
6
6
1
7
4
2
De procentuele frequentie van zwemmerseczeem volgens leeftijd.
Geboortejaar
1998
1997
1996
1995
1994
1993
1992
Procentuele hoeveelheid
10.34%
7.32%
7.32%
1.39%
10.00%
6.78%
22.22%
63
conclusie
Net zoals vele aandoeningen is ook zwemmerseczeem zeer individueel gebonden. Individuen die
vaak in het water vertoeven of douches nemen( zwemmers, redders,sportmensen .. ) zullen bij het
afdrogen van de voeten extra aandacht moeten besteden aan de ruimte tussen de tenen om
zwemmerseczeem te voorkomen.
64
Zweetvoeten
55,56%
46,34%
38,89%
40,68%
37,14%
34,48%
25,61%
1998
1997
1996
1995
1994
1993
1992
De incidentie van zweetvoeten volgens leeftijd.
Geboortejaar
1998
1997
1996
1995
1994
1993
1992
Aantal leerlingen
30
38
21
28
26
24
5
De procentuele frequentie van zweetvoeten volgens leeftijd.
Geboortejaar
1998
1997
1996
1995
1994
1993
1992
Procentuele hoeveelheid
34.48%
46.34%
25.61%
38.89%
37.14%
40.68%
55.56%
65
Conclusie
Zweetvoeten komen in alle groepen voor. Minstens 25% tot maximum 1 op de 2 klaagt van
zweetvoeten. Een voor de hand liggende verklaring is er niet onmiddellijk. Een hypothese zou kunnen
zijn dat zweetvoeten als een vrij storend gegeven wordt ervaren en mensen anderen snel wijzen op
de onaangename geur.
66
Eczema
13,56%
12,64%
11,11%
10,98%
10,00%
7,32%
1998
1997
1996
6,94%
1995
1994
1993
1992
De incidentie van eczema volgens leeftijd.
Geboortejaar
1998
1997
1996
1995
1994
1993
1992
Aantal leerlingen
11
9
6
5
7
8
1
De procentuele frequentie van eczema volgens leeftijd.
Geboortejaar
1998
1997
1996
1995
1994
1993
1992
Procentuele hoeveelheid
12.64%
10.98%
7.32%
6.94%
10.00%
13.56%
11.11%
67
Conclusie
Eczema treft over het algemeen jongeren. Er wordt geschat dat zo een anderhalf procent
van de bevolking kampt met dit probleem. De cijfers die in mijn enquête worden
teruggevonden, zijn nu gedeeltelijk verklaard. De hoge cijfers van de jeugd, compenseren de
lage cijfers van de oudere leeftijdsklasse.
Algemeen besluit
Deze enquête belicht de incidentie van huidaandoeningen bij jongeren. Wat opvalt is dat
veel van deze jongeren advies inwinnen bij huisarts, dermatoloog of apotheek. Slechts een
kleine groep van de ondervraagden doet er niets aan. We kunnen stellen dat in onze huidige
maatschappij veel aandacht wordt besteed aan een gezonde huid. Het spreekwoord : “ je
goed in je vel voelen” heeft meer dan enkel een figuurlijke betekenis. Letterlijk een “goed
vel” hebben bescherm je tegen de inwerking van schadelijke producten en zorgt ervoor dat
je huid er jong en gezond uitziet.
68
BIBLIOGRAFISCHE REFERENTIES
69
Medische encyclopedie, Elseviers, 1995, Amsterdam, E. ten winkel, H. Groenhout, V. Schrap, C. van
Berge Henegouwen, P. Decker,M. Jockin, 502 blz.
De dikke Van Dale ( online ), http://www.vandale.nl, Januari.
De Atlas van het menselijk lichaam, Prof. P. Abrahams, Veltman uitgevers, 2003, 3de editie, Den
Haag, 256 blz.
Atrium geneeswijzer, DR. G. T. Haneveld, Atrium, 1997, Alphen aan de Rijn, 2de uitgave, 462 blz.
Nieuwe atlas van de menselijke anatomie, Thomas O. Mc cracken, Richard Walker, Uitgeverij
Uniepers Abcoude, Amsterdam, 2000, 1ste druk, 240 blz.
70
ADDENDUM
Vraag
Kruis aan wat past.
71
Sproetjes?
Acne, puistjes ?
