Lesbrief Actuele waarde Deze lesbrief is gebaseerd op de regelgeving externe verslaggeving zoals gepubliceerd in de Staatscourant van 13 oktober 2015 en geldend vanaf 1 november 2015 en de Richtlijnen voor de jaarverslaggeving voor grote en middelgrote rechtspersonen Jaareditie 2015 van toepassing op verslagjaren die aanvangen op of na 1 januari 2016. 1 april 2017 versie 1.3 M.A.H. Tiesma-Grubben AA drs. S. Wijnja Actuele Waarde Inhoudsopgave 1. Inleiding ....................................................................................................................................... 3 2. Besluit actuele waarde ................................................................................................................ 4 3. Toelichting op de verwerking van materiele vaste activa bij waardering tegen actuele waarde. 4 Bijlagen .............................................................................................................................................. 12 Bijlage 1 Literatuurlijst .............................................................................................................. 13 Bijlage 2 Piekerhoek ................................................................................................................. 14 Bijlage 3 Substan ...................................................................................................................... 15 Bijlage 4 Tieswijn (Historische kosten) ..................................................................................... 17 Bijlage 5 Tieswijn (Actuele waarde) ......................................................................................... 18 Bijlage 6 Mouse ........................................................................................................................ 19 2 Actuele Waarde 1. Inleiding In hoofdstuk 13 van het boek Jaarverslaggeving (Epe & Koetzier, 2014) is het historische kostenstelsel behandeld. Het historischekostenstelsel heeft in tijden van prijsstijgingen tekortkomingen zowel wat betreft de winstbepaling als de vermogensbepaling. Waardering tegen actuele waarde geeft in tijden van prijsstijgingen een beter beeld van zowel de winst- als de vermogensbepaling. Voordat in deze lesbrief wordt toegelicht hoe materiele vaste activa in de financiële administratie en de jaarrekening moeten worden verwerkt indien deze worden gewaardeerd tegen actuele waarde wordt eerst stilgestaan bij het begrip winstbepalingsstelsel. Een winstbepalingsstelsel is opgebouwd uit twee elementen (Epe & Koetzier, 2014, p. 254): - de instandhoudingsdoelstelling; - de waarderingsgrondslag. De instandhoudingsdoelstelling Winst kan gedefinieerd worden als het bedrag dat aan het eind van een periode aan de onderneming kan worden onttrokken, zodanig dat die onderneming daarna weer in dezelfde positie is als aan het begin van de periode. Nominalisme (Epe & Koetzier, 2014, p. 255) De nominalistische winstopvatting houdt in dat de onderneming weer in dezelfde positie is, als in geld gemeten de beginsituatie is hersteld. Substantialisme (Epe & Koetzier, 2014, p. 255) De substantialistische winstopvatting houdt in dat de onderneming weer in dezelfde positie is, als in hoeveelheid productiemiddelen (de substantie) gemeten de beginsituatie is hersteld. Voorbeeld Een taxichauffeur start op 1 januari 2015 een onderneming met € 40.000 liquide middelen en koopt daarvoor op 2 januari een auto voor €40.000. Auto Balans per 2 januari 2015 40.000 Eigen vermogen 40.000 Stel dat de auto in 2 jaar wordt afgeschreven tot een restwaarde van nihil.. De omzet over het boekjaar bedraagt € 100.000 en de kosten exclusief de afschrijvingen bedragen € 30.000. De winst bedraagt dan € 100.000 minus de afschrijvingen van € 20.000 en minus de overige bedrijfskosten van € 30.000 is € 50.000. De balans per 31 december 2016 is dan als volgt: Balans per 31 december 2016 Auto -- Eigen vermogen Liquide middelen 140.000 Winst Totaal 140.000 Totaal 40.000 100.000 140.000 Indien de volledige winst wordt uitgekeerd is in geld (nominalisme) weer precies de beginsituatie hersteld. De balans na uitkering van de winst kan als volgt worden weergegeven: Auto Liquide middelen Totaal Balans per 31 december 2016 na winstuitkering -- Eigen vermogen 40.000 40.000 Totaal 40.000 40.000 Indien de prijs van een nieuwe auto op 31 december 2016 echter is gestegen van € 40.000 naar € 42.000 en de taxichauffeur wil op 1 januari 2017 een nieuwe auto kopen dan heeft hij teveel winst uitgekeerd. Volgens het substantialisme dient de onderneming eind 2016 weer in de positie te zijn om een nieuwe auto te kopen. De winst die kan worden uitgekeerd over de twee boekjaren is dan niet € 100.000 maar € 98.000. 