Vette huid?
Droge huid?
Huidschilfers (roos)?
Koortsblaasjes?
Wratten?
Zwemmerseczeem?
(jeuk, roodheid en kloven
tussen de tenen )
Zweetvoeten?
Eczema (elke plaats,
buiten de voeten)?
Schimmelnagels?
(gele, verkleurde nagels)
Blaren aan de voeten?
Eelt aan de voeten?
Allergische huidreacties?
(roodheid, jeuk…..)
Zonneallergie?
Overbeharing?
Overtollig zweten (oksels,
rug, borst, aangezicht
maar niet de voeten)?
Brandwonden?
Pijnlijke littekens?
Moeilijk te genezen
wonden?
Psoriasis?
Indien je last hebt van één
van deze
huidaandoeningen
raadpleeg/bezoek je dan
een:
Huidaandoening
1998
 Ja
 Nee
 Ja
 Nee
 Ja
 Nee
 Ja
 Nee
 Ja
 Nee
 Ja
 Nee
 Ja
 Nee
 Ja
 Nee
 Ja
 Nee
 Ja
 Nee
 Ja
 Nee
 Ja
 Nee
 Ja
 Nee
 Ja
 Nee
 Ja
 Nee
 Ja
 Nee
 Ja
 Nee
 Ja
 Nee
 Ja
 Nee
 Ja
 Nee
 Ja
 Nee
 Huisarts
 Huidspecialist
 Apotheek(aankoop speciale huidverzorgende
producten)
 Ik doe er niets aan.
1997
1996
1995
1994
1993
1992
72
Sproetjes
Acne
32,18%
41,38%
50,00%
82,93%
36,59%
74,39%
38,89%
79,17%
34,29%
62,86%
32,20%
69,49%
22,22%
55,56%
Vette huid
26,44%
30,49%
26,83%
38,89%
20,00%
28,81%
22,22%
Droge huid
37,93%
39,02%
41,46%
31,94%
34,29%
44,07%
33,33%
Huidschilfers
12,64%
28,05%
23,17%
16,67%
17,14%
20,34%
44,44%
Koortsblaasjes
Wratten
2,30%
21,84%
19,51%
13,41%
8,54%
2,44%
6,94%
9,72%
8,57%
0,00%
13,56%
15,25%
0,00%
22,22%
Zwemmerseczeem
10,34%
7,32%
7,32%
1,39%
10,00%
6,78%
22,22%
zweetvoeten
Eczema
34,48%
12,64%
46,34%
10,98%
25,61%
7,32%
38,89%
6,94%
37,14%
10,00%
40,68%
13,56%
55,56%
11,11%
1,15%
0,00%
2,44%
1,39%
1,43%
3,39%
0,00%
Blaren aan de
voeten
11,49%
31,71%
18,29%
29,17%
31,43%
42,37%
11,11%
Eelt aan de voeten
28,74%
43,90%
26,83%
33,33%
48,57%
62,71%
44,44%
Allergische
huidreacties
zonneallergie
25,29%
5,75%
29,27%
8,54%
41,46%
6,10%
13,89%
4,17%
24,29%
4,29%
35,59%
8,47%
11,11%
0,00%
Overbeharing
0,00%
8,54%
1,22%
1,39%
5,71%
11,86%
11,11%
27,59%
31,71%
15,85%
9,72%
18,57%
8,47%
22,22%
5,75%
13,41%
3,66%
6,94%
12,86%
10,17%
11,11%
Pijnlijke littekens
22,99%
15,85%
6,10%
5,56%
7,14%
10,17%
0,00%
Moeilijk te genzen
wonden
Psoriasis
Huisarts
9,20%
1,15%
34,48%
18,29%
2,44%
41,46%
6,10%
0,00%
28,05%
9,72%
0,00%
25,00%
18,57%
0,00%
31,43%
5,08%
1,69%
16,95%
0,00%
0,00%
11,11%
Schimmelnagels
Overtollig zweten
Brandwonden
73
Huidspecialist
28,74%
21,95%
15,85%
25,00%
10,00%
23,73%
11,11%
Apotheek
12,64%
12,20%
25,61%
18,06%
38,57%
35,59%
11,11%
Ik doe er niets aan
12,64%
12,20%
25,61%
18,06%
38,57%
35,59%
11,11%
74
Download