3 Actuele Waarde De waarderingsgrondslag Met het kiezen van de instandhoudingsdoelstelling is het winstbepalingsstelsel nog niet compleet. Er dient nog een keuze gemaakt te worden uit de mogelijke waarderingsgrondslagen (Epe & Koetzier, 2014, p. 258). In het voorbeeld is dit probleem buiten beschouwing gelaten doordat er per 31 december 2016 nog alleen liquide middelen aanwezig zijn. Bij de keuze van een grondslag voor de waardering van een actief en van een passief en voor de bepaling van het resultaat heeft een rechtspersoon volgens Titel 9, Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek (2015) artikel 384 lid 1 de keuze tussen de verkrijgingsprijs- of vervaardigingsprijs en de actuele waarde. Artikel 2: 384 lid 4 BW bepaalt dat bij algemene maatregel van bestuur nadere regels kunnen worden gesteld inzake de waardering tegen actuele waarde. Deze nadere regels zijn opgenomen in het Besluit actuele waarde. In deze lesbrief wordt in hoofdstuk 2 het Besluit actuele waarde met betrekking tot de immateriële en materiele vaste activa en de voorraden toegelicht en wordt in hoofdstuk 3 toegelicht hoe de materiele vaste activa in de financiële administratie en de jaarrekening moeten worden verwerkt indien deze worden gewaardeerd tegen actuele waarde. 2. Besluit actuele waarde Indien een onderneming kiest voor de waarderingsgrondslag actuele waarde dan is het Besluit actuele waarde (2015) verder te noemen BAW van toepassing. Volgens artikel 1 lid 2 van het BAW kunnen activa en passiva afhankelijk van de soort dan wel de omstandigheden worden gewaardeerd tegen: - de actuele kostprijs; - de bedrijfswaarde; - de marktwaarde of opbrengstwaarde. In de artikelen twee, drie, vier en vijf van het BAW wordt toegelicht wat onder deze begrippen wordt verstaan. Zie hiervoor het Besluit actuele waarde in de Tentamenbundel regelgeving Externe verslaggeving. Wanneer immateriële en materiele vaste activa, niet zijnde beleggingen, gewaardeerd worden tegen actuele waarde dan komt daarvoor op grond van artikel 7 van het BAW in aanmerking de actuele kostprijs. Wanneer de bedrijfswaarde echter lager is dan de actuele kostprijs dan dient gewaardeerd te worden tegen de bedrijfswaarde. Wanneer de opbrengstwaarde lager is dan de actuele kostprijs en hoger dan de bedrijfswaarde dan moet gewaardeerd worden tegen de opbrengstwaarde. Immateriële vaste activa Een immaterieel vast actief kan op grond van artikel 6 van het BAW slechts tegen de actuele waarde worden gewaardeerd, indien: a. het actief vanaf het moment van verkrijgen op de balans was opgenomen tegen kostprijs; en b. voor het actief een liquide markt bestaat. Voor de posten goodwill en ontwikkelingskosten bestaat meestal geen liquide markt waardoor waardering tegen de actuele waarde voor deze posten meestal niet van toepassing is. Voorraden Op grond van artikel 8 BAW mogen agrarische voorraden worden gewaardeerd tegen actuele waarde. Hiervoor komt in aanmerking de opbrengstwaarde. Overige voorraden mogen niet gewaardeerd worden tegen actuele waarde. 3. Toelichting op de verwerking van materiele vaste activa bij waardering tegen actuele waarde. De in dit hoofdstuk opgenomen toelichting op de verwerking van materiele vaste activa is gebaseerd op de Richtlijnen voor de Jaarverslaggeving (Raad voor de Jaarverslaggeving, 2015) verder te noemen RJ. 4 Actuele Waarde Waardering bij eerste verwerking Een materieel vast actief dat in aanmerking komt voor verwerking als actief dient bij de eerste verwerking te worden gewaardeerd tegen de kostprijs (RJ 212.301). De kostprijs van een materieel vast actief dient te bestaan uit de verkrijgings- of vervaardigingsprijs en overige kosten om het actief op zijn plaats en in de staat te krijgen die noodzakelijk is voor het beoogde gebruik (RJ 212.302). Waardering na eerste verwerking Indien na de eerste verwerking een materieel vast actief wordt gewaardeerd volgens het actuele waarde model dient het actief te worden gewaardeerd tegen de actuele waarde, zijnde: - de actuele kostprijs op het moment van herwaardering; - de bedrijfswaarde, indien deze lager is dan de actuele kostprijs; of - de opbrengstwaarde, indien deze lager is dan de actuele kostprijs en hoger dan de bedrijfswaarde. De bepaling van de actuele waarde dient voldoende regelmatig te worden uitgevoerd, om ervoor te zorgen dat de boekwaarde niet aanzienlijk verschilt van de actuele waarde op balansdatum (RJ 212.403). Verwerking van de herwaardering De waardevermeerdering van een materieel vast actief als gevolg van een herwaardering dient rechtstreeks in het eigen vermogen te worden verwerkt in een herwaarderingsreserve. De waardevermeerdering dient echter in de winst- en verliesrekening te worden verwerkt, voor zover deze een terugneming van een waardevermindering van hetzelfde actief is die voorheen als last was verwerkt in de winst-en-verliesrekening (RJ 212.412). Op grond van artikel 2: 390 lid 3 BW is de herwaarderingsreserve niet hoger dan het verschil tussen de boekwaarde op basis van de verkrijgings- of vervaardigingsprijs (rekening houdend met cumulatieve waardeverminderingen) en de boekwaarde op basis van de bij de waardering gehanteerde actuele waarde waarop de herwaarderingsreserve betrekking heeft. Voor het verwerken van het gerealiseerde deel van de herwaarderingen kan een rechtspersoon kiezen uit twee stelsels van verwerking: - rechtstreeks ten gunste van de overige reserves; - in een afzonderlijke post ten gunste van de winst-en-verliesrekening (RJ 212.415). In deze lesbrief en bij de uitwerking van opgaven zullen we de vrijval van de gerealiseerde herwaardering uitsluitend rechtstreeks ten gunste van de overige reserves verwerken. Een deel van de herwaarderingsreserve wordt gerealiseerd en overgeboekt wanneer het actief gebruikt wordt. Het over te boeken bedrag komt overeen met het verschil tussen de afschrijving gebaseerd op de geherwaardeerde boekwaarde en de afschrijving gebaseerd op de oorspronkelijke kostprijs van het actief. De herwaarderingsreserve wordt eveneens verminderd indien bedragen betrekking hebben op activa die zijn vervreemd (RJ 212.415). Vennootschapsbelasting Omdat de verwerking van de vennootschapsbelasting in de jaarrekening nog niet is behandeld blijft in deze lesbrief de verwerking van de vennootschapsbelasting bij herwaardering buiten beschouwing. Afschrijving Materiele vaste activa met een beperkte gebruiksduur dienen afzonderlijk te worden afgeschreven (RJ 212.417). Cumulatieve afschrijvingen Indien de actuele waarde van een materieel vast actief wordt aangepast, leidt dit niet alleen tot een wijziging van de boekwaarde, maar ook tot een wijziging van de reeds verantwoorde cumulatieve afschrijvingen. De eventuele cumulatieve afschrijvingen op de datum van herwaardering kunnen op één van de volgende manieren worden verwerkt: 1. Eliminatie van de cumulatieve afschrijvingen tegen de brutoboekwaarde van het actief, waarbij de nettoboekwaarde gelijk wordt gesteld aan de nieuw vastgestelde actuele waarde. 2. Evenredige aanpassing van de cumulatieve afschrijvingen aan de wijziging van de brutoboekwaarde van het actief, zodat de nettoboekwaarde van het actief na herwaardering gelijk is aan de nieuw vastgestelde actuele waarde (RJ 212.408). 5 Actuele Waarde Voorbeeld van verwerking van cumulatieve afschrijvingen bij herwaardering: Brutoboekwaarde (aanschafwaarde) Cumulatieve afschrijvingen Nettoboekwaarde Nieuw vastgestelde actuele waarde Methode 1 € 2.000 400 1.600 Methode 2 € 2.000 400 1.600 2.400 2.400 2.000 400 2.400 2.000 1.000 3.000 400 -400 0 400 200 600 Prijsstijging is dan (2.400-1.600)/1.600 * 100% = 50% Brutoboekwaarde Aanpassing a.g.v. herwaardering Brutoboekwaarde na aanpassing a.g.v. herwaardering Cumulatieve afschrijving Aanpassingen a,g,v. herwaardering Cumulatieve afschrijving na aanpassing a.g.v. herwaardering Herwaardering 400 + 400 Herwaardering 1.000 - 200 800 800 Methode 1 wordt veelal gebruikt voor gebouwen en methode 2 wordt veelal gebruikt wanneer een actief wordt geherwaardeerd met toepassing van een index (RJ 212.408). Beide methoden zijn toegestaan. Bij toepassing van methode 1 wordt de brutoboekwaarde op de grootboekrekening Vaste activa aangepast aan de actuele kostprijs. De cumulatieve afschrijvingen worden dan op nihil gesteld. De journaalpost in het voorbeeld is bij methode 1 als volgt: Vaste activa (brutoboekwaarde) 400 Cumulatieve afschrijvingen 400 Aan Herwaarderingsreserve 800 Bij toepassing van methode 2 waarbij geherwaardeerd wordt met toepassing van een index worden zowel de brutoboekwaarde (aanschafwaarde) als de cumulatieve afschrijvingen verhoogd met de index. In het voorbeeld is de prijsstijging 50%. De journaalpost in het voorbeeld is bij methode 2 als volgt: Vaste activa (brutoboekwaarde) 1.000 Aan Cumulatieve afschrijvingen 200 Aan Herwaarderingsreserve 800 Toelichting Indien de materiele vaste activa worden gewaardeerd tegen de actuele waarde, dient de volgende toelichting te worden opgenomen: - het jaar van de meest recent toegepaste herwaarderingen; - de eventuele betrokkenheid van een onafhankelijke taxateur; - de methoden en belangrijke veronderstellingen die zijn toegepast bij de schatting van de actuele waarde van de materiële vaste activa; - de mate waarin de waarde van de materiële vaste activa rechtstreeks is ontleend aan waarneembare prijzen op een actieve markt of aan recente marktconforme transacties, of is geschat met behulp van andere waarderingstechnieken; - voor elke categorie materiele vaste activa: de som van de herwaarderingen per balansdatum ter vaststelling van de boekwaarde die zou zijn opgenomen als de activa op basis van het kostprijsmodel waren gewaardeerd; - de wijze van verwerking van de gerealiseerde herwaardering (RJ 212.705). 6 Actuele Waarde Voorbeelden Voorbeeld 1 Bepaling actuele kostprijs op basis van een prijsindex (methode 2) Een handelsonderneming is gestart op 1 januari 2014. De openingsbalans is als volgt: Vaste Activa Materiële vaste activa Bestelauto Vlottende activa Voorraad Liquide middelen Totaal Balans op 1 januari 2014 Eigen vermogen Geplaatst kapitaal 50.000 5.000 3.000 58.000 18.000 Langlopende schulden Lening 40.000 Totaal 58.000 Waarderingsgrondslagen Materiële vaste activa De materiele vaste activa worden conform het Besluit actuele waarde gewaardeerd tegen de actuele kostprijs dan wel de lagere bedrijfswaarde of opbrengstwaarde. Voorraden De handelsvoorraden zijn gewaardeerd tegen de verkrijgingsprijs (fifo) of lagere opbrengstwaarde. Herwaarderingsreserve Waardevermeerderingen van activa die worden gewaardeerd tegen actuele waarde worden opgenomen in de herwaarderingsreserve. De herwaarderingsreserve wordt gevormd per individueel actief en is niet hoger dan het verschil tussen de boekwaarde op basis van historische kostprijs en de boekwaarde op basis van actuele waarde. Het gerealiseerde deel van de herwaardering wordt rechtstreeks ten gunste van de overige reserves gebracht. Gevraagd: Stel de balans en winst-en-verliesrekening samen uitgaande van de volgende gegevens: De actuele kostprijs van de bestelauto is in 2014 niet gewijzigd. De bestelauto wordt in vijf jaar afgeschreven tot nihil. De voorraad bestaat uit 50 artikelen van € 100 per stuk. Het bedrijfspand wordt gehuurd en de jaarlijkse huur bedraagt € 12.000. Over de langlopende lening is een rente van 4% verschuldigd die op 31 december wordt betaald. De eerste vijf jaar is de lening aflossingsvrij. De overige bedrijfskosten over 2014 bedragen € 50.000 In het jaar 2014 worden 1.000 artikelen ingekocht voor € 100 per stuk. Er worden 1.000 artikelen verkocht voor € 200 per stuk. Je hoeft geen rekening te houden met omzetbelasting en vennootschapsbelasting. Alle transacties worden contant afgewikkeld. 7 Actuele Waarde Uitwerking voorbeeld 1 Balans op 31 december 2014 voor winstbestemming Vaste Activa Eigen vermogen Materiële vaste activa Geplaatst kapitaal Bestelauto 40.000 Onverdeelde winst Vlottende activa Voorraad Liquide middelen 5.000 39.400 18.000 26.400 Langlopende schulden Lening 40.000 84.400 84.400 Winst-en-verliesrekening over 2014 Netto-omzet Kostprijs van de omzet Bruto-marge Afschrijvingen Overige bedrijfskosten Som der kosten 200.000 100.000 100.000 10.000 62.000 Rentelasten 72.000 28.000 1.600 Resultaat 26.400 In 2015 doen zich de volgende feiten en gebeurtenissen voor: Per 2 januari 2015 stijgt de actuele kostprijs van de bestelauto met 10%. De onverdeelde winst over 2014 wordt volledig toegevoegd aan de overige reserves. De overige gebeurtenissen in 2015 zijn exact gelijk aan die in 2014. Stel de balans per 31 december 2015 en de winst-en-verliesrekening over 2015 samen uitgaande van de hiervoor genoemde gegevens. In verband met de herwaardering van de bestelauto per 2 januari 2015 moeten de volgende journaalposten worden gemaakt (gebaseerd op methode 2 volgens RJ 212.408): 0.. Bestelauto 5.000 Aan 0.. Cumulatieve afschrijvingen bestelauto Aan 0.. Herwaarderingsreserve De journaalposten in verband met de afschrijving over 2015 zijn als volgt: 4.. Afschrijvingskosten bestelauto Aan 0.. Cumulatieve afschrijvingen bestelauto 0.. Herwaarderingsreserve 0.. aan Overige reserves 1.000 4.000 11.000 11.000 1.000 1.000 8 Actuele Waarde Balans op 31 december 2015 voor winstbestemming Vaste Activa Eigen vermogen Materiële vaste activa Geplaatst kapitaal Bestelauto 33.000 Herwaarderingsreserve Overige reserves Onverdeelde winst Vlottende activa Voorraad Liquide middelen 5.000 75.800 18.000 3.000 27.400 25.400 73.800 Langlopende schulden Lening 40.000 113.800 113.800 Winst-en-verliesrekening over 2015 Netto-omzet Kostprijs van de omzet Bruto-marge Afschrijvingen Overige bedrijfskosten Som der kosten 200.000 100.000 100.000 11.000 62.000 Rentelasten 73.000 27.000 1.600 Resultaat 25.400 9 Actuele Waarde Voorbeeld 2 Bepaling actuele kostprijs op basis van een taxatie (methode 1) Onderneming X waardeert de bedrijfsgebouwen en terreinen conform het Besluit actuele waarde tegen de actuele kostprijs dan wel de lagere bedrijfswaarde of opbrengstwaarde. De bedrijfsgebouwen en terreinen zijn per 1 januari 2013 gekocht voor € 1.000.000. De aan de terreinen toe te rekenen waarde bedraagt € 300.000 en de waarde van de gebouwen bedraagt 700.000. Op de terreinen wordt niet afgeschreven. De gebouwen worden in 50 jaar afgeschreven, rekening houdend met een restwaarde van € 100.000. De actuele kostprijs van de gebouwen en terreinen wordt iedere drie jaar getaxeerd door een taxateur. De waarde van de terreinen wordt per 31 december 2015 getaxeerd op € 330.000 en de gebouwen op 710.000. De schatting van de restwaarde blijft € 100.000. Gevraagd: 1. Bereken uitgaande van deze gegevens de boekwaarde van de bedrijfsgebouwen en terreinen per 31 december 2015 voordat deze worden geherwaardeerd en vermeld de bedragen die in het grootboek voorkomen op de rekeningen Terreinen, Gebouwen en Cumulatieve afschrijvingen gebouwen. 2. Geef de journaalposten die gemaakt moeten worden per 31 december 2015 om de gebouwen en terreinen tegen de actuele waarde op te nemen in het grootboek indien volgens RJ 212.408 methode 1 wordt toegepast. 3. Geef de journaalpost van de afschrijving van de gebouwen en de vrijval van de herwaardering in 2016. 4. Bereken de waarde waarvoor de gebouwen en terreinen en de herwaarderingsreserve in de balans per 31 december 2016 moeten worden opgenomen. 5. Maak een controleberekening waaruit blijkt dat het bedrag van de herwaarderingsreserve overeenkomt met het verschil in waardering van de gebouwen en terreinen op basis van de actuele waarde en de boekwaarde die zou zijn opgenomen als de activa op basis van historische kosten waren gewaardeerd. Uitwerking: 1. Aanschafwaarde 1-1-2013 Afschrijving 2013 Afschrijving 2014 Afschrijving 2015 Boekwaarde 31-12-2015 Saldi grootboekrekeningen: 0.. Terreinen 0.. Gebouwen 0.. Cumulatieve afschrijvingen gebouwen Terreinen Gebouwen 300.000 700.000 12.000 12.000 12.000 664.000 300.000 Terreinen en gebouwen 1.000.000 12.000 12.000 12.000 964.000 300.000 700.000 36.000 2. In verband met de herwaardering 31 december 2015 moeten de volgende journaalposten worden gemaakt (gebaseerd op methode 1 volgens RJ 212.408): 0.. Terreinen 30.000 Aan 0.. Herwaarderingsreserve terreinen 30.000 0.. Gebouwen 10.000 0.. Cumulatieve afschrijvingen gebouwen 36.000 Aan 0.. Herwaarderingsreserve (710.000-664.000) 46.000 10 Actuele Waarde 3. De journaalposten in verband met de afschrijving over 2016 zijn als volgt: 4.. Afschrijvingskosten gebouwen (610.000 : 47) 12.979 Aan 0.. Cumulatieve afschrijvingen gebouwen 0.. Herwaarderingsreserve (46.000/47) 0.. aan Overige reserves 12.979 979 979 4. Waarde waarvoor de gebouwen en de terreinen worden opgenomen in de balans per 31 december 2016 Terreinen Gebouwen Terreinen en gebouwen Actuele kostprijs 31-12-2015 330.000 710.000 1.040.000 Afschrijving 2016 12.979 12.979 Boekwaarde 31-12-2016 330.000 697.021 1.027.021 De waarde van de herwaarderingsreserve is als volgt te berekenen Herwaarderingsreserve 76.000 979 75.021 Herwaarderingsreserve 31-12-2015 Vrijval ten gunste van de overige reserves in 2016 Herwaarderingsreserve 31-12-2016 5. Controleberekening herwaarderingsreserve per 31 december 2016 Terreinen Gebouwen Aanschafwaarde 1-1-2013 Afschrijving 2013 Afschrijving 2014 Afschrijving 2015 Boekwaarde 31-12-2015 Afschrijving 2016 op basis van historische kosten Boekwaarde 31-12-2016 op basis van historische kosten Boekwaarde 31-12-2016 op basis van actuele kostprijs Herwaarderingsreserve 300.000 700.000 12.000 12.000 12.000 664.000 12.000 652.000 Terreinen en gebouwen 1.000.000 12.000 12.000 12.000 964.000 12.000 952.000 330.000 30.000 697.021 45.021 1.027.021 75.021 300.000 300.000 11 Actuele Waarde Bijlagen 12 Actuele Waarde Bijlage 1 Literatuurlijst Epe, P., & Koetzier, W. (2014). Jaarverslaggeving. Groningen/Houten: Noordhoff Uitgevers bv. Epe, P., Koetzier, W., & Hoffman, W. (2014). Jaarverslaggeving opgaven. Groningen/Houten: Noordhoff Uitgevers bv. Overheid. (2015, november 1). Besluit actuele waarde. Opgeroepen op februari 24, 2016, van Wetten.overheid.nl: http://wetten.overheid.nl/BWBR0018438/2015-11-01 Overheid. (2015, november 1). Burgerlijk Wetboek Boek 2. Opgeroepen op februari 24, 2016, van Wetten.Overheid.nl: http://wetten.overheid.nl/BWBR0003045/2016-01-29#Boek2 Raad voor de Jaarverslaggeving. (2015). Richtlijnen voor de jaarverslaggeving voor grote en middelgrote rechtspersonen. Deventer: Kluwer. 13 Actuele Waarde Bijlage 2 Piekerhoek De opgave is gebaseerd op V14.1 uit het opgavenboek Jaarverslaggeving (Epe, Koetzier, & Hoffman, 2014, pp. 128,129) en aangepast op basis van het Besluit actuele waarde geldend vanaf 1 november 2015 . De balans van Piekerhoek BV, opgericht op 1 januari 2013, is per 1 januari 2015 als volgt: Vaste activa Voorraad Q Liquide middelen Balans per 1 januari 2015 (bedragen x €1) 300.000 Aandelenkapitaal 200.000 Winstreserve 500.000 8%-Lening 1.000.0000 100.000 500.000 400.000 1.000.000 De vaste activa zijn aangeschaft bij de oprichting en worden in 5 jaar met gelijke bedragen per jaar tot nihil afgeschreven. De voorraad Q per 1 januari 2015 is in zijn geheel eind december 2014 aangekocht voor €10 per stuk. De voorraad wordt gewaardeerd op basis van de werkelijk betaalde inkoopprijs. In de tijd vanaf de oprichting tot en met december 2014 is Piekerhoek niet geconfronteerd geweest met prijsstijgingen. In 2015 vinden de volgende gebeurtenissen plaats: De actuele kostprijs van de vaste activa wordt op 1 januari 2015 door een beëdigd taxateur vastgesteld op €348.000. De inkoopprijs van Q verandert gedurende het jaar slechts één keer: op 1 juli stijgt de inkoopprijs naar €12. Van Q worden gelijkmatig over het jaar gespreid 86.000 eenheden ingekocht. De afzet over 2015 betreft 80.000 eenheden en is eveneens gespreid over het jaar. De verkoopprijs is €20 per stuk. De bedrijfskosten over 2015, exclusief afschrijvings- en intrestkosten, bedragen €160.000. Op de lening wordt in 2015 niets afgelost. De inkopen en verkopen worden contant afgerekend. De intrest-, verkoop- en overige bedrijfskosten zijn per 31 december volledig betaald. 1. Stel de balans per 31 december 2015 en de resultatenrekening over 2015 van Piekerhoek BV op uitgaande van het historische kostenstelsel, met toepassing van de fifo-volgorde voor de voorraad Q. 2. Stel de balans per 31 december 2015 en de resultatenrekening over 2015 van Piekerhoek BV op indien de vaste activa worden gewaardeerd tegen actuele waarde. De cumulatieve afschrijvingen bij herwaardering worden middels methode 2 verwerkt. 3. Leid het resultaat 2015 op basis van historische kosten af uit het resultaat 2015 op basis van actuele waarde. 4. Leid het eigen vermogen per 31 december 2015 op basis van historische kosten af uit eigen vermogen per 31 december 2015op basis van actuele waarde. 5. Geef gemotiveerd aan of in tijden van prijsstijgingen de rentabiliteit van het eigen vermogen indien gewaardeerd wordt tegen actuele waarde hoger of lager is dan op basis van historische kosten. 14 Actuele Waarde Bijlage 3 Substan De opgave is gebaseerd op V14.2 uit het opgavenboek Jaarverslaggeving (Epe, Koetzier, & Hoffman, 2014, pp. 129,130) en aangepast op basis van het Besluit actuele waarde geldend vanaf 1 november 2015. Substan bv. Op 1 januari 2015 is de onderneming Substan bv opgericht. Nog dezelfde dag wordt een representatief optrekje gekocht voor €500.000. De plaatselijke bank blijkt genegen het onderkomen te financieren met een lening van €500.000 tegen 10% per jaar. De eerste 5 jaar is deze lening aflossingsvrij, terwijl interest eens per jaar op 31 december wordt betaald. Na aankoop en financiering van het gebouw ziet de balans er als volgt uit: Pand Kas Balans per 2 januari 2015 (bedragen x €1) 500.000 Geplaatst kapitaal 140.000 Hypothecaire lening 140.000 500.000 640.000 640.000 Informatie 2015. Pand Bij de aankoop van het pand heeft Substan bv blijkbaar goed onderhandeld, want op 3 januari 2015 taxeert de plaatselijke makelaar de actuele aankoopprijs van het pand op €600.000. De levensduur zal naar verwachting slechts 25 jaar zijn, gezien de plannen van het plaatselijke vliegveld om in de toekomst uit te breiden. De dan te verwachten geluidsoverlast zal er wellicht toe leiden dat het pand moet worden gesloopt. Op enige restwaarde durft de leiding van Substan bv daarom niet te hopen. De afschrijving zal met gelijke bedragen per jaar plaatsvinden. Voorraad. Het boekjaar 2015 levert wat betreft de goederenstroom het volgende beeld op: Inkopen Datum 2 januari 1 juli Aantal 10.000 10.000 Inkoopprijs €10 €20 Inkoopbedrag €100.000 €200.000 Verkopen Kwartaal I II III IV Aantal 3.000 4.000 5.000 6.000 Verkoopprijs €30 €40 €50 €60 Verkoopbedrag € 90.000 €160.000 €250.000 €360.000 De verkopen in een kwartaal vinden plaats na de eventuele inkopen in dat kwartaal. De prijsontwikkeling op de inkoopmarkt gedurende 2015 was als volgt: 1 januari tot en met 31 maart €10 1 april tot en met 30 september €20 1 oktober tot en met 31 december €25 Alle in- en verkooptransacties worden contant afgewikkeld. 1. Stel de balans per 31 december 2015 en de resultatenrekening over 2015 van Substan bv op uitgaande van het historische kostenstelsel, met toepassing van de fifo-volgorde voor de voorraad. 15 Actuele Waarde 2. Stel de balans per 31 december 2015 en de resultatenrekening over 2015 van SubstanBV op indien de vaste activa worden gewaardeerd tegen actuele waarde. Substan verwerkt de cumulatieve afschrijvingen bij herwaardering middels methode 2. 3. Mogen vaste activa tegen actuele waarde gewaardeerd worden volgens de Nederlandse wet? Geef tevens aan op welke wetsartikel(en) je je antwoord gebaseerd hebt. 16 Actuele Waarde Bijlage 4 Tieswijn (Historische kosten) Gegeven is de volgende balans van Tieswijn BV (bedragen *€1.000): Materiële vast activa Liquide middelen Balans 31 december 2014 €8.000 Geplaatst kapitaal €2.000 Agioreserve Overige reserves €10.000 €4.000 €2.000 €4.000 €10.000 Aan de interne administratie worden de volgende gegevens ontleend. Aanschafwaarde machine 1 : €18.000 Afschrijvingen - 12.000 Boekwaarde € 6.000 Resterende levensduur is 4 jaar en er is geen restwaarde. Aanschafwaarde machine 2: Afschrijvingen Boekwaarde € 4.000 - 2.000 € 2.000 Gedurende 2015 doen zich de volgende feiten voor (met omzetbelasting hoeft geen rekening gehouden te worden): 1. Op 1 januari 2015 is de actuele kostprijs van machine 1 voor het eerst gestegen: de actuele kostprijs is gestegen naar €6.600.000. 2. Op 2 januari wordt machine 2 contant verkocht voor €2.100.000. 3. Op 1 maart wordt een nieuwe machine 3 contant aangeschaft voor €1.200.000. Er wordt lineair afgeschreven op de machine. De machine heeft een levensduur van 10 jaar en geen restwaarde. 4. Voor het ontwikkelen van een nieuw procedé is een bedrag contant betaald van €800.000 aan een ingenieursbureau. Dit wordt als investeringsuitgaaf gezien. Halverwege 2015 is het procedé gebruiksklaar. De verwachte gebruiksduur is 5 jaar. Gevraagd: a) Maak alle noodzakelijk boekingen indien gewaardeerd wordt op basis van historische kosten. b) Stel het mutatieoverzicht Vaste activa op met betrekking tot het jaar 2015. Dit overzicht dient te voldoen aan de wettelijke eisen (zie artikel 368). 17 Actuele Waarde Bijlage 5 Tieswijn (Actuele waarde) Gegeven is de volgende balans van Tieswijn BV (bedragen *€1.000): Materiële vast activa Liquide middelen Balans 31 december 2014 €8.000 Geplaatst kapitaal €2.000 Agioreserve Overige reserves €10.000 €4.000 €2.000 €4.000 €10.000 Aan de interne administratie worden de volgende gegevens ontleend. Aanschafwaarde machine 1 : €18.000 Afschrijvingen - 12.000 Boekwaarde € 6.000 Resterende levensduur is 4 jaar en er is geen restwaarde. Aanschafwaarde machine 2: Afschrijvingen Boekwaarde € 4.000 - 2.000 € 2.000 Gedurende 2015 doen zich de volgende feiten voor (met omzetbelasting behoeft geen rekening gehouden te worden): 1. Op 1 januari 2015 is de actuele kostprijs van machine 1 voor het eerst gestegen: de actuele kostprijs is op die datum vastgesteld op €6.600.000. Tieswijn hanteert methode 2 bij het verwerken van de cumulatieve afschrijvingen bij een herwaardering. 2. Op 2 januari wordt machine 2 contant verkocht voor €2.100.000. 3. Op 1 maart wordt een nieuwe machine 3 contant aangeschaft voor €1.200.000. Er wordt lineair afgeschreven op de machine. De machine heeft een levensduur van 10 jaar en geen restwaarde. 4. Voor het ontwikkelen van een nieuw procedé is een bedrag contant betaald van €800.000 aan een ingenieursbureau. Dit wordt als investeringsuitgaaf gezien. Halverwege 2015 is het procedé gebruiksklaar. De verwachte gebruiksduur is 5 jaar. Gevraagd: a) Maak alle noodzakelijk boekingen indien vaste activa op basis van actuele waarde gewaardeerd worden. Inhaalafschrijvingen worden niet geboekt. Herwaarderingen worden volgens methode 2 verwerkt. b) Stel het mutatieoverzicht Vaste activa op met betrekking tot het jaar 2015. Dit overzicht dient te voldoen aan de wettelijke eisen. 18 Actuele Waarde Bijlage 6 Mouse Mouse bv Het handelsbedrijf Mouse bv verhandelt uitsluitend het product Mouse, een draadloze muis. De balans van Mouse bv ziet er per 1 januari 2015 als volgt uit: Vaste activa Voorraad Mouse Liquide middelen € € Balans 1 januari 2015 80.000 Geplaatst kapitaal 30.000 Hypotheek o/g 40.000 150.000 € - 100.000 50.000 € 150.000 Toelichting op de balans: De vaste activa betreffen duurzame productiemiddelen die zijn aangeschaft op 1 januari 2013. Ze worden in 10 jaar tot nihil afgeschreven volgens de lineaire methode. Op 2 januari 2015 stijgt de actuele kostprijs van de vaste activa met 20%. Op balansdatum bedraagt de werkelijke voorraad Mouse 3.000 stuks. Het interestpercentage Hypotheek o/g is 10%. De product-costs bestaan alleen uit de inkoopkosten. Alle overige kosten zijn dus periodcosts. In de loop van 2015 vinden de volgende in- en verkopen van Mouse plaats: 13 maart inkoop 21.000 stuks à €10 per stuk. 26 mei verkoop 23.000 stuks à €15 per stuk 15 augustus nieuwe inkoopprijs €11 16 augustus inkoop 11.000 stuks à €11 per stuk 15 november nieuwe inkoopprijs €12 21 november verkoop 8.000 stuks à €16 per stuk De inkopen vinden à contant plaats. De verkopen vinden op krediet plaats waarbij een krediettermijn van twee maanden wordt gehanteerd. De klanten maken hier volledig gebruik van. Op de hypotheek o/g wordt ultimo 2015 €10.000 afgelost. De overige bedrijfskosten (inclusief de interest over de hypotheek) bedragen over 2015 in totaal € 50.000. Hiervan is per 31 december nog €25.000 verschuldigd. Van de afschrijvingskosten heeft 20% betrekking op het kantoorpand van de afdeling Marketing. Van de overige kosten exclusief interest heeft 50% betrekking op de afdeling Marketing. Gevraagd: 1. Bepaal de balans per 31 december 2015 en de resultatenrekening over 2015 indien het historische kostenstelsel gehanteerd wordt waarbij de fifo volgorde voor de voorraadwaardering wordt gehanteerd. Stel de resultatenrekening op volgens het functionele model (zie artikel 377 BW2.9) 2. Bepaal de balans per 31 december 2015 en de resultatenrekening over 2015 indien de vaste activa gewaardeerd worden tegen actuele waarde. De cumulatieve afschrijvingen bij herwaardering worden middels methode 2 verwerkt. Ten aanzien van het voorraadverloop wordt uitgegaan van fifo-volgorde. De gerealiseerde herwaardering wordt opgenomen in de post Overige reserves. Stel de resultatenrekening op volgens het functionele model (zie artikel 377 BW2.9). 3. Stel het mutatieoverzicht eigen vermogen over 2015 op indien de vaste activa gewaardeerd worden tegen actuele waarde. 19